Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland. Functieprofiel Bestuurlid

STICHTING PENSIOENFONDS FLUOR NEDERLAND Surinameweg 17, Postbus 4354 2003 EJ Haarlem Tel: 023-5432653

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland

Functieprofiel Bestuurlid

Auteur

Gecontroleerd

KPMG

Werkgroep WVBP 27/2

Functieprofiel bestuurslid 27022014.docx

Goedgekeurd

Datum in werking treding 1 juli 2014

Pagina 1 van 7


Inhoudsopgave 1 Inleiding ................................................................................................................... 3 2 Algemeen profiel ..................................................................................................... 3 2.1 2.2 2.3

Deskundigheid ........................................................................................................................... 4 Competenties .............................................................................................................................. 4 Specifieke competenties ............................................................................................................ 7


Pagina 2 van 7


1

Inleiding

Het bestuur heeft een profielschets opgesteld, waarin rekening wordt gehouden met de gewenste en vereiste deskundigheid en de ervaring van de leden. De samenstelling van het bestuur zal zodanig zijn dat de combinatie van ervaring en deskundigheid van de leden voldoet aan de profielschets zoals hieronder weergegeven en het bestuur het best in staat stelt haar verplichting jegens het pensioenfonds en de bij het pensioenfonds betrokkenen te voldoen, in overeenstemming van de toepasselijke wet‐ en regelgeving. Het bestuur bestaat conform de statuten/reglementen van de Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland uit 8 leden, 4 namens de werkgever, 3 namens de werknemers en 1 namens de gepensioneerden. Een benoeming van een bestuurslid geldt in beginsel voor een termijn van drie jaren, waarbij Stichting Pensioenfonds Fluor streeft naar minimaal 2 zittingstermijnen. De wijze van aandragen van kandidaten en benoeming van de bestuursleden is opgenomen in de statuten/reglementen. De bestuurder dient vanaf dag één van zijn benoeming te voldoen aan het bijbehorende profiel. Er is derhalve geen “ingroeitijd”. Het bestuur sorteert hierop voor door het het benoemen van kandidaat‐bestuursleden zodat zij bestuurservaring kunnen opdoen zonder feitelijk bestuurder te zijn . Het bestuur evalueert de profielschets jaarlijks.

2

Algemeen profiel

In het onderstaande algemene profiel wordt aangegeven wat het bestuur nodig heeft om het pensioenfonds goed te besturen. Dit algemene profiel is van betekenis voor:  de profielen van de individuele bestuursleden;  de werving en selectie van nieuwe bestuursleden in relatie tot het rooster van aftreden en de doorlooptijd van de toets op geschiktheid door DNB;  de opzet en realisatie van het deskundigheidsplan;  het evalueren van het functioneren van het bestuur als geheel. Het bestuur voert voor alle belanghebbenden van het pensioenfonds de pensioenregeling uit als ‘goed huisvader’: de regeling in ontvangst nemen, aanvaarden en beheren, de gelden beleggen, de pensioenen uitkeren en belanghebbenden informeren. Een bestuurder wordt geschikt geacht als hij/zij zowel op deskundigheid, competenties en professioneel gedrag voldoende scoort. Het bestuur voert eens per jaar een zelfevaluatie uit om het functioneren vast te stellen en waar nodig zaken te verbeteren op het gebied van deskundigheid en competentie (zie kwaliteitsboek).


Pagina 3 van 7


2.1 Deskundigheid Om zijn verantwoordelijkheid te kunnen dragen moet een bestuurslid deelnemen aan de besluitvorming door het bestuur. Hij/zij dient daartoe over voldoende deskundigheid te beschikken om eigen afwegingen te kunnen maken bij het bepalen van een standpunt door het bestuur. Daarnaast is deskundigheid vereist om zijn collega‐bestuurslid te kunnen begrijpen en volwaardig gesprekspartner voor derden (zoals de wettelijke toezichthouders, de certificeerders en adviseurs) te kunnen zijn. Het bestuur van het pensioenfonds wordt geacht (collectieve) deskundigheid te hebben op de volgende zeven aandachtsgebieden: 1 Het besturen van een organisatie 2 Relevante wet‐ en regelgeving 3 Pensioenregelingen en pensioensoorten 4 Financieel technische en actuariële aspecten, waaronder financiering, beleggingen, actuariële principes en herverzekering 5 Administratieve organisatie en interne controle 6 Uitbesteding 7 Communicatie Daarnaast heeft het bestuur de eis dat ieder individueel bestuurslid bij aantreden tenminste een deskundigheidsniveau 1 heeft voor alle eindtermen en minimaal 1 aandachtsgebied op niveau 2. Hiertoe wordt elk kandidaat bestuurslid verplicht de SPO‐1 training vooraf te volgen. Een kandidaat die deze training succesvol heeft doorlopen wordt geacht deskundigheidsniveau 1 te hebben bereikt. De doelstelling voor het bestuur als geheel is dat er voor elke eindterm minimaal 2 bestuursleden een deskundigheidsniveau 2 hebben (vier‐ ogen‐principe). Op het moment van schrijven voldoet Stichting Pensioenfonds Fluor aan beide doelstellingen. Voor verdere detaillering wordt verwezen naar het deskundigheidsplan van het pensioenfonds. 2.2 Competenties Per aandachtsgebied dienen minimaal twee bestuursleden kennis en ervaring te hebben om een gemotiveerd oordeel te kunnen vormen en beleid op deze aandachtsgebieden te kunnen formuleren, zodat het bestuur collectief in staat is een goed bestuur te voeren. Op grond van de binnen het bestuur van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland aanwezige kennis en ervaring op bovengenoemde aandachtsgebieden en afhankelijk van de feiten, omstandigheden en ontwikkelingen die gaande zij, wordt telkens door het bestuur in geval van een vacature in het bestuur een functieprofiel voor die betreffende vacature opgesteld. Hierin worden in ieder geval de onderstaande elementen in meegenomen. Generieke kennis en ervaring:  relevante wet‐ en regelgeving; Functieprofiel bestuurslid 27022014.docx

Pagina 4 van 7


          

relevante ontwikkelingen binnen de pensioen‐ en financiële sector; corporate governance in het algemeen en in het bijzonder die in de pensioensector; pensioenregelingen en –soorten; premiesystemen; vermogensbeheer (het proces van beleggen, de beleggingscategorieën); financieel‐technische en actuariële aspecten; het beheersen van risico’s; beheerste en integere bedrijfsvoering; administratieve organisatie en interne controle; communicatie in verband met een pensioenfonds; Code Pensioenfondsen.

Generieke competenties Bestuursleden dienen (gezamenlijk) over de volgende competenties te beschikken:  Onafhankelijkheid: is zelfstandig in zijn/haar gedrag, durft eigen standpunten tegenover anderen (en enig deelbelang) te handhaven en te verdedigen in het belang van het pensioenfonds. Opereert hiertoe objectief en kritisch. Herkent en anticipeert op situaties waarin persoonlijke en zakelijke belangen (potentieel) conflicteren. Bekijkt zaken vanuit verschillende invalshoeken, accepteert beweringen of feiten niet klakkeloos, maar overweegt met kennis van zaken  Communicatief vermogen: brengt op een begrijpelijke en acceptabele wijze in een daartoe geëigende vorm een boodschap over aan anderen. Is gericht op duidelijkheid, transparantie en actief feedback geven en nemen.  Loyaliteit: Identificeert zich met het pensioenfonds en voelt zich betrokken. Kan motiveren dat hij/zij of zij (ondanks eventuele nevenfuncties) voldoende tijd aan zijn of haar functie kan besteden om deze naar behoren te kunnen uitvoeren.  Overtuigingskracht: Is een stevige persoonlijkheid. Is in staat zijn of haar rug recht te houden.  Samenwerkingsvermogen: Heeft oog voor het groepsbelang en levert een bijdrage aan het gemeenschappelijke resultaat. Is tevens in staat in collegiaal verband te functioneren en geen pleitbezorger te zijn van individuele belangen.  Integriteit: leeft de waarden van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland na en heeft zelf ook duidelijke en uitgesproken normen en waarden. Vertoont voorbeeldgedrag. Stelt het belang van Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland boven het eigen (team) belang. Is open en eerlijk ten opzichte van anderen, is betrouwbaar in het nakomen van afspraken. Gaat correct om met gevoelige informatie. Committeert zich alleen als hij/zij het ook waar kan maken.


Pagina 5 van 7










 

 



Kwaliteitsbewustzijn: stelt hoge eisen aan eigen werk en aan dat van anderen op het gebied van kwaliteit en nauwkeurigheid. Stimuleert kwaliteiteitsbewustzijn als vast onderdeel van beleid. Organisatiebewustzijn: is zich bewust van de relaties en (politieke) verhoudingen en doorziet deze. Is alert op ontwikkelingen, legt contacten en maakt gebruik van bruikbare ondersteunende netwerken. Maakt keuzes en stelt prioriteiten die aansluiten bij de organisatiedoelstellingen en waarden. Resultaat gerichtheid: is gericht op het behalen van afgesproken doelstellingen. Stelt duidelijke prioriteiten en neemt beslissingen door middel van het ondernemen van acties of legt zich vast door het uitspreken van meningen Zelfstartend vermogen: initieert uit eigen beweging beleid. Onderkent verbeteringen ten aanzien van het pensioenbeheer en handelt daarnaar. Draagt uit eigen beweging oplossingen aan Inlevingsvermogen: kan zich verplaatsen in anderen en zich bewust tonen van de invloed van het eigen handelen op anderen Netwerkvaardigheid: ontwikkelt en is in staat externe contacten met overkoepelende organisatie te onderhouden, pensioenfondsen en andere instellingen en benut deze voor het verkrijgen van informatie, steun en medewerking. Verantwoordelijkheid: Toont lerend vermogen en beseft dat zijn of haar handelen invloed heeft op de belangen van stakeholders. Oordeelsvorming: Kan gegevens en mogelijke handelswijzen tegen elkaar afwegen en tot een logisch oordeel komen. Onderzoekt, herkent en begrijpt de essentiele elementen en vraagstukken. Kan over de eigen portefeuille heen kijken, vooral wanneer problemen spelen die de continuïteit van het pensioenfonds in gevaar kunnen brengen. Analytisch: herkent belangrijke informatie en signaleert belangrijke ontwikkelingen. Is zich bewust van de hoofdlijnen, problemen en oplossingen die pas op langere termijn kunnen gaan spelen en houdt daar rekening mee. Komt snel tot de kern van complexe materie. Draagt bij aan een pensioenfonds waarin waarde wordt gehecht aan een heldere probleemanalyse als basis voor meningsvorming en/of beslissingen.

Generieke vereisten  Minimaal HBO/WO denk‐werkniveau.  Voldoende tijd besteden aan de uitvoering van de functie van een bestuurslid. De normering hiervoor is aangegeven in het besluit FTK (bestuursvoorzitter ten minste 0,3 FTE bestuurder ten minste als 0,2 FTE).  Voldoende tijd besteden aan het volgen van actuele ontwikkelingen op pensioen‐ en vermogensgebied


Pagina 6 van 7


      

Voldoende tijd besteden aan de ontwikkeling van zijn/of haar deskundigheidsniveau Aantoonbare werkervaring in gelijksoortige eindverantwoordelijke functies Ruime kennis inzake (het uitvoeren) van pensioen‐ en vermogensbeheer en de risico’s die hiermee gepaard gaan. Ervaring op dit gebied is een pré. Op de hoogte van actuele ontwikkelingen en trends in pensioen en vermogensbeheer en relevante wet‐ en regelgeving Affiniteit met de pensioensector en bekend met de actuele ontwikkelingen in de pensioensector en de oudedagsvoorziening. Aantoonbare bestuurlijke ervaring en goed gevoel voor politieke verhoudingen Handelen conform de wet‐ en regelgeving

2.3 Specifieke competenties Bij gepland vertrek (conform het rooster van aftreden) zal het bestuur ruim van tevoren vaststellen op welke deskundigheidsgebieden er versterking nodig is en zal tijdig (voor aanstelling nieuwe bestuurder) waar nodig aanvullende training worden gevolgd. Dit zal mede afhangen van de beoogde opvolging. Bij ongepland (tussentijds) vertrek van een bestuurder zal dit op dezelfde wijze gebeuren met dien verstande dat het uitgangspunt is dat de benodigde aanvullende training plaatsvindt binnen drie maanden na het vertrek van de bestuurder.


Pagina 7 van 7

Stichting Pensioenfonds Fluor Nederland. Functieprofiel Bestuurlid

Recommend Documents