Studiegids
Opleiding brandwondenverpleegkunde 2012-2013
Versie: 2012.03.09
1
Inhoud Inleiding ………………………………………………………………………………………………………………………
Pagina 3
Hoofdstuk 1 – De Opleiding 1.1 Structuur opleiding en verantwoordelijkheid ……………………………………………… 1.2 Onderwijsconcept ………………………………………………………………………………….… 1.3 Leerplan en eindtermen ……………………………..………………………………………….… 1.4 Onderwijsorganisatie ………………………………………………….……………………………. 1.5 Begeleidingsstructuur ……………………………………………………………………………… 1.6 Begeleidingsgesprekken en toetsingsbeleid ……………..……………………………… 1.7 Duur van de opleiding en studiebelasting ……………………………….………………… 1.8 Toelatingsbeleid ………………………………………………………….…………………………… 1.9 Vrijstellingenbeleid ………………………………………………………………………….……… 1.10 Accreditatie ……………………………………………………………………………………..……… 1.11 Erkenning ………………………………………………………………………………………………… 1.12 Opleidingsreglement ………………………………………………………………..……………… 1.13 (Deel)certificaten ……………………………………………………………………………………… 1.14 Beroepsprocedure …………………………………………………………………………………… 1.15 Kwaliteitsbewaking en evaluatie van de opleiding ………………………………………
5 6 7 8 9 11 14 16 16 17 18 18 20 21 21
Hoofdstuk 2 – Het programma 2.1 Modules en thema’s …………………..……………………………………………………………… 2.2 Stage en congresbezoek ……………………………….……………………………………………
22 23
Hoofdstuk 3 – Studiematerialen en middelen 3.1 Studiemiddelen ……………………………………………………………….………………………… 3.2 Literatuurlijst …………………………………………………………………..………………………… 3.3 Leerhuis ………..………………………..…………………………………………………………………
25 26 26
Hoofdstuk 4 – Algemene informatie 4.1 Aanmeldingsprocedure …………………………………………………………………………… 4.2 Rooster …………………..…………………………………………………………………………….… 4.3 Huis- en gedragsregels ………………………………………………………………………….… 4.4 Adressen en contactpersonen …………………………………….……………………………. 4.5 Overnachtingsmogelijkheden en catering ………………………………………………… 4.6 Onkosten en declareren …….………..…………………………………………………………… 4.7 vakanties ………………………………………………………………………..…….………………… 4.8 Afmelden …………………………………………………………………….…………….………………
27 27 27 28 28 28 28 28
Schema 1 Schema 2
Overzicht gesprekken, evaluatie- en toetsmomenten ………………….……………… Richtlijnen studiebelastingsuren ……………..…………………………………………………
13 15
Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage Bijlage
Eindtermen OBV en deelkwalificaties ……..............................…………………………… Overzicht toetsen, beoordelen en evalueren ………………………….…………………… Literatuurlijst …………………………………………………………..………………………………… Relevante adressen en contactpersonen …………………………….……….……………… Rooster 2012 – 2013 ….…...………………………………………………..………………………
29 30 32 33 33
1 2 3 4 5
2
Inleiding Voor u ligt de studiegids van de verpleegkundige vervolgopleiding: Opleiding Brandwondenverpleegkunde (OBV). Deze gids is bestemd voor studenten, docenten, leidinggevenden, praktijkopleiders, werkbegeleiders en andere betrokkenen bij de OBV. In deze gids wordt een algemeen beeld gegeven van de opleiding tot gespecialiseerd brandwondenverpleegkundige. Daarnaast vindt u in deze gids alle relevante informatie met betrekking tot de opleiding alsook de instanties die daarbij betrokken zijn. Waarom een speciale opleiding voor brandwondenverpleegkundigen? Wat maakt het werk zo specifiek en aan welke eisen moet de gespecialiseerde brandwondenverpleegkundige voldoen om dit werk op professionele wijze vorm en inhoud te geven? De eisen die aan de verpleging van patiënten met brandwonden worden gesteld hebben betrekking op de verschillende aspecten van de verpleegkundige zorg, die verband houden met: de spoedopvang; de vaak acute levensbedreigende situatie waarin de patiënten verkeren; de langdurige (achtergrond) pijn; de (vaak) langdurige en steeds weer terugkerende verbandwisselingen; gevaar op infectie en langdurige geïsoleerde verpleging, dikwijls gecombineerd met een hoge kamertemperatuur; de zorg voor een optimale voedingstoestand; de postoperatieve zorg; de blijvende (zichtbare) gevolgen van het brandwondenongeval; de psychosociale begeleiding van patiënt, ouders, partners en diens naasten; het hoge percentage kinderen en ouderen; het relatief hoge percentage patiënten met een psychiatrische voorgeschiedenis; de poliklinische activiteiten; de langdurige revalidatie en intensief nazorgtraject; de multidisciplinaire samenwerking, waarbij de verpleegkundige veelal een coördinerende rol vervult en de kwaliteit van zorg moet bewaken; de regie, coach-, ontwerp- en onderwijstaken; en onderzoekstaken.
De gehele zorgketen is dus ondergebracht binnen de brandwondencentra en de brandwondenverpleegkundige is bij alle facetten betrokken. Dit maakt het beroep van gespecialiseerd brandwondenverpleegkundige veelzijdig en breed, maar tegelijk heel specifiek en complex*. Het vereist een brede deskundigheid van de verpleegkundige. Aanvullende scholing op de basisopleiding verpleegkundige al dan niet aangevuld met een specialisatie, als intensive care of kinder- verpleegkunde, is daarom belangrijk.
3
Bij de samenstelling van de leerinhoud hebben het werken in deze complexe situaties en het acuut en accuraat kunnen handelen in de beroepspraktijk, als uitgangspunt gediend. Naast somatische problematieken is er ook aandacht voor de psychosociale aspecten. De eindtermen van de OBV sluiten aan bij de in-service opleiding A, alsook de opleiding MBO-V en HBO-V. De brandwondenverpleegkundige dient te beschikken over een aantal beroepsonafhankelijke vaardigheden op het gebied van zorgcoördinatie, kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering. De zorgvrager(s) en de zorgvraag De groep zorgvragers vormt een dwarsdoorsnede van de bevolking. Mannen, vrouwen en kinderen in alle leeftijden, uit alle lagen van de bevolking en met uiteenlopende culturele en levens-beschouwende achtergronden. De directe zorg betreft voornamelijk individuele zorgvragers. De situatie waarin de zorgvrager zich bevindt kan variëren van acuut tot chronisch. * Onder complex wordt verstaan: de mate waarin het beroepsmatig handelen is gebaseerd op routine en standaardprocedures. Complexiteit wordt bepaald door de kenmerken van de zorgvrager, de omgeving en de handeling. Het is niet altijd de moeilijkheid van de handeling die de ingewikkeldheid bepaald, maar meer de diepgang waarmee en de omstandigheden waaronder de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd.
4
Hoofdstuk 1 – De opleiding De OBV is ontstaan vanuit een intentieverklaring tussen de drie ziekenhuizen waarbinnen de brandwondencentra zijn ondergebracht, te weten het: Maasstad Ziekenhuis, Rotterdam Rode Kruis Ziekenhuis, Beverwijk Martini Ziekenhuis, Groningen Deze drie instellingen, hebben verklaard intensief te willen samenwerken op het gebied van onderzoek, onderwijs en ontwikkeling. De ontwikkeling van een onderwijsleerplan voor verpleegkundigen werkzaam in de brandwondenzorg is één van de activiteiten. Onderwijsmissie en -visie van de drie samenwerkende ziekenhuizen Het Maasstad Ziekenhuis, het Rode Kruis Ziekenhuis en het Martini Ziekenhuis noemen zichzelf lerende organisaties. Om deze doelstelling te realiseren hanteren de instellingen het concept van een “lerende organisatie”, waarbij het belangrijk is dat medewerkers zich kunnen ontplooien. Ontwikkelen gaat verder dan het aanleren van kennis, houding en vaardigheden. Medewerker binnen een lerende organisatie zien het als voorwaarde om zich te (blijven) ontwikkelen en te reflecteren op de ontwikkeling. Juist door deze bewustwording is er ook de bereidheid om in zichzelf en de organisatie te investeren. De student/medewerker wordt gezien als uniek individu. De een verschilt van de ander en het is van belang dat te respecteren. Studenten/medewerkers worden in staat gesteld zich vakinhoudelijk te ontwikkelen en te reageren op de evolutie van het verpleegkundige beroep, de maatschappelijke vragen en het ziekenhuisbeleid. De deelnemer zal het zelfsturende onderwijs combineren met het ‘leren leren’ concept. Het leren vindt voor het overgrote deel plaats in de beroepspraktijk. Het is belangrijk dat hier een sfeer van respect en vertrouwen heerst en dat de student zich welkom en veilig voelt. Hierdoor kan worden bijgedragen aan een optimaal leerklimaat.
1.1
Structuur opleiding en verantwoordelijkheid
Vanuit dit samenwerkingsverband en met ondersteuning van de Nederlandse Brandwonden Stichting zijn er twee overlegorganen actief. De begeleidingscommissie OBV De begeleidingscommissie heeft een adviserende rol richting het management van de betrokken ziekenhuizen en een sturende en kwaliteitsbewakende rol ten aanzien van het ontwikkelen en onderhouden van de OBV. De begeleidingscommissie bestaat uit minimaal twee vertegenwoordigers van elk van de betrokken ziekenhuizen, een leidinggevende en een onderwijsdeskundige. De commissie komt jaarlijks minimaal twee keer bijeen en is verantwoordelijk voor de totale organisatie van de opleiding. Ze worden hierbij geadviseerd door de gebruikersgroep. Beleidsbeslissingen worden genomen op basis van consensus.
5
De gebruikersgroep OBV Deze groep toetst en evalueert de opleiding voortdurend en draagt zorg voor de inhoudelijke samenstelling van het leerplan. De gebruikersgroep bestaat uit praktijkopleiders verbonden aan de betreffende brandwondencentra (maximaal twee per ziekenhuis) en de cursusleiding van de OBV. De gebruikersgroep komt minimaal drie keer per jaar bijeen en is verantwoordelijk voor de informatie-uitwisseling met betrekking tot de inhoud en de optimalisering van de opleiding. Daarnaast draagt zij zorg voor de onderlinge afstemming en (indien noodzakelijk) bijstelling van de opleiding. Voorstellen van de gebruikersgroep ter aanpassing van de opleiding worden als agendapunt binnen de begeleidingscommissie besproken. Beleidsbeslissingen worden genomen op basis van consensus. Verantwoordelijkheid De verantwoordelijkheid van deze vervolgopleiding is als volgt bepaald: De verantwoordelijkheid van het praktijkdeel ligt bij het ziekenhuis waar de student een dienstverband heeft. De werkgever is verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van een praktijkleerplaats en staat garant voor het behalen van de eindtermen van de opleiding binnen het beroepsproces. Daarnaast is de werkgever verantwoordelijk voor het beschikbaar stellen van voldoende deskundigheid voor professionele begeleiding van de student; De eindverantwoordelijkheid voor het theoretische deel ligt bij de begeleidingscommissie als vertegenwoordiger van de drie betrokken ziekenhuizen; De gebruikersgroep heeft een adviserende taak richting de begeleidingscommissie voor wat betreft de inhoud van de opleiding; De cursusleiding is door de begeleidingscommissie aangesteld en is verantwoordelijk voor de ontwikkeling, uitvoering en evaluatie van het theoretische deel van de opleiding; De cursusleiding begeleidt de student bij het theoretische deel van de opleiding; Voor aanvang van de OBV wordt door de student en de leidinggevende een leerovereenkomst getekend.
1.2
Onderwijsconcept
De eindtermen van de OBV zijn inhoudelijk gebaseerd op het Beroepsdeelprofiel van de Gespecialiseerd Verpleegkundige Brandwondenzorg, 2002. Om deze eindtermen te kunnen behalen is een goede afstemming tussen praktijk en theorie noodzakelijk. Een voorwaarde voor dit traject is dat de studenten werkzaam zijn in een brandwondencentrum. Binnen de OBV is gekozen voor competentiegericht onderwijs (CGO) In dit verband is gekozen voor de volgende definitie van competenties: “Competenties zijn samengesteld uit vaardigheden (kunnen), kennis (weten), inzicht (begrijpen), houding (een onderdeel hiervan is motivatie) en persoonlijke eigenschappen (karakter is hiervan een onderdeel). Een competentie wordt in een context toegepast en ontwikkeld.” (Halem 2008)
6
Kenmerken van dit onderwijsconcept zijn: Betekenisvol leren: de lesstof is contextgebonden en interessant voor de doelgroep. De leersituaties nodigen uit om zelf actief kennis en vaardigheid op te doen en sluiten aan bij de beginsituatie van de student. Er is sprake van een binnenschoolse- en een praktijkcomponent; De loopbaan van de student als vertrekpunt: de opleiding bouwt voort op reeds bestaande kennis en ervaring van de student. Zo kan het zijn dat een ervaren IC verpleegkundige bepaalde opdrachten op een heel andere wijze uitwerkt dan een student die veel minder (brandwonden) ervaring heeft opgedaan; Verdiepend leren, accent op onderzoeken, synthetiseren en internaliseren van het geleerde uit diverse bronnen en vanuit verschillende invalshoeken; Binding: zelfstandigheid en verantwoordelijkheid, het goede contact met de student is belangrijker dan vast te houden aan één specifiek onderwijsconcept. De student is weliswaar zelf verantwoordelijk, maar zal niet aan zijn/haar lot worden overgelaten. De structuur is vastgesteld, maar de mate van sturing kan per student verschillen; Samenwerkend leren, je leert van elkaar en met elkaar in de beroepspraktijk; Talenten in leerzame loopbanen: de opleiding is gericht op het gebruik en de ontwikkeling van talenten, en het op hoger niveau brengen van competenties, die nodig zijn voor zowel het beroep als voor de participatie in de maatschappij; Ondernemerschap en ondernemend zijn: is nodig om in te kunnen spelen op voortdurend veranderende omstandigheden. De student wordt gestimuleerd om steeds op zoek te gaan naar creatieve oplossingen; Een leven lang leren: werken en leren gaan vloeiend in elkaar over. Dit stopt nooit. De student zal zich blijvend ontwikkelen en professionaliseren. Het gekozen onderwijsconcept vraagt om een actieve houding van de student, maar biedt de student ook een zekere mate van vrijheid. Vrijheid en zelfstandigheid zijn belangrijke begrippen binnen dit concept. Gedurende de cursus zal de zelfstandigheid steeds verder toenemen. De student moet zijn/haar studie combineren met werkzaamheden in de beroepspraktijk.
1.3
Leerplan en eindtermen
Het leerplan voor de OBV is gebaseerd op het rapport van de VBOC (Verpleegkundige Beroepenstructuur en Opleidingscontinuüm). Hiervan afgeleid zijn diverse profielen voor specialistische verpleegkundigen, zo ook het profiel voor de gespecialiseerde brandwondenverpleegkundige, dat aan de basis heeft gestaan van dit onderwijsplan. Het deskundigheidsgebied staat hierin nauwkeurig beschreven evenals de eindtermen voor de opleiding. Het onderwijsplan is een concretisering van deze eindtermen, zowel in theorie als in de praktijk. De eindtermen zijn verdeeld in deelkwalificaties. Het volledige overzicht van eindtermen en deelkwalificaties is opgenomen in bijlage 1. Achter elke eindterm, beschreven in het Beroepsdeelprofiel van de Gespecialiseerd Verpleegkundige Brandwondenzorg, staat een codering volgens de taxonomie van Romiszowski. Hiermee wordt het beheersniveau van de eindterm aangegeven.
7
Het beroepsdeelprofiel is niet ingericht volgens competenties, vandaar dat hier gesproken wordt over eindtermen. Zodoende wordt in de moduleboeken van de OBV geschreven over zowel competenties, als eindtermen en deelkwalificaties. Vaardigheden cognitieve vaardigheden, bijvoorbeeld interpreteren, analyseren en beslissen; psychomotorische vaardigheden, iemand hulp bieden bij het mobiliseren; interactieve vaardigheden, communiceren met patiënten en hun naasten, samenwerken met andere disciplines; reactieve vaardigheden, mensen en gebeurtenissen tegemoet treden vanuit een beroepshouding. Op elk van de vier terreinen kan onderscheid gemaakt worden in reproductieve (standaard en handelingsvoorschriften) en productieve vaardigheden (nieuwe oplossingen voor nieuwe problemen). Kennis feitelijke kennis, herkennen en zich herinneren van feiten; begripsmatige kennis (inzicht en handelingsprincipes).
1.4
Onderwijsorganisatie
De binnenschoolse component wordt gezamenlijk georganiseerd door de drie brandwondencentra, wisselend in de opleidingsruimte van één van de drie ziekenhuizen of een externe locatie. De opleiding wordt in zes modules aangeboden, onderverdeeld in verschillende thema’s (zie hoofdstuk 2). De thema’s worden uitgewerkt door middel van: bestudering van de literatuur; voorbereidende opdrachten, waaronder take-home kennistoetsen (in module 2 en 4); colleges in diverse didactische werkvormen; praktijkopdrachten. Alle modules worden afgerond met een Proeve van Bekwaamheid. Per thema zijn steeds de volgende onderdelen verwerkt: kerntaken leerdoelen veronderstelde voorkennis leeractiviteiten De planning van de leeropdrachten in de praktijk wordt in de brandwondencentra zelf georganiseerd door de studenten en hun werkbegeleiders/praktijkopleiders. In de beroepspraktijk werkt de student de praktijkopdrachten uit en krijgt hierbij coaching/ begeleiding, feedback en reflectie van de werkbegeleider(s). Daarnaast doorloopt de student een tweedaagse stage binnen één van de twee andere brandwondencentra, neemt hij/zij deel aan een congres van de Nederlandse Vereniging voor Brandwonden Zorg (NVBZ) en volgt hij/zij de eendaagse cursus 'spoedeisende hulp bij brandwonden' (EMSB). In overleg is het mogelijk om losse modules te volgen. Hiervoor gelden aparte afspraken.
8
1.5
Begeleidingsstructuur
Deze vervolgopleiding is beroepsgericht, waarbij de vakbekwaamheid van de brandwondenverpleegkundige centraal staat. Het begeleidingsmodel is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de afdelingsleiding, de praktijk- en werkbegeleiders en de cursusleiding. De verschillende betrokkenen stemmen hun begeleiding op elkaar af. De begeleiding/sturing is afhankelijk van de individuele behoefte van de student alsook de specifieke situatie, en kan variëren van een strakke, gedeelde tot losse sturing. Bij de begeleiding en beoordeling wordt gebruik gemaakt van vooraf vastgestelde criteria met betrekking tot het gedrag, de beroepsuitoefening en de ‘leren leren’ vaardigheden. Veel praktijkopdrachten vragen om samenwerking. Hierbij is overleg, onderlinge afstemming en planning van groot belang. De studenten worden gekoppeld aan minimaal twee werkbegeleiders, werkzaam op de afdeling. Zij zijn gezamenlijk verantwoordelijk voor de voortgang van het begeleidingsproces. Alle gediplomeerde OBV verpleegkundigen kunnen, uit hoofde van hun taak of functie, worden ingezet als werkbegeleider. Student Om het leerproces goed te laten verlopen, zal de student regelmatig een beroep moeten kunnen doen op collega’s, die in de rol van werkbegeleider het leerproces begeleiden. Hieronder wordt verstaan: Het leren vraagt om een actieve leerhouding gericht op het vergroten van het zelfstandig functioneren; De student heeft een procesbewuste en reflectieve houding; De student is zelf verantwoordelijk voor zijn/haar leerproces. Het maken van een werkplan is dan ook aan te raden. Het einddoel van de opleiding brandwondenverpleegkunde is het behalen van het minimum niveau van bekwaamheid als ‘gevorderd beginner’ (Benner, 2006). Zie hiervoor het feedbacken beoordelingsformulier verpleegkundige beroepspraktijk BWC. Studentenoverleg Op elke afdeling wordt vier keer per jaar een studentenoverleg gepland. Dit overleg is bedoeld om de studenten te informeren over zaken aangaande de opleiding. Tevens kan advies gevraagd worden m.b.t. de begeleiding en het behalen van leerdoelen. Eventuele knelpunten kunnen worden besproken en/of worden meegenomen naar het werkbegeleidersoverleg. Het studentenoverleg vindt plaats tussen de studenten en de praktijkopleider(s). Werkbegeleider De werkbegeleider beschikt over de vereiste competenties m.b.t. het begeleiden van studenten. De werkbegeleider heeft een begeleidende, coachende rol en wordt gevraagd te reflecteren op het leerproces van de student.
9
De werkbegeleider is verantwoordelijk voor het: creëren van leersituaties; het integreren van theorie en praktijk en de afstemming tussen leren en werken; begeleiden van de student bij het ontwikkelen van een beroepshouding; vervullen van een voorbeeld functie voor de student (meester/gezel relatie); instrueren en begeleiden van de student bij het uitvoeren van de leeractiviteiten en de werkzaamheden; beoordelen van de praktijkleerperiode, praktijkopdrachten, proeves; signaleren van knelpunten m.b.t. de voortgang van het leerproces. Werkbegeleidersoverleg Op elke afdeling wordt om de acht weken een werkbegeleidersoverleg gepland. Dit overleg is bedoeld om werkbegeleiders te informeren over nieuwe ontwikkelingen met betrekking tot de opleiding. Tevens kan de praktijkopleider (gevraagd of ongevraagd) advies geven, met als doel het onderwijsleerklimaat te verbeteren en/of de begeleidingskwaliteiten te verhogen. Intervisie maakt daar waar wenselijk deel uit van deze overlegvorm. Voor dit overleg worden alle werkbegeleiders en praktijkopleider(s) uitgenodigd. Ter voorbereiding op het ‘werkbegeleiderschap’ vindt er voorafgaand aan de start van een nieuw OBV curriculum een tweedaagse cursus voor de werkbegeleiders uit de drie centra plaats. De werkbegeleiders maken kennis met de structuur van de OBV, brengen hun eigen competities (als werkbegeleider) in kaart en oefenen met verschillende toetsingsvormen. Tevens wisselen ze ervaringen uit, zodat de studenten op een goede, effectieve en uniforme wijze in hun opleiding worden begeleid. Praktijkopleider De praktijkopleider is een verpleegkundige die zich doorgaans heeft gespecialiseerd in het opleiden, hetzij door een relevante opleiding, hetzij door werkervaring. De praktijkopleider is verantwoordelijk voor de volgende taken: integratie van de theorie en de praktijk en de afstemming tussen leren en werken; begeleiding van de student bij het ontwikkelen van een beroepshouding; bewaking van het leerproces in de praktijk; plannen, voorbereiden en voeren van begeleidingsgesprekken; fungeren als aanspreekpunt voor de student, de werkbegeleiders, de cursusleider, de o leidinggevende en de docenten; beoordelen van de Proeves, zorgdragen voor definitieve beoordelingsformulieren en volgen van het leerproces via het digitale portfolio van de student; signaleren en oplossen van knelpunten m.b.t. het leren en begeleiden in de praktijk. Unithoofd/leidinggevende Het unithoofd/de leidinggevende is verantwoordelijk voor de opleidingsfaciliteiten en de begeleiding binnen de praktijkleerplaats. Hieronder wordt verstaan: het bieden van een veilig leerklimaat; het bieden van beschikbare en deskundige begeleiding; het beschikbaar stellen van tijd; het bieden van leerfaciliteiten; aanwezig zijn bij eindbeoordelingen; het oplossen van knelpunten m.b.t. het leren en begeleiden in de praktijk in samenspraak met de praktijkopleider.
10
Cursusleiding De cursusleiders zijn professionals in het vakgebied en hebben tenminste 2e graads bevoegdheid lerarenopleiding. De cursusleiders maken deel uit van de gebruikersgroep en zijn op uitnodiging aanwezig bij het overleg van de begeleidingscommissie. Zij zijn verantwoordelijk voor: de planning en organisatie van de opleiding; de praktische uitvoering; inhoud van de opleiding; het aanspreekpunt voor de docenten; het bewaken van het leerproces tijdens de bijeenkomsten en via het digitale portfolio van de student; het ‘door’ ontwikkelen van het leerplan en zo nodig afstemmen met andere (vervolg) opleidingen. Secretariaat Het secretariaat OBV, faciliteert de cursusleiders met secretariële en administratieve werkzaamheden, waaronder: het onderhouden van het studiemateriaal (studiegids, lesstof modules en alle benodigde formulieren); het onderhouden van de website; het verzorgen van de studentenadministratie (w.o. informatievoorziening studenten en registratie behaalde praktijkopdrachten); het ondersteunen van de studieleiding, de gebruikersgroep en de begeleidingscommissie het onderhouden van contacten met docenten en werkbegeleiders het bestellen van materialen, regelen van locaties en catering, etc. Gastdocent De (gast)docenten zijn professionals uit de (brandwonden)praktijk. Zij zijn inhoudsdeskundig op een specifiek onderdeel binnen het onderwijsprogramma en vullen dit in, in overleg met de cursusleiders en rekening houdend met de vooraf bepaalde leerdoelen bij het betreffende thema.
1.6
Begeleidingsgesprekken en toetsingsbeleid
De (begeleidings)gesprekken (zie schema 1) tijdens de opleiding zijn verschillend van karakter en vinden op meerdere momenten plaats. De student is zelf verantwoordelijk voor het plannen van de gesprekken (start-, tussen-, eindbeoordelingsgesprekken en planning proeves). Agendatechnisch gezien, zal de praktijkopleider hiertoe vaak het initiatief nemen. Tijdens deze gesprekken zijn de student, de praktijkopleider en werkbegeleider aanwezig. In sommige gevallen wordt ook de leidinggevende betrokken. Startgesprek In het startgesprek wordt de beginsituatie van de student vastgesteld en worden wederzijdse verwachtingen uitgesproken en concrete werkafspraken gemaakt. Hierbij wordt gebruik gemaakt van het feedback- en beoordelingsformulier verpleegkundige beroepspraktijk BWC. Bij dit gesprek zijn de student, de praktijkopleider en de eerstverantwoordelijke werkbegeleider aanwezig.
11
De student maakt een verslag van dit gesprek en voegt dit toe aan de feedback- en beoordelingsformulieren. Afhankelijk van de beginsituatie van de student worden extra leerdoelen en/of aandachtspunten geformuleerd. De resultaten worden vastgelegd op het beoordelings-formulier en voor akkoord ondertekend door de student en de beoordelaar(s). De student scant het document in en neemt het op in zijn/haar digitale portfolio en mailt het gescande en getekende beoordelingsformulier naar het secretariaat OBV. Evaluatie-/voortgangsgesprek Tijdens dit gesprek wordt de voortgang van de student besproken en vastgelegd. Bij dit gesprek zijn de student en werkbegeleider aanwezig en zo nodig de praktijkopleider. De evaluatie-/ voortgangsgesprekken vallen samen met de beoordelingen van de praktijkopdrachten. Tussenbeoordeling Tijdens het tussenbeoordelingsgesprek wordt vastgesteld of de student de vastgestelde leerdoelen (in voldoende mate) heeft bereikt en of de leerling voldoet aan het gestelde niveau met betrekking tot de gedragscriteria en beroepsuitoefening. Eventuele aandachtspunten, (extra) leerdoelen en gemaakte afspraken voor de komende periode worden vastgelegd. Bij dit gesprek zijn de student, de praktijkopleider en de eerstverantwoordelijke werkbegeleider aanwezig. Zo nodig ook de leidinggevende. Bij een tussenbeoordeling wordt de kwalificatie goed, voldoende of onvoldoende toegekend en worden afspraken voor het vervolgtraject gemaakt. De resultaten worden vastgelegd op het feedback- en beoordelingsformulier (zie startgesprek) en voor akkoord ondertekend door de student en beoordelaar(s). De student scant het document in en neemt het op in zijn/haar digitale portfolio en mailt het gescande en getekende beoordelingsformulier naar het secretariaat OBV. Integrale toetsing Op de werkplek worden de kenmerken van het beroep op toepassingsniveau oftewel productief niveau aangeleerd. Deze kenmerken vragen naast kennis en vaardigheden ook emotionele betrokkenheid van de student en zelfstandige oordeelvorming. Bereidheid tot reflecteren op eigen taakuitoefening is een belangrijke voorwaarde bij het leren. Elk thema binnen de modulen wordt afgesloten met een praktijkopdracht. In principe wordt elke module afgerond met een proeve van bekwaamheid, op de werkplek. Het volledige overzicht van toetsen, beoordelen en evalueren is opgenomen in bijlage 2. Eindbeoordeling De leidinggevende, eventueel gedelegeerd aan een praktijkopleider, is verantwoordelijk voor de eindbeoordeling van de opleiding. Het eindbeoordelingsgesprek vindt ten minste één maand voor de officiële afronding van de OBV plaats, op voorwaarde dat alle modules zijn afgerond. Tijdens de eindbeoordeling wordt de kwalificatie goed, voldoende of onvoldoende toegekend. Bij de kwalificatie onvoldoende, kan de opleiding niet worden afgerond. De resultaten van de eindbeoordeling worden vastgelegd in het feedback en beoordelingsformulier en voor akkoord ondertekend door de student en beoordelaar(s). De student scant het document in en neemt het op in zijn/haar digitale portfolio en mailt het gescande en getekende beoordelingsformulier naar het secretariaat OBV. Na het succesvol afronden van de opleiding wordt de student (in principe) aangesteld als brandwondenverpleegkundige bij het ziekenhuis waar hij/zij werkzaam is, volgens de daar geldende regels en procedures.
12
Begeleidingsgesprekken en toetsingsbeleid bij modulestudenten Voor modulestudenten vindt een aangepaste route plaats ten aanzien van de gesprekken en toetsing, nl: Voor aanvang van een module heeft de student een startgesprek met de werkbegeleider en praktijkopleider om de beginsituatie vast te stellen, leidend hierbij is het feedback- en beoordelingsformulier; Voortgangsgesprekken zijn gekoppeld aan de praktijkopdrachten; Afsluitende toetsing door middel van een Proeve van Bekwaamheid.
Soort gesprek
Frequentie
Formulier
Betrokkenen
Tijdsduur Max. 1 uur
Toetsmoment
Startgesprek praktijkleerperiode
1 keer
Feedback- en Beoordelingsformulier verpleegkundige beroepspraktijk
- Student - Praktijkopleider - Werkbegeleider(s) - (Leidinggevende)
Tussen beoordeling praktijkleerperiode
1 keer
Feedback- en beoordelingsformulier verpleegkundige beroepspraktijk
- Student - Praktijkopleider - Werkbegeleider(s) - (Leidinggevende)
Max. 1 uur
Op de werkplek, 7 à 8 maanden na start opleiding
Eindbeoordeling praktijkleerperiode
1 keer
Feedback- en beoordelingsformulier verpleegkundige beroepspraktijk
- Student - Praktijkopleider - Werkbegeleider(s) - (Leidinggevende)
Max. 1 uur
Op de werkplek, minimaal 1 maand voor eindpresentatie
Beoordeling voorbereidende opdracht (VO) Beoordeling praktijkopdracht (PO)
Per thema
Afrondingslijst per module
- Cursusleider(s)
Per thema
Beoordelingslijst PO per thema
- Werkbegeleider
Max. 1/2 uur
Op de werkplek
Beoordeling Proeve van bekwaamheid
1 keer per module
Beoordelingslijst Proeve van bekwaamheid per module
- Praktijkopleider - Werkbegeleider
Afhankelijk van grootte proeve
Op de werkplek
Schema 1: Overzicht gesprekken, evaluatie- en toetsmomenten OBV
13
Op de werkplek, binnen 2 weken na start opleiding
Binnenschools
Afname als alle PO van de betreffende module met de kwalificatie voldoende zijn afgerond
Soort gesprek
Frequentie
Formulier
Betrokkenen
Begeleiding en beoordeling Afrondingsnotitie
2x per JC
Beoordelingsformulier
- cursusleiding - loketmedewerkers per BWC
6 keer
Evaluatieformulier module
- Student - Cursusleider(s)
Tijdsduur Afhankelijk van competenties student
Toetsmoment Na elke JC tijdens een module
Eerste JC Tweede JC Kritische inbreng presentatie = derde JC Evaluatie module
Binnenschools
Schema 1: Overzicht gesprekken, evaluatie- en toetsmomenten OBV (vervolg)
1.7
Duur van de opleiding en studiebelasting
De opleiding duurt 16 maanden en bevat 18 lesdagen. De onderwijsbijeenkomsten vinden eens per zes weken plaats. Er zijn 7 tweedaagse en 4 ééndaagse bijeenkomsten. De data van de onderwijsbijeenkomsten zijn vastgesteld en worden ingeroosterd door de leidinggevende. Daarnaast loopt de student twee dagen stage op het brandwondencentrum van één van de twee andere ziekenhuizen. Deze stage plant de student in overleg met de leidinggevende en het ‘ontvangende’ brandwondencentrum. Studiebelasting In voorbereiding op de studiebijeenkomsten verricht de student een bronnenstudie en maakt de voorbereidende opdrachten. Na afloop van de bijeenkomst vindt er een praktijkopdracht plaats. De tijdinvestering van deze opdrachten is afhankelijk van het type opdracht, maar ook van de individuele aanpak en achtergrond van de student. Een deel van de opdrachten kan worden ingepast in de dagelijkse werkzaamheden. Daarnaast moeten er opdrachten in eigen tijd worden uitgewerkt. De hiervoor benodigde tijd varieert eveneens per student. De tijdsinvestering van de opdrachten bedraagt circa factor twee van het aantal lesuren. De studiebelasting wordt uitgedrukt in studiebelastingsuren (SBU). Het aantal SBU voor deze opleiding bedraagt: 2112. Deze uren betreffen de binnenschoolse- en praktijkuren alsook de uren die nodig zijn om een lesdag voor te bereiden, een toets te maken en/of een opdracht uit te voeren. Bij de ontwikkeling van de OBV is gestreefd naar een verhouding van 20% theorie en 80% praktijk, op basis van een 32-urige werkweek.
14
Studiebelasting als alle modules worden gevolgd Werktijd
Theorie Onbegeleid 20% SBU 226 uur ca. 5 uur per week 40% SBU 666 uur ca. 12 uur per week
SBU
Studiebelasting bij een module van één dag Werktijd Praktijk Theorie begeleid 80% SBU 32 uur per week 80 uur 8 uur 60% SBU 24 uur per week 60 uur 8 uur
Theorie Onbegeleid 20% SBU 12 uur 40% SBU 32 uur
SBU
Studiebelasting bij een module van twee dagen Werktijd Praktijk Theorie begeleid 80% SBU 32 uur per week 160 uur 16 uur 60% SBU 24 uur per week 120 uur 16 uur
Theorie Onbegeleid 20% SBU 24 uur 40% SBU 64 uur
SBU
Studiebelasting bij een module van vier dagen Werktijd Praktijk Theorie begeleid 80% SBU 32 uur per week 320 uur 32 uur 60% SBU 24 uur per week 240 uur 32 uur
Theorie Onbegeleid 20% SBU 48 uur 40% SBU 128 uur
SBU
32 uur per week
24 uur per week
Praktijk
Theorie begeleid
80% SBU 1760 uur 16 maanden 60% SBU 1320 uur 16 maanden
126 uur 18 dagen 126 uur 18 dagen
2112 uur
2112 uur
100 uur 100 uur
200 uur 200 uur
400 uur 400 uur
Schema 2: Richtlijnen studiebelastingsuren
De vermelde studiebelastingsuren gelden als richtlijn. Per student kunnen er grote verschillen zijn. Het is aan de leidinggevende, in samenspraak met student/werkbegeleider en praktijkopleider om te beoordelen of binnen de werktijd c.q. het arbeidscontract van de student, alle doelen behaald kunnen worden binnen de tijd die hiervoor staat. Indien dit niet haalbaar blijkt, dient een passende oplossing te worden gezocht, bijvoorbeeld in de vorm van praktijkverlenging. Het afnemen van de proeves van bekwaamheid wordt meegeteld in de studiebelasting. Alle lesdagen vallen binnen werktijd.
15
1.8
Toelatingsbeleid
De student moet in bezit zijn het diploma verpleegkundige op niveau vier of vijf of een vergelijkbare opleiding (in-service opleiding A) en volgens de wet Beroepen in de Individuele Gezondheidszorg (BIG) geregistreerd zijn. Voor de student geldt dat hij/zij bij voorkeur twee maanden voor de start van de opleiding op de betreffende afdeling werkt. Om toegelaten te kunnen worden tot de opleiding heeft de student toestemming nodig van zijn leidinggevende.
1.9
Vrijstellingenbeleid
Vrijstellingen kunnen worden verkregen mits aan een aantal voorwaarden wordt voldaan. Het vrijstellingenbeleid richt zich op de competenties die iemand bezit en die vertaald kunnen worden in vrijstellingen. Om tot vrijstelling te komen wordt van de kandidaat verwacht dat zij verschillende kennisaspecten en vaardigheden tegelijk kan toepassen om verantwoord te kunnen handelen in die specifieke beroepssituaties. Het principe bij het verlenen van vrijstellingen is gebaseerd op het herkennen van eerder verworven competenties, waardoor het individuele beginniveau per student kan verschillen. De vrijstellingsprocedure bestaat uit één of twee fasen: 1. Portfoliogesprekken, waarin bewijslast wordt verzameld voor betreffende competenties (verwoordt via de diverse thema’s van een module) en waarin in kaart wordt gebracht welke competenties de student verondersteld wordt te bezitten in relatie tot het OBV curriculum. Bij voldoende bewijslast kan vrijstelling worden verleend. Indien de portfoliogesprekken niet voldoende duidelijkheid opleveren kan besloten worden in overleg met alle betrokkenen, tot een proeve van bekwaamheid. 2. De proeve van bekwaamheid. Bij een voldoende beoordeling van deze proeve wordt alsnog een vrijstelling verleend. Bij een onvoldoende wordt de student in de gelegenheid gesteld de betreffende module of enkele thema’s alsnog te volgen. De vrijstellingsprocedure moet afgerond zijn voordat de leerovereenkomst wordt getekend. Verantwoordelijk voor deze procedure zijn de student, de leidinggevende en de praktijkopleider.
16
1.10 Accreditatie De opleiding brandwondenverpleegkunde wordt vooralsnog uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van het Van Swieten Instituut, het opleidingsinstituut van het Martini Ziekenhuis Groningen, en is geaccrediteerd door de Accreditatiecommissie van het kwaliteitsregister V&V. Het aantal accreditatiepunten bedraagt: Module
Aantal Deeldagen kwalificaties
Zorggebonden punten -
Professiegebonden punten 6
Organisatiegebonden punten 6
Module 1
2
BV-02 - 03
Module 2 Module 3, Incl. eindpresentaties en bijeenkomst NVBZ
4
BV-01
20
4
-
3
BV-02
3
12
3
Module 4, incl. EMSB
5
BV-01
21
5
4
Module 5
2
BV-01-02
9
3
-
Module 6
2
BV-01-02
6
6
-
59
36
13
Totaal
18
Totaal aantal punten voor KR= 108
Modulestudenten kunnen de volgende geaccrediteerde punten opvoeren in het kwaliteitsregister: Module
Aantal Deeldagen kwalificaties
Zorggebonden punten
Module 2
4
BV-01
20
Professiegebonden punten 4
Organisatiegebonden punten -
Module 4 EMSB
4 1
BV-01
18 3
3 2
3 1
Module 5
2
BV-01-02
9
3
-
Module 6
2
BV-01-02
6
6
-
Werkbegeleiders OBV kunnen de volgende geaccrediteerde punten opvoeren in het kwaliteitsregister: Module
Aantal Deeldagen kwalificaties
Introductie
1
-
Professiegebonden punten 3
Terugkomdag
1
-
3
17
Zorggebonden punten
Organisatiegebonden punten 3 3
1.11 Erkenning Om de hoogst mogelijke opleidingskwaliteit te bereiken en te waarborgen, is tijdens de ontwikkeling van de Opleiding Brandwondenverpleegkunde nauwgezet rekening gehouden met de vooraf gestelde kwaliteitseisen van het College Ziekenhuis Opleidingen (CZO). Deze organisatie bewaakt de kwaliteit van ziekenhuisopleidingen door opleidingen een landelijke erkenning te geven, in de vorm van het CZO-keurmerk. In april 2010 is door de directie van het CZO vastgesteld dat de kwaliteit van de opleiding (inhoud en opzet van het programma, inzet (gast)docenten en ondersteunende materialen) zeer goed op orde zijn. Echter, door haar unieke vorm en kleinschaligheid komt de Opleiding Brandwondenverpleegkunde niet in aanmerking voor erkenning. Niettemin is unaniem door de begeleidingscommissie en gebruikersgroep OBV besloten, om de strenge kwaliteitseisen van het CZO te volgen. Daarnaast zal vanuit de drie Nederlandse brandwondencentra, daar waar mogelijk, de verantwoordelijkheid worden genomen om de kwaliteit en inhoud van de opleiding open te stellen voor academische discussie en onderlinge visitatie door (inter)nationaal gelijkwaardige partners.
1.12 Opleidingsreglement Rechten student De student heeft recht op begeleiding door een werkbegeleider bij het aanleren van de diverse competenties. Daarnaast heeft de student heeft recht op begeleiding door de studieleider, bij het theoretische gedeelte. Hiervoor maakt hij/zij zelf een afspraak tijdens de studiedagen of via de e-mail. Een voltijds student loopt gedurende zijn/haar opleiding ten minste vier maanden stage op het brandwondencentrum, mits in de verdere praktijksituatie van de student regelmatig brandwondenpatiënten worden verzorgd. Voor studenten die losse modules volgen gelden de volgende afspraken ten aanzien van de stage: Module Module Module Module Module Module
1 2 3 4 5 6
-
geen verplichtende stage 3 maanden stage geen stage 3 maanden stage 2 maanden stage 2 maanden stage
Begeleidingsprocedure modulestudent Een modulestudent start bij het volgen van een module met een startgesprek aan de hand van het feedback en beoordelingsformulier om zijn/haar beginsituatie t.a.v. de leerstof in de module en eventuele persoonlijke leerdoelen vast te stellen. Dit gesprek vindt plaats met de praktijkopleider en een werkbegeleider. De voortgang wordt beoordeeld door de werkbegeleider aan de hand van de praktijkopdrachten. Halverwege de stageperiode vindt er een voortgangsgesprek plaats. De student schrijft een reflectieverslag t.a.v. zijn voortgang. De module wordt afgesloten met een Proeve van bekwaamheid en een eindbeoordeling aan de hand van het Feedback en beoordelingsformulier, waarin vooral het resultaat van het leerproces en persoonlijke leerdoelen wordt vastgelegd.
18
Plichten student De student krijgt een onderwijsovereenkomst voor de duur van de opleiding en volgt de regels zoals deze van toepassing zijn voor het betreffende ziekenhuis. Er wordt in principe uitgegaan van een minimum dienstverband van 24 uur. Indien het dienstverband kleiner is dan 24 uur, dan is het in overleg met de cursusleiders en praktijkopleider(s) mogelijk de praktijkperiode te verlengen. Desgewenst kan ook het aantal uren dienstverband tijdelijk worden uitgebreid. Ook hier geldt dat de gemaakte afspraken conform de regels van het betreffende ziekenhuis zijn. Voor de planning van het theoretische onderwijs geldt het rooster van de OBV. Voor het praktijkgedeelte is de CAO Ziekenhuizen en het opleidingsreglement van toepassing.
Verlengen van de opleiding Op lesdagen kan in principe geen vakantie worden opgenomen. Dit geldt ook voor de stageen verplichte congresdagen. Verzuim wordt alleen toegestaan bij ziekte en buitengewoon verlof in overleg met de leidinggevende. Indien de student een studiebijeenkomst om bovenstaande reden niet bij heeft bijgewoond maakt hij/zij een vervangende opdracht, zoals vermeld in het moduleboek. Verzuim van lessen heeft een maximum van 4 dagen. Bij overschrijding hiervan kan besloten worden dat de student moet stoppen met de opleiding. Bij een langdurige onderbreking (langer dan 4 aaneengesloten werkweken) van de praktijkleerperiode of bij het ontbreken van continuïteit van het leerproces zal in overleg met de leidinggevende en de praktijkopleider een passende maatregel getroffen worden om niet behaalde leerdoelen alsnog te halen. Dit kan een verlenging van de praktijkleerperiode inhouden. Verlenging kan ook worden verleend als de praktijkopdracht(en) en/of proeve(s) na één herkansing, alsnog met de kwalificatie onvoldoende worden beoordeeld. Samengevat: Verlenging kan gegeven worden bij: overschrijding aantal verzuimdagen bij onderwijsbijeenkomsten; overschrijding aantal onderbrekingsdagen tijdens praktijkleerperiode; kwalificatie onvoldoende voor praktijkopdrachten na 1 herkansing; kwalificatie onvoldoende voor proeve(s) van bekwaamheid na 1 herkansing. Verlenging zal plaatsvinden bij: het niet behalen van de leerdoelen; het niet behalen van de kwalificatie voldoende voor de eindbeoordeling; het niet voldoen aan de criteria voor praktijkopdracht module 3, inclusief eindpresentatie. Verlenging is slechts éénmaal mogelijk en gebeurt altijd in overleg met het afdelingshoofd, de praktijkopleider en de cursusleiding. De duur van de verlenging bedraagt ongeacht het aantal uren dienstverband, maximaal 6 maanden. Wanneer op voorhand kan worden aangetoond dat verlenging niet zal leiden tot afronding van de opleiding (met de kwalificatie voldoende), kan hiervan worden afgezien. De mogelijkheid voor een vervolg wordt in overleg met de betrokken partijen besproken. Slechts in zeer bijzondere gevallen kan in overleg met het afdelingshoofd, de praktijkopleider en de cursusleiding toestemming verleend worden voor een tweede verlenging van de opleiding.
19
De student kan de mogelijkheid krijgen om in te stromen in de eerstvolgende opleidingsgroep OBV om de opleiding alsnog met de kwalificatie voldoende af te ronden, mits blijvend wordt voldaan aan de toelatingseisen. Vroegtijdig beëindigen opleiding (zonder diploma) De consequenties voor de student, voor wat betreft het beëindigen van de opleiding zonder diploma, zijn afhankelijk van de (vooraf) gemaakte afspraken met de eigen instelling. Beëindiging van de opleiding vindt plaats: op eigen verzoek; indien niet wordt voldaan aan de voorwaarden en/of eisen zoals opgenomen in de studiegids; bij beëindiging van de leer-/arbeidsovereenkomst met de instelling; bij frauduleus handelen door de student m.b.t. de opleiding. Onder frauduleus handelen wordt volstaan: het oneigenlijke gebruik van studiemateriaal/hulpmiddelen tijdens een toetsing; het geheel of gedeeltelijk kopiëren van uitwerkingen van studieopdrachten van collega o beroepsbeoefenaren; onjuiste vermelding van (eerder verworven) competenties in het digitale portfolio; vervalsing van handtekeningen en/of parafen; het door de student eigenhandig wijzigen van datum/jaartal in een voor de beoordeling relevant document; onjuiste opgave reden verzuim.
1.13 (Deel)certificaten Afronding van de opleiding met certificaat De student heeft recht op een certificaat als aan alle onderstaande punten is voldaan: de leerdoelen zijn bereikt; de voorbereidende opdrachten met voldoende inzet en resultaat zijn behaald; de praktijkopdrachten per module zijn uitgevoerd en beoordeeld met een voldoende; de proeve van bekwaamheid per module is uitgevoerd en beoordeeld met een voldoende; de beoordeling Verpleegkundige beroepspraktijk Brandwondencentrum met een voldoende is afgerond; de eindnotitie met een presentatie is afgerond. Indien de student een aantal modules van de opleiding met de kwalificatie voldoende heeft afgerond, behouden deze kwalificaties hun geldigheid voor de duur van de eerstvolgende OBV. De student heeft de mogelijkheid om de resterende modules in de eerstvolgende opleiding te behalen. Modulestudenten ontvangen een deelcertificaat van de betreffende module, als de opdrachten van de deze module met een voldoende zijn afgerond.
20
1.14 Beroepsprocedure De student heeft het recht van beroep tegen beslissingen die op grond van dit opleidingsreglement genomen zijn. Voordat de student in beroep gaat dient hij/zij onderzocht te hebben of het geschil langs de gebruikelijke weg kan worden opgelost. Dit betekent dat er eerst contact moet worden opgenomen met de cursusleiding, praktijkopleider en/of leidinggevende. Als de student er met tussenkomst van (één van de) bovengenoemde personen niet uitkomt en van het recht van beroep gebruikt wenst te maken, moet hij/zij dit schriftelijk aan de directie van het eigen ziekenhuis en aan de begeleidingscommissie meedelen, uiterlijk binnen 14 dagen na kennisneming van de beslissing. Het afdelingshoofd, de cursusleiding en het secretariaat OBV dienen een kopie van het beroep te ontvangen. De begeleidingscommissie draagt er, in het geval van een beslissing betreffende het theoretische deel, zorg voor dat een maand na kennisneming van het bezwaarschrift, een beroepscommissie wordt ingesteld. In geval het een beslissing aangaande een praktijkdeel betreft, draagt de directie van het ziekenhuis hier zorg voor. De beroepscommissie wordt als volgt samengesteld: één persoon aangewezen door de student; één persoon aangewezen door de begeleidingscommissie/directie van het ziekenhuis; één persoon aangewezen in onderling overleg, die tevens optreedt als voorzitter. De voorzitter mag niet rechtstreeks bij de beslissing betrokken zijn geweest. Na installatie van de beroepscommissie stelt de student de voorzitter van de commissie schriftelijk op de hoogte van de motieven, die hebben geleid tot het beroep. De commissie tracht door bemiddeling tot een oplossing te komen. Als zij hierin niet slaagt, doet zij uiterlijk 1 maand na kennisneming van de motieven en na beide partijen gehoord te hebben, een schriftelijke uitspraak m.b.t. het geschil. De positie van de student zal op grond van het betreffende geschil niet worden aangetast voordat er een uitspraak door de commissie is gedaan, tenzij de belangen van de instelling, waar de cursist werkzaam is, hierdoor in ernstige mate worden geschaad. De uitspraak is bindend voor alle partijen.
1.15 Kwaliteitsbewaking en evaluatie van de opleiding Door de begeleidingscommissie en gebruikersgroep wordt zowel het product als het proces ‘OBV’ geëvalueerd. Daarnaast wordt elke module afzonderlijk door de studenten (schriftelijk) geëvalueerd. De uitkomsten van deze evaluaties vormen de basis voor aanpassingen voor de eerstvolgende opleiding.
21
Hoofdstuk 2 – Het programma Het programma heeft een directe relatie met de kwalificatiestructuur brandwondenverpleegkundige en de beroepspraktijk. Deze kwalificatiestructuur is beschreven in het beroepsdeelprofiel van de gespecialiseerd verpleegkundige brandwondenzorg, 2002.
2.1 Modules en thema’s Onderstaand een overzicht van de modules en thema’s die in de opleiding brandwondenverpleegkunde aan bod komen: Module 1 Introductie op leer- en beroepsaspecten (BV-02, BV-03) Thema 1.1 - Organisatie van de opleiding Thema 1.2 - Competentiegericht opleiden Thema 1.3 - Methodische beroepsuitoefening Thema 1.4 - Relaties en instanties Module 2 Basis brandwondenzorg (BV-01) Thema 2.1 - Wondgenezing Thema 2.2 - Brandwonden, epidemiologie, toedracht, eerste hulp en inschatting ernst Thema 2.3 - Wondbehandeling bij brandwonden Thema 2.4 - Infectie, infectiepreventie en infectiebestrijding Thema 2.5 - Voeding in relatie tot brandwonden Thema 2.6 - Pijn en jeuk in relatie tot brandwonden Thema 2.7 - Plastisch chirurgische behandeling Thema 2.8 - Revalidatie, ergo- en fysiotherapie Module 3 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering (BV-02) Thema 3.1 - Kwaliteitszorg Thema 3.2 - Lezen van onderzoeksnotities Thema 3.3 - Presenteren Thema 3.4 - Voorbereiding op eindopdracht: literatuurstudie Afronding opleiding Presentatie afrondingsnotities Module 4 Intensieve brandwondenzorg (BV-01) Thema 4.1 - De methodische benadering Thema 4.2 - Respiratie Thema 4.3 - Circulatie Thema 4.4 - Post operatieve zorg Thema 4.5 - Milieu interne Thema 4.6 - Neurologische stoornissen Thema 4.7 - Verstoorde temperatuurregulatie Thema 4.8 - Bijzondere ziektebeelden
22
Module 5 Kind en brandwond (BV-01, BV-02) Thema 5.1 - Het vitaal bedreigde kind Thema 5.2 - Psychosociale en pedagogische aspecten Thema 5.3 - Brandwonden en kindermishandeling Thema 5.4 - Nazorg kind en ouders/verzorgers Module 6 Psychologie en psychiatrie (BV-01, BV-02) Thema 6.1 - Psychiatrische ziektebeelden Thema 6.2 - Psychologische zorgverlening aan volwassen brandwondenpatiënten Thema 6.3 - Nazorg aan volwassen brandwondenpatiënten Thema 6.4 - Omgaan met traumatische gebeurtenissen Modulematrix De invulling van de modules, is per module uitgewerkt in een matrix. Hierin staan per studiedag alle onderwijsactiviteiten (inclusief voorbereiding) uitvoering opdrachten, evaluaties en de didactische werkvorm. Ook staan de namen van de (gast)docenten hierin vermeld. De modulematrix is opgenomen onder ‘actualiteit’ op de OBV website.
2.2 Stage en congresbezoek Het leerplan biedt naast de studiecontactdagen en leren in de praktijk ook ruimte aan enkele andere leeractiviteiten. Bezoek aan de Nederlandse Brandwonden Stichting en de Euro Tissue Bank De Nederlandse Brandwonden Stichting is in 1971 opgericht met als doel brandwonden te voorkomen en het leed ten gevolge van brandwonden tot een minimum beperken. Dit tracht ze te bereiken door: a) Het verbeteren van de behandeling, verpleging, verzorging van en hulpverlening aan personen met brandwonden; b) Het bevorderen van de kwaliteit van leven van mensen met brandwonden; c) En het voorkomen van brandwonden. Een bezoek aan de Brandwonden Stichting zal duidelijk maken wat de stichting doet voor de brandwondenzorg in Nederland en daarbuiten. Tevens maak je kennis met de werkzaamheden van de Euro Tissue Bank. Dit bezoek vindt plaats op één van de lesdagen in module 2.
De Nederlandse Vereniging voor Brandwonden Zorg De Nederlandse Vereniging voor Brandwonden Zorg (NVBZ) is een multidisciplinaire vereniging van medici, paramedici en verpleegkundigen uit Nederland en België en is opgericht om de verspreiding van wetenschappelijke kennis en vakkennis op het gebied van brandwonden te bevorderen. Om die reden organiseert zij twee keer per jaar een symposium waarbij onderzoekers en collega beroepsbeoefenaren hun bevindingen presenteren aan de leden van deze vereniging. De vereniging bestaat uit leden die beroepsmatig actief zijn in de brandwondenzorg. Als onderdeel van de opleiding woont de student één NVBZ bijeenkomst bij. De planning voor deelname loopt via de eigen afdeling. De praktijkopleider en student zijn hiervoor verantwoordelijk.
23
Tweedaagse stage brandwondencentrum De student oriënteert zich verder binnen de brandwondenzorg door een tweedaagse stage in één van de andere twee brandwondencentra. In overleg met de eigen afdeling en de ‘gastafdeling’, regelt de student zelf de data waarop de stage zal plaatsvinden. De definitieve data geeft hij/zij door aan het secretariaat OBV. Meer informatie over de stage is te vinden op de website. Indien het gewenst is om voor de tweedaagse stage een overnachting te boeken, dient de student dit aan het secretariaat OBV door te geven. Deze kosten komen voor rekening van de OBV. Er kan slechts één stage per student op kosten van de OBV plaatsvinden.
24
Hoofdstuk 3 – Studiemiddelen en materialen Studeren is onlosmakelijk verbonden met boeken, readers, vakbladen en andere studiematerialen. Om de student niet onnodig te belasten, in letterlijke zin, is ervoor gekozen om het studiemateriaal zoveel mogelijk digitaal aan te bieden.
3.1 Studiemiddelen De student ontvangt vier weken voor aanvang van de eerste studiedag een persoonlijke inlogcode, waarmee hij/zij toegang heeft tot de OBV-website. Op deze website staat alle benodigde informatie voor het voorbereiden op de eerstvolgende studiedagen en het doorlopen van de opleiding. Deze elektronische leeromgeving geeft toegang tot al het studiemateriaal en voorziet in actuele informatie over roosters voor de lesdagen en planningen. Daarnaast kunnen studenten op deze plek documenten bewaren in hun digitale portfolio, de status van de beoordelingen inzien en contact hebben met cursusleiders en medestudenten via het OBV forum. Digitaal portfolio Gedurende de opleiding houdt de student zijn/haar leerproces bij in een eigen digitaal portfolio. De student verzamelt hierin alle officiële formulieren, scorelijsten en andere documenten. Het portfolio is daarmee een verzameling van bewijsmateriaal waarmee de student: kan laten zien over welke competenties hij/zij beschikt; de eigen werkprocessen in beeld brengt; de voortgang van het leerproces vast legt; expertise en producten beschikbaar stelt. Met als doel: het vastleggen van de eigen competentieontwikkeling; ondersteuning bij het maken van keuzes en het stellen van doelen; het sturen van het eigen leerproces aan de hand van beoordelingsformulieren praktijkopdrachten, feedback en beoordelingsformulieren, beoordelingslijsten proeve van bekwaamheid en uitgewerkte opdrachten, behorend bij de praktijkopdrachten en andere materialen; een middel om te communiceren over de eigen ontwikkeling; het veilig stellen van bewijsstukken behorend bij de gemaakte opdrachten. Begeleidings- en beoordelingsgesprekken worden altijd aan de hand van het digitale portfolio van de student gevoerd. De ingevulde en ondertekende beoordelingsformulieren behorende bij de praktijkleerperioden, praktijkopdrachten en proeves moeten worden gescand en in het digitale portfolio van de student opgeslagen. Het secretariaat OBV dient de gescande en getekende formulieren per e-mail te ontvangen.
25
I-pad Om efficiënt te kunnen werken krijgen de studenten OBV een i-pad in bruikleen. De rechten en plichten ten aanzien van het gebruik hiervan zijn vastgelegd in een bruikleenovereenkomst. De i-pad wordt op de eerste studiedag, na ondertekening van deze bruikleenovereenkomst, uitgereikt. De bruikleenovereenkomst kan via de website OBV worden ingezien. Van de student wordt daarom verwacht dat hij/zij een aantal basisvaardigheden beheerst, of bereid is deze eigen te maken, zoals: basisvaardigheden internet (opzoeken literatuur); opslaan en versturen van foto- en filmmateriaal; bestandbeheer van documenten (in het eigen digitaal portfolio); scannen van documenten en deze versturen.
3.2 Literatuurlijst Naast de informatie op de website is er nog een aantal boeken nodig. Deze staan vermeld in de literatuurlijst, uitgesplitst in verplichte en aanbevolen boeken (zie bijlage 3). De verplichte boeken worden tijdens de eerste bijeenkomst uitgereikt en hoeven niet te worden aangeschaft. Van de aanbevolen boeken is ten minste één exemplaar op de afdeling aanwezig, bestemd voor gemeenschappelijk gebruik. Uiteraard zijn de boeken te leen via de diverse bibliotheken en kunnen ze desgewenst zelf door de student worden aangeschaft. Tijdens de opleiding kan gebruik worden gemaakt van de boeken, readers en vakbladen die op de afdeling aanwezig zijn. Verder kan gebruik worden gemaakt van het intra- en internet en de ziekenhuis en universiteitsbibliotheek. Studenten worden uitgedaagd om zelf op zoek te gaan naar relevante artikelen. Eventueel kunnen de artikelen worden toegevoegd aan de OBV website, zodat ze ook voor medestudenten beschikbaar worden. Hiertoe dient de student een verzoek in bij de cursusleiding OBV.
3.3 Leerhuis Elk betrokken ziekenhuis heeft de beschikking over een (afdelings)bibliotheek en intranet. Via dit ‘leerhuis’ zijn er diverse mogelijkheden om over (digitale) informatie te beschikken. Het leerhuis van het Martini Ziekenhuis geeft o.a. toegang tot de universiteitsbibliotheek. De bibliothecaris van het Martini Ziekenhuis is dhr. Wieger de Jong en is bereikbaar via
[email protected]; tel.: (050) 5246078.
26
Hoofdstuk 4 – Algemene informatie Dit hoofdstuk bevat praktische informatie ten aanzien van o.a. de aan- en afmelding, huis- en gedragsregels, locatie, overnachtingsmogelijkheden en onkostenvergoeding.
4.1 Aanmeldingsprocedure Ten minste zes weken voor de start van de opleiding dient door het hoofd van de afdeling BWC een leerovereenkomst OBV te worden ingediend bij het secretariaat OBV. De leerovereenkomst OBV kan gedownload worden via http://oudesite.brandwondenstichting.nl/obv. Daarnaast dient de student een onderwijsovereenkomst te regelen met de eigen werkgever. Deze overeenkomst staat los van de OBV en valt onder de verantwoordelijkheid van het ziekenhuis waar de student werkzaam is.
4.2 Rooster en lestijden Het volledige overzicht, inclusief lestijden, docenten en lesvorm is opgenomen in de modulematrix, te vinden op de OBV website http://oudesite.brandwondenstichting.nl/obv onder agenda. Een aantal modules bestaat uit twee aaneengesloten studiedagen, waarbij de eerste dag ook een avondprogramma heeft. Zie bijlage 5 voor het rooster.
4.3 Huis- en gedragsregels De OBV heeft geen eigen locatie. De lesdagen worden afwisselend gehouden in de ziekenhuizen in Rotterdam, Beverwijk en Groningen. Er dient rekening gehouden te worden met de volgende regels: Studenten melden zich bij aankomst aan op de plaats zoals opgegeven en/of als vermeld op de OBV website, onder actualiteit; De praktijkopleider/cursusleider informeert de studentengroep t.a.v. huisregels, pasjes, betalingen en overige zaken; De lesruimtes dienen netjes, zoals aangetroffen bij binnenkomst, achter gelaten te worden. Dit geldt ook voor de gebruikte middelen en materialen; Tijdens de studiedag geldt het rookbeleid van het betreffend ziekenhuis; Voor het gebruik van internet en kopieermachines gelden de regels van het betreffende ziekenhuis waar de lessen worden gevolgd en wordt uitgelegd door de praktijkopleider van deze locatie; De cursusleiding van de OBV is niet aansprakelijkheid voor verlies en/of diefstal van eigendommen van de student; Tijdens de lessen wordt er niet gebeld en/of ge-sms’t en staan de toestellen uit (of trilfunctie); Alles wat er tijdens de lessen vertelt wordt (mits nadrukkelijk anders afgesproken), blijft binnen de groep en wordt gezien als vertrouwelijk. Zodoende wordt de integriteit t.o.v. medestudenten, collega’s, zorgvragers en de student zelf niet geschaad; Lestijden en pauzes staan vermeld in de matrix. Indien wenselijk wordt hier flexibel mee omgegaan. Pauzes kunnen in overleg ook gezien worden als rookpauze.
27
Gedragsregels Op de locatie waar de opleiding gehouden wordt, gelden de gedragsregels van het betreffende ziekenhuis. Binnen de beroepspraktijk gelden tevens de regels in overeenstemming met de verpleegkundige beroepscode.
4.4 Adressen en contactpersonen OBV In bijlage 4 is een overzicht opgenomen van de relevante adressen en contactpersonen.
4.5 Overnachtingsmogelijkheden en catering Voor de cursusdagen die uit twee aaneengesloten dagen bestaan, wordt voor de studenten van ‘buitenaf’ een hotelovernachting geregeld op basis van een tweepersoonskamer. Er worden geen overnachtingen gepland en vergoed voor studenten die lesdagen volgen in hun eigen ziekenhuis. Tijdens de cursusdagen worden de lunch en indien van toepassing het avondeten centraal geregeld door het secretariaat OBV. Met speciale dieetwensen kan rekening gehouden worden, mits tijdig doorgegeven.
4.6 Onkosten en declareren Reis- en parkeerkosten tijden de OBV lesdagen, waaronder ook het EMSB en NVBZ bezoek en de tweedaagse stage, komen voor rekening van de eigen werkgever en worden vergoed volgens de CAO ziekenhuizen.
4.7 Vakanties De lesdagen voor de OBV vallen buiten de vastgestelde vakantierichtlijnen voor Noord-, Midden- en Zuid Nederland (Bron: Ministerie van OCW). Het is niet geoorloofd om lesdagen te verzuimen vanwege (een geplande) vakantie.
4.8 Afmelden De student is verplicht bij de theorielessen aanwezig te zijn. Dit geldt ook voor de stage- en verplichte congresdagen. Verzuim kan alleen worden toegestaan bij ziekte en buitengewoon verlof in overleg met de leidinggevende. Verzuim door ziekte of buitengewoon verlof moet worden gemeld, volgens de “ziek en beter” meldingsprocedure van het ziekenhuis waar men werkzaam is en conform de regelgeving van de opleiding. Daarnaast moet de student zich afmelden bij de secretaresse OBV en de cursusleiding. Dit kan zowel telefonisch als per e-mail. Wanneer de student zich hier niet aan houdt is er sprake van ongeoorloofd verzuim. Zie bijlage 4 voor de contactgegevens.
28
Bijlage 1 – Eindtermen OBV en deelkwalificaties Opleiding
Beroepspraktijk
Eindtermen onderverdeeld in deelkwalificaties Zie voor de concrete uitwerking in taxonomiecodes, Beroepsdeelprofiel (hoofdstuk 4)
Taakgebieden Zie voor benodigde competenties hoofdstuk competentieomschrijving in de studiegids
Kerntaken Zie voor de concrete uitwerking Beroepsdeelprofiel (hoofdstuk 3)
Zorgvragergebonden taken, voornamelijk in module 2, 4, 5 en 6 BV- 01 Methodische beroepsuitoefening
Vaststellen van de benodigde zorg
Vaststellen van de benodigde zorg
A
A1 - De vraag naar verpleegkundige zorg introduceren en verkennen A2 - Gegevens verzamelen A3 - Verpleegkundige diagnoses vaststellen
Plannen van zorg
Plannen van zorg
B
Uitvoeren van zorg Preventie en voorlichting Coördinatie van zorg
Uitvoeren van zorg
C
C1 C2 C3 C4 C5 C6 C7
Evaluatie van zorg
Evaluatie van zorg
D
D - Evalueren van het verpleegproces en het totale zorgproces
B1 - Het beoogde resultaat van de verpleegkundige zorg formuleren. B2 - Verpleegkundige interventies kiezen -
Observeren en signaleren Verzorgen Begeleiden Verpleegtechnisch handelen Informeren en adviseren Preventie en voorlichting geven Coördineren
Voorwaardenscheppende taken, voornamelijk in module 1 en 3 BV- 02 Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering
Professie gebonden taken
E
E1 - De eigen deskundigheid bevorderen E2 - De kwaliteit van verpleegkundige zorg bevorderen E3 - De beroepsuitoefening professionaliseren
BV- 03 Organisatie van zorg
Organisatiegebonden taken
F
F1 - Bijdragen aan het beleid van de organisatie-eenheid/ instelling F2 - Bijdrage aan het beheer van de organisatie eenheid F3 - Samenwerken
29
Bijlage 2 – Overzicht toetsen, beoordelen en evalueren Gesprekken Soort
Wat en wanneer
Betrokkenen
Doel van het gesprek Formaliseren overeenkomst en vastleggen EVC
Normering
Consequenties
Intakegesprek
EVC’s bespreken ter goedkeuring.
Student Praktijkopleider Leidinggevende
Praktijk beoordeeld motivatie voor OBV en EVC
Bij aangetoonde EVC door praktijk, passende vrijstelling voor modules
Student Werkbegeleiders Praktijkopleider Leidinggevende
Formatief “0” meting t.a.v. niveau van bekwaamheid Brandwondenverpleegkundige
Bij onvoldoende score zorgproces en score 1 of 2 gedragscriteria en leerproces: Persoonlijk ontwikkelplan (POP)
Is score in totaal onvoldoende: Uitstel start OBV en advisering t.a.v. te volgen traject in overleg met leidinggevende
Student Werkbegeleiders Praktijkopleider Desgewenst de leidinggevende
Summatief Inzicht krijgen in: Zorgproces Gedragscriteria Leerproces
Norm voor het zorgproces is “voldoende”, voor gedrag en leerproces minimaal score 3 (redelijk ontwikkeld)
Beneden de norm extra persoonlijke leerdoelen geformuleerd Bij blijvend onvoldoende resultaat wordt per centrum passende maatregelen genomen
Norm voor het zorgproces is “voldoende”, voor gedrag en leerproces minimaal score 3 (redelijk ontwikkeld)
Bij definitief onvoldoende resultaat wordt per centrum passende maatregelen genomen
Invullen: Leerovereenkomst Wanneer: 6 weken voor aanvang OBV Startgesprek
Invullen: Feedbackformulier Wanneer: Binnen 3 weken na start OBV
Tussenevaluatie
Invullen: Feedbackformulier Wanneer: Ca. 8 maanden na start OBV
Evalueren en bijstellen POP
Eindevaluatie
Invullen: Feedbackformulier Wanneer: Minimaal 1 maand voor de eindpresentaties OBV
Student Werkbegeleiders Praktijkopleider Desgewenst de leidinggevende
Summatief Geeft inzicht in: Zorgproces Gedragscriteria Leerproces Eindoordeel m.b.t. behalen certificaat
* Onvoldoendes en score 1 en 2 worden altijd schriftelijk gemotiveerd.
30
Voorbereiding en beoordeling modules Betrokkenen
Doel van het gesprek
Ter voorbereiding op de thema’s per module en om eigen beginsituatie vast te stellen
Student Cursusleiding
Inloggen OBV website ter voorbereiding op thema’s module 2 en 4 Per module wisselend aantal thema’s. Elk thema wordt afgesloten met een PO. Afronding van de PO’s: - Module 1 (03-10-2012), uitzondering schema JC - Module 2 (01-09-2012) - Module 3 (21-04-2013) - Module 4,5 en 6 (21-05-2013) In een studieevaluatiegesprek wordt in overleg met leidinggevende en praktijkopleider afspraken gemaakt als de voortgang bedreigd wordt. Inloggen op site V&VN en rekentoets of via bijv. Elearning module eigen ziekenhuis. Afronden voor start module 4 (03-10-2012). Afrondende eindopdracht voor elke module Wordt afgenomen als elke PO voor betreffende module met een voldoende is afgerond.
Soort
Wat en wanneer
Voorbereidende opdrachten (VO)
Bijzondere VO: Takehome, MCtoets, toetsen anatomie/ fysiologie Praktijkopdrachten (PO) Dit kunnen zijn: Productdemonstratie Reflectie Presentatie
Rekentoets Digitaal
Proeve van Bekwaamheid (PvB)
Normering
Consequenties
Formatief Inzicht verwerven t.a.v. kennis over de thema’s
De cursusleiding beoordeelt het resultaat en de inzet
Student Cursusleiding
Formatief Inzicht kennis anatomie en fysiologie
Bij onvoldoende kennis besteedt student extra aandacht aan dit onderwerp
Student Werkbegeleider Praktijkopleider Cursusleiding
Summatief Geeft inzicht in hoeverre competentie begrepen is en er transfer van het geleerde plaatsvindt in de praktijk
Uitgevoerde PO worden besproken met werkbegeleider en beoordeeld met scorelijst. Vetgedrukte criteria mogen niet onvoldoende zijn. Bij PO module 1 moeten de gedragscriteria voldoende zijn na theorie module 6
Student
Formatief Inzicht rekenvaardigheden
Eigen conclusies op resultaat.
VO kunnen per student verschillend worden voorbereid afhankelijk van de beginsituatie, z.n. studie evaluatiegesprek. Gastdocenten gaan uit van deze beginsituatie. Bij uitvoering praktijk opdrachten is deze kennis noodzakelijk Onvoldoende beoordeelde opdrachten worden binnen 4 weken overgedaan en beoordeeld door dezelfde werkbegeleider. De student krijgt 1 herkansing per PO. Bij meer dan 3 onvoldoende praktijkopdrachten vindt verlenging van BPV plaats met max. 6 maanden. Bewijs voldoende beoordeling in digitaal portfolio.
Student Werkbegeleider Praktijkopleider
Summatief Geeft inzicht in hoeverre competentie begrepen is en er transfer van het geleerde plaatsvindt in de praktijk
Student Panel van Deskundigen Leidinggevenden Cursusleiding
Formatief De student krijgt inzicht in presenteren voor de groep en Inzicht in het onderzoeks proces
Wordt afgenomen door praktijkopleider en/of een andere werkbegeleider dan de toegewezen werkbegeleider voor de BPV periode. Besproken met werkbegeleider en praktijkopleider en beoordeeld via een scorelijst. Normering staat vermeld op scorelijsten PvB De presentatie wordt door een gelegenheidspanel “beoordeeld” en na afloop mondeling van feedback voorzien
Afronding PvB: Module 1: (13-03-2013) Module 2: (19-09-2012) Module 3: (21-06-2013) Module 4: afhankelijk planning EMSB Module 5 en 6: 21-05-2013 Eindpresentatie
Student presenteert resultaten literatuuronderzoek (Proeve module 3, zie Journal Club)
31
Onvoldoende beoordeelde PvB worden binnen 4 weken overgedaan en beoordeeld door dezelfde mensen. De student krijgt 1 herkansing. Blijvend onvoldoende geeft verlenging met max. 6 maanden. Bij definitief onvoldoende wordt per cenrum passende maatregel genomen Geen
Bijlage 3 – Literatuurlijst Verplichte boeken* Beroepsdeelprofiel van de gespecialiseerd verpleegkundige brandwondenzorg, Nederlandse Vereniging van Verpleegkundigen in de Brandwondenzorg, 2002 Reflecteren, handvatten voor verpleegkundigen, Koetsenruijter, Lemma, 2008 Inleiding in evidence-based medicine, klinisch handelen gebaseerd op bewijsmateriaal, Offringa, M., Assendelft, W.J.J., Scholten, R.J.P.M., BSL, Baarn, 3 e druk, 2010. Handboek fysiotherapie en ergotherapie bij brandwonden, Schouten, H. e.a.: Nederlandse Brandwonden Stichting, ISBN 10 9080986119 Brandwondenzorg; een multidisciplinaire benadering, Brand- van Tilburg R.F., Baljon R.M. e.a.: Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen 2000 (digitaal beschikbaar via OBV site ivm nieuwe uitgave). *Deze boeken worden tijdens de eerste studiebijeenkomst uitgereikt Aanbevolen boeken WCS wondenboek, Nederlandse Vereniging voor deskundigen in Wondbehandeling, ISBN 9073755042 losbladig Handleiding verpleegkundige diagnostiek, Gordon M:. Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, 2003 Verpleegkundige zorgresultaten, Johnson M, Maas M: Elsevier/de Tijdsstroom, 2001 Verpleegkundige interventies, McCloskey JV, Bulecheck GM: Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen, 2000 Zakboek verpleegkundige diagnosen, Carpenito LJ: Wolters Noordhof, Groningen De toepassing van klinisch redeneren, Cingel M. van der, Bohn Stafleu van Loghum, ISBN10: 9031337749 Stap voor stap naar verpleegkundig resultaat, Noorda G: Elsevier Gezondheidszorg, Maarssen 2002 Anatomieboek naar keuze Leerboeken Intensive- care, deel 1,2 en 3 Snelle interpretatie van het ECG, Dubin D: Read Business 1998, ISBN 9035219015 Vaardig communiceren in de gezondheidszorg, Silverman, J. e.a.: Lemma, 2006, ISBN 9051898142 Ontwikkeling in vogelvlucht- Ontwikkeling van kinderen en adolescenten, Delfos, M.F, 2005, ISBN 9026517688 Het geneesmiddel en zijn toepassing, Soeterbroek A.M. e.a.: Bohn Stafleu van Loghum, 1996 9de druk, ISBN 9031318493 Postoperatieve zorg, Booij L.H.D.J. e.a.: Lemma B.V., 2002, ISBN 9789059310827 De stoel van God, Brand P, Prelum Uitgevers, ISBN 9789046806487 Basisboek zorgethiek; over menslievende zorg, moreel beraad en de motivatie van verpleegkundigen, Van Nistelrooy I., ISBN 978-90-8972-004-7 Proactive Nursing, klinische aandachtspunten, Bakker, M. Boom, Lemma, 2010.
32
Bijlage 4 – Relevante adressen en contactpersonen OBV Cursusleiding Naam: Femmy Visser-Lier en Aagtje Mekkering E-mail:
[email protected] Telefoon: (050) 524 56 56 of (050) 524 55 60 Postadres BWC Martini Ziekenhuis T.a.v. cursusleiding OBV Postbus 30033 9700 RM Groningen
Brandwondencentrum Beverwijk Rode Kruis Ziekenhuis Praktijkopleider Naam: Coriëlle Rovers E-mail:
[email protected] Telefoon: (0251) 265 220 Bezoekadres Vondellaan 13 1942 LE Beverwijk Telefoon: (0251) 265 555 Website: www.rkz.nl
OBV Secretariaat Secretaresse: Monique de Haan E-mail:
[email protected] Telefoon: (0251) 275 526 www.brandwondenstichting.nl/obv
Brandwondencentrum Groningen Martini Ziekenhuis (Unit 3A en 3E) Praktijkopleiders Naam: Femmy Visser-Lier en Aagtje Mekkering E-mail:
[email protected] Telefoon: (050) 524 56 56 of (050) 524 55 60
Postadres Brandwonden Stichting T.a.v. secretariaat OBV Postbus 1015 1940 EA Beverwijk
Bezoekadres Van Swietenplein 1 9728 NZ Groningen Telefoon: 050 (524) 52 45 Website: www.martiniziekenhuis.nl
Brandwondencentrum Rotterdam Maasstad Ziekenhuis Praktijkopleider Naam: Jos de Vries E-mail:
[email protected] Telefoon: (010) 29 13 728
De Bergkerk Beheerder Naam: Dhr. R.Th.Buijk E-mail:
[email protected] Bezoekadres Dr. Abraham Kuyperlaan 2 3818 JC Amersfoort Telefoon: (033) 46 17 917 Website: www.bergkerk.nl
Bezoekadres Maasstadweg 21 3079 DZ Rotterdam Telefoon: (010) 29 11 911 Website: www.maasstadziekenhuis.nl Begeleidingscommissie en gebruikersgroep Contactgegevens van de begeleidingscommissie en de gebruikersgroep kunt u vinden op de OBV website via: www.brandwondenstichting.nl/obv
33
Bijlage 5 – Rooster 2012 – 2013 Module
Omschrijving
Datum
Plaats
Studiedag werkbegeleiders
8 december 2011
Amersfoort
Terugkomdag werkbegeleiders
9 februari 2012
Amersfoort
Module 1
Leer- en beroepsaspecten
8-9 maart
Rotterdam
Module 2
Basis brandwondenzorg
19-20 april (deel 1)
Groningen
7-8 juni (deel 2)
Beverwijk
20 september
Bergkerk,
Module 3
Kwaliteitszorg en deskundigheidsbevordering
Module 4
Intensieve brandwondenzorg
Amersfoort 4-5 oktober (deel 1)
Rotterdam
29-30 november (deel 2)
Groningen
Module 5
Kind en brandwond
17-18 januari 2013
Beverwijk
Module 6
Psychologie en psychiatrie
14-15 maart
Beverwijk
Afronding
Inleveren concept eindnotitie
21 april
Eindpresentaties
21 juni
EMSB/NVBZ/Stage(s)
In overleg
34
Amersfoort