Studiegids 2015 – 2016
Faculty for Comparative Study of Religions and Humanism
~1~
Inhoud Verantwoording – Principeverklaring……………………………………… Declaration – Principles statement – Admission……………………. Justification – Declaration de principe – Admission ……………… Inrichtende macht ………………………………………………………………….. Academisch corps Administratie ……………………………………………………………………………. Bibliotheek Academisch jaar ………………………………………………………………………. Collegegeld Algemeen vormingswerk ………………………………………………………… Taalstelsel Algemene informatie Onderzoekcentra binnen de FVG ……………………………………………. Kierkegaard Werkgroep Native American Studies WCJA Department of Jain Studies FVG Avondlezingen & Projecten Departement Religieuze Kunst & Etnografie Het Moment Curriculum 2015-2016 ……………………………………………………………. Hoofdstam Hulpwetenschappen ………………………………………………………………… Variabele Vakken …………………………………………………………………….. FVG Publicaties ………………………………………………………………………… Bilaterale akkoorden Studiebeurzen
Bist 164 – B-2610 Wilrijk-Antwerpen
Rectoraat :
tel. +32 3 830 51 58 e-mail:
[email protected] website: www.AntwerpFVG.org
Secretariaat :
e-mail :
[email protected]
~2~
3 4 5 7 9 10 11 12
13 18 21 22
VERANTWOORDING Op 13 maart 1980 kwamen te Antwerpen meerdere religieus geïnteresseerden van universitair niveau bij elkaar. Uit hun gesprek bleek de noodzaak van een instelling die gewijd zou zijn aan een grondige studie van religies en wereldbeschouwingen. Op 30/04/80 werd dan ook overgegaan tot de oprichting van de FACULTEIT VOOR VERGELIJKENDE GODSDIENSTWETENSCHAPPEN – afgekort: FVG", waarvan de stichting en de statuten erkend werden (Min. Justitie) bij KB van 20/06/80 (BS 8/07/80) en 17.02.89 (BS 04.03.89). De FVG is erkend als onderwijsinstelling van het 3de niveau (Ministerie - Sociale Zaken - van 10.08.1993, met verwijzing naar het KB dd. 28.06.1969). Tal van bilaterale akkoorden & partnerships zijn afgesloten met universiteiten en instituten (zie blz 22) Art. 2 van deze Statuten (zie BS 25.09.1980) luidt: De vereniging heeft tot voorwerp : het op internationaal universitair niveau inrichten van de vergelijkende studie der godsdienstwetenschappen en van het wetenschappelijk onderzoek op het vlak van de religies en wereldbeschouwingen. De tegenwoordige en toekomende leden verklaren plechtig dat de FVG aan geen enkel leerstelsel onderworpen is. De meest absolute verdraagzaamheid zal voorgaan bij de betrekkingen tussen de leden en de bij de opzet betrokkenen.
PRINCIPEVERKLARING Het huidige wereldgebeuren toont ons dagelijks het groeiende contact tussen de verschillende levensbeschouwingen en de uiteenlopende cultuurpatronen die door de religies en de filosofieën getekend zijn. Wanneer, in het beste geval, de hoofdtrekken van die godsdiensten en levensbeschouwingen plusminus gekend zijn, toch staat de doorsnee intellectueel of homo religiosus meestal vreemd tegenover de dagelijkse praktijk en de expressies van die uiteenlopende vormen van geestelijk leven. Dit geeft aanleiding tot heel wat misverstanden en fricties. Weliswaar wordt de godsdienstwetenschap als vak op academisch niveau bestudeerd. Het valt echter op dat universiteiten van confessionele oorsprong begrijpelijkerwijs de nadruk leggen op de eigen religie; daarbij worden dan de overige levensbeschouwingen belicht vanuit een eigen restrictieve en bewust of onbewust proselytische visie. In niet confessionele instituten zijn religieuze werken en/of verschijnselen voorwerpen van filologische of historische studie, maar nooit op het vlak van de mens en diens levenshouding. Daarom organiseert de FVG op universitair vlak (KB 30.06.1980, art. 2) in dagcursussen lopende over vier jaar, de grondige studie van wereldgodsdiensten en levensbeschouwingen. Hierbij worden ook, in de mate van het mogelijke, de z.g. 'lokale' of 'primitieve' religies en de peri- en parareligieuze verschijnselen betrokken. Het unieke kenmerk van de FVG komt tot uiting in haar onderwijsproject. Het is de bedoeling van de FVG : Inzicht te verwerven in de veelheid van religies, wereld- en levensbeschouwingen zonder uitsluitsel en vooringenomenheid. Dit betekent : 1. dat zij haar onderzoek niet beperkt tot de wereldgodsdiensten maar ook oog heeft voor kleinere religieuze groeperingen met lokale betekenis. 2. dat zij zich onafhankelijk van elke ideologie opstelt in de overtuiging dat religies niet bestudeerd kunnen worden vanuit het gezichtspunt van één bepaalde religie. 3. Om dit eigensoortig inzicht te verwerkelijken heeft zij een eigen methodiek ontwikkeld. Omwille van het belang van rechtstreeks contact met de godsdiensten en levensbeschouwingen, wordt ernaar gestreefd om onderwijs te geven door docenten die behoren tot de verschillende levensbeschouwingen zelf, die “van binnen uit” informatie kunnen verstrekken. Dit biedt een waarborg voor gelijkwaardigheid en pluralisme. Vanuit hun eigen religie en cultuur docerend, brengen zij naast kennisname van de theoretische lering ook inzicht bij in de praktische beleving. Zo concretiseren zij wat anders teveel een abstractie blijft. Dit ‘getuigenis’ mag echter niet tot proselitisme leiden. 4. Door elke levensbeschouwing en religie los van elkaar, als gelijklopende parallellen, te doceren, wordt er geen convergerend theologisch of filosofisch standpunt ingenomen; veeleer worden levensbeschouwingen en godsdiensten empirisch benaderd als een uiting van menselijke gedraging. In die zin kan ook de inhoud van theologie voorwerp worden van godsdienstwetenschappelijk onderzoek. ~3~
5. Overeenkomstig haar benaming van ‘faculteit VOOR’ rekent zij de concrete, inhoudelijke vergelijking niet tot haar onderwijsdoelstellingen, door dit niet als een apart vak te doceren. Wél wil zij daartoe de student het nodige materiaal en instrumentarium aan de hand doen, zonder zelf van bovenaf het inhoudelijk vergelijkend aspect te verwetenschappelijken. Het zoeken naar overeenkomsten en verschillen is echter elementair voor de verwerking van de leerstof en draagt wezenlijk bij tot de vorming van de student die zich ook in het eigen anderszijn dient te verdiepen Paradoksalerwijze leidt dit niet alleen tot een beter ‘begrip’ van de ander maar ook tot een herontdekking en herwaardering van de eigen cultuur- en leefgewoonten. Zo verwerft de student een houding van ‘actieve tolerantie’. 6. Behalve onderwijsinstelling wil de faculteit ook een forum zijn, een plek van daadwerkelijke ontmoeting, waar mensen uit verschillende culturen samenkomen, vanuit eenzelfde ingesteldheid en aspiratie, namelijk elkaar te leren kennen. Aldus hoopt de faculteit mensen te bekwamen tot het voeren van een efficiënte interculturele en interreligieuze dialoog, die zich soepel kunnen aanpassen in diverse sociaal-culturele sectoren. De inrichtende macht van de FVG is evenwichtig samengesteld uit personen van uiteenlopende geestelijke of maatschappelijke stromingen. Elk van hen is vanzelfsprekend begaan met de eigen religieuze of filosofische opvatting, maar doet dit in diepe en bewuste eerbied voor alle andere wereldbeschouwingen, geheel in de geest van Sir Francis Younghusband, die in 1934 het "World Congress of Faiths" oprichtte. Het is in deze zelfde geest van inhoudelijke zuiverheid, actieve tolerantie, objectiviteit en enthousiasme dat het onderricht aan de Faculteit wordt gegeven.
DECLARATION On 13.3.1980, several religiously interested individuals met in Antwerp. From their conversation it became apparent that there was a genuine need for a university level institution dedicated to the comparative study of religions and related sciences. On 30.4.1980, they established the founding of the International Association Faculteit voor Vergelijkende Godsdienstwetenschappen - FVG (entitled from 2014 on: FVG - Faculty for the Comparative Study of Religion and Humanism). Its foundation and constitution are recognised by Royal Decree, dated 20. 6. 1980 (published in the Belgian Official Gazette 8.6. 1980), 17.2. 1989 (Scientific Research). The FVG is also recognised by the Ministry of Social Affairs (10.8. 1993 with reference to the Royal Decree of 28. 6. 1969) as an educational institution of the third level. Art. 2 of the said Constitution runs as follows: The objective of the Association is to launch, to organise and to manage at international university level the comparative study of religions. All present and future members declare solemnly that the FVG will not and never be submitted to any doctrinal system. The most absolute tolerance will bind and lead for all relations between members and all those concerned with the Faculty.
PRINCIPLES STATEMENT World events at present demonstrate the ever-increasing contact between the various world-religions and between man's differing cultural patterns as determined by these religions. An average intellectual at the most has some idea of the main traits of these faiths, but he usually lacks any insight into these different forms of spirituality, as they are actually experienced. True, religion is studied as a science at academic level. However, it is apparent that universities founded on denominational principles emphasise their own religious beliefs as a matter of course. Other faiths are then treated mainly from one's own consciously or unconsciously exclusive and proselytising angles. In non-denominational institutions, religious works may be the object of linguistic or historical study, but they are never really considered in the light of man as a religious being and his attitude to life.
The FVG is therefore organising in daytime courses in a four-year cycle at international and university-level (OiC 30.06.1980, art. 2) a thorough study of the world-religions but, simultaneously also of the so-called local and primitive religions, as well as to a certain extent, the peri- and para-religious phenomena. The FVG’s distinguishing feature is expressed in its educational project. ~4~
The FVG has the intention: To gain insight in the multitude of religions, world conceptions and philosophies without any exclusion or bias. This means: 1. 2.
3.
4.
5.
6.
That it does not limit its research to the world religions but also pays attention to religious minorities with local significance. That it takes an independent position towards every ideology in the conviction that religions cannot be studied from the viewpoint of one single religion. In order to realize this one-of-a-kind insight the faculty has developed its own methodology. Given the importance of the direct contact with the religions and philosophies, one aims to provide education by appointing teachers belonging themselves to the different philosophies, who are able to provide information “from the inside”. This offers a guarantee for equivalence and pluralism. Teaching from their own religion and culture they, next to the knowledge of theoretical doctrine, offer insight in the practical experience as well. As such they give concrete form to what otherwise would remain too much of an abstraction. This ‘testimony’ however may not lead to proselytising acts. By teaching every philosophy and religion independently one from the other as equal parallels, no theologically or philosophically convergent viewpoint is taken; philosophies and religions are rather being approached empirically as an expression of human behaviour. In that sense the contents of theology may become object of scientific research of the religions as well. In correspondence with its denomination, it does not count the concrete comparison at contents level under its educational objectives by not teaching this as a separate course. What it rather aims to achieve is providing the student with the necessary material and tools without trying to turn into science the comparative aspect at contents level from above. The search for correspondences and differences is however elementary for the elaboration of the subject-matter and essentially contributes to the student’s formation and the student has to go into his or her own being different. Paradoxically this not only leads to a better ‘notion’ of the other but also to a rediscovery and revalorization of the own cultural and philosophical habits. As such, the student acquires an attitude of ‘active tolerance’. Except being an educational institution, the faculty wants to be a forum, an actual meeting place where people from different cultures come together breathing a same spirit and aspiration, namely to get to know each other. As such the faculty hopes to make people competent in leading an efficient intercultural and interreligious dialogue in order to adapt themselves in a flexible way to the different socio-cultural domains.
Admission Persons who are seeking admission must submit the following: 1)
Application for Admission.
2)
Application fee of € 100 by bank transfer or money order. The total amount for an academic year is € 700. (fees are not refundable)
When a candidate is accepted, the Secretary will send the information concerning the Academic year. Foreign students (from countries which do not belong to the European Union) should never come with a tourist visa. They must have an authorisation for provisional sojourn. A visit to the Belgian Embassy is highly recommended.
JUSTIFICATION Le 13 mars 1980, plusieurs personnes intéressées par le fait religieux se réunirent à Anvers. Leur entretien démontra la necessité d’une institution de niveau universitaire, qui serait entièrement consacrée à l’enseignement des religions et des sciences religieuses. Le 30 avril 1980 fut fondée l’ « Association Internationale FACULTEIT VOOR VERGELIJKENDE GODSIENSTWETENSCHAPPEN - FVG (A partir de 2014 : FVG - Faculty for the Comparative Study of Religion and Humanism), dont la fondation et les statuts fûrent reconnus par Arrêtés Royaux du 20 juin 1980 (Moniteur Belge 8 juillet 1980), du 17 février 1989 (recherche scientifique). La Faculté est reconnue par le Ministère Social comme un Institution d’Education niveau 3 (10 août 1993 en référence de l’ Arrêté Royal de 28 juin 1969). L’article 2 de ces Statuts (M.B. 25.09.80) est formulé comme suit : L’association a pour but d’organiser au niveau universitaire et international l’étude comparative des sciences religieuses. Les membres actuels et futurs déclarent solennellement que la FVG n’est et ne sera soumise à aucune doctrine. La tolérance la plus absolute régira toutes les relations entre les membres et s’étendra à toutes les relations et à toutes les personnes concernées.
~5~
DECLARATION DE PRINCIPE Le monde contemporain nous montre quotidiennement la multiplication des contacts entre les différents systèmes philosophiques et religieux aux schémas culturels souvent très divergents, mais qui tous portent les marques des religions de l'humanité. Alors que les grands traits de ces religions peuvent être supposés plus au moins connus, il est indiscutable que l'intellectuel moyen ressent trop souvent comme des choses étranges, étrangères et parfois même ennemies les expressions vivantes et les comportements propres aux différentes formes de spiritualité. Il est vrai que les sciences religeuses font déjà l'objet d'études académiques. Il importe toutefois de souligner deux points marquants de ces études : il va de soi que les universités d'origine confessionnelle accentuent inévitablement la religion dont elles sont issues ; les autres religions sont éclairées à partir de la vision fondamentale exclusive qui est, consciemment ou inconsciemment, propre à chacune de ces institutions. Dans les collèges non-confessionnels, les religions font partie d'un ensemble philologique ou historique, généralement sans rapport direct avec l'homme religieux et son contexte actuel. Pour cette raison, la FVG organise au niveau universitaire (MB 30.06.1980, art. 2) en cours de jour se déroulant en quatre années l'étude approfondie des grandes religions, sans négliger pour autant les conceptions religieuses dites « mineures », « locales » ou « primitives ». L'objectif est d'inclure dans cette étude également les phénomènes péri-religieux et para-religieux. Le caractère unique de la FVG s’exprime dans son project éducatif. La FVG a l’intention : d’acquérir une connaissance dans la multiplicité des religions, conceptions et philosophies mondiales sans exclusivité ni prévention. Cela veut dire : 1. qu’elle ne limite pas sa recherche aux religions mondiales mais qu’elle paie également attention aux minorités religieuses à signification locale. 2. qu’elle affiche son indépendance vis-à-vis chaque idéologie étant convaincu qu’une étude de religions soit impossible du point de vue d’une seule religion quelconque. 3. Afin de réaliser cette attitude unique elle a développé sa propre méthodologie. Vu l’importance d’un contact direct avec les religions et philosophies, on aspire à offrir l’enseignement par des professeurs appartenant eux-mêmes aux différentes religions respectives, pouvant fournir de l’information “intérieure”. Cette politique est la meilleure garantie d’équivalence et de pluralisme. Partant de leur propre religion et culture, les enseignants en dehors d’une connaissance de la doctrine théorique offrent une notion de l’expérience pratique. Ainsi, ils concrétisent ce qui autrement ne reste qu’une abstraction. Ce ‘témoignage’ ne peut pour autant pas aboutir au prosélytisme. 4. En enseignant chaque philosophie et religion indépendamment l’une de l’autre et parallèlement, on ne prend aucun point de vue théologique ni philosophique convergent ; plutôt les philosophies et religions sont traitées de façon empirique comme une expression du comportement humain. Dans ce sens le contenu de la théologie peut devenir object d’une recherche scientifique des religions. 5. Conformément à sa dénomination ‘faculté POUR les sciences religieuses comparatives’, la FVG ne compte pas la comparaison concrète au niveau du contenu parmi ses objectifs éducatifs en n’enseignant pas ceci comme un cours séparé. Ce qu’elle aime bien est de fournir à l’étudiant le matériel et les instruments nécessaires, sans pour autant vouloir faire de la science elle-même de l’aspect comparatif au niveau du contenu. Cependant, la recherche des analogies et différences est élémentaire pour intérioriser les matières du programme et contribue de manière essentielle à la formation de l’étudiant qui doit s’absorber également dans son propre façon d’être différent du reste. Paradoxalement, ceci ne mène passeulement à une meilleure ‘compréhension’ de l’autre mais aussi à une redécouverte et revalorisation des propres habitudes culturelles et philosophiques. Ainsi, l’étudiant peut acquérir une attitude de ‘tolérance active’. 6. Sauf être une institution éducative, la faculté aime se présenter comme un forum, une espace de rencontre véritable, où les gens de différentes cultures se voient partant d’une même aspiration et d’un même esprit, c’est-à-dire de se faire la connaissance. Ainsi, la faculté espère d’enseigner les gens à mener un dialogue interculturel et interreligeux efficace afin qu’ils réusissent à s’adapter d’une manière flexible aux secteurs sociaux-culturels divers.
Admission Les personnes désireuses de s’inscrire doivent présenter les documents suivants : 1)
2)
Formulaire de demande d’inscription Un droit d’inscription équivalant à € 100 par virement bancaire. Le minerval est de € 700. (non-remboursable)
Lorsqu’un candidat aura été accepté, il recevra toutes informations utiles concernant l’année académique. Les étudiants étrangers (de pays n’appartenant pas à l’Union Européenne) doivent obligatoirement être porteurs d’un permis de séjour provisoire. Des renseignements complémentaires peuvent être obtenus à l’Ambassade Belge. ~6~
INRICHTENDE MACHT Raad van Bestuur erevoorzitter : J. Rosen Voorzitter : E. Dralans Secretaris : F. Stappaerts Penningmeester : A. Dingemans Beheerders : V. Kumar, H.M.P. Kersten, H. Rosenberg
Algemene Vergadering A. De Roose Shanglie Zhou S.S. Kapoor H. Mahdi C. Vonck
W. Van Moer T. Van Loon M. Heirman J. Van Otten M. Strubbe
J.J. Keppler Z. Aboulkasem H. Lodewyckx G. van der Marlière
ACADEMISCHE STRUCTUUR Rector: C. J. G. Vonck Decanaat: L. Bonte, J. Van Reeth, F. Stappaerts Thesisbegeleiding : R. Van den Bergh Tutors : S. Landuyt, J. Van Otten, W. Verschueren Juridisch raadgever: T. Van Loon, Dr. Sociale & morele wetenschappen VUB
ACADEMISCH CORPS Gewoon hoogleraar J. Rosen, Ph.D. H. Rosenberg, LL.D., Ph.D. S. S. Kapoor, Ph.D. H.M.P. Kersten, Msc.Ph.D. N. Shah, Dr. Med., Ph.D. C. Vonck, Ph.D. Ds. L.Lambrecht, Ph.D. FVG, Lic.Med.& Soc.Wet. L. Bonte, Dr. S.S. (H.C.) J. Van Reeth, Dr. Taal & Letterkunde C. Willemen, Dr. Orient. Studies T. Van Loon, Dr. Soc. & mor. Wet.
Joodse Spiritualiteit Joods recht Sikhisme Bahá’í Jainisme Christendom & Kerken uit de reformatie Mystiek & Functie van de religie Afro-Amerikaanse religies Godsdiensten van het Nabije Oosten & methodiek Boeddhisme en Chinese filosofie Religieuze Antropologie & mythologie
Hoogleraar P. Briot, Dr. L.&.W. W. Adelaar, Prof. Dr. Letteren
Existentiële Problematiek Antropologie
Buitengewoon hoogleraar H. Dethier, Dr.L.&.W. V. Kumar, Ph.D., Dr.Sc. Z. Aboulkasem, Dr. Politiek & Soc. Wetenschappen L.Van den Broeck, Dr.L.&.W. H. Gerding, Dr. Phil. L. Abicht, Dr. Phil. T. Cando, Dr. Soc. P. Baekelmans, Ph.D. Theology of Religions
Humanistische filosofie Indologie Islamitisch Recht Islam Metafysica in de geest van de theosofie Wijsgerige teksten Sociologie van de religie Katholieke dogmatiek
~7~
Docenten A. Alsulaiman. Dr. Let. & Wijsb. M. Ben Siamar, Drs. Lic. Hist. M.A./FVG A. De Roose, M.A.FVG R. Dogan, B.A. FVG P. Anupam, M.A. R. Dericquebourg, Dr. Soc. S. Zhou, B.A./M.A. Chr. Vandekerkhove, Neuro-Pédag. M.A./FVG E. Vonck, Drs. M.A. FVG A. Goisha – Bhandari J. De Zutter, Lic. Kunst G. A. Malinsky, rabbijn H. Lodewyckx, Mph. H. Peerlinck, Lic. Gesch. Rechten & Economie P. Steynen, Drs. Cre.BA,UGent.FVG G. Cornelis, Dr. Wijsbegeerte VUB C. De Lauwer, Lic.Oosterse filosofie
Geschiedenis van de Islam Islam Gnostiek, Iconografie Soefisme Bahá’í/Hindoeïsme Obs. / NRM Chinese Filosofie Theosofie Religieuze Antropologie Jainisme Neo-paganisme JudaIsm Afrikaanse filosofie Historische kritiek Boeddhisme Humanistiek Oosterse filosofie
Gastdocenten M. Bromberg, L. Sc. D. Lefebre, Voorz. S. Mahikari E. Bruchner, Pfr.StD.,Dir. Interfilm Acad. Y. Souissi, B.A. Phil. P.W.M.van de Bogaard, Drs.Psy. M. Heirman, Lic.Phil. D.Verbeke,Lic.Orth.(P.S.) J. Haazen, Prof. Fil (St.Petersburg) J. Huysmans, Lic. Ped. Wet. Orthope. P. Jacques, Lic. Rel. H.Appels, Lic. Wetensch.Geaggr.Godsdienstw.
Stichting World Council of Jain Academies ( WCJA) in 2007. De WCJA afvaardiging met o.a. Prof. Dr. Natubhai Shah, Secretary-General of the WCJA, in gezelschap van Mevrouw Kathleen Van Brempt, Vlaams Minister van Gelijke Kansen, en Karel Poma, Minister van Staat en Dr. Hilda Craeybeckx (UNICEF)
~8~
ADMINISTRATIE Rectoraat :
Secretariaat :
Bist 164 – B-2610 Wilrijk-Antwerpen tel. +32 3 830 51 58 fax. +32 3 825 26 73 e-mail:
[email protected] web site: www.AntwerpFVG.org e-mail :
[email protected]
Ere-econoom : P. Moens Econoom: H. Peerlinck Commissaris: E. Dralans, N. Melis P.R. : J. De Zutter, L. Versweyveld administratie : E. Vonck
Bibliotheek (lid VVBAD) Bibliotheekverantwoordelijke: C. Vonck Supervisie: H. Peerlinck Adviseurs: E. Van Laerhoven, Wu Jen, Chr. Vandekerkhove (lid VRB), G. Bellemans De bibliotheek omvat tevens verzamelingen van Dr. Ch. H. van Os (1969), Dr. D. Girardin (1993), Dr. R. Boeke (1994), Dr. H. Wouters (1995), E.H. J. De Vocht (1995), Dr. D.I. Lauf (2001), Dr. W. Lambrechts (2003). en Drs. C.E. Kruithof (2009). Mgr. Dr. L. De Maere (2011). Zij is toegankelijk voor de studenten naar de modaliteiten van het Rectoraat. Onder bepaalde voorwaarden kunnen ook niet-studenten van de bibliotheek gebruik maken. Voor catholica en christiana plus de directe of indirecte aanverwante disciplines zoals psychologie, sociologie, enz. is er sedert vele jaren een co-operatie met de bibliotheek van het Theologisch en Pastoraal Centrum (TPC), Groenenborgerlaan 149, Wilrijk Website : http://anet.ua.ac.be/dekstop/tpcbib - tel. 03.287 35 63 Artikel FVG bibliotheek in META, Tijdschrift voor Bibliotheek & Archief – 2014/8 http://www.vvbad.be/meta/de-bibliotheek-van-de-faculteit-voor-vergelijkende-godsdienstwetenschappen
~9~
ACADEMISCH JAAR Het academisch jaar begint op 5 oktober 2015 en eindigt op 29 september 2016. De studie loopt over vier academiejaren. Elk academiejaar omvat twee semesters die telkens worden afgesloten met een examenreeks. Voor het verkrijgen van het Basic diploma (Beslissing Bestuur 23.07.2009. K.B. d.d. 03.12.2009) wordt het schrijven van een eindverhandeling vereist en voor het Advanced diploma (Beslissing Bestuur 23.07.2009. K.B. 03.12.2009) het schrijven en verdedigen van een thesis. Men raadplege het betreffende reglement. Het aantal contacturen per academisch jaar bedraagt tussen en 420 en 550u uitsluitend in dagcursus. Hun juiste spreiding en de lessenrooster wordt bij inschrijving medegedeeld. De mogelijkheid wordt geboden aan de studenten om het studieprogramma te spreiden over meerdere academiejaren. De modaliteiten hiervoor dienen vooraf met het decanaat besproken te worden. Voor elk academiejaar blijft evenwel het normale collegegeld verschuldigd.
DATA Academische zitting Begin colleges Herfstvakantie Kerstvakantie Begin blokperiode (1e Semester) Examens start 2de semester Voorjaarsvakantie Paasvakantie Hemelvaart pinkstermaandag Begin blokperiode (2e Semester) Examens Proclamatie INFOdag
30 september 2015 5 oktober 2015 vanaf 10u. 2 november t/m 8 november 2014 21 december 2015 t/m 3 januari 2016 4 januari 2016 11 januari t/m 17 januari 2016 8 februari 2016 vanaf 10u. 8 februari t/m 14 februari 2016 28 maart t/m 10 april 2016 5 mei t/m 6 mei 2016 16 mei 2016 30 mei 2016 6 juni t/m 27 juni 2016 30 juni 2015 vanaf 16u 30 juni 2015 vanaf 17u.
onder voorbehoud
COLLEGEGELD Naast dossierkosten, zijnde € 100 en Secretariaat (copies) € 50, bedraagt het jaarlijkse collegegeld € 700 Dit bedrag omvat inschrijvingsgeld en examengelden. Inschrijving als student wordt enkel geldig na volledige storting van het collegegeld. Het collegegeld dient voldaan te zijn bij de aanvang van het academisch jaar. Eens gestorte gelden worden onder geen beding terugbetaald. Spreiding van betaling, vermindering of vrijstelling van het collegegeld kan om sociale of familiale redenen toegestaan worden. De met bewijsstukken gestaafde aanvraag dient voor de aanvang van de cursussen bij het rectoraat ingediend te worden. Elke toelating, vermindering of vrijstelling in deze zin is slechts voor één jaar geldig en dient telkens vernieuwd te worden. Studenten welke het FVG-diploma behaalden, mogen te allen tijde en zonder enige betaling, colleges naar hun keuze volgen. Z.g. vrije studenten, dit zijn de ingeschrevenen die om een of andere reden niet alle colleges volgen, genieten in geen geval vermindering of vrijstelling van het collegegeld. Voor buitenstaanders is het ook mogelijk een of meerdere vakken naar keuze te volgen. Zij betalen hiervoor € 150 per vak per semester.
~ 10 ~
ALGEMEEN VORMINGSWERK Buiten het strikte academische kader, biedt de FVG tevens de gelegenheid tot algemene of aanvullende vorming. Hiertoe kunnen ook belangstellenden die niet per se aan de toelatingsvoorwaarden voldoen, naar keuze één of meerdere colleges volgen. Zij dienen hierin evenwel geen examen af te leggen en kunnen geen aanspraak maken op graden en/of diploma's eigen aan de FVG Op aanvraag kan hun wél een certificaat van bijwoning overhandigd worden. De FVG biedt de mogelijkheid tot bijscholing op het vlak van religies en levensbeschouwingen, bestemd voor socio-culturele, en andere kaders in de zin van meer openheid en begrip voor andere culturen. Info: Rectoraat.
TAALSTELSEL De onderwijstaal is het Nederlands. Sommige vakken worden in het Engels aangeboden. In functie van de voertaal van de docent bestaat evenwel steeds de kans dat bepaalde colleges in het Frans, Duits of Engels gehouden worden. Bijgevolg worden de studenten verondersteld over een voldoende kennis van deze talen te beschikken. Voor buitenlandse studenten is een degelijke kennis van het Nederlands en het Engels vereist.
ALGEMENE INFORMATIE * De FVG verleent geen studiebeurzen en komt niet tussenbeide in hun toekenning. * Buitenlandse studenten zijn allen extern. De huisvesting van de studenten wordt niet door de FVG voorzien. * Buitenlandse studenten worden aangenomen onder voorbehoud van inschrijving in het vreemdelingenregister. * Arbeidsbemiddeling behoort niet tot de taak van de FVG. * Aangezien de leerstof principieel één geheel vormt, is het bijwonen van alle colleges verplicht. Vrijstellingen of afwijkingen op deze regel kunnen enkel, na grondige motivering, door het decanaat toegestaan worden. Hetzelfde geldt voor eventuele vrijstelling van examens. * Artikel 2 van de Statuten van de FVG is toepasselijk op docenten en studenten. Elke docent en student is er bijgevolg toe gehouden zich steeds te gedragen in eerbied en verdraagzaamheid voor de diverse wereldbeschouwingen. Hij of zij zal zich bovendien onthouden van elke vorm van politieke propaganda en/of religieus proselitisme.
~ 11 ~
ONDERZOEKCENTRA BINNEN DE FVG Kierkegaard Werkgroep Opgericht onder de impuls en met de actieve medewerking van Dr. Julia WATKIN (gest. 2005) werd in de schoot van de FVG een studie- en werkgroep opgericht met als voorwerp het leven, het werk en het denken van S. Kierkegaard, onder voorzitterschap van Dr. Inigo Bocken (RUN). De FVG beschikt in haar bibliotheek over een bijzonder rijke verzameling Kierkegaardiana. (http://werkgroepkierkegaard.blogspot.com) Samenkomst FVG laatste vrijdag van de maand van 16.00 tot 18.00
Native American Studies Native American Studies is een studiegroep waarbij het studieprogramma een multidisciplinaire introductie biedt tot de inheemse culturen van Noord-, Midden- en Zuid-Amerika. Het daagt studenten uit om te reflecteren over kwesties als culturele verscheidenheid, autonomie en andere inheemse problematieken Het NAS beschikt over een grote uitgebreide “Native Americans” bibliotheek
[email protected] http://www.edwin-online.be/pdf/beschikbare_boeken.pdf
WCJA Department of Jain Studies Het WCJA Department of Jain Studies werd op 27 juni 2007 officieel ingehuldigd door Dr. N. Shah en Kathleen Van Brempt, Vlaams minister van Gelijke Kansen, Mobiliteit en Sociale Economie. Het departement staat in voor de wekelijkse colleges, onderzoek en de uitgaven van informatie over de soteriologische, filosofische, psychologische, en kosmologische invalshoek. Gezien te Wilrijk-Antwerpen thans de 1e Jain tempel van het Europese vasteland opgericht wordt, is de opzet van dit departement een bijkomende belangrijke ondersteuning. Het departement staat onder de verantwoordelijkheid van Prof. Dr. N. Shah (
[email protected]), secretaris-generaal van het WCJA te Londen.
FVG Avondlezingen & Projecten Maandelijks zijn er diverse avondlezingen op woensdagavonden waar zowel de FVG docenten thema’s uiteenzetten als gastdocenten, buitenlandse sprekers en verantwoordelijken van diverse levensbeschouwingen toelichtingen geven.
Departement Religieuze Kunst & Etnografie De FVG bezit een eigen collectie religieuze kunst en etnografica en tal van oude religieuze en zeldzame teksten en manuscripten. Tijdens de vakantie periodes zijn er tentoonstellingen in de lokalen van de FVG die steeds een religieuze invalshoek hebben. Zo waren er de tentoonstellingen; “Goden op doek”, “De magie van het masker”, “Religieus Leven in het Rijk van het Midden” en “Fascinerende Middeleeuwen en Religieuze Kunst ?”
Het Moment Het Moment – Opleiding ‘Ritueel begeleiden bij afscheid’ Sinds 2014 kan deze opleiding gevolgd worden aan de FVG. Het Moment bestaat sinds 2002 en is geregistreerd bij het Centraal Register Kort Beroeps Onderwijs van het Centrum voor Post Initieel Onderwijs Nederland (CPION). Het Moment traint ritueelbegeleiders en legt nadruk op het afscheidsritueel, ook wel afscheidsdienst of de afscheidingsviering genoemd. De opleiding wordt gegeven door de Belgische Katrien Smeyers. Voor nadere informatie: www.hetmoment.nu
~ 12 ~
CURRICULUM De leerstof werd in drie reeksen verdeeld. Dit houdt geen enkele intrinsieke waardebepaling in, maar beantwoordt uitsluitend aan een didactische behoefte. De volledige studie loopt over vier academiejaren. Elk academiejaar omvat twee semesters die telkens worden afgesloten met een examenreeks. Voor het verkrijgen van het diploma wordt het schrijven en verdedigen van een eindverhandeling vereist. Het aantal contacturen per academisch jaar ligt tussen de 420-550 uren Research door de studenten kan extra plaatsvinden op vrijdag. De vrijdag wordt speciaal voorbehouden voor zelfstudie en onderzoek en begeleiding door o.a. tutors.
BESCHRIJVING CURRICULUM 2015-2016 Hoofdstam BAHA'I Vakverantwordelijke: Dr. H.M.P. Kersten Docenten: Drs. P. Anupam In het eerste en tweede jaar worden de volgende onderwerpen globaal behandeld en uiteengezet: Geschiedenis van deze jonge religie en de centrale figuren ervan (de Báb, Bahá’u’lláh en ‘Abdu’lBahá), de hoofdthema’s (eenheid van God, van Religie en van de mensheid) en de leringen van het geloof (vooruitgang van de ziel, onafhankelijk onderzoek naar de waarheid, uitbannen van alle vormen van vooroordeel, hand in hand gaan van religie en wetenschap, gelijkwaardigheid van man en vrouw, verplicht onderwijs voor iedereen, een wereldhulptaal, uitbannen van uiterste van armoede en rijkdom, een internationaal gerechtshof voor het beslechten van conflicten tussen natiën, verheffing van arbeid tot de rang van aanbidding van de Schepper, gerechtigheid als leidend principe in de samenleving, religie als vesting voor de bescherming van alle volkeren en naties, vestiging van permanente wereldvrede als hoogste doel van de mensheid), het bahá’í-leven (gebed en vasten, properheid, gezondheid en genezing, vergaren van kennis, bevorderen van liefde en eenheid, liefdadigheidswerk, ontwikkeling van deugden, sociaal leven), Bahá’í-literatuur (heilige boeken en algemene literatuur), Bahá’í-bestuurstelsel (Locale en Nationale geestelijke Raden, het Universele Huis van Gerechtigheid), Heilige Plaatsen en Huizen van Aanbidding, onderdrukking van de Bahá’ígemeenschap in Iran. In de derde en vierde jaar wordt gewerkt met onderzoekprojecten op het gebied van o.a. literatuur, ontwikkeling van de bahá’í-wereldgemeenschap en betrokkenheid bij de samenleving. ISLAM Vakverantwoordelijken: Dr. L/O. Van den Broeck, Dr. J. Van Reeth Docenten: Drs. M. BenSiamar, Drs. R. Dogan, Dr. A. Ziani, Dr. J. Van Reeth Beknopte geschiedenis van de islamitische wereld vanaf het begin tot aan het einde van het Ottomaanse Rijk (begin 20ste eeuw); het behandelde gebied: de Arabische staten van Marokko tot aan de Arabische Golf, Perzië en Turkije, met verwijzingen naar de rest van de moslimwereld. Het leven van de profeet. Inleiding tot de Koran. Klassieke Arabisch-islamitische beschaving, De leer en de religieuze ontwikkelingen van de islam in de kristallisatiefase van de klassieke Arabischislamitische beschaving (10e eeuw) Klassieke Arabischislamitische beschaving, Schets van de klassieke Arabischislamitische beschaving en beschrijving van de voornaamste maatschappelijke instellingen van de moslims door de eeuwen heen.Hedendaagse stromingen; Voornaamste hedendaagse stromingen, bewegingen en ontwikkelingen binnen de moderne moslimwereld. Interacties met jodendom en christendom; Interacties met jodendom, christendom in West-Europa. Voorbeelden: de Verenigde Staten van Amerika, Afrika, Azië, Australië. Soefisme “Godsdienst is een kaars in een veelkleurige lantaarn. Iedereen kijkt door een bepaalde kleur, maar de kaars is altijd daar”. Met dit ‘islamitisch/soefistische’ citaat van M. Naguib willen we de islam op verschillende perspectieven benaderen. Deze zijn: De wetenschap van de islam, Kosmologisch kader, Geestelijke geografie en tijden, Geloofsbelijdenis, Wezen van de islam, Cultus en congregatie, Geloofsbelijdenis, Moraal
~ 13 ~
Kalâm Kalâm is het Arabische woord voor ‘theologie’ en vertegenwoordigt een geheel andere denkstroming dan de veel meer bekende rationalistische wijsbegeerte van de falsafa. Men duidt er inzonderheid de speculatieve, rationele godsleer mee aan, die gedurende de eerste eeuwen van de islam ontwikkeld werd, niet alleen door islamitische, maar ook door christelijke en joodse filosofen en theologen, om vanuit de geopenbaarde teksten de grote vragen te beantwoorden over de natuur van God, de goddelijke eigenschappen of attributen, het zijnsstatuut van de Openbaring, de scheppingsleer, de menselijke vrijheid en verantwoordelijkheid. Geleidelijk werd van daaruit in de islam een orthodoxie gevormd. We trachten de kalâm te begrijpen in zijn historische ontwikkeling, o.m. vanuit zijn antieke, filosofische en patristische bronnen. BOEDDHISME Vakverantwoordelijke: Dr. Ch. Willemen Docent: Drs. P. Steynen Leven van de Boeddha. Kennismaking met basiselementen: voorgeschiedenis, leven van de Boeddha, leer van de Boeddha: de Vier Edele Waarheden. Boeddhistische Literatuur; Problematiek van de mondelinge en schriftelijke overdracht van de leer en van de vertalingen. Kennismaking met de boeddhistische literatuur. Bestudering van enkele sutta’s uit het Pali Canon. Mahayana teksten; In de Mahayana teksten wordt kennisgemaakt met enkele nieuwe concepten en ontstaat de mogelijkheid enkele belangrijke verschillen tussen Hinayana en Mahayana te duiden. Boeddhistische Filosofie ; Diversificatie van de Leer – Evolutie van Hinayana naar Mahayana – Filosofische scholen van India (Abhidhamma – Madhyamaka). Vijnāñavada, China (hoofdzakelijk Hua-yen), Tibet (Tantra) en Japan (Zen, Reine Land) Geschiedenis van de verspreiding van het boeddhisme wereldwijd. Nadere beschouwing van enkele belangrijke stromingen en nieuwe ontwikkelingen in Europa, de V.S. en België (o.a. het ‘geëngageerde boeddhisme’). Kennismaking met de Kyoto School of Philosophy. CHRISTENDOM Vakverantwoordelijken: Dr. C. Vonck, Dr. L. Bonte, Dr. J. Van Reeth, Dr. Th. Venckeleer Docenten: Dr. C. Vonck, Dr. J. Van Reeth, Dr. P. Baekelmans, Drs. A. De Roose historische context; Palestina in de tijd van Jezus. De historische Jezus. De geloofsbronnen. Marcion en de canon. Constantijn. Concilies. Schisma tussen Oost en West. Bijbel Dit college biedt vier vaste onderdelen. Het eerste deel bevat een uitvoerige inleiding op het Oude en het Nieuwe Testament (ontstaan, inhoud, vertalingen, canonisering, bronnenkritiek, enz, …). In het tweede en het derde deel worden teksten gelezen en besproken uit beide Bijbeldelen. Hierbij wordt vooral gebruik gemaakt van de narratieve methode (de Bijbeltekst zoals ze voor ons ligt). De keuze van de teksten kan bepaald worden in overleg met andere docenten en studenten die het college volgen (zie bvb. overzicht vorig academiejaar). In elk geval wordt één bijbelboek (bvb. een evangelie) volledig gelezen. Het laatste deel tenslotte behandelt een aantal vraagstukken die in verband staan met het bijbellezen zelf (bvb. geweld in de Bijbel, Bijbel en moraal, verschillende Bijbelvertalingen, …). Hierbij kan ingespeeld worden op actuele kwesties en is ook een lees –en verwerkingsopdracht voorzien Oosterse kerken In een inleidend gedeelte wijzen we erop dat de Oosterse Kerken zijn ontstaan in zeer oude cultuurgebieden (Egypte, Syrië), waarbij we enkele elementen bespreken die vanuit antieke (mysterie)godsdiensten in het christendom verder leven. In een eerste deel maken we vervolgens kennis met de diverse Oosterse (Syrische, Koptische, Ethiopische, Armeense, Georgische Kerken) Kerken: hun taal, literatuur, liturgie en kunsten In een tweede deel lezen en becommentariëren we enkele Oosterse christelijke teksten, beginnend met de Aramese woorden in de Griekse tekst van het Evangelie; vervolgens een bloemlezing uit een genre dat in de literatuur- en godsdienstgeschiedenis vaak veronachtzaamd wordt: de volkse literatuur van het vroege christendom, vertegenwoordigd door apocriefen, heiligenlevens en oosterse monnikenliteratuur zoals de Grot der Schatten en de Apophthegmata patrum. Door hun eenvoud geven deze teksten een goede inleiding op de “Sitz im Leben” van het oude christendom. Het christendom was aanvankelijk vooral een Griekse aangelegenheid. Weldra ontstaan echter nationale kerken, met een eigen interpretatie van de christelijke leer. Hoe is dit (politiek-historisch) te verklaren? Welke denkvorm schuilt achter de afwijkende leerstellingen, achter orthodoxie en ketterijen - Nestorianen, Monofysieten en Chalcedonianen ? Het ontstaan van oosterse christelijke literaturen en een eerste gouden tijd, met o.a. Efrem. Het belang van deze literatuur voor de hele christenheid: voor de mystiek en de ascese (H. Antonius, martyria) voor de liturgie en voor de muziek (het genre van de hymnen, Romanus Melodes). De ~ 14 ~
bijbelvertalingen en -commentaren. De Oosterse Kerken onder de Islam, met het ontstaan van een christelijk-Arabische literatuur, waarnaast nochtans de oude christelijke talen blijven leven (Jacob van Edessa). De dialogen tussen christenen en moslims (Johannes van Damascus) en de dogmatische problemen van deze tijd (beeldenstrijd). De "Syrische renaissance" in de 12e/13e eeuw (Michael de Grote; Barhebraeus). De oosterse kerken vandaag: de uniaten, de migratie. Rooms-Katholieke Kerk Apostolische successie Pausdom - primaatschap Wijdingen - Sacramenten Mariologie - Martelaren en Heiligen Kerken uit de reformatie Practicum: bestaande uit het bezoek aan een protestantse of evangelische gemeente in Vlaanderen, gevolgd door een schriftelijk verslag omtrent de opbouw van de eredienst, de inbreng van theologie, muziek, het sociale kader. Persoonlijke reflectie over ‘Het aandeel van Zinzendorf in de studie van het numineuze’ van W. Lutjeharms, Brusselse Theologische Studies, 1976. Moderne theologie; Fr. Schleiermacher, het godsbeeld bij Mary Baker Eddy, N. Söderblom, R. Otto, A. Schweitzer, R. Bultmann, P.Tillich, K.Barth, J.Hromadka, D.Bonhoeffer, G.van der Leeuw, D. Sölle. Occitaanse Katharen De Gnostische bewegingen (o.a. de katharen) in de middeleeuwen: de geschiedenis van de katharen en het verdwijnen, de religie van de katharen en de mythen die ontstaan zijn vanaf de 19° eeuw en vooral in de 20° eeuw. Christelijke Iconografie Christelijke Iconografie van de Roomse kerk en de Othodoxe kerk,: de iconografie en de symboliek van het vroege Christendom, de Angelsaksische en Spaanse manuscripten, de iconografie van de middeleeuwen, de Maaslandcultuur en de contrareformatie. HINDOEÏSME Vakverantwoordelijke: Dr. V. Kumar Docent: Drs. Chr. De Lauwer Eigenheid van het Hindoeïsme. De Indusbeschaving. Moedergodin in Pre- en Portohistorische periode. Moedergodin in de Vedische periode. Moedergodin in het Hindoeïsme. Shaktisme; Shakti. Harsha en Shakti-cultus. Kali en haar verering. God in het hindoeïsme: Brahman, Paramatman en Bhagavan – het Hindoepantheon. Het volkshindoeïsme – de Hindoe-ethica: purusartha’s, varna’s en asrama’s. De Hindoesacramenten – de rituelen – de Hindoekalender. Het concept van avatara’s, de vier yuga’s en trimurti. De wet van karma en de doctrine van wedergeboorte – zelfrealisatie – het begrip zonde en haar kwijtschelding in de Veda’s, de Brahmana’s, de Upanisads, de Sutra’s, de Purana’s en in de Bhaktibewegingen. De bedevaarten en de heilige mannen. Het Saivisme en Saiva-siddhanta. De negentiende en twintigste eeuwse hervormingsbewegingen en de belangrijke hervormers. De huidige situatie. Rammohan Roy. Devendranath Tagore. Keshub Chunder Sen. Dayananda Sarasvati. Ramakrishna. Vivekananda. Mahadev Govind Ranada. Bal Gangadhar Tilak. Gopal Krishna Gokhale. Rabindranath Tagore. Mohandas Gandhi. Aurobindo Ghose. Sarvepalli Radhakrishnan. Vinoba Bhave. De Bhagavadgita. Kritische analyse van de Bhagavadgita vanuit verschillende perspectieven: ontologie, epistologie, theologie, kosmologie, antropologie, eschatologie, ethica en mysticisme. Indische Filosofie Het doel van de hindoefilosofie. De invloed van Sankara, Ramanuja, Madhva, Kasmira Saivisme. Doel, filosofie, literatuur v.d. verschillende scholen : Nyaya, Vaiseka, Sankhya, Yoga, Mimamsa, Vedanta. Behandeling van: Sankara's doctrine van louter non-dualisme, Bhaskara's doctrine van eenheid en verschil, Ramanuja's doctrine van het niet-dualisme van het onderscheidene, Madhva's doctrine van het dualisme, Nimbarka's doctrine van het dualistisch niet-dualisme, Vallabha's doctrine van het zuiver niet-dualisme, Caitanya's doctrine van het ondenkbare dualistisch niet-dualisme, Swaminarayana's nieuwe doctrine van het niet-dualisme van het onderscheidene. Kasmira Saivisme: doel, filosofie, literatuur. ~ 15 ~
Bespreking van de hoofd Upanishads. - Thema's uit de hedendaagse Indische filosofie. Studiemateriaal: S.Radhakrishnan: Indian Philosophy & Karl Potter: Presupposition of India's Philosophies JAINISME Vaverantwoordelijke: Dr. N. Shah Docent: Drs. Aasha Goisha – Bhandari Origin of Jainism and its evolution. Jina. Tirthankara. Svetambara and Digambara sects. Ahimsaa, aparigraha. Anekaantavaada. Six substances. Nine real entities. Jain Literature. Tattvartha Sutra. Samayasara. Atmasiddhi Sastra. Kalpasutra. Kundkunda. Hemchandrachrya. Vallabhvijay. Srimad Rajchandra. Jains and animal welfare. Difference between vegetarians and vegans. Jainism and environment. Commonalities between Jainism and Christianity. And Jainism and Buddhism. HUMANISTIEK Vakverantwoordelijke: Dr. H. Dethier Docent: Dr. G. Cornelis Historisch overzicht van de wortels van hedendaags humanisme: stromingen en personen die bijdragen (bijdroegen) tot een humanistisch streven, gericht op de handhaving, verdediging, verheffing van de menselijke waardigheid, los van enige binding aan overgeleverde, Godsdienstige leerstukken over de mens. Soorten humanisme; Alan Bullock / Jaap Van Praag / een humanistische beginselverklaring De Oudheid + de Middeleeuwen; Natuurfilosofische of Presocratische periode / de Academie de Peripatetische school / de tuin van Epicurus / de Stoa / Het gevoel van universele menselijkheid / Pythagoreërs en Empedocles / de Stoa / Godsdienstkritiek / Atheïsme / Democratie / de Griekse mythologie: Oedipus, Odysseus en Prometheus / het Romeinse humanisme: Scipio Aemilianus Africanus Minor / Cicero / Lucretius De Middeleeuwen: Humanisme en christendom / Het essentialisme / Het existentialisme / Humanistische tendensen vóór de 12de eeuw: Augustinus / Humanisme in de 12de eeuw: De “school van Chartres”, Johannes van Salisbury, Alanus van Rijssel, Suger van St.-Denis en Peter van Blois, Peter Abailard / Humanisme in de 13de eeuw: Niet-scholastieke ‘humanisten’, Robert Grosseteste, Roger Bacon / Aristotelisme in de middeleeuwen: de radicale aristotelisten: de averroïsten en de orthodoxe aristotelisten / Albertus de Grote / Thomas van Aquino / De veroordeling van 1277 / Humanisme in de crisis van de veertiende eeuw: Willem van Ockham, Nicolaas van Autrecourt / De middeleeuwse wortels van het humanisme der renaissance Terminologie: humanitatis, twee humanismen / Platonisme: Marsilio Ficino, Giovanni Pico della Mirandola / Aristotelisme: Pietro Pomponazzi, Julio Cesare Vanini / Gebied van de praktisch-morele filosofie: Politiek humanisme (Niccolo Machiavelli), Moreel humanisme (Desiderius Erasmus, Thomas More), Skeptisch humanisme (Michel de Montaigne) / Conclusie - 17de eeuw: Spinozisme / Humanisme in de moderne wereld: Newton, Diderot, Lessing, Von Humboldt, Rousseau, Goethe, Kant, Voltaire. Rationalisme / kritische bijbelwetenschap: D.F.Strauss, Ernest Renan, Bruno Bauer en Ludwich Feuerbach / Auguste Comte, Jacob Burckhardt, Friedrich Nietzsche, Tolstoi, Emerson 20ste eeuw - Engelstalige wereld; De rationalistisch-positivistische traditie: Bertrand Russell, Alfred Ayer, Karl Popper, Sidney Hook en Corliss Lamont / Traditie van het politiek pluralisme: Bertrand Russell, Karl Popper, Isaiah Berlin en Leszek Kolakowski / Pragmatistische traditie: William James, F.C.S. Schiller Humanisme in England: Bertrand Russell, Alfred Ayer, Karl Popper, Isaiah Berlin, Leszek Kolakowski, H.J. Blackham Humanisme in de Verenigde Staten: Pragmatisme, Verlichtingsdenken, Evolutionisme / Irving Babbitt, William James, F.C.S. Schiller, George Santayana, John Dewey, Corliss Lamont, Sidney Hook. 20ste eeuw – Continent; Existentialistisch humanisme in Frankrijk: Jean-Paul Sartre, Albert Camus, Michel Foucault en Jean François Lyotard / Existentialistisch humanisme in Duitsland: Karl Jaspers, Martin Heidegger / Socialistisch humanisme: Erich Fromm, Louis Althusser. Actuele Problemen; Bespreken van actuele problemen en teksten over en van het humanisme. Deze kunnen van jaar tot jaar verschillen. (C.S. 26-5) JUDAÏSME Vakverantwoordelijke: Dr. J. Rosen Docenten: A. Malinsky, Dr. H. Rosenberg, Dr. J. Rosen moedergodsdienst; het joods monotheïsme –Jodendom als moedergodsdienst van het Christendom en de Islam – identiteit godsdienst – volk – de geloofsprincipes en gebrek aan dogma’s. De bronnen van de godsdienst, de bijbel en de mondelinge wet: Talmud. Overzicht van de geschiedenis van het Jodendom; discussie van actuele problemen - wrijvingen Jodendom/Christendom, de holocaust. Basiselementen van Bijbels Hebreeuws – de 13 principes van Maïmonides. ~ 16 ~
Rituelen; De joodse kalender: de sabbat en de feesten – het joods gebed – de synagoog – de joodse levensloopbaan. Stappen van het joods leven: geboorte, besnijdenis, bar/bat-Mitsvah, huwelijk, overlijden, begrafenis. Joodse aanwezigheid ; Voedingsregels: ‘koosjer’, ‘zuiver’ en ‘onzuiver, enz De Joden in België, Vlaanderen, Antwerpen. Joodse spiritualiteit De vormen van het gebed zoals gezien in Shemot 23.25, Devarim 11.14 Tevens de illustratie van Yitschak (Breishit 25.21) en ‘het uitroepen tot G-d’, met name bij TsAka. Het dankgebed (u BeraCHta) bezit een bijzondere invalshoek. TeFilla (Breishit 20.7) en de diverse interpretaties. Het formalistische gebed – in de tempel en na 586 BCE (Babylonië). Het rabbijnse gebed in tegenstelling tot het torahgebed, de functie van geest en lichaam. De structuur en de talen van de eredienst (Shema Ysrael – Devarim 6.4) – de minyan – tien mannen vanaf de leeftijd van dertien. De dichotomie. De bijbelse traditie: vertaalde teksten vanuit de pentateuch en de midrash – G-d en de mens. De talmud traditie: vertaalde teksten van de talmud – geschiedkundige en literaire achtergrond, beloning en straf, zonde en vervreemding, messianisme en ‘afterlife’, gebed en devotie. Post talmoed traditie: vertaalde teksten van de besproken denkers – historische en literaire achtergrond. Filosofische teksten: Maïmonides/Yehuda Halevy. Mystiek: Kabballa. Vroomheid: Luzzato. Chassidim: Nachman van Bratslav. Joods recht De cursus behoort een inzicht te verschaffen in wat het jodendom in wezen is en benadert het judaïsme vanuit een legalistisch en een sociologisch oogpunt. Het behandelt het ontstaan en de ontwikkeling van de halocho (= joodse wet). Vertrekkend van de torah (= de geschreven wet, 14de eeuw voor de jaartelling) wordt uiteengezet hoe de joodse wet o.i.v. de misjna (2de eeuw) en talmud (= orale wet, 5de eeuw) geëvolueerd is. Een bijzondere belangstelling gaat naar de evolutie van de codificatie van de joodse wet vanaf de 12de eeuw. Tevens wordt de historische en maatschappelijke achtergrond bestudeerd van de joodse gemeenschappen, waarin de joodse wet doorheen de eeuwen vorm kreeg. Er wordt nader ingegaan op de hermeneutische technieken waarmee de talmudgeleerden de joodse wet extraheerden, extrapoleerden en deduceerden uit de torah en/of de joodse wet in de torah inlazen. In de cursus wordt aangetoond in hoeverre de talmudgeleerden een uitermate openheid van geest, kritische benadering, scepsis en scherpzinnige vindingrijkheid aan de dag hebben gelegd. Niets werd door de talmudisten klakkeloos aanvaard, alles werd in vraag gesteld en over alles werden ook vragen gesteld. In de cursus en syllabus wordt ook de originele theorie afgekondigd en verdedigd over de manier waarmee, en reden waarom, de talmudgeleerden de misjna dermate herinterpreteren, dat de erin besproken –ogenschijnlijke algemene- casussen in feite herleid worden tot extreme randgevallen. De 13 hermeneutische interpretatieregels, alsook de beslissingsprincipes waarop de Rabbinale decisionairs hun beslissingen of gerechtelijke uitspraken grondden, krijgen in het tweede deel van de cursus ruime aandacht. Er worden ook twee sugios (= talmuddiscussies) in extenso doorgenomen met de commentaren van de tossafisten (12-13de eeuw) en besproken, inclusief een biografische schetst van de in de discussie betrokken Rabbijnen. Tenslotte wordt de Responsa-literatuur doorheen 15 eeuwen bestudeerd, zowel historisch als inhoudelijk. Er wordt een korte biografische schetst van de Respondenten gegeven en uit de talrijke geciteerde Responsa worden in klasverband de normatieve wetten gededuceerd en besproken. Van groot praktisch nut voor leergierige studenten is de gecirconstanciëerde historische tabel in de cursus met de geschiedkundige mijlpalen van 5763 jaar joodse geschiedenis, temidden van het tijdsgebeuren van de wereld- en godsdienstgeschiedenis. SIKHISME Vakverantwoordelijk: Dr. S.S. Kapoor Docent: Dr. S.S. Kapoor The prophets The scriptures I & II. The doctrines and ceremonies Sikhism and other religions.
~ 17 ~
Hulpwetenschappen NIEUWE RELIGIEUZE BEWEGINGEN (NRB) Vakverantwoordelijke: Dr. C. Vonck Docent: Dr. C. Vonck, Dr. R. Dericquebourg Het verschijnsel openbaring De impact van het geopenbaarde Het universele karakter van het religieuze Structuren en religie; problematiek van het proselitisme, syncretisme Definities - culten, sekten, kerken. Regionale en Internationale verwevenheid Werkcolleges in overleg met gastdocenten: o.w. S. Mahikari, Scientologie, Antoinisten, Sai Baba, Verenigingskerk, Osho, Falun Dafa. FUNCTIE VAN DE RELIGIE Vakverantwoordelijke: Dr. L. Lambrecht Docent: Dr. L. Lambrecht Onderscheid oosterse en westerse mystiek Twee grote tradities die in verscheidenheid en schijnbaar tegenstrijdige perspectieven dezelfde eenheid en samenhang denken van het werkelijke. Westerse mystiek en idealistische filosofie; De idealistische filosofie, met haar gerichtheid op de ‘geest’ en het ‘bewustzijn’, is een stuwende en soms zelfs leidende factor geweest in de Westerse mystiek, waardoor de vraag ontstaat naar de samenhang van het denken en wat in de mystiek geschouwd wordt. Cultuur en religie; Tussen het oorspronkelijk religieus denken en de cultuur zijn er nauwe verbanden. Er is geen cultuurloos denken. Aan deze wetmatigheid ontsnapt ook het religieus denken niet. Godsdienst en religie; Vooral volgens hun culturele bepaaldheid nemen de religies meestal vormen van godsdienst aan. De cultuur is daar een sterkere factor voor dan de religieuze inzichten. Historiciteit van het religieus denken; Ook als een religie gelooft het ‘absolute’ te hebben bereikt, of er openbaring van te hebben ontvangen, dan nog is er geen ‘absoluut weten’ van het absolute. Zoals alle beperkte kennis en weten is ook het religieus weten daardoor aan historiciteit gebonden. Historiciteit van het westers religieus denken in de 20e eeuw; Voortgaand op de ‘ontdekking’ in het Westen van de geschiedenis, op het eind van de 18° eeuw en ontwikkeling van een filosofie van de geschiedenis in de 19° eeuw, is dat in het Westen in de 20° eeuw ook op godsdienst en theologie toegepast geworden, met bijzondere gevolgen voor het zelfbewustzijn van de religies, vooral in het Westen. HISTORISCHE KRITIEK Vakverantwoordelijke: Dr. P. De Meyere Docent: Drs. H. Peerlinck Geen enkele geschiedkundige uitspraak, ook niet in theoretisch of hypothetisch verband, is volwaardig mogelijk zonder voorafgaandelijk wetenschappelijk onderzoek qua afkomst en betrouwbaarheid van de gebruikte bronnen. Vanuit deze noodzaak is het historisch-kritisch denken voortgekomen. Het heeft in de jongste eeuwen nieuwe, vaak geraffineerde technieken ontwikkeld. Deze cursus behandelt deze evolutie vanaf het Oud-Chinese bibliotheekwezen tot en met de actuele toepassingen van filologisch, elektronisch en nucleair onderzoek. Historisch-literair onderzoek van enkele bekende religieuze teksten. THEMATIEK VAN DE WESTERSE WIJSBEGEERTE Vakveranttwordelijke: Dr. J. Van Reeth Docent: Dr. J. Van Reeth Origin and growsts of Western philosophy / Inleiding tot de thematiek van de westerse wijsbegeerte (t/m Plato) Philosophical Method / Filosofie tussen theoria en praxis (Socrates, Plato, Aristotle), godsproblematiek Wijsbegeerte van de Moderne Tijden (empirisme, rationalisme) Critical Thinking Kritische wijsbegeerte (transcendentaalfilosofie: Kant – Schopenhauer – Wittgenstein) Hedendaagse filosofie (selectie) (selection of metaphysical, epistemological and ethical problems) Vergelijkende epistemologie van de mystieke ervaring Comparative Epistemology of Mystical Experience ~ 18 ~
CHINESE FILOSOFIE Vakverantwoordelijke: Dr. Ch. Willemen Docent: Drs. Shanglie Zhou In het wijsgerig denken van de mensheid neemt de Chinese filosofie een aparte plaats in: mede door de nadruk te leggen op de praktische problematiek van de menselijke samenleving als dusdanig, en het socio-cultureel aspect ervan. Het vertrekt vanuit de preconfuciaanse context (b.v. de politieke vraagstellingen van de Late Chou-dynastie) met de soms tegenstrijdige antwoorden die de filosofen van het Confucianisme en het Mohisme geformuleerd hebben, de diverse taoïstische visies (voor of tegen) op de maatschappij en haar evolutie, de uiteenlopende pogingen om tot een legalistische omschrijving van de macht te komen. Dit alles binnen de toch korte periode van het formatieve denken van de Chinese sociale structuur (5de / 3de eeuw voor onze tijdrekening), met de niet te onderschatten ‘anarchiserende’ denkers zoals Yang-chu en Zhuang-zi … Wat hebben de latere Chinese denkers vanuit die creatieve periode verder uitgewerkt? De confrontatie, eerst met het uit Indië ingevoerde boeddhisme, het zoeken naar een passende synthese, later nog de spanningen ontstaan door contact met het Westers denken en o.a. het marxisme. INLEIDING OOSTERS DENKEN Vakverantwoordelijke: Dr. Ch. Willemen Docent: Drs. Shanglie Zhou Ontwikkeling van het denken in India en China. Specifieke kenmerken en verschillen van de beide culturen. AFRIKAANSE FILOSOFIE Vakverantwoordelijke: Dr. L. Abicht Docent: Drs. H. Lodewijckx De geschiedenis en het huidige debat. Wijsheidsfilosofie: de basisvragen en methodologie. Filosofische wijsheid in de Afrikaanse filosofie, wijsheid in ontwikkeling, een debat over de toepassing van de wijsheidsfilosofie, teksten van de 'wijzen'. De vraag naar de Afrikaanse filosofie. De filosofische zingeving van de bantoe nomenclatuur. Hedendaagse Afrikaanse filosofie op zoek naar een methode. Deconstructieve en reconstructieve uitdagingen binnen de Afrikaanse filosofie. Het racisme bij Hegel en Kant. Studiemateriaal: John Mbiti, African Religions and Philosophy. Odera Oruka: Sage Philosophy. GODSDIENSTEN VAN HET NABIJE OOSTEN Vakverantoowrdelijke: Dr. J. Van Reeth Docent: Dr. J. Van Reeth Doel van de cursus is een thematisch en chronologisch overzicht te geven van de geschiedenis van de godsdiensten van het Nabije Oosten, het gebied waar de grote Abrahamische godsdiensten zijn ontstaan. Na een methodologische introductie geven we in een inleidend gedeelte een overzicht van de menselijke (historische) aardrijkskunde van het Nabije Oosten. Vervolgens behandelen we de vroegste periode: de prehistorie en het ontstaan van de eerste landbouwgemeenschappen, waarin voor het eerst complexere vormen van godsdienst ontstaan, om te eindigen met de godsdienst van de Sumeriërs. De cursus omvat de godsdienstgeschiedenis van Egypte. Na een geografisch en historisch overzicht, behandelen we achtereenvolgens de protodynastische periode, de verschillende mythen over de kosmogonie, de Osiris-cyclus en de opvattingen over het hiernamaals. Aansluitend bij de cursus van BA2 (de Sumeriërs), behandelen we de godsdiensten van Voor-Azië uit de glorietijd van de Mesopotamische cultuur: Babylonië en Assyrië, waarbij grondig wordt ingegaan op de scheppingsmythe en het nieuwjaarsfestival van Babylon; vervolgens bespreken we de godsdiensten van het Syro-Kanaänitische gebied. OOSTERSE MYSTERIEGODSDIENSTEN Vakverantoowrdelijke: Dr. J. Van Reeth Docent: Dr. J. Van Reeth Aansluitend bij het vak "Godsdiensten van het Oude Nabije Oosten", zoeken we naar de betekenis van de Oosterse mysteriegodsdiensten, die vooral vanaf de keizertijd zich over het hele Romeinse rijk hebben verspreid: Orfisme, Dionysus-mysteriën, Isis-mysteriën, Mithracisme.
~ 19 ~
AFRO – AMERIKAANSE GODSDIENSTEN Vakverantwoordelijke: Dr. L. Bonte Docent: Dr. L. Bonte De als slaven weggevoerde zwarten vanuit Afrika naar de Amerika’s behielden veel van hun oorspronkelijke animistische en islamitische tradities die zich vermengden met invloeden vanuit het Rooms-katholicisme, het Protestantisme. Afro-Amerikaanse religies ontplooiden zich tot o.m. Rastafari (Jamaica), Winti (Suriname), Candomblé (Brazilië), Voodoo (Haïti), Santeria (Cuba). Recente bewegingen, o. a. M.L.King, Malcolm X.. AMERICAN NATIVES Vakverantwoordelijke: Dr. W. Adelaar Docent: Drs. E. Vonck Ontdekking van Noord-, Zuid- en Centraal Amerika: conquest, motivatie(s) van Europeanen, frustratie(s). Oorsprong van American natives: antropologisch, religieus-ecologisch, linguïstisch. Nederzettingen: diversiteiten, grondgebied en interpretatie van beide kanten, sociaal aspect – familieverband/stamverband. Impact bij blanken: in de Amerika’s, elders, huidige beeldvorming. PARAPSYCHOLOGIE Vakverantwoordelijke: Dr. H. Gerding Docent: Drs. Chr. Vandekerkhove De rol van de parapsychologie in de studie van religies. Systematiek der parapsychologische verschijnselen. Het wetenschappelijk onderzoek der parapsychologie. Fraude in de productie der parapsychologische verschijnselen. THEOSOFIE Vakverantwoordelijke: Dr. H. Gerding Docent: Drs. Chr. Vandekerkhove De theosofie als religieuze démarche, Historiek van de moderne theosofische beweging. Sleutelideeën der theosofie: wet van de cycli, cosmogenesis, antropogenesis, evolutie, karma, reïncarnatie. - Stromingen binnen de theosofische beweging en afgeleide bewegingen. - Applicaties in het dagelijks leven. METHODOLOGIE Vakverantwoordelijke: Dr. J. Van Reeth Docent: Dr. J. Van Reeth De studenten worden ingeleid in de wetenschappelijke studie van de godsdienstige verschijnselen en in de diverse benaderingswijzen van de godsdienstwetenschappen en de vergelijkende godsdienstwetenschappen: historisch, taalkundig, fenomenologisch, (diepte)psychologisch, sociologisch en antropologisch. Ook wordt het onderscheid verklaard tussen godsdienstwetenschappen en de godgeleerdheid of theologie. Er worden diverse werkinstrumenten aangereikt en worden achtereenvolgens behandeld : de heuristiek van de bronnen, de interpretatiemethodes en de redactie van de onderzoeksresultaten. De bronnen voor de godsdiensten van de mediterrane wereld (met ingebrip van Jodendom, Christendom en Islam); de godsdiensten van het Verre Oosten (en van de Nieuwe Wereld); alsook het humanisme, het neo-paganisme, en andere, komen aan bod. Zo leert de student waar de bronnen over de godsdiensten te vinden zijn, welke bibliografische en electronische (gedigitaliseerde) hulpmiddelen en zoekinstrumenten er bestaan en hoe hij deze gegevens kritisch moet beoordelen en verwerken. RELIGIEUZE ANTROPOLOGIE Vakverantwoordelijke: Dr. T. Van Loon Docent: Dr. T. Van Loon Deze cursus neemt elke wetenschap ter hand die het verschijnsel mens tot haar specifiek object neemt en hierbij gebruik maakt van de verschillende – aan het object aangepaste – methodes en hulpwetenschappen. De geschiedenis van de antropologie, het preantropologisch denken, de toonzetters van de antropologie, de fysische of biologische, de psychologische, filosofische, religieuze en culturele antropologie.
~ 20 ~
MYTHOLOGIE Vakverantwoordelijke : Dr. T. Van Loon Docent : Dr. T. Van Loon Wat is mythologie ? Hoe kan mythologie betekenis geven aan de wereld? Thematisch overlopen we mythen van over de hele wereld, we zoeken verschillen en gelijkenissen. We staan stil bij het ontstaan, bestaan en verdwijnen van mythen. Tevens komen enkele belangrijke onderzoekers aan het woord. Mythe en menswetenschappen; We bestuderen de relatie religie/mythe, filosofie/mythe, psychologie/mythe, geschiedenis/mythe. RELIGIEUZE COMMUNICATIE Vakverantwoordelijke : Dr. T. Van Loon Docent : Drs. E.Vonck Het verschijnsel 'religie' in de media en film
Variabele Vakken SJAMANISME Vakverantwoordelijke: Dr. T. Van Loon Docent: Drs. P. Van den Bogaard als religieus verschijnsel: het godsbeeld, godenbeelden; als cultuurverschijnsel: het mensbeeld, het cultuurbeeld van enkele sjamanistische tradities Noord-Amerika, Zuid-Korea, Indonesië, Siberië, sjamanistische praktijken, rituelen, trance en droomverschijnselen, bijzondere vormen en toestanden van bewustzijn, als psychologisch verschijnsel: psychologische kenmerken van de sjamaan, de mudang, de dukun, kunstenaar, zanger; de sjamaan als genezer, holisme en holistische benaderingen van de sjamaan, het begrip‘balans’, ‘homeostase’, het gebruik van kruiden en planten. Sjamanistische rituelen in de westerse wereld. GNOSTIEK Vakverantwoordelijke: Dr. P. De Meyere Docent: Drs. A. De Roose Ontstaan van het Gnostisch dualisme, Wereldbeelden en Godsbeelden in en buiten de Gnostiek. Invloeden van de Griekse filosofie op het dualisme. Christendom en Gnostiek in het vroege Christendom. Bespreking van de voornaamste bronnen zoals de teksten van de kerkvaders en de Gnostische teksten die bekend waren vanaf de 17° tot de 20° eeuw. Het Lied van de Parel, de brief van Ptolemeus aan Flora, het Geheime Evangelie van Johannes, Hermetische literatuur. NEO-PAGANISME Vakverantwooredelijke: Dr. C. Vonck Docent: Drs. J. De Zutter 1)Paganisme en neo-paganisme, een historisch overzicht 2)Neo-paganistische strekkingen: druïdisme, wicca, Asatru en sjamanisme 3)Thealogie, het godsdbeeld in het neo-paganisme 4)Paganisten in de moderne wereld, ethiek, feminisme en ecologische actie De cursus biedt een overzicht van de ontwikkeling van het Westerse neo-paganisme sinds de 18e eeuw, en schets het ontstaan van nieuwe paganistische groepen zoals de Britse druïdenordes, de moderne paganistische hekserij, reconstructionistische religies zoals Asatru en Odinisme, het het stedelijk sjamanisme (urban shamanism). Daarnaast worden specifieke kenmerken van de neopaganistische groepen, zoals hun godsbeeld, hun religieuze feesten en gebruiken, inwijdingen, en hun sociologische achtergronden geschetst. Literatuurlijst: Graham Harvey & Charlotte Hardman (ed): Paganism Today, Thorsons, London 1995 (heruitgegeven als Pagan Pathways, Thorsons, London 2000). Prudence Jones & Nigel Pennick: A history of Pagan Europe, Routledge, London 1995. Tanya Hutton : Persuasions of the Witch's Craft, Basil Blackwell, Oxford 1989 (doctoraalscriptie). Ronald Hutton : The Triumph of the Moon, a history of modern pagan wichcraft, Oxford University Press, Oxford 1999. Joanne Pearson, Richars H. Roberts & Geoffrey Samuel (ed): Nature Religion Today, Paganism in the modern world, Edinburgh Press 1998. Jan de Zutter, Eko, Eko : Een halve eeuw wicca, Houtekiet, Antserpen 2003. Sarah M. Pike : Earthly Bodies, Magical Selves, Contemporary Pagans and the Search for Community, University of California Press, Berkeley 2001. ~ 21 ~
FVG Publicaties ACTA COMPARANDA Onder deze benaming publiceert de FVG een serie studies en essays. Een overzichtlijst is te raadplegen via de FVG website. Te verkrijgen door storting op rekening BE47 0011 3642 1280 van Acta Comparanda, B-2610 Wilrijk-Antwerpen of, voor Nederland, op rekeningnummer ING NL08 INGB 0003162270, Faculteit Verg. Godsdienstwetenschappen, B-2610 Antwerpen, met vermelding “Acta Comparanda.” COMPENDIUM LEVENSBESCHOUWINGEN IN DE HAVENSTAD ANTWERPEN Naar aanleiding van de vraag van de Stad Antwerpen dd. oktober 1982 (document nr.PT/PC/829/736)) het in kaart brengen van de levensbeschouwingen in de havenstad Antwerpen. Sedert 2006 mede in coöperatie met Cordoba-Beleid Antwerpen (
[email protected]). Tweede herwerkte druk 2007
BILATERALE AKKOORDEN De FVG heeft met verschillende internationale en buitenlandse instellingen samenwerkingsakkoorden gesloten, o.a. met -
Ecumenical Research Society, Inc., Los Angeles, USA Interfilm, Paris/Hilversum.Netherlands Union of Arab Historians/Baghdad, Iraq. Chiang Mai University, Chiang Mai, Thailand Maharshi Academy of Vedic Sciences, Ahmedabad, India World Literature Institute (Russian Academy of Sciences, Moskou, Russia) University of Jordan, Amman, Jordanië Silpakorn University, Bangkok, Thailand Ferdowsi University of Mashhad, Iran International School of Sikh Studies (World Sikh University), London. U.K. Center for Jewish Art (Hebrew University of Jerusalem), Israël. Jiva Institute of Vedic Studies (JIVS), India Dongguk University, Seoul, Korea
Studiebeurzen Op initiatief van Prof. em. Dr. G. Wedell (Manchester) werd aan de FVG een fonds opgericht waarop buitenlandse kandidaat-studenten, vooral studenten uit ontwikkelingslanden, beroep kunnen doen. In eerste instantie komen kandidaat-studenten in aanmerking uit landen waar de FVG een bilateraal akkoord sloot met een lokale universiteit of hogeschool. Het fonds ontving de naam Rosemarie Wedell Bursary. Mrs. Wedell was stichtend lid van de FVG in 1980. Zij overleed in 2010. Bursaries Thanks to Prof. Emeritus Dr. George Wedell, (Manchester) a Bursary called the Rosemarie Wedell Bursary was established. Mrs. R. Wedell was one of the founding members of the FVG in 1980. She died in 2010. The bursary is to assist overseas students; in the first instance candidates from countries where the FVG has signed a bilateral agreement with one of the local Universities or Institutes of Higher Learning. Bankrekening: IBAN: BE83 3200 5164 7015 BIC: BBRUBEBB ~ 22 ~
nota’s
~ 23 ~
Deze uitgave van de Studiegids vervangt en vernietigt qua inhoud alle voorgaande edities. D/4032/2015/2 ~ 24 ~