INTRODUCTIE Sinds drie jaar geniet de niet gouvernementele organisatie AEPH (Evangelische Actie en Humane Promotie) veel ondersteuning van Kerk in actie in Nederland voor de verwezenlijking van haar geïntegreerde ontwikkelingsprogramma. Tastbare, te verifiëren en kwantificeerbare resultaten konden worden bereikt (zie onze verschillende rapporten) en het rapport van de externe evaluatie. Het huidige driejarenplan wil te gelijkertijd een vervolg te laten zien van de verworvenheden (inrichting van bronnen, constructie van latrines, de versterking van de capaciteiten van de gezondheidsposten alsook het volgen van hun activiteiten in de 11 gezondheidscentra in de zone van de rurale gezondheidszorg in het perspectief van verzelfstandiging. Maar ook in de realisatie van de activiteiten binnen de twee nieuwe zones (Kasangulu en Ngidinga met een 205.136 inwoners in 818 dorpen, 20.800 huishoudens in een gebied van 6.094 km2. Daarnaast wil het de verkregen resultaten laten zien van het laatste programma (juni 2005-maart 2008) en de inspanningen die gedaan zijn in het veld om het te continueren. Dat betreft het doel van het huidige programma (2008-2013), dat in tegenstelling tot het vorige programma, een gelijktijdig verloop wil laten zien in de grote zones van de rurale gezondheidszorg. De globale doelstellingen blijven dezelfde, die van een versterking van de capaciteiten van de hulpverleners (van de gezondheidsposten, of medische hulpverleners), die zo de rurale bevolking voldoende middelen verschaffen voor de hygiëne,, de teeltmethoden voor de voedselzekerheid, de zorg voor de primaire gezondheidszorg, maar vooral voor de kennis over HIV/aids binnen religieuze milieus en van traditionele genezers. Daarbij nog gevoegd de versterking van de capaciteiten van het personeel in de betrokken structuren van de coördinatie en realisatie (personeel van de Action Evangile en in de Zones van de rurale gezondheidszorg). I. IDENTITEIT VAN HET PROGRAMMA I.1 Keuze van interventie/strategieën 1. Educatie, opleiding, informatie l l l
Versterking gezondheidsposten en hulpverleners van het centraal bureau, verpleegsters en het team van het geïntegreerde ontwikkelingsprogramma. Educatie van de bevolking middels de gezondheidscentra van het project. Verbetering van de capaciteiten van de rurale gemeenschap door geschikte activiteiten zelf ter hand te nemen, de moeder en kind zorg en activiteiten t.b.v. het milieu.
2. Verhoging van de beschikbaarheid van drinkwater en de zuivering van het milieu l l ● l l l l
Inventariseren van de putten, die reeds zijn gemaakt en verwijderen van de groep putten, die niet worden gebruikt. Zeker stellen van het onderhoud van de putten, die problemen vormen. Gelijkmatige verdeling van de waterbronnen die ingericht worden over de sectoren. Identificeren van bronnen, die dichtbij zijn. Verbeteren van het opvangen van het water door het vaststellen van mogelijke aders en zorgen voor een verzamelbekken. Vaststellen van het aantal personen van de te helpen bevolking. Voorlichting geven over de VIP-latrines in dorpen en andere openbare plaatsen.
3. Verbetering inkomsten van de bevolking door landbouwkundige ondersteuning l
l
Distributie van zaaizaden met een hoog rendement voor bepaalde huishoudens op basis van hun binding met primaire gezondheidszorg, deelname aan een consultatiebureau (prenatale hulp), voor-schoolse voorlichting, vaccinatieprogramma en bijeenkomsten over voeding. De uitvoering van de activiteit is voorbehouden aan een landbouwkundige. Hij is belast met de voorlichting ter verbetering van teeltmethoden, de introductie van zaaizaad met een hoog rendement, mengteelt enz. Het opnemen in het programma van ondervoede kinderen.
4. HIV/AIDS in het religieuze milieu en traditionele genezers l l l
Versterking van de capaciteiten van religieuze leiders en traditionele genezers als vormingsleiders/voorlichters van kennis over HIV/aids. Het opnemen in het programma van wezen kwetsbaar voor HIV/aids. Informatie, bewustmaking m.b.t. HIV/aids van de bevolking zowel gelovigen als niet-gelovigen (boeken, beelden).
5. Begeleiding/supervisie/coördinatie van de activiteiten Het huidige driejarenplan vereist een effectieve en regelmatige supervisie, waarvoor het veldbezoek de beste methode is om de activiteiten te begeleiden. Dat wordt wekelijks gedaan, gedurende 3 jaar in de nieuwe fase. Enerzijds door een team van de “Action Evangile” en anderzijds door het centrale bureau voor de gezondheidszorg. Gezien de uitgestrektheid en het grote aantal verzoeken naar de te volgen doelgroepen, wordt altijd gereisd met 2 teams van 2 personen voor een 3-daags veldbezoek.
Voor deze activiteit zijn 2 motoren nodig. Gezien hun afschrijving worden deze 2 motoren in het tweede jaar vervangen. De gemeenschapscenta hebben voor het uitgebreide gebied fietsen nodig. Het gebruik is gereglementeerd. Verantwoording van de interventies I.2.a. HIV/Aids De infectie door HIV is de meest complexe ziekte waarmee het verzorgend personeel te maken heeft en ook een van de meeste moeilijke voor de bevolking om te begrijpen. Feitelijk moet men vaststellen dat toen de epidemie bekend werd via medisch onderzoek (klinieken, epidemiologen,biologen) de besmetting zich in de loop van de tijd betreurenswaardig ontwikkelde en door het ontbreken van een medische oplossing, de sociale wetenschap moest worden gevraagd de houding en geloof te bepalen, van diegenen die tegen verandering van het gedrag van de dragers van de ziekte zijn. Tegenwoordig vereist de strijd tegen het virus meerdere strategieën en een multidisciplinaire samenwerking. HIV/aids moet dus op meerdere manieren aangepakt worden, inbegrepen de theologie, de religie, cultuurgebonden gebruiken, de sociale rol van mannen en vrouwen, de sexualiteit, de taboes, de verboden en andere sociale factoren. De idee het huidige project te beginnen is een gevolg van de problemen die men tegen kwam in de gezondheidszorg (artsen, gezondheidswerkers), de niet gouvernementele ontwikkelingsorganisaties en de associaties in de basisgemeenschap toen zij de gezondheidsproblemen op zich namen, met name HIV/aids. De gespecialiseerde diensten en de NGO's constateren moeilijkheden met bepaalde patiënten om de anti-virus behandeling te volgen vanwege hun sociale en mentale houding t.o.v. van gezondheid en geneeswijze. Door een gebrek aan een geschikte “taal” m.b.t. het onbegrip en de onwetendheid over de complexe vragen van het virus, hebben bepaalde religies problemen om hierover de discussie aan te gaan, vanwege de taboes met betrekking tot sex, de seksualiteit en andere impact vanwege de heersende cultuur. Anderen denken dat het een straf van God is voor de doodzonden. Nog anderen hebben geen theologische en ethische basis waarop zij hun benadering denken te baseren voor een methodische bestrijding van het virus. Voor dit drama, achten wij dat het tijd is dat de kerken/religies deze ambiguiteit oplossen en deze stilte doorbreken. Het is zaak dat de religieuze leiders, de gelovigen en de traditionele genezers betrokken worden in de strijd tegen deze pandemie. Zij moeten samenwerken om de levens van mensen te redden en de kwaliteit van leven te verbeteren door een boodschap van hoop aan te dragen. Door deze benadering moeten de leiders en gelovigen dienen als “bruggen van hoop”.
Doeleinden
I Algemeen Het helpen van de kerken, de religies om een heldere objectieve uitspraken te krijgen m.b.t. de pandemie. In het eerste jaar moet deze ziekte worden teruggebracht met 1 à 2 procent. Efficient meehelpen aan het voorkomen en bestrijden van HIV en zorgen dat het gedrag in de religieuze kringen (kerken en moskees) en in de traditionele gemeenschap verandert. Het eerste jaar worden de sanitaire voorzieningen voorzien voor 50% van de bevolking. II Specifiek Religieuze leiders en traditionele genezers vormen zo bruggen van hoop. Clubs oprichten (van hoop), voor jongeren, instructeurs, de mama's en de papa's. Het starten van de opname van kwetsbare kinderen en wezen voor HIV/aids (scholing en primaire gezondheidszorg). Het bevorderen van de gezondheid in de gemeenschappen (vrijwillig bevolkingsonderzoek, informatie verstrekken en opleiding geven in en informatie geven over de manier van overdracht van het virus. Het bevorderen dat de religieuze kringen zich ontfermen over de mensen met HIV/aids. Het verlagen van het aantal gevallen van HIV/aids en het uitbannen van het stigmatiseren van slachtoffers met HIV/aids. I.2.b Voedselzekerheid/ondersteuning landbouw De opbrengsten zijn gering. Verschillende studies hebben een aantal problemen aangetoond waarmee de bevolking wordt geconfronteerd. Een laag economisch niveau van de bevolking ● Een arme grond ● Lage landbouwopbrengsten ● Ondervoeding van 10% van het totaal aantal kinderen onder de 5 jaar ● Onvoldoende kennis van landbouwtechniek ● Te weinig dierlijke eiwitten Deze problemen vormen een vicieuze cirkel en vereisen de volgende aanpak: ●
Doeleinden I Algemeen Verbeteren van de inkomsten door landbouwkundige ondersteuning De ondervoeding bestrijden. II Specifiek Distributie van zaaizaad met een hoge opbrengst. Het instrueren van de gezinnen over teeltmethoden en de introductie van goed zaaizaad. Zorg nemen voor de ondervoede kinderen tot 5 jaar. I.2.c. Educatie en informatie
Tijdens de bezoeken in het veld blijkt het nodig dat de bevolking onderricht wordt en informatie ontvangt, die naast traditionele thema's altijd van het grootste belang zijn geweest in het programma. Trouwens er bestaan in de drie zones gemeenschapscentra die gevormd zijn door de Action Evangile of door het Centraal bureau of door Santé Rurale II. Naast het overdragen van traditionele kennis is de overdracht noodzakelijk op het gebied van organisatie en landbouwkennis. De hulpverleners kunnen vanuit deze centra een belangrijke rol spelen voor de educatie en het sensibiliseren van de bevolking. Het doel is dan ook de capaciteit van de bevolking te verbeteren om zelf de activiteiten ter hand te nemen m.b.t de gezondheid en de landbouw in een evenwichtige verdeling over de bevolking. I.2.d. Waterbehoefte en verzorging van het milieu De bevolking van Nselo, Kasangulu en Ngidinga leeft in een slechte situatie wat betreft watervoorziening, hygiene en (afval)zuivering (onvoldoende bronnen drinkwater en VIPlatrines). Daardoor is het merendeel van de bevolking dikwijls slachtoffer van ziekten door faeces en water (diarree, dysenterie, infecties door mijnwormen,ingewandswormen en spoelwormen). Zo kan een kind dat in behandeling is geweest en weer opgeknapt is in het voedingscentrum weer ziek worden door microben uit water en uitwerpselen. Doeleinden I Algemeen Verschaffen van drinkwater in de dorpsgemeenschappen. Het promoten van VIP-latrines op openbare plaatsen (scholen,markten, en gezondheidscentra). II Specifiek Inventariseren van goed geplaatste waterputten en verwijderen van niet goed geplaatste groepen waterputten. Verdelen over het gebied van de bronnen en latrines, die geplaatst moeten worden. Sensibiliseren van de bevolking voor het beheer en onderhoud van de werken. Het helpen van de bevolking met het toepassen van een afvalbeheer (gaten voor afval, onkruidbestrijding...).
II. ORGANISATIE 1. het projectteam: ● De uitvoerend secretaris van de Action Evangile, verantwoordelijk voor het programma. ● De administratieve en financiele secretaris, die ook secretaris is van de projecten.
● ● ● ●
De computerdeskundige-kassier. De coördinator voor water en zuivering. De opzichter-verpleger van niveau 2 m.b.t. primaire gezondheidszorg en formateur m.b.t. HIV/aids. De landbouwkundige belast met de landbouw en veeteelt.
2. Het team heeft als partners de centrale bureaux van de overheid met hun artsen. 3. Rol en verantwoordelijkheid. a. Een secretaris voor de animatie, onderwijs en opleiding, die belast is met: ● projecten opbouwwerk (onderwijs en opleiding) ● rurale animatie voor de boerinnen ● bevordering sanitaire hygiëne op scholen b. Een coördinator voor de primaire gezondheidszorg, die belast is met: ● moeder en kindzorg ● sanitaire hygiene ● promotie primaire gezondheidszorg ● rurale constructie t.b.v. watervoorziening 4. Aangepaste technieken, kunstnijverheid, zonne-energie (nog niet operationeel) c. Een technische man voor het milieu, woongelegenheid, platteland belast met: ● projecten voor de bescherming milieu ● landbouw en bosbouw projecten d. Een vrouwelijke verantwoordelijke voor de jeugdbeweging en vrouwenemancipatie, belast met: ● niet beroepsmatige educatie volwassen vrouwen ● begeleiding en vorming van delinquente, werkloze jeugd ● begeleiding gehandicapten ● alphabetisering vrouwen ● micro krediet en winstgevende activiteiten voor vrouwen e. Een landbouwkundige belast met: ● voedselzekerheid ● voorlichting landbouwmethoden, technieken en middelen ● begeleiding kleine boeren, bijenhouders, vis- en veetelers ● intensivering van eiwithoudende gewassen om de ondervoeding tegen te gaan ● het installeren van proefvelden en demonstratievelden voor de landbouwvoorlichting III. PARTICIPATIE BEGUNSTIGDEN In het werkveld gezondheid werkt de bevolking sinds lange tijd actief mee via de dorpscomités en de gemeenschapscentra. De medewerkers sensibiliseren en motiveren de bevolking. Voor de constructie van waterbronnen en de VIP-latrines participeert de
bevolking met het in elkaar zetten van materialen, het klaarmaken van de grond en het onderhoud. De bevolking participeert actief aan informatiebijeenkomsten en bij verschillende collectieve werkzaamheden. Zij is vertegenwoordigd in het bestuur van de Action Evangile en de programmering en betrokken bij de planning via de verschillende comités. De bevolking participeert actief om het programma een succes te laten worden, want de voortgang is volop gevraagd via de comités, de moeders die de consultatiebureaux bezoeken. Ook via een vragenlijst zijn meningen verzameld. IV. GEGEVENS EN KEUZE NIEUWE GEBIEDEN Zone Kasangulu 1.bevolking: 80.401 inwoners; 2.oppervlakte: 2.700 km2; 3.gezondheidszones: 13; 4.gemeenschapscentra: 50; 5. aantal huishoudens: 9.800; 6. aantal functionarissen centraal bureau: 9; 7. aantal dorpen: 419; 8. aantal waterbronnen: 50; 9. aantal te installeren waterbronnen: 250; 10. aantal overleden kinderen onder de 5 jaar door ondervoeding per 31 december 2007: 350; 11. aantal markten, scholen en ander openbare plaatsen: 15; 12. aantal gezondheidscentra: 37 en 1 hospitaal; veel voorkomende ziekten: malaria, amoebedysenterie, spoelworminfectie, mijnworminfectie, diarree, TBC, eiwit tekorten. Zone Ngidinga 1.Bevolking: 124.735 inwoners; 2. oppervlakte: 3.394 km2; 3. gezondheidszones: 15; 4. gemeenschapscentra: 300; 5. aantal huishoudens: 11.000; 6. aantal functionarissen centraal bureau: 15; 7. aantal dorpen: 459; 8. aantal waterbronnen: 215; 9. aantal te installeren waterbronnen 535; 10. aantal overleden kinderen onder de 5 jaar door ondervoeding: 275; 11. aantal markten, scholen, en andere openbare plaatsen: 10; 12. aantal gezondheidscentra: 43 en 1 hospitaal; veel voorkomende ziekten: malaria, amoebedysenterie en daarnaast ondervoeding. De redenen om deze nieuwe gebieden te kiezen zijn:
1. de verschillende externe evaluaties stellen ons voor onze activiteiten uit te breiden naar aangrenzende gebieden van Nselo om gelijktijdig de gezondheidssituatie in de drie zones op een acceptabel niveau te krijgen. 2. de geografische situatie in het district Lukaya, waarbinnen de bevolking verhuist, waar dezelfde problemen moeten worden opgelost. 3. De ondernomen acties in Nselo vinden weerklank in de andere zones en vraagt men om uitbreiding van de zones.
V. DOELGROEP De doelgroep omvat de kwetsbare moeders en kinderen. Maar indirect profiteren alle inwoners in het gebied van de hulp, tesamen tegen de 205.136 personen in 818 dorpen met 20.800 huishoudens op 6.094 km2. VI. VOORTGANG ACTIVITEITEN De volgende activiteiten worden voorzien in het eerste jaar (2008): Sanitaire hygiëne: ● constructie 20 waterbronnen in Kasangulu en Ngidinga ● onderhoud/herstellen 5 bronnen in Nselo ● constructie 20 latrines in Ksangulu en Ngidinga ● onderhoud/herstellen 5 latrines in Nselo Opleiding: ● het instellen van 50 gemeenschapscentra in Kasangulu en Ngidinga ● opleiding van 170 huishoudens (teeltmethoden) in de drie gebieden ● herscholing (management en organisatie) van 300 gemeenschapscentra in Nselo ● opleiding van 35 medewerkers op het centrale bureau in de drie gebieden ● Voedselzekerheid: ● ondersteuning met zaaizaden en meststoffen/bestrijdingsmiddelen voor 170 huishoudens in de drie gebieden ● opvang van 75 ondervoede kinderen in de drie gebieden Administratie: ● benodigdheden bureau ● premies/ salarissen (12X50$= 600 $) ●
onderhoud Pc en fotokopieerapparaat
●
communicatie
●
bankkosten
Supervisie:
● ● ● ●
onderhoud/reparatie motoren brandstof en smeermiddelen (2 motoren) fietsen voor de poliklinieken transportmiddelen, diversen
HIV/aids : ● opleiding 125 religieuze leiders in de drie gebieden ● opleiding van 20 verantwoordelijken voor de jeugdclubs in de drie gebieden ● aanschaf onderwijsmateriaal ● boeken ● medewerking bij het opnemen van HIV-patiënten en kwetsbare kinderen voor HIV ● het bijstaan van families met HIV/aids patiënten om inkomsten te verkrijgen De activiteiten die worden voorzien in het 2e jaar zijn de volgende: Sanitaire hygiëne: ● constructie 20 bronnen in Kasangulu en Ngidinga ● onderhoud/herstellen 5 bronnen in Nselo ● constructie van 20 latrines in Kasangulu en Ngidinga ● onderhoud/herstellen 5 latrines in Nselo Opleiding: ● het instellen van 50 poliklinieken in Kasangulu en Ngidinga ● opleiding van 170 huishoudens (teelttechnieken) in de drie gebieden ● opleiding van 25 medewerkers van het centraal bureau in Ngidinga en Kasangulu Voedselzekerheid: ● voorzien van zaaizaad en landbouwmiddelen (bemesting/bestrijding) voor 170 huishoudens in de drie gebieden. ● opvang van 75 ondervoede kinderen in de drie gebieden Administratie: ● benodigdheden bureau ● premies/salarissen ● onderhoud Pc en fotokopieerapparaat ● communicatie ● bankkosten Supervisie: ● aankoop motoren (Yamaha) ● onderhoud/reparatie motoren ● brandstof en smeermiddelen ● fietsen voor de communautaire posten ● transportmiddelen, diversen
HIV/aids: ● opleiding 60 religieuze leiders in de drie gebieden ● opleiding 30 verantwoordelijken voor de jeugdclubs in de drie gebieden ● medewerking bij de opname van HIV/aids-patiënten en kwetsbare kinderen voor HIV ● aanschaf van onderwijsmateriaal ● het bijstaan van families met HIV/aids patiënten
De activiteiten voorzien voor het derde jaar zijn de volgende: Sanitaire hygiëne: ● constructie van 20 bronnen in Kasangulu en Ngidinga ● constructie van 20 latrines in Kasangulu en Ngidinga Opleiding: ● het instellen van 50 gemeenschapscentra (primaire gezondheidszorg) in Kasangulu en Ngidinga ● voorlichting 120 huishoudens (teelttechnieken) in Kasangulu en Ngidinga Voedselzekerheid: ● voorzien van zaaizaad en landbouwmiddelen aan 120 huishoudens in Kasangulu en Ngidinga ● opvang van 75 ondervoede kinderen in de drie gebieden Administratie: ● benodigdheden bureau ● premies/salarissen ● onderhoud Pc en fotokopieerapparaat ● communicatie ● bankkosten Supervisie: ● onderhoud/reparatie motor ● brandstof en supervisie ● fietsen voor de poliklinieken ● transportmiddelen, diversen HIV/aids: ● opleiding 60 religieuze leiders in de drie gebieden ● opleiding 30 verantwoordelijken voor de jeugdclubs in de drie gebieden ● aanschaf van onderwijsmateriaal ● medewerking bij het opnemen van HIV/aids patiënten en kwetsbare kinderen voor HIV ● bijstaan van families met HIV/aids patiënten
De drie jaren worden steeds gevolgd door een interne evaluatie. Voor een externe evaluatie worden personen uit de doelgroepen gekozen door de gemeenschapscentra, die de verbinding vormen tussen de bevolking, de officiële instellingen en de NGO's. Zij doen dat aan de hand van vragenlijsten, voorgesteld door het centrale bureau en de Action Evangile. VII. LANGE TERMIJN VISIE 1. De capaciteiten van de gemeenschappen versterken in het zich eigen maken van de activiteiten voor de sanitaire hygiëne en de landbouw 2. Het operationeel maken van de organisaties met wederzijdse solidariteit voor het op zich nemen van de medische zorg (project in studie). VIII. PLANNING AFBOUWEN ACTIVITEITEN IN NSELO In de komende drie jaren worden activiteiten als volgt afgebouwd. 1. De bijdrage voor de gemeenschapscentra is nog één jaar, met resultaat 300 gemeenschapscentra en 10 opgeleide medewerkers voor management en organisatie. 2. Het onderhoud en reparatie van de waterbronnen en latrines duurt nog 2 jaar voort, met als resultaat de constructie van 5 bronnen en 5 latrines per jaar. 3. Voor de voedselzekerheid worden nog 2 jaar 50 families en 25 ondervoede kinderen per jaar geholpen. 4. De bestrijding van HIV/aids blijft de drie jaar nog door gaan. Ieder jaar worden 20 religieuze leiders en traditionele genezers opgeleid. 5. Ook de supervisie blijft doorgaan. Deze zal wekelijks plaats hebben. Het doel is om verantwoordelijkheid op te bouwen, waardoor de activiteiten zelfstandig kunnen worden uitgevoerd en het gebied op een effectieve manier zelfvoorzienend wordt.