SWOT Werkblad 1 Sterke punten Sterke punten 1.Omgevingsgericht heid
Voorbeelden Ik ben echt iemand die midden in de maatschappij staat. Ik heb veel interesses binnen de cultuur en andere facetten van onze maatschappij. Ik doe ook een studie Nederlands aan de universiteit Utrecht en daar haal ik ook veel informatie en inspiratie uit. Ik ben geïnteresseerd in allerlei kunstvormen en disciplines, ga graag naar het theater en de film. Ik denk dat al deze dingen mij helpen om als docent mijn leerlingen op de hoogte te houden van wat er speelt, en de huidige stand van zaken in de cultuur mee te nemen in mijn lessen.
2. Vermogen tot groei en vernieuwing
Aansluitend bij het vorige punt, vind ik mijzelf iemand die altijd wil vernieuwen en groeien. Ik ben altijd opzoek naar nieuwe kennis en uitdagingen. Ook al ben ik soms bang om het nieuwe in te stappen, ik doe het altijd. Ik vind dat ik zelf open ben ten opzichte van de ideeën van anderen en ben altijd bereid om tips en kritiek van andere mensen aan te nemen. Ik ben van nature niet iemand die tevreden is met wat ik heb, en ben ambitieus. Deze eigenschappen geven mij het vermogen tot groei en vernieuwing.
3. Kritisch
In het vorige punt zei ik al dat ik kritiek van mensen te harte neem, maar natuurlijk niet klakkeloos. Ik probeer eerst altijd bij mezelf na te gaan wat ik er zelf van vind. Ook ben ik kritisch ten opzichte van mezelf en soms ook tegenover mijn leerlingen. Ik hoop hierdoor het beste uit mij zelf en de leerlingen te halen.
Werkblad 2 Zwakke punten Zwakke punten 1. Communicatief vermogen
Voorbeelden Over het algemeen vind ik dat ik een best goed communicatief vermogen heb, maar ik ben tijdens mijn stage toch aangelopen tegen de communicatie. Ik vind het moeilijk om zaken te bespreken die voor mij belangrijk zijn en iets vragen van iemand anders. Zo vond ik het bijvoorbeeld lastig om tegen Monique te zeggen dat ik meer lessen zelf had willen geven. Ook vond ik het lastig om met haar afspraken te maken over de rolverdeling in de les. Ik heb het er gewoon niet over durven hebben. Ik had het gevoel dat ik dat niet kon doen, omdat het haar lessen waren en haar baan. Ik voelde dat
ik me aan haar aan moest passen en het initiatief bij haar moest laten. Achteraf gezien had ik die niet zo moeten doen. Ik had vanaf het begin af aan duidelijker moeten zijn in wat ik verwacht van mijn stage, dan had zij dat ook bij mij kunnen doen. Dit wil ik in mijn volgende stage graag gaan verbeteren. 2. Operationaliserend vermogen
Vooral in de klas lukt het me niet goed deze competentie tot uitvoer te brengen. Ik raak snel de controle over het geheel kwijt. Ik vind het moeilijk om zo gezegd een helikopterkijk te hebben en alles in de gaten te houden. Ik vergeet bijvoorbeeld snel de tijd uit het oog. Ik moet meer tijd besteden aan de organisatie van mijn lessen, want daar valt of staat een les mee. Voorbereiding kost als beginner gewoon veel meer tijd en dit heb ik onderschat. Het is dan ook een belangrijk leerdoel voor mijn volgende stage om deze competentie te verbeteren.
3. Kritisch
Een goede eigenschap, kan ook gemakkelijk een slechte eigenschap worden. Soms kan ik te kritisch zijn op anderen en op mijzelf. Mijn eigen kritische blik kan me dan blokkeren om nog dingen te doen, of om positief te blijven over wat ik doe. Zo had ik tijdens mijn stage echt zo’n moment dat ik niets mee goed vond gaan. Ik was veel te kritisch, er zijn natuurlijk altijd punten die beter kunnen, maar het moet niet gaan overheersen. Het was heel lastig om uit dit gevoel te stappen en dingen weer positief te bekijken.
4. Onzeker
Omdat ik ook heel kritisch ben, ben ik ook onzeker. Ik denk heel snel dat ik iets niet kan of in iedergeval niet goed genoeg. Ik haat het om een beginner te zijn in iets, omdat ik graag controle heb. Ik moet leren accepteren dat je niet alles in een keer goed kan doen, en dat fouten maken erbij hoort. Dat fouten maken niets is om je onzeker over te voelen.
Werkblad 3 Kansen competentie 1. Creërend vermogen
2. Vermogen tot samenwerken
voorbeelden Ik vind dat ik zelf hele leuke en mooie dingen creëer voor mijzelf. Ik zou dit veel meer moeten delen met anderen. Ik wil meer van mijn eigen werk en visie gaan gebruiken in mijn lessen. Ik wil lessen gaan maken die dichter bij mijzelf liggen en die mijn onderwijsvisie uitstralen. Ook wil ik als kunstenaar mijn werk meer delen d.m.v. nieuwe media. Ik wil zelf een nieuwe site maken voor mijn werk en visie, om zo contact te maken met andere mensen en mijn visie te verspreiden. Ik kan goed met andere mensen samenwerken. Ik hoe niet altijd mijn eigen ideeën door te zetten, als iemand anders een ander idee heeft, sluit ik me daar net zo gemakkelijk bij aan. Ik denk dat ik goed in een team ben, omdat ik goed kan luisteren en aanpassen. Ik moet deze kwaliteiten meer gaan inzetten. Soms ben ik iets te veel geneigd een ander te volgen. Zeker als ik de ander niet goed ken, of als ik me onzeker voel over wat ik doe. Ik gooi dan te vaak mijn eigen mening overboord en volg iemand anders, terwijl dit helemaal niet altijd beter blijkt te zijn. Achteraf heb ik dan spijt dat ik mijn eigen ideeën heb vastgehouden.
Werkblad 4 Bedreigingen Competentie 1. Reflectief vermogen
2. (kunst) pedagogisch en didactisch vermogen
Voorbeelden Ik denk dat ik het moeilijk vind om mezelf realistisch te reflecteren. Ik heb nogal snel de neiging in uitersten te trekken, of in overschatting soms in onderschatting. Ik denk dat het belngrijk is dat ik ook tijdens mijn stage tijd vrij maak om mezelf bewust te reflecteren, zodat ik verkom dat ik een fout beeld van mezelf krijg. Ik zou bijvoorbeeld vaker een SWOT in kunnen vullen, om er even bij stil te staan hoe het nu eigenlijk echt gaat. Als je namelijk even echt stil staat bij wat je aan het doen bent, krijg je vaak een realistischer beeld. Al heb ik het gevoel dat ik deze competentie best bezit is het een gemakkelijke competentie om te overschatten. Ik heb in mijn stage veel leerlingen persoonlijk gesproken en geholpen en dit lukte best aardig. Toch lijkt het me belangrijk dat ik me hier meer bewust mee bezig ga
houden. Ik moet me misschien meer gaan verdiepen in de achtergrond van mijn leerlingen en in de rest van hun bezigheden op school. Ik heb me daar bij deze stage nog niet echt mee bezig gehouden. Ik hield me bezig met een leerling op dat moment, niet meer en niets minder.
Werkblad 5 Verbeteringen Verbeteringen 1. Meer vertrouwen in mezelf
2. Assertiviteit.
3. Beter weten wat ik wil.
Reden van de verbetering? Omdat ik nu wat ervaring heb opgedaan met het geven van lessen heb ik meer vertrouwen in mzelf gekregen. Aan het begin van het jaar had ik nog nooit een les gegeven, dus op dat gebied ben ik wel verbeterd. Ik probeer nu meer voor mezelf op te komen en te regelen. Ik heb bijvoorbeeld al een stage voor volgend jaar geregeld, terwijl ik dat dit jaar pas heel laat had gedaan. Door het doen van een stage en de reflectie die daar bij hoort en het schrijven van een visie weet ik beter wat ik wil als docent en binnen deze opleiding. Ik ben blanco begonnen met deze opleiding, en had geen idee wat te verwachten. Dit weet ik nu veel beter en ik heb het idee dat ik volgendjaar gerichter aan de slag kan gaan.
Werkblad 6 Doelen voor het volgende semester en daarna. Wat wil ik ontwikkelen? Doelen voor 2011-2012 1. Mijn nieuwe stage met nieuwe energie te gemoet gaan en me daar volledig en zonder angst in te zetten. 2. Op school meer van mezelf laten zien, en me meer verbinden met de stof. Opdrachten uitvoeren met meer persoonlijkheid. 3. Meer opkomen voor mezelf, aangeven als ik het ergens niet mee eens ben. 4. Mijn lessen beter organiseren en regelen.
Wanneer? Oktober t/m februari
Semester 1
Vanaf nu Semester 1
Werkblad 7 Eigenschappen en omstandigheden. Eigenschappen en omstandigheden die me van mijn doel afhouden 1. Bang/onzeker
2. Gestrest
4. Passiviteit
Wat kan ik eraan doen? -Veel oefenen met lesgeven, gewoon doen. - Klasgenoten vragen hoe zij met hun problemen omgaan. - kleine stapjes nemen - Meer van mijn eigen kracht uitgaan. - verbinden van mezelf met de lesstof. -minder zorgen maken en accepteren als iets mis is gegaan of als ik alles heb laten aankomen op het laatste moment. - Beter voorbereiden op mijn lessen. Nadenken vooraf over de organisatie van mijn lessen - Assertiever worden door vaker nee te zeggen. - minder proberen mee te praten met mensen om het gesprek gemakkelijk te maken.
Werkblad 8 Mogelijkheden Mogelijkheden waardoor ik mijn doelen beter kan verwezenlijken 1. Ambitieus
2. Ik ben sociaal
3. Ik kan goed studeren
4. ik kan goed samenwerken
Hoe kan ik de mogelijkheden het best benutten? - uiteindelijk doe ik alles, alleen soms op het laatste moment. - Mislukken is geen optie - Ik wil echt aan mezelf werken -Ik kan anderen om hulp vragen - snel leren van anderen - ik kan mezelf redden in iedere situatie - ik leer snel - kan anderen het vertouwen geven dat het goed komt. - kan dingen die ik moeilijk vind opzoeken in boeken. - Mijn kennis omzetten in goede voorbereidingen. -ik snap hoe je goed in een groep kunt werken en kan anderen ondersteunen.
Werkblad 9 Actieplan Doelen 1. Mijn nieuwe stage met nieuwe energie tegemoet gaan en me daar volledig en zonder angst in te zetten.
Actie -Voorbereiden op de stage: inlezen/goede planning maken -klasgenoten vragen hoe ze dingen aanpakken.
deadline Semester 1
2. Op school meer van mezelf laten zien, en me meer verbinden met de stof. Opdrachten uitvoeren met meer persoonlijkheid.
-Meer creativiteit in mijn schoolwerk stoppen. - meer mijn eigen kracht gebruiken. - mezelf meer uitdagen in schoolwerk.
Semester 1
3. Meer opkomen voor mezelf, aangeven als ik het ergens niet mee eens ben
- Assertiever worden door vaker nee te zeggen. - minder proberen mee te praten met mensen om het gesprek gemakkelijk te maken.
vanaf nu
4. Mijn lessen beter organiseren en regelen.
- kan dingen die ik moeilijk vind opzoeken in boeken. - Mijn kennis omzetten in goede voorbereidingen.
Stage periode