TECHNICAL STANDARD
WERKEN OP HOOGTE (STEIGERBOUW – HOOGWERKERS – WERKBAKKEN) DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005
DESIGN AND ENGINEERING PRACTICE
This document is restricted. The copyright of this document is vested in Shell International Exploration and Production B.V. and/or one or more of its Affiliates. Neither the whole nor any part of this document may be reproduced, stored in any retrieval system, transmitted or disclosed to any third party in any form or by any means (electronic, mechanical, reprographic, recording or otherwise) without the prior written consent of the copyright owner.
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 2 INFORMATION ON STANDARD
Original Issue Title
Discipline
Date
Werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
Civil
January 2005
Discipline
Date
Revisions Title
For the actual name of who is the actual owner and custodian at a certain period and who fulfills certain roles for standards management reference is made to the management systems in the region.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 3 USER GUIDELINE PREFACE EPE docs are based on the experience acquired during their involvement with the design, construction, operation and maintenance of processing units and facilities, and they are supplemented with the experience of Group Operating companies. Where appropriate they are based on, or reference is made to, international, regional, national and industry standards. The objective is to set the recommended standard for good design and engineering practice applied by Group companies operating an oil refinery, gas handling installation, chemical plant, oil and gas production facility, or any other such facility, and thereby to achieve maximum technical and economic benefit from standardization. The information set forth in these publications is provided to users for their consideration and decision to implement. This is of particular importance where EPE doc’s may not cover every requirement or diversity of condition at each locality. The system of EPE docs is expected to be sufficiently flexible to allow individual operating companies to adapt the information set forth in EPE docs to their own environment and requirements. When Contractors or Manufacturers/Suppliers use EPE docs they shall be solely responsible for the quality of work and the attainment of the required design and engineering standards. In particular, for those requirements not specifically covered, the Principal will expect them to follow those design and engineering practices which will achieve the same level of integrity as reflected in the EPE docs. If in doubt, the Contractor or Manufacturer/Supplier shall, without detracting from his own responsibility, consult the Principal or its technical advisor. The right to use EPE docs is granted by Operating Companies within EP Europe, under Service Agreements with SIEP. Consequently, three categories of users of EPE docs can be distinguished: 1) Operating companies having a Service Agreement with SIEP. The use of EPE docs by these operating companies is subject in all respects to the terms and conditions of the relevant Service Agreement. 2) Other parties who are authorized to use EPE docs subject to appropriate contractual arrangements (whether as part of a Service Agreement or otherwise). 3) Contractors/subcontractors and Manufacturers/Suppliers under a contract with users referred to under 1) or 2) which requires that tenders for projects, materials supplied or - generally - work performed on behalf of the said users comply with the relevant standards. Subject to any particular terms and conditions as may be set forth in specific agreements with users, EP Europe disclaim any liability of whatsoever nature for any damage (including injury or death) suffered by any company or person whomsoever as a result of or in connection with the use, application or implementation of any EPE doc, combination of EPE docs or any part thereof, even if it is wholly or partly caused by negligence on the part of EP Europe. The benefit of this disclaimer shall inure in all respects to EP Europe and/or any company affiliated to these companies that may issue EPE docs or require the use of EPE docs. Without prejudice to any specific terms in respect of confidentiality under relevant contractual arrangements, EPE docs shall not, without the prior written consent of EP Europe, be disclosed by users to any company or person whomsoever and the EPE docs shall be used exclusively for the purpose for which they have been provided to the user. They shall be returned after use, including any copies which shall only be made by users with the express prior written consent of EP Europe. The copyright of EPE docs vests in EP Europe. Users shall arrange for EPE docs to be held in safe custody and EP Europe may at any time require information satisfactory to them in order to ascertain how users implement this requirement. All administrative queries should be directed to the EPE doc Administrator in EP Europe. (functional e-mail address:
[email protected]).
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 4 TABLE OF CONTENTS
1.
VOORWOORD
5
2.
ALGEMEEN
6
3. 3.1. 3.2. 3.3. 3.4. 3.5. 3.5.1. 3.5.2. 3.6. 3.6.1. 3.6.2. 3.7. 3.7.1. 3.7.2. 3.7.3. 3.7.4.
REGELS & BEGRIPPEN Definitie van een steiger Soorten steigers (ref. NEN 2770) Selectie van de steigerbouwer Definitie van hoogwerker Soorten Hoogwerkers Schaarlift Armlift Definitie van Werkbak Werkbak gebruikt bij hijsmiddelen Werkbak gebruikt bij hefmiddelen (anders dan werkbak aan hoogwerker) Selectie richtlijnen gebruik steigers, hoogwerkers of werkbakken Gebruik steiger of hoogwerker Selectie van de hoogwerker leverancier Competentie bedienend personeel hoogwerkers (alle typen) Inzet werkbak
7 7 7 7 7 7 7 7 7 8 8 8 8 8 9 9
4. 4.1. 4.2.
TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ STEIGERBOUW 10 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden hoogwerkers 12 Taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden gebruik werkbakken 12
5. 5.1. 5.2. 5.3. 5.4. 5.5. 5.6. 5.7. 5.8. 5.9. 5.10.
BEHEERSMAATREGELEN INZAKE STEIGERBOUW Steigerontwerp Steigerbouwwerkzaamheden Beheersmaatregelen inzake gebruik hoogwerkers Beheersmaatregelen inzake gebruik werkbak Steigerbouw werkzaamheden bij slecht weer Offshore Competentie eisen bij steigerbouw Scafftag Procedure Steigerbouw logboek Inspectie van steigers Herkenbaarheid (on)veilige steiger (Scafftag)
13 14 14 15 16 18 19 20 21 21 21
6. 6.1.
22
6.2. 6.3. 6.4. 6.5.
OVERIGE AANDACHTSPUNTEN VOOR HET WERKEN OP HOOGTE Hoogwerkers (pr EN 280 Hoogwerkers; ontwerpberekeningen; stabiliteitscriteria; constructie; veiligheid; inspectie en testen) en hefsteigers Rolsteigers Ladders Werkbakken Valbescherming
22 22 23 23 23
7. 7.1. 7.2.
VEILIGHEIDSREGELS STEIGERBOUW Aarden van steigers NORM NEN 1010 Vijfde DRUK Artikel 704.2.2.1 NAM standaard NDG-30-C-750
25 26 26
8.
WETTELIJKE REFERENTIES
27
9.
APPENDIXESAPPENDIX 1 bouw- en inspectie rapport
28
APPENDIX 1 bouw- en inspectie rapport
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
29
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 5 1.
VOORWOORD
Steigerbouw richtlijnen Deze richtlijnen zijn gebaseerd op wettelijke voorschriften zoals de Mijnwet, de Arbeidsomstandighedenwet en de van toepassing zijn de NAM regels en voorschriften. Voor wetreferenties zie hoofdstuk 7. In deze richtlijnen wordt ingegaan op verantwoordelijkheden, constructief technische aspecten en voorzieningen m.b.t. persoonlijke bescherming. Deze richtlijnen richten zich tot alle door NAM direct of indirect gecontroleerde werkplekken en zijn bedoeld voor iedereen die beroepsmatig met toezicht op steigerwerkzaamheden te maken heeft. Ze dienen als uitgangspunt bij de besluitvorming t.a.v. te nemen maatregelen. Richtlijnen gebruik Hoogwerkers en werkbakken Deze richtlijnen zijn gebaseerd op wettelijke voorschriften zoals de Mijnwet, de Arbeidsomstandighedenwet, richtlijnen vanuit de branche organisaties en de van toepassing zijn de NAM regels en voorschriften. Voor wetreferenties zie hoofdstuk 7. In deze richtlijnen wordt ingegaan op verantwoordelijkheden, gebruiksaspecten van het equipement, competentie van bedienend personeel en voorzieningen m.b.t. persoonlijke bescherming. Deze richtlijnen richten zich tot alle door NAM direct of indirect gecontroleerde werkplekken en zijn bedoeld voor iedereen die beroepsmatig met toezicht op werken op hoogte te maken heeft. Ze dienen als uitgangspunt bij de besluitvorming t.a.v. te nemen maatregelen.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 6 2.
ALGEMEEN
Binnen NAM wordt een aantal algemene uitgangspunten gehanteerd, om risico’s bij werken op hoogte zoveel mogelijk te beperken. Deze zijn gebaseerd op de huidige en toekomstige wet-, regelgeving, bovenhanden en op praktijkervaring, mede opgedaan naar aanleiding van incidenten. Deze algemene uitgangspunten zijn: 1. In het ontwerp van installaties en/of gebouwen dienen voorzieningen te zijn opgenomen waardoor het werken op hoogte tijdens constructie, onderhoud/renovatie, abandonnering/slopen en voor (gevel)reinigingswerkzaamheden zo veilig en milieubewust mogelijk kan plaatsvinden. 2. Dakrandbeveiliging (collectieve bescherming) dient de voorkeur te hebben boven individuele valbeveiliging in de vorm van b.v. valgordels met vanglijn, of vangnetten (Arbowet). 3. In het ontwerp voorziene permanente trappen en bordessen dienen in een zo vroeg mogelijk stadium te worden aangebracht, opdat reeds tijdens de constructiefase van deze voorzieningen gebruik kan worden gemaakt. 4. Waar kooiladders worden toegepast, zullen voorzieningen zijn getroffen, waardoor het niet mogelijk is om tussen kooiladder en omringende (bordes)reling door te vallen naar een lager gelegen niveau. 5. Werken op ladders moet zoveel mogelijk worden voorkomen en is per wet vanaf 19 juli 2006 verboden (huidig VNO-NCW standpunt en toekomstige wetgeving). In plaats ladders worden bij voorkeur hoogwerkers, verreikers of (rol-, hef-, systeem-, etc) steigers toegepast. De ladder moet zijn voorzien van een keuringssticker en dient eenmaal per jaar te worden geïnspecteerd. 6. Het gebruik van een personenlift is verplicht bij bouwwerken met een werkhoogte van meer dan 15 meter (Verplichting uit Bouw CAO, alleen onshore). 7. Alleen door NAM erkende steigerbouwers zijn gemachtigd steigers te plaatsen, wijzigen, keuren, onderhouden en verwijderen (geldt niet voor rolsteigers). 8. Alle steigers dienen elektrisch te zijn geaard. 9. Werkbakken zijn alleen toegestaan onder strikte voorwaarden. Gevaren en risico’s bij werken op hoogte: 1. Vallen van hoogte en door vloersparingen. 2. Getroffen worden door van hoogte waaiende of vallende voorwerpen. 3. Omvallen van (rol-, hef.-)steiger door onvoldoende verankering en/of stabiliteit. 4. Bezwijken van (rol-, hef.-)steiger door overbelasting. 5. Ondeskundig/onbevoegd gebruik van b.v. hoogwerkers en Werkbakken: kantelgevaar, klemmen, knellen. 6. Aanrijdgevaar van ladders, (rol)steigers en hoogwerkers. 7. Fysieke belasting: tillen, duwen, trekken aan en beklimmen en dalen van ladders, etc. 8. Belastende werkhouding (soms langdurig). 9. Creëren van een zogenaamde besloten ruimte door toepassen afdekzeil. Binnen NAM zijn de gevaren voor werken op hoogte en de daarvoor geldende beheersing vastgelegd in de Gevaren Inventarisatie En Gevolg Evaluatie lijst (Giegel). Zie daartoe de gevaren onder: G-02 Brandbare stoffen. G-05 Voorzieningen voor het werken op hoogte (met name gericht op de structurele integriteit). G-07 Weersomstandigheden (met name gericht op de integriteit). G-09 Hoogteverschillen. G-11.03 Hijsen en heffen. NB:
Het niet voldoen aan de wet- en regelgeving inzake voorkomen van valgevaar bij werken op hoogte kan worden beboet met een bestuurlijke boete.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 7 3.
REGELS & BEGRIPPEN
3.1. DEFINITIE VAN EEN STEIGER Een steiger is een tijdelijke voorziening bedoeld om op veilige wijze toegang te verschaffen tot een doorgaans niet eenvoudig te bereiken werkplek dan wel als hulpconstructie bij ondersteuningen, zeilafdichtingen en overspanningen. 3.2. SOORTEN STEIGERS (REF. NEN 2770) De volgende steigers worden onderscheiden:
• • • •
Staande steigers. Rolsteigers. Hefsteigers. Speciale steigers zoals hang- of uitbouwsteigers, steigers voorzien van zeil, overkapping etc.
Binnen NAM toe te passen steigers zullen minimaal zogenaamde zware steigers zijn (3 kN/m², klasse 4) Indien nodig dient de steiger in een zwaardere klasse (5 of 6) te worden uitgevoerd. Alleen licht reparatie- en onderhoudswerk (b.v. schilderen; isolatiewerkzaamheden) mag worden uitgevoerd op lichte steigers bij werkzaamheden aan kantoren en gebouwen (1,5 kN/m², klasse 2). De volgende secties in dit hoofdstuk hebben betrekking op de staande en de speciale steigers. 3.3. SELECTIE VAN DE STEIGERBOUWER Op door NAM uitgegeven werken mogen steigers alleen worden ontworpen, geplaatst, aangepast en verwijderd door de hiervoor door NAM goedgekeurde steigerbouwfirma’s. Hetgeen inhoudt dat deze firma’s in staat zijn steigers te ontwerpen, berekenen en te bouwen met medewerkers die voldoen aan de competentie-eisen. Verder is het mogelijk dat aannemers zijn beoordeeld voor het bouwen van eenvoudige steigers in combinatie met het uitvoeren van b.v. isolatiewerkzaamheden. In dit geval geldt het slechts voor eenvoudige steigers, die alleen voor de uitvoering van werkzaamheden van deze ene aannemer zijn bedoeld en waarvoor geen berekeningen en tekeningen van die steiger noodzakelijk zijn. Wel gelden in dit geval de competentie-eisen tav uitvoerenden, toezichthouders en inspecteurs. 3.4. DEFINITIE VAN HOOGWERKER Een hoogwerker is een machine bedoeld om op veilige wijze personeel en (kleine) gereedschappen en hulpmiddelen toegang te verschaffen middels een horizontaal werkplatform tot een op hoogte gelegen werkplek. 3.5. SOORTEN HOOGWERKERS Er wordt hierbij onderscheid gemaakt tussen schaar en arm type de zogenaamde schaarlift en armlift. 3.5.1. Schaarlift Bij een schaarlift kan het werkplatform alleen verticaal bewegen. De schaarlift kan zijn uitgevoerd als stationaire uitvoering of zijn voorzien van banden of rupsen voor horizontale verplaatsing. 3.5.2. Armlift Een armlift heeft naast de verticale beweging de mogelijkheid middels de armconstructie om te zwenken en horizontale verplaatsing te bewerkstelligen. Armliften bestaan in typen:
• knikgiek of telescoop uitvoering, al dan niet zelfrijdend, voor gebruik op bouwplaatsen, maar echter niet zijn bestemd voor verplaatsing over de openbare weg;
• die gemonteerd zijn op een volledig chassis en zelfstandig over de openbare weg mogen verplaatsen. Armliften kunnen worden geleverd met en zonder gekwalificeerd personeel. 3.6. DEFINITIE VAN WERKBAK Een werkbak is een constructie die kan worden bevestigd aan hijs - en hefwerktuigen om een of meerdere personen toegang te verschaffen tot een op hoogte gelegen werkplek
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 8
3.6.1. Werkbak gebruikt bij hijsmiddelen Een werkbak is een middel ingericht voor het vervoer van personen naar een werkplek op hoogte middels bevestiging van de werkbak met daartoe geëigende hijsmiddelen aan een hijsinstallatie (kraan). Gebruik van werkbakken is een operatie met meer dan gewone risico’s vanwege de combinatie van valgevaar, instabiliteit (slingeren) van de werkplek en knelgevaar tijdens het hijsen. Gebruik van werkbakken aan hijsmiddelen zijn in beginsel niet toegestaan en mogen slechts bij uitzondering en dan alleen onder strikte voorwaarden worden ingezet (ref. Beleidsregel 7.22 Arbobesluit). 3.6.2. Werkbak gebruikt bij hefmiddelen (anders dan werkbak aan hoogwerker) Een werkbak is een middel ingericht voor het vervoer van personen naar een werkplek op hoogte middels bevestiging van de werkbak aan een hefmiddel (b.v heftruck). Gebruik van type werkbak is een operatie met meer dan gewone risico’s vanwege de combinatie van valgevaar, instabiliteit (niet horizontaal zijn) van de werkplek en knelgevaar tijdens het heffen c.q dalen en het feit dat de hefmiddelen niet standaard zijn ingericht met de eisen zoals gesteld in Beleidsregel 7.22 Vervoer van personen in werkbakken van het Arbo besluit. 3.7. SELECTIE RICHTLIJNEN GEBRUIK STEIGERS, HOOGWERKERS OF WERKBAKKEN Uitgangspunt is dat het gebruik van steigers en hoogwerkers vele maler veiliger is dan het gebruik van werkbakken daar werkbakken geen stabiel werkplatform leveren en extra risico’s opleveren m.b.t knelgevaar. 3.7.1. Gebruik steiger of hoogwerker Elementen die dienen te worden afgewogen voor het gebruik van een steiger of hoogwerker zijn:
• • • • •
Aard van de werkzaamheden Aantal personen dat toegang tot de werkplek dient te hebben Aanwezige ruimte en conditie van de ondergrond Duur van de werkzaamheden Kosten
M.b.v. van deze elementen kan een afgewogen keuze worden gemaakt m.b.t het in te zetten middel. Voor levering van het middel zie paragraph m.b.t. selectie van de steigerbouwer en paragraph m.b.t. selectie hoogwerkerleverancier. 3.7.2. Selectie van de hoogwerker leverancier Schaar en armhoogwerkers kunnen worden geleverd door verhuurbedrijven hetgeen veelal plaatsvindt zonder operator. In het kader van de Arbo regelgeving zijn de verantwoordelijkheden 1 tussen verhuurder en huurder als volgt verdeeld (Bron BMWT ): Verhuurder:
• • • • • •
1
Zorgen voor type plaatje en CE sticker op machine. Op aanvraag beschikbaar stellen van de EG verklaring van overeenstemming. Aanbrengen sticker met bedieningsinstructies. Laten uitvoeren van de ingebruikname keuring door deskundige. Het periodiek laten uitvoeren van de veiligheidskeuringen. Laten uitvoeren van het onderhoud en het vastleggen daarvan.
BMWT: Branche Organisatie Bouwmachines, Magazijn inrichtingen, Wegenbouwmachines en intern Transportmaterieel
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 9 Huurder:
• • • • •
Bediening laten plaatsvinden door competent2 persoon. Zeker stellen dat het equipement wordt ingezet binnen de keuringsperiode. Zeker stellen dat de bedieningsvoorschriften aanwezig zijn (minimaal sticker op de machine). Zeker stellen dat de capaciteit van de machine voldoet voor de beoogde werkzaamheden. Zeker stellen dat de bedieningsorganen correct functioneren.
Problemen kunnen ontstaan wanneer de middelen worden ingehuurd voor langere tijd. In het kader van Arbo beleidsregel 7.5 dient huurder (= werkgever) zorg te dragen dat middelen de gehele gebruiksduur door toereikend onderhoud in goede staat worden gehouden en de goedkeurperiode van het middel niet verstrijkt tijdens de huurperiode. In het laatste geval rust de keuringsplicht op de huurder. Bij inhuur dient met bovenstaande rekening te worden gehouden dan wel goede (extra) afspraken te worden gemaakt met verhuurder. Om zeker te stellen dat deze verantwoordelijkheden door de verhuurder worden onderkent, dienen 3 verhuurbedrijven te zijn aangesloten bij de branche vereniging VSB en/of B.M.W.T. Indien de hoogwerker eigendom is van een dienstverlener, dient deze dienstverlener tav Arbo regelgeving ten allen tijde te voldoen aan al deze eisen. Speciale hoogwerkers, veelal zelfrijdende typen op voertuigchassis, worden verhuurd door gespecialiseerde bedrijven en kraanbedrijven. De bij NAM ingezette bedrijven -voor de levering van hoogwerkers - dienen door NAM goedgekeurd te worden. Als richtlijn geldt hier dat kraanbedrijven 4 dienen te zijn aangesloten bij VSB en/of VVT en zowel VCA en ISO certificering dienen te bezitten. 3.7.3. Competentie bedienend personeel hoogwerkers (alle typen) De Arbo regelgeving bepaald dat de operator van een hoogwerker deze mag bedienen als een instructie op basis van de gebruiksaanwijzing dan wel een training op de machine heeft ondergaan. Aanvullend op deze eis en om deze instructie aantoonbaar te maken dient personeel dat hoogwerkers bedient de (eendaagse) cursus bediening hoogwerker gevolgd te hebben (bijvoorbeeld van de EVO ) dan wel in het bezit te zijn van een deskundigheidsbewijs voor de bediening van 5 mobiele kranen. Binnen de Stichting TCVT wordt gewerkt aan regelgeving m.b.t certificatie van vakbekwaamheid voor bedienend personeel voor hoogwerkers. 3.7.4. Inzet werkbak Een werkbak aan hijs - of hefmiddel kan worden ingezet indien: 1. de werkzaamheden incidenteel voorkomen en van korte duur zijn. Hieronder worden werkzaamheden verstaan die jaarlijks slechts enkele malen worden verricht en die per keer niet langer duren dan 4 uur; 2. het werkzaamheden betreft met een spoedeisend karakter waarbij het oponthoud benodigd voor het aanbrengen van meer geëigende arbeidsmiddelen grotere risico’s zou veroorzaken dan de risico’s die aan het werken in een werkbak zijn verbonden. 3. kortstondige werkzaamheden betreft waarvoor de inzet van meer geëigende middelen onevenredige kosten zou veroorzaken (richtlijn hierbij is een factor 5 m.b.t. kraan en hoogwerker tarieven). Uitgangspunt bij deze beslissing dient het maken van een gedegen TRA te zijn waarin de kosten van beschikbare alternatieven zijn meegewogen. 4. de werkplek niet middels hoogwerkers of steigers bereikbaar is.
2
Geïnstrueerd of opgeleid
3
Vereniging van Steiger -, Hoogwerk - en Betonbekisting bedrijven
4
Vereniging van Verticaal Transport
5
Stichting Toezicht Certificatie Verticaal Transport
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 10 4.
TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN BIJ STEIGERBOUW
Stap
Partij
Taak
Bevoegdheid
Verantwoordelijkheid
Opdracht en voorbereiding
Opdrachtgever/ aanvrager
•
Afwegen van alternatieven. • Bepalen randvoorwaarden. • Overleggen met betrokkenen. • Beoordelen werkvergunning -aspecten.
•
Keuze goedgekeurde steigerbouwer. • Voorstel steigertype. • Beheersmaatregelen voorschrijven t.a.v. werkplek.
Gebruiker(s)
•
Aangeven gebruiksdoel en randvoorwaarden
•
Verifiëren competentie van steigerbouwers. • Zekerstellen juiste informatie lichte of zware steiger. • Juiste maatregelen bepalen of bij bijzondere steiger met afwijkende belasting. • Verstrekken juiste/volledige informatie
Steigerbouw supervisor *
•
Adviseren en risico’s toelichten
•
Opdrachtgever/ aanvrager
•
Veilige werkplek voor steigerbouwer zekerstellen
•
Noodzakelijke maatregelen treffen. • Stopzetten alle werkzaamheden.
Houden van toezicht op naleving van voorwaarden
Steigerbouwer
•
Werkvergunning aanvragen (V&G -plan opstellen en/of TRA). • Uitvoeren steigerbouw werkzaamheden overeen komstig voorwaarden.
•
Beheersmaatregelen bepalen voor steiger (de)montage. • Werkzaamheden niet starten voordat werk veilig kan worden uitgevoerd. • Stopzetten steigerbouwwerk.
•
Opdrachtgever/ aanvrager
Steigerlogboek beheren/ aanbieden aan steigerbouwer verplicht en gebruiker(s) (facultatief)
Beheren steigerlogboek op locatie.
Zekerstellen dat afname is uitgevoerd door steigerbouwer B en gebruiker(s)
Steigerbouwer
•
Steiger aantoonbaar controleren op integriteit voor het bedoelde gebruik. • Vaststellen inspectiefrequentie 1 x per 4 weken. • ARBO regels toepassen
•
Steiger goed- of afkeuren en toegang blokkeren • Plaatsen en aftekenen groene scafftag • Invullen steigerlogboek
Zekerstellen dat steiger technisch integer is voor het aangevraagde gebruik
Gebruiker(s) Opdrachtgever Beheerder
•
Uitvoering steigerbouw werkzaamheden Montage/ modificatie/ demontage
Afname
Functioneel beoordelen van steiger
•
•
Gebruiksfase
Opdrachtgever/ aanvrager
•
Juist gebruik van steiger zekerstellen. • Inspectiefrequentie controleren.
•
Steigerbouwer
Overeengekomen of andere noodzakelijke inspecties uitvoeren in opdracht van opdrachtgever / aanvrager
• •
•
Stelt voor aanvang en na hervatting werkzaamheden zeker dat steiger geschikt en veilig is voor gebruik
Beoordelen voorstel steigertype
Steiger(niet) accepteren voor bedoeld gebruik Aftekenen scafftag
Stopzetten werkzaamheden. • Aantekenen steigerlogboek.
• Gebruiker(s)
Inbreng bij steigerkeuze
•
• •
Steiger afkeuren. Groene scafftag verwijderen; toegangen blokkeren. Aantekenen steigerlogboek. Bij onveilige situatie/ omstandigheid werkzaamheden stoppen. Melden bij opdrachtgever. Bij gevaar: Groene scafftag verwijderen en toegangen blokkeren.
•
Integer steigerontwerp (tekening+berekening)
Juiste werkmethode en maatregelen bepalen. • Naleven procedures waaronder steigerbouwwerk moet plaatsvinden. • Werken volgens instructies/ procedures.
Zekerstellen dat steiger functioneel geschikt is voor het aangevraagde gebruik en goed toegankelijk is
Toezicht houden. Corrigerende maatregelen treffen. • Steiger laten inspecteren. • Steiger laten modificeren door steigerbouwer. Zekerstellen dat steiger technisch integer is voor het aangevraagde gebruik • •
•
Gebruiken van steiger op de juiste wijze en voert geen wijzigingen daaraan uit
Met opdrachtgever/aanvrager worden die functionarissen bedoeld (van NAM of hoofdaannemer) die geautoriseerd zijn om een steigerbouwer in te schakelen en op te treden als “verstrekker” (zoals bedoeld in de procedure werkvergunningen).
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 11
•
Kan steigermonteur B zijn, echter eerst overleg met steigerbouw supervisor.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 12 4.1.
TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN HOOGWERKERS
Taken en bevoegdheden bij de inzet van Hoogwerkers Stap Opdracht en voorbereiding
Partij Opdrachtgever/ aanvrager
Taak Afwegen van alternatieven Bepalen randvoorwaarden Overleg met betrokkenen Beoordelen werkvergunning aspecten
Bevoegdheid Keuze hoogwerker leverancier Keuze inzet type hoogwerker Beheersmaatregelen voorschrijven m.b.t de werkplek
Gebruiker/ dienstverlener Mobilisatie
Gebruiksfase
4.2.
Verantwoordelijkheid Verifiëren dat equipement voldoet aan eisen en regelgeving Verifiëren dat operator deskundig is Verifiëren dat grondgesteldheid geschikt is voor inzet hoogwerker
Maken TRA
Site supervisor
Verlenen werkvergunning
Zekerstellen dat beheersmaatregelen zijn getroffen
Gebruiker/ dienstverlener
Bedienen en plaatsen/ positioneren hoogwerker
Verifiëren dat bedieningsorganen equipement correct functioneren
Opdrachtgever/ aanvrager
Stopzetten van werkzaamheden
Toezicht houden op juiste gebruik hoogwerker
Gebruiker/ dienstverlener
Bij onveilige situatie/omstandigheid werkzaamheden stopzetten
Correct gebruik van de hoogwerker
zeker stellen dat hoogwerker stabiel is geplaatst en geschikt is voor veilig gebruik
TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN VERANTWOORDELIJKHEDEN GEBRUIK WERKBAKKEN
Taken en bevoegdheden bij de inzet van Werkbakken Stap Partij Taak Opdracht en Opdrachtgever/ Afwegen van alternatieven voorbereiding aanvrager (hoogwerker/steiger) Bepalen randvoorwaarden Overleg met betrokkenen Beoordelen werkvergunning aspecten Gebruiker/ dienstverlener Mobilisatie
Voorbereiden werkzaamheden zekerstellen dat kraan fundatie voldoet
Site supervisor
Verantwoordelijkheid Zeker stellen dat zal worden gewerkt conform de aanvullende eisen
Maken TRA Maken hijsplan
Verlenen werkvergunning
Zekerstellen checklijst werken met werkbak volledig en adequaat is afgehandeld
Aflasten/ uitstellen werkzaamheden
Zekerstellen checklijst werken met werkbak volledig en adequaat is afgehandeld en alle betrokken middelen aan eisen voldoen en personeel bekend is met de werkzaamheden
Opdrachtgever/ aanvrager
Stopzetten van werkzaamheden
Toezicht houden op juiste uitvoering binnen de werkvergunning
Gebruiker/ dienstverlener
Bij onveilige situatie/omstandigheid werkzaamheden stopzetten
Correct gebruik van de werkbak
Gebruiker/ dienstverlener
Gebruiksfase
Bevoegdheid Keuze inzet werkbak Beheersmaatregelen voorschrijven m.b.t de werkplek
In te zetten middelen aantoonbaar verifiëren Afstemmen taken van betrokken personeel
Zorgdragen voor beheerste uitvoering van de werkzaamheden
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 13 5.
BEHEERSMAATREGELEN INZAKE STEIGERBOUW
(Zie ook CMS werkinstructie E.A. 72.WI-43.03) Bij het aanvragen, bouwen, modificeren en weghalen van steigers zijn meerdere partijen betrokken. Hieronder is aangegeven hoe het steigerbouwproces verloopt en hoe de taakverdeling en verantwoordelijkheden van de betreffende partijen zijn ingevuld. Aanvraag plaatsen van steiger
Situatie ter plaatse opnemen door aanvrager en steigerbouwer
Indien aanvrager niet aanwezig wel gebruiksdoel aangeven
Werkvergunning (+ TRA)
Bouwen van steiger
Keuren van steiger door minimaal steigerbouw B inspecteur
onveilig Steiger aanpassen
veilig Groene Scaffta g plaatsen door minimaal steigerbouw B
Afname door opdrachtgever, gebruiker of beheerder
Steigerlogboek op locatie invullen
afkeur
functioneel Groene scafftag plaatsen
Periodieke herkeuring door minimaal steigerbouw B
Steigerlogboek op locatie invullen
afkeur Verwijderen groene scafftag; toegangen blokkeren
A anvraag voor steiger modificatie/demontage
aanvrager/gebruiker
steigerbouwer
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 14 5.1. STEIGERONTWERP De steigerbouwer is verantwoordelijk voor een veilig ontwerp van de steiger. Onderdelen van de winning- en/of behandelinginstallaties mogen geen deel uitmaken van de steigerconstructie, tenzij door berekeningen is aangetoond dat de belasting op deze onderdelen toelaatbaar is. Dit zal middels een schriftelijke toestemming van de installatiebeheerder zijn vastgelegd. Deze toestemming maakt onder andere onderdeel uit van het steigerlogboek. Steigers moeten in principe worden berekend aan de hand van de normen in de NEN-6700-serie, de “Technische Grondslagen voor de berekening van Bouwconstructies”. Statische berekeningen (incl. tekening) zijn verplicht voor de volgende situaties: Steigers hoger dan 30 m. Steigers breder dan 1,80 m. Grotere staander-, ligger- of kortelingafstanden. Grotere of niet-verticale vloerbelasting (bv. meer dan één vloer belast). Bevestiging van hijs- of hefwerktuigen aan de steigerconstructie. Afwijkend verankeringspatroon. Steiger meer dan 0,30 m van een wand geplaatst. Toepassing van consoles voor werkvloerverbreding. Toepassing van steigergaas, zeil of beplating (wind/sneeuwbelasting). Tekeningen en berekeningen zullen door een onafhankelijk certificatiebureau zijn beoordeeld en gewaarmerkt en zijn op de locatie beschikbaar.
• • • • • • • • •
Bij speciale steigers dient een site survey te worden uitgevoerd, door de steigerbouw supervisor. Ten aanzien van het op een zo veilig mogelijk betreden/ verlaten van steigers, wordt het gebruik van “safe acces gates”, of klaphekjes aanbevolen. Gebruik hiervan is afhankelijk van de gebruiksintensiteit van de steiger. Dit is in lijn met de Landelijke richtlijn voor steigerbouwers in de (petro)chemische industrie. Deze normstelling moet gezien worden als een nadere invulling of uitwerking van de wettelijk gestelde steigerbepalingen. 5.2. STEIGERBOUWWERKZAAMHEDEN Steigers worden opgebouwd, gemodificeerd en gedemonteerd door tenminste twee competente personen. Deze werkzaamheden worden verricht onder toezicht van een steigerbouw B. De bouw en demontage van speciale steigers zal door minimaal 3 steigerbouwers worden uitgevoerd. Een van hen moet de opleiding “Meewerkend voorman steigerbouwer” hebben gevolgd. Voor aanvang van de werkzaamheden kan door deze voorman een van de anderen worden aangewezen als toezichthouder tijdens de bouw. Dit wordt vooraf aan de beheerder/gedelegeerd beheerder of project supervisor gemeld en wordt vastgelegd op de werkvergunning. De houder van de werkvergunning zal in alle gevallen de voorman zijn. Op deze manier is geregeld dat de meest ervaren man zich op de beste manier met de bouw en demontage kan bezig houden. Indien werk op hoogte wordt uitgevoerd boven water, dienen alle maatregelen er op gericht te zijn om het te water raken te voorkomen (zie Risico-inventarisatie). Omdat het niet uit te sluiten valt dat bij deze werkzaamheden mensen te water raken zullen voorzieningen moeten worden getroffen ter voorkoming van verdrinking en/of onderkoeling. Daarbij valt te denken aan reddingsvest, reddingsboei, dreghaak, signalering, reddingsteam, etc.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 15 Buitenboord werkzaamheden mogen alleen worden uitgevoerd onder de navolgende omstandigheden: 1) Gedurende daglicht bij standaard platform operaties. Voor activiteiten zoals shutdown, drilling, supply-boot en “underwater maintenance” activiteiten dienen de hiervoor van toepassing zijnde regels gevolgd te worden. 2) Voorafgaand aan de werkzaamheden moet aan de hand van de weersomstandigheden worden bepaald of een eventuele reddingsoperatie uitvoerbaar is. Dit moet in overleg met de uitvoerenden, de HMI, MOB/FFLB bemanning en kraanmachinist worden bepaald. Conform de classificatie van hoog risico activiteiten is voor dit soort activiteiten een TRA verplicht. 3) Reddingsvesten dienen gebruikt te worden tenzij dubbele valbescherming wordt gebruikt. 4) Radiowacht/toezicht dient continu aanwezig te zijn. Demontage van steigers geschiedt in principe door dezelfde personen die de steiger hebben opgebouwd. 5.3. BEHEERSMAATREGELEN INZAKE GEBRUIK HOOGWERKERS Voordat een hoogwerker wordt ingezet dient de gebruiker zich ervan zeker te stellen dat de hoogwerker is voorzien van een geldig keuringscertificaat (en sticker) en dat deze niet verloopt tijdens de gebruiksperiode. Deze certificatie dient te voldoen aan het TCVT certificatie schema W701, keuring hoogwerkers en te zijn vastgelegd in het TCVT Hoogwerkerboek. Hoogwerkers dienen uitsluitend te worden bediend door personeel dat de hoogwerker bedieningscursus heeft gevolgd (een vakbekwaamheidsbewijs bezit voor de bediening van hijskranen (deskundigheidsbewijs) is ook geldig mits het bedienende personeel zich de bedieningsinstructies van de hoogwerker eigen maken. Voordat de hoogwerker wordt ingezet dient het bedienende personeel zich ervan te verzekeren dat de bedieningsorganen van de hoogwerker correct en soepel functioneren. Tijdens aanwezigheid in de werkbak van de hoogwerker moet al het aanwezige personeel altijd middels een persoonlijke valbeveiliging aan de werkbak van de hoogwerker te zijn aangelijnd. Zelfrijdende hoogwerkers zullen niet worden verplaatst terwijl de werkbak zich op hoogte bevindt. Het bedienend personeel zal vooraf zeker stellen dat de ondergrond waarop de hoogwerker is geplaatst (en is afgestempeld) horizontaal, stabiel en “hard” is. Het betreden en verlaten van de werkbak/ werkvloer van een hoogwerker is uitsluitend toegestaan als deze op een vaste ondergrond is afgezet. Het gebruik van de hoogwerker om ‘zware’ materialen te verplaatsen is niet toegestaan; materialen mogen niet buiten de werkbak uitsteken. De maximale toegestane werklast van de werkbak mag niet worden overschreden; houd rekening met het gewicht van het aantal personen en gereedschap. De hoogwerker mag niet worden gebruikt als bouwlift. Er mogen geen vrijhangende lasten worden gehesen. De hoogwerker mag niet worden aangewend voor het verrichten van zijdelingse kracht. In de werkbak mogen zich geen personen beneden de 18 jaar zich bevinden. Vanaf windkracht 7 mag er in een hoogwerker niet worden gewerkt. De mensen in de bak moeten een zo kort mogelijke valbeveiliging gebruiken dia aan de bak is vastgemaakt. Als een hoogwerker gebruikt wordt op een in bedrijf zijnde lokatie dan moet er op de grond een getrainde assistent zijn.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 16 Bij het werken op een hoogte van meer dan 25m, dan moet er gebruik worden gemaakt van een portofoon voor communicatie met personeel op de grond. Bij de opstelling van de hoogwerker moet bepaald worden of dat de grond wel voldoende draagkracht heeft. 5.4. BEHEERSMAATREGELEN INZAKE GEBRUIK WERKBAK Aan de inzet van werkbakken worden bijzondere eisen gesteld. Indien tot gebruik van een werkbak wordt besloten op basis van de criteria zoals vermeld in sectie 3.7.1 & 3.7.4 dient aan de hieronder volgende bepalingen te worden voldaan. Voor inzet van de werkbak dient de checklist (zie Appendix B) volledig en adequaat te zijn ingevuld en te zijn ondertekend. Deze checklist dient bij de overige bescheiden m.b.t. de werkzaamheden (werkopdracht documentatie) te worden gearchiveerd. De werkbak zal zijn berekend en vervaardigd conform de eisen zoals gesteld in Arbo beleidsregel 7.22, vervoer van personen in werkbakken punt 3. Op de werkbak moet aan de buitenzijde duidelijk en onuitwisbaar de toelaatbare werklast, eigen massa en het toelaatbare aantal personen zijn aangegeven. Werkbakken die vanaf 1/1/97 zijn gebouwd dienen te zijn voorzien van een CE markering afgegeven door een aangewezen aangemelde keuringsinstantie. Documenten m.b.t. de laatste keuring van de werkbak zullen op locatie aanwezig zijn (max keuringstermijn 1 jaar) en keuring zal voldoen aan de TCVT certificatieschema W3-07. De werkbak en bijbehorende hijsmiddelen zullen visueel worden geïnspecteerd en op defecten worden gecontroleerd. 1. De (mobiele) kraan zal zijn gekeurd (max. 1 jaar), in goede conditie zijn, de hijskabel zal zijn geïnspecteerd (max. 3 maanden) en de bedieningsorganen zullen correct werken. 2. De (mobiele) kraan zal zijn geplaatst op een stabiele ondergrond en volledig zijn afgestempeld 3. De machinist heeft een geldig deskundigheidsbewijs en zal tijdens de werkzaamheden de cabine niet verlaten. 4. De netto capaciteit van de kraan (exclusief hijsblok) en de capaciteit van de hijsmiddelen worden voor maximaal 25% van de toegestane werklast benut 5. Voorafgaand aan elk gebruik van de werkbak zullen volgende punten worden gecontroleerd en gedocumenteerd: a) Toestand en goede werking van de hijskabel, de hijshaak en de hijsmiddelen; b) De bevestiging van de hijskabel aan de hijstrommel en aan de wartel c.q. hijshaak c) De soepele werking van de wartel d) De bevestiging van de werkbak aan de hijshaak en de borging/veiligheidsklep. Tussen machinist en personeel in de werkbak zal visueel contact bestaan en betrokkenen zijn op de hoogte van de te gebruiken signalen. In de werkbak is 1 vooraf aangewezen persoon verantwoordelijk voor de communicatie met de machinist. Het verdient sterke voorkeur om verbale communicatie middelen te hebben middels portofoon. Bij het gebruik van een werkbak middels een hefinstallatie (hoogwerker) moet gebruik gemaakt worden van een portofoon. Indien visueel contact tussen machinist en personeel in de werkbak niet mogelijk is tijdens (een deel) van de werkzaamheden is gebruik van verbale communicatiemiddelen verplicht. Personeel dat zich in de werkbak bevindt zal een val beveiliging dragen die is aangelijnd aan de werkbak. Het betreden en verlaten van de werkbak is uitsluitend toegestaan als deze op een vaste ondergrond is afgezet. Het is verboden om de hijsbak te gebruiken om personen naar een moeilijk bereikbare plaats te vervoeren; indien toch noodzakelijk moet daarvoor schriftelijke toestemming van de arbeidsinspectie worden verkregen. In de werkbak mogen zich geen personen beneden de 18 jaar zich bevinden. Gebruik werkbak als hefmiddel.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 17 Hiervoor gelden in beginsel dezelfde maartregelen als voor gebruik van een werkbak als hijsmiddel met dien verstande dat aan het hefmiddel aanvullende eisen zijn gesteld conform Arbo Beleidsregel 7.22:
• Werkbak wordt tijdens gebruik slechts met geringe snelheid en zonder haperen geheven. • Met werkbak die meer dan 0.2 mtr is geheven wordt slechts op kruipsnelheid gereden. • Totale massa van de werkbak met inhoud bedraagt niet meer dan 50% van de maximaal toegestane belasting van het hefwerktuig in zijn meest ongunstigste stand. • Bestuurder verlaat het hefwerktuig niet en verricht tegelijkertijd geen andere werkzaamheden. • Veiligheidscoefficient tegen kantelen van het hefwerktuig bedraagt tenminste 1.5 un de meest ongunstige positie van de werkbak met volledige belasting. Voor het hefwerktuig gelden de volgende aanvullende bepalingen m.b.t. het hefmechanisme:
• Het hefwerktuig is voorzien van een inrichting die alle bewegingsfuncties blokkeert met uitzondering van de rijd- en de neigfuncties.
• Bij het heffen van de werkbak worden de rijd-, en de neig functie geblokkeerd zodra de werkbak meer dan 0.2 mtr wordt geheven. • De in het hefmechanisme toegepaste kabels en kettingen zijn ten minste dubbel uitgevoerd.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 18 5.5.
STEIGERBOUW WERKZAAMHEDEN BIJ SLECHT WEER OFFSHORE
(Referentie : E.A-71.WI.40.06 / E.A-71.WI.40.17) Wind Bij windkracht 6 op de schaal van Beaufort of hoger is het niet toegestaan gebruik te maken van:
• • • •
Ladders. Hangsteigers. Werkbakken en hoogwerkers. Rolsteigers.
Op K8 FA-2 en AWG-1, dienen overboord werkzaamheden te worden gestaakt bij windkracht 6 op de schaal van Beaufort. Bij windkracht 7 op de schaal van Beaufort of hoger (of zoveel eerder als in de hijstabel van de kraan is opgenomen) is het bovendien niet toegestaan:
• Het monteren/demonteren van steigers. Bij windkracht 8 op de schaal van Beaufort of hoger is tevens niet toegestaan:
• Het uitvoeren van werkzaamheden op steigers met een vloerhoogte van meer dan 10 meter. • Het uitvoeren van werkzaamheden in installaties boven de 25 meter. Bij windkracht 10 op de schaal van Beaufort of hoger dient lokaal bepaald te worden of overige werkzaamheden, inclusief routine controles, vervoer naar en van locaties gestopt dienen te worden. Indien steigers bloot hebben gestaan aan windkracht 7 of hoger dienen deze opnieuw gecontroleerd te worden en de scafftag opnieuw te worden bekrachtigd. IJzel/Sneeuwval Bij ijzel en sneeuwval dient overwogen te worden met of zonder aanvullende maatregelen alleen nog de hoogst noodzakelijke werkzaamheden uit te voeren. (Risico inventarisatie op aard en noodzaak). Ruwheid van de zee (alleen Offshore) Bij een 5.5 meter significante golfhoogte, dienen de werkzaamheden aan de buitenzijde van een installatie te worden gestopt, de MOB boten hebben namelijk meer moeite met het uitvaren en terugkeren. Slecht zicht Alle werkzaamheden buitenboord dienen te worden gestaakt, want personeel dat buitenboord werkt is moeilijk te zien. Tenzij er specifieke maatregelen zijn getroffen (zie 4.2.1).
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 19 5.6. COMPETENTIE EISEN BIJ STEIGERBOUW Om zeker te stellen dat steigers vakkundig worden ontworpen, gebouwd of gemodificeerd en geïnspecteerd, worden naast algemene competentie-eisen, de volgende specifieke competentieeisen gehanteerd:
Functie
Opleidingseis
Steigerbouwers/monteurs
Certificaat steigerbouwer A
Toezichthoudende op steigerbouwers
Certificaat steigerbouwer B of Meewerkend Voorman Steigerbouw
Toezichthoudende op speciale steigers
Meewerkend Voorman Steigerbouw of een door hem, vooraf, aangewezen persoon.
Afname en inspectie van steigers ten aanzien van Technische veiligheid door Steigerbouw firma
Inspectie steigers A of Steigerinspecteur of Steigerbouw B
Afname en inspectie van steigers ten aanzien van Functionele veiligheid door opdrachtgever
NAM-OT opleiding of gelijkwaardig
Gebruikersbeoordeling
NAM-OT opleiding of gelijkwaardig
Aanvullende eisen voor offshore: e
3 monteur/steigerbouwer: Minimale opleidingseis is certificaat steigerbouw A, deze monteur monteert en demonteert eenvoudige staande steigers onder toezicht van een steigermonteur met certificaat steigerbouw A+B. Bij montage demontage speciale steigers, zijn de werkzaamheden beperkt tot:
• Het in juiste volgorde aangeven van steigermateriaal vanaf een vast bordes, dan wel vanaf een steiger, voorzien van leuningen, waarvan de werkvloer geheel is dicht gelegd met houten steigerdelen en toegankelijk gemaakt met een veilige ladderopgang. NB:
3e monteurs mogen worden ingezet indien zij minimaal 1/2 jaar ervaring hebben als 3e monteur onshore.
e
2 monteur/steigerbouwer: 5 jaar offshore ervaring; steigerbouw A+B. e
1 monteur/steigerbouwer: Meer dan 5 jaar offshore ervaring; steigerbouw A+B.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 20 Voorman steigerbouw: Meer dan 5 jaar offshore ervaring; steigerbouw A+B+ Voorman Steigerbouw. Steiger -bouwers met steigerbouw certificaat steigerbouw B zijn bevoegd om scafftags aftekenen. Steiger inspecteur: 3 jaar offshore ervaring en Steiger Inspecteur. 5.7. SCAFFTAG PROCEDURE De wit/rode houder (met opschrift "Stelling niet betreden") dient door de steigerbouwer tijdens de bouw van de steiger duidelijk te zijn aangebracht. Voor grotere steigers kan het betekenen dat er op meerdere plaatsen bij de trap opgangen scafftags worden opgehangen. Nadat de bouw van de steiger gereed is, dient de voorman/steigerbouwer-B de steiger voor afname aan te melden bij de beherende of uitvoerende afdeling. De voorman/steiger-bouwer-B vult de groene scafftag kaart in. De groene scafftag kaart dient altijd door zowel de voorman/steigerbouwer als de aanvrager/supervisor van de bevoegde beheerder/ opdrachtgever of project afdeling getekend te worden bij de overdracht (afname) van de steiger. De voorman tekent voor de technische veiligheid (dat de steiger volgens de regels deugdelijk gebouwd is) en de aanvrager/supervisor tekent voor de functionaliteit (bruikbaarheid) van de steiger en voor de visuele veiligheid (kantplanken, leuningen, toegang, vloeren dichte gelegd). De groene kaart wordt nu door de aanvrager/supervisor in de witte houder gestoken, met de ingevulde zijde zichtbaar. Pas nadat dit is gebeurd, is de steiger vrij voor toegang. Tevens dient het steigerlogboek ingevuld te worden. Bij het ontdekken van gebreken aan de steiger dient de groene kaart uit de houder te worden gehaald en het personeel van de steiger te worden verwijderd (toegang blokkeren). De groene kaart dient onverwijld te worden ingeleverd bij de supervisor van de uitvoerende/ beherende afdeling, die de gebreken in het steigerlogboek laat inschrijven. De betreffende steiger dient te worden herbouwd of gerepareerd en wordt daarna volgens bovenstaande procedure weer overgedragen. De groene kaart dient verwijderd te worden wanneer men begint met het demonteren van de steiger. Alleen die NAM of Contractor supervisor van de beherende / opdrachtverlenende of uitvoerende afdeling, die NAM OT of gelijkwaardig gecertificeerd is, mag tekenen op de scafftag. Opmerking ter verduidelijking: Het aanwezig zijn van een SCAFFTAG kaart betekent geen goedkeuring voor het uitvoeren van werkzaamheden. Voor alle werkzaamheden dienen de normale werkvergunningen te worden aangevraagd. Te gebruiken type Scafftag: Op de scafftag dient een minimum aantal fundamentele gegevens vermeld te worden (zie als voorbeeld Appendix A).
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 21 5.8. STEIGERBOUW LOGBOEK Om bouw en demontage van de steiger controleerbaar te laten zijn, zijn er de volgende hulpmiddelen: 1. De werkvergunning; tijdens de opbouw/demontage is een werkvergunning vereist, die dagelijks door de beheerder of zijn gedelegeerde moet worden bekrachtigd. Bij goedgekeurde steigers kan volstaan worden met een periodieke, doch eenmaal per 4 weken, bekrachtiging in het steigerlogboek. 2. De scafftag (zie scafftag procedure 4.). 3. Het platform of locatie steigerlogboek; het steigerbouwbedrijf dient te zorgen voor een logboek waarin de voor haar op veiligheid betrekking hebbende criteria van de locatie zijn opgetekend. Dit logboek kan, door de supervisor van de uitvoerende afdeling en/ of beheerder van de installatie of zijn gedelegeerde, ter inzage worden opgevraagd. In het logboek dient tenminste een compleet ingevulde 'Scaffold Inspection Records' aanwezig te zijn (Zie voorbeeld bijlage B). Het logboek dient altijd op de locatie aanwezig te zijn, de locatie beheerder is verantwoordelijk erop toe te zien dat dit logboek aanwezig is, de steigerbouw firma is verantwoordelijk voor het op accurate invullen van het steigerbouw logboek. 5.9. INSPECTIE VAN STEIGERS Een steiger dient regelmatig geïnspecteerd te worden door een terzake deskundige (Zie 4.). Deze inspectie dient te gebeuren:
• • • • •
1x per 4 weken*. Vóór ingebruikname. Na iedere wijziging. Na abnormale weersomstandigheden (ijzel/sneeuw/vorst, harde wind/storm, onweer). Na elke gebeurtenis die de integriteit van de steiger kan aantasten.
De bevindingen van de inspecties dienen te worden geregistreerd in het steigerlogboek en de datum van inspectie dient tevens op de scafftag te worden genoteerd. Voor een goede registratie is het daarom noodzakelijk dat elke steiger duidelijk is geïdentificeerd. * Deze inspectie periode is vastgesteld op 4 weken, het kan echter voorkomen dat door operationele omstandigheden er geen steigerbouwer, binnen de gestelde periode op de installatie is geweest om de inspectie uit te voeren. De scafftag van de betreffende steiger(s) dient dan te worden verwijderd en een aantekening hiervan dient gemaakt te worden in het steigerlogboek , door de locatie beheerder.
5.10. HERKENBAARHEID (ON)VEILIGE STEIGER (SCAFFTAG) Een bruikbare steiger is herkenbaar aan een duidelijk ingevulde zogenaamde groene scafftag nabij de toegang(en). Afgekeurde steigers of (tijdelijk) buiten gebruik gestelde steigers zijn herkenbaar aan het ontbreken van de scafftag. Bovendien zijn alle toegangen naar deze steiger geblokkeerd, middels een zgn. harde blokkering. De status van goed - of afkeur is ook vermeld in het steigerlogboek op locatie.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 22 6.
OVERIGE AANDACHTSPUNTEN VOOR HET WERKEN OP HOOGTE
6.1.
HOOGWERKERS (PR EN 280 HOOGWERKERS; ONTWERPBEREKENINGEN; STABILITEITSCRITERIA; CONSTRUCTIE; VEILIGHEID; INSPECTIE EN TESTEN) EN HEFSTEIGERS Het gebruik van hoogwerkers voor werken op hoogte dient overwogen te worden. Het toepassen van ladders en steigers is mede ter beoordeling van de locatie beheerder of project supervisor.
• Hoogwerkers en hefsteigers die na 1 januari 1997 in de handel zijn gebracht moeten zijn voorzien van een CE -markering. Hierbij dient een notified body betrokken te zijn.
• Verder moeten hoogwerkers en hefsteigers minstens een maal per jaar zijn gekeurd. De eigenaar/gebruiker mag zelf bepalen wie deze keuring uitvoert. Het resultaat van die keuring moet administratief aantoonbaar zijn (b.v. in Hoogwerkerboek, hefsteigerboek, vergelijkbaar met Kraanboek). Wel dienen de personen in de bak van de hoogwerker altijd te zijn voorzien van valbeveiliging. Bij kans op aanrijding moet de rijbaan van de hoogwerker worden afgeschermd. Voor hefsteigers wordt er een opstellingskeuring dan wel inspectie uitgevoerd:
• Na montage op de werklocatie (keuring). • Bij en na langdurig gebruik op dezelfde locatie (bv. maandelijkse inspectie). • Dagelijks voor gebruik (inspectie). Deze keuringen en inspecties worden uitgevoerd door voldoend competente personen en worden schriftelijk vastgelegd. Tentconstructies op hefsteigers, of het aanbrengen van hijsmiddelen en dergelijke, zijn niet toegestaan, tenzij hiervoor toestemming is verkregen van de fabrikant. 6.2. ROLSTEIGERS (NEN 2178 Rolsteigers, opgebouwd uit geprefabriceerde onderdelen. NEN-EN 1298 Rolsteigers. Regels en leidraad voor het opstellen van en handleiding voor de opbouw en het gebruik). Binnen NAM is het gebruik van rolsteigers beperkt tot een maximale vloerhoogte van 2,5 m. Voor de opbouw van deze rolsteigers gelden geen bijzondere competentie eisen. Op elke rolsteiger dient, onder andere op ooghoogte, de belastingklasse en de maximale hoogte voor buiten en binnen duurzaam aangegeven te zijn. Rolsteigers moeten minstens een maal per jaar zijn gekeurd. De eigenaar/gebruiker mag zelf bepalen wie deze keuring uitvoert. Het resultaat van die keuring moet administratief aantoonbaar zijn. Voordat een rolsteiger wordt gebruikt dient gecontroleerd te zijn dat deze correct is opgebouwd en verticaal staat. Rolsteigers dienen ook voorzien te worden van een scafftag en vermeld te zijn in het steigerlogboek op de locatie. Voor rolsteigers met werkhoogte boven 2,5 m. (dus alleen onshore) gelden de beheersmaatregelen zoals vermeld in hoofdstuk 4. Rolsteigers die opgezet zijn voor een werkhoogte van meer dan 4,5 m. zullen om de 4,5 m. voorzien zijn van een tussenbordes en mogen alleen via de binnenzijde worden beklommen. Bij kans op aanrijding moet de rijbaan van de rolsteiger worden beschermd. Opbouwinstructie handleiding moet aanwezig zijn.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 23 6.3. LADDERS (EN 2484 Draagbaar klimmaterieel, ladders en trappen) a) Ladders mogen tot max. 10 meter worden gebruikt, hoofdzakelijk om de toegang tot de werkplek te verkrijgen, doch niet om vanaf de ladder werkzaamheden te verrichten.¹) b) Indien ladders toegang geven tot grotere hoogte, dient om de max. 7,5 m. een rustbordes aanwezig te zijn. c) Ladders dienen min. 1 meter boven de sta- of overstaphoogte uit te steken. d) Ladders moeten zijn vastgezet voor deze worden betreden. ¹) e) 1 x Per jaar keuren. f) Personen welke ladders keuren moeten gecertificeerd zijn conform EN-45013. ¹) Geldt niet voor glazenwassers: deze zijn gewend op een ladder werkzaamheden uit te voeren, in tegenstelling tot overige medewerkers. NB:
Uiterlijk 19 juli 2006 dient de Europese Richtlijn, over het uitvoeren van tijdelijke werkzaamheden op hoogte, van kracht te zijn (de regeling is van toepassing vanaf 19 juli 2004 maar er bestaat een overgangsregeling van twee jaar (richtlijn 89/655/EEG artikel 2 lid 1)). Een belangrijk onderdeel van deze wetgeving houdt in dat het werken op ladders moet worden beperkt.
6.4. WERKBAKKEN (Arbeidsomstandighedenbesluit, artikel 7.22 tweede en derde lid en beleidsregel 7.22 vervoer van personen in werkbakken) Werkbakken aan een hijskraan mogen alleen worden toegepast indien het kortstondige (max. 4 uur) én bijzondere werkzaamheden betreft. Het verdient de voorkeur gebruik te maken van een steiger of hoogwerker. Indien toch gebruik gemaakt moet worden van een werkbak, gelden onder andere de volgende voorschriften:
• Werkbakken die na 1997 in de handel zijn gebracht moeten zijn voorzien van een CE-markering, Hierbij dient een notified body betrokken te zijn. • De werkbak moet jaarlijks zijn geïnspecteerd en de gebruikte hijskabel elke drie maanden. Resultaten van de inspecties zijn schriftelijk vastgelegd. 6.5. VALBESCHERMING (niet van toepassing bij ladders) Indien er valgevaar van meer dan 2,5 m. aanwezig is, bijvoorbeeld doordat het niet mogelijk is bordessen, steigers of andere middelen voor het werken op hoogte te gebruiken, of door het niet kunnen aanbrengen van collectieve bescherming, of bij bouw- of demontagewerkzaamheden van steigers, moeten valbeveiligingsmiddelen worden toegepast. Valbeveiligingsmiddelen kunnen zijn:
• Vangnetten (collectieve beveiliging). • Harnas (individuele beveiliging) voorzien van schouder en beenbanden en bevestigd aan een zo kort mogelijke veiligheidslijn. NB.: andere gordels dan harnasgordels worden door NAM niet toegestaan. Indien men valt met een andere gordel dan een harnasgordel loopt men vaak onnodige ernstige blessures op. Een gewaarborgde beveiliging wordt alleen verkregen indien een stopchute c.q. 2 meter lijn inclusief demper is bevestigd aan de vaste structure van de locatie, dat wil zeggen stalen balken of bracings, geen leidingen en kabelbanen. Ongeacht het valbeveiligingsmiddel dat wordt toegepast, zal de valweg (hoogte) nooit meer bedragen dan twee meter.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 24 Indien met lijnen wordt gewerkt moet er gebruik worden gemaakt van twee afzonderlijk verankerde lijnen: een werklijn en een veiligheidslijn.
• Een werklijn is voorzien van een veilig stijg- en afdaalmechanisme én een zelfblokkerend mechanisme.
• Een veiligheidslijn heeft een beweegbaar valbeveiligingsmechanisme dat de werknemer in alle bewegingen volgt. Indien een harnas de val van een gebruiker heeft opgevangen, dienen gordel en lijn(en) te worden vervangen en het ophangpunt te worden gecontroleerd. Valbeveiligingsmiddelen zijn gevoelig voor veroudering. Zij zullen voor elk gebruik en daarnaast tenminste jaarlijks worden gecontroleerd, door de gebruiker respectievelijk een daartoe aangewezen bevoegde.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 25 7.
VEILIGHEIDSREGELS STEIGERBOUW
Steigers mogen alleen gebouwd, gedemonteerd of gewijzigd worden door NAM goedgekeurde steigerbouwers. Overtollig steigermateriaal en hulpmateriaal dient ordelijk, veilig en niet hinderlijk te zijn opgeslagen, laat geen overbodig gereedschap en materiaal op de werkvloer liggen. Het is verboden om met steigermateriaal te gooien. Steigers mogen looproutes of vluchtwegen van de installatie niet blokkeren tenzij alternatieve routes zijn gecreëerd en aangegeven. Bij het monteren en demonteren van steigers mogen geen derden aanwezig zijn in de directe omgeving (d.w.z. binnen het gebied van mogelijk vallende voorwerpen). Bij langdurende de(montage) werkzaamheden dienen afzettingen te worden gebruikt. (Indien geen afzettingen gebruikt kunnen worden, moet een wachtsman aangesteld worden). Zodra op een steiger met 220 Volt elektrische apparatuur (dus ook lampen) wordt gewerkt dient de steiger te worden geaard. Volgens de bepaling 2.2.1 van NEN 1010 mag de aardingsweerstand maximaal 50 ohm bedragen. NEN 3140 geeft aan hoe de aansluiting dient plaats te vinden (zie ook NSS 20-G-7-01) en hoe e.e.a. te controleren. Ook als niet met elektrische apparatuur wordt gewerkt is het veiliger om te aarden wegens het gevaar van blikseminslag of statische elektriciteit. Voor aansluiting op de NAM aardingsinstallatie dient met de NAM deskundige overlegd te worden. Als eenduidige richtlijn dienen derhalve alle steigers van aarding te worden voorzien. Het is vaak afhankelijk van lokale omstandigheden en contractvoorwaarden hoe en door wie de aarding activiteiten worden uitgevoerd. Ruim de vloeren regelmatig op; minstens dagelijks na het beëindigen van de werkzaam-heden. Materialen mogen op de werkvloer niet hoger worden opgestapeld dan 55 cm, tenzij er hekwerken zijn aangebracht. Zolang er op een steiger wordt gewerkt of er verkeer over plaats heeft, moeten de werkvloeren, de toegang tot die vloeren, de plaatsen waar de hijsinrichtingen zich bevinden, e.d. voldoende zijn verlicht. Gebruik bij het beklimmen van de steigerladder beide handen. Bij snij- en laswerkzaamheden moeten er zonodig speciale voorzieningen worden getroffen om het verspreiden van vonken te voorkomen, bij gutsen dienen steigerplanken nat gehouden te worden. Het is verboden om te lassen en te branden aan steigermateriaal of stellingpijpen af te snijden. Wanneer planken door vorst of anderszins glad zijn geworden moeten zij door de gebruiker met zand worden bestrooid. Bij slechte weersomstandigheden kan het werken op buitensteigers worden gestopt, zulks ter beoordeling van de locatiebeheerder (zie 4.3). Personeel dat gebruik maakt van een steiger mag niets veranderen aan de steigerconstructie. Dit is uitsluitend voorbehouden aan de steigerbouwer. Het uitvoeren van kleine modificaties aan de steiger zoals het herstellen van een vloer, leuningen of kantplanken, mag één steigerbouwer doen. Het uitvoeren van herstellingen aan de constructiedelen van de steiger moet uitgevoerd worden door tenminste twee steigerbouwers.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 26 Het is niet toegestaan om met losse ladders, trapjes, losse planken, kisten en andere hulpmiddelen vanaf een steigervloer een hogere werkplek te creëren. Het is niet toegestaan om hijswerktuigen aan steigers te bevestigen, tenzij door berekening van te voren kan worden aangetoond dat de nodige versterkingen zijn aangebracht. Steigers mogen alleen betreden worden via de aangebrachte ladders of trappen. Meld gebreken, oneigenlijk gebruik en verdachte situaties terstond. Zie ook de scafftag procedure 4.5. 7.1. AARDEN VAN STEIGERS NORM NEN 1010 VIJFDE DRUK ARTIKEL 704.2.2.1 Bij vaste metalen steigers moet bescherming door automatische uitschakeling van de voeding zijn toegepast door de steiger aan te sluiten op de beschermingsleiding. De weerstand tussen de steiger en de aarde mag niet meer bedragen dan 50 Ohm. 7.2. NAM STANDAARD NDG-30-C-750 Zodra op een steiger met elektrische apparatuur (dus ook lampen) wordt gewerkt dient de steiger te worden geaard. Volgens de bepaling 704.2.2.1 van NEN 1010 mag de aardingsweerstand maximaal 50 ohm bedragen. NEN 3140 geeft aan hoe de aansluiting dient plaats te vinden (zie ook NSS 20-G7-01) en hoe e.e.a. te controleren. Ook als niet met elektrische apparatuur wordt gewerkt is het veiliger om te aarden wegens het gevaar van blikseminslag of statische elektriciteit. Voor aansluiting op de NAM aardingsinstallatie dient met de NAM deskundige overlegd te worden.
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 27 8.
WETTELIJKE REFERENTIES
NEN-EN 2718 NEN-EN 2770 (HD 1000)
NEN 1010
Rolsteigers opgebouwd uit geprefabriceerde onderdelen. Gevelsteiger, bestaande uit geprefabriceerde onderdelen. De materialen, bouwelementen, afmetingen, belastingen, constructie eisen en veiligheidseisen. Veiligheidsbepalingen voor laagspanningsinstallaties.
Mijnreglement MR 64
Art. 153, 154.
Nadere Regelen Mijnreglement
NRMR '64-1 steigers 1989 NRMR CP28 steigers 1989
Algemene Veiligheidsvoorschriften NAM
AV 7
ARBO wet Al - 17 AI - 21 A - blad Arbobesluit artikelen:
Hijs- en hefmiddelen Rolsteigers Steigerelementen 3.10 3.16 3.28 7.22 7.34 7.4 7.5 8.1 8.2 8.3 17
AI-216 NAM VGWM A.A.710.006.0
Werkvergunningensysteem.
NAM VGWM A.A.710.000.0
VGWM voorwaarden voor aannemers.
NSS 20-G-0-13 ARBO wet Aarding van Steigers Beleidsregel 7.4-4 artikel 35
Detail code 0901 Aarding bouwsteiger.
"De kwaliteit en de constructie van steigers".
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 28 9.
APPENDIXES
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 29 APPENDIX 1
BOUW- EN INSPECTIE RAPPORT
BOUW- EN INSPECTIE RAPPORT LOCATIE .............................................. REF. NO................................................ BOUWDATUM...................................... AANGEVRAAGD DOOR AFDELING............................................ .............................................................. GEBOUWD DOOR............................... .............................................................. PARAAF VOORMAN........................... .............................................................. STEIGER GECONTROLEERD EN AFGENOMEN DOOR..................... .............................................................. DATUM................................................. LICHTE STELLING
ZWARE STELLING
1.5 kN/m2
3.0 kN/m2
inspectie data....... ............................. ............................. .............................
inspectie data....... ............................. ............................. .............................
Re-order Ref. STSI 98
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
DEP 60.00.10.10-EPE-NL January 2005 Page 30 APPENDIX 2
CONTROLELIJST GEBRUIK WERKBAK (VVT)
Datum:…………………. Checklist voor het gebruik van een werkbak hangende in een hijskraan Deze checklist dient voor aanvang van de werkzaamheden op alle punten met ‘ja’ beantwoord te zijn en afgetekend door de verantwoordelijke personen (bijv. kraanmachinist en uitvoerder). Checklist dient op het werk aanwezig te zijn en opnieuw nagelopen te worden indien de werkomstandigheden wijzigen. Voor verticaal transport voor personen zijn zwaardere eisen van toepassing dan voor het hijsen van lasten. Het volgende wordt vereist voor het gebruik van een werkbak: Kraanbedrijf: Mobiele hijskraan gekeurd (max. 1 jaar, zie kraanboek), in goede conditie, soepel te bedienen, in meest stabiele positie opgesteld en machinist is vakbekwaam (geldig deskundigheidsbewijs) en blijft op zijn plaats? De netto capaciteit van de kraan (dus exclusief kraanblok) en de capaciteit van het hijsgereedschap worden voor maximaal 25% van de werklast benut? Hijskabel binnen afgelopen 3 maanden gecontroleerd en bevestiging eindverbindingen/ borgingen in orde? Hijshaak bevestiging/borging in orde? Indien niet te controleren (bij balhaak vaak het geval), andere haak toepassen? Hijsgereedschap bevestiging/borging in deugdelijke staat en geïnspecteerd? (elke 4 jaar). Communicatie gewaarborgd via visueel contact of portofoon? Werkbak geïnspecteerd (max. 1 jaar), in goede conditie, werplijnen aanwezig en de werklast vermeld op de werkbak wordt niet overschreden? *Doorhalen wat niet van toepassing is.
ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee*
Uitvoerend bedrijf: Gebruik van werkbak wordt toegestaan voor incidentele/spoedeisende werkzaamheden waarvoor andere geëigende middelen niet reëel toegepast kunnen worden? Uitstappen op hoogte alleen toegestaan nadat werkbak stabiel op vaste ondergrond staat of hiermede goed verbonden is. Een risico-inventarisatie is bijgevoegd? Personen in de werkbak hebben tevoren duidelijke instructie gehad of zijn in ieder geval op de hoogte met het werken van een werkbak? Niet meer personen in de bak dan daarop vermeld, 18 jaar en ouder, harnasgordel met valdemper aangelijnd in de bak, helm en veiligheidsschoenen worden gedragen? Slangen en kabels hangen voldoende vrij; het 'haken' van de werkbak wordt voorkomen? Werklast vermeld op de werkbak wordt niet overschreden? Bij brandgevaarlijke werkzaamheden een brandblusser in werkbak aanwezig? Laten weersomstandigheden het veilig werken toe, max. 6 Beaufort? * Doorhalen wat niet van toepassing is Bij ondertekening verklaart men alle bovenstaande punten met ‘ja’ beantwoord te hebben. Kraanbedrijf
Machinist
Handtekening
werken op hoogte (steigerbouw – hoogwerkers – werkbakken)
ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee* ja/nee*