Tonus Peregrinus Aantekeningen van Herman Lammers 2009 Chaim Storosum, joods Chazzan, Amsterdam, 020 664.0159; Amstelkade 169 ; 1078 AZ. (in de 2e wereldoorlog bij de Franse Resistance; nu tegen de 90 ?? ; ik weet niet of hij nu nog leeft);vertelde mij, dat hij zich herinnerde, dat zijn (Duitse) grootvader delen uit het Hooglied zong op deze melodie. C.S. was toen nog heel jong. Deze oeroude psalmtoon zou nog stammen uit de tempel van Salomo. Ook binnen de joodse gemeenschap in Yemen, die vele eeuwen lang zeer geïsoleerd heeft geleefd, is deze melodie in gebruik en bekend. In het gregoriaans wordt deze psalmtoon een "vreemdeling" of "zwerver"genoemd. Dat is waarschijnlijk wegens de twee reciteertonen, (in de Synagoge gebruikelijk, maar niet in het Gregoriaans) omdat de andere psalmtonen slechts één reciteertoon bevatten. Ik vond echter in de voetnoten van de uitgave van Don Quichot (Querido 1967, op pagina 801, aantekening bij blz. 618: "Zinspeling op een uitzonderlijk grote parel, die tot de kroonjuwelen van de Spaanse koningen behoorde - en om haar grootte la Peregrina, la Huerfane of la Sola werd genoemd”. Op blz. 618: "Alle groter dan een galnoot 't Allerkostbaarste snoer paarlen Die de 'eenzaamlingen' heten Want niets kan haar evenaren." (Fragment uit de lofzang, door Altisidora gezongen.) En ik vind dat deze psalmtoon het beste vergeleken kan worden met zo'n uitzonderlijk waardevolle zeldzame parel die de tand des tijds heeft doorstaan en die door millennia heen steeds prachtiger is gaan glanzen. Ik zing deze psalmtoon vaak om te horen hoe een bepaalde ruimte klinkt. Studie (ruim 148 blz. met in de bijlage 48 blz. notenvoorbeelden ) geheel gewijd aan de Tonus Peregrinus door: Rhabanus Erbacher; TONUS PEREGRINUS Aus der Geschichte eines Psalmtons. Vier-Türme-Verlag Münsterschwarzach. 1971 ISBN387868 003 1 Ie Teil o.a. 4e Kapitel: Alter und Herkunft des Tonus Peregrinus. Blz.51-64 Inventarisatie van allerhande veronderstellingen. De vraag naar de herkomst blz. .57 e.v. Blz.60... " den Ursprung des TP ausdrücklich lokalisieren: zur Liturgie des Alttestamentischen Judentums und zur Musik der Synagoge." G.B.Martini (1757) beschouwt David zelf als de componist (blz. 60) M.Gerbert (1774) legt een mogelijk verband tussen deze melodie en psalm 114 (de uittocht) Studies van AZ.Idelsohn (10 banden Hebraisch-Orientalischen Melodienschatz (1914-1932) E.Werner: " The Sacred Bridge" (Dit boek werd zeer aanbevolen door Piet van Amstel)
II. Teil Mehrstimmige Bearbeitungen des T.P, blz.81-148 5e Kapitel Der T.P. in de Orgelmusik blz. 135-148. Psalm 31 heeft een Phrygische melodie meegekregen destijds in Geneve. (1551 ?) Deze melodie is afgeleid van het Gregoriaans: A solis ortus cardine. (zie het Compendium (uit 1977 blz. 748) bij het Liedboek voor de Kerken van 1973.) De musici in Geneve waren van jongs af aan vertrouwd met de oude Gregoriaanse wijze van psalmzingen. Het Phrygisch werd gebruikt bij klaagzangen en gebedsteksten. In ons psalmboek staan 17 Phrygische melodieën. De eerste is psalm 17; de tweede is psalm 26. (Roeptonen a'& c" en rusttoon e') In het boekje: "Vertellen met getallen" van Prof Labuschagne (1992; 135 blz. ISBN 90 239 0895 3 / CIP ) legt hij de symbolische betekenis uit van 17 & 26. (blz.81 e.v.). In de Joodse traditie vertegenwoordigen ze beide de getalswaarde van de Godsnaam YHWH. In het Hebreeuwse alfabet krijgen de letters krachtens hun plaats de volgende waarden: Y = 10; H = 5; W = 6 en H + 5. samen 26. De som van deze getallen is de "normale telling". Men kent in de Joodse traditie echter ook de zogenoemde 'kleine telling', waarbij de som van de cijfers wordt berekend: 1+0 + 5 + 6 + 5 = 17. Beide getallen komen massaal voor in de Pentateuch. Deze twee getallen deden bij mij een lampje gaan branden: 17 & 26 ??? Dat zijn de eerste twee Phrygische psalmen! En toen ik later verder ging tellen bleken er totaal 17 Phrygische psalmen te zijn. Dat kan niet toevallig zijn, dacht ik. Zou wellicht de onbekende (anonyme) "Maitre Pierre " een op de achtergrond blijvende Joodse Chazzan geweest kunnen zijn; die Calvijn, Bourgeois en anderen destijds van advies heeft gediend? (Gezien de toen recente -1492- vervolging en verbanning van 400.000 Joden uit Spanje is het alleszins voorstelbaar dat Joodse mensen zich zoveel mogelijk gedeisd hielden). Psalm 9 van rechts naar links gelezen is een Joodse melodie (zij lezen immers van rechts naar links. Ook psalm 2 heeft Joodse wortels; evenals psalm 110 (een koningspsalm) en de Lofzang van Maria (uit het geslacht van David) lijken als twee druppels op een melodie over koning David, welke melodie bij het begin van onze jaartelling al heel oud werd genoemd. (Mededeling Chaim Storosum & Piet van Amstel. Bron ook: Musica pro Deo ) Over 'de oude acht kerktoonaarden' zie o.a. een serie pittige artikelen door Piet van Amstel gepubliceerd : "ïn de waagschaal" 1981 alsmede een serie in: Kerk & Muziek uitmondend in een 'Achttonen dag ' te Gorinchem 15 October 2005. Nog''te publiceren: De modus van de Geneefse zangwijs van psalm 15, Herman Lammers. Alsmede aansluitend: Karakter, kerktoonsoorten en energie. De mixolydische modus in de Geneefse palmwijzen. Een vergelijkend onderzoek en detailstudie.
Herman Lammers