STILLE ZATERDAG 30 maart Dienst waarin de schepping de adem inhoudt en de hoop in ons opnieuw levend wordt
Afbeelding: Rien van Holland
zanggroep o.l.v. Ali Gootjes organist/ pianist Ina Terpstra voorganger: ds. Henco van Capelleveen
Stilte ( We zetten de stilte van Goede Vrijdag voort. De kerk is schaars verlicht, het orgel zwijgt) Opening: Koor zingt: ‘Nachtblauw de hemel’ Nachtblauw de hemel, donker de aarde. Geen enkel geluid. Niets te horen. Niets beweegt. Als in doodslaap wachten wij op wat komt. Stem: Hoe lang duurt de nacht, hoe lang? Wachter, hoe lang duurt de nacht? ‘De morgen komt’, zegt de wachter, maar het is nog nacht. Stem: Ontwaak, jij die slaapt! Sta op uit de dood en Christus zal over je lichten. Stem: Waarom is deze nacht zo anders dan andere nachten? Waarom slapen wij niet, maar waken wij in het donker? Stem: Dit is de nacht waarin wij gedenken hoe God ons telkens heeft willen bevrijden uit het duister van de dood. Toen alles een woeste wildernis was heeft Hij zijn licht doen opgaan en de aarde tevoorschijn geroepen als een woonland voor mensen. Toen oorlogen en ballingschap de diepste ellende brachten, heeft hij mensen zo begeesterd dat ze weer droomden van vrede. Dat moeten wij gedenken in deze nacht en daar moeten wij van zingen, altijd weer, want wij zijn het volk dat in duisternis wandelt. Als God niet naar ons had omgezien en ons niet bij de hand had gevat, dan waren wij in het donker gebleven en hadden wij geleefd zonder hoop. Daarom ontsteken wij straks het licht, ter ere van Hem die ons licht is.
Psalmgebed: Psalm 27
De Heer is mij licht en mijn heil: wie zou ik dan vrezen? De Heer is mijn burcht, mijn behoud: voor wie zou ik beducht zijn? refrein Dat ene vroeg ik van de Heer, dat is al mijn verlangen: daar te zijn in het huis van de Heer, al de dagen mijns levens refrein Heer, hoor mijn aanroep tot U, geef mij genadig uw antwoord. Gij zegt en mijn hart spreekt het na: 'zoekt mijn aanschijn' Uw aanschijn, Heer wil ik zoeken. Korte meditatie LEZINGEN NAAR PASEN TOE Eerste lezing Juist op deze avond gedenken wij dat wij mensen zijn geroepen uit het duister tot het licht. Genesis 1: 1-5 Zingen: Lied van de schepping ( 1 en 4 allen, 2 en 3 koor) Met niets van niets zijt Gij begonnen, Hebt sprakeloos het licht gezegd, De tijd bepaald, het land gewonnen, De zeeën op hun plaats gelegd,
De ban der duisternis gebroken En het werd morgen , dag na dag, Een wereld in het licht gesproken, Een mensheid die beginnen mag. Geen eind in zicht. Geen rust gevonden. Het langste deel nog niet gegaan. Geen engel met ons mee gezonden Om nacht en ontij te verslaan. Met licht van licht hebt Gij geschreven Uw boek dat ons het leven redt, De woorden van uw trouw gegeven. En van dit lied de toon gezet Tweede lezing Juist op deze avond gedenken wij dat God mensen bevrijdt uit slavernij en leidt naar het land van belofte Exodus 14: 15-22 Zingen : Tussentijds 24: 1, 2, 7 en 9
Wij eten hemels brood, wij leven, in de dood, van manna, dag aan dag; het valt op Gods gezag. Refrein Wij krijgen dorst, wij zijn zo moe van de woestijn; maar Mozes, boos en trots, slaat water uit de rots. Refrein Wij gaan door de Jordaan en dragen stenen aan: voor heel het nageslacht, een teken van Gods macht. Refrein Derde lezing Juist deze avond zien wij uit naar bevrijding, hopen wij op leven en toekomst en roepen wij om vrede en recht Jeremia 33: 1-11 Zingen : Tussentijds 43
Het begin van pasen Dit is de avond waar wij vieren dat de Messias de dood door zijn dood overwon en is opgestaan uit de dood. Zingen: Tussentijds 118
Licht, van mijn stad de stedehouder, aanhoudend licht dat overwint. Vaderlijk licht, steevaste schouder, draag mij, ik ben jouw kijkend kind. Licht, kind in mij, kijk uit mijn ogen of ergens al de wereld daagt waar mensen waardig leven mogen en elk zijn naam in vrede draagt.
Alles zal zwichten en verwaaien wat op het licht niet is geijkt. Taal zal alleen verwoesting zaaien en van ons doen geen daad beklijft. Veelstemmig licht, om aan te horen zolang ons hart nog slagen geeft. Liefste der mensen, eerstgeboren, licht, laatste woord van Hem die leeft. Tijdens het zingen van dit lied worden het antependium en de stola gewisseld; de kleur wordt wit. De bloemen worden op tafel gezet. De Paaskaars wordt binnengebracht Koor zingt: Wachters op de morgen
Vierde lezing: Paasevangelie: Lucas 24: 1-12 Zingen: Gezang 218 Ik zeg het allen, dat Hij leeft, dat Hij is opgestaan, dat met zijn Geest Hij ons omgeeft waar wij ook staan of gaan. Ik zeg het allen, en de mond van allen zegt het voort, tot over 't ganse wereldrond de nieuwe morgen gloort. Nu schijnt ons deze wereld pas der mensen vaderland: een leven dat verborgen was ontvangen we uit zijn hand.
Nu is op aard geen goede daad meer tevergeefs gedaan, want wat gij goed doet is als zaad, dat heerlijk op zal gaan. 't Is feest, omdat Hij bij ons is, de Heer die eeuwig leeft en die in zijn verrijzenis alles herschapen heeft. Doopgedachtenis Dit is de avond waarin wij worden teruggebracht naar de oorsprong van onze doop: ook wij zijn door het water gegaan, bekleed met licht, beademd met nieuw leven. Een nieuwe naam is ook over ons uitgeroepen. Deze avond gedenken wij hoe ook wij zijn weggeroepen uit de duisternis Vijfde lezing: uit: ‘dit zijn de namen’ Tommy Wieringa
Zingen: Tussentijds 100 (1 en 2 allen, 3 vrouwen, 4 mannen, 5 koor, 6 en 7 allen)
O God die uit het water, de grote vloed, een ark volleven hebt gered en alles was weer goed: refrein O God die door het water, de Rode Zee, uw volk de vrije doortocht gaf, uw wolk trok met hen mee: refrein O God die uit het water, van de Jordaan de vreemdeling Naaman herboren op deed staan: refrein
O God die in het water, de zee verstoord, de dwaze vlucht’ling Jona bewaard hebt voor uw woord: refrein O God die in het water, van de Jordaan uw Zoon hebt aangewezen om allen voor te gaan: refrein O God die in het water, van onze doop wie Jezus willen volgen doet opstaan tot de hoop: refrein
Dankzegging Vg Om de eerste dag van de rest van ons leven om het licht dat telkens weer doorbreekt, om de warmte die de kilte verdrijft, om de geuren van groen om ons heen: G HALLELUJA Vg
G Vg
G
Om de mensen die wel worden bevrijd, om wie zich niet neerleggen bij onrecht, om wie opstaan tegen leugen en bedrog, om wie werken aan een andere toekomst HALLELUJA Om wie zich geven aan het welzijn van mensen, om wie verzorgen, verbinden en genezen om wie een toevlucht zijn voor ontheemden om wie vertroosten, verzachten en sterken: HALLELUJA
Vg
G Vg
G Vg
G Vg
G
Om wie het patroon van geweld wil verbreken om wie het oude liedje niet meer willen zingen, om wie het waagt, zonder te willen winnen, om wie nieuwe wegen zoekt, ook de smalle: HALLELUJA Om alle kinderen die ons leven versieren, om alle momenten van vrolijk plezier, om alle vriendschap, gemeenschap en liefde om alle verrukking van kunst en cultuur HALLELUJA Om alle getuigen wier woorden nog spreken, om alle opwekkende mooie verhalen, om alle goede gebaren en wenken, om alle dromen en daden van hoop: HALLELUJA Om de laatste der dagen, het diepste geheim, als alle tranen zullen worden afgewist en alle ogen zullen worden geopend in het zoete licht van de morgen: HALLELUJA
Onze Vader Zingen: Tussentijds 49
.
De ballingen keren zij keren met blinkende schoven. Die gingen in rouw tot aan de einden der aarde een voor een, en voorgoed die keren in stoeten. Als beken vol water als beken vol toesnellend water schietend omlaag van de bergen. Met lachen en juichen die zaaiden in tranen die keren met lachen en juichen. De dode zal leven de dode zal horen: nu leven. Ten einde gegaan en onder stenen bedolven dode, dode, sta op, het licht van de morgen. Een hand zal ons wenken een stem zal ons roepen; Ik open hemel en aarde en afgrond. En wij zullen horen en wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven. Zegen