Subsidiereglement ‘Energiezorg op School 2016’ Hoofdstuk I: Algemene bepalingen Artikel 1.- Stedenfonds De subsidie Energiezorg op School past in de Beleidsovereenkomst Stedenfonds tussen de Vlaamse Gemeenschap en de Vlaamse Gemeenschapscommissie (VGC) voor de periode 2014 - 2019. De VGC kent subsidies toe binnen de grenzen van de beschikbare kredieten in het kader van het Stedenfonds, volgens de strategische doelstelling 5 - operationele doelstelling 1. Artikel 2.- Begunstigden Alle Nederlandstalige basisscholen en secundaire scholen en academies van het deeltijds kunstonderwijs van het gewoon en buitengewoon onderwijs die gelegen zijn in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest kunnen een aanvraag indienen voor de subsidie ‘Energiezorg op School’, geregeld door dit reglement. Artikel 3.- Toekenning De VGC kent de subsidie toe aan de inrichtende macht van de school op basis van de voorwaarden gesteld in dit reglement. Het college van de VGC kan hierbij extra voorwaarden opleggen in verband met de subsidie (aanduiding bepaalde gebouwdelen, installatie extra voorzieningen …). De som van alle verkregen subsidies (VGC + eventuele subsidie via een andere donor) mag de reële kostprijs niet overschrijden. Artikel 4.- Uitbetaling De VGC betaalt de subsidie uit:
op basis van facturen; door overschrijving op de bankrekening van de inrichtende macht; volgens dit betalingsschema: o de eerste schijf van 75% na toekenning van de subsidie; o de tweede schijf van (maximum) 25% na ontvangst van de facturen.
De uitbetaalde subsidie kan niet hoger liggen dan de som van de voorgelegde facturen. Artikel 5.- Controle Controle door de administratie van de VGC op de voorwaarden gesteld in dit reglement is steeds mogelijk. Alle gevraagde documenten en inlichtingen die nodig zijn voor deze controle moeten aan de VGC verstrekt worden. De VGC krijgt, zelf of via een aangewezen derde partij, tot eind 2020 toegang tot de school om de naleving van de voorwaarden na te gaan.
1
Artikel 6.- Terugvordering De VGC kan de subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen in volgende gevallen:
indien blijkt dat onjuiste gegevens zijn verstrekt; indien de voorwaarden van dit reglement niet worden vervuld; indien het gebouw/de gebouwen waarvoor de subsidie wordt toegekend, verkocht wordt/worden of indien de bestemming (het inrichten van Nederlandstalig onderwijs) wijzigt zonder schriftelijke toestemming van de VGC binnen de 10 jaar na toekenning van de subsidie.
Artikel 7.- Communicatie De school vermeldt in haar communicatie over de gesubsidieerde energiezorgprojecten de steun van de VGC via het n-brussel-logo en volgt hiertoe de van toepassing zijnde richtlijnen op
www.vgc.be/merkbeleid. Artikel 8.- Publicatie
De VGC kan het project Energiezorg op School gebruiken voor publicaties en toonmomenten. De school staat toe dat foto’s van het project worden gemaakt. Artikel 9.- Overheidsopdrachten De school is verplicht zich te houden aan de voorschriften opgelegd door de wet van 15 juni 2006 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten. Artikel 10.- Ontheffing voorwaarden Het college van de VGC kan geheel of gedeeltelijk ontheffing verlenen van de voorwaarden en bepalingen van dit besluit, indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven. De motivering van de ontheffing wordt opgenomen in een collegebesluit. Hoofdstuk II: Specifieke bepalingen Artikel 11.- Samenwerking VGC-FIX De VGC werkt voor de beoordeling van de subsidieaanvragen en voor de berekening van en de controle op de subsidies samen met de energieverantwoordelijken van vzw FIX, Francois Malherbelaan 42, 1070 Brussel (Anderlecht). De school stuurt het bestek of opdrachtsomschrijving van de gesubsidieerde werken ter informatie naar de energieverantwoordelijke van FIX vzw vóóraleer firma’s uitgenodigd worden om offertes voor de opdracht op te maken. De school stuurt de offerte van de gekozen inschrijver ter goedkeuring naar de energieverantwoordelijke van FIX vzw, vóór het informeren van de gekozen inschrijver. Artikel 12.- Aan te vragen energiebesparende maatregelen Volgende werken komen in aanmerking voor subsidiëring. Belangrijke voorwaarde: een school mag de werken in fase 2 enkel aanvragen als ook de werken in fase 1 aangevraagd of uitgevoerd zijn. Hetzelfde geldt voor fase 3: de werken in fase 1 én 2 moeten aangevraagd of uitgevoerd zijn. Fase 1: plaatsen van thermostatische kranen; Fase 2: plaatsen van een regeling op de verwarmingsinstallatie; Fase 3: stookplaatsrenovatie en/of dak-, buitenmuur- of oversteekvloerisolatie.
2
Artikel 13.- Specifieke voorwaarden energiebesparende maatregelen 1.
Thermostatische kranen In secundaire scholen moeten op plaatsen waar scholieren komen (klassen, gangen…) thermostatische kranen geïnstalleerd worden die geblokkeerd kunnen worden en enkel mits het juiste gereedschap kunnen worden ingesteld.
2. Regeling Er dient voor gezorgd dat aan punt 1 van de algemene voorwaarden voldaan wordt (zie artikel 13) zonder schade toe te brengen aan de ketel door de nodige voorzieningen1 te installeren om de ketel te beschermen. Indien de ketels meer dan 15 jaar oud zijn, dient de nieuwe regeling ook een ketel te kunnen aansturen via 0-10V signaal. Indien het geregeld ketelvermogen meer dan 500kW bedraagt dient de regeling minstens 2 ketels te kunnen aansturen via 0-10V signaal. Het aanpassen van de regeling bij ketelvervanging moet ook door andere leveranciers mogelijk zijn. De regeling dient te voldoen aan Bijlage 5 punt 6 van het Brusselse Verwarmingsbesluit in het kader van dit reglement, ook al in de gevallen dat dit nog niet wettelijk verplicht is. De regeling laat toe om in het begin van het schooljaar minstens de 4 vakantieperiodes van het stookseizoen van dat schooljaar in te geven. De school duidt binnen de school een verantwoordelijke voor de programmatie van de klok aan. 3. Isolatie de warmteweerstandscoëfficiënt (R-waarde) van het isolatiemateriaal moet minimum 4 m²K/W zijn; voor oversteekvloeren en buitenmuren geldt een minimum R-waarde van 3,5 m²K/W; de isolatiematerialen scoren 1a tot en met 3c op de NIBE classificatie voor de toepassing in kwestie.2 Isolatiematerialen die niet zijn opgenomen, of waarvan de toepassing niet is opgenomen in de NIBE classificatie, zijn toegelaten. 4. Ketel
De leidingen en het kraanwerk moeten conform de EPB wetgeving van Brussel worden geïsoleerd. De nieuwe ketel heeft een normrendement van 105% (Hi, bij een temperatuurregime van 75/60°C). De ketel moet kunnen werken bij retourwatertemperaturen van 20°C. De ketel heeft een groot watervolume en moet werken zonder minimumdebiet. Het hydraulisch ontwerp, de regeling en het pompbeheer zijn erop gericht het water tegen een zo laag mogelijke temperatuur terug te voeren naar de condensatieketels. Er mag dus geen evenwichtsfles of bypasspomp geplaatst worden, de vertrekcollector mag niet rechtstreeks via de retourcollector terugkeren naar de ketel,… Ten laatste 7 maanden na de installatie bezorgt de school het opleveringsattest (EPB) aan FIX vzw en de VGC. Er kan een maximaal vermogen opgelegd worden door FIX; een te groot vermogen leidt tot rendementsverlies.
Bypass met driewegmengkraan op de ketel,… http://www.nibe.info/nl. NIBE (Nederlands Instituut voor Bouwbiologie en Ecologie) maakt een wetenschappelijke vergelijking van de milieubelasting van bouwproducten via een Levens Cyclus Analyse (LCA). Bij een LCA wordt een product beoordeeld gedurende alle levensfasen. 1
2
3
Artikel 14.- Algemene voorwaarden energiebesparende maatregelen De school start een energietraject op samen met de energieverantwoordelijken van FIX. Hierbij gelden volgende voorwaarden: 1.
De school waakt erover dat de regeling van de verwarmingsinstallaties voldoet aan volgende voorwaarden3: o buiten de gebruiksuren (wanneer er dus geen personen aanwezig zijn in lokalen bediend door het verwarmingscircuit in kwestie) stroomt er geen opgewarmd water (ook niet bijgemengd bij koud water) door de radiatoren (of andere types verwarmingslichamen). Van deze voorwaarde kan niet worden afgeweken tenzij bij vorst (wanneer de buitentemperatuur 0°C of kouder is of de binnentemperatuur 8°C of kouder is). Tijdens vorstbeveiliging bedraagt de temperatuur in de verwarmingslichamen maximaal 25°C. Er dient tevens voor gezorgd dat de comforttemperatuur bij het binnenkomen ‘s ochtends bereikt is, door tijdig de verwarming in te schakelen ’s morgens; o de temperatuur in de verwarmingslichamen moet variëren in functie van de buitentemperatuur.
2. De school geeft de stookoliemeterstanden of de geleverde stookoliehoeveelheden van de jaren 2012 tot heden door aan FIX. 3. Binnen de 6 maanden na toekenning van de subsidie installeert de school een debietmeter op de stookolietank die gebouwdelen bedient waarop de subsidie betrekking heeft. Deze debietmeter mag mee worden opgenomen in de subsidieaanvraag (zie ook artikel 15). 4. Voor de stookplaats die de gebouwdelen bedient waarop de subsidie betrekking heeft: indien de gasteller niet alleen deze stookplaats bedient, installeert de school binnen de 6 maanden na toekenning van de subsidie een gasteller op de leiding naar deze stookplaats. Deze gasteller mag mee worden opgenomen in de subsidieaanvraag (zie ook artikel 15). 5. FIX stelt de scholen een mandaatsjabloon ter beschikking voor het opvragen van de gasen elektriciteitsverbruiken bij Sibelga en de energieleverancier. Dit mandaat kan steeds worden opgevraagd. Indien FIX nog geen machtiging heeft voegt de school een ingevuld mandaat bij de aanvraag van de subsidie. Bovendien vraagt de school een paswoord en login aan bij de leverancier(s) indien deze een online platform hebben waarop de verbruiken kunnen geraadpleegd worden en geeft deze door aan FIX. Zonder mandaat, login en paswoord is de aanvraag onontvankelijk. Wijzigingen aan paswoord of login van het platform van de energieleveranciers, bijvoorbeeld door wijziging van energieleverancier, worden doorgegeven tot minstens eind 2020. 6. Maandelijks (vanaf heden tot minstens eind 2020) bezorgt de school de meterstand van gas en/of elke levering van stookolie aan FIX. FIX kan vragen dit via een website zoals EnergieID te doen. De brandstofmeterstanden van alle gebouwen op de site worden doorgegeven, niet enkel deze van de gebouwen waarop de aanvraag betrekking heeft. 7.
Voor het gebouwbeheersysteem dat op afstand geregeld kan worden, worden er minstens volledige leesrechten en rechten voor het plaatsen en lezen van trends toegekend aan de schooldirectie en aan FIX. Hiervoor wordt de nodige software geïnstalleerd.
Indien enkel een subsidie gevraagd wordt voor thermostatische kranen, gelden deze voorwaarden alleen indien de instellingen programmeerbaar zijn in de huidige regeling en dit zonder schade toe te brengen aan de installatie. De verwarmingsinstallaties van alle gebouwen van de site dienen afgeregeld te worden, niet enkel de gebouwen waarvoor subsidie wordt gevraagd. 3
4
8. Indien er containerklassen zijn/worden geplaatst, wordt de elektriciteitskabel die vertrekt richting containerklassen voorzien van een elektriciteitsmeter. De meterstanden worden maandelijks aan FIX bezorgd (tot eind 2020). 9. Bij de aanvraag voor een nieuwe ketel van 300 kW of meer wordt een dimensioneringsnota gevoegd, zo niet is de aanvraag onontvankelijk. Een dimensioneringsnota is conform het Brussels verwarmingsbesluit ook nodig bij kleinere ketels dan 300 kW, maar hoeft niet bij de aanvraag gevoegd. Artikel 15.- Algemene voorwaarde: educatief traject De school start een educatief traject op over energiezorg op school in samenwerking met Milieuzorg op School (MOS). De MOS-begeleider kan de school ook doorverwijzen naar andere aanbieders om een traject op te starten. Artikel 16.- Subsidiebedragen energiebesparende maatregelen De maximumsubsidie per vestigingsplaats bedraagt 40.000 EUR en is begrensd per type maatregel.
Thermostatische kranen Maximum 50 EUR per radiator (kraan + kop).
Regeling Totaal opgesteld nominaal vermogen Pn van de ketels waarop de nieuwe regeling geïnstalleerd wordt (kW) 40-99 100-199 200-299 300-1099 1100-…
Subsidie (EUR) 3.500 7.500 10.500 11.500 13.000
De subsidie kan aangewend worden om de regelaar te vernieuwen, driewegmengkranen te vervangen, de ketel hydraulisch te beschermen,… Het vervangen van pompen komt niet in aanmerking.
Stookplaatsrenovatie Maximum 44 EUR/kW geïnstalleerd nominaal vermogen. De stookplaatsrenovatie dient te voldoen aan de geldende EPB-voorwaarden. De kosten nodig om te voldoen aan deze EPB-voorwaarden mogen worden ingebracht in het subsidiedossier (het bovenstaande maximumbedrag per kW blijft echter van toepassing).
5
Dak-, buitenmuur- en oversteekvloerisolatie
subsidiebedrag (EUR/m²)4
subsidiebedrag ‘passief’ (R ≥ 9,00 m² K/W) (EUR/m²) (+10%)4,5
plat dak
60
66
hellend dak
19
21
oversteekvloer
66
73
Zoldervloer
22
24
Vals plafond Buitenmuren aan de buitenkant
36
40
60
66
Isolatie van
Debietmeters Maximum 300 EUR per brandstofdebietmeter.
Artikel 17.- AGION en GO! De subsidiebedragen voor de stookplaatsrenovatie en voor isolatiewerken komen niet overeen met een 100% financiering van de werken. De VGC-subsidie mag gecombineerd worden met een subsidie van AGION of GO!. Maar de totale subsidie mag nooit meer bedragen dan de totale kostprijs van de werken. Artikel 18.- Procedure 1. De scholen dienen uiterlijk op 20 april 2016 een subsidieaanvraag in via een digitaal aanvraagformulier. Formulier: Het aanvraagformulier bevat o.a. de identificatie van de school, de gevraagde energiebesparende maatregelen en gegevens over energieverbruik. Helpdesk: FIX zal de scholen die het wensen helpen bij het invullen van hun aanvraagformulier (‘waar lees ik het vermogen af van de ketel’, ‘voldoet mijn regeling momenteel aan de voorwaarden’, …). 2. De VGC en FIX beoordelen alle aanvragen en selecteren eerst de aanvragen met het hoogste besparingspotentieel en de kortste terugverdientijd. Bij de berekening van de terugverdientijd wordt er rekening gehouden met de scholen die nieuwbouw- en/of renovatieplannen hebben, al dan niet in functie van capaciteitsuitbreiding. 3. FIX neemt contact op met de geselecteerde scholen en gaat ter plaatse om (samen met de scholen) na te kijken of de gevraagde investeringen effectief de meest noodzakelijke investeringen zijn; een begroting op te maken van de nodige investeringen en de mogelijke subsidies; het besparingspotentieel en de terugverdientijd te berekenen. 4. Op basis van de informatie verzameld bij de plaatsbezoeken rangschikken FIX en de VGC de scholen op besparingspotentieel en terugverdientijd. Op basis van deze lijst kent de VGC de subsidies toe. 5. Het college van de VGC legt de subsidies vast per school. Om de oppervlakte te berekenen, worden ramen en dakkoepels van de oppervlakte afgetrokken, voor hellende daken gelden effectief de afmetingen van de hellende delen en dus niet de afmetingen van de projectie van deze hellende delen op de zoldervloer 5 Enkel in overleg met en mits akkoord van FIX. 4
6
6. De VGC brengt de scholen op de hoogte van de subsidie en betaalt de eerste schijf van 75% van de subsidie uit. De VGC brengt ook de scholen die geen subsidie ontvangen op de hoogte. 7.
De scholen laten de werken uitvoeren in overleg met FIX tegen 1 februari 2018 voor de regeling; tegen 1 december 2018 voor de andere maatregelen.
8. De scholen dienen hun facturen in bij de VGC voor 15 december 2018. 9. De VGC betaalt, na controle van de facturen, de tweede schijf van (maximum) 25% van de subsidie uit.
7