Stratos® Pro A2... (MS)PH Softwareversies
Actuele productinformatie:
www.knick.de
Versie 1.1.0
01.10.2008
Wijzigingen/aanvullingen op 1.0.1 Omzetting bij ISM-sensoren Nieuwe evaluatieprocedure voor de resterende standtijd. De resterende standtijd DLI (dynamic lifetime indicator) in uren wordt direct uit de sensor uitgelezen en in de MONITOR weergegeven [DAY]. De indicatie van de slijtage "SENSOR WEAR" vervalt. Sensoface bewaakt de DLI: bij een resterende standtijd (DLI) ≤ 0 DAY wordt Sensoface "bedroefd", het symbool "Sensor versleten" wordt weergegeven en de melding "SENSOR WEAR CHANGE SENSOR" wordt gegenereerd. Sensoface "neutraal" vervalt. De adaptieve kalibratietimer wordt bij ISM-sensoren "ACT" genoemd en wordt direct in de sensor beheerd. CONFIG display In de configuratie in het menupunt "SENSOR" wordt voor de aanduiding van digitale sensoren (INDUCON, ISM, MEMOSENS) in het display alleen nog maar "DS" weergegeven. Signalering wanneer kalibratiegegevens in de sensor worden geschreven Bij digitale sensoren worden na een kalibratie de kalibratie- en statistiekgegevens in de sensor geschreven. Gedurende deze tijd (ca. 5-10 s) mag de sensor er niet af worden getrokken. Bij InduCon- en ISM-sensoren wordt gedurende deze tijd in het display in de onderste regel "STORING DATA" weergegeven. Tegelijkertijd knippert de zandloper. Bij InduCon knippert bovendien de rode LED op de sensor. Symbool "A" verwijderen wanneer maar één parameterset wordt gebruikt (PARSET FIX A) Als in de configuratie PARSET FIX A is gekozen, d.w.z. er wordt maar met één parameterset gewerkt, wordt het symbool "A" op het display niet meer weergegeven. Sommige gebruikers hebben het symbool abusievelijk als alarm geïnterpreteerd.
2
Versie 2.0.0
15.01.2009
Wijzigingen/aanvullingen op 1.1.1 Invoerbare bufferset -U1Als in de configuratie de bufferset -U1- wordt gekozen, kan de gebruiker beschikken over een bufferset met twee bufferoplossingen waarvan hij het temperatuurverloop van 0 … 95 °C vrij kan invoeren. De invoer van de waarden kan: a) plaatsvinden in de configuratie of b) via HART worden geladen De invoer in de configuratie vindt plaats na kiezen van de bufferset -U1-. Vóór de eigenlijke invoer van waarden is een extra controlevraag geschakeld of de waarden moeten worden bewerkt. Hiermee moet worden voorkomen dat de gebruiker per ongeluk in deze ingrijpende invoer terechtkomt. Bij levering zijn de 2 bufferoplossingen voorbezet met de Mettler-Toledo technische bufferoplossingen pH 4,01/7,00, die kunnen worden bewerkt. Voor de invoer moet aan enkele criteria worden voldaan, die door Stratos Pro worden bewaakt, zodat bij overtreding ervan de foutmelding "FAILURE BUFFERSET -U1-" kan optreden. Criteria: a) De waarden van de bufferoplossing 1 moeten kleiner zijn dan die van bufferoplossing 2 b) Het verschil van waarden voor dezelfde temperatuur tussen de buffer oplossingen moet minstens pH 1,5 bedragen. c) Alle waarden moeten in het bereik pH 0 … 14 liggen (geldigheidscontrole). d) Het verschil tussen twee aangrenzende temperatuurwaarden (Δ 5 K) van dezelfde bufferoplossing mag max. pH 0,25 bedragen (geldigheidscontrole). De foutmelding "FAILURE BUFFERSET -U1-" wordt alleen gegenereerd wanneer ook bufferset -U1- is gekozen. De controle vindt plaats in de meetmodus. Daarmee worden ook verkeerde invoeren via HART of IrDA gecontroleerd. De foutmelding heeft een lage prioriteit (parameterfout). Enkele randvoorwaarden worden door Stratos Pro vooringesteld: a) Voor de bufferweergave in de kalibratie wordt altijd de 25°C-waarde gebruikt. b) De ondergrenswaarde van de eerste bufferoplossing = kleinste bufferwaarde – 1,5 pH c) De bovengrenswaarde van de tweede bufferoplossing = grootste bufferwaarde + 1,5 pH
3
Met de toets [meas] keert men terug in het configuratieniveau bij menupunt OUT1. Met de toets [meas] 2 sec. keert men terug in meetmodus. Indicatie wanneer tijd/datum niet is ingesteld Wanneer bij langere onderbreking van de hulpvoeding (> 5 dagen) de klok stil blijft staan of op een ongeldige waarde is gezet, dan wordt dat als volgt aangegeven: a) De ongeldige tijd wordt in alle tijdsindicaties met strepen weergegeven. b) De tijd blijft in het apparaat ongeldig tot de gebruiker de tijd op het apparaat heeft ingesteld. Implementatie van de Memosens-functie Keuze: sensortype digitaal (INDUCON / ISM / MEMOSENS) Default: Memosens Memosens stelt geen sensorslijtage- en geen SIP/CIP-counter-informatie ter beschikking. De desbetreffende evaluatie vervalt hier. Sensocheck referentie-elektrode Bij onderschrijding van de Sensocheck-grenzen (kortsluiting) wordt nu in de monitor 0 Ω weergegeven, bij overschrijding (kabelbreuk) laat het display strepen zien. Kalibratie De kalibratiegegevens worden nu pas opgeslagen nadat de kalibratie is afgesloten (menupunt: END, MEAS). De kalibratietimer wordt alleen na voltooide kalibratie gereset. Naam apparaattypen wijzigen De naam van de apparaattypen A201 INDPH wordt gewijzigd in A201 MSPH. Foutmelding Bij ongeldige parametrering van het meetbereik van de stroomingang (I-INPUT) wordt nu de foutmelding "ERR 105: INVALID SPAN I-INPUT" afgegeven. Informatiesymbool bij "Sensoface bedroefd" Bij "Sensoface bedroefd" wordt nu het symbool ingevoegd in het meet waardedisplay om aan te geven er een informatietekst is. Zandloper bij gegevensopslag in de digitale sensor Wanneer in aansluiting op een kalibratie de gegevens worden opgeslagen in de sensor (InduCon, ISM), wordt de tekst "STORING DATA" weergegeven; bovendien knippert nu de zandloper.
4
Verwijderen van de indicatie "WRONG SENSOR" Bij aansluiting van een verkeerde sensor (bijv. oxy-sensor op pH-apparaat) wordt in plaats van de melding "WRONG SENSOR" nu "NO SENSOR" weer gegeven.
5
Versie 2.1.0
07.10.2009
Wijzigingen/aanvullingen op 2.0.0 Memosens ISFET-sensoren De pH-waarde-berekening van ISFET vindt plaats met inbegrip van pHis. Memosens Sensocheck glaselektroden Gelijktijdig met de impedantie levert Memosens het signaal "GLAS-SCS uitval". Voor Sensocheck wordt alleen dit signaal GLAS-SCS-uitval geanalyseerd. Memosens fabrikant en sensorcode Als fabrikant wordt "KNICK" aangegeven, wanneer de bestelcode met "SE" begint. Als de bestelcode met "CPS", "COS" of "CLS" begint, wordt "E+H" als fabrikant ingevoerd en weergegeven. Bij alle andere bestelcodes wordt als fabrikant "---" ingevoerd. CIP-/SIP-invoer in het logboek CIP-/SIP-cycli worden met tijd, datum en max. temperatuur in het logboek ingevoerd.
6
Versie 2.1.1
01.03.2012
Wijzigingen/aanvullingen op 1.1.3 Omzetten van het apparaattype Het apparaattype A211 vervalt, wordt vervangen door A201 + TAN voor HART. Bufferset DIN 19267 Implementatie van de bufferset DIN 19267 onder -10-: -10- DIN 19267 1,09 / 4,65 / 6,79 / 9,23 / 12,75 Geen CIP-/SIP-invoer, indien uitgeschakeld Bij CIP/SIP COUNT OFF vindt geen CIP-/SIP-invoer meer in de sensor plaats. Ondersteuning van verdere temperatuurvoelers NTC 8,55 kΩ (Mitsubishi) -10 … +130 °C Balco 3 kΩ -20 … +130 °C Invoerbare TC-tabel 0 … 95 °C Voor optimale TC-aanpassing aan zijn speciale meetmedium kan de gebruiker een TC-tabel tussen 0 … 95 °C in stappen van 5 K invoeren. Daarmee kunnen ook willekeurige referentietemperaturen binnen dit bereik worden gerealiseerd. De invoer vindt plaats in CONF. Door het apparaat wordt de temperatuur in stappen van 5 °C vooringesteld; de gebruiker voert daarna een procentuele afwijking van de meetwaarde in. Tussen de discrete temperatuurwaarden wordt lineair geïnterpoleerd. De TC-compensatie is gescheiden voor beide parametersets A en B beschikbaar. Wijziging bij slijtagebeoordeling voor Memosens glassensoren Extra indicaties in de sensormonitor In sensormonitor komen er bij MEMOSENS glassensoren nog volgende twee indicaties bij: SENSOR WEAR [%] en LIFETIME [day] (weergave zoals bij InduCon) Onderdrukking van het slijtagesymbool Wanneer Sensocheck is uitgeschakeld, wordt het Sensoface-symbool voor slijtage onderdrukt. Memosens Redox-sensoren Memosens Redox-sensoren worden herkend en kunnen worden gebruikt. Debietmeting Voor de controle en analyse van het debiet kan op de schakelingang "CONTROL" een debietmeter volgens het impulsprincipe worden aangesloten.
7
De omschakeling tussen PARSET en FLOW vindt plaats in een apart menu "Conf CNTR_IN". Bij PARSET schakelt de schakelingang, zoals tot dusver, heen en weer tussen parameterset A en B, bij FLOW worden de impulsen van de debietmeter geteld en wordt op grond daarvan het debiet in [l/h] bepaald. Voor de aanpassing van verschillende debietmeters is een afstelling voorzien [impulsen/l]. In het meetwaardedisplay kan het actuele debiet in de nevenindicatie worden gekozen, bovendien is het beschikbaar in de sensormonitor. In het ALARM-menu kan een debietbewaking worden ingeschakeld en er kunnen grenswaarden voor minimaal en maximaal debiet worden vooringesteld. Als de meetwaarde buiten dit venster ligt, wordt een alarmmelding en, indien geparametreerd, een foutstroomsignaal [22 mA] gegenereerd: ERR72 FLOW TOO LOW resp. ERR73 FLOW TOO HIGH De debietwaarde FLOW kan extra op de twee grenswaardecontacten RL1, RL2 worden geschakeld. pH-indicatie bij de kalibratie Na oproepen van de kalibratie (Calimatic of handmatige buffervoorinstelling) wordt in de linker nevenindicatie de pH-waarde aangegeven in plaats van de tijd. De pH-berekening vindt plaats met het laatste nulpunt (ZERO) en de laatste steilheid (SLOPE). De gebruiker kan daarmee de afwijking van de bufferwaarde zien, resp. kan zien of het juiste buffer wordt gebruikt. Toegang tot menu alleen met de onderste cursortoets Vanuit de meetmodus kan het menu alleen nog maar met de onderste cursor toets met het opschrift "menu" worden opgeroepen; tot dusver ging dat met elke willekeurige cursortoets. Daarmee zijn de andere drie cursortoetsen beschikbaar in de meetmodus om bijv. de complete TAG weer te geven (zie onder). INFO-tekst In de meetmodus wordt de Info-tekst gewijzigd in: NO INFO Uitbreiding van de displayweergave in de meetmodus Door extra meetgrootheden in het apparaat, bijv. debiet, moeten extra meetwaarden in het display kunnen worden weergegeven, bijv. debiet in plaats van tijd. Om twee meetwaarden op het onderste nevendisplay te laten passen hebben ze elk standaard 7 tekens. In de meetmodus kan met [meas], zoals tot dusver, worden omgeschakeld tussen verschillende displayweergaven. Nieuw is dat een gewenst display kan worden gedefinieerd als hoofddisplay dat na
8
v erlaten van een functie, bijv. na CAL, automatisch weer wordt ingesteld of in de meetmodus na een timeout (60 s). Procedure: Met [meas] kunnen, zoals tot dusver, alle displaymogelijkheden worden geselecteerd. Eén displayweergave, het zogeheten "hoofddisplay", is vast, de achtergrondverlichting is wit. Alle andere displayweergaven zijn tijdelijk, de achtergrondverlichting is turquoise, na 60 s wordt teruggesprongen naar het hoofddisplay (timeout). Een tijdelijk display kan met de toets [enter] en aansluitende bevestiging met "YES" tot nieuw hoofddisplay worden uitgeroepen, de achtergrondverlichting verandert dan van turquoise in wit. Weergave van de beide uitgangsstromen Tot dusver konden beide uitgangsstromen in de meetmodus met [enter] voor korte tijd (ca. 5 s) worden opgeroepen en in het display worden weergegeven. Dit rechtstreeks oproepen vervalt, de weergave van de beide uitgangsstromen wordt opgenomen in de reguliere displayweergaven. Het oproepen vindt plaats met [meas]. Deze weergave kan daarmee ook als hoofdweergave worden gedefinieerd (zie boven). Opvragen van de complete meetpuntcode [TAG] Er waren klachten dat op het meetwaardedisplay alleen de eerste 10 tekens van de meetpuntcode van max. 32 tekens konden worden weergegeven. Alleen via HART konden tot dusver alle 32 tekens worden uitgelezen. Als met [meas] de meetpuntcode wordt opgeroepen, verschijnen net als tot dusver de eerste 10 tekens op het display. Als de TAG langer is dan 10 tekens, wordt hij langs de rand met een pijl gemarkeerd en kan hij met de cursortoetsen [rechts/links] op het display worden verschoven. Nieuwe ISM-sensor pH/pNa Mettler Toledo heeft een ISM-pH-sensor ontwikkeld met een natriumgevoelige glaselektrode als referentie-elektrode. In de TEDS van de sensor is af fabriek het afwijkende referentie-elektrodetype opgeslagen; bovendien wordt de pHis-waarde bij de fabricage vastgesteld en in de TEDS opgeslagen. De kalibratie moet worden uitgevoerd met bufferoplossingen met verhoogd natriumgehalte, de temperatuurafhankelijkheid van deze oplossingen wijkt iets af van de standaardoplossingen. Als een pH/pNa-sensor op de ISM-ingang wordt herkend, schakelt het apparaat automatisch om:
9
• Sensocheck van de referentie-elektrode wordt algeheel uitgeschakeld. • Sensocheck van de glaselektrode wordt uitgeschakeld bij temperaturen < 10 °C resp. > 80 °C. • De grenzen voor Sensoface nulpunt zijn uitgebreid ± 80 mV (neutraal) ± 120 mV (bedroefd). • De ORP-kalibratie wordt uitgeschakeld. • De buffersets -00- (Knick) en -01- (Mettler Toledo) worden automatisch omgeschakeld (bufferwaarden: pH 2,00/4,01/7,00/9,21). Evaluatieprocedure bij ISM-sensoren Bedrijfstijd, gewogen bedrijfstijd en de resterende standtijd DLI (Dynamic Lifetime Indicator) worden direct uit de sensor uitgelezen. Ook voor de adaptieve kalibratietimer ACT is een aparte procedure in de sensor opgeslagen; verder kan een adaptief onderhoudsinterval TTM worden vooringesteld. ACT (Adaptive Calibration Timer) (alleen bij ISM) In CONFIG/SENSOR kan de adaptieve kalibratietimer (ACT) worden uitgeschakeld, een automatisch interval uit de TEDS van de sensor worden geladen of een interval handmatig worden vooringesteld. Als het kalibratie-interval is verstreken, wordt Sensoface bedroefd, met de toets [info] kan de melding worden opgeroepen: "OUT OF CAL TIME CALIBRATE SENSOR". Met een kalibratie wordt de ACT weer op de beginwaarde gezet. TTM (Time To Maintenance) (alleen bij ISM) In CONFIG/SENSOR kan de adaptieve onderhoudstimer (TTM) worden uitgeschakeld, een automatisch interval uit de TEDS van de sensor worden geladen of een interval handmatig worden vooringesteld. Als het onderhoudsinterval is verstreken, wordt Sensoface bedroefd. Met de toets [info] kan de melding worden opgeroepen: "OUT OF MAINTENANCE CLEAN SENSOR". In het servicemenu SENSOR/TTM kan de onderhoudstimer worden gereset (interval op beginwaarde). Dit menu verschijnt alleen bij ingeschakelde TTM. Vooringesteld is "NO". Pas na invoer van "YES" en [enter] wordt de TTM gereset. Info-tekst: RESET TTM IF CLEANING SENSOR Autoclaveerteller (alleen bij ISM) Tot dusver kon de autoclaveerteller weliswaar in de monitor worden aangegeven, maar er was op het apparaat geen invoer- en bewakingsmogelijkheid. In CONFIG/SENSOR kan de autoclaveerteller worden in-/uitgeschakeld en kan
10
een grenswaarde worden ingevoerd. Als de ingestelde tellerstand is overschreden, wordt Sensoface bedroefd. Met de toets [info] kan de melding worden opgeroepen: "AUTOCLAVE CYCLES OVERRUN". Als de autoclaveerteller is ingeschakeld, kan hij in het servicemenu SENSOR na elke autoclavering worden opgehoogd. Vooringesteld is "NO". Pas na invoer van "YES" en [enter] wordt de autoclaveerteller verhoogd en wordt dit kort in het display weergegeven. Info-tekst: INCREMENT AUTOCLAVE CYCLE Diagnose In het diagnosemenu en in het servicemenu worden in de "MONITOR" bovendien de volgende parameters weergegeven: ACT (adaptieve kalibratietimer), TTM (adaptieve onderhoudstimer), DLI (Dynamic Life Time Indicator) Als de tijd groter is dan 168 h (een week), wordt automatisch overgeschakeld op dagen. SIP-teller ook bij Memosens De SIP-teller kan nu ook voor Memosens worden ingesteld en bewaakt. Als de tellerstand is overschreden, wordt Sensoface bedroefd. Info-tekst: SIP CYCLES OVERRUN In de MONITOR kan de actuele tellerstand worden opgevraagd. Afgifte van Sensoface-aanwijzingen voor de stroomuitgangen OUT1/OUT2 Beide stroomuitgangen OUT1 en OUT2 kunnen nu bovendien ook bij Sensoface-aanwijzingen (Sensoface bedroefd) op 22 mA worden gezet. Dit kan in CONFIG apart voor beide stroomuitgangen worden in-/uitgeschakeld. Zo kunnen bijvoorbeeld de stroomuitgang 1 alleen bij foutmeldingen en de stroomuitgang 2 alleen bij Sensoface-aanwijzingen 22 mA afgeven. Daarmee kunnen tijdens de lopende werking ook slijtageaanwijzingen als DLI, ACT en TTM via de stroomuitgangen worden gemeld. pH-ultrapuurwatercompensatie Voor toepassingen in krachtcentrales wordt bovendien de pH-ultrapuurwatercompensatie geïmplementeerd. In de configuratie wordt het menu CORRECTION/TC SELECT uitgebreid met de extra keuzemogelijkheid "Pure Water".
11
Ondersteuning van Pfaudler standaard-pH-sensoren (TAN) Voor standaard- (analoge) pH-sensoren, die een van pH 7 afwijkend nulpunt of een van de theorie afwijkende steilheid bezitten, bijv. Pfaudler sensoren met conventionele referentie-elektrode en Pfaudler differentiële sonden, kan een nominaal nulpunt en een nominale steilheid worden vooringesteld; verder kan een isotherm snijpunt pHiso worden ingevoerd. Deze functie kan via een TAN worden geactiveerd; de functie is niet automatisch vrijgeschakeld. Ondersteuning van Pfaudler Memosens-pH-sensoren (TAN) Om Memosens glassensoren en Memosens Pfaudler-sensoren te onderscheiden wordt de evaluatie van de sensorcode ingeschakeld. Om ervoor te zorgen dat Sensoface naar behoren kan werken, wordt bij herkenning van een Memosens Pfaudlersensor automatisch het nominale nulpunt op pH 8,65 en de nominale steilheid op 59,2 mV/pH gezet en de bijbehorende pHiso-waarde uit de sensor uitgelezen. De menupunten NOM ZERO/ NOM SLOPE/PH_ISO vervallen. SENSOR WEAR wordt omgerekend voor de Pfaudler-sensoren. Sensoface bij optie PFAUDLER Info-tekst: "SENSOR ZERO/SLOPE CALIBRATE OR CHANGE SENSOR" Bij de optie PFAUDLER worden nulpunt en steilheid weliswaar gescheiden geanalyseerd, maar genereren ze maar één melding (compatibiliteit met de voorgaande apparaten). Inachtneming van pHiso en Uis bij Memosens-sensoren Als in de Memosens-sensor een pHiso-waarde en/of een Uis-waarde is opgeslagen, dan worden deze meegenomen bij de pH-waardeberekening en de kalibratie. Correctie bij inachtneming van de ORP-Deltawaarde mVORP = mVmeas – ΔmV
12
Naam wijzigen van bufferset -02De bufferset Knick "-00- KNI" vervalt. De naam van bufferset Merck/Riedel "-02- M/R" wordt gewijzigd in "-02- KNC" Knick CaliMat. (De nieuwe Knick bufferset "Knick CaliMat" heeft praktisch dezelfde nominale waarden als de Merck Titrisole in bufferset "-02- M/R".) De temperatuurwaarden in bufferset "-02- KNC" Knick CaliMat worden op enkele punten aangepast. Instelling bij levering is de bufferset "-02- KNC".
13
14
15
20120126
Softwareversie 3.1