Studiegids Havo 414-15 + 515-16 Examen 2016.
VSB
INHOUDSOPGAVE.
Blz.
3 4 5 6 7 10
1 2 3 4 5 6
Inleiding. Programma van Toetsing en Afsluiting. (P.T.A.) Onderdelen voor het rapportcijfer in Havo-4. Overzicht SE en CE stof De Praktische Opdracht (PO) aardrijkskunde Een ProfielWerkStuk (P.W.S.) aardrijkskunde
1 Inleiding
.
Voor je heb je de studiegids aardrijkskunde voor HAVO-4 en 5. Hierin wordt een overzicht gegeven van wat je te wachten staat, wanneer er getoetst wordt, hoe de toetsen meetellen voor je rapport en je schoolexamen, wat wij aan vakspecifieke eisen stellen en natuurlijk handige tips om deze twee jaar zo succesvol mogelijk af te sluiten. Als je voor aardrijkskunde gewoon het opgedragen werk doet mag het geen enkel probleem zijn om een zes of een zeven te halen. In de Tweede Fase is het regelmatig studeren en serieus maken van de opdrachten van groot belang. Er wordt niet alleen een gedegen feitenkennis van je gevraagd, maar in de toetsen gaat het er steeds meer om dat je bepaalde oefeningen tot een goed einde kan brengen. Denk hierbij aan het aflezen van kaarten, tabellen, grafieken en andere bronnen. Je moet ook ruimtelijke problemen kunnen oplossen, beredeneerde voorspellingen doen, enz, enz…. Een regelmatig gehoorde klacht na elk Centraal Schriftelijk Examen (CSE) aardrijkskunde is dat er niet gevraagd werd wat de leerling er de 2 dagen voor het examen in probeerde te stampen. Dat klopt! Er wordt vaak gevraagd toe te passen wat je de afgelopen 2 jaar tijdens de les hebt geoefend! De laatste jaren valt op dat examenopgaven veel lijken op de opgaven uit het werkboek. Wat ook opvalt is dat je, om de examenvragen te kunnen begrijpen, de geografische begrippen goed moet beheersen.
Lees deze studiegids aandachtig door. Probeer daarbij ook verbanden te leggen met andere vakken. In de Tweede Fase is het mogelijk om èèn en dezelfde opdracht bij meerdere malen te gebruiken. Opgaven en teksten van het vak aardrijkskunde over bijvoorbeeld het broeikaseffect kan je ook weer gebruiken bij een spreekbeurt voor ANW. Daarnaast is het mogelijk om Praktische Opdrachten in het examenjaar samen te voegen en / of uit te breiden tot een Profielwerkstuk (PWS). Dit kan ook met P.O.’s van verschillende vakken. Als je dan in het examenjaar aan je PWS moet beginnen heb je eigenlijk al een aantal hoofdstukken klaar liggen. Er moet dan nog wel één geheel van worden gemaakt. De P.O.’s moeten dan wel over hetzelfde thema gaan. Infrastructuur is bijvoorbeeld zo een thema dat zowel vanuit geografische, economische als historische hoek bestudeert kan worden. Ben je geïnteresseerd in deze kortere route door je HAVO-studie, neem dan zelf contact op met je docent.
2 Het Programma van Toetsing en Afsluiting. (P.T.A.)
.
Hieronder volgt een opsomming van de onderdelen die meetellen voor het School Examen. (S.E.) De 6 toetsen en de Praktische Opdracht leveren het cijfer (met 1 cijfer achter de komma) op voor het schoolexamen aardrijkskunde. Dit is de helft van je eindcijfer. De andere helft is het cijfer (met 1 cijfer achter de komma) dat je haalt voor het Centraal Schriftelijk Examen (C.S.E.) Het gemiddelde van beide cijfers wordt afgerond en is het eindcijfer dat op je diploma komt. 4 HAVO Maand Dec 2014 Jan 2015 Apr 2015
5 HAVO Maand sep 2015 SE I: okt 2015 SE II: jan 2016 SE III: apr 2016
Schooljaar 2014-2015 Toets / PO Weging Toets 5% 50 min Toets 15 % 100 min Toets 15 % 120 min
Inhoud Wereld; arm en rijk (hfdst nog op te geven) Wereld; arm en rijk (helemaal) Systeem aarde (helemaal)
Schooljaar 2015-2016 Toets / PO Weging P.O. 10 % Toets 15 % 120 min Toets 15 % 120 min Toets 25 % 150 min
Inhoud Eigen omgeving Wereld/aarde; landbouw in Europa (helemaal) Wonen in Nederland (helemaal) Indonesië + overige examenstof.
Herkansingen: -Na SE I mag je één van de tot dan toe gemaakte toetsen herkansen. (Je mag maar 1 vak herkansen) -Na SE II mag je SE II herkansen. (Je mag maar 1 vak herkansen)
-Na SE III is er GEEN herkansing. Let op het gewicht van die toets!
3 Proefwerken en andere onderdelen van het rapportcijfer HAVO-4 Oktober
Deel 1 van Arm en rijk + Bosatlas en kaart. December Deel 2 van Arm en rijk
Rapt 1x
Januari
Rapt 3x
Begin maart April juni
PW 50 min Toets SE 50 min Arm en rijk (helemaal) Toets SE 100 min Deel 1 Systeem aarde PW 50 min Systeem aarde helemaal Toets SE 100 min Landbouw in Europa PW 50 min
Rapt 1x
Rapt 2x Rapt 3x Rapt 2x
Bij ieder rapport krijg je ook een digicijfer. Dit is het gemiddelde vaneen aantal opdrachten dat je maakt op de ELO, mits je werkboek volledig is ingevuld + gecorrigeerd. Als niet alle digitale opdrachten zijn ingeleverd en/of het werkboek niet volledig in orde is, dan krijg je het cijfer 0,1. De weging van het digicijfer is zodanig dat een gemiddeld digicijfer 8,0 van een 5,3 een 5,5 maakt. In geval van overmacht kunnen er wijzigingen worden aangebracht in dit programma!
Meer cijfers krijg je zeker niet!
4 Overzicht van de Examenstof aardrijkskunde CE/ SE
De Geo: Inhoudsopgave 1
2
3
4
5
.
Wereld | Arm en rijk: Hoofdstuk 1 Mexico en de Verenigde Staten: een wereld van verschil Hoofdstuk 2 La Nueva Frontera Hoofdstuk 3 Naar de Verenigde Staten: el otro lado Hoofdstuk 4 De wereld in delen Wereld / Aarde | Landbouw in Europa: Hoofdstuk 1 Europese landbouw in beweging Hoofdstuk 2 Verder kijken dan de Costa’s Hoofdstuk 3 Op de grens van de continenten Aarde | Systeem aarde Hoofdstuk 1 Reis vanaf het middelpunt van de aarde Hoofdstuk 2 De buitenkant van de aarde Hoofdstuk 3 De blauwe planeet Hoofdstuk 4 Natuurgeweld in de Verenigde Staten Gebieden | Indonesië actueel Hoofdstuk 1 De Indonesische archipel Hoofdstuk 2 Land in opkomst Hoofdstuk 3 Werk en welvaart in Indonesië Hoofdstuk 4 Ontbossing in Indonesië Hoofdstuk 5 Culturele en religieuze conflicten in Indonesië Leefomgeving | Wonen in Nederland Hoofdstuk 1 Denkend aan Holland Hoofdstuk 2 Rivierbeleid Nederland Hoofdstuk 3 Stedelijke vraagstukken in Nederland PO
Totale studielast
310 uur
Lesuren in Havo-4 (40 x 3) Lesuren in Havo-5 (30 x 3)
120 uur 90 uur
Huiswerk
100 uur per
SLU 70
SE SE SE CE 40 SE SE SE 70 CE CE CE SE 70 CE CE CE SE SE 60 CE CE CE SE
(10)
les 25 minuten
5 De Praktische Opdracht (P.O.) en het Profielwerkstuk (P.W.S.) . In H5 beginnen we met het P.O. Thema’s voor het P.O. zijn: a-Een gebied waar één of meer rijke landen en één of meer arme landen aan elkaar grenzen. Beschrijf en verklaar economische, demografische en sociaal-culturele gebiedskenmerken en de relaties daartussen in beide landen. Beschrijf en verklaar de (grensoverschrijdende) relaties tussen beide soorten landen en de gunstige en ongunstige effecten daarvan. b- gebiedskenmerken van een nader aan te wijzen ontwikkelingsland beschrijven en analyseren. Beschrijf en verklaar sociaal-geografische en fysisch-geografische kenmerken van het betreffende ontwikkelingsland; Beschrijf en verklaar de sociaal-economische positie van het betreffende ontwikkelingsland in de macroregio én in de wereld. Beschrijf en verklaar vraagstukken van landdegradatie en milieuverontreiniging; Beschrijf en verklaar conflicten in het betreffende ontwikkelingsland die verband houden met de etnische en culturele diversiteit in het land c-Beschrijf, verklaar en beoordeel hoe mondialisering uitwerkt in een lokale voorbeeld. Bijvoorbeeld een rozenkweker die ook werkt in Kenia. d-Beschrijf en verklaar in de eigen omgeving de verschillen binnen een fysisch-geografisch gebied waar twee of meer verschillende landschappen aan elkaar grenzen. e- Beschrijf, verklaar en beoordeel hoe mondiale natuurruimtelijke processen uitwerken in een lokaal voorbeeld. Wat zijn de gevolgen van klimaatverandering in onze regio? f-Beschrijf, verklaar en beoordeel actuele vraagstukken van overstromingen en wateroverlast in Nederland. g-Beschrijf, verklaar en beoordeel actuele ruimtelijke en sociaaleconomische vraagstukken van stedelijke gebieden in Nederland. Ga hierbij in op duurzame ontwikkeling en plannen voor de ruimtelijke inrichting van Nederland. h-Beschrijf, verklaar en beoordeel actuele lokale en regionale ruimtelijke vraagstukken.
Het P.O. wordt gemaakt in tweetallen. Een eenmaal gekozen onderwerp kan niet door een ander tweetal worden gekozen. Het wordt geen groot P.O. Het is de bedoeling dat je er per persoon 10 klokuren aan besteed. Van je onderzoek maak je een artikel. (en eventueel een presentatie) Het P.O. telt voor 10% mee in het S.E. Het P.O. wordt gepland en gemaakt in nauw overleg met je docent. Havo-5 wordt een druk jaar. Daarom maken we het P.O. in de eerste twee weken. Je kan het P.O. dan ook combineren. Je P.O. kan bijvoorbeeld een hoofdstuk zijn uit het P.W.S. dat tegelijkertijd moet worden gemaakt. Daarnaast is het slim om een onderwerp uit het examenprogramma aardrijkskunde te kiezen. Bijvoorbeeld: -1-Je maakt een P.O. over de relatie tussen gas- en oliewinning in de omgeving van Alkmaar en het voorkomen van aardbevingen in dat gebied. Dit wordt dan een hoofdstuk in een P.W.S. over verschillende oorzaken van aardbevingen, de gevolgen hiervan en wat je kan doen om de schade te beperken. Het onderwerp aardbevingen komt ook aan de orde in de boeken: systeem aarde, Indonesië en Landbouw in Europa. -2-Je maakt een P.O over de ‘Vogelaarwijk’ Oud-Overdie in Alkmaar. Dit is een achterstandswijk. Deze wijk kan je in een P.W.S vergelijken met achterstandswijken in bijvoorbeeld Amsterdam, Parijs, London, etc…. Stedelijke vraagstukken komen ook aan de orde in hoofdstuk 3 van het boek Wonen in Nederland. Hieronder vind je nog een aantal suggesties voor een P.O. (eventueel gecombineerd met een P.W.S.) Natuurlijk mag je ook zelf dergelijke combinaties bedenken. Doe dit wel in overleg met je docent. Je mag natuurlijk ook een P.O. maken over een onderwerp dat niet bij het examen aan de orde komt. Het moet echter wel gaan over de eigen omgeving.
Aardrijkskunde havo: mogelijke onderwerpen voor een P.O / P.W.S. De onderwerpen voor zowel het PO als het PWS sluiten bij voorkeur nauw aan bij de examenstof. Het is mogelijk om een PO (onderzoek in de eigen omgeving) uit te breiden tot een PWS. Het PO is dan een hoofdstuk van het PWS. Boek Arm en rijk
P.O. onderwerp -Arbeidsmigranten in de bollen / tuinbouw -Herkomst van kleding in Heerhugowaardse boetieken -Een gebied waar arm en rijk aan elkaar grenzen. -Een ontwikkelingsland
P.W.S onderwerp -Het Europese migratievraagstuk
-Aardbevingen rond Alkmaar als gevolg van gas- oliewinning
-Verschillende oorzaken van aardbevingen, de gevolgen en maatregelen om de schade te beperken. -Afbraak en opbouw van een groter gebied / ander gebied.
-Mondiale bedrijfsverplaatsing / internationale arbeidsverdeling -Verschillende gebieden waar arm en rijk aan elkaar grenzen. -Meerdere ontwikkelingslanden vergelijken. -Migranten in Heerhugowaard -De verdeling van migranten over Nederland / Europa. -Vergelijk 2 wijken in -Vergelijk Heerhugowaard met Heerhugowaard, bezien vanuit andere steden in binnen- en verschillende dimensies. buitenland. -Asielzoeker in Heerhugowaard (o.a. -Mondiale vluchtelingenstromen / interview) Asielbeleid. -Een voorbeeld van een lokaal -Mondiale bedrijfsverplaatsing / bedrijf in een global village. internationale arbeidsverdeling Systeem aarde
-Natuurlijke processen: Afbraak en opbouw van het landschap rond Heerhugowaard -De (opbouw en afbraak van de) kust tussen Egmond en Petten. -De duinen tussen IJmuiden + Schoorl + drinkwaterwinning -(Mogelijke) natuurrampen in onze omgeving. -Een gebied waar twee verschillende landschappen aan elkaar grenzen. -De gevolgen van klimaatverandering op onze eigen omgeving. Landbouw in Europa
-(Opbouw en afbraak langs de) hele Nederlandse kust / andere kusten. -Drinkwaterwinning in Nederland en / of daarbuiten. -Natuurrampen in Nederland en / of daarbuiten. (oorzaken, gevolgen, oplossingen) -Meerdere grensgebieden vergelijken. -De gevolgen van klimaatverandering in verschillende gebieden vergelijken.
-De invloed van de EU op agrarische -Het EU landbouw beleid en …….. bedrijven in Heerhugowaard
-Agrarische bedrijven rond Heerhugowaard -Een boerenbedrijf in een gebied met beperkingen. (Eilandspolder) -De ruilverkaveling van het Geestmerambacht.
Wonen in Nederland
-Oud-Overdie als achterstandswijk.
-Overstromingsgevaar in de regio Alkmaar / Heerhugowaard. -De waterhuishouding van de Heerhugowaard. -Ruimtelijke veranderingen in de wijken van Alkmaar / Heerhugowaard -Hoe moet de regio AlkmaarHeerhugowaard bestuurd worden? -Heerhugowaard als VINEX-lokatie -Heerhugowaard / Alkmaar als winkelstad.
-Een vergelijking met bedrijven in andere gebieden binnen en buiten Nederland. -Een vergelijking tussen bedrijven in verschillende gebieden. -Een vergelijking met ruilverkavelingen in andere delen van Nederland.
Oud-Overdie vergelijken met andere achterstandswijken in binnen- en buitenland. -Overstromingsgevaar in Nederland. -De waterhuishouding van verschillende gebieden in Nederland. -Alkmaar / Heerhugowaard vergelijken met andere steden in Nederland. -een vergelijking met andere samenwerkende steden. -Ruimtelijk beleid in Nederland -Winkelsteden in Nederland. De theorie van Christaller.
6 ProfielWerkStuk. (PWS) . In het eerste semester van HAVO-5 maakt iedereen een groot werkstuk aansluitend bij één (of meer) vakken waarin examen wordt gedaan. Met aardrijkskunde als keuzevak kan je dus ook kiezen voor een geografisch P.W.S. I. De keuze van het onderwerp. Het P.W.S. is redelijk veel werk. Kies daarom een onderwerp dat je leuk vindt, of op z´n minst interessant. Probeer daar dan zelf, of in overleg met je docent, een geografische invalshoek bij te bedenken. Zoals je hiervoor hebt kunnen lezen is het mogelijk om een P.W.S te combineren met bijvoorbeeld een P.O. en een stuk van de examenstof. II. De probleemstelling. Gelijktijdig met, of direct na de keuze van je onderwerp moet je gaan nadenken over je probleemstelling. Dit is de centrale vraag die je in je werkstuk gaat beantwoorden. Door het formuleren van een probleemstelling ga je nauwkeurig vastleggen wat je gaat bestuderen. Je gaat de omvang van het onderwerp beperken, zodat het eindproduct ook binnen de beschikbare tijd kan worden afgerond. Voor een PWS staat 40 studie-uren per persoon. Probeer ook in te schatten of er voldoende materiaal, op redelijk korte termijn, beschikbaar is. Als je een werkstuk wilt maken over “Het klimaat” zal je het onderwerp drastisch moeten inperken tot bijvoorbeeld: “Welke gevolgen zal een stijging van de temperatuur op aarde hebben op de waterhuishouding van de Heerhugowaard?” Een vaag onderwerp als “De Heerhugowaard” zal moeten worden toegespitst tot bijvoorbeeld: “Waar in de Heerhugowaard vind je veel tuinbouw en waarom juist daar? Pas als je werkstuk helemaal klaar is moet er een toepasselijke en pakkende titel boven je werkstuk staan. Met een voorlopige titel kan je ook aan de slag. III. Vakspecifieke eisen aan de inhoud. -Aardrijkskunde heeft betrekking op ruimte en ruimtegebruik. Om de ruimte en / of het ruimtegebruik weer te geven gebruikt de geograaf kaarten. Een aardrijkskunde werkstuk zonder kaarten is altijd onvoldoende!!!!
Zorg dus voor een optimaal kaartgebruik: -Gebruik kaarten op de grootst mogelijke schaal. -Zorg voor een duidelijke afdruk. (downloaden van internet voldoet veelal niet aan deze eis!) -Denk aan titel, legenda (logische klassenindeling), schaal en bronvermelding. -Gebruik de meest actuele gegevens. In veel bronnen staan verouderde gegevens. Instellingen als het Centraal Bureau voor de Statistiek hebben wel de meest recente gegevens beschikbaar. Deze informatie is te raadplegen in de mediatheek van de school. IV. De werkwijze / afspraken met je docent. a-Voordat je contact opneemt met je docent over een te maken werkstuk heb je de volgende literatuur doorgenomen / verzameld: -Boek / werkboek voor zover van belang voor het onderwerp dat je op het oog hebt. -De vaardighedengids. (krijg je van je mentor / ook beschikbaar via de ELO) Hierin staan de algemene eisen waaraan een werkstuk moet voldoen. -Deze studiegids. -Zoveel bronnen (boeken, artikelen, internetsites, etc) dat duidelijk is dat er over jouw onderwerp genoeg materiaal is verschenen. Afhankelijk van wat je gaat onderzoeken en hoe je dat gaat doen moet er een bepaald aantal bladzijden op deze bronnenlijst vermeld staan. Het is verplicht hierin boeken en / of artikelen op te nemen. Alleen informatie van internet is dus onvoldoende!!! -Tevens heb je een werkplan gemaakt waarin in grote lijnen staat wat je wanneer wilt gaan doen. Ook de inleverdatum is hierin vermeld. b-Onderwerp, probleemstelling, onderzoeksvragen en een eventuele hypothese worden in overleg met je docent bepaald. Houdt er rekening mee dat dit meestal niet in èèn afspraak geregeld kan worden.. -Bij het ordenen, analyseren en interpreteren van de gevonden informatie kan je altijd terugvallen op je docent. Neem zelf tijdig contact op voor het maken van een afspraak. Als je op de bonnefooi langs komt hebben we veelal geen tijd voor je. (Sorry, druk, druk, druk,…) Belangrijk in deze fase is dat je in de gaten houd of je (voldoende) materiaal hebt om de onderzoeksvragen en tenslotte de probleemstelling te beantwoorden.
c-Check bij het maken van je eindverslag, scriptie, etc, continu of je voldoet aan de gestelde eisen. (Zie studiegids en vaardighedengids) Vraag bij twijfel advies aan je docent. d-Lever het werkstuk op tijd in. Te laat inleveren gaat ten koste van je cijfer. Altijd zelf een kopie achter de hand houden! e-Zorg steeds voor –online- reservebestanden. Problemen met de computer worden niet geaccepteerd als een geldig excuus voor te laat inleveren!