Supershrinks Bestaan ze?
drs. Mark P.M. Crouzen klinisch psycholoog / psychotherapeut
[email protected] 030 - 2566853
Ricks 1974
Bestaan ze? Wie zijn ze? Hoe leven ze ? Kunnen wij iets van ze leren? Pseudoshrinks
Wie is beter?
Specialisten Financieel PR Vertrouwen Meten Doorsturen
Psychologen
+ +
-
+
-
+
-
+
-
Bloedrukmeter of indruk van de specialist?
DSM IV bloeddrukmeter Lage betrouwbaarheid en onbekende validiteit. Voorspelt geen resultaat. Slecht instrument voor selectie / indicatie behandelplan. DSM IV helpt niet voor het oplossen van problemen, cliënten blijven steken in bevestiging van hun diagnose . Werken met DSM IV maakt therapeuten blind voor andere dingen. Cliënt accepteert DSM IV als een medisch feit en maakt hem/haar blind voor andere dingen.
The Killer D s
Disorder Dysfunctions DSM s Diseases Disabilities Deficits
Selectiecriteria: 1 diagnose
The Set-Up :
gezond
Feedback:
Feedback:
Niet contingent
CORRECT NIET CORRECT
ziek
gezond
ziek
Resulta ten:
Slaagt er niet in gezond en zieke cellen te onderscheiden, > toeval. Ontwikkelt een verfijnde én complexe theorie;
Leert binnen aantal sessies met 80% na uw keurig heid zieke en gezonde cellen te onderscheiden. Ontwikkelt een simple rechtlijnige theorie
The Results :
1. Groep A raakte onder de indruk van de geraffiineerde theorie van groep B; 2. Groep A werd onzeker en voelde zich minderwaardig Hertest groep A: slechte resultaten.
Goede en slechte therapeuten
No difference
Wampold, B., & Brown, J. (2006). Estimating variability in outcomes attributable to therapists: A naturalistic study of outcomes in managed care. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 73 (5), 920.
581 therapeuten; 72% vrouwen, 28% man Gemiddeld 21 jaar ervaring 30% doctoraal; 64% Master, 3,6 % Medisch 6146 volwassen cliënten; gemiddeld 40 jaar oud Gemiddeld 10 sessies Depressie 46% aanpassingsstoornis 30%, angststoornis 11% biopolaire stoornis, PTSD
Wampold, B., & Brown, J. (2006). Estimating variability in outcomes attributable to therapists: A naturalistic study of outcomes in managed care. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 73 (5), 920.
Therapeut: leeftijd, gender, ervaring, theorie, discipline, training, supervisie, persoonlijke therapie, gebruik van EBP, diploma s Cliënt: ernst, diagnose, GAF score, eerdere behandeling
Kwaliteit van de therapeutische relatie Geloof in benadering Model of techniek
5 - 8% 3-4% <1%
Sommige therapeuten zijn effectiever dan anderen (0 75 %, gemiddeld 5 8 %)! De slechtste therapeuten zijn overtuigd van hun superieure kwaliteiten. Medicatie helpt alleen wanneer het gegeven wordt door effectieve therapeuten. Wampold, B., & Brown, J. (2006). Estimating variability in outcomes attributable to therapists: A naturalistic study of outcomes in managed care. Journal of Consulting and Clinical Psychology, 73 (5), 920. Brown (1999) What really makes a difference in psychotherapy outcome
Leven we langer? Sportprestaties? Betere psychotherapieën? 10.000 zelfhulpboeken Van 60 naar > 400 soorten behandelingen 145 protocollen voor 51 van de 397 diagnoses
26 jaar gewerkt als psycholoog 683 casussen in 84 verschillende categorieën
Onderzoek Scott Miller goed nieuws
Therapie werkt: ca. 80% effect!!!
Slecht nieuws 1. Therapeuten zijn niet goed in het identificeren van drop out (47%). Cliënten zeggen zelden iets negatiefs voordat zij de therapie afbreken. 2. Therapeuten herkennen verslechtering tijdens de behandeling vaak te laat. 3. Ineffectieve therapeuten met jarenlange ervaring, zijn ervan overtuigd dat zij effectief zijn / steeds beter worden
De cliënt Lastig geval Oplvliegend karakter Laag opleidings- en intelligentieniveau Persoonlijkheidsstoornis Typisch borderline, OCD, PDD-NOS... Verborgen agenda Secundaire ziektewinst weerstand Manipulatie Externaliseren Gebrek aan motivatie Gebrek aan zelfinzicht Somatisatie Wil pillen Verkeerde zelfdiagnose Het beter weten dan de hulpverlener Matig begaafd Een raar verhaal, daar klopt iets niet Vlucht in gezondheid ......
De therapeut niet vaardig 1. 2.
Diagnostiek: DSM IV Methode/techniek Evidence Based Practice Cognitieve gedragstherapie EMDR Imaginaire exposure EFT Schemagericht Acceptance and Commitment Therapy Aandachtsgerichte cognitieve therapie Oplossingsgerichte psychotherapie Mindfullness Emotie regulatie training .
Scott Miller Beste voorspellers van therapiesucces 1. Verbetering in de eerste 3 (max 6) zittingen. 2. Positieve alliance: de cliënt ervaart de relatie als positief en als actief deelnemer van het therapieproces. 3. Past in veranderingstheorie van cliënt.
Wanneer vindt er verandering plaats in therapieproces?
©
Source: Howard, et al (1986). The dose effect response in psychotherapy. American Psychologist, 41(2), 159-164.
Outcome Rating scale (ORS): feedback van therapieresultaat
Cut off Score = 25
Session Rating scale (SRS): Feedback van de alliance
Minimale score 36,0
Verwarring goed gevoel en verandering
2004 238.000.000 dollar verlies PC software games
Innovatie werd uitbesteed aan klanten
Severity Adjusted Effect Size sample) 9000+ (SAIC At Risk Adolescents
First/last alliance
oo r Po or /P
Po or Fa ir/
Po or /F ai r G oo d/ Po or
Fa ir Fa ir/
r G oo d/ Fa i
Po or /G oo d
G oo d
>1.2
Fa ir/
G oo d/ G oo d
1.6 1.4 1.2 1 0.8 0.6 0.4 0.2 0
Conclusies (1)
Deze methode werkt het beste Eidence based Richtlijnen en Protocollen RCT
Praat over de therapeutische relatie, niet over diagnose of behandelplan
Conclusies (3)
1. Vraag steeds om feedback, beweeg met de cliënt mee. 2. Meet therapieresultaat en de alliance (ORS en SRS). 3. Indien verbetering uitblijft: stop en doe iets anders / verwijs door.
Bedankt voor uw aandacht.