Studentenstatuut 2014-2015 Christelijke Hogeschool Windesheim
Master Special Educational Needs, croho-nr. 44103
voltijd / deeltijd / e-learning
De MSEN is geaccrediteerd tot en met 9 oktober 2018.
Waar student en hij staat kan ook gelezen worden de studente en zij. De links in dit document werken alleen bij raadpleging van dit document op het intranet van Windesheim.
VOORWOORD
5
1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING
6
A – OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1. De onderwijsvisie van Windesheim 2. OnderwijsleeractiviteitenStudiebegeleiding 3. Studiebegeleiding 4. Kwaliteit en studeerbaarheid 5. Vorm van de opleiding
6 6 8 8 9 9
B – DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPSVELD 1. Doelstelling van de opleiding 2. De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding 3. Inhoud van de opleiding 4. De relatie tussen de opleiding en het beroepsveld
11 11 11 11 13
C - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS 1. Inrichting van de opleiding 2. Overzicht informatie van het curriculum 3. Beschrijving onderwijseenheden 4. Accreditatie
15 15 18 56 57
2. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING – RECHTEN EN PLICHTEN
58
Hoofdstuk 1 – BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1.1.- begripsbepalingen
58 58
Hoofdstuk 2 – TOEGANG EN TOELATING Artikel 2.1 - Toelatingseisen Artikel 2.2 -Toelatingsbewijs en inschrijving Artikel 2.3 - EVC (WHW art. 7.13 lid 2 sub r) Artikel 2.4 - Ontzegging toegang onderwijs - beëindiging inschrijving (art. 7.42a WHW)
62 62 62 62 63
Hoofdstuk 3 - INRICHTING VAN DE OPLEIDING Artikel 3.1 - Vraaggestuurd en Competentiegericht onderwijs Artikel 3.2 - Inrichting van de opleiding Artikel 3.3 - Examens en graden van de opleiding Artikel 3.4 - Studiepunten onderwijseenheid Artikel 3.5 - Onderwijsperioden per studiejaar Artikel 3.6 - Gedragscode Nederlandse taal
64 64 64 64 64 64 64
Hoofdstuk 4 – STUDIEBEGELEIDING (art. 7.13 lid 2 sub u WHW) Artikel 4.1 - Studiebegeleiding Artikel 4.2 - Studiecoaching Artikel 4.3 - Algemene studiebegeleiding Artikel 4.4 - Bijzondere studiebegeleiding
65 65 65 65 65
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
2
Hoofdstuk 5 - TENTAMENS EN EXAMENS Artikel 5.1 - Vorm van de tentamens Artikel 5.2 - Schriftelijk toets Artikel 5.3 - Portfolio of werkstuk als toets Artikel 5.5 - Vrijstelling voor tentamens Artikel 5.6 - Afleggen van tentamens Artikel 5.7 - Cijfers Artikel 5.8 - Tentamenuitslag Artikel 5.9 - Inzage beoordeeld werk Artikel 5.10 - Geldigheidsduur tentamens Artikel 5.11 - Examen Artikel 5.12 - Cum laude
67 67 67 67 68 68 69 70 70 70 70 71
Hoofdstuk 6 - EXAMENCOMMISSIE Artikel 6.1 - Instelling en taken examencommissie Artikel 6.2 - Benoeming en samenstelling examencommissie Artikel 6.3 - Subcommissies Artikel 6.4 - Examinatoren Artikel 6.5 - Getuigschriften en verklaringen
72 72 72 73 73 73
Hoofdstuk 7 – SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN Artikel 7.1 - Bezwaar en beroep Artikel 7.2 - Wijziging van de regeling Artikel 7.3 - Bijlagen bij onderwijs- en examenregeling Artikel 7.4 - Slot- en overgangsbepalingen Artikel 7.5 - Inwerkingtreding
74 74 74 74 74 84
3. REGELS EXAMENCOMMISSIE
85
Artikel 1 - Afnemen van tentamens Artikel 2 - Verhindering bij tentamens Artikel 3 - Bekendmaking uitslag tentamens Artikel 4 - Fraude Artikel 5 - Procedure vaststelling fraude Artikel 6 - Sancties bij fraude Artikel 7 - Vrijstelling voor tentamens Artikel 8 - Deadline inleveren verplichte beroepsproducten (toetsopdrachten) Artikel 9 - Inlevering tentamens/beroepsproducten Artikel 10 - Beoordelingsvoorwaarden: de Quickscan Artikel 11 - Herkansing Artikel 12 - Uitstel Artikel 13 - Actuele versies van toetsopdrachten, beoordelingsformulier en leerplannen Artikel 14 - Legitimatie Artikel 15 - Beëindigen studie na competentie-examen 1 Artikel 16 - Voorwaarden deelname tentamens e-learning Artikel 17 - Eisen portfolio voor deelname aan competentie-examens Artikel 18 - Voorwaarden deelname competentie-examens Artikel 19a - De masterkennistoets cohort 2012 en eerder Artikel 19b - De masterkennistoetsen cohort 2013 Artikel 20 - Praktijkgericht onderzoek: fases en planning Artikel 21 – Stappenplan afstuderen 2015 Artikel 22 – Herinschrijven als student na periode van uitgeschreven te zijn geweest. Artikel 23 - Eisen aan gezamenlijk onderzoek Master SEN
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
85 85 85 86 86 86 87 87 88 88 88 88 89 89 89 89 89 90 91 92 93 94 95 96
3
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
4
Voorwoord Welkom bij Windesheim Opleidingen Speciale Onderwijszorg (OSO): Master Special Educational Needs (M SEN). U bent toegelaten tot de masteropleiding. De opleiding heeft als missie dat we onderwijs willen verzorgen speciaal voor iedereen. De persoonlijke kwaliteiten van studenten worden ingezet om pedagogische kwaliteit te ontwikkelen onder het motto ‘elk talent telt’. Het curriculum is met name vormgegeven vanuit competentieleren, met veel aandacht voor (vak)kennis, een goede verhouding tussen theorie en praktijk en actuele thema’s. We verbeteren voortdurend de kwaliteit van onze opleiding door afstemming met wetenschap, werkveld, en u als student. Dit doen we omdat onderwijs steeds verandert en we zo de actualiteit van de kennis willen toetsen en het niveau van onze opleiding willen verhogen en borgen. Goed onderwijs is: het beste halen uit iedereen. Wees nieuwsgierig, vraag, onderzoek, ontwikkel uzelf en daag uw docenten uit. Wij dagen u uit om te excelleren. In deze Studiegids, Studentenstatuut en Onderwijs- en examenreglement vindt u inhoudelijke, praktische en organisatorische informatie over uw studie en de formele regels rondom het programma. U mag van ons verwachten dat wij het onderwijs vormgeven zoals in deze Studiegids staat beschreven. Wij verwachten van u, dat u een actieve lerende houding heeft, dat u verantwoordelijkheid neemt voor uw eigen leerproces en dat u de studie goed plant en organiseert. Deze studiegids helpt u aan de informatie die u daarvoor nodig hebt. Maak gebruik van deze gids! Wij staan open voor uw vragen of opmerkingen over dit document. Wij wensen u een actieve, uitdagende, inspirerende en succesvolle studie toe.
Namens het docententeam, Jan Doelman, Directeur Marie-Jeanne Meijer, Hogeschoolhoofddocent Kees Dijkstra, voorzitter examencommissie
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
5
1. ONDERWIJS EN EXAMENREGELING - BESCHRIJVING VAN DE OPLEIDING A – OMSCHRIJVING VAN HET ONDERWIJS VAN DE OPLEIDING 1. De onderwijsvisie van Windesheim In haar missie heeft Hogeschool Windesheim beschreven wat het betekent om een innovatief kennis- en expertisecentrum te zijn. Kernbegrippen daarin zijn dat de hogeschool individuen uitdaagt om maatschappelijk relevante kennis en competenties te verwerven en op hoger professioneel niveau te functioneren. Innovatie krijgt niet alleen gestalte in de persoonlijke groei waartoe de hogeschool mensen stimuleert, maar ook in de bijdragen die zij levert aan de ontwikkeling, verbetering en vernieuwing van bedrijven en instellingen. Om deze algemene doelen te bereiken heeft de hogeschool een aantal keuzes gemaakt voor de inrichting van het onderwijs, die in de onderwijsvisie zijn vastgelegd. Samenvattend kan de visie van Windesheim op het onderwijs als volgt worden verwoord: het onderwijs is gericht op de ontwikkeling van zelfbewuste professionals die in staat zijn regie te voeren over hun loopbaan en die over de grenzen van hun eigen studie of specialisatie heen kunnen kijken. Ook is afstemming met de wensen van het beroepsveld een kenmerkend deel van het onderwijs. Daartoe behoort ook het streven kenniscirculatie op gang te brengen tussen onderwijs, onderzoek en maatschappelijke dienstverlening. Concreet betekent dit dat het onderwijs op Windesheim: competentiegericht is: kenmerkende beroepssituaties en beroepstaken vormen de katalysator voor het leren; kennisintensief is: niet alleen kennisverwerving, maar ook toepassing in realistische context, theoretische en methodische verantwoording en transfer staan centraal; vraaggestuurd is: de student is (mede)verantwoordelijk voor de inrichting en uitvoering van leerroutes en leerprocessen, en aandacht heeft voor de ontwikkeling van het vermogen van de student tot zelfsturing op de eigen opleiding en loopbaan. De opleiding geeft invulling aan deze uitgangspunten door middel van hun onderwijs didactische werkvormen, studie- en leeractiviteiten, studieloopbaanbegeleiding, en stage- en afstudeerperiodes. Missie van Windesheim OSO: onderwijs speciaal voor iedereen In samenspraak en samenwerking met het werkveld ondersteunt de opleiding docenten en scholen bij het vormgeven en uitvoeren van onderwijs dat speciaal is voor elk kind, elke jongere en elke student, zodat ieder op zijn of haar eigen niveau kan excelleren. In ons onderwijs staat de ontwikkeling tot burger in deze samenleving centraal, terwijl het tevens een rijke voedingsbodem vormt voor de ontwikkeling van de eigen identiteit. De opleiding draagt bij aan landelijke, regionale en plaatselijke expertise- en beleidsontwikkeling op dit gebied.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
6
De onderwijsvisie van Windesheim OSO binnen de opleiding De opleiding is gestoeld op een expliciete visie welke in een zevental begrippen is uitgewerkt. 1. Lerende organisatie Onderwijskundig houden we een organisatie voor lerend wanneer die er in slaagt onderwijs een permanente kwaliteitsontwikkeling (PDCA) te laten ondergaan waarbij emancipatie van de leerling het doel is. Het management stimuleert en inspireert. 2. Laten excelleren Onder laten excelleren verstaan we: de lerende in staat stellen om te presteren in de zone van de eigen naaste ontwikkeling en zichzelf daarmee te overtreffen. 3. Passend onderwijs De kern van Passend Onderwijs is dat voor alle leerlingen de kansen op de beste ontwikkeling centraal staan, voor ‘gewone’ leerlingen maar ook voor leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben om het onderwijs te volgen. 4. Verantwoorde inclusie De opleiding leidt op voor onderwijs dat vanzelfsprekend uitgaat van verschillen. Scholen in Nederland worden in toenemende mate uitgedaagd in het uitgaan van diversiteit Landelijk wordt de discussie gevoerd over inclusie, exclusie, integratie en segregatie. Inclusief onderwijs zien wij als een stip aan de horizon, als een wenkend perspectief; passend onderwijs is de politieke realiteit. In dit kader hanteert de opleiding het begrip ‘verantwoorde inclusie’. Dit betekent: de ontwikkeling van het kind en diens behoefte aan ondersteuning staan centraal. Verantwoorde inclusie betekent ook: samen naar school waar het kan, apart waar het (nog) moet; niet alleen omgaan met verschillen, maar vooral uitgaan van verschillen. 5. Onderzoekende houding Onder onderzoekende houding verstaat de opleiding een lerende houding die zich kenmerkt door een gerichtheid op het vergroten van inzicht over zichzelf en de context waarbinnen men functioneert. Sleutelwoorden hierbij zijn nieuwsgierigheid, actief waarnemen en een positief vragende houding ten opzichte van zichzelf en de context waarin men verkeert. De onderzoekende houding wordt gezien als de basis voor de professionele ontwikkeling die is gestoeld op (systematisch) praktijkgericht educatief onderzoek met als doel de (eigen) onderwijspraktijk te verbeteren. 6. Burgerschap Burgerschap gaat over begrippen als participatie, diversiteit, acceptatie en tolerantie. Voor de leraar is het van belang dat hij zich realiseert dat het niet alleen gaat om de leerling in het hier-en-nu, maar om perspectief op het volwaardig functioneren als burger. De leraar speelt voor zijn leerlingen hierin een belangrijke en stimulerende rol. De leraar is uiteindelijk gericht op empowerment van de leerling, op ondersteuning van de leerling om het uiteindelijk zo veel mogelijk zelf te kunnen doen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
7
7. Kwaliteit van leren en kennis De kwaliteit van het leerproces van de student wordt in sterke mate bepaald door de vaardigheden en kennisbasis van de docent. Uit onderzoek (Hattie, 2003) komt naar voren dat de excellente docenten zich onderscheiden van de ervaren docenten doordat zij de studenten meer en effectiever uitdagen, zij meer en specifieke gerichte feedback geven en zij gefocust zijn op diepe representatie van (sleutel)concepten. Met betrekking tot kennis richt de opleiding zich op de volgende drie gebieden: actuele kennis met betrekking tot de leerling, bijvoorbeeld: hoe is de onderwijsgeschiedenis van de leerling? hoe is de thuissituatie? wat is de relatie tussen de culturele achtergrond van een leerling en zijn functioneren op school? actuele kennis met betrekking tot het leren, bijvoorbeeld: hoe leren leerlingen van een bepaalde leeftijdsgroep? hoe leert deze leerling? hoe weet ik of het leerproces stagneert? actuele kennis met betrekking tot het vakgebied: vakinhoud. Opleiden van onderzoekende docenten De opleiding leert en stimuleert studenten om hun onderzoekende houding te ontwikkelen. Daarvoor stimuleert de opleiding haar studenten om op hoog niveau te reflecteren op zichzelf als wel op theorie. Studenten leren hun beroepservaring te verbinden met theorie en hun opvattingen over hun eigen professionaliateit. Zij worden uitgedaagd om hun praktijk te problematiseren en vanuit praktijkvragen systematisch op zoek te gaan naar zowel praktijk- en expertkennis als wetenschappelijke theorieën. Vanuit deze onderzoekende houding leren studenten gericht en systematisch hun eigen praktijk te onderzoeken. Zo kunnen zij hun ontwikkeling verder zelf ter hand nemen en gefundeerd hun onderwijspraktijk verbeteren. Alle studenten studeren af door middel van een praktijkgericht onderzoek. Waarden van Windesheim OSO De docenten van Windesheim OSO zijn professionals die op hun beurt professionals opleiden; professioneel werken staat dan ook hoog in ons vaandel. Windesheim OSO wil mens- en resultaatgericht werken. De docenten van Windesheim OSO hebben plezier in hun werk en stralen dit ook uit. 2. OnderwijsleeractiviteitenStudiebegeleiding Vanuit de eerder beschreven onderwijskundige opvattingen worden onderwijsleeractiviteiten georganiseerd in diverse werkvormen en groepssamenstellingen die gericht zijn op: zelfsturen (zelfstandig leerteam, ZLT); samenwerkend leren; onderzoeken en ontwerpen; reflecteren; stimuleren van kennisconstructie en kenniscirculatie. 3. Studiebegeleiding Studieloopbaanbegeleiding (SLB) heeft in een masteropleiding een ander karakter dan in de bacheloropleiding. Veruit de meeste studenten (deeltijd en voltijd) zetten met het volgen van deze masteropleiding een stap in hun loopbaanontwikkeling. Tijdens een integrale leerlijn staat de ontwikkeling van de (vernieuwde) beroepsidentiteit centraal. Daarbij ziet de opleiding de onderzoekende houding als het voertuig voor de persoonlijke ontwikkeling en als basis onder een levenslange bekwaamheid om zich als Master SEN (M SEN) te blijven ontwikkelen. Binnen de opleiding spreken wij over de studiecoach als begeleider van dit proces, maar verwachten wij van de studenten dat zij als critical friends elkaars leerproces coachen en van en met elkaar leren. Tijdens de daarvoor ontwikkelde leerlijn staat de integrale competentieontwikkeling van de student centraal. Deze leerlijn wordt gekenmerkt door een dialoog naar aanleiding van persoonlijke dilemma’s. De studiecoach begeleidt dit proces vanuit een metapositie.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
8
Deze leerlijn is de rode draad tussen de verschillende opleidingsonderdelen en is ondersteunend voor het opbouwen van het portfolio ten behoeve van het competentie-examen. In de e-learningvariant vervullen studenten in de discussies voortdurend en intensief de rol van critical friend van elkaars leerproces. In de startbijeenkomst wordt geoefend in het elkaar online coachen en geven van feedback. Daarnaast monitort de studiecoach de studievoortgang en ontwikkeling van de student gedurende de looptijd van elke module. De studiecoach communiceert met de student over de professionele ontwikkeling en zo nodig is er telefonisch contact. Persoonlijk professioneel leerverhaal Studenten schrijven een persoonlijk, professioneel ontwikkelingsplan. De studiecoaches monitoren de integrale competentieontwikkeling van de studenten. Dit doen zij door het voeren van ontwikkelingsgerichte gesprekken waarin feedback en vooral feedforward met betrekking tot de persoonlijke ontwikkeling gegeven wordt. In de persoonlijke praktijktheorie beschrijven studenten op welke wijze zij vorm geven aan hun beroep en reflecteren zij op de rol die praktijkkennis, wetenschappelijke theorie, werkervaring en persoonlijke overtuigingen/constructen speelt in hun ontwikkeling. Het portfolio Een portfolio is samengesteld volgens de handleiding competentie-examens, zie N@Tschool. 4. Kwaliteit en studeerbaarheid Voorwaarde voor het kunnen uitvoeren van de opdrachten is dat de student een baan of leerwerkplek (stage) heeft in het onderwijs. Om de studie succesvol te kunnen doorlopen is het van belang dat de leerwerkplek voldoende mogelijkheden biedt om de opdrachten op masterniveau uit te kunnen voeren. Studiebelasting De opleiding Master SEN omvat volgens de Wet op het Hoger Onderwijs 60 European credits (EC). Eén EC staat voor een studiebelasting van 28 uur. De opleiding kan worden afgerond wanneer 60 EC behaald zijn. Het aantal EC per module is afhankelijk van het aantal contacturen en het begrote aantal uren voor zelfstudie. 5. Vorm van de opleiding Het onderwijs in de opleiding wordt in voltijd en deeltijd verzorgd. Een aantal leerroutes kunnen via elearning worden gevolgd. Structuur onderwijsprogramma Windesheim OSO biedt een professionele masteropleiding. Het onderwijs is geclusterd in zes profielen. Binnen de profielen kennen we leerroutes. De programma’s in deze leerroutes worden beschreven in hoofdstuk 3.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
9
Voor alle leerroutes geldt: er vindt voor aanvang van de opleiding een intake plaats; de student is verantwoordelijk voor een passende (leer)werkplek die aan de eisen van de opleiding voldoet; tijdens de opleiding worden modules gevolgd; praktijkopdrachten worden deels geïntegreerd uitgevoerd op de (leer)werkplek; de opleiding omvat keuzeruimte en biedt masterclasses aan; de opleiding stelt internationalisering verplicht; er is een doorlopende lijn praktijkgericht onderzoek (PGO); er is een doorlopende lijn studieloopbaanbegeleiding ; studenten werken samen in (virtuele) zelfstandige leerteams; de zelfsturing van de student wordt groter naarmate het programma vordert; er worden twee competentie-examens afgenomen; de opleiding wordt afgesloten met een praktijkgericht onderzoek binnen de context van de leerroute. Specifieke informatie deeltijd Deeltijdstudenten besteden gemiddeld 6 uur per week aan colleges, zelfstandige leerteams en leerlijnen. Zij zijn ten minste een dag per week werkzaam in het onderwijs of hebben een overeenkomst met een school waarin wordt vastgelegd op welke wijze praktijkopdrachten kunnen worden uitgevoerd. Masterclasses, internationalisering, competentie-examens, masterkennistoets (MKT) en supervisie /begeleide intervisie kunnen op andere dagen dan de reguliere lesdag worden aangeboden. Specifieke informatie voltijd Voltijdstudenten besteden gemiddeld twee dagen per week aan colleges, zelfstandige leerteams en leerlijnen. Daarnaast zijn voltijdstudenten twee dagen per week werkzaam op een school op basis van een leerwerkplekcontract om daar de praktijkopdrachten uit te voeren. Een dag per week is bestemd voor zelfstudie en het verwerken van opdrachten. Masterclasses, internationalisering, competentie-examens en de masterkennistoets kunnen op andere dagen dan de reguliere lesdagen worden aangeboden. Programmaontwikkeling Programmaontwikkeling vindt op vier niveaus plaats: moduleniveau; leerrouteniveau; uitstroomprofielniveau; curriculumniveau. Actuele ontwikkelingen en input vanuit het veld leiden voortdurend tot programmaverbetering. Programmaverbetering vindt ook plaats op basis van systematische dataverzameling onder studenten, docenten, alumni en werkgevers. Daarnaast spelen ook de leden van de veldadviesraden een belangrijke rol bij innovaties in het programma. Tot slot worden ook de bij de opleiding betrokken lectoraten bij de programmaontwikkeling betrokken.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
10
B – DE RELATIE VAN DE OPLEIDING MET HET BEROEPSVELD 1. Doelstelling van de opleiding Windesheim OSO biedt opleidingen op het gebied van speciale onderwijszorg voor individuele studenten, schoolteams, specialistenteams en samenwerkingsverbanden. De opleiding is gericht op het verwerven van de vereiste algemene en specifieke competenties die de student empowert om iedere leerling op elk niveau uitdagend en passend onderwijs te bieden. De te behalen competenties zijn vastgelegd in een generiek Master SEN competentieprofiel voor speciale onderwijszorg, dat in januari 2005 aan de Minister van Onderwijs is aangeboden. Dit competentieprofiel is geoperationaliseerd in een opleidingseigen competentie- en beoordelingsinstrument. 2. De eindtermen c.q. eindcompetenties van de opleiding Het generiek Master SEN competentieprofiel -en beroepsprofiel is vertaald in opleidingsdoelen. De Dublin-descriptoren vormen de basis onder het opleidingseigen competentie- en beoordelingsinstrument. Om te kwalificeren is in de bewijslast ten minste het niveau van startbekwaam master in alle competenties aangetoond. Bij het beoordelen wordt uitgegaan van situationele redelijkheid waarbij de bewijskracht van de beroepsproducten afhankelijk is van de complexiteit van de uitgevoerde beroepstaak. Daarvoor worden er in de opleiding 4 ontwikkelingsniveaus onderscheiden. Deze ontwikkelingsniveaus bevatten de handelingscomponent, de inhoudscomponent en de onderwijskundige context. De student wordt als startbekwaam master gekwalificeerd als alle competenties op ten minste niveau 3 beoordeeld zijn en de beroepsproducten ten minste op voldoende niveau beoordeeld zijn, zie hoofdstuk 5 artikel 5.7 voor de uitwerking van de niveaus. 3. Inhoud van de opleiding Complexe situaties in de dagelijkse onderwijspraktijk vragen om probleemoplossend vermogen en om specifieke competenties; een geïntegreerde inzet van kennis, attitudes en vaardigheden. In alle leerroutes worden de studenten toegerust om in deze complexe situaties adequaat te kunnen handelen. De inhoud van de opleiding draait om het professionaliseren van leraren met een onderzoekende houding die hun professionele handelen duurzaam vernieuwen. Zij vergroten hun praktijkkennis systematisch door het benutten van praktijkervaringen in relatie tot (wetenschappelijke) theorie. Zij reflecteren diepgaand op de betekenis hiervan voor het bieden van zo uitdagend mogelijk onderwijs, passend bij de leerling en of student met als doel hen de best mogelijke kansen te bieden binnen het hele onderwijs. Het uitgaan van verschillen is een leidend thema binnen de opleiding. De inhoud van de opleiding krijgt vorm vanuit de hieronder beschreven visie. De onderwijskundige visie op opleiden De onderwijskundige visie op opleiden kan worden gedefinieerd als competentiegericht. Daarbij wordt een goede afstemming tussen leren, instructie en toetsen als een hefboom voor het leren van de student gezien. Competententiegericht onderwijs betreft alle aspecten van de opleiding. Gedurende de opleiding wordt de competentiegroei van de student een aantal keren gemeten. De focus ligt op een ontwikkelingsgerichte benadering waarbij het toetsen het leren ondersteunt en het leren het toetsen ondersteunt.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
11
Windesheim OSO heeft haar opleidingsvisie ontwikkeld vanuit de brede opleidingsvisie van Windesheim, waarin vier elementen centraal staan: reflectie: de student verbetert zijn professionele functioneren door diepgaande reflectie; zelfsturing: de student stuurt zijn studie/werkzaamheden zelfstandig en doelbewust; beroepsrelevantie: de student leert beroepsrelevante vraagstukken op te lossen; praktijkgericht onderzoek: de student verbetert zijn praktijksituatie op onderzoeksmatige manier. Voor de opleiding betekent dit positionering in scenario 4 van onderstaand model.
student stuurt, opleider faciliteert 3
schoolvakken centraal
4
beroepscontext centraal
scenario's
1
2
opleider stuurt, student volgt
Figuur 1: Scenariomodel: sturing en beroepsrelevantie
Windesheim OSO wil studenten leren theoretische en methodische concepten toe te passen in uitdagende opvoedings- en onderwijssituaties. Daarbij is het reflecteren op eigen handelen onmisbaar. De opleiding kiest voor ontwikkelingsgericht en onderzoeksmatig opleiden. Studenten worden gestimuleerd een onderzoekende houding te ontwikkelen en hun handelen te funderen met behulp van betrouwbare bronnen. De beroepspraktijk is leidend voor de opleiding. Opdrachten worden zoveel mogelijk in de praktijk uitgevoerd. Er wordt tijdens de opleiding veel belang gehecht aan literatuurstudie en het verwerven van een masterkennisbasis. Didactisch wordt dit vertaald in een sociaal-constructivistische benadering waarbij leren als volgt wordt gezien: Leren wordt gezien als een actief constructief proces waarbij de lerende nieuwe informatie interpreteert op basis van zijn bestaande kennisstructuur. Nieuwe informatie wordt ingepast in de bestaande kennisstructuren. Dit actieve proces van constructie en reconstructie wordt gedefinieerd als ‘leren’. Van de lerende wordt verwacht dat hij in staat is te reflecteren op zijn eigen denken en handelen, en dit zelf te sturen. Het blijkt dat een goed georganiseerd kennisbestand een voorwaarde is voor succesvol probleem oplossen. Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
12
Leren is context gebonden. Het betekenissen toekennen aan fenomenen wordt bepaald door individuele ervaringen. Daarbij wordt leren gezien als een sociaal proces dat plaatsvindt in een sociale context. De interactie met anderen bepaalt de manier waarop de student aankijkt tegen de wereld. Interactie met anderen bepaalt de wijze waarop individuen kijken naar fenomenen. Leeruitkomsten zijn daarom altijd persoonlijk. Leren is niet enkel een cognitief proces. Motivationele, emotionele en sociale aspecten spelen een cruciale rol in het leerproces. Voorbeelden zijn: de doeloriëntatie van de lerende, zijn verwachtingen, de waarde die hij toekent aan de leertaak, de interacties met anderen en hoe de lerende zich voelt in het leerproces. Leren betreft dan ook niet alleen de cognitieve ontwikkeling, maar impliceert ook de ontwikkeling van deze aspecten. De manier waarop de student het opleidingsprogramma beleeft, heeft invloed op de kwaliteit van leren. Dit heeft implicaties voor de manier waarop het onderwijs ontwikkeld en vormgegeven kan worden. De beroepscontext waarbinnen de student functioneert, is een van de leidende uitgangspunten van ons onderwijs. 4. De relatie tussen de opleiding en het beroepsveld Windesheim OSO maakt deel uit van de het domein Bewegen en Educatie van Windesheim en heeft twee veldadviesraden (één raad voor het noorden en oosten van Nederland, gesitueerd in Zwolle en één raad voor het westen en midden van Nederland, gesitueerd in Utrecht). Deze raden dienen de opleidingen van advies bij het opereren op de markt, het ontwikkelen van leerroutes en het inspelen op vragen uit de onderwijsmarkt. In de veldadviesraden hebben directeuren en bestuurders van scholen en samenwerkingsverbanden zitting. Onderstaande ontwikkelingen in het werkveld zijn op dit moment onderwerp van gesprek in de veldadviesraden. Actuele ontwikkelingen in het beroepsveld Tot nu toe wordt door middel van veldinitiatieven en experimenten uitvoering gegeven aan het overheidsbeleid inzake Passend Onderwijs. Passend Onderwijs is meer dan “wat structurele aanpassingen” en “wat extra aandacht voor rekenproblemen en taalachterstanden”. Wanneer er moet worden afgestemd op de behoeften, competenties en het niveau van de leerling, dan kan de leraar niet alleen afgaan op methoden. De leraar zal veel meer een pedagogisch-didactisch kenniswerker en onderzoeker moeten zijn, een ‘ontwerper’ en ‘uitvoerder’ van (eigen) onderwijs en een verbindende schakel met ouders en professionals in en buiten de school. De huidige leraar is niet voldoende opgeleid om adequaat om te gaan met verschillen. De brieven van de staatsecretaris aan de Tweede Kamer (25 juni 2009 en januari 2010) geven aan dat een forse kwaliteitsverbetering en extra ondersteuning in de klas gerealiseerd moet worden. Uitgaande van de, mede door Nederland ondertekende, Salamanca verklaring van 2009 1 lijkt Passend Onderwijs te moeten leiden tot inclusief onderwijs2:
1
In 1994 heeft de Unesco in Salamanca een wereldconferentie gehouden over ‘special needs education: access and quality’, waaraan 92 landen, waaronder Nederland, participeerden. 2
UNESCO maakt zich sterk voor ‘Education for all’ en heeft inclusie als ideaal. Inclusie wordt door UNESCO opgevat als: ‘a process of addressing and responding to the diversity of needs of all learners through increasing participation in learning, cultures and communities, and reducing exclusion within and from education (Booth, 1996). It involves changes and modifications in content, approaches, structures and strategies, with a common vision, which covers all children of the appropriate age range and a conviction that it is the responsibility of the regular system to educate all children. (UNESCO, 1994, p. 13).
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
13
Concreet betekent het dat onderwijsinstellingen moeten samenwerken met partners uit de jeugdzorg zoals instellingen voor jeugdgezondheid, bureaus jeugdzorg, jeugdhulpverlening, ouders en beroepsopleiders (bijvoorbeeld “brede scholen”). Deze gemeenschappelijke (maatschappelijke) opdracht wordt door alle partijen onderkend, wat echter nog niet wil zeggen dat deze opdracht ook door alle betrokken instanties en personen op dezelfde wijze wordt geïnterpreteerd. Vanuit verschillende belangen, visies, mogelijkheden, tradities, wettelijke kaders, etcetera, werken niet alle krachten dezelfde kant op en soms zelf tegengesteld aan elkaar. Windesheim leidt professionals op voor die complexe praktijk. Meer autonomie voor scholen Van oudsher verlopen vernieuwingen in het onderwijs top-down. Deze sturingsfilosofie is de laatste jaren onder druk komen te staan. Scholen ervoeren de voorgestelde vernieuwingen veelal als te generiek, en hadden onvoldoende vrijheid om in te spelen op lokale behoeften en randvoorwaarden. In haar eindrapport “Tijd voor onderwijs” komt de commissie Dijsselbloem (2008) tot de conclusie dat de overheid zich in te veel detail bemoeid heeft met de inrichting van het onderwijs. De commissie beveelt aan dat het onderwijs, en niet de overheid, verantwoordelijk moet zijn voor de inrichting van het onderwijs en het pedagogisch klimaat. Scholen worden autonomer, hetgeen ruimte biedt voor de ontwikkeling en adoptie van noodzakelijke innovatie. Anderzijds moet de leraar een deel van zijn individuele autonomie prijsgeven om innovaties in de organisatie te kunnen initiëren, implementeren en evalueren. Immers, naarmate een organisatie haar kaders helderder formuleert, betekent dit concreet dat docenten zich eraan zullen moeten conformeren. Leven Lang Leren (kortweg LLL) In de samenleving veroudert kennis in hoog tempo en werkwijzen en technieken veranderen voortdurend. In de Lissabon Strategie (2000, 2010) is beschreven dat de EU de meest concurrerende en dynamische kenniseconomie van de wereld moet worden, die in staat is tot duurzame groei met meer en betere banen en een hechtere sociale samenhang. Alle met het onderwijs belaste instanties moeten zich toeleggen op de organisatie van permanent onderwijs. Ook OCW ziet leren als een blijvend onderdeel van leven en werken (employability). We maken onderscheid tussen: De primaire focus: LLL gericht op verhoging van de kwaliteit van de leraar in zijn primaire taak (lesgeven, begeleiden). De secundaire focus: LLL als professionele ontwikkeling, gericht op samenwerken, innoveren, structurele feedback vragen en geven, en de leraar als onderzoeker.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
14
C - INRICHTING VAN HET ONDERWIJS
1. Inrichting van de opleiding De opleiding heeft leerroutes met een omvang van 60 EC. Een leerroute bestaat uit een startmodule, vier leerroute specifieke modulen, een generieke masterkennistoets, een internationaliseringcomponent en vrije ruimte. Het praktijkgericht onderzoek is als leerlijn verweven door de gehele opleiding en kent een verdichting in het laatste deel van de opleiding. Modules worden enerzijds afgesloten met beroepsproducten anderzijds wordt een deel van de ‘modulestudiepunten’ tijdens de competentie-examens getoetst. Tijdens een competentie-examen wordt de mate van transfer en integratie van de opgedane kennis in het handelingsrepertoire en de beroepsidentiteit getoetst. Deze examens worden door twee onafhankelijke assessoren afgenomen. Het betreft een assessor van de opleiding en een assessor uit het werkveld. Internationalisering Internationalisering is een verplicht opleidingsonderdeel met een omvang van 3 EC (84 studiebelastingsuren). Internationalisering wordt tijdens het competentie-examen aangetoond. De internationale verdieping is een onderdeel van de opleiding en valt dus binnen de 60 EC van de opleiding. Er zijn twee manieren waarop de internationaliseringcomponent kan worden vormgegeven: de zogenaamde georganiseerde - en de zogenaamde vrije variant. Bij de georganiseerde variant kan de student deelnemen aan een door de Master SEN opleiding georganiseerde reis. Voor de vrije variant gelden de volgende uitgangspunten: - internationalisering is een verdiepende dimensie bij een door de student gekozen thema dat zelfstandig in een internationale context wordt bestudeerd; - het moment waarop de student deze extra verdieping toepast, wordt door de student zelf bepaald; - de verdieping heeft een omvang van 3 EC. 1a – Het curriculum In alle opleidingsmodellen is er steeds sprake van horizontale en verticale verbinding tussen de opleidingselementen, weergegeven in onderstaand schema. SLB
on
der
module 1
zoeks
module 2
leer
module 3
lijn
module 4
module 5
Masterkennistoets
Figuur 2: Schematisch overzicht horizontale en verticale verbindingen in het programma.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
15
Binnen-/buitenschoolscurriculum Het binnen- en buitenschools curriculum van de opleiding SEN zijn sterk met elkaar verweven en verlopen cyclisch. Doel van de opleiding is namelijk om de student in staat te stellen de praktijksituatie in onderwijskundige zin te verbeteren. De opleiding faciliteert dit leren door casuïstiek uit de praktijk van de student in de opleiding te brengen en daar te confronteren met de theorie. De student neemt het geleerde (de verrijkte casuïstiek) in de vorm van een praktijkopdracht weer mee naar zijn werksituatie. De ervaringen in de werksituatie komen weer terug in de opleiding waar de student zijn keuzes voor zijn handelingswijzen (toegepaste theorieën, methodieken) verantwoordt.
Figuur 3: weergave cyclische verbinding binnen- en buitenschoolcurriculum
1b - Toetsvormen Om de betrouwbaarheid van de toetsing te vergroten wordt er naast het inzetten van verschillende beoordelaars ook gestreefd naar verschillende en gevarieerde toetsing. In de onderstaande tabel is af te lezen welke toetsvormen gebruikt worden. De student moet zich zowel voorafgaand aan de masterkennistoets als voorafgaand aan de competentieexamens kunnen legitimeren.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
16
Toetsvormen Competentie-examens Competentie examen 1 met presentatie en criteriumgericht interview Competentie examen 2 met proeve van bekwaamheid (is indien nodig de herkansing van competentie-examen 1) In een competentie-examen worden diverse resultaten van een student integraal en in samenhang gewaardeerd en ontwikkelingsgericht beoordeeld. Praktijkgericht onderzoek De onderzoekscompetenties hebben primair betrekking op toepassingsgericht onderzoek, dat wil zeggen onderzoek dat gericht is op het ontwikkelen van kennis voor het ontwerpen van oplossingen van (typen van) veldproblemen. Voor de deadlines van de verschillende beoordelingsonderdelen van praktijkgericht onderzoek (PGO), wordt verwezen naar informatie op N@TSCHOOL. Masterkennistoetsing Kennistoetsing vindt plaats op 2 manieren: In de beroepsproducten die behoren bij onderwijseenheden; Masterkennistoets (MC-toets) orthodidactiek (lezen en rekenen) en orthopedagogiek. Beroepsproduct Dit is een opdracht in de beroepspraktijk, uitgevoerd door een student. Het gaat om een product ten behoeve van de (leer)werkplek van de student zelf of een medestudent. Het is gericht op specifieke, vooraf vastgestelde beoordelingscriteria. Het ontwerpen en uitvoeren van een handelings/ groepsplan is bijvoorbeeld een beroepsproduct. Variëteit binnen beroepsproducten: Verslag Rapport Simulatie Beeld- en/of geluidsbewijs Literatuuronderzoek Reflectie Minipraktijkonderzoek Portfolio Het portfolio is een uitermate geschikt instrument om alle mogelijke prestaties van een student in de beoordeling mee te wegen. Het is geschikt binnen de opleiding, in de beroepspraktijk en bij een combinatie van beide. Het kan gedefinieerd worden als een verzameling van materialen, documenten en/of bestanden die bewijsmateriaal geeft voor de competentieontwikkeling van de student. De verantwoordelijkheid voor het verzamelen hiervan ligt volledig bij de student. Het portfolio is daarmee een instrument waarin de student een weergave van resultaten van zijn leerproces geeft. Het biedt de student mogelijkheden en kansen voor zelfsturing. Het portfolio heeft een lange termijn functie: er wordt zicht gehouden op de continuïteit in de ontwikkeling van de student. De student selecteert bewijsstukken, verantwoordt deze selectie, ordent het bewijsmateriaal en legt het voor ter beoordeling tijdens het competentie-examen. Portfoliopresentatie De student presenteert aan een opleidings- en een werkveldassessor (hands-on) de kritische leermomenten en betekenisvolle leerervaringen, waarbij de praktijktheorie tevens aandacht krijgt. Voorts presenteert de student beeldopnames voor de interpersoonlijke competentie. De student laat in deze presentatie zien hoe de competenties op meerdere manieren in verschillende situaties ontwikkeld zijn en hoe de student daarop reflecteert.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
17
Criteriumgericht interview Dit is een interview tussen twee onafhankelijke assessoren en een student en gaat over concrete ervaringen van een student. Het wordt afgenomen nadat de inhoud van een portfolio, de ontvangen 360 graden feedback en de beroepsproducten bestudeerd zijn. Er wordt onderzocht of het resultaat naar wens was en het toegepaste gedrag adequaat. Het doel is informatie van de student te krijgen. Het is gericht op specifieke, door de assessoren vooraf bepaalde, onderwerpen. Na het interview bepalen de assessoren het waardeoordeel. Dit oordeel wordt in een eindgesprek door de assessoren toegelicht voor de student, voorzien van concrete feedback en/of adviezen voor verdere ontwikkeling. Daarna ontvangt de student een schriftelijke rapportage. Proeve van bekwaamheid Aan de hand van het portfolio wordt toegewerkt naar een eindcompetentie-examen in een reële situatie (hands-on): de aanvullende proeve van bekwaamheid met betrekking tot de interpersoonlijke competentie in de omgang met collega’s.
In deze proeve vormen studenten een forum, waarin gediscussieerd wordt over inhoudelijke onderwerpen. Ze worden geobserveerd en beoordeeld door onafhankelijke opleidings- en werkveldassessoren. 1c - Bijzondere leerwegen
n.v.t. 2. Overzicht informatie van het curriculum Hierna volgt een overzicht van het curriculum: 2a Leerplannen leerlijnen Cohort 2014, alle leerroutes 2b Leerplannen leerlijnen Cohort 2013, alle leerroutes Voor andere cohorten en voor de groep studenten die in 2012-2013 gestart zijn met het Master SEN traject bij Fontys Hogescholen en die in 2013-2014 zijn ingeschreven bij Windesheim voor de Master SEN staat informatie over de leerroutes in de overgangsbepalingen (Hoofdstuk 2 artikel 7.4). 2a - Cohort 2014 Leerlijnenmodel Alle leerplannen Cohort 2014 zijn door de examencommissie goedgekeurd op 22-04-2014. Voor al deze plannen gelden de volgende notes: x = alle deelcompetenties gedekt. Indien anders alle deelcompetenties aangeven * Studenten maken een keuze uit interpersoonlijk met de leerling, collega of omgeving. COMPEX 1 / COMPEX 1S 6 EC on the job ( beroepsproducten), 2 EC keuzeproducten (s=supervisie/intervisie), 2 EC praktijkgericht onderzoekprofilering. COMPEX 2 4 EC on the job ( beroepsproducten), 5 EC keuzeproducten, 3 EC internationalisering Voor e-learning en de voltijd kunnen er afwijkingen in de planning zijn i.v.m. het karakter van deze opleidingsvariant.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
18
x
ab
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a x x
a x
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
ab x
x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
VLOLEZ.xx.13 BVLL.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 ORTINT.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs cohort 2014 9MLSPO ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
19
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
ab
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a x x
a x
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
ab x
x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Beoordeling Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x* x x
Planmatig reflecteren
x x* x x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x X x x x x x x x
Presentatie
12
VLOLEZ.E.13 BVLL.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 REKEN.E.13 ORTINT.E.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs e-learning cohort 2014 9MLSPOE ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
20
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
ab
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a x x
a x
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
ab x
x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling
Planmatig reflecteren
x x* x x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
VLOLEZ.xx.13 BVLL.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 ORTINT.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs cohort 2014 voltijd 9MLSPOV ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
21
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
x
ab
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac x x x
x x x x
x x x x
x
x
x x
ab
x x x x x x x 15
a x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Beoordeling Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
KRACHT.xx.13 BVLL.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 PLWER.xx.13 ORTINT.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften voortgezet onderwijs/beroepsonderwijs cohort 2014 9MLSVO ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
22
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
c x
x x x
x
x x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac
a ab x
x x x x
x x x x
x
x
x x
x x
x x x x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x a
x
15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x
Ortho didactisch
x
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
Pr bekwaamheid
Handson/video
Totaal
x
x x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x
x x
Presentatie
12
KSOCEM.xx.13 REKEN.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 ₪ 10
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 SPELEN.xx.13 SPTAAL.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 ₪ COMPEX1.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften jonge kind Cohort 2014 9MLSJK ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
23
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
x
x
x x x x x x
x x x x x
x
x
ac c
x x x
x x x
x
x
x
x
x x
a
x
x
x
x x x x x x 15
a x
x x
x x x
x
x
x
x
x
x
a
a
x
a
x
x
x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
24
o/v/g/u o/v/g/u
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
Relatie lectoraat
x
x
x x* c
Praktijkgericht onderzoek
x x
x
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
x x*
Ortho didactisch
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
x x
x x
Collega
x
x x
Leerling
x x
x x x
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x
Handson/video
60
4 10
x
x
x x x
Kennistoets
12
LZ-ESM.xx.13 of LZ DSH.xx.13 (keuze) BEGRIP.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4
x x x x x x x x x x x x
x x x
Presentatie
4 3 3 2 10₪
x x x x x x x x
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 TL-ESM.xx.13 of TL-DSH.xx.13 (keuze) BVLL.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften cluster 2 Cohort 2014 9MLSC2 ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x
60
Totaal
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x
a c
c
x x
ac a ac
x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x
x x x x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x
15
x
x
X
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
25
x
x
x
x x x x x
8
12
7
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u
x
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
x
x
x
x
a x a
Relatie lectoraat
x
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x
x x*
Planmatig reflecteren
x
x x* x
Ortho didactisch
x
12
Keuze LETTER13.xx.13 Keuze TDHV13.xx.13 VLOLEZ.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
4
x x x
Collega
x x
x
x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x x x x x x x x
x x x x
Beoordeling
Competenties
PGO leerling Comp.examen
MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
x x x x
Pr bekwaamheid
3 3 2 10₪
x x x x
Handson/video
x x x x x x x x x x
Kennistoets
4 4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 REKWIS.xx.13
Presentatie
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan leerroute Remedial teacher cohort 2014 9MOLRT ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen ia Standaard code: ENSO-C
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Remedial teacher e-learning Cohort 2014 9MOLRTE ec
Onderwijseenheid
Periode
c
x
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x x x x
x
x
x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x x
a x a
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x
15
x x x x x
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
26
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
a c
ac a ac
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
Totaal
x x*
x x x x
x
x x* x
Ortho didactisch
60
4 4 10
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
12
Keuze LETTER.E.13 Keuze TDHV.E.13 VLOLEZ.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
x x x
Collega
4
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x x x x x x x x
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
x x x x
Pr bekwaamheid
3 3 2 10₪
x x x x
Handson/video
x x x x x x x x x x
Kennistoets
4 4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 REKEN.E.13 REKWIS.E.13
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x
x
x x x x x
8
12
7
x
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Remedial teacher cohort 2014 voltijd 9MOLRTV ec
Onderwijseenheid
Periode
4
Keuze LETTER.xx.13 Keuze TDHV.xx.13 VLOLEZ.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten
4 4 10
12
Rapportage COMPEX2.xx.13
60
Totaal
x
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x
x
x
x
x x x
c
x
ac a ac
a x a
x x x x
x x x x
X
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x
x
x
x
o/v/g/u
x x
x
x
x
x
x
x
x x x
x x x
x x x
x x x
x x x
x
x
x x
x
x
x x
15
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
X
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
27
voldaan/niet voldaan
x
x x x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
x
x
x
x
a c
x x x
x
x x*
Relatie lectoraat
COMPEX1.xx.13₪
x x*
Praktijkgericht onderzoek
10₪
x x* x
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x x x x x x x x x
x x x x
Ortho didactisch
MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
3 3 2
x x x x
Collega
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
Rapporteren
x x x x
Pr bekwaamheid
Reflecteren
x x x x x x x x x x
Handson/video
Handelen
SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 REKWIS.xx.13
Aanvullende code:
Kennistoets
Ontwerpen
4 4 4
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x
x
x x
8
12
7
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
ac x
x x x x
x x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x
x x
x x x x x x x
x x x x x x
a x
x x x x
x x x x
x x
x
x
x
x
x
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
x c
c
x
x
x x
x
x
x x x x x x x
x x x x x x x
7
7
8
15
x
a
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
Praktijkgericht onderzoek
ac x
x x x* x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x x x x x x x x x x
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x
Pr bekwaamheid
x x x x x x
x x x x
Handson/video
Totaal
x
Kennistoets
60
x
Presentatie
12
COACH.xx.13 SOVM.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 2 8₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 DYKAF.xx.14 COMMAF.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 SUPVIE.xx.13 PGOP.xx.13 COMP1S.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: intern begeleider/zorgcoördinator cohort 2014 9MBIZC ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
13
28
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
ac x
x x x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x
x x x x x
a x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
ab
x x x x x x 15
x
x
x x x x x x
7
7
8
x x x x x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
Praktijkgericht onderzoek
ac x
x x x* x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
Totaal
x x x
Leerling
60
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x x x x x x
x x
12
HDCO.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
8 10
x x x x
Pr bekwaamheid
x x x x
Handson/video
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
4 4 4 3 3 2 10₪
Kennistoets
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 DYKAF.xx.14 COMMAF.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Presentatie
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: Dynamisch coachen op verschillen cohort 2014 9MBDCD ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
13
29
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute School Video Interactiebegeleider cohort 2014 9MBISD ec
Onderwijseenheid
Periode
x
x
x
10
x x x x x x x x x x x x
x
x x x x x
x x x x
12
PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
60
Totaal
x
ab*
ab*
x x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
ac a#
a a#
x x x
x x x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
Profiel leerroute 50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
x
x x
x
x x
x
x
x
x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u
x
x x x x x
x x x x
x
x x x x x
7
7
7
15
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
x
x
x
x
x
x
Relatie lectoraat
x
x
Praktijkgericht onderzoek
x x
x x
Beoordeling Planmatig reflecteren
BENA.xx.13
x x x
Ortho didactisch
8
x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
x
x
x x
Collega
x x x x x x x x x x x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13
x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
3 3 2 10
x x x
Pr bekwaamheid
x x x x x x x x x
Handson/video
4 8
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 DYNA.xx.13
Kennistoets
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x
x 14
30
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 1:cesuur niveau 2.
voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Talentontwikkeling en excelleren cohort 2014 9MTOWG ec
Onderwijseenheid
Periode
x x
x x
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac
x x x x
x x x x
x
x
x x
x
x x x x x x x 15
a x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x x x
8
11
8
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x* c
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x
Ortho didactisch
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
x x x
Collega
x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
x
x x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x x x x
Handson/video
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Kennistoets
12
DIGLIT.xx.13 MASTER.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 ₪ 10
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 TALENT.xx.13 HOOG.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 ₪ COMPEX1.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
31
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute gedragspecialist cohort 2014 9MOGGD ec
Onderwijseenheid
Periode
kwaliteitscriter ia
x x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x
x x
x x x x x x x
x x x x x x
a
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x x
x
x
x
x
x
ab a
a
x
x
x
x
Profiel leerroute 50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
32
x x x x x x x
15
x
x
x x x x x x x
14
7
7
x x x x x
x
x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
ac x
Praktijkgericht onderzoek
x
x x* ab
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
x x* a b
Ortho didactisch
Totaal
x
x x* x
Ortho Pedagogisch Omgeving
60
x x x x x x x x x x x x x x
x
x x x
Collega
x
12
METHOD.xx.13 GEDRAG.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
x x
Inter Persoonlijk Leerling
4 4 10
x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x
Pr bekwaamheid
KRACHT.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 INTVIE.xx.14 PGOP.xx.13 COMP1S.xx.13
x x x
Handson/video
4 3 3 2 2 8
x x
Kennistoets
x x x x x x x
Presentatie
4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 ORTINT.xx.13
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpe n
1 2 3 4
Verslag
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen
x
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 1S:cesuur niveau 2.
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Reken- wiskundespecialist /dyscalculie cohort 2014 9MOLRW ec
Onderwijseenheid
Periode
x x*
x x*
a c
c
x x x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a ac
a x a
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x a
x x x x x x x 15
x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x
x
x x x x x x x
7
14
7
x x x x x
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
33
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
10
4 4 10
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
Relatie lectoraat
Totaal
x x* x
Praktijkgericht onderzoek
60
x X x x
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
x x x
Ortho didactisch
x
12
WISDYS.xx.13 REKDYN.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
X x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
₪
x x x x
Collega
x x x x x x x x x x x
x x x x
Inter Persoonlijk Leerling
MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
3 3 2
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x
4 4 4
Pr bekwaamheid
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 REKWIS.xx.13
Handson/video Pr bekwaamheid Kennistoets
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Reken- wiskundespecialist /dyscalculie cohort 2014 e-learning 9MOLRWE ec
Onderwijseenheid
Periode
Totaal
x x*
a c
c
x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a ac
a x a
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
34
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
x x
x a
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
7
14
7
x x x x x
x
x x
x
Relatie lectoraat
60
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x* x
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
12
WISDYS.E.13 REKDYN.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
x x x x
Ortho didactisch
4 4 10
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
x x x
Collega
x x x x x x x x x x x
x x x x
Inter Persoonlijk Leerling
MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
3 3 2 10₪
x x x x
Pr bekwaamheid
x x x x x x x x x x
Handson/video
4 4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 REKEN.E.13 REKWIS.E.13
Kennistoets
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Taalspecialist dyslexie cohort 2014 9MOLTD ec
Onderwijseenheid
Periode
a
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x
x x x x x x x
x x x x x x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
a x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x a
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
7
14
7
x
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
ac x
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x*
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x x
Collega
x x x x x
x x
x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x x x x
Handson/video
60
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Kennistoets
12
keuzeLETTER.xx.1 3 Keuze TDHV.xx.13 SCHRIJF.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 VLOLEZ.xx.13 BEGRIP.xx.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscriter ia
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
35
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Taalspecialist dyslexie e-learning cohort 2014 9MOLTDE ec
Onderwijseenheid
Periode
a
x x x x
x x x x x
x x x x x x
x x x x x x x
x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
a x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x a
x
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x
x x x
x x x x x x
x x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x 15
x
x x
x
x
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
x
x
x
x
ac x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
Totaal
x x x
x x x
Collega
60
x x x x x x x x x x x x x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
12
Rapportage COMPEX2.xx.13
x x
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
keuzeLETTER.E.13 Keuze TDHV.E.13 SCHRIJF.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten
Pr bekwaamheid
4 4 4 10
x
x x x x
Handson/video
COMPEX1.xx.13₪
x x x x
Kennistoets
10₪
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Rapportere n Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 VLOLEZ.E.13 BEGRIP.E.13 MKTP14.xx.14 MKTD14.xx.14 PGOP.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Toetsvormen Verslag
kwaliteitscrite ria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
36
x
x
x x
7
14
7
x x x x x
voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
2b - Cohort 2013 Leerlijnenmodel Alle leerplannen Cohort 2013 zijn door de examencommissie goedgekeurd op 18-03-2013. Voor al deze plannen gelden de volgende notes: x = alle deelcompetenties gedekt. Indien anders alle deelcompetenties aangeven * Studenten maken een keuze uit interpersoonlijk met de leerling, collega of omgeving. COMPEX 1 / COMPEX 1S₪ 6 EC on the job ( beroepsproducten), 2 EC keuzeproducten ( s=supervisie), 2 EC praktijkgericht onderzoekprofilering. COMPEX 2 4 EC on the job ( beroepsproducten), 5 EC keuzeproducten, 3 EC internationalisering Voor e-learning en de voltijd kunnen er afwijkingen in de planning zijn i.v.m. het karakter van deze opleidingsvariant.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
37
x
ab
x x x
x x x
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a ac x
a x
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
ab x
x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
VLOLEZ.xx.13 BVLL.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 ORTINT.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs cohort 2013 9MLSPO ec Onderwijseenheid Periode kwaliteitscriter Toetsvormen Competenties ia Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x 8
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
ab
x x x
x x x
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a ac x
a x
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
ab x
x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Beoordeling Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x* x x
Planmatig reflecteren
x x* x x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x X x x x x x x x
Presentatie
12
VLOLEZ.E.13 BVLL.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 REKEN.E.13 ORTINT.E.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs e-learning cohort 2013 9MLSPOE ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x 8
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
ab
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac a ac x
a x
x x x x
x x x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
ab x
x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling
Planmatig reflecteren
x x* x x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
VLOLEZ.xx.13 BVLL.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 ORTINT.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften primair onderwijs cohort 2013 voltijd 9MLSPOV ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
40
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
x
ab
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac x ac x
x x x x
x x x x
x
x
x x
ab
x x x x x x x 15
a x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Beoordeling Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
KRACHT.xx.13 BVLL.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 PLWER.xx.13 ORTINT.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften voortgezet onderwijs/beroepsonderwijs cohort 2013 9MLSVO ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
41
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
c x
x x x
x
x x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac
a ab x
x x x x
x x x x
x
x
x x
x x
x x x x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x a
x
15
x
x
x x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x
Ortho didactisch
x
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x
PGO leerling Comp.examen
Pr bekwaamheid
Handson/video
Totaal
x
x x x x
Kennistoets
60
x x x x x x x x x x x x x x x
x x
Presentatie
12
KSOCEM.xx.13 REKEN.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 ₪ 10
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 SPELEN.xx.13 SPTAAL.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 ₪ COMPEX1.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften jonge kind Cohort 2013 9MLSJK ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
42
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
x
x
x x x x x x
x x x x x
x
x
ac c
x x x
x x x
x
x
x
x
x x
a
x
x
x
x x x x x x 15
a x
x x
x x x
x
x
x
x
x
x
a
a
x
a
x
x
x x x x x x
10
10
7
x x x x x
x
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
43
o/v/g/u o/v/g/u
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x
x
Relatie lectoraat
x
x
x x* c
Praktijkgericht onderzoek
x x
x
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
x x*
Ortho didactisch
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
x x
x x
Collega
x
x x
Leerling
x x
x x x
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x
Handson/video
60
4 10
x
x
x x x
Kennistoets
12
LZ-ESM.xx.13 of LZ DSH.xx.13 (keuze) BEGRIP.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4
x x x x x x x x x x x x
x x x
Presentatie
4 3 3 2 10₪
x x x x x x x x
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 TL-ESM.xx.13 of TL-DSH.xx.13 (keuze) BVLL.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: leraar speciale onderwijsbehoeften cluster 2 Cohort 2013 9MLSC2 ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x
x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x
x x x x
x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
X
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x
15
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
44
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u
x
x x x x x
x
x x
x
x
a x x
Relatie lectoraat
x
ac x x x
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x* x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x x
Collega
x x x x x
x x
x x x x x x x x x x x x x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x
Beoordeling
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
Pr bekwaamheid
x
x x x x
Handson/video
Totaal
4 10
x x x x
Kennistoets
60
4
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Presentatie
12
Keuze LETTER13.xx.13 Keuze TDHV13.xx.13 VLOLEZ.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 REKWIS.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan leerroute Remedial teacher cohort 2013 9MOLRT ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen criteria Standaard code: ENSO-C
x
x
x x x x x
8
12
7
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Remedial teacher e-learning Cohort 2013 9MOLRTE ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x x x x
x
x
x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x x
a x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x x x x
x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x
x x x x
15
x x x x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
ac x x x
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x* x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x x
Collega
x x x x x
x x
x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x x x x
Handson/video
60
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Kennistoets
12
Keuze LETTER.E.13 Keuze TDHV.E.13 VLOLEZ.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 REKEN.E.13 REKWIS.E.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
45
x
x
x x x x x
8
12
7
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Remedial teacher cohort 2013 voltijd 9MOLRTV ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
12
Rapportage COMPEX2.xx.13
60
Totaal
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x
x
x
x
x
x x x
x x
x x x
x x
x
x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x
x x x x
x x
x x x
a x x
X
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x
x
x
x
o/v/g/u
x x
x
x
x
x
x x x
x x x
x x x x
x
x X
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
x x x x
x
x
x
x
ac x x x
Relatie lectoraat
4 4 10
x x*
x x x
x
x x*
Praktijkgericht onderzoek
Keuze LETTER.xx.13 Keuze TDHV.xx.13 VLOLEZ.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten
x x* x
Beoordeling Planmatig reflecteren
4
x
x x x x
Ortho didactisch
COMPEX1.xx.13₪
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
10₪
x x x x
Collega
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
Rapporteren
SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 REKWIS.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13
Pr bekwaamheid
Reflecteren
4 4 4 3 3 2
Handson/video
Handelen x x x x
Aanvullende code:
Kennistoets
Ontwerpen
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
46
x
x
x x
x x
8
12
7
15
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
ac x
x x x x
x x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x
x x
x x x x x x x
x x x x x x
a x
x x x x
x x x x
x x
x
x
x
x
x
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
x c
c
x
x
x x
x
x
x x x x x x x
x x x x x x x
7
7
8
15
x
a
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
Praktijkgericht onderzoek
x* x
x x x* x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
x x x
Leerling
x x x x x x x x x x x x x
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x
Pr bekwaamheid
x x x x x x
x x x x
Handson/video
Totaal
x
Kennistoets
60
x
Presentatie
12
COACH.xx.13 SOVM.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 2 8₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 HUMAN.xx.13 COMMAF.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 SUPVIE.xx.13 PGOP.xx.13 COMP1S.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute:intern begeleider/zorgcoördinator cohort 2013 9MBIZC ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
13
47
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
ac x
x x x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x
x x x x x
a x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
ab
x x x x x x 15
x
x
x x x x x x
7
7
8
x x x x x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
Praktijkgericht onderzoek
x* x
x x x* x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
Totaal
x x x
Leerling
60
x x x x
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x x x x x x
x x
12
HDCO.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
8 10
x x x x
Pr bekwaamheid
x x x x
Handson/video
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
4 4 4 3 3 2 10₪
Kennistoets
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 HUMAN.xx.13 COMMAF.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Presentatie
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Verslag
Leer- en toetsplan Leerroute: Dynamisch coachen op verschillen cohort 2013 9MBDCD ec Onderwijseenheid Periode KwaliteitsToetsvormen Competenties criteria Inter Standaard code: Persoonlijk ENSO-C
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
13
48
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x
o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute School Video Interactiebegeleider cohort 2013 9MBISD ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
Totaal
ab*
ab*
x x x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x x
x
x x x x x
x x x x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
ac # a
a # a
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
Profiel leerroute 50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u
x
x x x x x
x x x x
x
x x x x x
7
7
7
15
x
x 14
49
x
voldaan/niet voldaan
x x
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
60
x
Praktijkgericht onderzoek
12
PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
x
Beoordeling Planmatig reflecteren
10
x x
Ortho didactisch
x x
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
BENA.xx.13
x x
Collega
8
x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x x x x x x x x
x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13
x x x
Pr bekwaamheid
3 3 2 10
x x x
Handson/video
x x x x x x x x x
Kennistoets
4 8
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 DYNA.xx.13
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 1:cesuur niveau 2.
voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Talentontwikkeling en excelleren cohort 2013 9MTOWG ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
x x
x x
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac
x x x x
x x x x
x
x
x x
x
x x x x x x x 15
a x x
x
x x
x
x
x
x
x
x x
x x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x x x
8
11
8
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x* c
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x
Ortho didactisch
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x
x x x
Collega
x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
x
x x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x x x x
Handson/video
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Kennistoets
12
DIGLIT.xx.13 MASTER.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 ₪ 10
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 TALENT.xx.13 HOOG.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 ₪ COMPEX1.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
8
50
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute gedragspecialist cohort 2013 9MOGGD ec
Onderwijseenheid
Periode
Kwaliteitscriteria
Toetsvormen
x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x
x x
x x x x x x x
x x x x x x
a
x x x
x x x
x
x
x
x
x
x
x x x
x
x x
x
x
x x
x
x
x
x x x x x x x
x x x x x
15
x
x
ab a
a
x
x
x x x x x x x
14
7
7
x x x x x
x
x
x
x
Profiel leerroute 50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
51
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x x
ac ac
Praktijkgericht onderzoek
x
x x* ab
Beoordeling Planmatig reflecteren
x
x x* a b x
Ortho didactisch
Totaal
x
x x* x
Ortho Pedagogisch Omgeving
60
x x x x x x x x x x x x x x
x
x x x
Collega
x
12
METHOD.xx.13 GEDRAG.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
x x
Leerling
4 4 10
x x
Inter Persoonlijk
PGO leerling Comp.examen
x x x x x x x x x x x x x x x x x
x x
Pr bekwaamheid
KRACHT.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 SUPVIE.xx.13 PGOP.xx.13 COMP1S.xx.13
x x x
Handson/video
4 3 3 2 2 8
x x
Kennistoets
x x x x x x x
Presentatie
4 4
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 ORTINT.xx.13
Rapporter en Reflectere n Handelen
Ontwerpe n
1 2 3 4
Verslag
Standaard code: ENSO-C
Competenties
voldaan/niet voldaan Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 1S:cesuur niveau 2.
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Reken- wiskundespecialist /dyscalculie cohort 2013 9MOLRW ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
x x*
x x x
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac x x x
x x x x
x x x x
x
x
x x
x a
x x x x x x x 15
a x x
x
x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x* x
Beoordeling Planmatig reflecteren
x X x x
Ortho didactisch
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
X x x
Collega
x
x x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x x x x
Pr bekwaamheid
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Handson/video Pr bekwaamheid Kennistoets
₪
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 REKEN.xx.13 REKWIS.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
10
12
WISDYS.xx.13 REKDYN.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
60
Totaal
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x
x
x x x x x x x
7
14
7
x x x x x
x
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
52
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Reken- wiskundespecialist /dyscalculie cohort 2013 e-learning 9MOLRWE ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
x x x
x x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x
x
x x x x x x x
x x x x x x
ac x x x
x x x x
x x x x
x
x
x x
x a
x x x x x x x 15
a x x
x
x x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x x x x x x
7
14
7
x x x x x
x
x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
Relatie lectoraat
x x*
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x* x
Ortho didactisch
x x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x
Collega
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x x x x
Handson/video
60
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Kennistoets
12
WISDYS.E.13 REKDYN.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4 4 10
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 REKEN.E.13 REKWIS.E.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
53
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Taalspecialist dyslexie cohort 2013 9MOLTD ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
a
x
x
x
x
x
x x x x x x x x x x x x x x x
x x x
x x x x x x x
x x x x x x
x x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
a x x
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x a
x
x
x
x
x
x x
x
x
x
x
x x
x x x x x x x 15
x
x
x x x x x x x
7
14
7
x
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
voldaan/niet voldaan
x x
x
x
x x
x
Relatie lectoraat
x
ac x
Praktijkgericht onderzoek
x x*
Beoordeling Planmatig reflecteren
x x*
Ortho didactisch
x x*
Ortho Pedagogisch Omgeving
x x x x
Collega
x x x x x
x x
x
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
x x x x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
x
x x x x
Pr bekwaamheid
Totaal
x x x x
Handson/video
60
4 4 10
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Kennistoets
12
keuzeLETTER.xx.1 3 Keuze TDHV.xx.13 SCHRIJF.xx.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten Rapportage COMPEX2.xx.13
4
Rapporter en Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2 10₪
Aanvullende code: SLB DIALOG.xx.13 VLOLEZ.xx.13 BEGRIP.xx.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13 COMPEX1.xx.13₪
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
54
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
o/v/g/u
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
Leer- en toetsplan leerroute Taalspecialist dyslexie e-learning cohort 2013 9MOLTDE ec
Onderwijseenheid
Periode
Toetsvormen
x
x
x x x x x x x x x x x x
x x x x
x x x x x
x x x x x
x x
x
x
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
x x x x
x x x x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x
x a
x
x
x
voldaan/niet voldaan
x
x
x
Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. ₪ COMPEX 1/1S :cesuur niveau 2.
x
x
x
x
o/v/g/u
x x
x x x x x
x x x x x
x
x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u
x
x x x x
x
x x
x
Relatie lectoraat
a
a x x
Praktijkgericht onderzoek
x
ac x
Planmatig reflecteren
Totaal
x x*
Ortho didactisch
60
x x*
Beoordeling
x
x
x
x x x
Ortho Pedagogisch Omgeving
Rapportage COMPEX2.xx.13
x x
x
x x x
x x*
x x x
x
x x x
x x x x
Collega
12
x x x
Inter Persoonlijk Leerling
4 4 10
x
Competenties
PGO leerling Comp.examen
keuzeLETTER.E.1 3 Keuze TDHV.E.13 SCHRIJF.E.13 PGO.xx.13 Theoretisch kader Instrumenten
Pr bekwaamheid
4
x
x x x x
Handson/video
COMPEX1.xx.13₪
₪
x x x x
Kennistoets
10
x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x
Rapportere n Reflectere n Handelen
4 4 4 3 3 2
Aanvullende code: SLB DIALOG.E.13 VLOLEZ.E.13 BEGRIP.E.13 MKTP.xx.13 MKTD.xx.13 PGOP.xx.13
Ontwerpen
1 2 3 4
Presentatie
Standaard code: ENSO-C
Verslag
Kwaliteitscriteria
x
x
x
50 EC Profiel leerroute 10 EC Keuze bewijs
x
x
x
7
55
x
x
x x
x x
7
14
7
15
x x x x x
o/v/g/u o/v/g/u o/v/g/u voldaan/niet voldaan voldaan/niet voldaan
o/v/g/u Per competentie aangeven: niveau 1,2,3,4. COMPEX 2: cesuur niveau 3.
3. Beschrijving onderwijseenheden Klik hieronder per leerroute voor de uitgebreide beschrijvingen van elke onderwijseenheid, zoals weergegeven binnen Educator: Leerroute Taalontwikkeling en excelleren Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - E-learning Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Voortgezet onderwijs Leerroute Reken- en wiskundespecialistdyscalculie - E-learning Leerroute Taalspecialistdyslexie Leerroute Dynamisch coachen op verschillen Leerroute Gedragspecialist Leerroute Intern begeleiderzorgcoördinator Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Cluster 2 Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Jonge Kinderen Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Primair onderwijs Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Primair onderwijs Voltijd Leerroute Reken- en wiskundespecialistdyscalculie Leerroute Remedial teacher - E-learning Leerroute Remedial teacher - Voltijd Leerroute Remedial teacher Leerroute School video-interactie begeleider Leerroute Taalspecialistdyslexie - E-learning en hieronder voor de literatuurlijst per leerroute: Leerroute Taalontwikkeling en excelleren Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - E-learning Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Voltijd Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Voortgezet Onderwijs Leerroute Reken- en wiskundespecialistdyscalculie - E-learning Leerroute Taalspecialistdyslexie Leerroute Dynamisch coachen op verschillen Leerroute Gedragspecialist Leerroute Intern begeleiderzorgcoördinator Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Cluster 2 Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Jonge Kind Leerroute Leraar speciale onderwijsbehoeften - Primair Onderwijs Leerroute Reken- en wiskundespecialistdyscalculie Leerroute Remedial teacher - E-learning Leerroute Remedial teacher - Voltijd Leerroute Remedial teacher Leerroute School video-interactie begeleider Leerroute Taalspecialistdyslexie - E-learning
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
56
Voor alle onderwijseenheden, dat wil zeggen voor het volgen van onderwijs op de opleiding en ook voor de te volgen stages op de stagescholen, zijn aanvullend twee belangrijke voorwaarden te noemen: 1) Windesheim gaat ervan uit dat studenten hun eigen laptop meebrengen. 2) Op stagescholen kan aan stagiaires een Verklaring Omtrent Gedrag worden gevraagd. 4. Accreditatie De MSEN is geaccrediteerd tot en met 9 oktober 2018.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
57
2. ONDERWIJS- EN EXAMENREGELING – RECHTEN EN PLICHTEN Deze regeling wordt vastgesteld door de directeur, na verkregen advies van de opleidingscommissie en na verkregen instemming van de deelraad. Hoofdstuk 1 – BEGRIPSBEPALINGEN Artikel 1.1.- begripsbepalingen Accreditatie:
keurmerk dat de kwaliteit van een opleiding tot uitdrukking brengt (artikel 1.1 sub s WHW).
Assessment:
een onderzoek naar de competenties van een student.
Assessor:
degene die in een assessment beoordeelt in welke mate de student zijn competenties beheerst.
Associate degree:
een samenhangend geheel van onderwijseenheden, af te sluiten met een examen waaraan de graad Associate degree (Ad) verbonden is.
Bacheloropleiding:
zie hbo-bacheloropleiding.
Beroepsvereisten:
eisen die worden gesteld voor de uitoefening van een bepaald beroep, op grond van een wettelijk voorschrift (artikel 7.6 WHW). Tot deze eisen horen ook de eisen die aan verpleegkundigen worden gesteld. Die eisen zijn vastgelegd in de Richtlijnen van de Raad van de EG.
CMR:
Centrale Medezeggenschapsraad. De CMR is de centrale medezeggenschapsraad van Windesheim. Medezeggenschap geeft studenten en medewerkers de mogelijkheid mee te praten met het college van bestuur (CvB) en te besluiten over onderwerpen binnen onze hogeschool.
College van Beroep voor de examens (CBE)
het College van Beroep voor de Examens Windesheim is ingesteld door het College van Bestuur (artikel 7:60 t/m 7:63 WHW ). Dit college is een onafhankelijk beroepscollege. De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter zijn jurist. In het College hebben ook studenten zitting.
Colloquium Doctum: (21+ toets)
toelatingsonderzoek voor (aankomend) studenten die niet aan de vooropleidingseis voldoen (artikel 7:29 WHW).
Comakership:
tripartiete verhouding tussen Windesheim Flevoland, de student en een bedrijf of instelling waarbij de student een praktijkopdracht uitvoert. De praktijkopdracht maakt deel uit van het curriculum.
Competenties:
het duurzaam vermogen tot handelen in een beroepscontext met waarneembaar resultaat, ter uitvoering van bepaalde verrichtingen in een omschreven beroepsrol.
Competentiegericht: onderwijs:
onderwijs waarin de leerdoelen en de eindkwalificaties van de opleiding worden gekoppeld aan de beroepspraktijk.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
58
Competentieniveau:
aanduiding van het niveau waarop iemand een competentie beheerst.
CROHO:
Centraal Register Opleidingen Hoger Onderwijs. In dit register zijn de geaccrediteerde opleidingen in het Hoger Onderwijs opgenomen (artikel 6.13 WHW).
Decaan:
De decaan begeleidt studenten in situaties waarin hun belang in het geding is. De decaan is de specialist op het gebied van wet- en regelgeving in het Hoger Onderwijs, opleidingsbeleid, studiefinanciering, financiële problemen, studeren met een functiebeperking en de regelgeving rondom rechten en plichten bij studiestagnatie- of versnelling.
Deeltijdopleiding:
een deeltijdopleiding is zo ingericht dat de student naast zijn studie nog andere werkzaamheden kan verrichten.
Domein:
is een samenstel van opleidingen die organisatorisch of qua inhoud bij elkaar horen.
Domeincompetenties: de competenties die de HBO-raad heeft vastgesteld en die zijn vastgelegd in de Informatiebank domeincompetenties. Diplomasupplement:
document dat verplicht, door de opleiding aan het getuigschrift wordt toegevoegd. Op dit supplement staan de volgende gegevens van de opleiding vermeld: de naam van de student, of voltijd, deeltijd of duaal onderwijs gevolgd is, het niveau van het gevolgde onderwijs, de beroepscontext en de inhoud (artikel 7.11 lid 3 WHW).
Duale opleiding:
in een duale opleiding wisselen onderwijs en beroepsuitoefening elkaar af. De beroepsuitoefening is afgestemd op het onderwijs en vice versa. Het maakt ook deel uit van het onderwijsprogramma van de opleiding (artikel 7.7 lid 2 WHW).
EVC:
eerder of elders verworven competenties.
Examen:
de verzameling van met goed gevolg afgelegde tentamens binnen een opleiding, waarmee de propedeutische fase, het Associate degree programma of de bachelor- of masteropleiding wordt afgesloten. Het examen wordt door de examencommissie in vergadering bijeen vastgesteld.
Examencommissie:
iedere opleiding, of groep van opleidingen, heeft een examencommissie. Deze commissie is ingesteld op grond van artikel 7.12 van de WHW.
Examinator:
de medewerker die tentamens afneemt en beoordeelt. Een examinator wordt altijd aangewezen door de examencommissie.
Geschillen-
de Geschillenadviescommissie Windesheim is de commissie die door het College van Bestuur is ingesteld (artikel 7:63a en art. 7:63b WHW).
hbo-bacheloropleiding: een beroepsopleiding die aansluit op het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs en die geregistreerd is in het CROHO. Zie ook: voltijdopleiding, duale opleiding, deeltijdopleiding. Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
59
hbo-masteropleiding: een opleiding die volgt op een bacheloropleiding (artikel 7.3, 7.3a lid 2 sub b en 7.3b sub b van de WHW). Hogeschool:
Christelijke Hogeschool Windesheim.
Jaar:
studiejaar (zie studiejaar verderop in de begripsbepalingen).
Major:
een samenstel aan onderwijseenheden binnen een opleiding, met een programmatische samenhang van 180 studiepunten (locatie Zwolle) of 210 studiepunten (locatie Flevoland).
Minor:
een samenstel aan onderwijseenheden met een programmatische samenhang van 30 studiepunten.
Onderwijseenheid:
een onderwijseenheid, als bedoeld in artikel 7.13 van de WHW, die bestaat uit - de uitoefening van een kenmerkende beroepssituatie, waarbij het gaat om de integratie van kennis, vaardigheden en attitude en de toepassing daarvan in de beroepscontext; - ondersteuning, waarbij de nadruk ligt op het verwerven van kennis, vaardigheden en attitudes.
Onderwijsperiode:
een periode van 10 onderwijsweken met een maximale studielast van 18 studiepunten. Per studiejaar bedraagt de gemiddelde studielast van een periode 15 studiepunten. Voor het Windesheim Honours College geldt: een periode van 14 weken gevolgd door een periode van 3 weken met een studielast van respectievelijk 25 en 5 studiepunten.
Opleiding:
een samenhangend geheel van onderwijseenheden, gericht op de realisatie van duidelijk omschreven doelen op het gebied van kennis, inzicht en vaardigheden waarover de student moet beschikken die de opleiding heeft voltooid (artikel 7.3 WHW).
Persoonlijk Ontwikkelingsplan:
het document waarin een student zijn ontwikkeling vastlegt in relatie met de onderwijseenheden die hij heeft afgelegd. Al deze onderdelen samen maken deel uit van het afsluitend examen.
Persoonlijk Activiteitenplan:
in een persoonlijk activiteitenplan geeft de student weer welke onderwijseenheden hij al heeft gevolgd en welke hij nog gaat volgen.
Profileringsfonds:
de Regeling Profileringsfonds Windesheim bevat (financiële) voorzieningen voor studenten die door bijzondere omstandigheden studievertraging hebben opgelopen of dat naar verwachting gaan doen.
Semester:
een half studiejaar. Het eerste semester start in september, het tweede eind januari. Ieder semester bevat twee onderwijsperioden.
Student:
degene die aan de hogeschool staat ingeschreven voor het volgen van onderwijs en het afleggen van tentamens en examens van een opleiding.
Studiejaar:
periode die begint op 1 september en eindigt op 31 augustus van het daarop volgende kalenderjaar (artikel 1.1. WHW).
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
60
StudieloopbaanBegeleider:
een docent die de student begeleidt bij het maken van studie- en loopbaankeuzes. Voor de opleidingen op locatie Windesheim Flevoland gebruiken we de term studentbegeleider.
Studiepunt:
één studiepunt omvat een studielast van 28 studie-uren. Studiepunten worden ook wel European Credits genoemd.
Tentamen:
een onderzoek naar kennis, inzicht en vaardigheden van de student, en de beoordeling ervan door ten minste één door de examencommissie aangewezen examinator. Een tentamen kan bestaan uit één of meerdere toetsen.
Toelatingscommissie: deze commissie houdt zich bezig met (aankomende) studenten die niet voldoen aan de wettelijke vooropleidingseisen. (Zie ook artikel 7.29 WHW.) Toets:
Een toets is een evaluatievorm waarbij de student op een vastgesteld tijdstip en binnen de vastgestelde tijd een taak uitvoert. De toets kan meerdere vormen hebben.
Versneld studietraject: wie het normale studietraject volgt, maar er minder dan één jaar over doet bij de voltijdse variant of minder dan twee jaar bij de deeltijdse variant, is een snelle student. We spreken dan niet over een verkort, maar over een versneld studietraject. Vraaggestuurd onderwijs:
onderwijs waarbij de student bewuste en gemotiveerde keuzes maakt voor de eigen studieloopbaan.
Week:
iedere week gedurende het kalenderjaar.
WEB:
Wet Educatie Beroepsonderwijs.
WHW:
Wet op het Hoger onderwijs en Wetenschappelijk onderzoek.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
61
Hoofdstuk 2 – TOEGANG EN TOELATING Artikel 2.1 - Toelatingseisen 1. Toegelaten wordt een student die in het bezit is van a. de graad van een bacheloropleiding tot leraar met een 1e of 2e graadbevoegdheid; b. de graad in een masteropleiding tot leraar of; c. een graad van een bachelor/HBO-opleiding. 2. Een student dient te beschikken over een (leer)werkplek, die: voldoende gelegenheid biedt om de gevraagde competenties op masterniveau te kunnen ontwikkelen; voldoende gelegenheid biedt om onderzoek te kunnen doen; de mogelijkheid biedt om leerling- en/of teambesprekingen bij te wonen, leerlingdossiers in te zien, gesprekken te voeren met ouders en multidisciplinair deskundigen; professionals in de school heeft die bereid zijn om ontwikkelingsgerichte feedback te geven; het mogelijk maakt om video-opnamen te maken, die ook op de lesplaats kunnen worden vertoond; de mogelijkheid biedt om deel te nemen aan opleidingsactiviteiten die buiten de reguliere lesdag geroosterd worden ( bv. masterclasses, supervisie, opleidingscommissie). Voor de voltijdstudie dient de student 4 dagdelen werkzaam te zijn op de (leer)werkplek. Voor de deeltijd dient de student 2 dagdelen werkzaam te zijn op de (leer)werkplek. Als bewijs ontvangt de opleiding van de student een werkgeversverklaring of een leerwerkplekcontract. Ingeval van studenten die ‘ambulant’ werk verrichten in het onderwijs wordt gevraagd om een door de opleiding goedgekeurde leerwerkplekbegeleider in de praktijk. Klik hier. 3. Bij inschrijving met een Buitenlanddiploma dient een diploma NTII ingeleverd te worden. 4. Aan de toelatingseis moet zijn voldaan voor de aanvang van de opleiding. Artikel 2.2 -Toelatingsbewijs en inschrijving 1. De examencommissie verstrekt aan de student, die overeenkomstig het vorige artikel voldoet aan de toelatingseisen, een toelatingsbewijs. 2. Het toelatingsbewijs heeft een geldigheidsduur van een jaar. 3. Inschrijving in de opleiding geschiedt op grond van een toelatingsbewijs, dat op de aanvangsdatum van de opleiding zijn geldigheid niet heeft verloren. Artikel 2.3 - EVC (WHW art. 7.13 lid 2 sub r) 1. Indien een Ervaringscertificaat is afgelegd in overeenstemming met de landelijke kwaliteitscode EVC, kan de examencommissie bij aanvang van de studie vrijstellingen verlenen. 2. De vrijstellingen worden verleend door de examencommissie op basis van een intakegesprek met de betrokken student. 3. De student wordt schriftelijk van het besluit van de examencommissie in kennis gesteld.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
62
Artikel 2.4 - Ontzegging toegang onderwijs - beëindiging inschrijving (art. 7.42a WHW) 1. Een student kan in bijzondere gevallen na advies van de examencommissie en na een zorgvuldige afweging van de betrokken belangen door het instellingsbestuur de inschrijving aan de opleiding worden geweigerd dan wel kan de inschrijving worden beëindigd, wanneer de student door zijn gedragingen of uitlatingen blijk heeft gegeven van ongeschiktheid voor de uitoefening van een of meer beroepen waartoe de door hem gevolgde opleiding hem opleidt, dan wel voor de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening. 2. Inschrijving of herinschrijving voor eenzelfde of verwante opleiding binnen of buiten de instelling kan worden geweigerd op basis van de gronden zoals genoemd in lid 1. 3. Wanneer sprake is van de situatie zoals genoemd in lid 1 kan worden besloten dat de student, die bij een andere opleiding een traject volgt dat overeenkomt met of, gelet op de praktische voorbereiding op de beroepsuitoefening, verwant is aan de opleiding zoals bedoeld in lid 1, dat traject of andere onderdelen van die opleiding niet mag volgen. 4. De door het College van Bestuur terzake vastgestelde procedurele regels worden in acht genomen. Deze regels zijn te vinden in het Uitvoeringsreglement in- en uitschrijving. 5. De student wordt geïnformeerd over de beëindiging van de inschrijving.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
63
Hoofdstuk 3 - INRICHTING VAN DE OPLEIDING
Artikel 3.1 - Vraaggestuurd en Competentiegericht onderwijs De inrichting van de opleiding is zodanig dat studenten in staat worden gesteld het onderwijs vraaggestuurd te volgen en de vereiste algemene en beroepscompetenties te verwerven en in staat zijn tot zelfstandige beroepsuitoefening in overeenstemming met de landelijke voor het beroep bestaande kwalificaties. Artikel 3.2 - Inrichting van de opleiding 1. De opleiding wordt zowel voltijds als deeltijds verzorgd. 2. In de opleiding kunnen de verschillende studietrajecten worden afgelegd, zoals weergegeven in hoofdstuk C 2-b. Artikel 3.3 - Examens en graden van de opleiding 1. De opleiding wordt afgesloten met het afsluitend examen. 2. De examencommissie stelt, in vergadering bijeen, de uitslag van het examen vast. 3. Aan degene die het afsluitend examen van de opleiding heeft behaald, wordt de Master Degree verleend met de door het College van Bestuur vastgestelde toevoeging. Artikel 3.4 - Studiepunten onderwijseenheid 1. Elke onderwijseenheid wordt uitgedrukt in hele studiepunten. 2. Een onderwijseenheid omvat ten hoogste 30 studiepunten. Artikel 3.5 - Onderwijsperioden per studiejaar 1. Een studiejaar bestaat uit 4 opeenvolgende onderwijsperioden. 2. De onderwijsperioden 1 en 2 en de onderwijsperioden 3 en 4 vormen elk een semester. Artikel 3.6 - Gedragscode Nederlandse taal 1. Het onderwijs in de onderwijseenheden van de opleiding wordt in de Nederlandse taal gegeven en de examens worden in de Nederlandse taal afgenomen tenzij: a. het onderwijs in de onderwijseenheid door een anderstalige docent wordt gegeven in het kader van een gastcollege dan wel; b. de onderwijseenheid facultatief van aard is en als keuzeonderwijs wordt aangeboden, dan wel c. het noodzakelijk wordt geacht dat studenten vaardigheid verwerven in het spreken, lezen en schrijven in de betreffende taal ter voorbereiding op o.m. deelname aan internationale uitwisseling of het volgen van internationale onderwijseenheden, dan wel d. de onderwijseenheid voorafgaat aan en is bedoeld ter voorbereiding op een anderstalige opleiding, dan wel e. de opleiding als geheel niet in de Nederlandse taal wordt aangeboden, dan wel f. de opleiding een vreemde taal betreft, dan wel g. de examencommissie Engelstalige studenten toestemming heeft gegeven om de toetsopdrachten en tentamens in het Engels af te leggen. 2. Bij het onderwijs dat niet in de Nederlandse taal wordt gegeven, a. wordt bij de betreffende onderwijseenheid beschreven in welke taal het wordt gegeven; b. wordt het onderwijs gegeven op een zodanig niveau dat het door de gemiddelde student met vrucht kan worden gevolgd; c. wordt op verzoek van studenten een samenvatting van de colleges in de Nederlandse taal verstrekt, behalve in het geval van lid 1 sub d en e; d. kan het schriftelijke tentamen op gemotiveerd verzoek van de student ook in de Nederlandse taal worden gemaakt, behalve in het geval van lid 1 sub d en e. Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
64
Hoofdstuk 4 – STUDIEBEGELEIDING (art. 7.13 lid 2 sub u WHW) Artikel 4.1 - Studiebegeleiding Studiebegeleiding bestaat uit: a. Studiecoaching; b. algemene studiebegeleiding; c. bijzondere studiebegeleiding. Artikel 4.2 - Studiecoaching 1. De directeur draagt zorg voor de aanwijzing van een studiecoach aan elke student. 2. De student kan met zijn studiecoach overleggen over de voortgang van zijn leerproces. Artikel 4.3 - Algemene studiebegeleiding 1. De algemene studiebegeleiding bestaat uit begeleidingsvormen die gericht zijn op de studievoortgang en het welbevinden van de student. 2. De algemene studiebegeleiding bestaat uit: a. de studentbegeleiding door de studentendecaan; b. de studentbegeleiding door de studentenpsycholoog; c. de diensten van het studieloopbaancentrum. Artikel 4.4 - Bijzondere studiebegeleiding 1. Een student kan in de gelegenheid worden gesteld om op een aangepaste wijze deel te nemen aan het onderwijs of de tentamens. Deze mogelijkheid wordt in elk geval geboden aan: a. studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of functiebeperking. Hierbij wordt het Uitvoeringsreglement studenten met een functiebeperking (SMF) in acht genomen. Het Uitvoeringsreglement is hier te vinden; b. studenten in een Nederlandstalige opleiding met een niet-Nederlandse vooropleiding en/of studenten met een gebleken achterstand in de Nederlandse taal; c. studenten die behoren tot een etnische of culturele minderheid waarvan de deelname in het hoger onderwijs in betekenende mate achterblijft bij de deelname van Nederlanders die niet behoren tot een dergelijke minderheid; d. studenten met één van de hier vermelde Topsportstatussen conform de regeling Profileringsfonds dat hier te vinden is. e. Studenten met een topondernemersstatus conform de Topondernemersregeling, welke hier te vinden is. 2. De student die gebruik wil maken van een voorziening zoals bedoeld in lid 1, kan daartoe de intake starten bij de decanen in het studiesuccescentrum. Voor een gebruik van de voorzieningen schrijft de student een gemotiveerd verzoek. Het verzoek kan betrekking hebben op voorzieningen voor het onderwijs of voor de tentamens in het algemeen, maar het kan ook gaan over een of meer specifieke onderwijseenheden en/of tentamens. Een schriftelijk verzoek is niet nodig wanneer door de student en de hogeschool hierover al bij overeenkomst afspraken zijn gemaakt.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
65
3. De student dient het verzoek in bij de examencommissie wanneer het gaat om aanpassing van het onderwijsprogramma en de tentamens/examens van de opleiding en bij de directeur wanneer het gaat om het verstrekken van materiële faciliteiten en overige faciliteiten in de onderwijsvoorzieningen, waarin begrepen de begeleiding van de student bij het plannen van zijn studie. 4. De beslissing wordt , indien het een bijzondere begeleiding ex. artikel 1 lid a t/m c betreft, genomen met inachtneming van het Uitvoeringsreglement Studeren met een Functiebeperking. De beslissing op grond van lid 1d wordt genomen met inachtneming van de regeling Profileringsfonds. De beslissing op grond van lid 1 e wordt genomen met inachtneming van de Topondernemersregeling. 5. De beslissing wordt schriftelijk meegedeeld aan de studenten en voor zover nodig aan de verantwoordelijke contactpersoon studeren met een functiebeperking en de betrokken docenten en/of examinator(en).
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
66
Hoofdstuk 5 - TENTAMENS EN EXAMENS Artikel 5.1 - Vorm van de tentamens 1. Het tentamen kan worden afgenomen in de vorm van: a. een schriftelijk of mondeling tentamen; b. een portfolio of werkstuk; c. een competentie-examen. 2. De vorm van het tentamen wordt bij elke onderwijseenheid aangegeven. 3. Op verzoek of met instemming van de student kan de examencommissie toestaan c.q. besluiten dat een tentamen op een andere wijze wordt afgelegd. 4. Aan studenten met een lichamelijke of zintuiglijke functiestoornis kan de gelegenheid worden geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aan hun individuele handicap aangepaste wijze af te leggen. Studenten dienen hiervoor over een pas, verstrekt door de decaan, te beschikken. Om hierover te beschikken tijdens tentamens dient deze tijdig aangevraagd te zijn bij de decaan. De voertaal van de tentamens is de Nederlandse taal. De beheersing van deze taal moet voldoende zijn. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Artikel 5.2 - Schriftelijk toets 1. Een schriftelijk tentamen wordt afgenomen in of onmiddellijk na het einde van de onderwijsperiode waarin het onderwijs in de onderwijseenheid is verzorgd. In de regel is de herkansing van een schriftelijk tentamen aan het einde van de volgende periode. 2. Om toegelaten te worden tot de masterkennistoets moet de student zich voor de toets aangemeld hebben. 3. Bij aanvang van het tentamen moet de student de presentielijst tekenen en zich kunnen legitimeren door middel van de collegekaart van het lopende studiejaar en een geldig identiteitsbewijs (2 x ID). 4. Als het tentamen bestaat uit een schriftelijke toets, dan wordt de datum waarop het tentamen is afgelegd als tentamendatum geregistreerd. 5. Voor schriftelijke toetsen, of voor toetsen die groepsgewijs worden afgenomen, moet de student voorafgaand voor deze toets verplicht inschrijven. 6. Een groepsgewijs afgenomen toets wordt door de opleiding zodanig ingericht dat de examinator een individuele beoordeling kan gegeven. 7. Samenwerking van studenten bij beroepsproducten en praktijkgericht onderzoek: studenten geven bij de inleiding aan dat een gedeelte samen met een collega is gemaakt. Wanneer beide studenten hierbij dezelfde formulering hanteren wordt dit door Ephorus gesignaleerd. Samenwerken kan en mag voor een gedeelte met vooraf verkregen toestemming van de docent. De motivatie is in de inleiding gegeven. Buiten het gezamenlijk gedeelte heeft iedere student zijn eigen persoonlijke verwerking. 8. Voor alle beroepsproducten, het praktijkgericht onderzoek en de portfolio’s geldt dat de uitvoering ervan de volledige tekst in ‘Word’ bevat. Het is dus niet toegestaan met links te verwijzen naar andere bronnen. Artikel 5.3 - Portfolio of werkstuk als toets 1. Bij de beoordeling van een (onderdeel van een) portfolio of van een werkstuk wordt de datum waarop de beoordeling gegeven is als tentamendatum geregistreerd. 2. Het portfolio, documenten in het portfolio en/of andere schriftelijke werkstukken van studenten, wordt gecontroleerd op een juiste wijze van bronvermelding met behulp van Ephorus. Het citeren of overnemen van teksten zonder bronvermelding is een vorm van fraude. De examencommissie is bevoegd om bij fraude een strafmaatregel op te leggen. Dit is verder uitgewerkt in het Reglement Examencommissie.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
67
Artikel 5.4 - Mondelinge toets 1. Bij een mondelinge toets wordt als regel niet meer dan één persoon tegelijk getoetst. Dit geldt niet voor competentie-examen 2. De opleiding kan hier gemotiveerd van afwijken. 2. De mondelinge toets is onder voorwaarden openbaar, deze voorwaarden zijn hier te vinden. De examencommissie of de desbetreffende examinator kunnen in een bijzonder geval anders bepalen. In het geval de student gemotiveerd tegen de openbaarheid bezwaar heeft gemaakt neemt de examencommissie een beslissing over de openbaarheid van de mondelinge toets. 1. De examencommissie kan besluiten dat een mondelinge toets wordt afgelegd in aanwezigheid van een tweede examinator. Indien de examencommissie geen besluit heeft genomen, kan de student de examencommissie schriftelijk verzoeken de mondelinge toets te mogen afleggen in aanwezigheid van een tweede examinator, of het tentamen vast te leggen op een mediadrager. Bij de competentieexamens is er per definitie altijd een tweede examinator. 3. De datum waarop de mondelinge toets is afgelegd wordt geregistreerd als tentamendatum. 4. Het mondeling tentamen betreft bij de Master SEN de volgende onderdelen: competentie-examen 1 en competentie-examen 2.
Artikel 5.5 - Vrijstelling voor tentamens 1. Een student kan de examencommissie verzoeken vrijstelling te geven voor het afleggen van een of meer tentamens. De student dient aan te tonen dat hij op grond van elders in het hoger onderwijs behaalde tentamens of examens, dan wel op grond van buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, voldoet aan het/de leerdoel(en) van die onderwijseenheid en deze deel uitmaakt van het examen van de student. 2. De van toepassing zijnde regels voor het aanvragen van een vrijstelling zijn opgenomen in het Reglement Examencommissie. 3. Een vrijstelling wordt in de studievoortgangregistratie verwerkt, met de datum waarop de beslissing van de examencommissie is genomen. Artikel 5.6 - Afleggen van tentamens 1. Een tentamen kan niet worden afgelegd indien niet aan de ingangseisen van de betreffende onderwijseenheid is voldaan. 2. Elk tentamen kan maximaal tweemaal per jaar worden afgelegd. Nadere regels omtrent herkansingen zijn te vinden in het Reglement examencommissie. De examencommissie kan besluiten dat individuele studenten een extra tentamenkans krijgen. 3. Een tentamen dat met voldoende resultaat is afgelegd, kan niet opnieuw worden afgelegd. Indien het cijfer van een onderwijseenheid is gebaseerd op de beoordeling van meer dan één onderdeel en een onderdeel meer dan eenmaal wordt afgelegd, telt het hoogst behaalde cijfer van elk onderdeel, onverlet lid 2. 4. In bijzondere gevallen kan voorafgaand aan het studiejaar worden bepaald dat het tentamen voor een onderwijseenheid maar eenmaal per jaar kan worden afgelegd. Gezien het specifieke karakter van de competentie-examens geldt dit voor competentie-examen 1: zie artikel 18 van het reglement examencommissie. 5. De ‘Regels Tentaminering’ met daarin de regels die van toepassing zijn tijdens de tentamens, zijn hier te vinden. 6. De student kan de examencommissie verzoeken wegens bijzondere omstandigheden het tentamen op een andere wijze af te leggen dan aangegeven bij de desbetreffende onderwijseenheid. Dit is verder uitwerkt in het Reglement Examencommissie. 7. Aan studenten met een lichamelijke, zintuiglijke of andere functiestoornis of functiebeperking kan de gelegenheid worden geboden de tentamens op een zoveel mogelijk aangepaste wijze af te leggen. De examencommissie wint zo nodig deskundig advies in alvorens te beslissen. Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
68
Artikel 5.7 - Cijfers 1. Ieder tentamen van een examen moet met goed gevolg worden afgelegd. 2. Bij de beoordeling van de tentamens wordt de volgende normering gehanteerd: a) een cijfer of letter(combinatie): 1 of zs = zeer slecht / very poor 2 of s = slecht / poor 3 of zo = zeer onvoldoende / very insufficient 4 of o = onvoldoende / insufficient 5 of bv = bijna voldoende / almost sufficient 6 of v = voldoende / sufficient 7 of rv = ruim voldoende / satisfactory 8 of g = goed / good 9 of zg = zeer goed / very good 10 of u = uitmuntend / excellent b) een oordeel V, NV = Voldaan / Pass, Niet Voldaan / Fail c) een beoordeling vr = vrijstelling / exemption d) een beoordeling Evr = vrijstelling op grond van Ervaringscertificaten exemption based on an assessment of prior learning 3. De Master Special Educational Needs (Master SEN) kent daarnaast de volgende beoordelingsschalen: a. Voor het beoordelen van het ontwikkelingsniveau (competenties) wordt de vierpuntschaal 1 t/m 4 (basis, gevorderd, startbekwaam en excellent) gehanteerd. b. Voor het beoordelen van producten wordt de vierpuntschaal o, v, g en u (onvoldoende, voldoende, goed en uitmuntend) gehanteerd. basis MSEN
basis MSEN gevorderd MSEN startbekwaam MSEN
excellent MSEN
gevorderd MSEN Onvoldoende
startbekwaam MSEN cesuur
Ontwikkelingsniveau Productoordeel
Voldoende
Goed
excellent MSEN Uitmuntend
Bachelorniveau Startbekwaam in ontwikkeling Startbekwaam master De student heeft aangetoond in meerdere en diverse complexe beroepssituaties – indien nodig - andere dan standaard benaderingen te hanteren, die leiden tot een wenselijk effect. Er is blijk gegeven van denken en handelen vanuit het besef deel uit te maken van verschillende systemen en een multidisciplinaire context. Het zelfstandig en onderzoeksmatig werken volgens de cyclus: ontwerpen, uitvoeren, reflecteren en evalueren is een kenmerkende beroepshouding. Deze vormt de basis voor de voortdurende, professionele ontwikkeling, waarbij het inzetten, gebruiken, genereren en delen van hoogwaardige kennis over de beroepspraktijk kenmerkend is. De geleverde bewijzen tonen goede verwerking van het aangeboden materiaal. Er is voldoende eigen materiaal en bronnenonderzoek toegevoegd en geïntegreerd in een samenhangende praktijktheorie. Er is sprake van een uitgebreide kennisbasis. Startbekwaam plus
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
69
Artikel 5.8 - Tentamenuitslag 1. De uitslag van de toetsen/tentamens wordt door de examinator vastgesteld en bekend gemaakt binnen 3 weken na het afleggen van de toets/het tentamen. 2. De examencommissie stelt regels vast voor de bekendmaking van uitslagen en tentamencijfers. Deze regels zijn in het Reglement examencommissie opgenomen. 3. De student heeft digitaal toegang tot zijn studievoortgangoverzicht, waarop de uitslag van elk door hem afgelegd tentamen is opgenomen. Bij het verkrijgen van toegang wordt de student geïnformeerd over het recht op inzage zoals bedoeld in artikel 6.9 van deze regeling, alsmede op de mogelijkheid tegen de beoordeling van tentamens beroep in te stellen bij het College van Beroep voor Examens. Artikel 5.9 - Inzage beoordeeld werk 1. Gedurende een periode van ten minste 3 weken na de bekendmaking van de uitslag van een schriftelijk tentamen krijgt de student op zijn verzoek éénmalig inzage in zijn beoordeeld werk. Gedurende deze termijn kan een student die aan het tentamen heeft deelgenomen kennis nemen van vragen en opdrachten van het desbetreffende tentamen, alsmede van de beoordelingsnormen. 2. In afwijking van lid 1 kan de examencommissie bepalen dat de inzage of de kennisneming geschiedt op een vaste plaats en op ten minste één vast tijdstip. Indien de student aantoont door overmacht verhinderd te zijn of te zijn geweest op de vastgestelde plaats en tijdstip, wordt hem een andere mogelijkheid geboden. 3. Tijdens de inzage mogen de studenten geen aantekeningen maken of informatie digitaal opslaan van de toets. 4. Inzagerecht is geen bespreekrecht. Zijn er naar aanleiding van de inzage vragen of is er behoefte aan een toelichting dan kan de student zich tot de examencommissie richten. Artikel 5.10 - Geldigheidsduur tentamens 1. De geldigheidsduur van tentamens is vijf jaar. 2. De geldigheidsduur kan op verzoek van een student door de examencommissie worden verlengd. 3. De geldigheidsduur van tentamens kan worden verkort door de opleiding. Voor de MSEN zijn er geen onderwijseenheden met afwijkende geldigheidsduur. Artikel 5.11 - Examen 1. De examencommissie stelt in vergadering bijeen de uitslag van het examen vast, nadat de examencommissie heeft onderzocht of de student aan alle voor het desbetreffende examen geldende verplichtingen heeft voldaan en of de student voldoet aan de voorwaarden die deze onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor de bij de opleiding behorende graad. De examencommissie kan hiertoe een door of namens haar zelf te verrichten onderzoek uitvoeren. 2. In het Reglement Examencommissie is de wijze vastgelegd waarop de examencommissie uitvoering geeft aan het bepaalde in lid 1. 3. Ten bewijze dat het examen met goed gevolg is afgelegd, wordt door de examencommissie een getuigschrift uitgereikt. Het getuigschrift vermeldt in ieder geval de opleiding waarin het examen is afgelegd, de onderdelen van het examen en de graad die is verleend. 4. De examencommissie reikt naast het getuigschrift een diplomasupplement uit.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
70
Artikel 5.12 - Cum laude 1. Het afsluitend examen van de master kan cum laude worden afgelegd. 2. Het afsluitende examen van de master is cum laude afgelegd indien a. het gewogen gemiddelde van de beoordelingen van de examenonderdelen van de master ten minste en zonder afronding 8,0 is; b. voor elk van de tot het afsluitende examen behorende onderdelen zonder herkansing ten minste een 6,0 is behaald; c. het afsluitende praktijkgericht onderzoek met minimaal 8.0 (of de beoordeling goed) is afgesloten; d. en voor minimaal 30 credits een tentamen is afgenomen. 3. Het toekennen van cum laude is nader uitgewerkt in het reglement “Cum laude Windesheim”. Deze is hier te vinden.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
71
Hoofdstuk 6 - EXAMENCOMMISSIE
Artikel 6.1 - Instelling en taken examencommissie 1. De directeur van het Domein stelt voor elke opleiding of groep van opleidingen van het Domein een examencommissie in. 2. De examencommissie is het orgaan dat op objectieve en deskundige wijze vaststelt of een student voldoet aan de voorwaarden die de onderwijs- en examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor het verkrijgen van een graad. 3. Naast het bepaalde in lid 2 heeft de examencommissie de volgende taken en bevoegdheden: het borgen van de kwaliteit van de tentamens, het aanwijzen van examinatoren om tentamens en examens af te nemen en de uitslag daarvan vast te stellen, de zorg voor de organisatie en de coördinatie van de tentamens en examens van de opleiding(en), alsmede het verlenen van vrijstelling voor het afleggen van één of meer tentamens. 4. De examencommissie stelt richtlijnen en beoordelingsnormen vast voor de uitslag van tentamens en examens. 5. Het Reglement Examencommissie bevat, naast hetgeen genoemd in lid 4, in elk geval bepalingen omtrent: a. het verlenen van vrijstellingen; b. fraude; c. het aanvragen en uitreiken van getuigschriften; d. de gang van zaken tijdens de tentamens. 6. Het Reglement Examencommissie is in het studentstatuutte vinden. Artikel 6.2 - Benoeming en samenstelling examencommissie 1. De directeur van het domein benoemt de leden van de examencommissie waaronder begrepen de voorzitter, op basis van hun deskundigheid op het terrein van de opleiding of van de groep van opleidingen. 2. Ten minste één lid is als docent verbonden aan de opleiding of aan een opleiding die tot de groep van opleidingen behoort. Ten minste één lid is niet verbonden aan de opleiding of aan één van de andere opleidingen uit het domein waartoe de opleiding behoort. Er worden geen commissieleden benoemd die een managementfunctie binnen Windesheim hebben met een financiële verantwoordelijkheid. 3. Alvorens tot benoeming van een lid over te gaan, hoort de directeur de leden van de examencommissie. 4. De examencommissie bestaat uit ten minste vijf leden. Uitzondering hierop is de examencommissie van het Windesheim Honours College, deze bestaat uit minimaal drie leden. 5. De examencommissie kent voldoende plaatsvervangende leden om zonder onderbreking haar taken als bedoeld in artikel 7.1 uit te kunnen voeren. 6. De benoeming geschiedt voor een periode van 3 jaar. De leden zijn opnieuw benoembaar. De benoeming van het lid als genoemd in lid 2, tweede volzin, wordt benoemd voor een periode van 1 jaar en kan maximaal 2 keer opnieuw benoemd worden. 7. Het lidmaatschap van de in het tweede lid, eerste volzin genoemde lid van de examencommissie, eindigt indien de betrokkene niet meer aan de opleiding of instelling is verbonden. 8. De leden van de examencommissie hebben in geen enkel opzicht een financiële verantwoordelijkheid voor of binnen de opleiding. 9. Aan een examencommissie kan een ambtelijk secretaris worden toegevoegd.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
72
Artikel 6.3 - Subcommissies 1. De examencommissie kan al dan niet uit haar midden een onder haar verantwoordelijkheid functionerende commissie instellen met betrekking tot bijvoorbeeld: a. het doen van beleidsvoorstellen met betrekking tot het goedkeuren van regelmatig voorkomende persoonlijke activiteitenplannen van studenten; b. het goedkeuren van persoonlijke activiteitenplannen van studenten; c. het bewaken van de kwaliteit van toetsing en beoordeling. 2. De examencommissie maakt voorstellen zoals bedoeld in lid 1 sub a bekend in de door haar opgestelde regels. Deze besluiten kunnen worden gewijzigd en/of ingetrokken met ingang van het tweede semester volgend op de datum van het besluit. Artikel 6.4 - Examinatoren 1. Ten behoeve van het afnemen van de tentamens en het vaststellen van de uitslag daarvan wijst de examencommissie examinatoren aan. 2. Als examinator kunnen worden aangewezen leden van het personeel die met het verzorgen van onderwijs in de desbetreffende onderwijseenheid zijn belast alsmede deskundigen van binnen of buiten de instelling. 3. De examinatoren verstrekken de examencommissie de gevraagde inlichtingen. Dit kan zowel schriftelijk als in de vorm van een hoorzitting. Artikel 6.5 - Getuigschriften en verklaringen 1. Het getuigschrift wordt niet eerder uitgereikt dan nadat de examencommissie heeft vastgesteld dat: a. de student conform artikel 5.11 lid 1 heeft voldaan heeft aan de voorwaarden die deze onderwijsen examenregeling stelt ten aanzien van kennis, inzicht en vaardigheden die nodig zijn voor de bij de opleiding behorende graad. b. de student aan al zijn studieverplichtingen heeft voldaan; c. de student aan al zijn betalingsverplichtingen heeft voldaan; d. de student aan de overige bij wet gestelde vereisten heeft voldaan. 2. De examencommissie voegt aan een getuigschrift van het met goed gevolg afgelegde afsluitend examen een supplement toe. Het supplement wordt opgesteld in het Engels. 3. De examencommissie reikt op verzoek van de student een verklaring uit in de gevallen dat een student meer dan een tentamen met goed gevolg heeft afgelegd, maar aan hem geen getuigschrift kan worden uitgereikt. 4. De examencommissie kan regels van procedurele aard vaststellen ten aanzien van de uitreiking van getuigschriften en verklaringen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
73
Hoofdstuk 7 – SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 7.1 - Bezwaar en beroep Tegen besluiten op grond van deze regeling genomen staat beroep open bij het College van Beroep Windesheim. Het reglement van het College van Beroep is hier te vinden. Artikel 7.2 - Wijziging van de regeling Tentamens van onderwijseenheden, die niet meer in het onderwijsprogramma zijn opgenomen, worden in het eerste daaropvolgende studiejaar voor de studenten die het onderwijs daarin al hebben gevolgd, nog ten minste één maal afgenomen. Artikel 7.3 - Bijlagen bij onderwijs- en examenregeling De bij deze regeling behorende uitwerkingen vormen tezamen met deze regeling de onderwijs- en examenregeling van de opleiding. Artikel 7.4 - Slot- en overgangsbepalingen 1. Onderstaand de bij deze regeling behorende overgangsregeling, waarbij is aangegeven: a. op welke studenten (zo nodig per jaar van inschrijving) de regeling van toepassing is; b. voor welke minor en/of de onderwijsheden waarop de overgangsregeling van toepassing is; c. de jaren waarin het onderwijs uiterlijk nog wordt gegeven en de jaren waarin de tentamens uiterlijk nog kunnen worden afgelegd. 2. In de gevallen waarin deze onderwijs- en examenregeling niet voorziet, beslist de directeur van het Domein. Artikel 7.4.1 - Overgangsbepaling voor de groep studenten die in 2012-2013 gestart zijn met het Master SEN traject bij Fontys Hogescholen en die in 2013-2014 zijn ingeschreven bij Windesheim voor de Master SEN. Deze studenten kunnen in het studiejaar 2013-2014 het curriculum blijven volgen dat ze in 20122013 bij Fontys Hogescholen zijn gestart, zie de hieronder weergegeven leer- en toetsplannen. Klik hier voor de beschrijvingen van de onderwijseenheden. Deze overgangsbepaling geldt voor het studiejaar 2013-2014 en 2014-2015. In het studiejaar 2014-2015 krijgen studenten gelegenheid tot het afleggen van toetsen van nog niet behaalde onderwijseenheden. Door de grote verschillen tussen het onderwijssysteem van Fontys en Windesheim, is een tussentijdse overstap van het Fontys curriculum naar het Windesheim curriculum niet mogelijk. Het is wel mogelijk om een extra onderwijseenheid uit het Windesheim curriculum te volgen. Behaalde onderwijseenheden worden op de cijferlijst apart vermeld.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
74
Leer- en toetsplan 2013-2014 Overgangsregeling Fontys/Windesheim voor Leerroute DOMEIN ALGEMEEN cohort 2012 ec
Toetsvormen en
Competenties
x X* X* X* X* x
x x x x x x
Internationalisering
X* X* X* X* X* X*
Reflectie en ontwikkeling
X* X* X* X* X* X*
Organisatorisch
x
x x* x* x* x* x
Beoordeling Ortho didactisch
x
X* X* X* X* X* X*
Ortho Pedagogisch
x
x x* x* x* x* x
Omgevin g
x
Colle ga
x x x x
x
Leerling
leerli ng
x x x x x x
Inter Persoonlijk
SENthese
PGO
x
x x x x
x x x x x
Artikel
x
x*
B 2.3
x
x*
B 2.2
x*
A 3 x
B2.1
Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 Toets 5 Toets 6 Modules 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
A 2 x
B11
5 10 15 10 10 10
A 1 x
Toetsvormen Onderzoeksvoo rstel Casus
Aanvullende code:
Kwaliteitscriteri aB Professionele beroepshouding
POP
Minimaal 9 modules
Kwaliteits criteria A Professionel e beroeps houding
x x x
5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10
X X X X X X X X X
60 Toelichting ; X Deze competenties zijn verplicht binnen de toetsen. x* De nadruk van de competentie is afhankelijk van het gekozen studieplan of studieprofiel. A: Professionele beroepshouding en verbonden kwaliteiten A1 Visie op inclusie en waarderen van diversiteit
A2 Normatieve professionaliteit
A3 Authentiek functioneren. Diepgang in kennistoepassing en –ontwikkeling (gericht op maximale participatie en emancipatie)
B 1 Kritisch toepassen van kennis
B 2 Hanteren cyclus professioneel werken. B 2.1 Gerichtheid op ontwikkelingsmogelijkheden B 2.2 Samenwerkend leren
B 2.3 Onderzoekend handelen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
75
X* X* X* X* X* X*
x X* X* X* X* x
x x x x x x
Beoordeling Internationalisering
X* X* X* X* X* X*
Reflectie en ontwikkeling
x x* x* x* x* x
Organisatorisch
x x x x x x
Ortho didactisch
Omg eving
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Colle ga
Leerling
leerli ng
x x x x x x* x* x* x* x x x x x x* x x x x x x* x x x x x x* x x x x x x x x x Tenminste 5 modules komen uit het DOMEIN BEGELEIDEN
Ortho Pedagogisch
SENthese
PGO
B 2.3
A 3 x
B 2.2
Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 Toets 5 Toets 6 Modules
A 2 x
B2.1
5 10 15 10 10 10
A 1 x
B11
Aanvullende code:
Artikel
houding
Onderzoeksvoor stel Casus
POP
Leer- en toetsplan 2013-2014 Overgangsregeling Fontys/Windesheim voor Leerroute DOMEIN BEGELEIDEN cohort 2012 Kwaliteitscriteri ec Toetsvormen en Kwaliteits Toetsvormen Competenties aB criteria A Inter Professionele Professionel Minimaal 9 Persoonlijk beroepshouding e beroeps modules
x x x
5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10
X X X X X X X X X
60 Toelichting ; X Deze competenties zijn verplicht binnen de toetsen. x* De nadruk van de competentie is afhankelijk van het gekozen studieplan of studieprofiel. A: Professionele beroepshouding en verbonden kwaliteiten A1 Visie op inclusie en waarderen van diversiteit
A2 Normatieve professionaliteit
A3 Authentiek functioneren. Diepgang in kennistoepassing en –ontwikkeling (gericht op maximale participatie en emancipatie)
B 1 Kritisch toepassen van kennis
B 2 Hanteren cyclus professioneel werken. B 2.1 Gerichtheid op ontwikkelingsmogelijkheden B 2.2 Samenwerkend leren
B 2.3 Onderzoekend handelen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
76
x x x x x x
X* X* X* X* X* X*
x X* X* X* X* x
x x x x x x
Internationalisering
x x* x* x* x* x
Beoordeling Reflectie en ontwikkeling
Omg eving
x x* x* x* x* x
Organisatorisch
Colle ga
x x* x* x* x* x
Ortho didactisch
Leerling
leerli ng
x x x x x* x* x* x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Tenminste 5 modules komen uit het DOMEIN GEDRAG X X X X X X X X X
Ortho Pedagogisch
SENthese
PGO
B 2.3
A 3 x
B 2.2
Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 Toets 5 Toets 6 Modules 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
A 2 x
B2.1
5 10 15 10 10 10
A 1 x
B11
Aanvullende code:
Artikel
houding
Onderzoeksvoor stel Casus
POP
Leer- en toetsplan 2013-2014 Overgangsregeling Fontys/Windesheim voor Leerroute DOMEIN GEDRAG cohort 2012 Kwaliteitscriteri ec Toetsvormen en Kwaliteits Toetsvormen Competenties aB criteria A Inter Professionele Professionel Minimaal 9 Persoonlijk beroepshouding e beroeps modules
x x x
5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10
60 Toelichting ; X Deze competenties zijn verplicht binnen de toetsen. x* De nadruk van de competentie is afhankelijk van het gekozen studieplan of studieprofiel. A: Professionele beroepshouding en verbonden kwaliteiten A1 Visie op inclusie en waarderen van diversiteit
A2 Normatieve professionaliteit
A3 Authentiek functioneren. Diepgang in kennistoepassing en –ontwikkeling (gericht op maximale participatie en emancipatie)
B 1 Kritisch toepassen van kennis
B 2 Hanteren cyclus professioneel werken. B 2.1 Gerichtheid op ontwikkelingsmogelijkheden B 2.2 Samenwerkend leren
B 2.3 Onderzoekend handelen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
77
x x* x* x* x* x
x x x x x x
x X* X* X* X* x
x x x x x x
Internationalisering
x x* x* x* x* x
Beoordeling Reflectie en ontwikkeling
x x* x* x* x* x
Organisatorisch
Omg eving
x x* x* x* x* x
Ortho didactisch
Colle ga
1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9.
Leerling
leerli ng
x x x x x* x* x* x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x x Tenminste 5 modules komen uit het DOMEIN LEREN
Ortho Pedagogisch
SENthese
PGO
B 2.3
A 3 x
B 2.2
Toets 1 Toets 2 Toets 3 Toets 4 Toets 5 Toets 6 Modules
A 2 x
B2.1
5 10 15 10 10 10
A 1 x
B11
Aanvullende code:
Artikel
houding
Onderzoeksvoor stel Casus
POP
Leer- en toetsplan 2013-2014 Overgangsregeling Fontys/Windesheim voor Leerroute DOMEIN LEREN cohort 2012 Kwaliteitscriteri ec Toetsvormen en Kwaliteits Toetsvormen Competenties aB criteria A Inter Professionele Professionel Minimaal 9 Persoonlijk beroepshouding e beroeps modules
x x x
5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10 5 t/m 10
X X X X X X X X X
60 Toelichting ; X Deze competenties zijn verplicht binnen de toetsen. x* De nadruk van de competentie is afhankelijk van het gekozen studieplan of studieprofiel. A: Professionele beroepshouding en verbonden kwaliteiten A1 Visie op inclusie en waarderen van diversiteit
A2 Normatieve professionaliteit
A3 Authentiek functioneren. Diepgang in kennistoepassing en –ontwikkeling (gericht op maximale participatie en emancipatie)
B 1 Kritisch toepassen van kennis
B 2 Hanteren cyclus professioneel werken. B 2.1 Gerichtheid op ontwikkelingsmogelijkheden B 2.2 Samenwerkend leren
B 2.3 Onderzoekend handelen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
78
Artikel 7.4.2 - Inschrijving cohort 2012 In onderstaand lijst worden de gewijzigde onderwijseenheden (OE) weergegeven voor studenten cohort 2012:
Lange naam / code 2012 Onderzoekend leren; cognitie, nieuwsgierigheid en communicatie over en weer: ENSO-COLEREN
Rekenhulp groep 3 t/m 6: ENSO-CREKEN
Voor 2013 is de OE gewijzigd in:
EC
OE 2013
Lange naam 2013
ENSO-CTALENT
Talent en leren Rekenen aan de basis: rekengesprekken en rekeninterventies Rekenwiskunde: afstemmen in voortgezet rekenen
3
Leesbegrip Leren, onderwijzen en gedragsvraagstukken
3
ENSO-CREKEN
Rekenwiskunde: ENSO-CREKWIS Meervoudige geletterdheid en leesbegrip: ENSO-CBEGRIP
ENSO-CREKWIS
Gedrag: visie en beelden: ENSO-CGEDRAG
ENSO-CGEDRAG
ENSO-CBEGRIP
3 3
3
Artikel 7.4.3 - Inschrijving cohort 2011 In onderstaand lijst worden de gewijzigde onderwijseenheden (OE) weergegeven voor studenten cohort 2011:
Lange naam Begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften Begeleiden van leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften
OE 2011
Voor 2012 is de OE gewijzigd in:
EC
ENSO-CBVLL
ENSO-CBVLL12
3
ENSO-BVLL
ENSO-BVLL12
6
Coachen: kwaliteiten en verschillen
ENSO-HDCO
ENSO-HDCO12
12
Coachen: kwaliteiten en verschillen
ENSO-CHDCO
ENSO-CHDCO12
6
Coaching
ENSO-CCOACH
ENSO-CCOACH 12
3
Coaching
ENSO-COACH
ENSO-COACH12
6
Totale Communicatie
ENSO-CTOTCOM
ENSO-CTOTCOM12
3
Totale Communicatie
ENSO-TOTCOM
ENSO-TOTCOM12
6
Co-teaching
ENSO-CTEACH
ENSO-CTEACH12
3
Co-teaching
ENSO-TEACH
ENSO-TEACH12
6
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-CDIALOG
ENSO-CDIALOG12
3
Dialogen rond onderwijsbehoeften
ENSO-DIALOG
ENSO-DIALOG12
6
Dyscalculie in de vakken
ENSO-WISDYS
ENSO-WISDYS12
6
Dyscalculie in de vakken
ENSO-CWISDYS
ENSO-CWISDYS12
3
ENSO-CHOOG
ENSO-CHOOG12
3
Krachtig Leren
ENSO-CKRACHT
ENSO-CKRACHT12
3
Krachtig leren
ENSO-KRACHT
ENSO-KRACHT12
6
Leerproblemen en beleid
ENSO-CLPBEL
ENSO-CLPBEL12
3
Leerproblemen en beleid
ENSO-LPBEL
ENSO-LPBEL12
6
ENSO-CLETTER
ENSO-CLETTER12
3
Hoogbegaafdheid: talent erkend
Letters en leesbehandeling in groep 2 en 3
Lange naam Letters en leesbehandeling in groep 2 en 3
OE 2011
Voor 2012 is de OE gewijzigd in:
EC
ENSO-LETTER
ENSO-LETTER12
6
Lezen bij leerlingen met ESM
ENSO-CLZ-ESM
ENSO-CLZ-ESM12
3
Lezen bij leerlingen met ESM
ENSO-LZ-ESM
ENSO-LZ-ESM12
6
Masterkennistoets
ENSO-CKENNIS
ENSO-CKENNIS12
6
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-CBEGRIP
ENSO-CBEGRIP12
3
Meervoudige geletterdheid en leesbegrip
ENSO-BEGRIP
ENSO-BEGRIP12
6
Methodieken: (inter)nationale oriëntatie en toepassing
ENSO-CMETHOD
ENSO-CMETHOD12
3
Methodieken: (inter)nationale oriëntatie en toepassing
ENSO-METHOD
ENSO-METHOD12
6
Ontwerpen voor spelen
ENSO-CSPELEN
ENSO-CSPELEN12
3
Ontwerpen voor spelen
ENSO-SPELEN
ENSO-SPELEN12
6
Ontwerpen: spelen met taal Ontwerpen: spelen met taal Orthopedagogische interventies in de groep
ENSO-CSPTAAL ENSO-SPTAAL ENSO-CORTINT
ENSO-CSPTAAL12 ENSO-SPTAAL12 ENSO-CORTINT12
3 6 3
Rekendynamiek
ENSO-CREKDYN
ENSO-CREKDYN12
3
Rekendynamiek
ENSO-REKDYN
ENSO-REKDYN12
6
Rekenhulp; rekengesprekken en rekeninterventies
ENSO-CREKEN
ENSO-CREKEN12
3
Rekenhulp; rekengesprekken en rekeninterventies
ENSO-REKEN
ENSO-REKEN12
6
Rekenwiskunde; van rekenen naar wiskunde
ENSO-REKWIS
ENSO-REKWIS12
6
Rekenwiskunde; van rekenen naar wiskunde
ENSO-CREKWIS
ENSO-CREKWIS12
3
Schoolontwikkeling/verandermanagement Stimulerend onderwijs Stimulerend onderwijs
ENSO-CSOVM ENSO-CSTIOND ENSO-STIOND
ENSO-CSOVM12 ENSO-CSTIOND12 ENSO-STIOND12
3 3 6
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-CTDHV
ENSO-CTDHV12
3
Taal en dyslexie: handelen in de vakken
ENSO-TDHV
ENSO-TDHV12
6
ENSO-CMICRO ENSO-CVLOLEZ
ENSO-CMICRO12 ENSO-CVLOLEZ12
3 3
ENSO-VLOLEZ
ENSO-VLOLEZ12
6
Videocoaching: (micro-)analyse Vloeiend leren lezen Vloeiend leren lezen
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
80
Artikel 7.4.4 – Inschrijving modulevariant 2010 en eerder Mits aaneengesloten ingeschreven als student of bij onderbreking inschrijving wanneer er sprake is van persoonlijke en bijzondere omstandigheden (Wet Hoger en Wetenschappelijk onderwijs) geldt het volgende curriculum:
Module 1
Module 2
6 EC
6 EC
StudieLoopbaanBegeleiding (4 EC) Module 3 Module 4 Module 5 Module 6
6 EC
6 EC
6 EC
6 EC
Module 7
6 EC
Praktijkgericht onderzoek (ondersteund door seminars) 14 EC
Figuur 4: Schematisch overzicht modulevariant 2009 en eerder.
Opmerking: Wanneer een student meer dan een jaar niet ingeschreven was als student van de opleiding en zich alsnog weer inschrijft, gelden de uitgangspunten van het curriculum van het jaar van de hernieuwde inschrijving.
Artikel 7.4.5 - Internationalisering Cohort 2010 en 2011 Voor studenten van het cohort 2010 is internationalisering (ENSO.INTORIE) verplicht, deze wordt gekoppeld aan een module naar keuze (niet zijnde module 1 en 2). Deze internationaliseringscomponent is vormgegeven als wildcard, die op twee manieren verzilverd kan worden: de zogenaamde georganiseerde - en de zogenaamde vrije variant. Bij de georganiseerde variant kan de student deelnemen aan een door de Master SEN opleiding georganiseerde reis. Bij de vrije variant is de student vrij (rekening houdend met de voorwaarden die beschreven zijn in de lintmodule internationale oriëntatie én in overleg met de betrokken docent) om de wildcard gedurende het cursusjaar in te zetten voor een verdiepende opdracht bij een module die via internationalisering vorm en inhoud kan worden gegeven. Hierbij is uitgegaan van de volgende punten: - internationalisering is een verplichte component voor alle studenten; - internationalisering is een verdiepende dimensie bij een thema (dat wil zeggen: het gevraagde beroepsproduct bij een module, wordt in een internationale context verder bestudeerd); - het moment waarop de student deze extra verdieping toepast, wordt door de student zelf bepaald; - studenten dienen zich digitaal aan te melden; - de internationale verdieping heeft een omvang van 3 EC ( = 84 studiebelastinguren); - de internationale verdieping is een onderdeel van de opleiding en valt dus binnen de 60 EC van de opleiding; - met de geboden mogelijkheden* om de internationale verdieping uit te voeren, wordt tegemoet gekomen aan de vraagsturing van de student. Op het moment dat de student daar gebruik van maakt, wordt de omvang van de moduleopdracht met 3 EC verminderd en weer tot 6 EC aangevuld door de internationale oriëntatie aan de opdracht toe te voegen (zie figuur). Een en ander gebeurt uiteraard in overleg met de moduledocent. * De verschillende mogelijkheden zijn uitgewerkt in de module/wildcard “Internationale Oriëntatie” (ENSO.INTORIE): zie N@Tschool.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
81
module opdracht X
module opdracht X 3 EC
6 EC wildcard 3 EC Figuur 5: moduleopdracht wordt op initiatief van de student aangepast
Op het beoordelingsformulier dat de student ontvangt na afronding van de module, wordt melding gemaakt van het feit dat bij die module de internationale verdieping heeft plaatsgevonden. Artikel 7.4.6 - Bouwstenen Studenten hebben Master SEN modules (Bouwstenen) afgerond met een verklaring voor 6 EC (behaald voor 01-09-2011). Wanneer de bouwsteen past binnen de leerroute krijgt de student 4 EC vrijstelling voor het beroepsproduct. Het beroepsproduct krijgt een plaats in het portfolio en zal geen onderwerp van gesprek meer zijn bij het competentie-examen (overige 2 EC vrijstelling). Bewijs van vrijstelling van de examencommissie is opgenomen in het portfolio. Studenten hebben een bouwsteen behaald die in een eerder cohort nog onderdeel was van de betreffende leerroute waarvoor de student zich inschrijft en in het actuele cohort niet meer: vrijstelling voor 6 EC voor keuzeberoepsproduct en e.v.t. vrijstelling voor (onderdelen van de) masterkennistoets. Module met dezelfde code is inhoudelijk fors gewijzigd: zie vorig punt. Artikel 7.4.7 – Contractstudenten leerroute Intern Begeleiden (geldend t/m cohort 2014) Contractstudenten voor de leerroute Intern Begeleiden die in 2010 zijn begonnen aan een traject met bouwstenen vallen onder cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Taak en functie (6 EC), Communicatie (6 EC), Coaching (6 EC), Schoolontwikkeling/ Verandermanagement (6 EC), Human Dynamics (6 EC), Krachtig leren (6 EC), Gedrag: visie en beelden (6 EC), Inclusief Onderwijs (6 EC), Supervisie (2 EC), Intervisie en reflectie (2 EC) en Praktijkgericht onderzoek (14 EC). Opmerking: uit het aanbod van modules die cursief zijn weergegeven worden 7 van de 8 modules gekozen zodat het leerplan uit 60 EC bestaat. Artikel 7.4.8 – Meerjarig scholingstraject met gefaseerde instroom vanaf 2010-2015 Studenten van organisaties waarmee op verzoek van de opdrachtgever vanaf 2010 afspraken zijn gemaakt m.b.t. een meerjarig scholingstraject met een gefaseerde instroom vallen onder het cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Het verhaal van het kind/Dialoog rond onderwijsbehoeften (6 EC), Totale communicatie (6 EC), Orthopedagogische interventies in de groep (6 EC), Stimulerend onderwijs (6 EC), Begeleiden van leerlingen met complexe problemen (6 EC), A.S.S. in beeld (6 EC), Autisme: methodiek (6 EC), Rekenhulp (6 EC), Aanvankelijk lezen (6 EC), Intervisie en reflectie (4 EC) en Praktijkgericht onderzoek (14 EC). En Supervisie (2 EC). Internationalisering is een verplicht onderdeel van het curriculum volgens het „wildcard‟-model. Opmerking: uit het aanbod van modules die cursief zijn weergegeven worden 7 van de 9 modules gekozen zodat het leerplan uit 60 EC bestaat.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
82
Artikel 7.4.9 – Contractstudenten 2010 en daarna ingeschreven voor de leerroute Gespecialiseerd leraar speciaal onderwijs, cluster 2 (geldend t/m Cohort 2014) Studenten van deze leerroute die in 2010 contractstudent waren en zich in 2011 hebben ingeschreven als student vallen onder cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Verhaal van het kind/ de jongere (6 EC), Module Taal voor D/SH of Module Taal voor ESM(6 EC), Begeleiden van leerlingen met complexe problemen (6 EC), Lezen voor D/SH of Lezen voor ESM (6 EC), Samenspel cognitie en leren (6 EC), Communicatie (6 EC), Inclusief Onderwijs (6 EC), Intervisie en reflectie (4 EC) en Kennisconstructie en Praktijkgericht onderzoek: (14 EC). Internationalisering is een verplicht onderdeel van het curriculum volgens het „wildcard‟-model. Artikel 7.4.10 - Contractstudenten leerroute Gespecialiseerde leraar zorg PO vanaf 2010 (geldend t/m Cohort 2014) Contractstudenten voor de leerroute Gespecialiseerde leraar zorg PO die in 2010 zijn begonnen aan een traject met bouwstenen vallen onder cohort 2010. Het gaat hierbij om de volgende onderwijseenheden: Verhaal van het kind (6 EC), Communicatie (6 EC), Krachtig leren (6 EC), Voortgezet lezen en spellen (6 EC), Orthopedagogische interventies (6 EC), Begeleiden van leerlingen met complexe problemen (6 EC), Inclusief onderwijs (6 EC), Reflectie en ontwikkeling (4 EC) en Praktijkgericht onderzoek (10 EC) en Masterseminars (4 EC). Internationalisering is een verplicht onderdeel van het curriculum volgens het 'wildcard'-model. Artikel 7.4.11– Contractstudenten leerroutes Taalspecialist/dyslexie PO, Reken- en wiskunde/dyscalculie, Talentontwikkeling en excelleren, Onderwijs en gedragsproblemen vanaf 2012 (geldend tot Cohort 214) Contractstudenten voor bovengenoemde leerroutes die in 2012 zijn begonnen aan een traject met bouwstenen vallen onder cohort 2012. De leerroute Taalspecialist/dyslexie PO bevat de volgende onderwijseenheden: Dialogen rond onderwijsbehoeften, Letters en leesbehandeling, Masterkennistoets, Vloeiend lezen, Leerproblemen en beleid, Meervoudige geletterdheid, Competentie-examen 1 en 2, Praktijkgericht onderzoek. De leerroute Reken- en wiskunde/dyscalculie bevat de volgende onderwijseenheden: Dialogen rond onderwijsbehoeften, Rekenen aan de basis: rekengesprekken en reken interventies, Masterkennistoets, Rekenen, wiskunde en dyscalculie, ernstige reken- en wiskundeproblemen in de school, Rekenwiskunde: afstemming in voortgezet rekenen, Rekendynamiek: een aanzet tot verandering in reken- en wiskundeonderwijs, Competentie-examen 1 en 2, Praktijkgericht onderzoek. De leerroute Talentontwikkeling en excelleren bevat de volgende onderwijseenheden: Dialogen rond onderwijsbehoeften, Onderzoekend leren; cognitie, nieuwsgierigheid en interactie, Masterkennistoets, Hoogbegaafdheid, talent erkend, Digitale geletterdheid, Masterkracht, gericht op talentontwikkeling van de leraar, Competentie-examen 1 en 2, Praktijkgericht onderzoek. De leerroute onderwijs en gedragsproblemen bevat de volgende onderwijseenheden: Dialogen rond onderwijsbehoeften, Orthopedagogische interventies, Masterkennistoets, Krachtig leren, Methodieken: internationale oriëntatie en toepassing, Gedrag: visie en beelden, Competentie-examen 1 en 2, Praktijkgericht onderzoek.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
83
Artikel 7.4.12 – Profilering Studenten van cohort 2012 en eerder tonen aan welke competenties bij Praktijkgericht onderzoek met name aandacht hebben gekregen. Zie hiervoor de uitwerking in de handleiding competentie-examens voor cohort 2012. Profilering kan plaats vinden op maximaal 2 competenties. Artikel 7.4.13 – Masterkennistoets (cohort 2012 en eerder) De Masterkennistoets voor cohort 2012 en eerder staat uit drie onderdelen (gedrag, rekenen en taal). De toets in deze vorm biedt de opleiding nog aan in 2014-2015. Daarna dienen studenten de nieuwste versie van de toets te maken, bestaande uit 2 onderdelen: orthodidactiek en orthopedagogiek. Artikel 7.5 - Inwerkingtreding 1. Deze regeling treedt in werking op 1 september 2014 en loopt tot 1 september 2015. 2. De format Onderwijs en Examenregeling is door het College van Bestuur op 19-2-2014 vastgesteld na voorafgaand instemming van de Centrale Medezeggenschapsraad op 17-2-2014. 3. De Onderwijs en Examenregeling van de opleiding Master Special Educational Needs is door de directeur van het Domein Harry Frantzen vastgesteld op 1 juli 2014 na voorafgaande positief advies van de Opleidingscommissie en instemming van de Deelraad, resp. op 26-05-2014 1 juli 2014. Ondertekening door de directeur is als separaat besluit beschikbaar.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
84
3. REGELS EXAMENCOMMISSIE Artikel 1 - Afnemen van tentamens 1. Bij aanvang van het tentamen moet de student de presentielijst tekenen en zich kunnen legitimeren door middel van de collegekaart van het lopende studiejaar en een geldig identiteitsbewijs (2 x ID). 2. Indien in de tentamenzaal jassen, tassen, agenda’s en/of mediadragers, zoals mobiele telefoons, iPod, geavanceerde horloges (horloges die in staat zijn om digitale informatie op te nemen en op aanvraag te tonen of af te spelen) e.d. worden meegenomen, moeten deze buiten bereik van de student blijven, waarbij de aanwijzingen van de surveillant dienen te worden gevolgd. 3. Tenzij dit nadrukkelijk anders is aangegeven, mag er tijdens het tentamen geen gebruik worden gemaakt van studieboeken, dictaten en/of andere hulpmiddelen. Deze mogen ook niet in de tentamenzaal worden meegenomen. 4. In de tentamenzaal liggen opgaven, uitwerkpapier, kladpapier en eventueel een schrapformulier klaar aan het begin van het tentamen. Men mag uitsluitend van het door de opleiding verstrekte papier gebruik maken. Alle uitgewerkte papieren dienen aan het eind van elk tentamen te worden ingeleverd, met inbegrip van het kladpapier. Alle uitwerkingen moeten voorzien zijn van naam en inschrijfnummer. De tentamenopgaven moeten bij de surveillant worden ingeleverd, tenzij anders is vermeld. 5. Studenten mogen het eerste half uur en het laatste kwartier van het tentamen de tentamenzaal niet verlaten. 6. Tijdens het tentamen mogen studenten de zaal niet verlaten met de bedoeling er later ter voortzetting van het tentamen terug te keren, tenzij de surveillant toestemming geeft. 7. Bij tussentijds verlaten van de tentamenzaal dienen alle papieren onleesbaar voor andere studenten te worden achtergelaten. 8. Uitwerkingen op kladpapier worden nooit in de beoordeling meegenomen. 9. Tijdens tentamens is het niet geoorloofd dat studenten elkaars werk bekijken, praten of anderszins fraude plegen of pogingen daartoe doen. Het is niet geoorloofd dat studenten iets van elkaar lenen. Artikel 2 - Verhindering bij tentamens 1. Ingeval een student door overmacht of op grond van persoonlijke omstandigheden verhinderd is deel te nemen aan een tentamen, kan hij een extra tentamengelegenheid krijgen dan wel in de gelegenheid worden gesteld een vervangende opdracht te doen. 2. Een student die op grond van het bepaalde in het eerste lid is verhinderd aan een tentamen deel te nemen, meldt dit direct bij het secretariaat van de opleiding. 3. Een student, die op grond van het bepaalde in het eerste lid in aanmerking wil komen voor een extra tentamenmogelijkheid, dient hiertoe een schriftelijk en met redenen omkleed verzoek in bij de examencommissie. 4. De examencommissie toetst de oorzaak van de verhindering en stelt de student schriftelijk op de hoogte van haar beslissing. 5. Het bepaalde in het eerste lid dient zodanig te worden ingevuld dat een student per studiejaar in elk geval twee tentamenmogelijkheden per onderdeel krijgt aangeboden. Artikel 3 - Bekendmaking uitslag tentamens 1. De examinator stelt terstond na het afnemen van een mondeling tentamen de uitslag vast en reikt de student een schriftelijke verklaring uit. 2. De uitslag van de overige tentamens wordt vastgesteld en bekend gemaakt binnen 3 weken, vakanties niet meegerekend, na het afleggen van het tentamen. Voor beroepsproducten en praktijkgericht onderzoek geldt, dat de nakijktermijn start met de datum waarop alle studenten deze moeten hebben ingeleverd. 3. In bijzondere, individueel af te leggen tentamens, gevallen bepaalt de examencommissie tevoren op welke wijze en binnen welke termijn de uitslag bekend wordt gemaakt. Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
85
Artikel 4 - Fraude 1. Onder fraude wordt verstaan: elk handelen (waaronder het plegen van plagiaat), nalaten of voornemen (ook aanzetten tot) dat het op de juiste wijze vormen van een oordeel over iemands kennis, inzicht, vaardigheden, beroepshouding, reflectie geheel of gedeeltelijk onmogelijk maakt. 2. De aanwezigheid van niet toegestane onderwijsmiddelen bij een student tijdens het tentamen wordt als fraude aangemerkt. 3. Indien bij een student tijdens het tentamen wordt geconstateerd dat hij in enig opzicht in strijd met de voorschriften handelt dan wel zich aan enig bedrog schuldig maakt, wordt hem de constatering van dit feit onmiddellijk meegedeeld. Het feit wordt aan de examencommissie meegedeeld onder overlegging van een protocol (verslag) van het geconstateerde feit. 4. Indien de examinator bij de beoordeling van het tentamen of als tentamen ingeleverd werk vermoedt dat fraude is gepleegd al dan niet in de vorm van plagiaat, stelt hij de examencommissie hiervan op de hoogte door overlegging van een protocol (verslag) van zijn waarneming. 5. Er is sprake van plagiaat wanneer een student letterlijk teksten kopieert van anderen en uit eerder ingeleverd eigen werk, het zogenaamde copy/paste, zonder bronvermelding. Indien zich een feit als bedoel in lid 1, 2, 3 of 4 voordoet, stelt de examinator geen cijfer vast dan nadat de examencommissie terzake een beslissing heeft genomen. Artikel 5 - Procedure vaststelling fraude 1. Indien een feit als bedoeld in het vorige artikel is gemeld, wordt de student door de examencommissie schriftelijk in kennis gesteld van het gerezen vermoeden van fraude onder overlegging van het protocol. De student wordt in de gelegenheid gesteld daarover te worden gehoord op een daarbij aan te geven datum en tijdstip. De student wordt geadviseerd zich bij te laten staan door de decaan. 2. Indien de examencommissie tot het oordeel komt dat er sprake is van fraude, kan zij besluiten tot het opleggen van een sanctie overeenkomstig het bepaalde in artikel 6. 3. Indien de examencommissie tot het oordeel komt dat er geen sprake is van fraude, stelt de examinator alsnog op een zo kort mogelijke termijn de beoordeling van het tentamen vast. Artikel 6 - Sancties bij fraude De examencommissie kan na constatering van fraude (ook nadat de beoordeling al heeft plaats gevonden) de volgende uitspraken doen: - het geven van een schriftelijke reprimande zonder verdere gevolgen; - het geven van een schriftelijke reprimande met een onvoldoende beoordeling; - het ontzeggen van een of meer tentamens voor ten hoogste een jaar. De examencommissie kan bij de invulling van de sanctie onderscheid maken op grond van onderstaande aandachtspunten: - of het in begin of aan het einde van de studie is; - de omvang van het werkstuk, variërend van tentamen met een geringe omvang aan studiepunten of afstudeerscriptie; - of de beroepsopleiding specifieke integriteit van de student verlangt; - of de student toegeeft; - of het de eerste keer is dat er fraude is gepleegd. Bij ernstige fraude kan de examencommissie het instellingsbestuur adviseren de inschrijving van de student te beëindigen.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
86
Artikel 7 - Vrijstelling voor tentamens 1. Een student kan de examencommissie verzoeken vrijstelling te geven voor het afleggen van een of meer tentamens. De vrijstelling is geldig voor het specifieke leerplan, de duur van de aaneengesloten inschrijving en voor de duur van de opleidingsvorm. Dat wil zeggen: één jaar geldig voor de voltijdvariant, twee jaar geldig voor de deeltijd- en e-learningvariant. Indien een vrijstelling deel uitmaakt van het portfolio en is beoordeeld in één van de competentie-examens geldt de datum van het competentie-examen als de actuele datum. 2. De student dient aan te tonen dat hij op grond van elders in het hoger onderwijs behaalde tentamens of examens, dan wel op grond van buiten het hoger onderwijs opgedane kennis of vaardigheden, voldoet aan het/de leerdoel(en) van die onderwijseenheid en deze deel uitmaakt van het examen van de student. 3. De vrijstelling voor een eerder in het hoger onderwijs afgelegd tentamen kan worden verleend, indien het tentamen qua inhoud, niveau en studielast gelijkwaardig is en het tentamen niet langer dan vijf jaar geleden is afgelegd. 4. De student maakt bij zijn verzoek gebruik van het formulier “verzoek tot vrijstelling voor het afleggen van een of meerdere tentamens” en dient de gevraagde bewijsstukken toe te voegen. Het formulier verzoek vrijstelling is hier te vinden. 5. De examencommissie zendt als besluit het ingevulde formulier terug, waaruit blijkt of de vrijstelling is verleend. 6. Een vrijstelling wordt in de studievoortgangregistratie verwerkt, met de datum waarop de beslissing van de examencommissie is genomen. De student stuurt het bewijs van de verleende vrijstelling mee met de aanvraag afstuderen. 7. Voor praktijkgericht onderzoek en de competentie-examens kan geen vrijstelling worden verleend. 8. Voor de module ‘Dialogen rond onderwijsbehoeften’ wordt alleen vrijstelling verleend wanneer de opleiding WO-bachelor/master (ortho-)pedagogiek in de afgelopen vijf jaar is behaald en de match op inhoud en omvang positief is met de module ‘Dialogen rond onderwijsbehoeften’. 9. Aan een vrijstelling wordt geen beoordeling verbonden. 10. Het maximum aantal EC bij het verlenen van vrijstellingen is 20 EC. 11. Het toelatings- en vrijstellingenbeleid van de examencommissie is hier te vinden. Artikel 8 - Deadline inleveren verplichte beroepsproducten (toetsopdrachten) Twee weken na de laatste module bijeenkomst dient het verplichte beroepsproduct (toetsopdracht) van de betreffende onderwijseenheid te zijn ingeleverd in n@tschool. Een uitzondering vormt de deadline voor het beroepsproduct in de tweede periode voor studenten die de opleiding in één jaar doen. Dit beroepsproduct dient één week na de laatste modulebijeenkomst ingeleverd te zijn. Het beroepsproduct kan dan nagekeken zijn en het beoordelingsformulier opgenomen worden in het portfolio voor competentie-examen 1. Werk dat na voornoemd tijdstip is ingeleverd wordt aangemerkt als herkansing.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
87
Artikel 9 - Inlevering tentamens/beroepsproducten 1. Studenten leveren de volledige versie van beroepsproducten en praktijkgericht onderzoek in bij de betreffende onderwijseenheid in N@tschool en bouwen hiermee tevens hun portfolio op. Studenten mailen alleen het beoordelingsformulier naar de examinator. 2. Richtlijn voorschrift voorblad: - volledige naam - studentnummer - datum van inlevering - cohort 3. Richtlijn naamgeving bestanden: - Beoordelingsformulier = ENSO-CLPBEL- BF- Studentnummer en achternaam - Beroepsproduct = ENSOC-CLPBEL- WS- Studentnummer en achternaam 4. Bij overschrijding van het maximum aantal woorden van een beroepsproduct of het praktijkgericht onderzoek/masterthesis wordt er niet beoordeeld. 5. Procedure: - De docent voert de QuickScan uit. -
De docent uploadt het ingevulde beoordelingsformulier als pdf in de ELO omgeving bij de inleveropdracht van de module. De docent mailt daarna de student dat het beoordelingsformulier in de ELO is geplaatst.
-
((let op: in het “onderwerp” moet duidelijk het studentnr. staan) en naar het e-mailadres
[email protected] t.b.v. het digitale archief. Ook indien het een ONVOLDOENDE is! Op deze wijze komt in het studentarchief 1 mail per student binnen, hetgeen noodzakelijk is voor de verdere verwerking. - Afd. DIVA archiveert de digitale versies in DECOS t.b.v. de studentdossiers. De student levert portfolio’s in volgens de richtlijnen die daarvoor gegeven worden en op basis van de handleiding competentie-examens. Artikel 10 - Beoordelingsvoorwaarden: de Quickscan Voorafgaand aan iedere beoordeling wordt middels de Quickscan bekeken of een product (beroepsproducten en rapportage praktijkgericht onderzoek) beoordeelbaar is. Klik hier voor eisen van de Quickscan. Als het product bij de eerste twee modulen van de leerroute niet voldoet aan de eisen van de quickscan, dan wordt het onbeoordeeld teruggestuurd naar de student. De student behoudt recht op twee kansen. Voldoet het product vervolgens weer niet aan de eisen van de quickscan, dan geeft de docent inhoudelijk feedback op het product; de beoordeling is onvoldoende. Artikel 11 - Herkansing De termijn voor herkansing is de deadline voor het inleveren van het beroepsproduct van de volgende periode. De herkansing van competentie-examen 1 is competentie-examen 2. Artikel 12 - Uitstel In verband met bijzondere omstandigheden kan de student de examencommissie om uitstel van het tentamen verzoeken. De student stelt de studiecoach op de hoogte van het verzoek. Uitstel zal bij gegronde redenen worden verleend tot de deadline van de volgende periode. Uitstel voor het inleveren van de verplichte beroepsproducten dient aangevraagd te zijn voor de vierde bijeenkomst van de betreffende onderwijseenheid middels een formulier (link maken). Zie info examencommissie op de community Master SEN.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
88
Artikel 13 - Actuele versies van toetsopdrachten, beoordelingsformulier en leerplannen Elk studiejaar kunnen de tentamens (toetsopdrachten, masterkennistoets, competentie-examen), de verplichte literatuur en het beoordelingsformulier voor aanvang van het studiejaar worden geactualiseerd. Voor het studiejaar 2014-2015 gelden alle actuele tentamens en het actuele beoordelingsformulier, die vanaf 1 september 2014 op N@tschool geplaatst zijn. Bij een forse bijstelling van een door een student nog niet behaalde toetsopdracht (3e en 4e kans) kan de examencommissie verzocht worden de ‘oude’ toetsopdracht te mogen doen. Dit kan alleen gehonoreerd worden wanneer door de verantwoordelijke curriculum designer bij de examencommissie aangegeven is dat er sprake is van een forse bijstelling. Hert gaat hierbij om de volgende modulen: Orthopedagogische interventies Communicatie en afstemming Dynamiek van het afstemmen ( voorheen Human dynamics) Artikel 14 - Legitimatie 1. Bij aanvang van de masterkennistoets moet de student de presentielijst tekenen en zich kunnen legitimeren door middel van de collegekaart van het lopende studiejaar en een geldig identiteitsbewijs (2 x ID). Deze dienen op de werktafel te liggen. Blijkt bij controle bij aanvang of tijdens de toets dat de student zich niet op de voorgeschreven wijze kan legitimeren, dan heeft de student niet het recht om de toets te maken, c.q. wordt deze ongeldig verklaard. 2. Bij het competentie-examen legitimeert de student zich ook door middel van de collegekaart van het huidige studiejaar en een geldig identiteitsbewijs. Artikel 15 - Beëindigen studie na competentie-examen 1 Studenten die na competentie-examen 1 stoppen met hun studie krijgen 30 EC op hun verklaring wanneer zij de competenties op gemiddeld niveau 2 (2.0) hebben afgesloten. Maximaal een competentie mag op niveau 1 zijn behaald en alle bijhorende beroepsproducten/ onderwijseenheden dienen op minimaal een voldoende niveau te zijn afgesloten. Artikel 16 - Voorwaarden deelname tentamens e-learning Binnen de e-learning variant van de opleiding kan een gedeelte van het eindoordeel gebaseerd zijn op de actieve bijdrage aan de groepsdiscussies en de kwaliteit van de bijdragen. Artikel 17 - Eisen portfolio voor deelname aan competentie-examens Een portfolio is samengesteld volgens de handleiding competentie-examens, klik hier. Het portfolio, documenten in het portfolio en/of andere schriftelijke werkstukken van studenten, worden gecontroleerd op een juiste wijze van bronvermelding met behulp van Ephorus.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
89
Artikel 18 - Voorwaarden deelname competentie-examens 1. Er zijn jaarlijks minimaal twee ingeroosterde afnameperiodes voor respectievelijk competentieexamen 1 en 2. 2. Competentie-examens vinden plaats op de lesplaatsen. Dit betekent dat beeldmateriaal ter plekke getoond wordt. 3. Deelname aan een competentie-examen is alleen mogelijk als het portfolio aan alle beschreven eisen in de handleiding competentie-examens voldoet. Als een studiecoach bij de check ziet dat het PF incompleet is en/of de student geen 6 filmfragmenten t.b.v. de presentatie heeft (alleen bij competentie-examen 1, geeft de SLBdocent aan de coördinatie van competentie-examen door, dat de student niet deel kan nemen aan het competentie-examen. 4. Bij competentie-examen 1 mogen in het portfolio beroepsproducten opgenomen worden, die als onvoldoende zijn beoordeeld. Bij competentie-examen 2 mogen in het portfolio uitsluitend beroepsproducten opgenomen worden, die minimaal als voldoende zijn beoordeeld. 5. Studiepunten behorend bij competentie-examen 1 worden toegekend indien er gemiddeld niveau 2 (2.0) is behaald. Daarbij geldt de beperking dat er maximaal 1 competentie met niveau 1 beoordeeld mogen zijn. Een niveau 3 beoordeling tijdens competentie-examen 1 betekent dat er nog wel bewijzen geleverd moeten worden voor competentie-examen 2, omdat nog niet alle voorgeschreven toetsonderdelen uit het totale toetsplan van de leerroute zijn afgesloten en behaald. 6. Bij het niet behalen van competentie-examen 1 is competentie-examen 2 tevens de herkansing van competentie-examen 1. 7. Studiepunten behorend bij competentie-examen 2 worden toegekend indien er op alle competenties minimaal niveau 3 behaald is. 8. Deelname aan competentie-examen 1 is voorwaardelijk voor deelname aan competentie-examen 2. Indien met instemming van de examencommissie niet is deelgenomen aan het ingeroosterde moment voor competentie-examen 1 geldt de volgende procedure: - portfolio 1 en portfolio 2 worden als één portfolio aangeboden en wordt gevolgd door de portfoliopresentatie voorafgaand aan het criterium gericht interview met opleidings- en werkveldassessor en gevolgd door mondelinge terugkoppeling; - er wordt deelgenomen aan een proeve van bekwaamheid. 9. In het geval van overmacht (te bepalen door de examencommissie) wordt competentie-examen 1 op een later door de examencommissie te bepalen moment afgenomen. Versneld/flexibel afstuderen kan bij de examencommissie worden aangevraagd wanneer aan alle in het totale toetsplan voorgeschreven eisen is voldaan en de productoordelen met minimaal een voldoende zijn afgerond en opgenomen in het portfolio. Indien er toestemming wordt gegeven wordt er voorafgaand aan het examen een video-opname van een proeve van bekwaamheid (op de (leer)werkplek) aangeboden. Het resultaat hiervan wordt door de assessoren meegenomen in het eindoordeel. 10. Studenten die een extra jaar nodig hebben om de opleiding M SEN af te ronden, kunnen op 3 momenten in het extra studiejaar competentie-examen 2 afronden, te weten: oktober/november, half januari en half april. De proeve van bekwaamheid wordt, indien er te weinig studenten op locatie zijn, zo mogelijk op landelijk niveau georganiseerd. De student geeft zich één maand voorafgaand aan competentie-examen 2 op bij de studiecoach. Hierbij wordt aangegeven dat het om een langstudeertraject gaat. 11. De studiecoach van de student geeft feedback en fiat op het plan van aanpak Internationalisering. Deze feedback is gericht op inhoud en haalbaarheid. De student dient na uitvoering van het plan een bewijs hiervan op te nemen in het portfolio van competentie-examen 1 of 2. De student koppelt het bewijs aan de relevante competenties door middel van het invullen van een plan van aanpak. De studiecoach geeft feedback en een go op het plan van aanpak. De opleidingsassessor benoemt het bewijs Internationalisering expliciet in de onderbouwing van het geconstateerde niveau bij de betreffende competenties.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
90
12. Beschikt de student over één of meerdere vrijstelling(en) voor onderdelen van het competentieexamen en/of onderdelen van het portfolio dan is een bewijs van de vrijstelling toegevoegd aan het portfolio en heeft de student per vrijstelling een startformulier ingevuld. Voor keuze competentiebewijzen staan de volgende EC: Competentie-examen 1: 2 EC Competentie-examen 2: 5 EC. In zeer uitzonderlijke gevallen kan de excie de student toestemming verlenen om af te wijken van deze verdeling. Het verzoek wordt helder beargumenteerd en uiterlijk 2 maanden voor Compex 1 ingediend.
13. Bij instemming met het verzoek ontvangt de student een brief van de examencommissie. Deze brief wordt opgenomen in het portfolio van de student. 14. PF2 moet uiterlijk twee weken voorafgaand aan de periode waarin CE2 geroosterd is, af en voor assessoren beschikbaar zijn.
Artikel 19a - De masterkennistoets cohort 2012 en eerder Studenten dienen zich digitaal via Educator aan te melden voor de masterkennistoets en zijn hier zelf verantwoordelijk voor. De aanmelding voor iedere toetsafname in week H of I in het jaarrooster vindt plaats in week D voor de afname (zie studentenjaarrooster 2014-2015). In de week voor afname kunnen studenten uit Zwolle via Educator of N@Tschool inzien in welk lokaal zij verwacht worden, studenten uit overige lesplaatsen worden door het secretariaat aldaar op de hoogte gebracht. De toets wordt viermaal aangeboden, de student mag twee keer per collegejaar deelnemen. Studenten kunnen alleen deelnemen aan toetsen en in lesplaatsen waarvoor zij zich hebben ingeschreven. In het leerlijnenmodel van de opleiding is de masterkennistoets een verplicht onderdeel van het toetsplan. Studenten dienen zich digitaal aan te melden via Educator. De masterkennistoets is een keuzemogelijkheid in de modulevariant van de opleiding.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
91
De masterkennistoets wordt voor de studenten volgens een van te voren vastgesteld toetsingsschema jaarlijks vier keer aangeboden: zie studentenjaarrooster 2014-2015. Bij de afnamemomenten wordt elk onderdeel afzonderlijk beoordeeld. Per onderdeel van de masterkennistoets gelden de volgende normeringscriteria: Onvoldoende: 0-69% van de vragen goed; Voldoende: 70-79% van de vragen goed; Goed: 80-89% van de vragen goed; Uitmuntend: 90-100% van de vragen goed. Een voldoende gescoord onderdeel kan niet herkanst worden. De masterkennistoets wordt met minimaal een voldoende eindwaardering behaald wanneer alle drie onderdelen met minimaal een voldoende zijn behaald. Voor de eindbeoordeling van de masterkennistoets geldt de volgende berekeningstabel: voldoende
x
x
goed
uitmuntend
x
EINDBEOORDELING Wanneer het vetgedrukte kruisje het resultaat voor het onderdeel gedrag (50% van de eindbeoordeling) is, verandert de eindbeoordeling in voldoende goed uitmuntend voldoende goed goed
x
x
goed goed
x
goed goed uitmuntend
x x
x
x x
x x
x x
x
x
x x
x
x
x x x
x
x
x x x
x
Uitmuntend Uitmuntend
Studenten die in aanmerking komen voor extra faciliteiten dienen dit bij inschrijving kenbaar te maken en moeten vooraf aan de afname van de masterkennistoets het door de decaan verstrekte pasje tonen. Studenten die werkzaam zijn in het MBO of HBO kunnen met instemming van de examencommissie zich inschrijven voor een alternatieve toets. Artikel 19b - De masterkennistoetsen cohort 2013 Studenten dienen zich digitaal via Educator aan te melden voor de masterkennistoetsen en zijn hier zelf verantwoordelijk voor. De aanmelding voor iedere toetsafname in week H of I in het jaarrooster vindt plaats in week D voor de afname (zie studentenjaarrooster 2014-2015). In de week voor afname kunnen studenten uit Zwolle via Educator of N@Tschool inzien in welk lokaal zij verwacht worden, studenten uit overige lesplaatsen worden door het secretariaat aldaar op de hoogte gebracht. Studenten dienen zich per masterkennistoets (orthopedagogiek en orthodidactiek) afzonderlijk en per lesplaats in te schrijven. Aan iedere masterkennistoets mag de student twee keer per collegejaar deelnemen. Studenten kunnen alleen deelnemen aan toetsen en in lesplaatsen waarvoor zij zich hebben ingeschreven. De masterkennistoetsen zijn een verplicht onderdeel van het toetsplan. De masterkennistoetsen worden aan de studenten volgens een van te voren vastgesteld toetsingsschema jaarlijks vier keer aangeboden: zie studentenjaarrooster 2014-2015. Bij de afnamemomenten wordt elk onderdeel afzonderlijk beoordeeld. Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
92
Per onderdeel van de masterkennistoets gelden de volgende normeringscriteria: Onvoldoende: 0-69% van de vragen goed; Voldoende: 70-79% van de vragen goed; Goed: 80-89% van de vragen goed; Uitmuntend: 90-100% van de vragen goed. Een voldoende gescoord onderdeel kan niet herkanst worden. Studenten die werkzaam zijn in het MBO of HBO kunnen zich met instemming van de examencommissie inschrijven voor een alternatieve toets voor de masterkennistoets.
Artikel 20 - Praktijkgericht onderzoek: fases en planning Onderzoeksfase Voorbereiding
Planning onderzoek Planformulier deel 1: proposal, bestaat uit contextanalyse, literatuurverkenning, doelstelling, centrale vraagstelling, onderzoeksvragen in concept.
Beoordeling Formatief beoordelen examinator: go / go mits / no go Deadline inleveren: Voltijd : 13-01-2015 Deeltijd: 25-09-2015 *
Theoretisch kader, doelstelling, centrale vraagstelling, set onderzoeksvragen, deelvragen en het onderzoeksontwerp. Instrumenten
Formatief beoordelen begeleider
Schrijven van het onderzoeksrapport
Summatief beoordelen examinator Deadline inleveren: Voltijd: 20-06-2015 Deeltijd: 05-06-2015**
Formatief beoordelen begeleider
Uitvoering Rapportage
* Indien gewenst kan Planformulier deel 1: proposal worden ingeleverd op 19 juni 2015 ** Indien het proposal niet binnen achttien maanden leidt tot een afgerond praktijkgericht onderzoek beoordeelt de examinator de geldigheid van de eerder gegeven beoordelingen. Dit kan betekenen dat de student een nieuw onderzoek opstart. Voor de summatieve beoordelingen worden de in het studentenstatuut beschreven examineringsprocedures gevolgd. Bij formatieve beoordelingen gaat het om tussentijdse beoordelingen met als doel de voortgang te bewaken. Bij beoordeling geldt dan het vaststellen van de kwaliteit die op die momenten nodig is om inhoudelijk en methodologisch het onderzoek positief te kunnen voortzetten. Studenten hebben tijdens het onderzoek twee maal recht op een formatief beoordelingsmoment volgens daarvoor aangegeven tijdpad.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
93
Artikel 21 – Stappenplan afstuderen 2015 Stappenplan afstuderen 2014 – Competentiegerichte opleiding Actie Praktijkonderzoek inleveren bij praktijkonderzoekbegeleider Beoordeling praktijkonderzoek Bij geen herkansing praktijkonderzoek en tweede competentie-examen: aanvraag afstuderen (incl. alle bescheiden) inleveren bij de studiecoach Inleveren alle bescheiden aanvraag afstuderen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie Bij herkansing tweede competentie-examen: extra bewijzen aanleveren Beoordeling herkansing tweede competentie-examen Bij herkansing praktijk-onderzoek: bijgesteld praktijkonderzoek inleveren bij praktijkonderzoekbegeleider Beoordeling herkansing praktijkonderzoek Bij een positieve beoordeling van de herkansing van het praktijkonderzoek: aanvraag afstuderen (incl. alle bescheiden) inleveren bij studiecoach) Inleveren alle bescheiden aanvraag afstuderen van studenten met een herkansing van het praktijkonderzoek bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie Fiatteren aanvragen afstuderen
Wie? Student voltijd Student deeltijd praktijkonderzoekbegeleider student
Wanneer? uiterlijk 20 juni 2015 uiterlijk 5 juni 2015 uiterlijk 26 juni 2015
studiecoach
Uiterlijk 16 juli 2015
vóór 9 juli 2015
student
vóór 9 juli 2015
van assessor via studiecoach student
vóór 16 juli 2015 vóór 7 augustus 2015
praktijkonderzoekbegeleider
uiterlijk 14 augustus 2015
student
uiterlijk 17 augustus 2015
studiecoach
uiterlijk 21 augustus 2015
examencommissie
uiterlijk 29 augustus 2015
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
94
Stappenplan afstuderen 2015 – Modulaire opleiding Actie Praktijkonderzoek inleveren bij praktijkonderzoekbegeleider Beoordeling praktijkonderzoek Bij geen herkansing praktijkonderzoek: aanvraag afstuderen (incl. alle bescheiden) inleveren bij de studiecoach Inleveren alle bescheiden aanvraag afstuderen bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie Bij herkansing praktijkonderzoek: bijgesteld praktijkonderzoek inleveren bij praktijkonderzoekbegeleider Beoordeling herkansing praktijkonderzoek Bij een positieve beoordeling van de herkansing van het praktijkonderzoek: aanvraag afstuderen (incl. alle bescheiden) inleveren bij studiecoach) Inleveren alle bescheiden aanvraag afstuderen van studenten met een herkansing van het praktijkonderzoek bij de ambtelijk secretaris van de examencommissie Fiatteren aanvragen afstuderen
Wie? student
Wanneer? uiterlijk 5 juni 2015
praktijkonderzoekbegeleider student
uiterlijk 26 juni 2015
studiecoach
Uiterlijk 16 juli 2015
student
vóór 7 augustus 2015
praktijkonderzoekbegeleider
uiterlijk 14 augustus 2015
student
uiterlijk 17 augustus 2015
studiecoach
uiterlijk 21 augustus 2015
examencommissie
uiterlijk 29 augustus 2015
vóór 9 juli 2015
Artikel 22 – Herinschrijven als student na periode van uitgeschreven te zijn geweest. Schrijft een student zich weer in na een periode niet ingeschreven te zijn geweest, dan valt de student onder de regelgeving en het toets- en leerplan van het cohort waarvoor de herinschrijving geldt. Verleende vrijstellingen dienen opnieuw te worden aangevraagd bij de examencommissie.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
95
Artikel 23 - Eisen aan gezamenlijk onderzoek Master SEN Uitgangspunten: Iedere student levert een eigen onderzoeksrapport. Dit voldoet aan de eisen zoals die voor individuele studenten gelden. Gezamenlijke opbrengsten brengen het eigen onderzoeksrapport op een hoger plan. In het onderzoeksrapportzijn de volgende onderdelen individueel geschreven: organisatie specifieke deel van de contextanalyse; analyse van de onderzoeksliteratuur; resultaten van het onderzoek voor de eigen organisatie; organisatie specifieke deel van de conclusies en aanbevelingen; de discussie; suggesties voor vervolgonderzoek. In dit onderzoeksrapport kunnen de volgende onderdelen hetzelfde zijn of overeenkomst vertonen: het gemeenschappelijke deel van de contextbeschrijving en –analyse; de centrale vraagstelling ( deel van de formulering is echter altijd organisatie specifiek: soort school, onderzoeksgroep etc.); doelstelling; onderzoeksvragen ( deel van de formulering is echter altijd organisatie specifiek: soort school, onderzoeksgroep etc.); verwijzingen naar gemeenschappelijk gelezen literatuur; gebruikte gestandaardiseerde instrumenten of gemeenschappelijk ontworpen instrumenten; onderzoeksopzet en uitvoering van de dataverzameling, -verwerking en –analyse; onderzoeksresultaten uit de gecombineerde studentenonderzoeken; gemeenschappelijke conclusies uit het geheel van de onderzoeken.
Studentenstatuut 2014-2015 – Master Special Education Needs
96