Stichting Refo A nders
V I S I E DOCUMENT 1
2
inhoud 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.
Algemeen visiedocument Stichting RefoAnders Visie op het gebruik van termen Onderscheid tussen therapie en pastoraat Visie op de plaats van homogevoelens in het christelijk leven Visie op relaties Werkterreinen van Stichting RefoAnders Vrijwilliger worden bij Stichting RefoAners
04 10 14 18 22 42 43
Stichting RefoAnders
© Copyright RefoAnders, april 2011. Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd zonder schriftelijke toestemming van rechthebbenden.
3
Algemeen visie document Stichting RefoAnders Doelstelling / Missie Stichting RefoAnders zet zich binnen de totale breedte van de reformatorische wereld in voor toenemende openheid ten aanzien van de vragen die zich voordoen rond het hebben van homo-gevoelens, waardoor deze beter bespreekbaar worden. Hoofdgedachte Stichting RefoAnders is van overtuiging dat het leven van een christen op alle terreinen, en dus ook op seksueel terrein, in harmonie behoort te zijn met Gods wil, zoals geopenbaard in Zijn Woord. Subgedachten 2.1. Stichting RefoAnders vindt dat het hebben van homogevoelens niet als een persoonlijke morele schuld ervaren behoeft te worden. 2.2. Stichting RefoAnders vindt dat er te eenzijdig gefocust wordt op de zonden op het terrein van de homoseksualiteit. 2.3. Stichting RefoAnders kan zich weliswaar inleven in de motieven die leiden tot de keuze voor een homoseksuele relatie, maar wijst op een hogere weg. 2. 4. Stichting RefoAnders onderschrijft de aan de Bijbel ontleende bezwaren tegen homoseksuele relaties. 2.5. Stichting RefoAnders erkent de waarde van liefdevolle vriendschappen. 2.6. Stichting RefoAnders staat sceptisch tegenover verandertherapieën. 2.7. Stichting RefoAnders roept op tot pastorale begeleiding vanuit de ruimte van Gods liefdevolle ontferming voor Zijn gebroken schepping.
4
2.1. Stichting RefoAnders vindt dat het hebben van homogevoelens niet als een persoonlijke morele schuld ervaren behoeft te worden. Naar onze overtuiging moeten homogevoelens gezien worden als een symptoom van de gebrokenheid van de schepping na de zondeval (Genesis 3).Schuldgevoelens daarover moeten geplaatst worden binnen de omvattende (collectieve) schuld die op de totale mensheid rust (erfzonde, vgl. Rom.5) en dienen niet als een specifieke persoonlijke schuld de gewetens van de mensen die het betreft te belasten. 2.2. Stichting RefoAnders vindt dat er te eenzijdig gefocust wordt op de zonden op het terrein van de homoseksualiteit. Met instemming citeren we de uitspraak van professor dr A.L.Th. de Bruijne (universitair hoofddocent ethiek aan de Theologische Universiteit te Kampen) in het blad “De Reformatie”: ’Veel christenen hebben van ‘homoseksualiteit’ een soort extra afkeer. En de huidige verrechtsing en verharding in de samenleving werken die ook in de hand. Maar in het licht van de Bijbel concludeer ik dat Gods afschuw over egoïsme en oneerlijkheid in de omgang met geld en goed (genotzucht, zwart verdienen) of over het harde oordelen over elkaar in de kerk minstens even groot moet zijn als over relaties van homofielen die al worstelend kiezen voor een noodoplossing. Het wordt gauw schijnheilig om extra te focussen op bepaalde zonden, nota bene van mensen die meestal in grote nood hierover verkeren, en intussen andere zonden (die vaak veel gemakkelijker te laten zouden zijn!) te bagatelliseren.” 2.3. Stichting RefoAnders kan zich weliswaar inleven in de motieven die leiden tot de keuze voor een homoseksuele relatie, maar wijst op een hogere weg. Wij begrijpen de motivatie die leidt tot de keus voor het aangaan van een homoseksuele relatie. Het betreft immers diepe emotionele gevoelens die de persoonlijke identiteit bepalen. Er kan zich een dilemma voor doen tussen: -1. Zich afsluiten voor de diep beleefde behoefte
5
aan geborgenheid, warmte en liefde; Wat na verloop van tijd tot een onhoudbare situatie kan leiden. Hierbij kan de persoon in kwestie psychisch labiel worden of, overweldigd door emoties, Bijbels gezien ongeoorloofde vluchtige seksuele contacten aangaan die het eigen geweten belasten. -2. Een duurzame relatie in liefde en trouw aangaan om op die wijze tegemoet te komen aan de natuurlijke seksuele behoeften en aan het menselijke verlangen naar geborgenheid. Wij kunnen ons inleven in de motieven die leiden tot de keus voor optie 2, die in elk geval beter is dan optie 1. Het zal door de betreffende persoon of personen ervaren worden als een keus voor het minst kwade die dan ook het minst de persoonlijke verhouding met God belast. Stichting RefoAnders wijst echter een hogere weg. Mensen kunnen inderdaad in een relatie voldoening vinden voor hun natuurlijke en menselijke behoefte aan geborgenheid, intimiteit en seksualiteit. De diepste en rijkste relatie is echter die met God onze Schepper die in Christus onze hemelse Vader is. Alleen in die relatie kan onze identiteit zich ten diepste ontplooien, omdat wij naar Gods beeld geschapen zijn (Gen.1: 27), dat wil zeggen naar Hem verwijzend en op Hem aangelegd. Dit beeld Gods is weliswaar na de zondeval diepgaand aangetast. Maar het wordt in beginsel hersteld waar we door genade mogen leven in een warme relatie met God. In deze relatie weten we ons gedragen door Zijn liefde en geroepen te leven naar Zijn wil. Dat laatste sluit naar onze overtuiging het aangaan van een homoseksuele relatie uit. Stichting RefoAnders is ervan overtuigd dat deze persoonlijke, echte en warme relatie met God een diepe rust geeft en dat de gelovige aanvaarding van het woord ‘Mijn genade is u genoeg’ (2 Kor.12 :9) kracht schenkt om ons leven, ondanks vallen en opstaan, in te richten naar Gods wil. Mensen met heterogevoelens zouden, voordat zij veroordelend spreken over iemand die een homoseksuele relatie is aangegaan, zichzelf moeten afvragen of zij wél de relatie en de geborgenheid in
6
Christus daadwerkelijk als vervanging zouden kunnen zien voor hun huwelijk of verkering. Daar tegenover staat dat ook mensen met homogevoelens zich bewust moeten zijn dat zij niet de enige zijn die worstelen met de behoefte aan geborgenheid. Dit geldt ook voor vele alleen gaanden met heterogevoelens, mensen die door het wegvallen van hun partner alleen staan, óf mensen die nooit een partner voor het leven gevonden hebben. Ook van hen wordt verwacht dat zij in onthouding leven wanneer zij hun seksuele behoeften niet binnen een huwelijk als man en vrouw vorm kunnen geven. 2.4. Stichting RefoAnders onderschrijft de aan de Bijbel ontleende bezwaren tegen homoseksuele relaties. De man-vrouw relatie is blijkens Genesis 1: 27b de grondvorm van alle intermenselijke relaties en een weerspiegeling van de relationaliteit van God zelf als Vader, Zoon en Heilige Geest. Volgens Gods scheppingsorde is deze man-vrouw relatie gegeven in de oorspronkelijke, nog paradijselijk volmaakte situatie (‘de staat der rechtheid’). Juist ook in de volmaakte liefde tot elkaar vertonen man en vrouw in het paradijs het beeld van God. Homoseksuele gevoelens zijn niet met de schepping gegeven, maar hangen samen met de gebrokenheid ten gevolge van de zondeval. Vergelijk hierbij het verschil tussen Gen. 2 vers 24 - 25 en Gen. 3 vers 7-10. Na de zondeval worden op het terrein van de seksualiteit de gevolgen van de zondeval meteen zichtbaar wanneer de onbevangenheid tussen man en vrouw wegvalt en ze zich voor hun naaktheid tegenover elkaar schamen. De gebrokenheid ten gevolge van de zondeval doet zich op seksueel terrein op allerlei wijzen gevoelen. Een man of vrouw met homogevoelens wordt daarmee op bijzonder pijnlijke wijze geconfronteerd. De gevoelens die hij of zij zelf als goed en natuurlijk ervaart, zijn toch niet in overeenstemming met Gods scheppingsorde. Niettemin mag zo iemand weten dat God hem of haar juist in deze gebrokenheid tegemoet komt en Zijn bijzondere hulp en bijstand wil schenken. Hij is het die hun Zijn vriendschap biedt! Hierdoor gedragen en gesterkt kunnen christenen met homogevoelens zich niet minder dan hun medegemeenteleden aanvaard weten en hun gaven met vreugde inzetten in de gemeente waartoe zij behoren.
7
2.5. Stichting RefoAnders erkent de waarde van liefdevolle vriendschappen. Liefdevolle vriendschappen waarbij de begeerte naar seksuele gemeenschap niet aanwezig is, kan juist voor mensen die alleen door het leven gaan een belangrijke en Bijbels verantwoorde steun zijn. Hierbij wordt gestalte gegeven aan naastenliefde en aan wederkerige genegenheid. Liefde is een van de belangrijkste eigenschappen van God zelf en in de liefde is de vervulling van de wet. Rom. 13:8 Daarom kunnen wij nooit bezwaar hebben tegen dergelijke liefdevolle vriendschappen tussen mensen, ongeacht of dit vriendschappen tussen mensen van hetzelfde geslacht 1Sam. 18:1 of tussen mensen van verschillend geslacht betreft. 2.6. Stichting RefoAnders staat sceptisch tegenover verandertherapieën. Vanuit de opvatting dat homogevoelens ontstaan door scheefgroei tijdens de vroege jeugd wordt vaak uitgegaan van de mogelijkheid om deze scheefgroei te herstellen middels een therapie. Wij erkennen dat er soms situaties zijn waarbij bij kinderen door traumatische ervaringen een scheefgroei veroorzaakt wordt in het gevoelsleven. We zien dit echter eerder als uitzondering dan als regel. In die specifieke situaties kan wellicht door een goede verwerking van het trauma een verandering in gevoelens ontstaan. Over het algemeen staat Stichting RefoAnders echter sceptisch tegenover de mogelijkheid langs therapeutische weg te komen tot het veranderen van seksuele voorkeur of gerichtheid. Het ontstaan van homogevoelens op heel jonge leeftijd kan samenhangen met een problematische verhouding met één van de ouders die het gevoelsleven van het kind ingrijpend heeft gestempeld. Er kunnen echter vele andere factoren meespelen in de ontwikkeling van het kind, terwijl de oorzaak van homogevoelens ook in een natuurlijke aanleg zou kunnen liggen. Stichting RefoAnders wil erop wijzen dat ouders vaak met ongegronde schuldgevoelens leven. Zelfs in die gevallen dat er in een gebrekkige opvoeding (mede) een oorzaak zou liggen van de ontwikkeling van homogevoelens bij het betreffende kind, kan de ont-
8
stane scheefgroei niet aan de ouders worden verweten, maar vloeit deze ten diepste voort uit de gebrokenheid van de schepping ten gevolge van de zondeval. Stichting RefoAnders wil niet ontkennen dat God bij machte is om iemand met homogevoelens te veranderen in iemand met heterogevoelens, maar de praktijk leert dat dit niet de gangbare weg is die God gaat met mensen. Vaak moet met moeilijke levensvragen worden geleefd en leert de gelovige juist zo in afhankelijkheid van God een begaanbare weg te zoeken, waarbij de relatie met God juist versterkt en verdiept wordt (vergelijk de ervaring van de apostel Paulus, 2 Kor 12 vers 7 - 9). 2.7. Stichting RefoAnders roept op tot pastorale begeleiding vanuit de ruimte van Gods liefdevolle ontferming voor Zijn gebroken schepping. Pastoraat behoort volgens Stichting RefoAnders met grote empathie plaats te vinden, waarbij vooral de eigenschap van ‘goed luisteren’ van grote betekenis is. Juist omdat veel homo’s vaak worstelen met hun gevoelens en met de vraag hoe deze van invloed zijn op hun relatie met God, is het belangrijk om hen juist de ruimte van Gods liefde voor ogen te stellen. Ook wanneer de persoon met homogevoelens een weg inslaat die niet past in de Bijbels - normatieve visie van degene die pastoraal optreedt, mag dat niet leiden tot een veroordeling van deze mens. In het pastoraat laten we hem of haar niet los en blijven we wijzen op de uitgestoken hand van God (vergelijk de houding van Evangelist in de Christenreis van Bunyan die de pelgrim de weg naar het goede einddoel wijst). Wie pastoraal omgaat met mensen met homogevoelens zal zich er terdege van bewust moeten zijn dat het opzij zetten van eigen gevoelens bepaald geen vanzelfsprekende zaak is en dat dit alleen mogelijk wordt vanuit het wonder van het vinden van geborgenheid en een vernieuwde identiteit in Christus!
9
Visie op gebruik van termen Het gebruik van de juiste termen is in de beeldvorming van de personen die het aangaat van groot belang. Om die reden zetten we hier de verschillende termen neer met hun voor en nadelen. Stichting RefoAnders geeft de voorkeur aan het gebruik van een benoemende term in plaats van een karakteriserende term, omdat juist een karakteriserende term de betreffende persoon een identiteit oplegt! Juist de karakteriserende term die ons een seksuele identiteit oplegt ligt heel gevoelig, omdat een Christen niet zijn eigen “IK” en zijn eigen seksuele gevoelens op de voorgrond zet in zijn leven, maar zijn leven juist vorm wil laat geven door hoe Christus hem voorgeleefd heeft. Aan Christus ontlenen we onze identiteit, we noemen onszelf immers Christen! Een benoemende term geeft de mogelijkheid om homogevoelens slechts te zien als onderdeel van onze totale identiteit. Juist door het te zien als slechts een onderdeel van onze identiteit, en niet als DE identiteit, is er weer plaats in onze identiteit voor het Christen zijn. Zo hebben we de mogelijkheid om Christus in het centrum van ons leven te plaatsen. Om Hem hoort ons leven te draaien, Hij is de Heer van ons leven.
Karakteriserende termen - Benoemende termen Je bent homofiel - Je hebt homofiele-gevoelens Je bent homo - Je hebt homo-gevoelens Je bent homoseksueel - Je hebt homoseksuele-gevoelens Je bent lesbisch - Je hebt lesbische-gevoelens Je bent bi - Je hebt bi-gevoelens Je bent biseksueel - Je hebt biseksuele-gevoelens Je bent hetero - Je hebt hetero-gevoelens Je bent heteroseksueel - Je hebt heterosekuele-gevoelens
10
De toevoeging “seksueel” Regelmatig wordt de verlenging “seksueel” toegevoegd aan een term zoals dat gebeurt bij; homoseksueel biseksueel en heteroseksueel. Deze toevoeging is naar onze mening alleen op zijn plaats wanneer ook werkelijk alleen de seksuele praxis wordt bedoeld. De homoseksuele-gevoelens en de biseksuele-gevoelens en de heteroseksuele-gevoelens gaan ons inziens dus over de seksualiteit. Wel kunnen de verlangens naar genegenheid, geborgenheid, liefde en warmte, de seksuele gevoelens oproepen, seksualiteit behoort immers zijn oorsprong te vinden in de genoemde verlangens. Echter voor een Christen zit er wel een barrière tussen voelen en doen, voor hem zijn voelen en vervolgens praktiseren niet een vanzelfsprekendheid. Neutrale termen Om de gevoelens van een persoon dus neutraal en over de breedte van het gevoelsleven te benoemen is het belangrijk om de toevoeging “seksueel” weg te laten. Bovendien geeft het specifiek gebruik van de toevoeging “seksueel” nog eens extra de nadruk op datgene wat nu juist het meest moeilijk ligt in orthodox christelijke kringen, en ook datgene dus waar deze persoon het meest mee worstelt in zijn gevoelsleven. Een mens is meer dan zijn seksualiteit. Juist door deze gevoelens breder te benoemen komt het spreken over deze gevoelens in een milder kader te staan, en zal dit barrières wegnemen naar de hulpverlening en het pastoraat. Onze voorkeur ligt dan ook duidelijk bij het woord “homogevoelens” De connectie met het scheldwoord Met name de woorden “homo” en “homofiel” hebben een beladen klank door de wijze waarop deze woorden worden gebruikt in de dagelijkse omgang en de ervaringen die mensen met deze gevoelens hebben bij het horen van deze woorden. Om die reden is het belangrijk om deze termen niet te gebruiken.
11
Coming Out of Coming True Coming Out wil vooral “het er voor uit komen” benadrukken, dit is een duidelijk andere insteek dan wanneer iemand een Coming True wil maken, want dit laatste gaat over het oprecht willen zijn. Opnieuw dus weer, waar leggen we de nadruk? Op het “zo zijn”, of op het “hebben van deze gevoelens”? Onze voorkeur ligt dan ook duidelijk bij de term “Coming True”. Coming True Als Christen wil je eerlijk in het leven staan en zal je daar waar dit belangrijk is, willen vertellen hoe je gevoelsleven in elkaar zit. Als Christen kun je niet (zoals een Coming Out bedoelt) je seksuele identiteit in het centrum van je leven plaatsen en kun je dus niet zeggen dat je “homo” bent, deze gevoelens zijn voor een Christen slechts een onderdeel van het totaal pallet wat zijn identiteit kleurt.
12
13
Onderscheid tussen therapie en pastoraat. Aan het accepteren van Rijkssubsidie zijn in 2009 aanvullende voorwaarden gesteld. Zo mag RefoAnders geen zaken doen met ‘homogenezers’. Dat noodzaakt RefoAnders om: • Duidelijk te formuleren wat de verschillen zijn tussen de therapeutische behandeling en de pastorale benadering; • Duidelijk te formuleren vanuit welke visie op pastorale benadering wij werken. Therapeutische benadering Globaal kom je drie benaderingen van therapie voor mensen met homogevoelens tegen, die je als volgt zou kunnen omschrijven: De genezingsbenadering. Middels therapie wil men de homo van zijn gevoelens verlossen en hem een hetero gerichtheid geven. De verschuiving- of verander-benadering. Middels therapie of ook wel een mix van therapie en pastorale zorg, wil men de homogevoelens verschuiven of veranderen naar meer dominantie van de hetero gevoelens. De evenwichtsbenadering. Middels therapie wil men bewerkstelligen dat iemand in een betere balans komt met zijn persoonlijke gevoelens en de acceptatie en omgang met deze gevoelens. Pastorale benadering In het pastoraat zijn er altijd twee dingen belangrijk en dat zijn: 1. Het specifieke gebed 2. De persoonlijke relatie met God Er is echter verschil in aanpak; De ene pastoraal werker zal met nadruk wijzen op het belang en de
14
kracht van het specifieke gebed. De andere pastoraal werker zal juist met nadruk wijzen op het belang en de kracht van de persoonlijke relatie met God. Daar waar meer de nadruk op het specifieke gebed ligt zie je meestal ook een stelliger aanname van de mening dat homogevoelens veranderbaar zijn door het gebed. Daar waar meer de nadruk op de persoonlijke relatie met God ligt zie je meer de nadruk op zelfacceptatie en de afhankelijkheid van Gods hulp bij het leven naar Zijn wil. De gebedsbenadering Hierbij ligt de nadruk op de macht die het specifieke gebed heeft, hoewel men natuurlijk ook overtuigd is van het belang van een goede relatie met God. Men gelooft dat door bidden personen met homogevoelens verandering kunnen ontvangen of kunnen verschuiven in gevoelens. Deze benadering kom je vooral in de evangelische kringen tegen. De relatiebenadering Hierbij ligt de nadruk op het verbeteren van de relatie met God. Daarin speelt een goed gebedsleven natuurlijk een grote rol. De relatiebenadering gaat uit van de kracht die men van God ontvangt om naar zijn wil te leven, wanneer men uit liefde voor God leeft. Deze benadering kom je vooral tegen in de orthodox christelijke (met name reformatorische) kringen. Hoewel een pastorale benadering los staat van de therapeutische benadering, kan zij in de praktijk wel gecombineerd zijn met een van de drie therapeutische benaderingen. Bij de gebedsbenadering zal men in de eerste plaats vaker een voorkeur hebben voor de genezingstherapie, en in de tweede plaats voor de verschuivings/ verander therapie. Bij de relatiebenadering zal men vaker een voorkeur hebben in de eerste plaats voor de evenwichtstherapie en in de tweede plaats voor verschuivings/verander therapie. De door RefoAnders voorgestane pastorale benadering is erop ge-
15
richt dat iemand met homogevoelens met dit aspect van zijn of haar leven leert omgaan in optimale verhouding tot: God (in oprechtheid, openheid, overgave), De medemens (in authenticiteit) en Zichzelf (in zelfaanvaarding). De weg om hiernaar toe te groeien, duiden we aan met de term 'COMING TRUE'. Deze pastorale benadering sluit de mogelijkheid dat mensen een verschuiving of verandering van homogevoelens naar heterogevoelens meemaken niet categorisch uit, maar is daar ook niet op voorhand en methodisch op gericht. Ons leven ligt in Gods hand en wij geloven dat Hij ook onze gevoelens kan sturen. (RefoAnders wil zich niet zelf bezig houden met therapeutische behandelingen.) gebed gebed
16
Visie van RefoAnders op gebedsgenezing Wij geloven dat God bij machte is om als verhoring op het wonderen te doen en mensen te veranderen, echter een is in feite een verzoek aan God, God zelf bepaalt of hij het
gebed verhoort, de bijna “medische” toepassing van het gebed als wondermiddel is ons inziens dan ook niet de wijze waarop een gebed gebruikt behoort te worden en gaat voorbij aan de derde bede in het “Onze Vader” die wijst op “Uw wil geschiede”. Het kan namelijk ook zijn dat God wil dat we gewoon leren leven met “ons probleem”. (En dat we moeten gaan inzien op welke wijze homogevoelens ons zelfs van nut kunnen zijn bijvoorbeeld). Visie op de genezingsbenadering Wij geloven dat genezings benadering voor een tijd resultaat kan bieden, misschien zelfs wel echt resultaat kan bieden wanneer er sprake is van trauma’s die gevoelens ontwricht hebben. (Wij denken daarbij aan seksueel misbruik in de jeugd). Wij kiezen er echter bewust voor om niet de genezingsbenadering als uitgangspunt te nemen. Wij geloven dat homogevoelens in de meeste gevallen niet een ontwrichting van de persoonlijkheid zijn, maar zich in het gevoelsleven vormen door een combinatie van aanleg en ontwikkeling. Een “homo genezende” therapie zou wel eens juist een ontwrichting van het eigen gevoelsleven kunnen betekenen. Onze sympathie gaat dan ook uit naar de evenwichtsbenadering.
17
Visie op de plaats van homogevoelens in het (Christelijk) leven Dymanisch gevoelsleven Het gevoelsleven van een mens is geen star of statisch gegeven maar begeeft zich binnen een bepaalde bandbreedte van gevoelens. Een bandbreedte die bij de ene persoon breder is dan bij de andere persoon, want gevoelens zijn bij de ene persoon anders gesitueerd dan bij de ander. Iemand die snel driftig is zal ook momenten hebben dat hij minder driftig is en iemand die erg op de centen is zal ook momenten hebben dat hij even wat guller is. Zo ook bij iemand met homogevoelens, ook die persoon heeft momenten waarbij hij net iets meer bi-gevoelens heeft en net iets minder homo-gevoelens. De bandbreedte waarbinnen deze diversiteit in één persoon aanwezig is en zich beweegt, is verschillend per persoon zowel in breedte als in kleurnuance. onderscheid - diversiteit - intensiteit van seksuele gevoelens
persoon A
persoon B
persoon C
GEVOELENS
persoon D
---------| ---------| ---------hetero -- --- homo bi --------- Focus v an de persoon Het leven bestaat uit meer dan alleen de gevoelens voor het eigen of het andere geslacht. De focus waarmee iemand in het leven staat kan er oorzaak van zijn dat andere zaken naar de achtergrond gaan, en een minder belangrijke rol gaan spelen in het leven, hoewel die zaken niet verdwenen zijn uit het leven. Zo kan iemand heel erg met zijn werk bezig zijn, of met hobby of sport. Wanneer daar alle aandacht naar gaat kan het zijn dat die persoon minder met zijn homogevoelens bezig is. Wanneer iemand veel met zijn homogevoelens bezig is kan het zijn dat hij zich sneller 100% homo voelt, juist omdat dit zo'n belangrijke plaats in zijn leven heeft. Veel “homolobby groepen” staan voor een duidelijke profilering van de homogevoelens. Als Christenen kunnen we daar niet in meegaan. 18
Christus
Werk
Gevoel
Hobby
Geloof
Sport Christus in het centrum Voor een Christen geldt dat hij Jezus Christus in het centrum van zijn leven wil zetten. Hij zal zijn focus dan ook met zijn hele leven op Hem willen richten. Hoe meer een Christen met zijn eigen (homo)gevoelens bezig is, hoe minder belangrijk de plaats van Jezus Christus in zijn leven is. En dat geldt ook andersom! Hoe meer een Christen met Jezus Christus bezig is, hoe minder hij met zijn eigen (homo)gevoelens bezig zal zijn in zijn leven. Hij gaat zijn gevoelens relativeren en krijgt rust. Wanneer echter de focus meer op een ander onderwerp gericht is dan op de eigen homogevoelens betekent dat natuurlijk niet dat de homogevoelens weg zijn. Wel zijn deze dan minder belangrijk en gaan een meer ondergeschikte rol in het leven innemen. Niet dwangmatig Een gevaar hierbij is dat de focus dwangmatig wordt. Wanneer iemand de focus verplaatst naar een ander onderwerp met het doel zijn aandacht af te leiden van zijn homogevoelens, dan komt vroeg of laat het moment dat hij dit niet meer kan volhouden. Dan
19
bereikt hij misschien het tegenovergestelde van wat hij wil bereiken. Niet geaccepteerde gevoelens (waar hij niet aan toe wil geven, maar die hij toch heeft) kunnen voor frustratie zorgen en een laag zelfbeeld veroorzaken, waarbij hij zich heel erg op het zondige focust. Dan heeft hij daardoor geen oog voor de genade en liefde die Jezus Christus ons biedt! Liefde als houvast Belangrijk is dat de focus op Jezus Christus vanuit de liefde voor Hem aanwezig is. Op deze manier is de focus op Hem geen last, maar een lust. Het zich houden aan normen die hij vanuit zijn Bijbelvisie belangrijk vindt is dan geen last, maar een wijze van leven
20
die hij uit zijn liefde voor Jezus Christus graag volgt Focus uit liefde op Jezus Christus… en toch. Ga je steeds weer de fout in door dingen te doen die tegen je eigen Bijbelvisie ingaan. Deze ervaring zal vrijwel iedere Christen hebben! Hier in het leven is het een strijd tussen onze eigen zwakke wil en het volgen van Jezus Christus. We mogen echter weten dat Hij ons vele malen vaker kan vergeven dan dat wij onszelf kunnen vergeven. Natuurlijk mag dat niet tot zorgeloosheid leiden maar wel tot een realistisch besef van eigen zwakheid en de afhankelijkheid van Gods hulp.
21
Visie op relaties
Inleiding
1.
Relaties
1.1. Verder onderscheid in horizontale relaties
1.2. Onderscheid in verticale relaties
2.
Niet geschapen als homo
2.1. Ruimte voor relatie. 7
2.2. Samenwonen, een afweging tussen ratio, gevoel en verstand
2.3. Homogevoelens in het huwelijk
3.
22
Tenslotte.
Inleiding Steeds weer blijkt er grote behoefte te bestaan om met elkaar te spreken over het verschillend beleven van relaties door mensen met hetero- en homogevoelens. Al snel is er de vraag naar de ruimte die er wel of niet is, of zou moeten zijn, voor mensen met homogevoelens. Om het gesprek hierover op gang te houden worden in dit artikel drie onderwerpen achter elkaar geplaatst. In de eerste plaats wordt gesproken over relaties in Christelijk perspectief, de verschillende dimensies en gradaties. Daarna komen de mensen met homogevoelens aan het woord, en wordt doorgesproken over de waarde en ruimte binnen vriendschappen. Tot slot komen de drie thema’s van Christelijke omgang met elkaar naar voren: openheid, geborgenheid en nuttigheid. Johan Quist, directeur van de stichting RefoAnders Januari 2011
23
1. Relaties Relatie met elkaar beleven betekent: in verhouding met elkaar staan. Je hebt met elkaar te maken in een gradatie tussen intensief en volledig losstaand. Wat jij doet, heeft zijn weerslag op de ander en wat de ander doet heeft zijn weerslag op jou. Al naar gelang van die intensiteit neem je dus in de relatie een kleinere of grotere verantwoording naar elkaar. Basisonderscheid in relaties: horizontaal of verticaal. Een horizontale relatie is een gelijkwaardige verhouding die gericht is op de ander, die gelijkwaardig is met jou. Een verticale relatie is een ongelijkwaardige verhouding tussen bijvoorbeeld Schepper en schepsel. Door de gebrokenheid in onze wereld is die verticale relatie tussen Schepper en schepsel vrijwel altijd geestelijk. Ook al kennen we enkele voorbeelden uit de Bijbel waarbij deze verhouding ook tastbaar was, hierbij kunnen we bijvoorbeeld denken aan de menswording van God in Christus. Een weerspiegeling van deze verticale relatie vinden we ook in de ouder / kind verhouding. Maar ook de verhouding tussen mens en dier is verticaal, omdat de dieren onder de macht van de mensen zijn gesteld. De allereerste relatie die we kennen is een verticale relatie, die van God met Zijn schepsel. Dit is de beelddragerrelatie: “Laat Ons mensen maken naar Ons beeld en naar Onze gelijkenis.” Ondanks dat God hier de meervoudsvorm “Mensen” gebruikt, wordt er in de eerste daad slechts één mens geschapen. Een drie-enig, dus meervoudig, en toch één-voudig God schept eerst één enkel mens, naar Zijn beeld en gelijkenis. Hiermee is een verticale beelddragerrelatie gelegd tussen God en mens. De enkele mens die in zijn één-zijn voor de schepping van de vrouw, zowel man(nelijkheid) als vrouw(elijkheid) vertegenwoordigde. De relatie tussen God en Adam is dus de allereerste relatie! En tevens een weerspiegeling van de relaties in God zelf. Een persoonlijke relatie met God. Deze relatie behoort in ons leven ook de allereerste relatie te zijn en te blijven! Maar al snel volgt een tweede relatie: de horizontale relatie. Want
24
God zag dat het niet goed was dat de mens alleen is. Daarom maakte Hij een hulp tegenover Adam. Uit de rib van Adam formeerde God de vrouw Eva. Hiermee ontstond dus de eerste horizontale relatie. Een relatie kan horizontaal en verticaal zijn. Want zowel Adam als Eva hebben God direct gekend en zich, als door Hem geschapen wezens, gezamenlijk verbonden gevoeld met God. De verticale en horizontale relatie vloeiden in hun huwelijk tot één geheel samen: de driedimensionale harmonie in de verhouding van het Christelijke huwelijk. De verhouding tussen God en Zijn Schepsel in eenheid van man en vrouw.
God
Adam
Relaties kunnen geestelijk (dat is: niet tastbaar) en lichamelijk (dat is: tastbaar) beleefd worden. Wanneer uit één vlees nu twee mensen man iemand niet tastdie twee zullen tot één vlees zijn vrouw baar aanwezig is dan leeft deze persoon in onze gedachten, in onze geest. Deze persoon is slechts God voor te stellen vanuit het geloof in de herinnering en is daarom een geestelijke interlichamelijke eenheid actie. Wanneer en geestelijke eenheid iemand wel tastbaar aanwezig is, kan deze relatie liman vrouw chamelijk beleefd worden. Er is dan
25
God
geen lichamelijke eenheid wel sociale liefdevolle en geestelijke verbondenhied
man
man
God
geestelijke en sociale eenheid als christelijke gemeenschap
26
een tastbare interactie. Geestelijke en lichamelijk relaties kunnen tot één worden in een relatie. Deze twee soorten relaties kunnen in elkaar overvloeien en tot één geheel worden in een horizontale relatie, waarin beide tastbaar aanwezige partners elkaar vinden in hun gezamenlijk geloof in de verticale relatie met een wel bestaande maar nu niet tastbaar aanwezige God. In het tot één worden van man en vrouw vormt deze relatie bovendien een weerspiegeling van de relaties in God zelf, hoewel ook deze weerspiegeling na de zondeval in de gebrokenheid staat waaronder de gehele schepping ligt. Adam en Eva zijn het eerste voorbeeld van een in verbondenheid gedragen weerspiegeling van Gods Beeld. In een dergelijke verbondenheid ontstaat door deze weerspiegeling een extra kracht die deze relatie tot elkaar verbindt. Deze verbondenheid helpt hen juist om in grote problemen elkaar vast te houden en met elkaar geduld te hebben en steeds, ondanks alle gebrek, te zoeken naar de juiste weerspiegeling van Gods relatie met ons. 1.1.
Verder onderscheid in horizontale relaties.
Vriendschap en verkering Als je jong bent en vrienden of vriendinnen hebt, dan is daar zeker in de eerste tienerjaren geen lichamelijke relatie, maar is je vriend(in) een speelgenoot. En later wellicht een hartsvriend(in) waar je geheimen mee deelt, mooie of moeilijke dingen mee bespreekt. Iemand waar je van houd, zonder behoefte aan lichamelijke eenheid. Hier zie je dus de vriendschap. Deze vriendschapsrelatie kan levenslang doorgaan, ook naast een verkering of huwelijk omdat zij niets exclusiefs bedoelt te zijn. Als tieners wat ouder worden ontstaat er behoefte aan een lichamelijke relatie, de verkering. Een vonk kan overslaan, ogen elkaar vinden, harten naar elkaar uitgaan, men voelt zich aangetrokken tot de ander, ziet de lichamelijke schoonheid van de ander, er groeit een eenheid die zich steeds meer verdiept. De verkering streeft naar een huwelijk met hierin een niet-demonteerbare verbinding die te vergelijken is met de wijze waarop een lasser twee metalen aan elkaar last. Wanneer deze verbinding ver-
27
broken wordt dan ontstaat er onherstelbare schade, die pijn doet. Hoewel na verloop van tijd de scherpe kanten wel wat zullen slijten. Een vriendschap staat voor een verbinding die te vergelijken is met een verbinding tussen twee metalen met een bout en een moer. Ook deze verbinding kan hecht zijn en kan zelfs in de loop van de tijd met elkaar verkleven, maar deze verbinding is zonder grote schade weer te verbreken, hoewel dit natuurlijk wel pijn kan doen. Passieve of actieve relatie. Met onze buren kunnen we een passieve relatie hebben, we wonen naast elkaar, hebben met elkaar te maken, en toch zijn we niet actief bezig met het invullen van deze verhouding. Desondanks kunnen we in een passieve relatie vriendelijk zijn naar elkaar, maar ook evengoed onverschillig naar elkaar zijn. Met een andere buur kan je weer in een actieve relatie staan, je maakt bijna dagelijks een praatje, je helpt elkaar met hand- en spandiensten. Baatzuchtige of onbaatzuchtige relatie. Met onze werkgever bijvoorbeeld; Een zakenrelatie: vriendelijk gaan we met elkaar om, steeds in een afweging van belangen. Ik lever jou dit en krijg daarvoor dat. Of juist ook onbaatzuchtig als vrijwilliger voor het belang van een doel wat je een warm hart toedraagt. Liefdevolle of hatende relatie. Of we willen of niet, ook als we iemand haten, staan we in relatie met hem, zijn handelen doet ons wat, zijn bestaan doet ons wat. Het brengt een emotie teweeg. Het roept kilheid en afstand op. Ook in een liefdevolle relatie is een emotie aanwezig maar dan geheel aan de andere kant van het spectrum. Deze emotie geeft ons warmte en gevoel van geborgenheid. Openlijke of heimelijke relatie. Relaties kunnen openlijk getoond worden maar ook heimelijk zijn. Een huwelijk is in de meeste gevallen openlijk. Zodra een relatie problemen lijkt te kunnen geven zal men overgaan tot hei-
28
melijke omgang, omdat het verlangen naar de ander sterker is dan de wens om zich te conformeren met dat wat in de omgeving als wenselijk wordt beschouwd. Juist in een moraliserende omgeving of dit nu een religie is of het humanisme. Van de mens wordt altijd verwacht dat men aan een bepaald moraal voldoet. Vluchtig of duurzaam. Relaties kunnen van korte duur zijn wanneer het slechts een gelegenheidsrelatie is omdat men elkaar op dat moment juist even nodig heeft, of elkaar juist dan treft. En relaties kunnen ook duurzaam zijn omdat een duurzaam belang ons bindt.
Gradaties. In al deze soorten relaties zitten vanzelf ook alle mogelijke gradaties. Nooit kun je dit soort gevoelsmatige zaken zwart/wit benoemen. Voor de juiste verhouding hierin is het steeds zoeken naar een eerlijke omgang. Maar ook naar een Bijbelse houding, hoe heeft God het gewild? Trekken wij Zijn bedoeling niet te ver door naar een wettische omgang, of, aan de andere kant, stellen wij ons eigen verlangen niet in de plaats van Gods wil? 1.2.
Onderscheid in verticale relaties.
Onze verticale relatie met God Er is onderscheid te maken in: passief of actief, baatzuchtig of onbaatzuchtig, liefdevol of hatend. Openlijk of heimelijk, vluchtig of duurzaam. Het zal duidelijk zijn dat God van ons in de verticale relatie met Hem een actieve, onbaatzuchtige, liefdevolle, openlijke en duurzame houding verlangt. Waarin wij niet ons beeld op God projecteren en vanuit ons beeld God invullen, maar juist andersom, een relatie waarin wij Gods Beeld weerspiegelen. Om dit op een juiste wijze te doen is het noodzakelijk dat wij biddend in contact staan met God. En Zijn Woord, de Bijbel, onderzoeken. En met elkaar openstaan voor dit Woord van God, om naar Zijn Woord Hem te volgen. Ook de verticale verhouding met God heeft een weerspiegeling!
29
Het kind wat geboren wordt uit “het tot één vlees zijn van man en vrouw” is een bijzondere weerspiegeling van Gods verhouding met ons. De mens naar Gods Beeld geschapen brengt zelf schepselen voort in hun eenheid, kinderen naar het beeld van hun ouders. En ook in de verhouding van de ouders met deze kinderen behoort een actieve, onbaatzuchtige, liefdevolle, openlijke en duurzame houding. Niet de kinderen zijn over de ouders gesteld als gezagdragers, maar de ouders zijn over de kinderen gesteld als hun gezagdragers totdat ook hun kind de volwassenheid heeft bereikt en zelfstandig weloverwogen beslissingen kan maken in het weerspiegelen van Gods beeld en daar ook zelf verantwoordelijk voor wordt. Echter: ook dan blijft de actieve, onbaatzuchtige, liefdevolle, openlijke en duurzame verhouding tussen de ouders en hun kinderen. Tastbaar of niet tastbaar: in onze verticale verhouding met onze kinderen kennen wij een tastbare aanwezigheid van onze kinderen. In onze verhouding echter met God kennen wij geen tastbare aanwezigheid. Adam kende die in het paradijs wel. Het is door de zondeval dat wij deze verhouding moeten missen. Daarom is de verhouding met God nu verticaal en geestelijk. Als christenen verlangen wij er dan ook naar om weer met Hem verbonden te worden. 2.
Niet geschapen als homo
Maar nu ben jij iemand met homogevoelens, iemand die verlangt naar lichamelijke eenheid met iemand van je eigen geslacht. En vraagt…”Hoe kan het toch dat God mij geschapen heeft met dit gevoel, en vervolgens mij verbiedt om aan dit gevoel gehoor te geven? Het is een foute aanname om te beweren dat jij geschapen bent met dit gevoel, God schiep man en vrouw, niet homo en hetero, je bent iemand die voortkomt uit het menselijk geslacht wat door God geschapen is in het paradijs. Je leeft in ons aller vader Adam, die gevallen is in de zonde. Je leeft onder de zondeval, met de gevolgen van de zondeval op een geheel eigen wijze in jou leven. Het homoseksuele verlangen is er van oorsprong in Gods schepping niet geweest. Wanneer God man en vrouw schept en deze twee vanuit één vlees tot één vlees wil laten zijn, dan heeft God
30
hiermee uitdrukking willen geven aan Zijn Beeld van eenheid en van vruchtbaarheid. God kan nooit terecht verweten worden dat Hij onvruchtbaar is, uit Hem is het gehele menselijke geslacht voortgekomen door Zijn scheppingsdaad. Aan het eind van Zijn scheppingswerk zegt God dat het zeer goed was. Wanneer God dit zegt, dan is dat niet voor een zesje of een acht, maar dan is Zijn scheppingswerk volmaakt goed. Nimmer zal men God terecht kunnen verwijten dat Hij het homoseksuele verlangen geschapen heeft. De val in het paradijs is hiervan de oorzaak, de verleiding van de duivel, en het luisteren van Adam en Eva naar de duivel heeft de begeerte geschapen die de mens de kennis van het goed en het kwaad gaf, de kennis van de ongebrokenheid en de gebrokenheid. Voor de zondeval was de mens een onschuldig schepsel die slechts het goede kende. Er was maar één voorbeeld en dat was God zelf. Naar Zijn Beeld leefde de mens. Gebrokenheid. Na de zondeval zien we een veelzeggende reactie van Adam en Eva wanneer zij God horen: zij maakten zich schorten om hun naaktheid te bedekken en verborgen zich. Het zich verbergen duidt op de schaamte en het zich geen raad weten tegenover God. De schorten om hun naaktheid te bedekken geven duidelijk aan op welk gebied nu juist de zondeval te merken was. Juist de begeerte waaraan zij toegegeven hebben door te eten van de verboden vrucht, strekt zich uit ook op het lichamelijke/seksuele vlak. Voor de zondeval horen we niet over schaamte spreken, na de zondeval wel. Niet jouw gevoel van liefde voor de ander is een gebrokenheid ten gevolge van de zondeval. Maar wel de beperkte mogelijkheid om deze liefde te richten tot het andere geslacht. De liefde tot de ander mag er zijn. Niet de liefde op zich is verboden, want die is juist een weerspiegeling van Gods beeld. De liefde die we geven behoort een invulling te hebben naar Gods Woord. Liefde is niet hetzelfde als seksualiteit. Seksualiteit is een uitingsvorm die uitdrukking wil geven aan het exclusieve gevoel wat er is voor elkaar. Seksualiteit heeft als doel om inniger met elkaar verbonden te zijn.
31
Seksualiteit of lichamelijkheid? Seksualiteit is meer dan het “tot één vlees zijn”. Het begrip seksualiteit is breder en het doel van seksualiteit is breder. Het tot één vlees worden heeft te maken met het opgaan in elkaars lichaam, met als bekroning en zegen het werkelijk tot één vlees zijn, als vader en moeder in het door God geschonken nieuwe leven. In het beeld van de ouders en daarmee aangevend de verantwoording tot het beelddragerschap van God naar Zijn scheppingsorde. Lichamelijkheid heeft te maken met het voelbaar tonen van genegenheid. Dit kan een kus of een arm om de schouder zijn, een hand of een omhelzing. Wanneer je dit als familie doet, is dit een uiting van de horizontale familieband. Wanneer je dit als christenen doet dan is dit een uiting van horizontale verbondenheid in een gemeenschappelijk volgen van Christus. In beide gevallen behoort daar niet de begeerte en de seksuele opwinding bij waarin je verlangt om in elkaars lichaam op te gaan, maar dan is daar de begeerte om met elkaar hartelijk verbonden te zijn als familie of als broeders en zusters in Christus. Daarmee heeft deze vorm van genegenheid een grote geestelijke diepgang en geestelijke vruchtbaarheid. Verticaal verbonden in Christus groeiend in Zijn Liefde. Slechts een horizontale verbondenheid zoeken is dan een kale en lege ervaring in tegenstelling tot de werkelijke volheid die een horizontale en gelijktijdig ook verticale verbondenheid biedt. 2.1. Ruimte voor relatie. Door Adam staan wij allemaal in relatie met elkaar. Als mensen met homogevoelens loop je tegen de levensgrote vraag van ‘en wat mag ik nu?’ Is er ruimte om een relatie aan te gaan, en zo ja welke ruimte? Bewust benoem ik alle verhoudingen met de term ‘relatie’, zodat op deze wijze het begrip relatie open komt te liggen voor de diverse invullingen. Toch is deze aanpak niet bedoeld om Gods woord op te rekken en ruimte te zoeken waar deze in Gods Woord niet is. De eerste stelling is dan ook dat wij allemaal door onze gezamenlijke afkomst in relatie staan met elkaar. Wij dragen verantwoordelijkheid voor elkaar. Zorg en liefde behoren onze verhouding met elkaar te kleuren. Zeker in een christelijke gemeenschap waar je met elkaar belijdt één te willen zijn in Christus. Geestelijke verbonden-
32
heid maar niet tot één vlees wordend. Als christelijke gemeenschap behoor je dan ook een geestelijke relatie met elkaar te hebben en naar elkaar om te zien. Kijken we naar het hogepriesterlijk gebed, dan hoor je ook de bede van Christus: ”Vader ik wil dat zij één zijn gelijk Wij één zijn”. Als je kijkt naar de eerste christelijke gemeente, dan zie je de invulling hiervan op het sociale maar ook op het geestelijke vlak. Zij hadden immers “alle dingen gemeen” elkaars noden werden gedeeld. Kijk je naar sommige Bijbelse figuren, dan zie je dat er ook waren die bijzondere persoonlijke betrokkenheid op elkaar hadden, zorg voor elkaar namen en in bijzondere liefde naast elkaar leefden. Als voorbeeld kunnen we noemen David en Jonathan die elkaar trouw zworen en elkaar innig liefhadden. Toen David van de dood van Jonathan vernam zei hij zelfs dat de liefde van Jonathan hem wonderlijker was dan de liefde voor een vrouw. Ook na de dood van Jonathan hield David zich aan de belofte om te zorgen voor het nageslacht van Jonathan. Toch waren beiden getrouwd met een vrouw. En hadden beide bij hun vrouwen kinderen verwekt. De Bijbel zwijgt over de seksuele gevoelsoriëntatie van mensen, en in dit geval weten wij zelfs dat zij beide getrouwd waren, dus op grond van die twee feiten kunnen we niet stellen dat David en Jonathan een homoseksuele relatie hadden. In hun omgang met elkaar zien we echter wel dat er een bijzondere liefde onder Gods zegen naar elkaar mogelijk is in een gelijkgeslachtelijke verhouding. Dit zal echter niet in een verhouding zijn geweest waarin zij tot één vlees wilden zijn, wel wilden zij tot één geest zijn in hun gezamenlijke liefde tot God. Een dergelijke verhouding zien we ook in Ruth en Naomi. Beide zijn getrouwd geweest en weduwe geworden, maar in liefdevolle zorg naar elkaar omziend, en daarnaast ook geestelijk verbonden in hun God. “Uw God is mijn God” zegt Ruth. Samen reisden zij naar Israel terug en Ruth zorgde voor Naomi door gevallen aren op te rapen op de akker van Boaz. Maar ook Naomi zorgde voor Ruth met haar adviezen waarbij zij niet Ruth voor eigen belang vasthield, maar haar een bestemming in een nieuw huwelijk gunde. Een geestelijke verbinding die we zien in de Bijbel, is niet een lichamelijke eenheid. Maar ondanks dat, toch beslist ook niet minder zorgend en bemin-
33
nend. Hartelijk hadden deze mensen elkaar lief. Hartelijk hebben deze mensen elkaar een kus van liefde en verbondenheid gegeven. Hartelijk hebben deze mensen elkaar omhelsd, wanneer de emotie hierom vroeg. Daar waar nodig hebben deze mensen elkaar onderdak geboden en zelfs samengewoond. Niet met het doel om van elkaar te zijn, tot één te zijn, maar slechts in liefdevol omzien naar elkaar. Hier zien we de ruimte en de verbondenheid die christenen mogen beleven in hun relatie als vrienden of vriendinnen. De kus en de omhelzing kunnen en mogen een hartelijke troostende of begroetende uiting zijn naar elkaar. Echter deze kus of omhelzing die gegeven wordt, gaat niet op in het lichamelijk één zijn of in de seksuele opwinding naar de ander, maar wordt in liefdevolle en dankbare verbondenheid met God en de ander gegeven. De gezamenlijke verbondenheid met God is de extra dimensie die een christen kan en mag hebben in de vriendschapsbeleving ten opzichte van hen die niet de geestelijke verbondenheid met God beleven. De intimiteit van een relatie in de vriendschapsvorm licht dus op het vlak van liefdevolle geestelijke verbondenheid, begroeting, bemoediging, zorg en troost. Wordt echter een gelijkgeslachtelijke relatie alleen horizontaal beleefd, dan is er een natuurlijke afstand in het één vlees worden, omdat de lichamen niet tot één vlees zijn in het functioneren van de organen. We zien dan ook dat er krampachtig geprobeerd wordt om de eenheid van het huwelijk na te bootsen door b.v. het vragen om gelijkgesteld te worden met gehuwden, en het recht op huwelijk, of het aannemen van adoptiekinderen. Het zijn echter allemaal schijnoplossingen die de werkelijkheid van het niet naar Gods scheppingsorde één zijn, verdoezelen. 2.2. Samenwonen, een afweging tussen ratio, gevoel en ver stand. Kun je als mens met homogevoelens wel het risico van de verleiding nemen door een geestelijke en samenwonende relatie aan te gaan en daarin een lichamelijke, maar niet seksuele, omgang met elkaar te hebben? Er zijn mensen met homogevoelens die dit totaal niet overwegen. Aan de andere kant is het heel begrijpelijk dat vooral jonge christenen, die aan het begin van hun leven staan, zoeken naar een Bijbels
34
onderbouwde vorm van een relatie in het verlengde van hun gevoelsleven. We hebben nu de verschillende kanten van een relatie afgewogen en gezien hoe intieme relaties staan in het beeld dragen van God en dat dit gevolgen heeft in de seksuele omgang tussen mensen. Maar een duidelijk en concreet antwoord op de vraag of je Bijbels gezien in een gelijkgeslachtelijke relatie van liefde en trouw kunt of mag samenwonen hebben we nog niet gegeven. Met deze vraag komen we op een gevoelig terrein. Hoe sterk ben je, of hoe zwak ben je, wat zijn jouw drijfveren achter een “geestelijke en samenwonende relatie”, zeker als je dit zoekt, als mens met homogevoelens met iemand van het eigen geslacht. Hoe gaat dit zijn weerslag geven op jouw persoonlijke relatie met God? Maar ook op die van de ander, waarmee je samenleeft? Mag je jezelf wel zo in verzoeking brengen wanneer je weet dat dit een gebrokenheid in jouw leven is? Is het dan ook gelijktijdig oprecht om dagelijks het Onze Vader te bidden met daarin de bede “En leid ons niet in verzoeking”? De vraag is ook of je hier wel zo kort door de bocht een voor iedereen geldend antwoord op kunt geven. Samenwonen, dus het leven delen in één gemeenschappelijke woning, is iets wat je doet op basis van ratio, gevoel en verstand. Studenten maken bijvoorbeeld de keuze voor samenwonen om rationele afwegingen vanwege financiën en praktische huishoudelijke zaken. We kennen broers en zussen of vrienden en vriendinnen die puur om rationele en praktische, voor elkaar zorgdragende afwegingen gaan samenwonen. Niet het dak van de woning bepaalt of je tot één vlees bent en ook niet de tafel waar je gezamenlijk aan eet bepaalt dit, zelfs niet het gezamenlijk delen van een bed bepaalt of je tot een vlees bent. Het is de gevoelsmatige en lichamelijke interactie tussen twee mensen die bepaalt of we tot één vlees zijn! Daar waar het gevoel en het lichaam naar elkaar verlangt, wordt het samenwonen en zeker het samen delen van het bed een verzoeking die ons al snel tegen Gods beeld in laat leven alsof we tot één vlees zijn. De zorg voor elkaar mag er zijn, de liefde voor elkaar mag er zijn, echter op gevoelsgebied zullen we een verstandige afweging moeten maken in onze verantwoording tegenover de ander. En in zelfkennis kijkend naar ons eigen gevoelsleven, maar voor alles ook vanuit de overweging hoe God de menselijke relatie bedoeld heeft. Als chris-
35
tenen met homogevoelens zullen we in deze overweging vrijwel altijd moeten concluderen dat het gelijkgeslachtelijk samenwonen in liefde en trouw ons te gemakkelijk in de verleiding brengt om een eenheid te vormen die niet naar Gods beeld is. Of ga je zelf een beeld vormen van God, buiten de boodschap om die de Bijbel ons geeft, en vanuit die projectie jezelf voorhouden dat je naar Gods beeld leeft en zelfs een warme relatie met God hebt, samen met degene waarmee je samenwoont, ondanks dat je onvruchtbaarheid weerspiegelt in de seksuele omgang met elkaar? Naast het risico van de verzoeking om in de omgang met elkaar verder te gaan dan God bedoeld heeft, is er ook nog een psychologisch risico. Wordt dit samenwonen een verhouding waarin je elkaar net zo exclusief gaat beleven als in een huwelijk, wat zich manifesteert in afhankelijkheid en jaloersheid? Hierin zit het grote verschil tussen verkering/huwelijk en vriendschap. Een vriendschap is nooit exclusief maar staat juist open voor een derde, echte vrienden zullen hem verwelkomen. Ook kan samenwonen leiden tot wantrouwen in de christelijke omgeving, zeker met de huidige nadruk op de vrijheid die men voorstaat voor de homoseksuele levensstijl. Hoewel wij niet geoordeeld dienen te worden door medemensen kan er toch een wantrouwen ontstaan. De broeders en zusters uit onze christelijke gemeenschap kunnen vermoeden dat onder het mom van samenwonen als broeders of zusters toch een verborgen seksuele eenheid gevormd wordt. Het is daarom in de huidige maatschappelijke context noodzakelijk dat mensen die ondanks alle bezwaren als broeders of zusters toch ruimte zien voor het samenwonen, open zijn over de manier waarop zij invulling geven aan hun samenwonen. Meer dan gehuwden zullen zij er voor moeten waken dat hun omgang en leefwijze niet een beeld in hun omgeving oproept die in tegenspraak is met Gods Beeld. Ook al zou het beeld wat de omgeving heeft onterecht zijn. Paulus zegt hierover in 1 Thessalonicensen 5: 22 “Onthoud u van allen schijn des kwaads.” Daarbij kan het samenwonen als broeders of zusters ook leiden tot een financiële of maatschappelijke afhankelijkheid die een barrière vormt in het komen tot een andere levensbestemming. Jij bent beelddrager van God, om door middel van het zuiver uitdragen van dat Beeld op juiste wijze God lof toe te brengen. Doe dit biddend en
36
zoekend in alle eerlijkheid tegenover God, Zijn Woord en je omgeving. 2.3. Homogevoelens in het huwelijk We weten dat gevoelens niet statisch zijn, maar dat zij in de loop van de jaren kunnen verschuiven. Ook weten we dat het bij God niet onmogelijk is dat onze gevoelens veranderen van een nadruk op homogevoelens naar een nadruk op het heterogevoelens. Hoewel we niet willen oproepen om een relatie aan te gaan die tegen het gevoelsleven ingaat, en wij ook niet willen oproepen om door middel van therapie ons gevoelsleven te wijzigen, wijzen we wel op het belang om open te blijven staan voor Gods werk, ook in ons persoonlijke gevoelsleven. Hij is de Heer van ons leven. Zijn werk moet alle ruimte krijgen in ons leven. Genesis 2 vers 23 en 24 zegt ons; “Toen zei Adam: Deze is ditmaal been van mijn benen, en vlees van mijn vlees! Men zal haar Manninne heten, omdat zij uit den man genomen is. Daarom zal de man zijn vader en zijn moeder verlaten, en zijn vrouw aankleven; en zij zullen tot een vlees zijn.” Echter zolang het gevoelsleven van de man in de gebrokenheid staat kan hij niet in echtheid en oprechtheid zijn vrouw “aankleven” en is het dus een oneerlijke houding van de man wanneer hij in bewustheid van deze gebrokenheid een huwelijk aangaat, terwijl zijn aanstaande vrouw hiervan niet op de hoogte is en zij als aanstaand echtpaar hierover niet in alle openheid en bewustheid van de gevolgen, tegenover elkaar deze keuze hebben gemaakt. Met deze opmerking komen we gelijk op het gebied van de mensen die homogevoelens hebben maar desondanks toch in een huwelijk leven. Hoe moeten zij omgaan met hun gebrokenheid? Vaak zijn zij het huwelijk in gegaan zonder goed doordrongen te zijn van de impact van deze gebrokenheid of wellicht totaal onbewust van deze gebrokenheid. Pas op latere leeftijd en door de toegenomen openheid rond homoseksualiteit is dit bewustzijn gekomen. Wellicht is er in de loop van de jaren, na veel innerlijke strijd, misschien ook een verborgen seksueel leven ontstaan. Het taboe en de moeizaamheid waarin we met elkaar over homogevoelens spreken, werkt na kortere of langere tijd de ontrouw aan hun partner in de hand. De ketting breekt immers op de zwakste schakel en langdurige druk zal uiteindelijk
37
een breuk geven. In ons lichaam zit een soort biologisch ritme die een spanning in de hormoonhuishouding opbouwt, deze spanning kan een seksuele gevoelsdruk geven waardoor wij ons uiteindelijk niet meer in de hand kunnen/willen houden. Romeinen 7 zegt: “Maar ik zie een andere wet in mijn leden, welke strijdt tegen de wet van mijn gemoed, en mij gevangen neemt onder de wet der zonde, die in mijn leden is.” Eenmaal toegegeven aan de lichamelijke behoefte, is de barrière naar de tweede keer een stuk kleiner, en naar de derde keer nog kleiner. De weg terug echter naar oprechtheid en eerlijkheid aan de huwelijkspartner wordt steeds moeilijker. En de innerlijke strijd kan heftiger worden en uiteindelijk uitgeblust raken. Het is van belang dat gehuwden met homogevoelens die vastlopen in hun gevoelsleven een veilige plaats vinden waar zij zonder schroom hun hart kunnen luchten. En dat zij op deze plaats op bewogen wijze gewezen worden op Gods liefde en genade. Hernieuwde openheid moet er dan komen in dit huwelijk, en hierbij zal op zeer invoelende wijze gekeken moeten worden welke openheid er kan zijn, moet het gedoseerd worden of moet er in één keer een gehele openheid komen? Zijn er nog andere problemen die wellicht eerst aandacht verdienen? Kan de partner voldoende steun beleven/ervaren in het geloof in God? Maar ook als het hebben van homogevoelens eenmaal open ligt in het huwelijk, zal men blijvend moeten werken aan een vertrouwensband. Van de ene partner wordt er veel opoffering gevraagd want er moet liefde gegeven worden zonder dat er een spontaan automatisme is in het gevoelsleven van de andere partner om die liefde te beantwoorden, en van de andere partner zal voortdurend verantwoording van doen en laten gevraagd worden omdat er steeds onbewust afgevraagd zal worden of de trouw wel aanwezig is. Daarnaast hebben we ook te maken met het zelfbeeld wat de huwelijkspartners hebben, hebben zij voldoende het gevoel dat zij door elkaar gewaardeerd worden en voor volledig partner gezien worden? De een zal zich afvragen ben ik slechts goed voor het wasgoed en het aanrecht en de ander zal zich afvragen ben ik slechts goed voor de centen en de klusjes en word ik pas gewaardeerd wanneer ik lichamelijk intiem actief ben naar mijn partner. Daarom ook moeten deze gehuwden er een bewuste gewoonte van
38
maken om tijd voor elkaar te nemen en elkaar aandacht te geven. Verder dienen zij zich bewust te zijn dat een christelijk huwelijk niet alleen een horizontale band is met elkaar, maar ook een verticale geestelijke verbondenheid met God. In hun gezamenlijke horizontale en verticale verbondenheid mogen zij Gods beeld weerspiegelen hier op de wereld, in hun eenheid mogen zij God zoeken, en als dan de horizontale eenheid zijn glans verloren heeft of zelfs beschadigd is, dan nog mag je elkaar vasthouden in de verticale verbondenheid met God. Ontrouw wordt als enige Bijbelse grond voor een scheiding aangereikt, op deze grond mogen gehuwden van elkaar scheiden, maar bedenk wel dat het geen Bijbelse plicht is om te scheiden. De houding van het niet scheiden verwijst meer naar de genade die Christus aan ons biedt dan de houding van het wel scheiden. 3.
Tenslotte.
Leven naar Gods wil vraagt offers, want het betekent dat niet onze eigen wil op de eerste plaats komt, maar dat Gods eer op de eerste plaats komt. Wanneer we dit offer moeten doen vanuit een slaafs volgen zonder dat wij in ons hart de warme en wederzijdse liefde van God ervaren, dan is dit een uiterst moeizaam offer dat wij mensen maar moeilijk van de ander kunnen eisen. Slechts Gods liefde kan mensen met homogevoelens inwinnen om het dankoffer van seksuele onthouding te willen brengen. Daarom zal een pastoraal werker niet de nadruk moeten leggen op Gods straf op de zonde, hoewel Gods oordeel wel rust op een leven wat niet naar Zijn Beeld is. Een pastoraal werker zal juist moeten nodigen tot de liefde van God vanuit een warme genegenheid voor God. We leven in de genadetijd onder het aanbod van het offer van Christus. David keek op zijn sterfbed terug op zijn leven en zei “Hoewel mijn leven alzo niet is bij God … Nochtans”! En sprak toen van zijn hoop en vertrouwen op God. Ook Paulus spreekt over een inwendige strijd in Romeinen 7:” Want wij weten dat de wet geestelijk is, maar ik ben vleselijk, verkocht onder de zonde. Wat ik namelijk teweegbreng, doorzie ik niet, want niet wat ik wil, dat doe ik, maar wat ik haat, dat doe ik. En als ik dat doe wat ik niet wil, val ik de wet bij dat zij goed is. Nu ben ik het echter niet meer die dit teweegbreng, maar de zonde
39
die in mij woont. Want ik weet dat in mij, dat is in mijn vlees, niets goeds woont. Immers, het willen is er bij mij wel, maar het goede teweegbrengen, dat vind ik niet. Want het goede dat ik wil, doe ik niet, maar het kwade, dat ik niet wil, dat doe ik. Als ik nu dat doe wat ik niet wil, breng ík dat niet meer teweeg, maar de zonde die in mij woont. Ik ontdek dus deze wet in mij: als ik het goede wil doen, is het kwade dicht bij mij. Want naar de innerlijke mens verheug ik mij in de wet van God. Maar in mijn leden zie ik een andere wet, die tegen de wet van mijn verstand strijd voert en mij tot gevangene maakt van de wet van de zonde, die in mijn leden is. Ik ellendig mens, wie zal mij verlossen uit het lichaam van deze dood? Ik dank God, door Jezus Christus, onze Heere. Zo dien ik dan zelf wel met het verstand de wet van God, maar met het vlees de wet van de zonde”. In het Borg-werk van Christus mogen wij vertrouwen, het is Christus die als God mens werd. Wij zien Hem in Zijn Borg-werk aan het kruis, om ons te herstellen in het Beelddrager zijn van God. We horen Hem plaatsvervangend roepen, ‘Vader, in Uw handen beveel ik Mijn Geest’ omdat wij mensen zelf vanuit ons eigen leven dit niet kunnen roepen zonder ons te beroepen op het Borg-werk van Christus. Kunnen wij, ziend op dit liefdevolle offer van Christus voor ons, Hem op het hart trappen door Zijn lijdend Borg-werk te versmaden en ons leven toch in te vullen vanuit een bewust niet willen leven naar Gods Beeld? Prachtig verbeeldt het verzoeningswerk van Christus aan het kruis de heling van de gebrokenheid in de horizontale en verticale relatie. Het kruis is niet één geheel maar bestaat uit één verticale balk en één horizontale balk. Twee stukken hout aan elkaar bevestigd in de vorm van een kruis, geplaatst tussen hemel en aarde, tussen God en Zijn schepsel. Het lichaam van Christus wel één geheel, vastgenageld aan dit gebroken kruis en dit kruis helend door zijn lijdend lichaam, verticaal staand tussen de hemel en de aarde en horizontaal de armen wijd uitgebreid om ons tot eenheid in Hem te brengen. In Christus wordt de gebrokenheid tussen de verticale en de horizontale relaties geheeld. Bijzonder detail: in tegenstelling tot de andere gekruisigden werd geen been van het lichaam van Christus gebroken! In het volgen van Christus wordt het Beeld van God getoond en de gebrokenheid tussen de horizontale en verticale relatie hersteld. Daarom zal ieder die in waarheid de naam Christen
40
wil dragen, Christus moeten volgen. Nooit zullen wij op een ongelovige die leeft in een homoseksuele verhouding neer mogen kijken, ja zelfs op een gelovige die leeft op een wijze waarvan wij denken dat dit niet naar Gods wil is mogen wij niet neer kijken. Allen worden wij geplaatst op de ‘beklaagdenbank’ tegenover God. Een ieder zal zich persoonlijk voor zijn eigen daden moeten verantwoorden. Wel moeten wij op basis van Gods Woord ondanks alle gebrek wat in ons zelf is, een liefdevolle en bewogen richtingwijzer zijn voor elkaar. Want als we daarin te kort komen zal dit ons aanklagen, zodra we ons echter bezig houden met het oordelen over andermans zonden en tekorten vergeten we zo snel onze eigen zonden en tekorten. Maar ook gaan we dan al snel op Gods rechterstoel zitten en deze plaats past ons mensen niet! Onze medebroeders en zusters die om welke reden dan ook ongehuwd zijn en het dankoffer van onthouding vanuit liefde voor Christus willen brengen hebben in onze christelijke gemeenschap een bijzondere geborgenheid nodig. Laat hen niet in eenzaamheid staan in de gemeente, ga het gesprek met hen aan vraag eens hoe het men hen is, nodig hen eens uit. Neem deze alleengaande in uw gemeente hartelijk op, en geef hen een taak in uw gemeente die bij hun mogelijkheden past, laat geen van uw kerkleden een onnut lid zijn. Kerken dienen hierin een beleid te hebben die uit gaat van drie kernwaarden: Openheid, Geborgenheid en Nuttigheid.
41
Vrijwilliger worden bij Stichting RefoAnders
Stichting RefoAnders kan uw hulp goed gebruiken!
Dit kan door middel van uw persoonlijk gebed, en gebed in uw gemeente. Het bemoedigt ons zeer wanneer wij hiervan horen via onze contacten Maar ook uw persoonlijke inzet is hard nodig om de vraag om hulp en aandacht te kunnen beantwoorden. U kunt ons helpen: In het beheer van het forum; In de gespreksgroepen rond de Coming True van mensen die homogevoelens hebben; In de gespreksgroepen die wij organiseren voor, “Ouders van..” of “Partners van…”; In het anonieme pastoraat op onze site; In de voorlichting die wij geven rond dit thema op scholen, verenigingen en kerken. Vanzelf wordt van onze vrijwilligers verwacht dat zij staan in de visie van stichting RefoAnders zoals in dit boekje vermeld. Via
[email protected] kunt u contact opnemen als u zich geroepen voelt voor dit werk U kunt ons steunen: Door middel van uw uw gift op rekening nummer 1239.18.529 t.n.v. Stichting RefoAnders. Door middel van een abonnement op ons kwartaalblad Coming True. ( Dit kan via onze site, via bovenstaand mailadres óf door eenvoudig te bellen naar 06-23268887).
42
Terreinen waar Stichting RefoAnders zich op bezig houdt Belangen behartiging Door middel van contacten met politieke, diverse christelijke en algemene organisaties, proberen wij aandacht te vragen voor de problematiek van de orthodoxe-christen met homogevoelens. Visie vorming RefoAnders ziet visie-vorming als belangrijk gebied waarop zij actief wil zijn. Met onze visie-vorming willen we ons altijd bevinden binnen de orthodox-christelijke kaders. Toerusting Voor de verschillende projecten van RefoAnders willen we mensen toerusten. Hierbij denken we aan pastoraat, forum, huiskamer bijeenkomsten en Bijbelstudies. Daarbij aan diverse gespreksgroepen voor Coming True: Familieleden en partners van mensen met homogevoelens Pastorale hulp In onze pastorale hulp willen we vooral een soort opstap zijn naar pastorale hulp in de eigen kerkelijke gemeente. Daarom is pastorale hulp via een zeer laagdrempelige en anonieme chat mogelijk op onze site, met een eigen pastoraal team. Zo willen wij in contact kunnen komen met die mensen welke de barrière naar de eigen pastoraal werk te groot vinden. Voorlichting We willen voorlichting geven aan scholen, kerken en verenigingen. Hiervoor hebben we presentaties rond de thema’s pastoraat, relatie, familie-van en Coming True. Kijk op onze site www.refoanders.nl voor uitgebreide en praktische voorlichting rond het thema homoseksualiteit.
43
Stichting Refo A nders
www.refoanders.nl
44