\an
de
Stichting Verftoepassing in samenwerking met de
Nüverheidsorganisatie T. N. O.
rgl6-r96r
Foto ontsla{ :
Verf op staal, microfoto van een drvarsdoorsnede
Inleiding
5
Algemeen Bestuur
5
Samenwerking met de Nijverheidsorganisatie T.N.O.
6
Commissies
B o
5
Hoofdcommissie van Deskundigen
Verfrnstituut T.N.O. Samenwerking met anderen
9
I
Samenstelling Bestuur en Commissies
IO
Algemeen HOOFDONDERWERP I Onderzoek naar de middelen ter uoorkoming en bestrijding uan de nadelige inuloed oþ de schilder o(rn
Onderwerp
r.
dlor
hem uerwerkte materialen.
r. Directe invloed op de gezondheid tengevolge van lichamelijk
rr
contact.
Onderwerp I.q. Indirecte invloed op de gezondheid door brand en HOOFDONDERWERP
explosie.
15
II
Onderzoek uan de inuloed aan de aanbrengtechniek op de eigenschaþþen uan het schilderwerk.
Onderwerp rr.r. Invloed uitgaande van de verfverdeling. rB Onderwerp II.z. Invloed uitgaande 'r'an diverse schildersgereedschappen. rg Onderwerp rr.3. Invloed uitgaande van verven met verschillende eigenschappen. 20 IIOOFDONDER\vERP III Onderzoek naar de inuLoed aan ¿e ondergrond oþ de eigenschaþþen aon het schilderwerk.
d'"varsdoorsnede
Onderwerp rrr.r. Onderzoek naar de invloed van hout als ondergrond op de eigenschappen van het schilderwerk. Onderwerp rrr.z. Onderzoek naar de invloed van metalen als ondergrond op de eìgenschappen van het schilderwerk.
3B
Onclerv.erp rrr.1. Onderzoek naal cle invloed van plcisLeru,elk, beton, stecn, 44 þo¡ìyl,platcn e .d. matel.ialen als onclcrgroncl op cle eigcr.rschappen van hct schilclelu,elk.
HOOFDONDERWERP IV
tle ueerslntstandightden tìjdens het aanbreilgen. aan ue?jf en klr¿ daarna oþ de eigerLschaþþen uan hel schiLderwerk. Onderzoek naar ¿e inuloed nan
Algemeen
jI
Aan de H.C.D. uitgebrachte interne rapporten
-::2
Publikaties
.)O
Hoofdonclent'erp
r
lloofdonderwelp
rr
:]O
6o
F{oofclonderwerp rrr Hoofdonderr,r,,crp rv
6r
Lezineen
64
63
ed van pleistena'erk, beton, steen,
44
In januari I96I was het vijf jaar geleden, dat de Stichting Verftoepassing werd opgericht. De r'r'erkzaamheden in deze periode hebben inmiddels tot belang-
als ondergrond op de eigenschappcn
rslmstandighaden tijdens het aanbrengen bþetL uatt heL schilderwerk.
3
raPporten
irrri:¡i,t1r;r,
)1
5o
wekkende resultaten geleid en aangetoond, dat het speurwerk, dat onder auspiciën van de Stichting \,r'ordt verricht van groot belang is voor allen, die betrokken zijn bij de toepassing van verfprodukten. Het bestuur van de Stichting Verftoepassing en dat van het Verfinstituut T.N.O' hebben in het vijfiarig bestaan van de Stichting aanieiding gevonden het onderhavige boekje het licht te doen zien. Hierin is opgenomen het speuru.'erkprogramma rg6tf6z met een uitvoerige toelichting, welke aansluit op een beknopte rapportering over de in de afgelopen vijf
jaren verrichte onderzoekingen.
6g
Deze samenvatting van verrichte werkzaarnheden en van de hierbij geboekte resultaten is vrijwel onmisbaar, indien men zich van de activiteiten in het kader van de Stichting een beeld wil vormen. De Stichting heeft r,r'eliswaar in de vakpers een groot aantal publikaties doen verschijnen, doch een totaal overzicht ontbrak
64
tot dusver.
5B
6o
6r
Onderstaand wordt een overzicht gegeven van de organisatorische opbouw van de Stichting en de wijze, waarop het werk wordt uitgevoerd. Â
I
t
i.'i;
nt^'-", I
De Stichting Verftoepassing u,erd opgericht op 20 januari r956' Comparanten zijn het Bedrijßchap Schitdersbedrijf en de Vereniging van Vernis- en Verffabrikanten in Nederland. Volgens de stichtingsakte stelt de Stichting zich ten doel ,,research in de ruimste zin met betrekking tot de toepassing van verf, door het bezigen van geoorloofde en r'vettige middelen, welke naar het oordeel van het bestuur voor het doel der Stichting bevorderlijk kunnen zijn". i,'(-:iírú(ir'
De teiding van de Stichting berust bij een bestuur van 6 leden, te benoemen en te ontslaan door het Bedrijfschap Schildersbedrijf en de Vereniging van Vernis- en
azl.fjaar sþeurwerlc
verffabrikanten in Nederlancl, met dien verstande, dat in het bestuur steecls zitting moeten hebben evenveel leden voor het Beclrijfschap Schildersbedrijf als leden aangewezen door de vereniging van vernis- en verffabrikanten in
Nederland.
De aldus benoemde bestuursreden kiezen uit rrun midd.en een voorzitter en
een
vice-voorzitter. Voorts benoemt het bestuur een secretaris. De Vereniging van Vernis- en Verffabrikanten in |trederland heeft de uitvoering van lt'erkzaamheden, verband houdende met de stichting \/errtoepassing,
s^edelegeerd aan haar dochtervere'iging cle Yereniging Yoor Yerf-Research. Het bestuur regelt de financiering van het speurrverk, voorzover deze door het bedrijfsleven n'ordt verzorgd, en is tegenover de comparanten verantv'oordelijk
voor de organisatie der rverkzaamheden. Het stelt, in overleg met het \/erÊ instituut T'N.o', het speurwerkprogramma op, onderhouclt externe contacten en doet onder zijn auspiciën publikaties verschijnen.
De Nijverheidsorganisatie T.N.O. heeft zich bereid verklaard, het in haar instituten (met name het Verfinstituut T.N.O.) uit te voeren speurtvetk te stimuleren door een jaarlijkse bijdrage, gelijk aan het bedrag, dat de Stichting hiervoor beschikbaar stelt.
Voorts maakt de Nijverheidsorganisatie de uitvoering van het speurrverk_ programma mogelijk door het aanstellen van personeel, het gereed maken en beschikbaar stellen van werkruimte bij het Verfinstituut T.N.O. en het doen van
andere investeringen. Bovendien schept het werken in T.N.o.-verbancÌ de mogerijkheicr tot een soepere samenrverking met andere T.N.o.-instituten, zoars het Houtinstituut ,I'.rrl.o., het Instituut voor Bourvmateriaren en Bou'constructies T.N.o., het Metaarinstituut
T.l\r.o., de
Tech'isch-prrysische Dienst T.Nr.o.-T.H.,
het Instituut
voor
Gezondheidstechniek r.r{.o. en het Nederrands Instituut voor praeventieve Geneeskunde, de laatste t\ ¡ee in het kacler van de Gezondheidsorga.isatie
T.N.O.
Hiertegenover staat, dat het speurwerkprogramma, ars onderdeel van het 6
organisatie
in het bestuur steeds het Bedrijßchap Schildersbedrijf als ln Vernis- en Verffabrikanten in erstande, dat
- hun midden een vborzitter en een een secretaris.
en in Nederland heelt de uitvoering
et de Stichting Verltoepassing, gereniging Voor Verf-Research. peurwerk, voorzover deze door het r de comparanten verantwoordelijk
let stelt, in overleg met het Verf,p,rcnderhoudt externe contacten en
:,
)
...
:h bereid verklaard, het in haar rI.O.) uit te voeren speurwerk te < aan het bedrag,
dat de Stichting
e uitvoering van het speurwerkn personeel, het gereed maken en :rfinstituut T.|I.O, en het doen van rnd de mogelijkheid tot een soepele zoals het Houtinstituut T.N.O., het ructies T.N.O., het Metaalinstituut
.N.O.-T.H,, het Instituut voor lands Instituut voor Praeventieve f
r van de
Gezondheidsorganisatie
mma, als onderdeel van het ,rvrije
Eruaringen met houtsoortett en tnet daaroþ aangebracht schilderøerk øorden in het Verfnstituut T.N.O. nauwkeurig genoteerd,
utjf jaar sþeuruerk
\,'erfinstituut T.N.o., r.vordt vastgesteld door het bestuur van dit instituut, gehoord de Raad van Bijstand, en tenslotte cle goedkeuring behoeft van het bestuur der Nijverheidsorganisatie T.N.O. speur:r'r"erk" van het
Het bestuur heeft een aantal technische commissies ingesteld. Deze commissies houden zichbezig met het hun toeger,r,ezen deel van het speurwerk. Zij ont-,verpen hiervoor, in overleg met het Verfinstituut T.NI.o., een programma en bespreken regelmatig met l-ret Yerfinstituut het verloop van cle v,erkzaamheden en de r,r,ijze, \ /aarop deze zo goed mogelijk kunnen u,orden voortgezet. Inmiddels zijn de volgende commissies ingestcld:
a.
Commissie Schadelijke Ver¡frnaterialen.
Deze commissie houdt zich bezig met mogelijke schadelijke invloecìen op gezondheid brj de verr,r'erking van verþrodukten.
b.
de
Commissie Weersomstandigheden.
Deze commissie bestrrdeert o.a. de problemen, clie r.ijzen schilderu'erk onder n,interse omstandigheden.
c.
Commissie Verf oþ Hout.
d.
Commissie Verf oþ Staal.
bij
cle uitvoering van
De werkzaamheden va' de commissies worden overkoepelcl door de Hoofdcommissie van Deskundigen, r,r,elke zorg draagt voor. de nodige coördinatie en zich tevens direct bezig houdt met die u,erkzaamheclen, cÌie niet onder een van cle commissies vallen. De voorzitters van de commissies zijn lid van deze hoofclcommissie.
Aan de hand van adviezen van de commissies en in overleg met het Verfinstituut
T.N.o. stelt de hoofdcommissie het totale speurl,erkprogramma op, dat ter goedkeuring aan het bestuur rvordt voorgelegd. De Hoofdcommissie van Deskundigen vergaclert eveneens regelmatig met de
organisatie
rdt vastgesteld door het bestuur van en tenslotte de goedkeuring behoeft .1.{.o.
medewerkers van het Verfinstituut T,N.O., u'aarbij het speurwerk op de voet wordt gevolgd. Alle concept-publikaties lvorden in deze hoofdcommissie behandeld. i/r., íìul:-;rìi r,ri,l'i'.1 I.l ;,
nmissies ingesteld. Deze commissies el van het speurwerk. Zij ontwerpen \.O., een programma en bespreken øan de werkzaamheden en de wijze,
n voortgezet. eld:
Het speurwerk r.vordt uitgevoerd door het verfinstituut T.N.o. De daaraan verbonden werkzaamheden konden echter eerst goed beginnen toen op r juli r956 Dr. Ir. J. van Loon bij het Verfinstituut in dienst trad en speciaal belast .,verd met de werkzaamheden ten behoeve van de stichting Verftoepassing. In het verÊ instituut is een afdeling gevormd, welke zich onder leiding van de heer van Loon speciaal met het r.verk voor de Stichting bezig houdt.l
eì.ijke schadelijke invloeden
Aan de vergaderingen van de Hoofdcommissie van Deskundigen en van de commissies wordt steeds door medewerkers van het Verfinstituut T.N.o. deel-
op
de
:ten.
genomen. Als secretaris van de hoofdcommissie en van de commissies treedt op Drs. J. J. Raaff van dit instituut.
n, die rijzen bij de uitvoering van
,1j;
g r*rt: {
iL¡ ¡ <1r., r: rr
Het bestuur van de Stichting streeft steeds naar samenwerking met andere organisaties, die bij het speurwerk of bij een deel ervan belang hebben. voor wat betreft het Centrum voor lloutresearch en de Vereniging van Constructie-
'den overkoepeld door de Hoofdt voor de nodige coördinatie en zich Lheden, die niet onder een van de mmissies
zijn lid van deze hoofd-
en in overleg met het Verfinstituut rr'"verkprogramma op, dat ter goed-
dert eveneens regelmatig met
de
werkplaatsen '"verd deze samenwerking gerealiseerd door medewerking aan de opstelling van het betrokken deel van het speurwerkprogramma en gezamenlijke mede-financiering van het op grond hiervan te verrichten speunnerk. In de commissie verf op Hout en in de commissie verf op Staal hebben dan ook, behalve deskundigen, aangewezen cloor de Stichting verftoepassing, tevens deskundigen aangewezen door het Centrum voor Houtresearch resp. de vereniging van constructiewerkplaatsen zitting. Dit teidt tot een samenwerking, waarbij alle facetten van de aan de orde zijnde onderwerpen op deskundige wijze en in hun samenhang kunnen rvorden bezien.
1
Een tweede academicus is sinds begin 196r hierbij te werk gesteld.
uijfjaar
sþeurwerk
lylet het Departement voor Volkshuisvesting en Bour,r,nijverheid tvercl een dergelijke samer-nt,er-king bereikt in het kader van de Commissie Weersomstandigheden. Voorts rvordt cr naar gestl^eefd de deskundigheid van de commissies zo hoog mogelijk op te voeren, l^/aartoe specialisten buiten de verfindustrie en het schildersamltacht tot medeu'erking u,erden uitgenodigd. FIet stemt tot grote voldoening, dat aldus samenr,r,erking kon r,r,orden beleiÌ
Op bladzijde 66 is de huidige samenstelling van het bestuur van de Stichting en van de commissies opgenomen. Voor zover de leden van deze colleges niet uit de kringen van verfindustrie of schildersambacht afkomstig zijn, is tevens aangegeven door r,velke organisatie zí.j zijn afgevaardigd. Tevens r,r'erden opgenomen diegenen, die tl-rar-rs rvelisr,r,aar geen deel meer uitmaken van J:estuur of commissies, maar clie hierin gedurende de afgelopen periode zitting hadden. \/ermeld zij nog het aantal vergaderingen van de Hoofdcommissic van Deskuncliger-r en van de commissies in de afgelopen periode. I)it bedroeg: Hoofdcommissie van Deskundigen 22, Commissie Schadelijke \/erfmaterialen rB, Commissie Verf op Flout I7, Commissie Verf op Staal 3, Commissie Weersomstandigheclen r4.
; en Bouwnijverheid
werd een derge-
le Commissie Weersomstandigheden.
Het speurwerkplan, dat telkens voor twee jaar wordt opgesteld en zo nodig
Ligheid van de commissies zo hoog
jaarlijks wordt herzien, omvat vier hoofdonderwerpen: r. onderzoek naar de middelen ter voorkoming en bestrijding van de nadelige invloed op de schilder van de door hem verwerkte materialen. rr. onderzoek naar de invloed van de aanbrengtechniek op de eigenschappen
riten de verfindustriç en het schildersigd. Het stemt tot grote voldoening, met deskundigen van b.v. het HoutArbeidsinspectie, het Instituut voor tuut voor Praeventieve Geneeskunde
van het schilderwerk. rrr. onderzoek naar de invloed van de ondergrond op het schilderwerk.
rv. onderzoek naar de invloed van de \^,eersomstandigheden tijdens het aan,,erd door benoeming van een mederissie van Deskundigen en in één van
I van uitwisseìing van ervaringen
en
brengen en kort daarna op de eigenschappen van het schilderr.t,erk. Voor wat betreft de resultaten van het werk zij verwezen naar de publikaties, die hierover inmiddeÌs zijn verschenen. In Hoofdstuk rrr zijn de interne rapporten uitgebracht aan de H.c.D,, de publikaties en de gehouden lezinge. opgenomen.
,,,:ìt,!it:)
van het bestuur van de Stichting
en
colleges niet uit de is tevens aangegeven Lt afkomstig zijn,
ie leden van deze
,hans r,r,eliswaar geen deel meer uitrierin gedurende de afgelopen periode
r
Onderzoek naar de middelen ter uoorkoming en bestrijding a(m ¿e nadelige inuloed oþ de schilder uan door hem uerwerkte materialen
llet onderzoek, dat onder dit l{oofdondenverp valt, kan in tu.ee niet onmiddeltijk met elkaar in verband staande delen worden gesplitst. onderwerp r. r. Directe invloed op de gezondheid tengevolge van lichamerijk contact.
de Hoofdcommissie van Deskundigen
le. Dit bedroeg: Hoofdcommissie van
:rfmaterialen rB, Commissie Verl op rrissie Weersomstandigheden
I
4.
Onderwerp
Indirecte invloed op de gezondheid door brand en explosie.
ONDE RWERP I, I
Directe inuloed oþ de gezondheid tengeuolge aan lichamelijk clntact
Het is bekend, dat sommige materialen, rvaarmede de schilder bij de uitoefening van ztjn handwerk in aanraking komt, gevaar kunnen opleveren voor zijn II
è
ET IK ETT E R
GS
SYST
I
E E I'4
A-0
# en
IN
p É
EIIKETTE RIN GSSYSTEEM
A-1
en Vertfêbrikanteh
Verfabrikanten in N"J"'land en h"t
S E]I KETTE
in Nede.lenJ
RI N G S
en he{
3
SYST EEI'4
s
ED
É
en Verttabrik¿"len
I
-V in Nederland
É
en Ve¡[fabrikanten
en hel
EIlKEITE RtN GSSYStEEt'4
c-0
I
en Verffâbrikônteh
'n
Nede.l¿^d e" hel
S 3 i É
Á
D-0
en
Verffabrika"te" in Nederland en hel
'n
N"d".fanJ
geeft de schiLdu aanuijzingen,
qf bii dc uertuerking uan het þrodttkl euenttreel nmatregelen geuentl ziin ter uoorkonùng tan çchade aan de gezondheid.
en hel
ETIKEITE RIN GSsYSTEEI'4
c-1
en Verflabrikanten
EIIKETTERINGSSYSIEEM
s
B-1
:s
Ciodering door nLiddeL uen etilcetten oþ d¿ uerþakking
in Nede.land
en hel
ETIKEIIERINGSSYSIEEM
É J en
D-1 Verttabrikanlen
in N"Je.land
¿
en het
gezondheid. Dit gevaar kan ontstaan, indier-r de schilder de gevaren niet kent, omdat een aanduiding hieromtrent op het door hem ver\ ¡erkte produkt ontbreekt. lIij zal dan de in acht te nemen veiligheidsmaatregelen ook niet kunnen toepassen. AIs voorbeelden van zulke materialen kunnen genoemd worden: moderne produkten zoals twee- of meercomponenten lakken, voorts benzeen bevattende oplosmiddelen, loodhoudende verven en plamuren, sommige verduurzamingsmiddelen voor hout, enz.
De
r¡,erkzaamheden van de Commissie Schadelijke l/erftnaterialer? gedurende de periode rg56/60 hebben met betrekking tot dit onder$'erp geleid tot het opstellen t2
sch a
YSTEEI'4
Codering door ¡niddel ùan etiketten oþ de uerþakking geeft de schilder aanwijzingen,
o.f
bij
de ueruerking uan het
þrodukt .euentueeL maatregeLen
zijn ter uoorkoming uan schade aan de gezondheid.
lanJ en hel
geuenst
d e lij k
e
ue
r;fm at e ri al en
van een zo volledig mogelijke lijst van produkten, die, indien zij worden ingeademd of in het maag-darmkanaal terecht komen, gevaar kunnen opleveren voor de gezondheid. Naast het kennen van de produkten, u.'elke gevaren voor de gezondheid met zich meebrengen, is het van belang te weten, door welke maatregelen deze gevaren kunnen worden voorkc¡men. Aan de hierboven genoemde lijst van voor de gezondheid schadelijke produkten rverden dan ook toegevoegd:
- een indeling in gevarenklassen; - een aanbeveling aangaande maatregelen om bij de verr,r,'erking van -
;YSTEET'4
=-
Iã ,lund
"n
het
-
3
verf-
produkten schade aan de gezondheid te voorkomen; een voorstel om door etikettering van de verpakking op de gevaren en op de maatregelen voor een gevaarloze ver',verking te wijzen; een aanr.r'ijzing voor te nemen maatregelen, indien zich twijfelgevallen zouden voordoen of nieurve materialen van onbekende gevaarlijkheid aan de markt zouden komen. Voorkomen moet dan u'orden, dat zij schade kunnen aanrichten, alvorens hun schadelijkheid is vastgesteld en indeling in de juiste gevarenklasse heeft plaatsgevonden.
en de schilder de gevaren niet kent, oor hem verwerkte produkt ontbreekt. atregelen ook niet kunnen toepassen.
nen genoemd worden: moderne proken, voorts benzeen bevattende oplos:n, sommige verduurzamingsmiddelen
:hadeLijke Verfrnaterialen gedurende de
dit onderwerp geleid tot het opstellen
Het betrokken rapport, r'r.'aarin dit alles is samengevat, is door de stichting verftoepassing aangeboden aan de vereniging van Vernis- en verffabrikanten in Nederland en aarr het Bedrijßchap SchiÌdersbedrijf.l
1
FIet beraad hierover tussen het Bedrijfschap Schildersbedrijf en de Vereniging van Vernis- en Verffabrikanten in Nederland heeft inmiddels geleid tot het besluit om op I oktober r96r op basis van vrijwilligheid een etiketteringssysteem voor verfi¡¡aren in Nederland in te voeren. Van de zijde van de v.V.V.F. werd in verband hiermede nog overleg gepleegd met de andere organisaties van verfindustrieën in de Euromarkt. In een vergadering van deze organisaties za\ de vraag aan de orde komen of de principes, welke aan dit nederlandse etiketteringssysteem ten grondslag liggen ook door deze organisaties aanvaatd kunnen worden als uitgangspunt voor een europees etiketteringssysteem. De indruk werd verkregen, dat het desbetreffende nederlandse voorstel zal worden aanvaard., Het behoeft geen betoog, dat de ontwikkeling van de integratie in het kader van de Euromarkt een uniform systeem voor dit gebied wenselijk maakt. De nederlandse overheid heelt
uijf jaar sþett.ruerk
Naast cle bestuderir-rg van beschermingsmaatregelen tegen de inu'erking van dergelijke produkten op het menselijk lichaam, ging de commissie na in hoeverre deze zonder grote bez\r'alen door niet- ol minder schadeliike kunnen r,vorden vervangen.
Dit leidde tot een verzoek van de Stichting Verftoepassing aan de Vereniging van Vernis- en Verffabrikanten in Nederland om te streven naar een verlaging var-r het benzeengehalte van handelstoluol in Nederland tot minder dan 59/n. Benzeen is nl. zeer schadelijk voor de gezondheid.' I)aarnaast is ook een onderzoek begonnen, rvaarbij nagegaan rvordt in hoeverre verschillende verfcomponenten, \\,anneer zij met de huid in aanraking Ì
De Commissie Schadehjke Verfmaterialen houdt zich thans bezig met de volgende
punten: a. het bijhouclen van de lijst van voor de gezondheid schadelijke verlmaterialen hct stanclpunt ineenomcn, in alwachting van het onderhavige op vrijwillige basis in te voeren systeemr nog geen wcttelijkc voorschliften op clit terrein te zullen uitvaardigen. NIen zal nl. van ovcrheiclszijde de resultaten van het systeem in cle plaktijk afwachten. N.Iochten deze gunstig zijn dan zal aan het s1'steem t.z.t. ecn wettelijke basis rvorden gegeven.
Interessant is wellicht nog het leit, dat onafhankelijk van hct overleg in Nederland in de scanclinavische landen tot een systeem is gekomen, dat grote overeenkomst met het nederlandse vertoont en waarbij van clezcllde beginselen is uitgegaan. 2 Naar aanleiding hielvan heeft de \/ereniging van Vcrnis- en Verffabrikanten in Nederland zich in verbincling gesteld met de leveranciers r.'an toluol in Nederlancl. llet stemt tot voldoening, dat deze hun volle medewerking hebben willen vellenen. Op betlekkelijk korte termijn kon worden bereikt, dat in Nederlancl geen toluol meer werd gelevcrd met een hogel benzeengehalte dan 5]d. Enige tijd daarna werd nog een stap verder geclaan, waarcloor werd bercikt, dat thans de handelstoluol in Nederland nagenoeg vrij van benzeen is,
r+
sc h
raatregelen tegen de inwerking van am, ging de commissie na in hoeverre I minder schadelijke kunnen worden Verftoepassing aan de Vereniging van )m te streven naar een verlaging van
:derland tot minder dan 591. Benzeen
waarbij nagegaan wordt in hoeverre ij met de huid in aanraking komen, Het is b.v. bekend, dat verschillende bepaalde oplosmiddelen, aminen e.d. aken.
ade Lij ke
u
erfm ateri alen
aan de hand van nieuwe gegevens en het adviseren omtrent vraagpunten, die zich in verband met het invoeren van het etiketteringssysteem, voordoen;
å. voortzetting van het werk over de schadelijke invloed op de huid van door de schilder gebruikte materialen ; ¿. verdere uitwerking van veiligheidsvoorschriften, die gevaar bij de verwerking van voor de gezondheid schadelijke verfmaterialen voorkomen;
d. het v etzarnelen van gegevens over ziekte-verzuim en ziekte-oor zaak bij schild ers, andere werknemers, in samenwerking met de Risicogroep Schildersbedrijf en verwerking van deze gegevens in een diagnose-statistiek;
in vergelijking met
¿. het bevorderen van de vervanging van voor de gezondheid schadelijke verfmaterialen door minder of niet schadelijke;
f. het verlenen van oudt zich thans bezig met de volgende ;ezondheid schadelijke verfmaterialen ret onderhavige op vrijwillige basis in te :n op dit terrein te zullen uitvaardigen. an het systeem in de praktijk afwachten. .ysteem t.z.t. een wettelijke basis worden kelijk van het overleg in Nederland in de omen, dat grote overeenkomst met het eginselen is uitgegaan.
medewerking bij de experimentele controle van d.e doeltreffendheid van veiligheidsmaatregelen t.a.v. materialen, die voor de gezondheid schadelijk zijn, zoals onderzoek van luchtverontreiniging, beproeving van maskers, onderzoek van geëxponeerde personen enz. Zo is kortgeleden begonnen met een onderzoek naar de verontreiniging van de lucht bij het mechanisch schuren van lagen van verschillende soorten loodwitplamuur. Een ander voorbeeld is het vaststellen van de concentratie van de giftige isocyanaatcomponent in de lucht bij het verwerken van polyurethanlakken, zoals D.D.-lakken;
g. het geven van voorlichting aan de verlverker, teneinde
d.eze van schade aan de gezondheid te vrijwaren b.v. door het publiceren van korte populair gestelde artikeltjes in de vakbladen,
van Vernis- en Verffabrikanten in Nedertoluol in Nederland. Het stemt tot
ers van
:bben willen verlenen.
t, dat in Nederland geen toluol meer werd ?i. Enige tijd daarna werd nog een stap rs de handelstoluol in Nederland nagenoeg
ONDERWERP I.2
Indirecte inuloed oþ de gezondheid door brand en exþlosie
Aan dit onderwerp is gedurende de periode r956/6o niet gerverkt. I5
uLJf jaar sþeurtaerk
Onderzoek aan de inuloed aan, de aanbrengtecltrtiek oþ de eigenschaþþen h.et schilderwerk
f)it
Hooldorrderrrerp is in Onderrverp rr. r. Invloed Onderrverp rr.z. Invloed Onderrverp rr.q. Invloed
uan.
de volgende onderr,r'erpen onderverdeeld uitgaancle van cle verfverdeling. uitgaande van diverse schildersgereedschappen. uitgaande van verven met verschillende eigenschappen. :
Het dagelijks rverk van de schilder bestaat uit het opbour,r'en van verßystemen, gevormd door verschillende verflagen. De eigenschappen van zulk een verf'systeem r,vorden o.a. bepaald door zijn totale laagdikte. Tevens speelt een belangrijke rol hoe deze totale laagdikte over de verschillende verflagen is verdeeld. De gevolgde aanlrrengtechniek heeft hierop een beslissende invloed, zodat de bestudering hiervan van groot belang is voor een goede uitvoering van het schilderrverk.
Een verflaag r,r,,ordt door de laagdikte alléén niet volledig beschreven. In het laboratorium is het mogelijk nagenoeg volkomen gladde en gelijkmatig verdeelde verflagen te maken. In cle praktijk komen dergelijke verflagen meestal niet voor. Indien enige cm2 van een praktijkverflaag naurvkeurig rvorden bekeken, blijkt de laagdikte plaatselijk te verschillen. Er is een reliëf aan\\¡ezig, dat zorvel verschilÌende vormen als verschillende afmetingen kan hebben. Een verflaag r,r,ordt derhalve vollediger beschreven door een combinatie van de volgende grootheden:
gemiddelde laagdikte; reliëfvorm; reliëfgrootte. Voorbeelden van verschillende reliöfvormen zijn: een streperig reliëf, een r,volkerig reliëf, een pukkelig reliëf. Onder reliëfgrootte wordt lìet verschil tussen de srootste en kleinste laagdikte verstaan, De genoemde grootheden kunnen tezarnon aangeduid \,vorden als: de toestand van de verflaag. De gevolgde aanbrengmethode bepaalt, tezamen met de vloeir6
aanbrengtechniek
nbrengtechniek oþ de eigensclruþþen uan
lr\,verpen onderverdeeld
:
: verfverdeling. verse schildersgereedschappen. lven met velschiÌlende eigenschappen.
uit het opbouwen van verfsystemen, r eigenschappen van zulk een verflaagdikte. Tevens speelt een belangerschillende verflagen is verdeeld. De ¿n beslissende invloed, zodat de be:en goede uitvoering van het schildere
r niet volledig beschreven. volkomen gladde en gelijkmatig 'oeg dergeÌijke verflagen meestal komen ik verflaag nauwkeurig r,r'orden bekeken, . Er is een reliëf aanwezig, dat zowel rtingen kan hebben. ;chreven door een combinatie van de
:fvorm ; reliëfgrootte. .
zijn: een streperig reliëf, een i,r'olkerig
e r,r.'ordt
r
het verschil tussen de grootste
aangeduid worden als: de toestand thode bepaalt, tezamen met de vloei-
Vochluisseling in het hout geeft aanleiding tot reliàfuorning aan het houtoþþerulak àn in het
,,Zakkers" : aerfeigenschaþþen en aanbrengtechniek zijn te ueinig aan elkaar ûangeþast.
aang e br achte u er.fsy steern,
ver! de toestand van de verflaag. Bij deze studie r,vordt de toestand van de verflagen, rvaaruit het verßysteem bestaat, daarom centraal gesteld. Het verband tussen de gevoÌgde aanbrengmethode en de toestand van de verflagen r,r'erd onderzocht, benevens het verband tussen deze toestand en de eigenschappen van de
verflaag-eigenschappen, resp. verfsysteem-eigenschappen.
t7
uijJ'.jaar sþetnwerk
, II.I Inuloed uitgaande uan de uerfuerdeling
Er kan geconstateerd worden, dat een verfproclukt, dat gemakkelijk verwerkbaaris, een belangr-ijk gretiger aftrek vindt dan proclukten, die hoge eisen stellen aan het schildervakmanschap om goede resultaten te bereiken. Men vvenst algemeen, dat de natte-laagdikte een belangrijke variatie kan verclragen, alvorens euvels, zoals zakkers, strepen) slechte dekking enz. optreden. Hoe groter deze Ìaagdikte-vrijheid is, des te meer is men geneigd de verf te rvaarderen. In de praktijk bestaat een grote spreiding in de toestand var cle aangebrachte verflagen, tengevolge van verschillen in verfuerdeling. ook de tijdsduur, nodig voor het zo goed mogelijk vercìelen van de verf over de onclererold speelt hierbij een rol.
Begonnen rverd met het nagaan van de verschillen, die tengevolge van variaties
in
cle verfverdeling met de kr,r,ast in dekverflagen kunnen optreden. Hiertoe tt'erden op þraktijkwerkstukken dekverven in verschiliende gemiddelde laagdikten aangebracht. De proeven werden zodanig uitgevoercl, dat brj één proeßerie de tijd voor de verdeling zoveel mogelijk constant gehouden r,r,'erd, bij een andere proefserie werd aan de schilder overgelaten deze tijd te variëren binnen de grenzen van een goede uitvoering. Daarnaast zijn tr,r.ee series þroefþarueltjes gemaakt. De ene serie bestoncl uit paneeltjes (op dezelfcle rvijze vóórbehandelcl als de praktijkrverkstukken), \\'aarop de dekverf, zoveel mogelijk vrij van relië|, in lagen van verschillende dikte met de knast rveLd aangebr-acht. op de tu'eede serie (op dezelfde r,vijze voorbehandeld als de eerste) rvaren dekverflagen met de ki,r''ast opgebracht in een verflaagtoestand, zoveer mogelijk overeenkomend met die op de praktijkr,r'erkstukken, n,at het reliëf betrof. Tenslotte rverd nog een proef opgezet, \ ¡aarblj op een op clezelfcle r,vijze voorbehandelde ondergrond door centrifugeren verschillencle clekverven in oplopende IB
ondergrond
'ing
fprodukt, dat gemakkelijk verwerkbaar
r produkten, die hoge
eisen stellen aan
ìten te bereiken. Men wenst algemeen, rriatie kan verdragen, alvorens euvels, ;. optreden.
ls te meer is men geneigd de verf te ;rote spreiding in de toestand van de rschillen in verfverdeling. Ook de tijdsldelen van de verf over de ondergrond
taagdikten werden aangebracht. Deze lagen waren zeer gelijkmatig van dikte en geheel zonder relief. Uiteraard waren factoren, die een gevolg zrjn van het aanbrengen met de hand, afwezig. Op dezewijze kon vastgesteld worden, dat inderdaad de wijze van aanbrengen door middel van de kwast een zekere oriëntatie in de verflaag ten gevolge heeft, die samenhangt met de kwaststreek en die plaatselijke verschillen in de duurzaamheid van de verflaag ten gevolge heeft. Terwijl door centrifugeren aangebrachte verflagen een zeer grote levensduur bleken te bezitten, ook in zeer geringe laagdikten, gingen met de kwast aangebrachte verflagen van overeenkomstige dikte sneller ten gronde. Overigens bleek de levensduur met de laagdikte (tot op zekere hoogte) te stijgen. In dit verband werd ook nagegaan in hoeverre de kleur van de ondergrond van invloed is op de duurzaamheid van de aangebrachte dekverflagen.
De bovenomschreven proefnemingen voortgezet. erschillen, die tengevolge van variaties :kverflagen kunnen optreden. Hiertoe n verschillende gemiddelde laagdikten ritgevoerd, dat bij één proefserie de tijd t gehouden werd, bij een andere proef: tijd te variëren binnen de grenzen van maakt. dezelfde wijze vóórbehandeld als de zoveel mogelijk vrij van reliëf, in lagen I aangebracht. rrbehandeld als de eerste) waren dekeen verflaagtoestand, zoveel mogelijk kstukken, wat het reliëf betrof. aarbij op een op dezelfde wijze voorr
verschillende dekverven in oplopende
zijn nog niet voltooid en zullen worden
ONDERWERP II.2 Inulo e d uitgaande ûan diaers e
sc
hilders gereedsc haþþen
Hiervoor zij verr.t,ezen naar de algemene toelichting van Hoofdonderwerp rr op blz. I6. Aan dit onderwerp is tot nu toe geen experimenteel werk besteed. Dit is vooral toe te schrijven aan het feit, dat de schildersgereedschappen onvoldoende genormaliseerd waren. De van voor de tweede wereldoorlog daterende normbladen
waren verouderd en van algemeen aanvaarde en duidelijk omschreven uitvoeringsvormen kon niet worden gesproken. Bovendien bevinden zich verschillende gereedschappen nog in een staat van ontwikkeling (rolborstels, verfspuiten, gietmachines , enz.), zodat uitgebreide proefnemingen als prematuur te beschouwen
waren. r9
uqfjaar
sþenrøerk
Deze 'zuIlen eerst met kracht ter hand r,vorden genomen, nadat normalisering heeft plaatsgevonden,l oNDER\^/ERP rr.3 Inuloed uitgaande uan aeraen met uerschillende eigenschaþþen
Fliervoor zij verwezen naar de algemene toelichting van Hoofdonderr.verp rr op
blz. r6.
voor het onderzoek met betrekking tot onderwerp rr.r vermeld op blz. rB r,r,erden als dekverven \/oor dit onderzoek r.erschillende in de handel voorkomende verf'types gekozen; dit was eveneens het geval met de grondverven en de plamuren. van de verschillende verven, in het bijzonder dekverven, \\,erden de eigenschappen vooral t.a.v. de consistentie en de vloeieiger-rschappen nagegaan. Van de verkregen dekverfìagen zijn de eigenschappen bestudeerd en'lvaar mogetijk gemeten, \,vaartoe in enige gevallen een nieur,r'e methocliek moest rvorden uitger,verkt. Bij de visuële beoordeling, vóór en tijdens de expositie op het terrein van het VerÊ instituut T.N.O. te Rijsr,r'ijk is r-ooral gelet op: cle (gemiddelde) laagdikte, de reliëfvorm, de reliefg'rootte en de bestandheicl tegen rveersinvloeden. Vercler r,vercl aandacht besteed aan: droging, clekking, glans, mechar-rische eigenschappen, doorlating van water en r,r,aterclamp, benevens de veranderingen hierin na verloop
van tijd.
uit dit 1
onderzoek (r'vaaraan een uitvoerige analyse vooral ging van hetgeen bij
Op voorstel van
l)r. Ir. J. van Loon van het \¡erfìnstituut T.N.O.
is het normaliseren
van kwasten enz. dool een opnieur'v ingestelde Commissie 39 van het Neclerlands Normalisatie Instituut met hem als voorzitter wecl ter hand genomen. In deze commissie zijn naast vertegen\,\''oordigcrs van het Bedlijfschap Schildersbedrijl vertegenrvoor.digers van fablikantenorganisaties en grote afnemels van kwasten opgenomen. Het werk is zover gevorderd, dat de normbladen in de naaste toekomst zullen verschijnen. 20
Aþþaraat uan Garmsen ooor het maken uan wiguormige uerfagen uan gelijkmatig toenemende laag-
dikte ua.n b.u. o tot too à
u
zor_t
mikron.
worden genomen, nadat normalisering
er s c hillende ei gens c h aþp en
: toelichting van Hoofdonderwerp rr op
rderwerp rr. r vermeld op blz. I B werden llende in de handel voorkomende verfrl met de grondverven en de plamuren, der dekverven, lverden de eigenschappen rnschappen nagegaan. Van de verkregen deerd en waar mogelijk gemeten, waar-
rdiek moest lvorden uitgewerkt. Bij de expositie op het terrein van het Verf:let op: de (gemiddelde) laagdikte, de reid tegen weersinvloeden. Verder werd
rg, glans, mechanische eigenschappen, vens de veranderingen hierin na verloop
ge analyse vooraf ging van hetgeen bij ret Verfinstituut T.N.O. is het normaliseren rtelde Commissie 39 van het Nederlands weer ter hand genomen. In deze commissie jfschap Schildersbedrijf vertegenwoordigers van kwasten opgenomen. en in de naaste toekomst zullen verschijnen.
Aþþaraat uan Garmsen, De onderzochte uiguormige uerflaag begint te schroeien bij een laagdikte uan ongeneer 6o mikron.
het aanbrengen van een verf en onmiddellijk daarna gebeurt) zijn nieuwe inzichten voortgekomen omtrent de faktoren die bepalen of een verf schildertechnisch niet, matig of goed bruikbaar is. Het bleek dat de laagdikte van de verflagen en de ,,laagdikte-vrijheid" daarbij een grote rol spelen. De ,,laagdikte-vrijheid" is belangrijk in verband met de aanpassing van de wijze van schilderen aan de eigenschappen van de verf en met het uitstrijkrendement. Uiteraard spelen daarbij ook de soort en de aard van de ondergrond, het gebruikte gereedschap, de atmosferische omstandigheden e.d. nog een rol. De schilder moet zich dus wel bewust zrjn van de consequenties van zijn handelingen om teleurstellingen te voorkomen. De verffabrikant kan door de bereiding van
schildertechnisch goed bruikbare verven (met zo groot mogelijke ,,laagdiktevrijheid") het totstandkomen van goed schilderwerk bevorderen. 1,/i;i:¡ ji'.-,ir,
rt,. i,i.t
i\,(- .,-i.:,,'i¡
:,¡<.:í1.,:
Het onderzoek wordt in de bovenaangegeven zin voortgezet. 2I
t'iifiaar
sþeurwerk
ONDERI^/ERP
Onderzoek naar de inuloed aan de ondergrond oþ de eigenschaþþen uan het schilderwerk
Het onderzoek, dat onder dit Hoofdonderwerp valt, werd in verband met
Onderzoek naar de inuloeL het schilderwerk ;'¡1;.;':..
de
belangrijkheid van hout en van staal als ondergrond, als volgt onderverdeeld: Hoofdonderwerp IIr. I. Hout als ondergrond. Hoofdonderwerp IrI.2. Metalen als ondergrond, Hoofdonderwerp rrr.3. Andere materialen dan hout en metalen als ondergrond.
,'
..,
In de praktijk van het schildersbe moeilijkheden ondervonden. W¿ schrijven is dikwijls niet met zekt Bij de meer ,,traditionele" houtst
rol, die de toestand van het h factoren, die op de verf betrekk voldoende bekend.
Bij de ,,nieuwere" Het is bekend, dat de eigenschappen van schilderwerk r'vorden beïnvloed door de ondergrond; in verband hiermed,e worden voor het schilderen van houtwerk andere verven en verßystemen gebruikt dan voor het afi¡¡erken van metalen of het verven van muurwerk. Verder is gebleken, dat een grove indeling van het materiaal van d.e ondergrond in hout, metaal, muurwerk, enz. voor een juiste keuze van werkwijze en verfmateriaal nog onvoldoende is en dat het nodig is te rt'eten, welke houtsoort, welke staalsoort, enz. men onderhanden heeft om behoorlijk schilder-
werk te kunnen afleveren. Daarnaast is ook van veel belang, dat men weet hoe het gesteld is met de structuur
van de ondergrond, b.v. de zaagrichting van het hout, de porositeit van een muurvlak, en met de toestand, waarin deze ondergrond verkeert (vochtigheidstoestand van hout, alkaliteit van muurwerk e.d.). Tenslotte gaat ook een onmiskenbare invloed uit van de behandeling, welke de ondergrond vóór het schilderen heeft ondergaan; in dit verband kan worden gewezen op de mechanische bewerking van het hout, het gebruik van houtconserveringsmiddelen, het chemische ontroesten van staal, enz. Aangezien zowel bij de schilder als bij de verfleverancier onvoldoencle kennis van de hierboven aangeduid.e invloeden aanwezíg is, moet een onderzoek dienaangaande voor beide categorieën van belang worden geacht.
houtsoorten,
vinden, doen zich soortgelijke, n
Bepaalde eigenschappen van de . die der ,,traditionele". Deze vers gevolg, dat de voor de ,,traditione met inachtneming van bijzonder' De moeilijkheden in dit oPzict
worden onderkend en oPgehevt
deskundigen op het gebied van bereiken van goed schilderwerk materialen, welke elk voor zich s
door de natullr gegeven variët
buitenaf, die de toestand van hel
een oneindig groot aantal rnt verhoudingen,
,,Verf" zowel
als ,,hout" leveren
schilderwerk; deze bijdragen ku beide bestaat een wisselwerking,
gevolg zal hebben, dat alleen t factoren op elkaar tot het gewer
ondergrond
ONDERWERP III. I Onrlerzoek zaar de inuloed uan ltout als ondergrond oþ de eigenschaþþen aan het schilderwerk
bij het schilderen van hout moeilijkheden ondelvonden. \{aaraan deze moeilijkheden precies zijn toe te schrijven is dikwijls niet met zekerheid aal:' te geven' Bij de meer,,traclitionele" houtsoorten spelen daarbij zonder ¡larijfel factoren een ro1, clie de toestand van het hout betreffen (vochtigheidsgraad e.d.) als ook factoren, die op de verf betrekking hebben. Deze factoren zijn echter nog on-
In
de praktijk van het schildersbedrijf worden ¿i¡1a,ijls
voldoende bekend.
d.ie eerst sedert I945 in Nederiand toepassing bovendien nog andere moeilijkheden voor. maar vinden, cloen zich soortgelijke,
Bij de,,nieuwere,,houtsoorten,
Bepaalde eigenschappen van de ,,nieur'r''ere" houtsoorten toch la'ijken sterk af van tot clie cler,,traditionele".Deze verschillen in de aard van het hout hebben weer niet ofslechts gevolg, dat de voor de ,,traditionele" houtsoorten gebruikelijke verven met inachtnemingvan bijzondere voorzorgen daarop toepassing kulnen vinden' De moeitijkheden in dit opzicht kunnen slechts door systematisch onderzoek
¡erking tussen worden onderkencl en opgeheven. Hierbij is een nauwe samen\ Voor het vereist. houttoepassing d.eskundigen op het gebied van verf, hout en twee van samenspel bereiken van goed schilderr,r,erk immers gaat het om een lalloze materialen, r,velke elk voor zich sterk variabel kunnen zijn, nI. hout, ín zijn cloor cle natuur gegeven variëteiten, en beinvloed door diverse factoren van buitenaf, clie de toestand van het te schilderen hout mede bepalen, en uerf, d.tv.z.
een oneinclig groot aantal mogetijke variaties van grondstoffen en meng-
verhoudingen.
van het ,,hout,' leveren ieder een bijdrage tot de eigenschappen schilderwerk; deze bijclragen kunnen niet los van elkaar worden gezien. Tussen tot beicle bestaat een r,visselrn¿erking, die van geval tot geval kan verschiilen en die houten de verÊ de van juiste afstemming gevolg zal hebben, d.at alleen een factoren op elkaar tot het gel'r'enste resultaat zal leiden'
,,verf,,
zor,r,el als
2?
uijfjaar
sþeurwerk
Het doel van dit onderzoek was in de eerste plaats de verschillende factoren te onderzoeken, welke deze wisselwerking beïnvloeden. Dit leidde tot de volgende indeling:
Fraaie tekening tan tangentiaal ( dosse) gezaagd wengé.
-
Invloed van:
t. de houtsoort; z. de eigenschappen van hout als zodanig; 3' de toestand, waarin het hout bij het ,c.-hitd...r, verkeert; 4. de constructie, waarin het hout is opgenomen; 5. de event. gebruikte houtverduurzamingsmiddelen, welke zijn gebruikt;
tc rvcrhza:rnrhcclr Voor het inzicht in het gedrag van ve Vt:r' r it'h
vóór het schilderen
6, de toe te passen verf en de aanbrengtechniek,
schilderwerk, zijn de volgende houtso
r. de,,traditionele" naaldhoutsoorter z. de,,traditionele" loofhoutsoorten: 3, de ,rnieuwere" houtsoorfen:
afzelí¿
ONDERWERP III. I.I Onderzoek naar de inuloed uan
'I'ut.ì iclr
d.e
houtsoort
i i rrrl
uit
de praktijk is gebieken, d.at de houtsoort invloed heeft op de duurzaamheid van de erop aaneebrachte verfsystemen. Het is b.v. nodig, bij bepaarde hout_ soorten vóór het schilderen maatregelen te nemen om to werk te komen, welke maatregelen bij andere houtsoorten
vroeger in de woningbouw veel grenen (pinus sp.) werd nadruk meer op uuren (picea sp.), dat rã_, _.t dennen (abiessp.) gemengd is. vast staat, dat er berangrijke verschilen in eigenschappen tussen deze naardhout_
soorten bestaan (b.v. in harsgeharte en in structuur), waaruit verschillen in wisselwerking tussen deze houtsoorten en eenzerfde verf kunnen voortvroeien. Loofhout is geheer anders van bouw dan naardho ut, zod.athier weer een andere invloed van het hout op de verflaag kan uitgaan. Nog meer is dit het gevaÌ met de moderne naald- en roofhoutsoortJr, rourrï..*, afzeria (doussié), iroko, yang e'a'' die sedert r94s in de woningbouw veervurdige toepassingen vinden, doch waarva', weinig meer bekend is, dan d.at zij brj h1t ..hitd"r.i, resp. vernissen moeilijkheden kunnen geven.
Inuloeduan het licht.op de kleur uan øengé.
2+
F_
Fraaie tekening uan tangentiaal
(:
dosse) .qezaagd wengó.
/.'
1':,
i7{.;:,:;:,:.;.,lfr:.1t,.1
Voor het inzicht in het gedrag van verf op hout, zowel bij binnen- als bij buitenschilderwerk, zijn de volgende houtsoorten in het onderzoek betrokken: r. de ,,traditionele" naaldhoutsoorten: grenen' vuren, dennen; 2. de,,traditionele" loofhoutsoorten: eiken e'a. ; q. de ,,nieuwere" houtsoorten'. afzelia (doussié), alerce, iroko, yang e.a'
Inuloed uan het licht.oþ de kleur uan uengá.
Wijde þorièninaengá; goeduuLlen is geøenst.
25
uiif jaar
sþeuruerk
De verkregen resultaten u,erden reeds ten dele in publikaties vastgelegd (zie blz.
6r
). Een schema voor de behandeling van ,,nieuu,ere" houtsoorten ku'am voor
publikatie gereed. Aan naald- en loofhout rverd vooral
in combinatie met
de
hieronder volgende punten aandacht besteed.
FIet onderzoek r,r,ordt
in de bovenaangegeven zin voortgezet. 1II.I.2
Onder
Flout, zoals dit in de natuur is gegroeid, is geen homogeen materiaal, in tegenstelling tot metalen. Het is steeds, en in bepaalde gevallen zelfs zeer uitgesproken, heterogeen. Dit hangt voor een deel samen met de groei in de verschillencle perioden van het jaar (vroeg en laat hout, jaarringetl), waardoor een bepaalde laagsgeivijze structuur ontstaat, en ook een onderscheid naar voren komt tussen een niet meer aan het levensproces deelnemende kern en een gedeelte, dat rvel als levend '"veefsel dient te worden aangemerkt (spint) . Een ander voorbeeld van de heterogeniteit vormen b.v. de in het hout voorkomende kwasten, die al dan niet kunnen vastzitten. Voorts is ook chemisch gezien hout geen homogeen produkt, omdat het uit verschillende bestanddelen is opgebour,r,d, die voor een deel in transportabele vorm aanwezig zijn (inhoudstoffen), en in chemische samenstelling ai naar de houtsoort, waarin zij voorkomen, zeer uiteen kunnen lopen. Ook de hoeveelheid ervan is soms sterk variërend, zelß binnen een bepaalde boomsoort.
Dit verschil in structuur, in ouderdom en in aard, resp. in percentage der inhoudstoffen van het hout maakt, dat hout plaatselijk een in eigenschappen zeer rvisselende ondergrond voor de op te brengen vernis- of verfsystemen biedt, waaruit moeilijkheden met hechting, droging en duurzaamheid der vernissen en verven kunnen voortvloeien. 26
-
:n dele in publikaties vastgelegd (zie 'an ,,nieuwere" houtsoorten kwam voor rt werd vooral in combinatie met de
Yang-soorlen beuatten als regel ueel hars, die oþ de duurzaamheid uan aernislagen een nadelige inuloed kan hebben.
:ed.
len zÍr voortgezet.
eigenschaþþen uan het
s geen homogeen
Onderdorþel ùan
jang, uaaroþ
rernis laag ster k
eschadigde.
b
de uittredende hars de
hout als 4danig
materiaal, in tegen-
,aalde gevallen zelfs zeer uitgesproken,
:en met de groei in de verschillende t, jaarringen), waardoor een bepaalde r onderscheid naar voren komt tussen mende kern en een gedeelte, dat wel :rkt (spint) . Een ander voorbeeld van ¡ut voorkomende kwasten, die al dan emisch gezien hout geen homogeen Lnddelen is opgebouwd, die voor een
jn (inhoudstoffen), en in chemische r zij voorkomen, zeer uiteen kunnen
Op grond hiervan moest worden verwacht, dat een onderzoek naar de invloed
k variërend, zelfs binnen een bepaalde
van deze factoren nuttig
zot:.
zijn.
aard, resp. in percentage der inhoud-
elijk een in eigenschappen zeer wisse'ernis- of verßystemen biedt, waaruit rurzaamheid der vernissen en verven
Een onderzoek werd ingesteld naar de eigenschappen van binnen- en buitenschilderwerk, aangebracht op panelen der onder rrr. r genoemde houtsoorten, te beginnen met grenen, vuren en dennen. Bij dit onderzoek werden de volgende factoren bezien: de structuur van het hout; grove en fijne jaarringen; veel, resp. 9\
Lijnolie-titaanuituerf
oþ
geschaqfd
bindmiddel grenehout. Pigment ! dringt uia de mergstraLen dieþ in het
uoojaarshout;
in
in het zomerhout dringt
de celholten alleen bindmiddel.
weinig vroeg of laat hout; zwellen en krimpen; spint en kern; inhoudstoffen; a)lJrgÍàad enz. Aangaande al deze factoren werd vaak een verbeterd en soms ook wel nieuw inzicht verkregen voor wat betreft hun invloed op de wisselwerking tussen verf en hout en de daarmede gepaard gaande levensduur van de verflagen. Vooral in combinatie met de onder punt rrl I.3 behandelde toestand, waarin het hout bij het schilderen, en daarna, verkeert, werden verrassende resultaten geboekt. Voor"I zctíirl g tlcl wcl'hza¿tr¡lltt:tlcrr
Het onderzoek wordt in de bovenaangegeven zín voortgezef. rrr.r.3 Onderzoek naar de inuloed ûan de tlestand, waarin het hout bij het schilderen aerkeert
'l'oclicir
l
irrr';
Onafhankelijk van de aan een houtsoort inhaerente eigenschappen kunnen ook enige andere eigenschappen invloed op de duurzaamheid van de op hout aangebrachte verflagen hebben. Deze kunnen wat grootte en invloed betreft zeer variabel zijn. Zij zijn afhankelijk van min of meer toevallige omstandigheden en zijn door ingrijpen van de mens ook te wijzigen door variaties van behandeling, resp. bewerking. 28
Líjnolie-titaanwiluerf
oþ
geschaafd
grenehout. Pigment ! bindmiddel dringt uia de mergstralen dieþ in het uoojaarshout; in het zomerhout dringl
in
Lijnolie-titaanøit aerf oþ geschaafd uurehout. De indringing is aeel geringer dan bij grenenhout, doch de wijze uan indringen is gelijk.
de celholten alleen bindmiddel.
mpen; spint en kern; inhoudstoffen; )n verbeterd en soms ook wel nieuw )ed op de wisselwerking tussen verf en ensduur van de verflagen. Vooral in lelde toestand, waarin het hout bij het 'rassende resultaten geboekt. .lcrr en zin voortgezet.
tstand, waarin het hout bij het schilderen
rhaerente eigenschappen kunnen ook duurzaamheid van de op hout aanr wat grootte en invloed betreft zeer ¡f meer toevallige omstandigheden en zigen door variaties van behandeling,
Hiertoe behoren: 3.L De aard en de hoeveelheid van voor de verf schadelijke inhoudstoffen, die beïnvloed kunnen zijn door het ,,wateren" van het hout. 3.2. De structuur van het oppervlak voor zover deze bepaald wordt door het zagerl en het schaven van het hout. Het zagen geeft aanleiding, naar gelang van de gekozen zaagrichting, tot een variatie in het aan de verflaag aangeboden oppervlak; hierbij zal de hoeveelheid vroeg en laat hout en de verdeling daarvan aan het oppervlak een rol spelen, evenals eventueel naast kern aanwezig spint. Ook het schaven en de daarop vaak volgende bewerkingen, zoals stropen en schuren, zullen, al naar omstandigheden, een in vorm en eigenschappen variërend oppervlak kunnen geven. 3.3. Het vochtgehalte van het hout vraagt grote aandacht, omdat dit niet alleen door ,,opwerken" van de vezel vaak op onverwachte wijze een aanvankelijk aanvaardbaar schilderwerk kan bederven door een achteraf optredende sterke, niet gemakkelijk te herstellen blijvende reliëfvorm, maar ook bezwaren in verband met de hechting zal kunnen geven. Onderzoek naar de invloed hiervan is daarom vaî zeer groot belang. Vr.r'r'i chl<. well
Panelen, voorlopig in het bijzonder van grenen, vuren en dennen, al dan niet gewaterd en op verschillende manieren gezaagd (zaagrichting) en geschaafd, werden onderzocht. Het vochtgehalte, zowel in de fase van vers naar luchtdroog 29
.tÐ
te
Sterk ùergrot¿ mergslraal,
uaarxn gedrongen, bindmiddel is þigntent en uan waaruit de celholten uan de
I
aangrenzende houtuezels geutld uorden. De houten ceLaanden nemen geen
t'erf oþ.
als van luchtdroog naar vochtig, werd mede in het onderzoek betrokken.
Dit was
ook het geval met het voorbehandelen met oplosmiddel, alkali, enz. Tot nu toe kon geen duidelijk gunstige of ongunstige invloed van het ,,wateren" van vuren of grenen op de duurzaamheid van verßystemen worden geconstateerd. Waargenomen werd dat de beinvloeding van de structuur van het houtoppervlak door minder goed uitgevoerde mechanische behandelingen (zagen, schaven, schuren) tot een verminderde levensduur van aangebrachte verflagen kan leiden, en dus tot een minder goede bescherming van het hout tegen allerlei invloeden. Gevonden werd hoe een en ander kan worden voorkomen (zie hiervoor ook onder punt il,I.4) . Evenzo kon worden aangegeven, hoe men b.v. in woningen een onaanvaardbare
in hout kan voorkomen en een daarmede vaak van de verf op het hout. Dit wordt bereikt hechting samengaande verminderde door van voldoend droog hout uit te gaan en door een werkwijze, gebaseerd op een zodanig afgestelde vochtdoorlating van het verfsysteem aan de vochtigere zijde t.o.v. die van het verfsysteem aan de drogere zijde van het hout, dat in het hout geen vochtwisselingen van betekenis optreden.
vorming van reliëf door vocht
V'()í)r'¡,?rr.li ir¡', rìi':' -u,,'r'!ç,:'rr,';: j'r.,1<
r
llet onderzoek wordt in de bovenaangegeven zin voortgezet. I]et zal omvatten: r. }¡et verzamelen van þraktijkgegeuens rnet aansluitend onderzoek naar oorzaken en gevolgen; 3o
I Sterk ùergrote mergslraal,
uaarxn gedrongen, is bindmiddel þigment en uan uaaruit de celholten uan de
I
aangrenzende houtuezels geuuld uorden. De houten celuanden nemen geen
uerf oþ.
ondergrond
e.. laboratoriumonderzoek
a, technologisch onderzoek, waarbrj
de wisselwerking tussen verf en hout
wordt
nagegaan onder verschillende geconditioneerde praktijkomstandigheden. Hierbij zal o.a. gebruik gemaakt worden van een ,,blarenhuisje", en van een
,,blarenkast" in een conditioneerruimte in combinatie met buitenexpositie; ú. fundamenteel onderzoek (o.a. microscopisch door het Houtinstituut T.N.O.).
rrr.r.4 Onderzoek naar de inuloed aan de cznstructie, ruaarin het hout is oþgenomen
in het onderzoek betrokken. Dit was :t oplosmiddel, alkali, enz. Tot nu toe
'l'oclir:hl irr:¡
le
invloed van het ,,wateren" van vuren /stemen worden geconstateerd. Waarstructuur van het houtoppervlak door ìandelingen (zagen, schaven, schuren) ebrachte verflagen kan leiden, en dus ìout tegen allerlei invloeden. Gevonden Len (zie hiervoor ook onder punt rrr. r.4) . b,v. in woningen een onaanvaardbare rn voorkomen en een daarmede vaak le verf op het hout. Dit wordt bereikt r en door een werkwijze, gebaseerd op
Het is gebleken, dat de constructie, waarin het hout is opgenomen, veel invloed kan hebben op de duurzaamheid van de erop aangebrachte verflagen. Dit houdt verband met de wijze, waarop het hout van de constructie gedurende de periode van de bouw, tijdens het aanbrengen van het verfsysteem en ook na het schilderen in
an het verfsysteem aan de vochtigere drogere zijde van het hout, dat in het
a
,:-¿
optreden.
-J
:
âe a
r.
t,
u
ven zin voortgezet.
Alkydhars-titaanwit uerf oþ geschaafd De indringing uan de zterf in het uoorjaarshout is ze¿r dieþ; oþ
grenehout.
aansluitend onderzoek naat oorzaken
het zomerhout
blijft
de aer;f ,,staan".
3r
Alkydhars-titaanuit uerf oþ geschaafd
*
**
en geschuurd grenehout.
Daar bij
het
schuren de uitmondingen uan de mergstralen dichtgeschuurd øor den, dringt
de ¿,erf niet meer in het hout, maar bedekt het houtoþþertlah met een gelijkmatig dikke Laag.
staat is vocht op te nemen, resp. meer of minder gemakkelijk weer af te staan. geschieden al of niet via het aangebrachte verfsysteem. Geschiedt dit via het verßysteem dan kan dit daarbij al dan niet beschadigd worden. Het is daarom van groot belang hierover gegevens te verzamelen.
Dit kan
Vcrri<:hlr: wt.r'kza
:r
Dit
rrrlrr.dr.rr
onderzoek geschiedde door het verzamelen van praktijkgegevens en door proeven met ,,blarenkast" en ,,blarenhuisje", teneinde de wisselwerking na te gaan tussen verfen hout, als ook de invloed van de constructie op hetschilderwerk.
Lijnolie-titaanwit aerf oþ geschaafd beukehout. Bij looJhout dringt þigm¿nt + bindmiddel niet in de mergstralen, maar in de zeer uijde houtuaten (þorièn), teruijl het bindmiddel soms, zoals in dit geual, in de celhoLten uan de houtaezels dringt (de kleine, lichte ulekjes ).
32
ondergrond
Alkydhar s-ti.taanwit uerf oþ geschaafd en geschuurd grenehout. Daar bij het schuren de uitmondíngen uan de mergstraLen dicht.qeschuurd worden, dringt
de uerf niet meer in het hout, maar bedekt het hòutoþþerulak met een geliikmatig dikke laag.
Hierbij is gebleken, dat het aanwezig zijn van veel vloeibaar water in verßysteem en aangrenzend hout blaarvorming tot gevolg kan hebben. In de praktijk komt dit vloeibare water in het algemeen als zodanig niet direct in het hout en in de verflagen, maar het ontstaat daarin door condensatie van waterdamp. Blaarvorming rt'ordt daarom voorkómen, indien men ervoor zorgt, dat vochttoetreding tot hout en verf binnen de perken blijft.
Dit kan weer, evenals bij het voorkómen van reliëfvorming, bereikt worden door juiste aßtemming van de vochtdoorlating van het verßysteern aa:n de vochtige t.o.v. dat aan de droge zijde van het hout. Bij deze proeven deden de daartoe ontworpen ,,blarenkast" en het ,,blarenhuisje" goede dienst. Met het laatste kon worden aangetoond, dat de constructie waarin het hout is opgenomen, van veel belang is. Voorzieningen in de constructie, die vochttoetreding tot het hout tegengaan (ventilatie-openingen, condensholen met afvoer, condensprofielen, enz.) dragen bij tot het voorkomen van blaren en tot grotere duurzaamheid van de verf'systemen binnen èn buiten. Micfoscopisch onderzoek, zower van onbeschadigde als van beschadigde delen van het verfsysteem en van de ondergrond, werkte in deze verhelderend.l Deze werkzaamheden hebben geleid tot een rapport, dat door de Stichting Verftoepassing werd uitgebracht aan de Stichting Kwaliteitsbureau Hout.2 een
minder gemakkelijk weer af te staan. brachte verßysteem, Geschiedt dit via riet beschadigd worden. Het is daarom amelen.
melen van praktijkgegevens en door je", teneinde de wisselwerking na te i¡an de constructie op het schilderwerk.
I In rie Normalisatie
Commissie T r-a-r: ,,1{outverduurzaming-Bouwkundige maatregelen", waaîvar, Dr. Ir.J. van Loon van het Verûnstituut T.N.O. lid is, wordt aan dit punt van het Speurwerkplan der Stichting Verftoepassing ook aandacht besteed. Deze commissie houdt zich namelijk o.a. ook bezig met de houtverduurzaming door middeÌ van aangebrachte verflagen. In verband daarmede is de mechanische voorbehandeling van het hout en een juiste uitvoering van de constructie van de houten bouwelementen van groot belang. Beide moeten zo ztjn, dat daardoor dtnrzaarn schilderwerk ook mogelijk is. Dit heeft er toe geleid, dat de resultaten van het werk van de Stichting Verftoepassing direct in de praktijk worden gebracht. 2 Deze heeft dit rapport verwerkt in een handleiding getiteld: ,,Kwaliteitseisen voor Timmerwerk" (K.V.T.). IIer onderzoek van de Stichting heeft tot gevolg gehad, dat de hierdoor verkregen inzichten op een duidelijke wijze in deze publikatie naar voren werden gebracht. rn dit verband werd de nadruk gelegd op de eisen, waataata het hout en het houtoppervlak moeten voldoen, teneinde bevredigend schilderwerk mogelijk te maken. JJ
,,Blarenhuisje"
:
doorsnede t,an
een raantkozìjn na z jrLat etþositie. Dc builenzij,le is zeer ntLt doctr uLoeibaat uater (bouen de
honkelLijn); aan
de
natte binnenzijde ìs het lnut urij ù octg.
,,l3lu'enkast" rcor
ond¿t zoek
oþ blaaruornting en oþ relatieue
uochtafsluiting t.
34
o.u.
b
uitenu erfsy
uall s te
e
nt,
bitLnen-
l--_ ondergrond
,,
B lar enhuisj e"
:
do or sne
de t, an
een raamkozijn na z jaar exþositie. De buitcnzijde is zeer nal tloor uloeibaar wat¿r (bouen de kronkellijn); aan de natte binnenzijde
urij
is
het hottt
droog.
,,
B lar enhuisj
e", Z. W. zij de ( Verfnstittt ut -
7-.
N. O. )
.
Tenslotte kan opgemerkt worden, dat het rverk van de Stichting Verftoepassing op de bovengenoemde punten steeds meer bekendheid krijgt in de verschillende bij de boun' betrokken kringen. Dit blijkt uit de vele vragen, die mondeling, schriftelijk en telefonisch binnenkomen. Deze vragen betreffen vaak moeilijkheden, die men bij schilderu,erk achtera¡f ontmoet. Het is echter verheugend, dat door het u'erk van de Stichting het inzicht veld wint, dat oriëntering uooraf de voorkeur verdient. ,rBlarenkast" ¿;oor
onderzoek
oþ blaaruorming en oþ relatieue uochtafsluiting uan binnent.
o.u.
b
uitenu erfsy s teem.
Voor'1
Het onderzoek
zcfIirrq
cir.r' lr.c¡'lr z:r
a
n Ir crlcrr
de bovenaangegeven zin
uijf jaar sþeuruerk
rrr.r.5 Onderzoek naar de ínt'loed aan de uer¿uLtrzaming oþ de wisselwerking tussen uerf en hout
Een vee I gehoorde klacht uit het schildersbedrij I be tre fi de soms ongunstig e invloe cì van hout-verduurzamingsmiddelen op het aangebrachte verßysteem. De vraag rijst bovendien of, zoals in bepaalde gevallen r'voldt aanl¡evolen, het verduurzamingsmidclel zonder schade voor het geheel in de eerste verllaag kan r,r'orden opgenomen. Rekening houdende met een toeneming van het gebmik van bedoelde micldelen in de toekomst en de vaak onvoldoende bekendheid van de Ieveranciers met de invloed ervan op verflagen, is een onderzoek, als boven aangegeven, zorvel voor het schildersbedrijf als voor de ve::fir-rdustrie van g1'oot nut.
N{et medcr'r'erking van het Houtinstituut 'I.N.O. rverden inlichtingen verkregen van leverancieLs van verduurzamingsmiddelen en van làbrikanten var-r verven over hun ervaringen en ziensv'ijzen ten aanzien van de invloed van deze middelen op de duurzaamheid van verßystemen. Aan cle hand van eigen proeverl met een daartoe speciaal uitger,r,erkte methodiek r,l'ercl nagegaan in hoeverre bepaalde verduurzamingsmiddelen zich met verf verdroeg^en.
FIet onderzoek v,ordt
in de boven aangegeven z1n voortgezet.
ON DE R\,VE RP
Inaloed. aan de
T T
T. I
tle
,6
te
þassen uerf en de aanbrengtecltniek
Floer,r,el in het onderzoek de meeste aanclacht 1a's¡d 96\ ,ijd aan de invloed van de ondergrond op het resultaat van het schildenverk, mocltten toch de met de aard 36
'erduurzaming op de u'isselwerking tussen
:drij f betreft de soms ongunstige invloed aangebrachte verfsysteem. raalde gevallen r'vordt aanbevolen, het rr het geheel in cie eerste verfìaag kan ret een toeneming van het gebruik van vaak onvoldoende bel<endheid van de crflagen, is een onderzoek, als boven l-als voor de verfindustrie van groot nut.
Te zaeinig,,aden'tend" buitenuelrt))
van
cle
t
teem,
verf en de aanbrengtechniek samenÌrangende invloeden niet uit het oog
r'r,orden verloren.
rut 'I.N.O. r,r'erden inlichtingen
ver:-
,ingsmiddelen en van fabrikanten van n ten aanzien van de invloecl van deze temen. Aan de hand van eigen proeven rethodiek r't'erd naÉlegaan in hoeverre ret verf ver:droegeu.
cven zin voortgezet.
, de aanbrengtecltniek
Lcht u,erd gervijd aan de invloed van de
derr,verk, mochten toch de met de aard
De factoren, die bij dit onderzoek cle aandacl-rt vragen, zijn: rrI.I.6.r de invloed van de verf; rrr.r.6.z de invloed van de aanbrengtechniek. Voor het schilderen van hout rvorden verschillende verlÈoor-tcn toegepast. Deze soorten kunnen in trçee l-roofdgroepen r,vorden ondergellracht: de klassieke op basis var-r lijnolie en houtolie of hun veredelingsprodukten en de moderne op basis van synthetische produkten. Tussen bcide groepen bestaan echter ook nog overgangen, zodat een scherpe scheiding moeilijk aan te geven is. Deze hoofdgroepen kunnen rt,eer in tal van ondergroepen r,r''orden verdeeld, die speciale produkten omvatten) u,elke bÜzondere eigenschappen hcbben met betrekking tot de duurzaamheid van het ermede verkregen verßysteem' Voor rt,at de aanbrengtechniek betreft zij opgemerkt, dat het in de praktijk voorkomt, clat bij het aanbrengen van een trn,eecle r:esp. volgenclc verflaag een tijdsruimte van !24 uur in acht rvordt genomen. Deze tijdsruimte kan echter ook veel langer zijn b.v. 6 maanden. Aangenomen mag u'orden dat cle lengte van deze termijn de eigenscl-rappen van het velfsyste ert zal beïnvloeden, zodat het nuttig is ook hieraan aandacht tc besteden. 37
Een. slechte ntechaniçche rcorbehandeling
ran het hout geeft rninder
dttut zaant
schiLderwerk.
In het
onderzoek \\'erden proeven opgenomen met handelsprodukten, \ /aarvan de grondstofbasis bekend is en met zelf bereide vervenr zorvel op klassieke als op moderne basis. Aangezien in de pr-aktrjk onderscheid r,r'ordt gemaakt tussen ademende en niet-ademende verven, u'erd de invloed hiervan eveneens nagegaan.
Het onderzoek wordt in de bovenaangegeven zin vooltgezet. ONDER\VERP III,2. Onderzoek naar de inuloed aan metalen als ondergrond oþ de eigenschaþþen aan het schilderwerk
Bij het schilderer-r van metalen, zoals staal, is het primair de bedoeling door het aanbrengen van een verßysteem deze ondergrond zo langdurig mogelijk tegen agressieve invloeden uit de omgeving (in het algemeen de atmosfeer) te be38
lI
ondergrond
Den slechte mechanische roorbehandeLing
tan het hout geeft minder
duurzaam
schilderwerk.
schermen. Daarnaast r,vorden aan het verfsysteem vaak nog zekere esthetische eisen gesteld.
Bij de behandeling met een ver:flsysteem zaI de
bescherming van het metaal
daarmede slechts effectief zí1n, zolang het verßysteem intact blijft. Men streeft daarom naar het aanbrengen van verfsystemen, die een zo groot mogelijke duurzaamheid bezitten. In de praktijk echter r,r,'orden bij l-ret schiÌderen van metalen, zoals staal, vaak moeilijkheden ondervonden, die met eerÌ onverr'r'acht verminderde duurzaamheid van het aangebrachte verfsysteem gepaard gaan en dus ook met een ongewenste kortere duur van de beschermende rverking daarvan. \{aaraan deze moeilijkheden precies toe te schrijven zijn, is vaak niet met zekerheid aan te geven, al heeft men soms wel een indruk van de richting rvaarin men moet zoeken. Bij een verminderde duurzaamheid van een verßysteem op metaal zullen factoren een rol kunnen spelen, die in direct verband met de verl en/of met de metalen ondergrond staan, b.v. met hun samenstelling. Daarnaast kunnen factoren op-
nen met handelsprodukten, waarvan :ide verven, zowel op klassieke als op onderscheid wordt gemaakt tussen e invloed hiervan eveneens nagegaan. iq''¡
ln zrn voortB-ezet.
,,len
als ondergrond
oþ de eigenschaþþen
is het primair de bedoeling door het ergrond zo langdurig mogelijk tegen het alg^emeen de atmosfeer) te be-
treden, die van buitenaf hun invloed doen gelden. Hiertoe behoren b.v. de vochtigheidsgraad van het te schilderen metaal, de temperatuur ervan en die van de aan te brengen verf. lloer,r,el in vele opzichten aan deze vraagstukken reeds uitvoerige aandacht werd besteed, is men er tot nog toe niet in geslaagd voor alle moeilijke gevallen een afdoende oplossing te vinden. Dit is ook niet te verwonderen, aangezien het onder\t'erp zeer gecompliceerd is. Het is daarom van belang, dat systematisch r,r'ordt nagegaan, ',velke factoren bij de betrokken vraagstukken een rol spelen en rvelke invloed zij op de r,r,isselwerking tussen verf en metaal uitoefenen, zowel op zichzelf als in onderlinge samenhang. In verband met de in het bovenstaande gegeven uiteenzetting zal een onderzoek naar de invloed van staal als ondergrond op de duurzaamheid van het schilderi'r'erk zich moeten bezighouden met een nader bezien van verschillende factoren die zorvel de ondergrond, de verf, als de omstandigheden van buitenafbetreffen. N4en komt dan tot de volgende indeling: r. de invloed van de staalsoort; z. de invloed van de eigenschappen van het staal als zodanig; 39
uzlf .jaar sþeuruerk
de +. de 5. de ti. de 7. de .).
invloed r,'an het staaloppervlak i.v.m. de staalstructuur; invloed van l-Let staaloppervlak i.v.m. factoren van buitenaf'; invloed van de constructie; invlocd van speciaÌe voorbehandelingen van staal; inr'loed var-r de toe te passen ververl en van de aanbler-rgtecbniek. ONDË,RWE,RP
III.2.1
Inuloed uan de staalsoort
In de praktijk is gebleken, dat de staalsoor-t ir-rvloed heeft op de duurzaamheicl van daarop aangebrachte verflagen. Flieraan is echter van andere zijde uitvoerige aandacht besteed, zoclat het voorlopig overbodig lijkt, daaraan te r,r,er-ken. In het algemeen za\ daarom volstaan dienen
te rvorden met het nemen van proeven
met het gebruikelijke constructiestaal van een in de praktrjk toegepaste dikte; voor sþeciaLe gevallen echter zouden ook andere staalsoorten voor onderzoek in aanmerking kunnen komen. ONDER\^/ERP III.2.2
De inuloed aan het staal als zodanig
Het staal als zodanig heeft, naar de literatuur aangeeft, invloed op de duurzaamheid van de verflagen. Aan de hand van deze litcratuur zal dienen te rvorden nagegaan, in hoeverre onder-zoek op dit punt ge\^¡enst is (corrosie-problemen; onzuiverheclen in het staal; kathodische en ar-rodische plaatsen) . oNDER\4'ERP rrr.2.3
De inuloed aan de tlestand uan het staaloþþerulak i.u.m.
d¿ staalsh'uctuur
De toestand in structurele zin van het oppervlak, clat de schilder ter behancleling is van veel belang voor de duurzaamheid en clc beschermende r,verking van de aangebr-achte verflaa'en. Zo zal b.v. een reliëfrijk oppervlak aanleiding geven tot plaatselijk zeer merkbare dikte-verschillen in de verflaecn. Bekend is uit vroeger onclerzock, dat de duurzaamhcicl van verflagen op staal en
u'ordt aangeboden,
40
tondergrond
le staalstructuur;
hun anti-corrosieve r,r'erking tot op zekere hoogte evenredig zijn met de dikte der
àctoren van buitenaf;
verflagen. De structuur van het staaloppervlak hangt o.a. samen met het al of niet aanwezig zijn van roest ofop andere rvijze opgetreden corrosie, van een rvalshuid, van het in meer of mindere mate nog aanu'ezig zijn van de r.r,alshuid als gevolg van on-
n van staal; r van de aanbrengtechniek.
invloed heeft op de duurzaamheid erige aandacht besteed, zodat e
heT
worden me t het nemen van proeven
in de praktijk toegepaste dikte;voor taalsoorten voor onderzoek in aan-
voldoende verrvijdering, van de intensiteit van het stralen, lteitsen, bikken, enz. en van resterende straalmiddelen. I)e veroudering en de omstandigheden r'r'aaronder de veroudering plaats vond hebben eveneens invloed op de toestand van het staaloppervlak. Bij dit alles is uiteraard de wijze van bereiding van het staal (staalsoort) en van de nabehandeling (b.v. rvijze van r.r,alsen) van grote invloed. Tenslotte kunnen ook nogveranderingen in het staaloppervlak ontstaan ten gevolge van de n'ijze van verrverking (b.v. lasnaden), die een aparte bestudering vragen. oNDERWERP rrt.2.+ De inuloed uan de toestand uan het staaloþþerulak i.u.m. factoren uan buitenaJ
' aangeeft, invloed op de duurzaam:ze literatuur zal dienen te worden Lnt gewenst is (corrosie-problemen; nodische plaatsen).
aloþþerulak i.u.m. de staalstructuur ,lak, dat de schilder ter behandeling :duurzaamheid en de beschermende o zaI l¡.v. een reliëfrijk oppervlak : dikte-verschillen in de verflagen. 'zaamheid van verflagen op staal en
Een aantal factoren, die niet direct met het staal en zijn oppervlakte-structuur te maken hebben, dus factoren van buitenaf, kunnen veel toe of af doen aan de geschiktheid van het oppervlak voor duurzaam schilderr,r,erk. Tot deze factoren behoren b.v.: het vochtgehalte van het staaloppervlak in wissel'll'erking met dat van de atmosfeer; de temperatuur van het staal; organisch en anorganisch vuil, dat tijdens de bereiding van het staal, rnaar ook daarna aan het oppervlak afgezet is, of door chemicaliën bevattend regenwater erop is gekomen; oxydehuidjes, gevormd door oxydatie van het staal na het ye¡la,ijderen van de n'alshuid; foslaatlaagjes na het beitsen; restanten van straalmiddelen; ijzerverbindingen, ontstaan onder invloed van rookgassen e.d. oNDERWE RP Irr.2.5
De inuloed uan de constructie Het is een bekend feit, dat de uitvoeringswijze van een constructie er veel toe kan bijdragen, of met een bepaald verßysteem een acceptable bescherming rvordt 41
uijf janr
sþeuraet l,
verkregetl. Onclerdelen, cLie Lr.v. zo nitgcvoelcl zijn, clat regenrvater er gedur.encle lange tiicl in ltliift staan, naden clie het r.'ocht capillair opzuigen en vasthouden, moetcìr r.tit het oogpunt val bcscherming als fòuten in de constructie r,r,orcle¡ aangemcrkt. \/oorts geldt ook hier, dat de constructie zr¡ moet zijn uitgevoercl, dat het oppelvlak vóór hct schilderen goecL eereinigcl kar-r rvorden en clat cle schilder ool< alle plaatsen, r'r,aar beschermende verflaeen nodig zijn, kan bereiker-r en behandeler-r.
oNDERwTJRp rrr.2.6
[nuloed uan sþeciale uoorbehandelingen ao.n ltet staal
Teneinde een srotere duulzaamheid van het schildelnerk te verkrijgen, gaat mcrì staal vaak voorbehal-rdelen. Tot de voorbehandeÌingen beholen þ6¡ ys¡1arij¡lerer-r vau cle r,r'alshuicl ell valì roest, het aanbrcngen var-r 1-osfaatbevattenclc lagen, enz. Ook lledckt men het staalopper,,'lak vóór' hct schilderen r,r,el met ecn metaallaag b.v. zink (kathodische beschermir-rg) ; hier:door- vraagt ook het cluurzaam scl-rilcleren van zink cle aanclacht.
ON ])I1R\A/Ii RP
ITI,2,7
Inuloed ûan de L'erf en uan ¿e aa.nbrengtechniek
l3ij de lreschermins 'u'au staal spclen uiteiaar-d de eìueruchaþþett van cìe verf een glote loÌ. Nu is velf cchtel cen r.'elzamelnaarn voor een oneilclig aantal mogelijke combir-raties van piementen cn bindmicldelerr, die elk voor zich een bijdrage tot cle eigenschappen van de verf ler.eren. Ten aanzien van de beschermine van staal is leeds veeÌ u'erk or-er de juiste keuze van de voor dit doel meest passende combinaties gedaan. De ervai'ing leert, dat staal zeel goed door verf kan r,r'or-cler-l ìleschet'md, indien cle toestand van het staal cn de omstandighedcr-r, r,r,aaLondcr geschilderd u'ordt, gur-rstig zijn. Het feit, dat vaak onder one'unstise omstandiql-Leden eeschildercl moct rvorden, maakt echter clat de beschermins clool deze ovcligens toch eoede vervel-ì dik\^/ijls niet aan de verr,vachtinael-ì beantr,r,oordt. 42
ondersrond
erd zÜn, dat regenwater er gedurende cht capillair opzuigen en vasthouden, als fouten in de constructie r¡¡orden : constructie zo moet zijn uitgevoerd, ,ed gereinigd kan n,orden en dat de rde verflagen nodig zijn, kan bereiken
en uan het staal
:t schilderwerk te verkrijgen, gaat men handeiingen behoren het verivijderen )rengen van fosfaatbevattende lagen, iór het schilderen r.n,el met een metaal; hierdoor vrãagT ook het duurzaam
Hieruit zou kunnen rvorden afgeleid, dat gezocht moet worden naar verven, die een goede bescherming van het staal bieden, ook als zij onder minder gunstige omstandigheden r,r'orden aangebracht, b.v. op een duidelijk vochtige or-rdergrond of op staal dat niet volledig van rvalshuid of van roest is ontdaan. Hieruit blijkt het nut van proeven met een aantal verftypes, teneinde een oplossing voor deze problemen te vinden. Dat de aanbrengtechniek op de duurzaamheid van de aangebrachte verßystemen invloed heeft, staat vast. VIen denke b.v. aan de laagdikte, die al naar de aanbrengtechniek, zeer uiteen kan lopen. De dikte van een verflaag is in 't algemeen bepalend voor de duurzaamheid ervan. Tot de gebruikelijke aanbrengtechnieken behoren: dompelen, spuiten, strijken, gieten en aanbrengen met de gordijnmachine.
Tot de variaties in deze technieken die invloed op de duurzaamheid kunnen uitoefenen zijn b.v. te rekenen: - variaties in omstandigheden zoals temperatuur, druk, verdunning, enz.; - variaties in uitvoeringsvorm (soort kra'ast, spuit of rol, enz.); variaties in tijd tussen het aanbrengen van opeenvolgende lagen.
Voorts zijn belangrijk variaties in omstandigheden onmiddellijk na het aanbrengen. ;ngtechniek
aard de
eigenschaþþen
van de verf
een
een oneindig aanlal mogelijke comdie elk voor zich een bijdrage tot de nzien van de bescherming van staal is le voor dit doel meest passende com.aaI zeer goed door verf kan worden
al en de omstandigheden, waaronder lat vaak onder ongunstige omstandigchter dat de bescherming door deze aan de verwachtingen beantwoordt.
}Iet zal. daarom nuttig zijn hierop betrekking hebbende proeven onder naurvkeurig omschreven omstandigheden uit te voeren. Vt:i li< ìrí r. wt'¡-!i;¿;rlriir;ií'i{i.lrLr
De verrichte werkzaamheden hebben uitsluitend betrekking gehad op staal
als
ondergrond. In verband met dit onderzoek r,r.'erd in augustus r96o de Commissie Verf op Staal geformeerd, waarin mede deskundigen uit de staalverwerkende
industrie ztttíng hebben. De eerste r.r,'erkzaamheden omvatten een algemene oriëntatie over dit uitgebreide onderr,r'erp en een aftasten van de mogelijkheden van onderzoek met betrekking tot die onderrverpen, r,r,elke in de praktijk van primair belang geacht moeten worden. Voorts werd een overzicht gemaakt van \,\'at reeds bekend is over de toestand van 4.3
uiTf
.jaar sþeuruerk
l-ret staaloppervlak ir-r verband met de staalstructr-lur en van de vraagstukker-r, die
zich hierbij voorcloen. Aan de hand van literatuur is reeds ten dele nagegaan wat bekend is omtrent de invloed van de toestand van het staaloppelvlak in verl¡and met de in de toelichting aangegeven factoren van buiten aL Aan cen r,r,erkschema voor vercler onderzoek r'r'ordt gcrverkt.
l)e n,erkzaamheden, u'elke
eerst kortgeleden
zijn begonnen, zulleu met kracht
r'r'orclen voortgczet, oNDER\'VERP rrr.3 Onderzoek naar de inuloed. uan þleisterwerk, betzn, steen, bouwþlaten e.d. materialen als ondergrond oþ de eigenschaþþen uan scltilderaerk
ONDDRWERP III.q.I, PÌeisterr,r,erk, betou, steen.
Pleisterr'r'erk, beton en steen vormen een veel voor:komende ondergrond voor
verl
in de bour,r'nijverheid. In het bijzonder staat het schilderen van beton - ook om esthetische redenen tegenr'voordig sterk in cle belangstelling. Hierbij r,r,orclen echter diku'rjls moeilijkheden ondervonden. Deze hangen samen met de sterk alkalische reactie van beton in verse toestand ell van de meer of mindere alkaliteit van ver\,veerd beton, een en ander in combinatie met vocl-rt. In vers beton toch komt overmaat vocht voor, dat voor een deeÌ niet gebonden r,t'ordt, verdampt en via de verflaag r'r,il uittreden. Deze combinatie van alkaliteit en vocht kan aanleiding geverì tot aantasting van het schilderr,r,erk, tenzíj daartegen bepaalde voorzorgen genomen r,r,orden.
l)e vochtverplaatsing naar buiten kan aanleiding geven tot het optreden van blaren. In de literatuur r,r,orden allerlei mauieren aangegeven om beton met ver'ßystemen van speciale samenstelling direct te beschermen, dan tt'el na eet-t voorbehandeling, die aan het schilderen voorafgaat en die aantasting van de verf ++
I weersomstandigheden
ructuur en van de vraagstukken, die atuur is reeds ten dele nagegaan rvat d van het staaloppervlak in verband van buiten af. Aan.een werkschema
(l
ì-
moet voorkomen. Ook moet blaarvorming en afbladderen van de verf achterr.vege blijven. De bescherming van de wapening van het beton, het staalskelet, tegen corrosie speelt hierbij ook een grote ro1. Het blijkt, dat er ten aanzien van de bescherming van beton in het algemeen en de juiste wijze van bescherming van
beton door verf in het bijzonder, nogal verschil van mening bestaat. Systematisch onderzoek is daarom zeer gewenst.
i:
n zijn begonnen, zullen met kracht
'r/
¿-r
r'-r'
i¡rl
¡í:
..t,i'
¡'11i:;c
iìi¡,i,n I¡ *cl,it:r
Ter inleiding van het onderzoek is een literatuurstudie gemaakt en zijn besprekingen over dit onden,r'erp gehouden. terwerk, beton, steen, bouwþlaten e.d. schaþþen uan schilderwerk
/ e ct"
i..-:
c í f ;i n.e, rle
i'
r,.t
<'' r.'
k
z
¡
:r,;
Naar aanleiding van de besprekingen zal een r,verkschema worden opgesteld, dat aanvankelijk tot oriënterende en vervolgens tot meer definitieve proeven zal leiden. Het oriënterende onderzoek zar voornamelijk gericht moeten zijn op het uitwerken van een aan de praktijk goed aangepaste methodiek. De instelling van een commissie ,,\¡erf op Beton" wordt overwogen.
voorkomende ondergrond voor verf t het schilderen van beton - ook om r de belangstelling. Hierbij worden . Deze hangen samen met de sterk en van de meer of mindere alkaliteit natie met vocht. In vers beton toch L
niet gebonden wordt, verdampt en Ltie van alkaliteit en vocht kan aanderwerk, tenzij daaftegen bepaalde :1
leiding geven tot het optreden van ranieren aangegeven om beton met 'ect te beschermen, dan r,t'el na een :af gaat en die aantasting van de verf
oNDERWERP rrr.3.2 Bouwþlaten '''r¡a!ìr-'X*di'r¡'
Een veel gebruikt materiaal
in de bour,r.nijverheid vormen de bouu.platen. ztj
worden vervaardigd uit grondstoffen van zeer uiteenlopende aard en r.r,orden in veel gevallen met vernis of verf afgerverkt. Hoewel de toepassing van bouwplaten niet nieur,l' is, blijkt toch behoefte te bestaan aan voorlichting bij de keuze van geschikte verfmaterialen,
Hiertoe is kennis van de samenstelling van de diverse þe¡ia'platen een eerste vereiste. De moeilijkheden, ondervonden bij het schilderen of in verband staand met een te geringe duurzaamheid van de aangebrachte verfsystemen, kunnen tot verschillende oorzaken worden teruggebracht : 45
Sot ntnige aelJslt5
i,¿1
¡¡sn. Êú(Ln oþ
asbeslcetnent sneL Len gtonde
(Lurkr), andere niet (rechx).
I.
een hoofdbestanddeel van lìet type bouwplaat heeft een ongunstige invloecl op
hct aaneebraclÌte verßysteem; b.v. cle aÌkalisch reaserende cement in
asbest-
cemel-ìt;
2. een nevenltestanddeel, b.v. een kitmicldel, dat de hoofclbestar-rddelen samerì bindt, leidt soms tot bezn,aren bij het schilderen. Het feit, dat dergelijke ttevenbestanddelen bij verschillende soorten bouu'plater"r verschillend kunnen zijn, maakt het moeilijk om eeì-ì oordeel te geven omtrent het meest passende verßysteem, omdat cle r'visselr'r'erking tussen cle cliverse kitmidclelen en cle verf niet steeds gchjk is;
3. een velontreiniging, b.r.'. minerale olie, clie soms r,r.or-dt tocgepast Ìtij het perser-ì r'an harclboald, kan het schildelu'erk naclelig l¡eïnvloecler-r.
Van de in Neder'land voorkomende types bouu,'platen n'erd een overzicht samcneesteld. Deze lijst g'eeft tevens aan, u'elke de voornaamste ltestanddelen van de velmelde bourlplaten zijn. NIet betrekking tot het schilderen van asbestcementplaten r,r,erd een uitvoerig onderzoek verricht. Een publikatie is in voorbereiding. Te veru,achten is, dat de conclusies van dit onderzoek ook van toepassing' kunnen zijn op soortgelijke produkten zoals b.v. houtr,r,olcement, zodat hiervoor met enige oriënterencle proeven zal rvorden voÌstaan. 46
Sotntnige aerJiltsiernen gaan oþ
snel len gronde (Links), andere niet (rechts).
asbeslcemenl
Een goede isolalielaag uoorkoml gebreken in urfagen oþ asbestcement
(rechts), die an-
ders snel ten gronde .qaan ( links onder )
.
t plaat heeft een ongunstige invloed op lkalisch reagerende cement in asbest[el, dat de hoofdbestanddelen samen schilderen. Het feit, dat dergelijke L'ten bour,r,platen verschillend kunnen te geven omtrent het meest passende sen de diverse kitmiddelen en de verf
', die soms rvordt
toegepast
bij
ì.:j.:,!ì.;; i,;, ..'c't,.::::t:,,,,,.1r.',:'',,,
Het onderzoek r,r'ordt in de boven aangegeven zln voortsezet.
l.;.,1,i¡i',,'rj,-r,;,rr^'"j,." i/:J': ::t',
) :r :./
het | (Þ¡'È.rt'tJl:11.,
luwplaten werd een overzicht samen1e voornaamste bestanddelen van de )estcementpÌaten r,r'erd een uitvoerig rrbereiding. Te venvachten is, dat de
zijn op
,/,r,:..,ú:
Onderzoek naar de inuloed aan de ueerslmstan¿igheden tijdens het aattbrengen aan üer:f en kort daarna oþ de eigenschaþþen aan het schilder¿aerk
rerk nadelig beïnvloeden.
rpassing kunnen
Een oriënterende proef met het schilderen van een hardboard, die vooraf goecl geschuurd \t/as, gaf geen moeilijkheden.
soortgelijke
at hiervoor met enige oriënterende
De weersomstandigheden tijdens het uitvoeren van schilder."verk hebben glote invloed op de duurzaamheid en op het esthetisch aanzíen van het aangebrachte verfsysteem. Dit geldt zowel voor binnen- als voor buitenwerk. \'ooral in de r,r'interperiode zijn de \^;eersomstandigheden voor goed schilderrverk in het algemeen ongunstig. Het schilderen onder deze omstandigheden staat dan ook reeds sinds jaren in het middelpunt van de belangstelling. Onder ,,r,vinterse" omstandigheden zal de meeste hinder r,vorden ondervonden van de hoge vochtigheidsgraad van de
te behandelen ondergrond en van de vaak zeer- hoge vochtigheid en de Ìage temperatuur van de atmosfleer.
Bij een hoge vochtigheidsgraad van het te schilderen object en van de atmosfeer 47
ilIet
tuaLu geuukle blarett beuriezen bij uorsL, ual sneLLe destrt¿ctie uoLse
/;an
uan de uetf tetr gelLebben..
riskeert men olldermeer een onvoldoende droging en doordroging van de aangebrachte verfìagen, een slechte hechting van het verfbysteem op de ondergrond, het optreden van l)laren, alsook een sterk opr,t'erken van de houtvezel bij uit-
droging van het aanvankelijk te natte hout. Bovendien zullen velschillende materialen bij lage temperatLrren moeilijk te velnverken zijn, slecht vloeien ol te Iangzaarn dloger-r. Het ligt voor de hand, dat de resultaten van het werk daardoor niet aan redelijke eisen zullen voldoen en dat een onderzoek tot verbetering van die resultaten ger,vcnst is. BehaÌve in de r,l,intel zal de schilder ook in andere seizoenen overlast van weersinvloeden kunnen ondelvinden. Het is daarom ook gerveust aan cle inr,Ìoecl var-r ,,niet-r,r"interse" omstandigheden aandacht te scl-renken. \lerder is het u'eer gedurencle de r't,inter zo, clat het uitvoeren van buitenrverk niet ir-r aanmelking komt en men zich meestal tot binnenr't'elk beperkt. Om deze leden lreeft de Contmissie I'lte¿rsonstan.digheden zich brj de ,,r,t'inter-pLoevett" vootlopig alleen met de bestudering van de invloed van de atmoslèrische omstandigheden en de toestand van de te beÌrandelen (houten) ondergrond bezig gehouden, voor zovel' deze zich l¡innenshuis bevinclt.
De rverkzaamheder-r van de C,lommissie Weersomstandigheden hebben zich aanvankelijk beperkt tot het op de voet volgen van experimenten, die door anderen uitg^evoerd r,verden en het geven van advies en commentaar daarop. Deze proever-r betroflèn o.a. r,r,onints-bou\^¡ te Rijsu'rjk en 's-Gravenhage. Een er-r 48
fuIet water geaulde bLaren beuriezen bij uorst, ual snelLe destructie uan de uerf ten ge-
Droogstoken uan in aanbouw zijnde uoningen door inblazen t'an uer¿aarmde luchl.
uolge kan hebben.
in nauwe
samenrt'erking met het Departement van Volks-
droging en doordroging van de aanan het verfsysteem op de ondergrond, r opwerken van de houtvezel bij uit-
ander geschiedde
rout. Bovendien zullen verschillende te verwerken zijn, slecht vloeien of te
vruchtbare samenwerking met bouwondernemingen te komen. Eerst in het rvinterseizoen r959/6o u'erd een trveetal bourvmaatschappijen bereid gevonden om aan het nemen van proeven mede te werken. Bij deze proeven r,verd vooral gelet op de toestand van de ondergrond en op de atmosferische omstandigheden bij het schilderen van het houten binnenrverk der proefrvoningen. In het bijzonder gold dit temperatuur en vocht. Getracht r,r'erd deze door middel van verwarming der woningen zodanig te regelen, dat een nadelige invloed uit dien hoofde op het schilderwerk zoveel mogelijk n'erd uit-
rt de resultaten van het werk daardoor lat een onderzoek tot verbetering van andere seizoenen overlast van weers-
rrom ook ge'"venst aan de inr4oed van te schenken. zo, dat het uitvoeren van buitenwerk stal tot binnenr,verk beperkt. Om deze cn ztch
bij de ,,rvinterproeven" voor-
,loed van de atmosferische omstandig(houten) ondergrond bezig gehouden,
ms t andig he den hebben zich aanvankelij k 'imenten, die door anderen uitgevoerd
:ntaar daarop.
te Rijswijk en 's-Gravenhage. Een
en
huisvesting en Bourvnijverheid en met het Bedrijfschap Schildersbedrijf.
Ondanks uitvoerige besprekingen gelukte het aanvankelijk niet om
tot
een
geschakeld.
De proeven hebben duidelijk aangetoond, dat door een goede organisatie en een doeltreffende controle in dit opzicht veel te bereiken is. Het bleek, dat aandacht besteed aan goede ventilatie, voldoend voorgedroogd houtwerk, juist uitgevoerde constructies (kozijnen, ramen, deuren; toepassing van condensstrippen), aangepaste bour,r'materialen (steensoorten), een verantwoorde wijze van beglazing, eî2. tot aanmerkelijk verbeterd schilderwerk leidt, Deze verbetering betreft zowel duurzaamheid als esthetisch aanzien, Een voor de schilder en voor goed schilderlverk belangrijk resultaat van de bemoeiingen van de Commissie Weersomstandigheden rvas het volgende: Op advies van de commissie heeft het Departement van Volkshuisvesting en Bouwnijverheid een gunstiger wijze van uitbetaling van de premie voor woningen +9
i:iif'joar
tþeuru:erk
ont\\'orpen, die onder
de
vigeur van de ,,Premie- en Bijdlage-rege ling r 953"
er-ì
van
de ,,Plemiebeschikking Woningbourv r957" r.allen. Deze regelir-rg komt de schilder fir-rancieel ten goede. Zrj houdt cchter tevens in de mogelijkheid dr,rurzamcr scirilderr'r,erk te leveren, omdat de schilder financieel niet meer gebaat is rnet te sr-rel opgelevercl r'r'erk. Het schilder\\¡erk Ì(an nu in ccn passender tempc) geschieden, rvaarbij ge\vacht kan r,r.'orden op de voor' het uitvoelen van g'oed schildenlerk meest gunstige rveersomstandigheden en door b.v. volgens een perioclen-scl'rema te werken, heteeen vóór cleze legeling niet mogclijk lvas.
Den rapport over de bevir-rdinger-r van de Commissie Weersomstandigheden is in voorbereiding.t D. voortzetting van het u,erk zal aansluiten op de reeds opgedane ervaringen. Behalve proeven onder ,,.uvinterse " omstandigheden, staan ook onderzoekingen bij boun'objecten ir-ì de periode april-oktober op het prosramma. lliervoor- zijn contactcn gelegd.
Het lapport is inmiddels gereedgekomen en gcpubliceeld fBouw
er'fl
(r96r)
en cle schilclersbìadenl.
no. 24, 7ao
c- en Bijdrage-regeling I 953" en van
' vallen. Deze regeling komt
de
3r tevens in de mogelijkheid duurilder financieel niet meer gebaat is
rk kan nu in een passender tempo r de voor het uitvoeren van goed 3heden en door b.v. volgens een :e
regeling niet mogelijk
vr'as.
nmissie Weersomstandigheden is in zal aansluiten op de reeds opgedane ' omstandigheden, staan ook onder-
april oktober op het programma.
Een groot aantal interne rapporten n'erd opgesteld, zowel ter voorbereiding van als met betrekking tot de uitvoering der werkzaamheden. De aan de H.C.D. uitgebrachte interne rapporten zijn op blz. 5z vermeld. Deze rapporten, die in vele gevallen een voorlopig of oriënterend karakter hadden, leidden uiteindelijk tot een aanTaf publikaties en lezingen, \'aarvan een opsomming gegeven wordt op pagina 58 resp. 64. Een groot aantal lezingen en cursusavonden u.erden gehouden o.a. voor organisaties op het gebied van verfbereiding en van verfverrverking, van de hout- en van de bour,l'r,r'ereld. Hiervoor bestond grote belangstelling. Het gesproken woord met toelichting door Ìantaarnplaatjes bleek in het algemeen meer nog dan het geschrevene in de publikaties, aandacht te hebben. FIet lezen en ernstig bestuderen van vakliteratuur schiet er in deze dynamische, met allerlei beslommeringen zo overmatig gevulde tijd, bij velen bij in. Deze lezingen en cursussen gaven dan ook aanleiding tot leerzame gedachtenwisselingen. Ook ontstonden hierdoor contacten tussen deskundigen en organisaties op uiteenlopend gebied. Hierdoor leerde men ,,elkaars taal" beter verstaan en verkreeg men een beter begrip voor elkaars verlangens, voor elkaars moeilijkheden en voor elkaars standpunten. Hierdoor kr,vam men in vele opzichten tot elkaar. Dit ,,ontmoeten" is vaî zeer veel belang gebleken, omdat daardoor, zoals b.v. in de bouu', een betere samenr,r'erking ontstaat, die tot een beter resultaat van het werk leidt.
ubliceerd [Bouw r6,no.z4,7lo (r96r); I
aden].
5r
uijJ jatrr sþeururrk
raþþorl tU.
r. rq56 2 o-l
3.
4.9 5. 6. 7. B.
.)
Õ
-o
llou'nven
in dc
rvir-rter.
Bevindingen inzake het uitvoeren van uieu'"t'l¡ourv schilderr'r'crk, etc., G. (ì. ter Br-rrg. Beschermingsmaatregelen bii de venr''elking van D.l).-lakker-r. Bouu,en in de r,r'inter'
ro
Enige rvettelijke bepalingen t.a.\'. vellTall'iekcn en schildcrsbedrijven, C. H, Buschmann.
-r2 Informaties proefobject ,,te Werve-West", G. G. ter Burg. 15 Gegevens over houtsoortcn, ',velke thans in Nederland r'volden gebruikt I, Houtinstituut T.N.O. -16 Gegevens over houtsoorten, rt'elke thans in Nederland r'r'orden gebruikt II, Houtinstituut T.N.O. -17 Opgave houtconserveringsmiddelen toegePast in Nederland voor bour,r'hout, dat voorzien r,r'ordt van eett verl-- of vet'nislaag, Hout-
institrnrt T.N.O.
-I9 -20
Eigenschappen van houtconserveringsmiddelen die mogeliik van invloed kunnen zijn op de verl'baarheid van ermede behancleld hout, Houtir-rstituut T.N.O. Aanbrengtechniek in verband met verfr.erdelir-rg, J. van Loon' Ge gevens omtrent in Nederland gebr:uikte houtsoorten,J. van Loon.
-OO
Onclerzoek naar de invloecl van de ondergrond oP
rB
r. 12. r
I O
r+.
I5 rti
cle eic-e
nschappen
van het schilderu'erk, J. van Loon. l)e pharmacologische r'r,erking van enkele in de verfindustrie ge1.) bluikelijke oplosmicldelen, E. F. NL Schrijver. De invloed van cle inhoudstoffen van hout op de bestat-rdheid cn de drogine van olie- en polyesterlakken. -26 Invloed van houtconservelingsmiddelen, Houtvoorlichtingsinstituut. -27 FIet onderzoek van þe¡1a,platen ten aanzien van hun geschiktheid RO
T
raþþorten
raþþort nr.
om er verf op aan te brengen, Inst. v. Bouwmaterialen en Bouwconstructies 1'.1{.O,
lren van nieu'"r''bouw schilderr,r'erk, le veru,erking van D.D.-lakken.
rB. r956 zB Diverse bour'r'platen. I9. -29 Het etiketteren van voor de gezondheid schadelijke materialen, J, van Loon oñ Aantekeningen inzake schilderen in de r,vinter, H. E. Wulkan. J)" -o^ r 2r. Verfverwerkbaarheid, F. Th. G.J. ,r. d. Leeurv. -3
t.a.v. verffabrieken en schilders:rve-West", G. G. ter Burg.
¡elke thans
in Nederland in Nederland
-35
oE
.)' -oÂ
r,r'orden
o. ¡elke thans
J.t
24. worden
.o. lelen toegepast in Nederland voor van een verf- of vernislaag, Flout-
z6' 27.
z7
-39
rnet verfverdeling, J. van Loon. I gebruikte houtsoorten,J. van Loon. de ondergrond op de eigenschappen
29. 30. 3r.
+3
4+
-+5 a -Á+/
33.
48
lon. van enkele in de verfindustrie ge-
34. 1957-
r
r.
.1).
.-)
M. Schrijver.
n van hout op de bestandheid en de
rkken.
36
4
37
5
smiddelen, Houtvoorlichtingsinstir ten aanzien van hun geschiktheid
Voorzorgsmaatregelen bij de verwerking van polyesterlakken en daarbij behorende,,verharders". Invloed van r.t'interse omstandigheden op het schilderwerk in Zweden. Bijzonderheden over de ,,klassieke" bourvhoutsoorten,.|. van Loon. Controles in werkruimten r.r'aarin tolueendiisocyanaten gemaakt en
verwerkt worden. 28.
,'veringsmiddelen die mogelijk van rfbaarheid van ermede behandeld
Nieurvbouvr,-experiment tijdens vorst. Bouwexperimenten.
Maatregelen ten opzichte van voor de gezondheid schadelijke verven, vernissen of soortgelijke produkten, H. W. Talen. Uiteenzetting activiteiten inzake,,r.r,'interr,verk", H. E. Wulkan. Het schilderen van deuren, paneeltjes en panelen, J. van Loon. Nog enige bijzonderheden over,,klassieke" houtsoorten, J. van Loon. Blaarproeven, R. S. Dantuma. Conceptpublikatie C.S.V. :,,Driekn'artkan perman", R. L. Zielhuis. Conceptpublikatie C.S,V.: ,,Een gewaarschur^,d man", R. L. ZieÌhuis. Invloed van de mechanische bewerking van het hout op het
schilderwerk, J. van Loon. Vergelijkend onderzoek naar de verwerkbaarheid van plamuur, J. van Loon. Commissie lVeersomstandigheden; r¡.erkzaamheden,
D.
gieter. J.1
Canne-
uyf jaar sþetuwerk
raþþort nr.
38. rg57- I
39.
Conceptpublikatie C.S.V.: ,,Ik ben zo ìranclig", J. van Loon'
over het vochtgehalte in muLet-r, H'
L"
- 9 Literatuur over de invloed van cle aanbrengtechniek op
het
- B Verzamelde
gegevens
Wulkan.
Ir
+r. _I
+3.
Ò
I?
schilderlverk, J. van Loon. Nevelvrije verfi;puiten, J. van Loor-r. Conceptpublikatie C.S.V.: ,,De schilcler cn de schilder I", F. Groeneveld.
r't'et
de r'r'et cn de
Conceptpuìrlikatie C.S.V.: ,,Het onzichtbare gevaar"
I, II
en
III,
F. F. v. d. Wey.
++.
-rB
45. 46.
-I9
+7 48 +9
Maatregelen nieur,vbour'vschilclerr,r'erk, .J. van Loon' -24 Lezing: ,,\'erf op hottt en op ìteton", J. van Loon.
-2o
Cor-iceptpublikatie C.S.V.: ,,Stel r-riet uit tot morgen",.|. van Loor-r. Van mager naar vet, J. van Loon. Indeling van verfu'aren met het oog op etikettering i.v'm. voor cle gezondheid schadelijke verfmaterialen (Ie versie), .J. van Loon.
22
-25 ConceptpubÌikatie: ,,Agba (Tola branca) en Tchitola", J. van I-oon.
50. 5 r.
-26 -27
tro
oR
53'
-29
5+.
.1.1
55
.tt
56 57
38 3g
-o 5o
-+o 54
Conceptpublikatie: ,,Ììr'varingen met Yang", J. van Loon. ConceptpubÌikatie: ,,Het fotograferen van reliëfvormen in verflagen", J. van Loon. Conceptpublikatie : ,,\'oorlopige mcdedelingen over elvaringen met het schilderen van enige ,,nieu\t'ere" houtsoorten", J. van Loon' Conceptpublikatie: ,,He t centrilugeren van verfÊlms", J. van Loon' Indeling van verfi,varen met het oog op etikettering i.v.m. voor dc gezondhcid schadelijke verfmaterialen (ze versie)' J. van Loon. Hardboard platen op deuren,.j. van Loon. Aanvullende proeven met Yang,.f ' van Loon. Verkleuring van bepaalde houtsoorten onder invloed J. van Loon. Voorlopige proeven met Keroe\\/ing, J. van Loon.
I raþþorten
raþþort nr.
k ben zo handig", J. van Loon. Let vochtgehalte in muren, H. E.
van de aanbrengtèchniek op Loon. )e schilcìer en de lvet
59. r957-+r Voorlopige proeven met Tchitola, J. van Loon. -42 Conceptpublikatie :,,Devern,erkbaarheidvan verven", J. van Loon. 6r. rg5B- r Conceptpublikatie: ,,Spuiten is gevaarlijker dan U denkt", J. van
6o.
Loon.
het
62.
-2
de wet en de
63.
III,
64.
-6
uit tot morgen", J. van Loon.
65'
-7
et oog op etikettering i.v.m. voor de Lterialen (re versie), J. van Loon. lerwerk, J. van Loon.
66. 67.
-9
68.
-r3
69. 70.
-r+
7r. 72.
-16
/.1.
-2o -2r
-
let onzichtbare gevaar" -el niet
I, II
en
oon.
beton", J. van Loon.
fola branca) en Tchitola", J. van ;en met Yang",
J. van Loon.
rgraferen van reliëfvormen
in
.1
-ro
r5
verf-
ge mededelingen over ervaringen met
rg
uwere" houtsoorten", J. van Loon. 'ifugeren van verffilms", J. van Loon. et oog op etikettering i.v.m. voor de rterialen (ze versie), J. van Loon, J. van Loon.
75.
-22
J. van Loon. )utsoorten onder invloed van licht,
76.
24
7+.
J. van Loon.
Invloed van vochtopneming door hout op schilderwerk,J. van Loon. Indeling van verfivaren met het oog op etikettering i.v.m. voor de gezondheid schadelijke verfi¡,aren (3e versie), J. van Loon, Lezing: ,,De beschermende functie van de verflaag op verschillende bouwmaterialen", J. van Loon. Conceptpublikatie: ,,lIout, schilderwerk, vocht I", J. van Loon. Kr,r,ast-, spuit- of roltechniek bij het aanbrengen van anticorrosieve verflagen, J. van Loon. Ervaringen met Wengé, J. van Loon.
Concept:,,Kwaliteitsvoorschriften voor timmerwerk", re versie, .f. van Loon. Over ,,draad", ,,nerf" en ,,poriën" van hout, J. van Loon. Concept:,,K'ur,'aliteitsvoorschriften voor timmerwerk", 2e versie, van Loon. Concept:,,Kwaliteitsvoorschriften voor timmenr,'erk"; bespreking van enige opmerkingen, J. van Loon. Invloed van schaven in combinatie met vocht op schilderr,r'erk (voorlopige mededeling), J. van Loon. Invloed van het vochtgehalte, de meshoek en de scherpte van de
.J.
ng,
'erving,
Conceptpublikatie: ,,llet centrifugeren van verffilms", 2e versie, J. van Loon. Conceptpublikatie:,,De schildertechnische bruikbaarheid van verven, die met de kr,r,'ast r.r'orden aangebracht", J. van Loon. Conceptpublikatie:,,Voorlopige mededeling over ervaringen met het schilderen van enige ,,nieuwere" houtsoorten", J. van Loon. Conceptpublikatie:,,De schildertechnische bruikbaarheid van enige handelsverven", J. van Loon.
-25
uijf jaar sþettrwerk
raþþort nr.
messen
op
c1e oppervlakte-gladheid
van machinaal geschaall
naalclhout met betrekking tot het ververl van het hout, J. l-. Riisdijk
.1
enJ. v. Loon. Voorlopige mecledeling over onderzoek van de indringir-rg van verf in hout, J. F. Iìijsdijk en J. v. Loon. Voorstel voor proeveu met het blaarhuisje,.J. van Loon' Toxiciteitsonderzoek van cie huid, K. E. Nlalten. Oppervlakte-ber.verking en behandeling van timmerr't'erk, .|. van Loon. Invloecl van vocht en mechattische voorbel-Landeling van het hout
:)
op het schilderwerk, J. van Loon. Inclringing van verf en vernis op basis van een alkyclhals in vuren
78. rq58 z6
79.
27
Bo.
r95e
r
Br.
-
2
Bz
B3
en grenen, J. F. Rijsdijk en J. v. Loon.
84
6
o05.
- 7
86.
- B - g
87. oo ()(). Bq.
-ro -r r
Concept:,,Kwaliteitsvoorschriften voor timmerwerk", 3de versie, .f. v. Loon. Funclamenteel oncLer-zoek ,,Verf op hout"; voorstel tot vercler onderzoek, J. v. Loon. Yerf op hout I, J. v. Loon' Concept: ,,Knaliteitsvoorschriften voor timmelr'r'erk", 4de velsie J. v. Loon. Yerf op asbestcement, J' v. Loon. Invloecl van de structuul- en van de toestand van het hout op de duurzaamheid van daarop aangebrachte verflagen, .J. F' Rijsdrjk en
J. v. Loon.
9o.
Plamuuronderzoek, J. v. Loon.
9r.
Bour,l'hout, J. v. Loon. Invloed van vocht en schaven, J.
92. 93. 9+.
Rapport over r'r'interproeven in J. v. Loon. Concept:,,Krt'aliteitsvoorschriften enquête, J. v. Loon.
Loon.
periode Ig5B/59 te Flaarlem voor
concePt
raþþorten
rdheid van machinaal
geschaafd
rt verven van het hout, J. F.
Rijsdijk
derzoek van de indringing van verf -oon. blaarhuisje, J. van Loon. id, K. E. N{alten. Landeling van timmerwerk,
95. r959-2o 96. -2r
97.
-22
Conceptpublikatie: ,,Verf op hout I", J' v. Loon.
v' Loon. schadelijke gezondheid voor de met Nlaatregelen in verband Loor-r. matelialen in verschiliende landen' J. v. Proeven met blaarhuisje (voorlopige mededelitg), J.
-25 Inclringing van verf en vernis, op basis van alkydhars, in vuren en grenen II, J. F. Rijsdijk en J. v. Loon. Praktijkproeven Barendrecht I, J. v. Loon. 196oz 99. roo. - + Praktijkproeven Barendrecht II, J. v. Loon. De rt'isselu'erking tussen verf en hout, .J' F. Rijsdijk. ror. 5 ro2, - 6 Advies inzake ,,Krvaliteitsvoorschriften voor timmeru'erk", J. v'
98. J.
van
;che voorbehandeling van het hout )n. ,p basis van een alkydhars in vuren z. Loon.
ien voor timmenverk", 3de versie,
'rf op hout"; voorstel tot
raþþort nr.
verder
Loon. ro3
()
r04
-9
ro5. 106.
Conceptpublikatie: ,,\'erf op asbestcement", J. van Loon. -I onder u,interse omstandigheden. Ervaringen met Schilderrn,erk -t2
ro7.
-r3
ln.
IoB. ro9. r ro.
15
J. v. Loon. n de periode rg5B/59 te Haarlem
iften voor timmerwerk": concept
van het hout, J. v. Loon.
I
Iten voor timmerrt,erk", 4de versie
rn de toestand van het hout oP de rgebrachte verflagen, J. F. Rijsdijk
Nieuwe aspecten bij het schilderen van hout. I. Algemene beschourt'ingen, J. v. Loon. Nieuwe aspecten bij het schilderen van hout. II' Het vochtgehalte
r7
-I9
schilderr'verk tijdens en na de bou"v, J' van Loon. internationale besprekingen, ,, Indeling van verf *Lare n, eÍrt." ; i. v. m. J. v. Loon.
I", J, van Loon. Conceptpublikatie: ,,Ervaringen met Wengé", deeÌ I, J. v. Loon. Conceptpublikatie: ,,Ervaringen met Wengé", J' v. Loon'
Conceptpublikatie: ,,Verf op F{out
I I
uijJ',j
aal
sþer
trwer k
l)e volgende publikaties zijn aangeboderr aart diverse vakblader-r, \\'aarvan rvorden
gel.t.oemd
:
Yerfkroniek ('s-Gravenhage)
De Bourver (r\msteldam) De Opbour'r' (Utrecht)
Bonclsorgaan St. Lucas (1'egelen)
Op de Steiger: (Utrecht)
De Schilder (Goes) De Schilder ('s-Gravenhage)
Het Schildersgilcle (Leeur'r'arclen)
36¡1a, (Rotterdam) De Bour'r,er (Haarlem)
Periocliek (Heelsum)
l)e'Iimmerfabrikant (Arnhcm)
Schildersblad (Leeur,r,arden) Tijdschrift der Schilders van België
Floutn erelcl (Weert) Polytechnisch Tijdscbrift (Haarlem) Techniscl-i Gemeerrteblad (\'ught)
(Brussel)
tIOOFDONDER\VERP I
t. Driekwart kan þer man Korte inhoud: ,,Nlelk is goecl voor elk" geldt zowel voor dc scl'rilcler als voor andelen. Verkeerd is echter de mcning, clat cle schilcler extra mclk beìroeft, omclat hij net voor de gczonclheicl schaclelijke matcrialcn in aanrakir-rg komt. Integenclecl kan te veel melk clrinken voor een schilder naclelig zijn. Driekn'art liter per dag is voldoende vool ieclereen, ook voor cle sr:hilclcr.
z. Een gewaarschuwd
man
Korle itilnud: Bij het verrverken van voor' cle gezondhcicl schaclclijke materialen client men de voorgeschreven maatlegclen stlikt op te volgen. ,\ndels gebculen el ongclukken. Een
voorbeeld u'ordt claarr.'an gegeven.
3. Ik
ben zo handig
I(orte inhotLd: N,{en r'r,il wcl ccrrs op eigcn houtje op eerì) \\,'at merr velonderstelt,,handige" r'r'ijze iets aan een apparaat of bij een r'vclkwijze veLandeLer-r. Hieruit kunnen ernstige ongelukken voortvloeien, b.v. bij het werken met alùranclapparaten. -o 5o
þublikaties
4. De SchiLder en de W¿t - de Wet en de Schilder I iverse vakbladen, waarvan genoemd
Kotte inhoud: De ,,Wet" geelt allerlei voorzorgsmaatregelen aan om ongelukken te voorkomen, ook voor de schilder. Deze is in het algemeen daarmede onvoldoende bekend ol houdt er zich niet aan. Dit artikel doet een beroep op het gezonde verstand en op het
gevoel van verantwoordelijkheid van de schilder aan de hand van voorbeelden
Bouwer (Amsterdam)
praktijk.
Cpbour,r' (Utrecht) de Steiger (IJtrecht)
5.
SteL
niet uit tot morgen
verbonden zijn.
Iimmerfabrikant (Arnhem)
6.
rtwereld (Weert) 'technisch Tijdschrift (Haarlem) hnisch Gemeenteblad (\¡ught)
Spuiten is geuaarLijker dan
s chade lij ke
:l voor dc schilder als voor anderen. a melk behoeft, omdat hij met voor de drinken
ag is voldoende voor iedereen, ook voor
lheid schadelijke materialen dient men . ,\nders gebeuren er ongelukken. Een
U
denkt
Korte inhoud: ,,Spuiten" behoeft niet gevaarlijk voor de gezondheid te zíjn, maar kan dit worden als de nodige voorzorgsmaatregelen niet, of in onvoldoende mate worden genomen. Op deze maatregelen wordt nog eens nadrukkelijk gewezen.
7. Indeting aan aerJfwaren,
te veel melk
de
Korte inhoud: Met voorbeelden i¡.ordt aangetoond, dat men ,,tijdig" maatregelen moet nemen om schacle aan de gezondheid te voorkomen, Zoals in het artikel aangeeeven wordt, Iaat dit in de praktijk wel eens erg te wensen over, met alle nare gevolgen, die daarmede
rv (Rotterdam) Bourt'er (Haarlem)
rt. Integendeel kan
uit
b
enz. met het oog oþ etikettering in uerband met aolr de gezondheid
estanddel¿n
Korte inhoud: F,enzeer uitvoerig rapport o\/er een systematische indeling van vluchtige en niet-vluchtige verfcomponenten naar klasse van gevaarlijkheid voor de gezondheid. Door een daarop berustende codering wordt het mogelijk op eenvoudige wijze aan de schilder duidelijk te maken, welke voorzorgsmaatregelen hij bij verwerking van verfmateriaal in het algemeen en zo nodig in het bijzonder moet toepassen om schade aan zrjn gezondheid te voorkomen. Deze codering kan nl. met een korte toelichting als etiket op de verpakking van het verfmateriaal worden aangebracht. Hierdoor weet de schilder direct met wat voor mater.iaal hij gaat werken en wat hem in verband met zijn gezondheid te doen staat. Aan
een onzekerheid met betrekking tot gevaar voor de gezondheid bij het verwerken van verfmaterialen, zoals tot nu in de regel aanwezig, wordt daarmede een einde gemaakt.
In verband met de werkzaamheden van de Commissie Schadelijke Verfmaterialen is de volgende reeks van artikelen ontstaan: een, wat men veronderstelt ,,handige" veranderen. Hieruit kunncn crnstige
fbrandapparaten.
B.
Verf en Gezondheid,
R. L. Zielhuis.
Korte inhcud: Aan de hand van een overzicht van literatuur uit de laatste zo jaar wordt getracht een inzicht te geven omtrent de mogelijke relatie tussen expositie van de mens aan 59
-ì
uijf jaar sþeuruerk
verl-materialcn encrzijds en de rcactie daarop van het mcnselìjk olganisme anclcr.zijcls. Het is l-rierbii mincler- belanglijk ol één ol anclere giltige stof als verlmaterizral gebruikt nor.clt, maar wel oldeze in zoclanige concentratie ell vorm in de r.elfvoorkomt, dat bereiding en verwerking gevâalr voor de gezonclheid opleveren. In het altikel laat de schrijvcr de vcrfmatcrialen, naar klasse en als zodanig, mct het oog op dc mogelijkc irn loecl op het menselijk lichaam dc rcvue passcren. Een en andcr geeft een bclangrijke bijdrage tot het kennen van clie r''erfmatelialen, en clie omstarrcligheden van toepassing, M,aarbii gevaal voor dc gezonclheicl kan optleclen, Op cleze basis kunnen maatregelcn tcr voorkoming van schacle aan cle gezonclheid worclen overwogen en vastgcstelcl.
l{OOFDONDERWERP
r. Het fotogrqferen
II
uan rel.iëfuornun
in
uerJkLgen,.f.
van Loon en S. H. Liem.
Korte inhou.d: Naeegaan u,'erd u'elke mcthoclc het mogclijk maakt een bli.jvcncle indruk re verkrijgen r¡an de toestancl, r.r,aarin een \¡erfbppervlak zich op een bepaalcl tijdstip bevinclt, in het bijzonder r'r'at betreft reliöfverschillen, die mct cle ti jd kunnen veranderen. Het bleck,
dat met een speciale belichtirrgswijze dergclijke reliëfvelschillen fotografisch goed vast te leggen zijn. Deze methodiek rvas voor. het verdere wcrk r.'an groot belang.
z. Het
aanbrengerl uan ûerfagen door centrifugcren,
J. van Loon.
Korte inhoud: Een methodc u'eld uitgen'erkt om verflagen van ecn ge\,\'enstc, gelijkmatige dikte te maken, clus vrÜ l'an leliëf. Hiercloor is het mogelijk de duurzaamheid van dergclijke zeer gclijkmatige lagetr te vergclijken met die van in de regcl vrij ongelijkmatige, welke b.r,. mct cle kwast worden verkregen. Hielbij kl'amen inderdaad cluiclelijke verschillen naar. \roren, hetgecn ecn nieuw ir-rzicht in de meer of minclcre cluurzaamheid rran I'elflagen saf.
3. De schiLdertechnische bruikbaarheid J. van Loon.
u(i,n ueraen,
die met de kwast w0rden. lþgel)racht,
Korte in.hot¿d: Een thcoretische stuclie , waarbij n'ordt nagegaan, hoc cle r.e¡schillencle eigenschappen van een vellmoeten samenspelen, opclat deze schilclertechrisch bruikbaar, resp. schilclertechnisch goed bluikbaal zd, zijn. Dit bleek r-an bclang in verband met cle mogelijkhcid tot alleszins bevrecligend schildcn,rerk te komen.
4. De
schiLdertechnische bruikbaarheid
aarl enige handelsueruen., J. van Loon.
Korte inhotd: Aan een aantal hanclelsvervcn wercl door praktische beproeving door routineerde schilders nagcgaan in hocvelre deze op groncl van dc theoretische 6o
þublikaties
ìet menselijk organisme anderzijds. Het e stof als verfmateriaal gebruikt wordt, r in de verf voorkomt, dat bereiding en In het artikel laat de schrijver de velfrp de mogelijke invloed op het menselijk belangrijke bijdrage tot het kennen van rassing, waarbij gevaar voor de gezondelen ter voorkoming van schacle aan de
schouwingen, zoals aangegeven in de vorige publikatie, als schildertechnisch bruikbaar aan te merken zijn. l)eze studies bleken varr zeet groot belang vool verffabrikant en voor schilder, omdat deze daardoor resp. in staat zijn de schildertechnische kwaliteit van cle verf te verbeteren en fraai duurzaam schilderwerk te leveren. HOOFDONDER\^/ERP III
r. Eruaringen met
Yang,
J. van Loon.
Korte inhoud: Inhoudstoffen r.an Yang en vooral ook vocht hebben een grote invloed op aangebracht verniswerk. Nlaatregelcn worden aangegeven om deze schadelijke invloed tegen te gaan en een ongunstig resultaat te voorkomen.
[. van Loon en S. H. Lrem. nogelijk maakt een blijvende indruk te akzicli' op een bepaald tijdstip bevindt, t cle tijd kunnen veranderen. Het bleek, ìiëfverschillen fotografisch goed vast te werk van groot belang.
ren, J. van Loon. 'rflagen van een gewenste, gelijkmatige rogelijk de duurzaamheid van dergelijke de regel vrij ongelijkmatige, welke b.v.
inderdaad duidelijke verschillen naar rdere duurzaamheid van verflagen gaf.
die met de kwast worden
oþgebracht,
t nagegaan, hoe de verschillende eigendeze schildertechnisch bruikbaar, resp.
van belang in verband met de mogelijk-
J. van Loon. door praktische beproeving door ge-
handelsueruen,
e op grond van de
theoretische be-
z.
VoorLoþigemededelingenoaereraaringenmethetschilderenuanenige,,nieuu)erehoutsoorten".
Korte inhoud: De ,,nieuw'ere" houtsoorten, zoals Alzelia (Doussié), Yang, Iroko, Wengé, enz. geven moeilijkheden bij het schilderen ten gevolge van aanwezige inhoudsstoffen cn van vocht. Een voorlopig overzicht van de maatregelen, welke aan deze invloeden paal en perk kunnen stellen wordt gegeven. Hierdoor kan men tevens ook minder Last van ongewenste verkleuringen verkrijgen naast een verbeterde duurzaamheid van aangebrachte uernis\agen.
Zowel klassieke als moderne zru¿fsystemen schijnen ongevoelig voor de invloed van de inhoudsstoffen.
3. Agba (Tola branca) en Tchitola, J. van Loon. Korte inhoud: Het komt voor dat: re. hout verkocht wordt onder een verkeerde naam,
ze, hout in de bouw gebruikt wordt voor doeleinden, \¡aarvoor het primail niet aangewezen 1s en ge. aarr hout een behandeling moet worden gegeven, waar\¡oor het eigenlijk minder in aanmerking komt. Dit wordt aan de hand van een praktijkgeval met de houtsoort Tchitola beschreven. Aangegeven wordt, welke moeilijkheden zich voordocn en welke maatregelen rnen ter voorkoming daarvan moet nemen.
4. De inuloed aan aocht oþ hout en schiLderwerk I, J. van Loon. Korte inhoud: Uitvoerig wordt aangegeven, wat de invloed is van vocht en vochtwisseling op reliëfvorming en duurzaamheid van hout en schilderwerk.
6r
uijJ.jaar sþetn'øerk
I)e altpat'atuul vool onclcrzoek varr de ploblemen hout-r,ocht-r'erf zou,el ìn 1-ret laborato¡ium als onder praktijkomstandigheden worclt beschreven. FIet bleck, clat het belangrijk is het J-rout zoclanig te schilderen, dat een lvisseling in hct vochtpcrcentage van hct hout slechts binnen nauwc srerlzcn mogelijk is. De vcrls¡ stemerl voor birtnen-, buiten- en muulwelk rnoeten daalom volcloendc op elkaar. algcstemd zijn. Van belarrg is claarbij ook, clat hct houtr,velk als het gcschildeld r,r'orclt, cle juiste clroogtc-glaacl bczit. Reliël'- en blaarvolming zullen bìj het aanbouclcn van cleze lichrlijnerr geen probJcme¡ ¡neer zi.jrr.
5. Eruarinsen met Wettg¿, J. r'ar-r Loon. inlnud: \Vengó is een houtsoort, clie ondel invloecl van luchL, licht o1'uater-, ol'
Kort.e
combìnaties daarvan, aan stelke kleurvelanderinger.r onderhevig is. \'crnissen \/ertraast cleze verkleuringen slechts. Tot nu is nog gecn methode gevondcn om cleze sterke verkleulingerr tegen te gaan. In verband mct cle grotc wijclte van cle poriön moet lVcrrgé voor buitenwerk met een poriënvullel gevulcl worclen, andcrs wordt de cluur.zaamheicl van clc vernis sl-erk verminclcr.cl.
7. V*.f
oþ hout eil oþ beton,.J.
van l,oon.
Kotte inhottd: Wat zijn cle vlaagstukken bi.j het schilderen van hout en van beton cn u,elke maatregelen moet men nemen oûì tot verantwoorcl schilclerwerk tc komen?
B. De
beschermende
jfunctie t)an aerflagen,
J. van Loon.
Kotte ìnhoud: Eerr overzicht wordt gcgeven van c1e,"'raagstukken, clie zich bij het schilcleler-r van dc verschillencle soorteìl van onclergronclen voorcloen en clc huidìge stand van kennis vool cle juistc beharrcleling daalr,an mct verL Een goed inzicht in cle problemcn houdt tevcns in, clat mcn om tot goecl schilclelrverk tc komen, zich intensiel moet bezig houcler1 met en inleven in die vraagstukken. Hicrbij spelen de maatregelcn, clie men r-óór, tijclens etl na het schildercn in acht moet nemen, eer-r belanerijke rol. Deze maatr.egelen wol.den s1'stcmatisch besploken.
g.
Inuloed uan het hc¡ut als on.dersrond a00r schilderwerk,
J. van Loon.
Korte ittlLott.d.: l)c ploblemen samenhangencle met dc wissehvclking tussen r.er-f cn hout \4'orden uiteengezet. Àan de hancl rran voolbeelclen wordt aangegevcn, 'waar clc louten gezocht moeten rt'orclen en hoe clie louten moeten worden voorkomen, zoclat clit leiclt tot cluurzaam schilderwerk. 6z
þubLikalies
ut-vocht-verf zowel in het laboratorium n. Het bleek, dat het belangrijk is het vochtpercentage I'an het hout slechts
( moeten daarom vold.oende op elkaar routwerk als het geschilderd wordt, de I zullen bij het aanhouden van deze
nvloed van lucht, licht of water, of :n onderhevig is. Vernissen vertraagt thode gevonden om deze sterke vere wijdte van de poriën moet Wengé r, anders wordt de duurzaamheid van
leren van hout en van beton en welke
;childerwerk te komenî on. aagstukken, die zich bij het schilderen 'doen en de huidige stand van kennis
goed inzicht in de problemen houdt zich intensiel moet bezig houden le maatregelen, die men vóór, tijdens rgrijke rol. Deze maatregelen worden Len,
ro. De wisselwerking
lussen ueq¡f en hout,
Korte inhotd: Het blijkt, dat een viertal lactoren een belangrijke invloed hebben op cle duurzaamheid van verfl agen. Aan deze factoren werd tot nu onvoldoencle aandacht besteed of men hacl ten aanzien daarvan geheel verkeerde inzichten, verkeerd was b.r,. cle voorstelling, die men had over de wijze waarop verf zich bij het aanbrengen met de ondergrond verenigde. Door het toepassen \¡an een daarvoor, in samenwerking met het Houtinstituut T.N.O. uitgewerkte methodiek werd daarin een geheel nieuw inzicht verkregen. Dit gafverder weer aanleiding tot een verdieping va¡ o¡1ze kennis omtrent problemen, die met de duurzaamheid van verf- en vernislagen same¡hangen. Een van die resultaten r.r,as b.v. dat verf en vernis geheel anders in het hout dringen dan men tot nu aannam, nl. niet in de houtachtige celwanden, maar in de celholten van zeet bepaalde cellen. Een ander punt was dat het zeker niet juist is, dat een verf of rrernis, die ver in het hout dringt, door betere ,,verankering" ook beter hecht en mincler aanìeiding geefr tot blaarvorming. Zo ztjn er meer punten, waarvàt:r er enige nog een door verder onderzoek aan te vullen afronding behoeven, waarna publikatie kan volgen.
tr.
Verf oþ Hout.
Lezing,,Houtdag" te Amsterdam 23-ro-rg59, J. van Loon.
Korte inhoud: Behandeld werden de verschìllende factoren die, naar het onderzoek cloor het Verfinstituut T.N.O. ten behoeve van de Stichting Verltoepassing uitwees, een belangrijke
rol spelen bij de problemen rondom ,,Verf op Hout".
Tot
deze fàctoren behoren: de aard en de structuur van het hout; het vochtgehalte van het hout; de uitvoering van de te schilderen houten constructies; de mechanische voorbehandeling van het hout; de wisselr,r,erking tussen verf en hout.
rz.
Verf oþ Hout, J. van Loon.
Korte inhoud: Gelijk aan publikatie nr. rr. Lezing gehouden op rz-3-r96o te Antwerpen.
tlOOFDONDERl\/BRP IV
, J. van Loon. e wisselwerking tussen verf en hout lvordt aangegeven, waar de louten orden voorkomen, zodat dit leidt tot
J. van Loon.
Een publikatie is in voorbereiding.
(Inmiddels verschenen),
uijfjaar
sþeurwerk
8- g-'57 B- 7-'58
,,Verf'op Hout en Beton", Bouu,centrum, Rotterclam. ,,De beschermencle functie van \/erflagen',, Technische bijeenkomst
z6- r r -'58
Bouu'centrum, Rotterdam. ,,De behar-rdcling van 1-rarclhoutsoorten", Verenieing Harclhoutha'clel, r\msterdam.
r
I
r
r-r
z-'58
r
z-'58
5-
,,Problemer brj het schilderer-r in de r,r,o'ingbou\\,,,, Gesprekscentrum Bour.r'nijverheid, Haar-1em. ,,
Hout-Schilderr,verk-\/ocht", I)iscussie- Clult Schi lders, ì)en Haag.
rq-r r-'58 r
o- I
r\Ioderne -,r,erkmethoden: schilderen op hout, metaal, pleisterrt,erk. z-'58 ¡ I Cursus Bedrijßvorming, Ber-gen op Zootn. r -'58
73- 2:59 ,,Verf en lIout", \/ereniging van Timmerfabrikanten, Afcl. Zuicl-
22- 4:59
Holland, Rotterdam. ,,Verf en Hout", Vcreniging van Timmerfabrikanten, Afd. NoorclHolland, Amsterdam, tezamen met ì)iscussie-Club Schilders, Utrecht. ,,\'erf op hout als ondergrond", Boncl voor N,Iaterialenkennis, Utrecht.
zr-rc-r-'59
scÌrerming met verfmaterialen". ,,De schildertechnische ltruikbaarheid van verven".
r
o- 3-'59
r r- r-'6o ,,llout en vocht", Discussie-Club Schilders, Den Haag. zo- r -'6o ,,\'erlop hout", Studie-Club schilders, Amsterdam. z7- t:6o Applicatiecursus Zutphen: ,,N,Ioderne rverkmethoden voor cle ltc-
ISing \/.R.A.p.,
Utrecht. 3o- r I -'59
z-'60
z-'60 3-'6o 3-'60 3-'60 3-'6o
,,\'er*,erkbare en ollver\,rrerkltare verven". l)iscussie-Clult Schilders, Utrecht.
,,\'ocht en Yerf". Discussie-Club Schilders, Den Haag,
lezingen
wisselr,r,erking tussen Verf en lfout", Syndicaat der Verenigde Schilders van Antr,r'erpen, Antu,,erpen. ,,lIoe gedraagtzich verf olvernis op hout", Discussie-Club Schilders, Den Haag. Applicatiecursus Amsterd an (zte boven) . ,,lloe gedraagt zich verf op hout", Discussie-Club Schilders, Utrecht. ,,De r,visselwerking tussen verf en hout", Internationaal Technisch Congres van de Schilderspatroons, Rotterdam.
r
2- 3-'60 ,,De
ntrum, Rotterdam. :rflagen", Technische bijeenkomst
r
4-
3-'60
I8-
3-'6o
ten", Vereniging Hardhouthandel,
z8- 3-'6o 6- 5-'6o
e rvoningbou,,4,", Gesprekscentrum
erven". Discussie-CIub Schilders,
,,Praktische problemen bij het uitvoeren van buitenschilderu'erk", Amsterdamsche Vereniging van Huis- en Grondeigenaren ,,llet Eigendomsrecht", Amsterdam. g- r r -'6o "Richtlijnen voor het schilderen van woningen", Belangengemeenschap van Huiseigenaren,,Slotervaart", Amsterdam, r r-r r-'6o Applicatiecursus FIe erlen (zie boven) . rB-r r-'6o Applicatiecursus lleerlen. 2r-r r-'6o Applicatiecursus Hoorn, zB- r r -'6o Applicatiecursus lloorn. 6- r e-'6o Applicatiecursus Amsterdam. ¡z-tzL6o Applicatiecursus Amsterdam. 8- r z-'6o Applicatiecursus Arnhem. r 5- r z-'6o Applicatiecursus Arnhem. B- r s-'6o Applicatiecursus Bergen op Zoorn. z3-r r-'6o ,,Het schilderen van binnen-buitenweLk", Studie-Club Schilders, Amsterdam. r -r z-'6o ,,VerÊ en Ìakbehandeling van buitentimmerlverk", Ned. Bond van
childers, Den llaag,
zo-tzL6o
24- 5:6o
rssie-Club Schilders, Den Haag.
n op hout, metaal, pleisterwerk. Zoom,
Timmerfabrikanten,
Afd. Zuid-
Timmerfabrikanten, Afd. NoordDiscussie-Club Schilders, Utrecht. rd voor Materialenkennis, IJtrecht.
childers, Den Haag. [ers, Amsterdam.
:rne rverkmethoden voor de
be-
:id van verven". Kring V.R.A.P.,
Timmerfabrikanten, Afd. lloord-Brabant-West en Zeeland, Breda. ,,T.N.O. en speurwerk op verfgebied", Afd. Delft van de Bond van Ned. Schilderspatroons.
r'
onderrverp zíe z7-t:6o.
65
A. J. van Har2en (uice-uoor¿itLer),.J. Koster, W. van I(rimpen, Dr.s. (uoorzitter), Dr. Ir. C. van Nleeur,ven, H. J. Visser. In Ìret llestuur hebben voorts nog zitting gehacl H. L. Cramer', lI. L. de.fong, F. F. van der Wey..
,\. NI. Ilees
:
Ir. A. van
Åailst (Werkgroeþ, Antì-(iorrosie), Dr..
D.
Cannegierer, H.
J.
Cramer
P. H. de KÌe uver, .|. l(oster, F. Th . G. J. van cler Leeur,r. ( uoorzìtter ) , .J. r\, p. À leerc, lr. w. T. vermeulen,.Joh. de weyer, Ir. H. E. wulkan (Stichtin,q llatiobauw).
H.C.l). he}¡l¡en \-oorts nog zitting gehad: H. Rombeek, H. r'an Tilborg, F. F. van cìer Wey. Ir-r cle
Ir. C. lI. Rrrschma nn (Arbeidsinsþectie), h'. F. (]roeneveld (Arbeìdsinsþectie), Drs. F. l{artogensis (Inst. u. Gezondheidstecktiek T.lr.O.r, p. H. de Kleuver, J. I(oster: (t'oorzìtter) ,Ir. J. I-. \Io.rfils, (Inst. r.. Gezondheidstechniek r.N.o.), Ir'. W. T. Vermeulen, Dr. R. L. Zielhuis (Ared. InsL. uoor Praeuentieue (ìetrceskwtde). In cle C.S.\/. hebben voorts nop' zitting gehacl: FI. van 'l-iìborg, F. l-. van cler Wey. l)r. R. s. l)antuma,.f. Dunrrcbte'- (Ì)ond ]red. lrchitecten) , J.1,. (ì. lìrrrismann, Prof. K. Grillìoen (HorLtittstitttut T.N.o.), Ir. E. J. Heidcma (LloutuoorLichtìngtittsti.tuuL)
, F. Th. cì.J. r'an der Leeur,r' (uoorzitter),,I.
uoor Houtresearch)
In de C.V.FI.
'\.
P. Nleere,,\.
.
l"reeft voorts rìoq
zitting sehacl:
.fol'r. cle Wcyer.
Ir. A. van t\alst (Werkgroeþ Antì-C,lorrosie) (uoorziLter) , .1 . Dekker, Ir. H..J. Romeyn (\4/erkuroeþ lnti-(|orrosie), T. Sabel, I(, Wits. 66
prils (centrtm
'. van Krimpen, Drs. A. M. Mees sser.
d:
L. Brouwer, Dr. D. Cannegieter (uoorzitter), H.J. Cramer, H.J.Gerrits (Deþ. uan Vol,kshuisuesting en Bouwnijuerheid) , Iz. van Flaaften, T. Sabel, Ir. H. E. Wulkan (
Stichting Ratiobouw )
In de C.W.O.
.
heeft voorts nog zitting gehad:
G. G. ter Burg.
lr. D. Cannegieter, H. J. Cramer r Leeuw (uoorzitter),J. A. P. Nleere,
. E. Wuikan
(Stichting Ratiobouw).
[:
v.y.
F. Groeneveld úek T.N.O.), P.
(Arbeidsinsþectie),
H. de
Kleuver,
Gezondheidstechniek T.N.O.), l. Inst. uoor Praeuentieue Geneeskunde).
v.
.
Architecten) ,
E.
J. L. G. Ehrismann,
Heiderna
J. /,J.4.P.
(
Houtuoorlichtings-
Meere, A. Prins (Centrum
rzitter),.|. Dekker, G. J. Dolphijn, Sabel,
K. Wits. 67
,,1)e kLeurenfottt's zijn aeruaardigd door het lJotttinstituut T.N.O. in sam¿2werking m't lut Verfinstitr'tttt T.N.O., da zwarTwitte ifolo's door het Verfnstilttttt T.N.O. o¡f in sa.nurt-
nerking nt¿t de Techn.isch-Pbtsische-Dienst T. N.O.-7.H." TyþogrrLfische uerzor,qìn.q; ¡1.
f,[.
,\[ outon €d Cio.,' 6B
Rehorst s-Grauenha,qe
fii'l 4ä'