Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 1
Het onderwijs draait door Thema schooluitval Maandag 4 maart 2012 Het Hart van Noord te Utrecht Welkom De Stichting Turkse Ouders (STO) voor maatschappelijke participatie, organisator van de bijeenkomst, heet de aanwezigen welkom. STO is in 2000 opgericht als overkoepelende organisatie van comités uit de Utrechtse wijken Kanaleneiland, Utrecht-West, Zuid en Overvecht. De stichting is gericht op het beter benutten van onderwijskansen en verbeteren van leerprestaties van Turkse kinderen. De Turkse gemeenschap kan dat niet alleen en werkt samen met deskundigen uit het onderwijs, vrijwilligers in de wijken en maakt gebruik van landelijke expertise. STO vindt de verhouding tussen ouders, school en wijk belangrijk en vindt dat deze partijen zich gezamenlijk moeten inzetten om kansen en leerprestaties te verbeteren. STO heeft de komende vijf jaar de volgende speerpunten: ouderbetrokkenheid, ouderparticipatie, opvoeding en opvoedingsondersteuning. Verder moet de eigen cultuur onderhouden worden. Trends en ontwikkelingen in het onderwijsveld Door Zeki Arslan, programmamanager onderwijs en arbeidsmarkt FORUM Zeki Arslan licht toe welke trends op dit moment in het onderwijsveld aan de orde zijn: • In het basisonderwijs wordt veel geïnvesteerd in het verbeteren van taal- en rekenprestaties. • De resultaten van voorschoolse educatie zijn wisselend. Jaarlijks wordt € 265 miljoen geïnvesteerd in het verbeteren van de kwaliteit en het vergroten van de deelname aan voorschoolse educatie. • Er is veel aandacht voor de rol en betrokkenheid van de ouders vanaf de voorschool tot en met de universiteit. • Vanaf midden jaren 90 wordt jaarlijks € 150 miljoen geïnvesteerd in het terugdringen van schooluitval in het voortgezet onderwijs en beroepsonderwijs. De resultaten voor mbo niveau 1 en 2 vallen tegen, maar bij de andere opleidingen worden goede vorderingen gemaakt. • Er is weinig aandacht meer voor onderwijssegregatie. • De indruk is dat veel leerlingen een verkeerde schoolkeuze maken en een beroep kiezen dat niet past bij hun capaciteit. Hierdoor ontstaan tekorten op de arbeidsmarkt en jeugdwerkloosheid. Vanaf groep 8 wordt geïnvesteerd in loopbaanoriëntatie en loopbaanbegeleiding om kinderen en ouders te begeleiden in het maken van een keuze die past bij de capaciteit van het kind en bij de kansen op de arbeidsmarkt. • Verder is het belangrijk om schooluitval terug te dringen. Van de 100 kinderen die voortijdig de school verlaten komen 20 kinderen in aanraking met de politie en van de 100 kinderen die de school afmaken 2 kinderen. Paneldiscussie Het panel bestaat uit: - Onno Blok, regionaal coördinator van de aanpak voortijdig schoolverlaters bij gemeente Utrecht. - Nadia Daoudi, stedelijk coördinator schoolloopbanen. - Vivian Heijmans, beleidsmedewerker mbo Utrecht. - Marleen Bovee, programmamanager voortijdig schoolverlaten bij ROC Midden Nederland. - Ahmet Azdural, directeur Inspraak Orgaan Turken, overkoepelende organisatie van Turkse federaties en overlegorgaan van de Nederlandse regering, en - Margreet Schipper, wijkpedagoog bij het opvoedbureau van de GG en GD. Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 2
Schets van het probleem en enkele mogelijke oorzaken Tien jaar geleden heeft de gemeente Utrecht als doel gesteld dat het aantal jongeren dat de school zonder diploma verlaat met de helft moest worden teruggedrongen. Dat doel is niet bereikt, aldus Onno Blok. Procentueel gezien is de schooluitval bij Utrechtse jongeren het hoogst bij mbo niveau 1 en 2 maar de absolute aantallen zijn het hoogst bij mbo niveau 2 en 4. Dat is ook de landelijke trend. Het afgelopen jaar hebben 682 jongeren van het vmbo en mbo de school voortijdig verlaten. De opzet was om de uitval naar 544 leerlingen terug te dringen maar dat is niet gelukt. De grootste uitval doet zich in Utrecht voor binnen de groep 18-19 en 20-jarigen. 2/3 is jongen en 1/3 is meisje. In Utrecht is de uitval van autochtone leerlingen 2,7% en bij allochtone leerlingen van niet-westerse afkomst 5,3%. Dat komt overeen met de landelijke trend. Nadia Daoudi voegt toe dat veel van deze leerlingen binnen het voortgezet onderwijs vaak al van een hogere opleidingsniveau naar een lager niveau zijn gezakt, bijvoorbeeld van havo naar vmbo. Dit wordt afstroom genoemd. Naast verzuim is afstroom een belangrijke indicator voor schooluitval. Volgens Vivian Heijmans vindt de grootste uitval in het eerste jaar plaats, dat geldt zowel voor het vmbo als het ROC. Studenten hebben vaak geen idee wat ze willen worden en wat een opleiding inhoudt. Bovendien zijn jongeren van die leeftijd (16-17-18 jaar) niet altijd goed in staat om een keuze te maken. Oorzaken schooluitval Er wordt een aantal oorzaken voor schooluitval genoemd. Een van de aanwezigen meent dat de afstand tussen leerlingen en docenten te groot is. Ook wordt genoemd dat leerlingen niet voor een techniekopleiding kiezen omdat er te weinig wordt geïnvesteerd in nieuwe machines waardoor het niet aantrekkelijk is om een dergelijke opleiding te volgen. Terwijl er juist in deze sector veel kansen zijn op een baan. Docenten hebben veel taken. Zij moeten lesgeven, zijn mentor en moeten contact houden met de ouders. Vaak hebben ze te weinig tijd om alles goed te doen. Een studente merkt op dat jongeren ook met een opleiding (moeten) stoppen omdat ze geen stage kunnen vinden. Ahmet Azdural noemt ook als oorzaak dat een aantal Turkse leerlingen de stof niet goed kan volgen en daardoor niet goed presteert. Als de prestaties niet goed zijn, is school niet leuk en raken leerlingen gedemotiveerd om naar school te gaan. Uit onderzoek van de Onderwijsraad blijkt dat 38,5% van de Turkse basisschoolleerlingen onder zijn intelligentieniveau presteert. Zij hebben gemiddeld 2,5 jaar taalachterstand. Vervolgens worden ze na de basisschool doorverwezen naar een school die niet goed aansluit op hun ambitie en capaciteit. Van de andere kant is het volgens Nadia Daoudi begrijpelijk dat leerlingen met taalachterstand naar een lager niveau van onderwijs worden doorverwezen want scholen worden afgerekend op eindexamenresultaten. Scholen zijn kritischer in hun aannamebeleid en nemen alleen leerlingen aan die een reële kans hebben om het diploma te behalen. Oplossingen, huidige aanpak en kritiek Het panel noemt een aantal oplossingen die schooluitval kunnen terugdringen en noemt methoden die worden ingezet om de problemen aan te pakken. • Omdat het aantal schooluitvallers verder te verminderen zijn gemeente Utrecht en scholen tot de conclusie gekomen dat ook de ouders nodig zijn om de schooluitval terug te dringen. Onno Blok meldt dat de afdeling leerplicht van de gemeente samen met de ouders en de school naar oplossingen zoekt als een leerling van de school verzuimt. Dat geldt ook voor jongeren ouder dan 18 jaar want zij zijn weliswaar volwassen maar kunnen die verantwoordelijkheid nog niet altijd aan. Nieuw in de aanpak is dat Mbo Utrecht, ROC Midden Nederland ouders en Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 3
leerlingen vlak voor hun achttiende jaar uitnodigen voor een gesprek. Dan wordt uitgelegd dat het belangrijk is om een opleiding af te maken en wat de mogelijke gevolgen zijn als een leerling dat niet doet. • ROC Midden Nederland investeert tijdens de opleiding in voorlichting over opleidings- en beroepskeuzen en arbeidsmarktperspectief. Als er geen stage/werkplek te vinden is en een student geen stage kan vinden, worden studenten gestimuleerd een ‘t via een beroepskeuzetest/capaciteitstest gekeken of er welke om andere opleiding met arbeidsmarktperspectief te kiezen. • Tegenwoordig wordt er meer zelfstandigheid van leerlingen verwacht leerlingen meer vrij gelaten, aldus Marleen Bovee. Jongens hebben daar meer moeite mee. Bekeken wordt op welke manier aan jongens meer structuur geboden kan worden. Het ROC werkt samen met het voortgezet onderwijs om te voorkomen dat jongeren in het mbo uitvallen. Het is belangrijk dat jongeren successen behalen, zoals een diploma. Aanwezigen in de zaal merken op dat er veel instanties zijn, dat er van alles wordt gedaan en veel geld wordt geïnvesteerd, maar dat zij het idee hebben dat dit niet de juiste oplossingen zijn. Ook zien zij niet wat er met het geld gebeurt. De volgende opmerkingen worden gemaakt en vragen gesteld: • Er moet niet alleen op de ouders worden gefocust. Deze groep is door taalachterstand niet altijd te bereiken. De vraag is ook of dat de oorzaak is want bij internaten geven ouders hun kind ook uit handen en dat gaat goed. Gekeken moet worden wat de mogelijkheden zijn om jongeren carrièreperspectief te bieden en waarom sommige jongeren wel slagen en anderen niet. • Er is veel begeleiding, waarom is er dan nog zo veel schooluitval? • Er wordt veel geld geïnvesteerd maar niet duidelijk is waarvoor dat wordt gebruikt. • Een ouder noemt als knelpunt dat leerkrachten vanaf het zesde jaar op de basisschool, wanneer de CITO gaat spelen, onderscheid gaan maken tussen kinderen. Turkse kinderen worden altijd naar een lager niveau verwezen. • Een ander vindt het allemaal niets nieuws: taalachterstand, ouderbetrokkenheid. Wat doet het onderwijs om de kwaliteit van de docenten te verbeteren zodat zij de leerlingen begrijpen en zorgen dat leerlingen niet uitvallen? Docenten lijken leerlingen te snel op een zijspoor te zetten, en lijken ook niet goed in staat of hebben te weinig tijd om leerlingen individueel te begeleiden. • Welke extra dingen doet de school om de taalachterstand te beperken? • Een ouder merkt op dat door ziekte van docenten veel lessen op de school van haar zoon uitvallen. Haar zoon presteert daardoor slechter. Als ze daarover met de school spreekt, zeggen zij daar niets aan te kunnen doen. Volgens het panel gebeurt er wel degelijk van alles: • Nadia Daoudi werkt voor het Samenwerkingsverband van Utrecht voor voortgezet onderwijs (VO). Leerlingen die onvoldoende presteren op een VO-school en moeten afstromen worden vaak niet aangenomen op een vmbo-school. Het Samenwerkingsverband heeft daarvoor een protocol opgesteld. Eerst wordt het probleem geanalyseerd: gaat het om onderpresteren, kans op doubleren, andere problemen of moet een leerling afstromen. Op basis daarvan wordt begeleiding gegeven. Vorig jaar zijn 334 leerlingen bij het Samenwerkingsverband aangemeld, daarvan zijn 90 leerlingen niet afgestroomd. • Volgens Vivian Heijmans staat de professionalisering van het mbo hoog op de agenda. De scholen doen hun uiterste best. Er wordt gekeken naar de docenten, naar goede aansluiting van het onderwijs bij jongens, bij meisjes en bij de leeftijd, naar extra zorg en begeleiding. De school doet er alles aan om de leerlingen binnen te houden en te diplomeren, desnoods op een lager niveau. Op de vraag van een van de aanwezigen of aan deze zaken ook aandacht wordt Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 4
•
• • •
•
gegeven in het ontwikkelplan van docenten antwoordt Vivian dat nog niet in ieder Persoonlijk ontwikkelingsplan wordt besproken welk maatwerk voor een student nodig is, maar het gaat wel die kant uit. Er is ook aandacht voor nieuwe pedagogische methoden. Een teamleider van het Via Nova college voegt toe dat de school voortdurend bezig is om het niveau en de kwaliteit van docenten te verbeteren maar dat de scholen het niet alleen kunnen, dat zij de ouders en leerlingen daarbij nodig hebben. Dat betekent dat ouders niet alleen naar rapportbesprekingen moeten komen maar hun kind ook thuis moeten begeleiden en kijken wat de juiste keuze is voor hun kind. Docenten moeten dezelfde regels en eisen aan leerlingen stellen en moeten weten wat individuele leerlingen nodig hebben. Daarom wordt vooral binnen het mbo veel geïnvesteerd in de samenwerking tussen docenten en in het bevorderen van pedagogisch inzicht. Er zijn veel voorzieningen en projecten opgestart maar de problematiek is complex en niet overal worden resultaten bereikt. Op de basisschool wordt veel in taal geïnvesteerd. Vanaf groep 6 tot het eerste jaar van het VO worden leerlingen gevolgd en begeleid. Talentvolle kinderen met een taalachterstand kunnen de Brede School Academie volgen. Op het VO is het lastiger om taalachterstand aan te pakken omdat de leerlingen met veel meer docenten te maken hebben en anoniemer zijn. De schoolbegeleidingsdienst is bezig met taalverbetering en taalontwikkeling voor VO-scholen. Volgens Ahmet Azdural ligt er ook een belangrijke taak voor de ouders om de taalontwikkeling bij hun kind te stimuleren.
Ouderbetrokkenheid Verschillende ouders in de zaal zeggen dat zij heel betrokken zijn bij de school maar dat het toch vaak niet goed gaat. Volgens hen is ouderbetrokkenheid niet het probleem en leidt dat niet tot betere schoolprestaties. Ze hebben het gevoel dat de school hen niet begrijpt en hen niet serieus neemt. Er lijkt vaak geen tijd om naar hen te luisteren. Als ze extra tijd willen om hun kind te bespreken is dat vaak niet mogelijk. Ouders krijgen soms pas weken later antwoord op hun vragen (via e-mail). Leerkrachten hebben ook weinig tijd om leerlingen te begeleiden. Als de schoolprestaties laag zijn of als een kind bijvoorbeeld ADHD heeft, zou een school op tijd moeten ingrijpen maar vaak doet een school dat niet. Een aanwezige ouder die zegt heel betrokken te zijn, kreeg pas in groep 8 te horen dat haar zoon spraak- en taalmoeilijkheden heeft. Zij werd vervolgens niet goed geïnformeerd over de begeleiding die haar zoon krijgt. Zij weet ook niet wat deze begeleiding inhoudt. Zo wordt vanuit ouders juist een gebrek aan interesse vanuit scholen geconstateerd. Aanwezige ouders vinden dat te vaak alleen maar ouderbetrokkenheid als oplossing wordt genoemd, terwijl er ook vanuit scholen betrokkenheid en aandacht wordt gemist. Onno Blok vindt deze geluiden zorgelijk maar is van mening dat het probleem niet alleen met meer geld en tijd is op te lossen. Het gaat om de basis, het contact tussen leerkrachten, ouder en leerling. Verder werden nog enkele methoden genoemd die niet goed werken. Zeki Arslan en Ahmet Azdural merken op dat voorschoolse educatie nauwelijks helpt om taalachterstand weg te werken. De leerkrachten die er werken beschikken zelf vaak over onvoldoende Nederlandse taalvaardigheid. Ook is het niet gunstig dat marktwerking bij voorschoolse educatie een rol speelt. Een mbo-docent merkt op dat de professionalisering via het project Utrechtse Meester-Docent niet veel voorstelde. Bovendien was er weinig tijd voor.
Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 5
Adviezen aan de ouders en aanbevelingen • Nadia Daoudi geeft tips welke vragen betrokken ouders kunnen stellen om beter geïnformeerd te raken. Als een leerkracht zegt dat het goed gaat met hun kind, kan een ouder vragen of het goed gaat ten opzichte van het niveau van de klas of van het niveau hun kind. Ouders kunnen ook vragen wat zij kunnen doen als hun kind huiswerk krijgt. Scholen moeten vanaf groep 6 het ontwikkelingsperspectief van een kind in kaart brengen. Ouders kunnen op basis daarvan vragen wat zij kunnen doen om het niveau van hun kind te verhogen. Verder wordt de Cito Eindtoets in Utrecht afgeschaft en wordt vanaf groep 6 naar de ontwikkeling van een kind gekeken als schoolkeuzeadvies wordt gegeven. De ouders moeten daarover worden geïnformeerd. • Ahmet Azdural adviseert de ouders zich te organiseren en het recht op goed onderwijs voor hun kinderen bij de schoolleiding op te eisen. Van de andere kant vindt hij dat ouders ook hun eigen verantwoordelijkheid moeten nemen en hun kinderen moeten ondersteunen. Uit onderzoek blijkt dat het verschil tussen succes en falen op het mbo heel klein is. Als leerlingen een klein beetje steun van hun ouders krijgen maakt dat veel uit. • Op de scholen in de grote steden vindt de meeste lesuitval plaats en geven de meeste onbevoegde leerkrachten les. Kwetsbare kinderen wonen meestal in de grote steden. Volgens Zeki Arslan is het aan de ouders en de gemeente daarop te letten en daarvoor aandacht te vragen. • Ouders worden op de hoogte gesteld als hun kind lessen verzuimt maar vanuit de leerplichtambtenaar wordt te weinig druk op de ouders en de leerling uitgeoefend. Als gesprekken niet helpen moet steeds meer druk worden uitgeoefend. • Ouders moeten weten dat hun kinderen op school kunnen uitvallen als ze lessen verzuimen. • Het niet kunnen vinden van een stage speelt een belangrijke rol bij het voortijdig schoolverlaten. Scholen moeten dat probleem in hun aanpak betrekken. Voor de beroepsbegeleidende leerweg zijn moeilijker stages te vinden dan voor de beroepsopleidende leerweg. Ouders hebben hierin een rol om hun kind te helpen de goede keuze te maken. Verder kunnen jongeren via de gemeenteraad een netwerk voor stages aanboren en bij de gemeente loopt een project voor stageplaatsen. • Er moeten jonge inspirerende en betrokken leerkrachten komen. Dat helpt leerlingen de barrières te overwinnen. • Er moeten meer ouderavonden en bijeenkomsten voor ouders van studenten van 18-plus worden georganiseerd. Een van de aanwezigen stelt voor om samen met studenten oplossingen te bedenken om ouders en studenten te motiveren naar dergelijke bijeenkomsten te komen want dat lukt de school niet. • Ahmet Azdural roept de ouders op betrokken te zijn, hun kind te helpen en te motiveren aan de eigen taalontwikkeling te werken. • STO zou de opmerkingen van deze bijeenkomst met alle schoolbesturen, directeuren van scholen en de wethouder moeten bespreken en om uitleg en maatregelen moeten vragen. • Ouders zouden op school les moeten krijgen om te ervaren wat het betekent op school te zitten. Ouders zijn ook nodig om aan te geven wat de juiste aanpak is bij hun kind. • De STO kan een actieve rol spelen om ouders naar de informatieavonden van het mbo te krijgen, samenwerking hierbij kan de bekendheid en betrokkenheid vergroten. • Zeki Arslan roept de ouders op om hun wensen voor de gemeenteraadverkiezingen aan de politieke partijen door te geven. Verder moeten ouders luisteren en praten met hun kinderen om te begrijpen waarom ze besluiten met school te stoppen.
Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 6
Een kiekje van de avond ☺ Contactgegevens Stichting Turkse Ouders: Voorzitter Vicevoorzitter Secretaris Bestuurslid
: Serdal Akdemir : Ozay Tura : Hakan Akdogan : Mustafa Konus
Algemene mail adres:
[email protected]
Stichting Turkse Ouders, voor maatschappelijke participatie
Page 7