STICHTING JEUGDBESCHERMING NOORD (BEDRIJFSBUREAU) Postadres Postbus 263 9400 AG Assen
Bezoekadres Klompmakerstraat 2 Assen
T 0592-38 37 00 F 0592-38 37 56
E
[email protected] I www.jeugdbeschermingnoord.nl KvK 62 15 14 36
STICHTING JEUGDBESCHERMING NOORD | DRENTHE Postadres Postbus 263 9400 AG Assen
Bezoekadres Klompmakerstraat 2 Assen
T 0592-38 37 00 F 0592-38 37 56
E
[email protected] I www.jeugdbeschermingnoord.nl KvK 04 07 59 70
STICHTING JEUGDBESCHERMING NOORD | GRONINGEN Postadres Postbus 1203 9701 BE Groningen
Bezoekadres Leonard Springerlaan 13 Groningen
T 050 - 52 39 200 F 050 - 52 39 371
E
[email protected] I www.jeugdbeschermingnoord.nl KvK 02 08 25 32
VOORWOORD In 2015 was de formele transitie van de jeugdzorg een feit. Voor de organisatie en voor de gemeenten is het een zoektocht op welke wijze we aan de nieuwe verhoudingen betekenis kunnen geven. De financiële druk op de gemeenten is groot, hetgeen zich weerspiegelt in de wijze waarop zij de financiële afspraken met de organisatie vormgeven. Hierdoor komt er in een laat stadium zicht op de interventies die nodig zijn om de continuïteit van de organisatie te waarborgen.
wordt gezamenlijk vormgegeven door Jeugdbescherming Noord en het Kopland. Vanwege de knelpunten vanuit de inspectierapportage van december 2015, zijn er door de gemeenten in 2016 extra middelen ter beschikking gesteld, om te voorkomen dat er opnieuw een wachtlijst ontOp het niveau van de inhoud is er een slag staat en dat er voldaan gemaakt in het transformatieproces, waarbij in kan worden aan de eisen die de inspectie stelt Drenthe en in Groningen op een andere ma- aan Veilig Thuis. nier gekeken wordt naar de inzet en expertise van Jeugdbescherming Noord. De verschil- Intern is binnen de afdeling bedrijfsvoering na lende invalshoeken maken het sturen vanuit de fusie tussen Groningen en Drenthe hard een eenduidige organisatiefilosofie ingewik- gewerkt om de eerste stappen te zetten van keld. Temeer omdat de verantwoordingsme- harmonisatie van de werkprocessen en het chanismen die hieraan gekoppeld zijn even- opnieuw inrichten van de administratieve oreens verschillend van aard zijn. Daarnaast ganisatie. Een proces wat nog veel aandacht beschikt het Drentse deel van de organisatie vraagt gezien de forse reductie van personeel nog over de voormalige Toegang van Bureau die heeft plaatsgevonden binnen de bedrijfsJeugdzorg Drenthe, vanuit een rol als facilitair voering en het aantal toegenomen vragen vanwerkgever. Dit is een afspraak voor twee jaar. uit de gemeenten. Echter, voortschrijdend inzicht bij de Drentse gemeenten heeft er toe geleid dat de keuze is Gedurende de transitie, de fusie, de reorganigemaakt om de Toegang in de loop van 2016 satie en de verhuizingen zijn de zeer gemotiover te laten gaan naar de gemeenten. Het is veerde medewerkers het belang van het kind de Drentse gemeenten niet gelukt om dat op voorop blijven stellen en zijn zij steeds vanuit een eenduidige wijze vorm te geven, waardoor de inhoud het werk blijven doen. Hoe lastig en een risico op frictiekosten is ontstaan. Hier- onzeker het soms ook was. mee is bij het maken van de afspraken destijds geen rekening gehouden. Er lag een bestuurlijk Grote uitdaging voor 2016 is om de inhoudelijcommitment om dit in alle redelijkheid op te los- ke transformatie binnen de organisatie paralsen. Het financiële risico op dit punt is dermate lel te laten lopen met de transformatie die de groot dat wij contact hebben opgenomen met gemeenten voor ogen hebben. Dat alles vanuit de Transitie Autoriteit Jeugd om ons te advise- het belang van het kind. Zowel inhoudelijk als ren in dit traject. financieel is dat nog een hele klus om vorm te geven. Het Groningse deel van de organisatie beschikt over een Veilig Thuis organisatie voor de provincie Groningen. Dit organisatieonderdeel Joke Wiggerink Bestuurder a.i.
4
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
INHOUDSOPGAVE
1. RESULTATEN 6 1.1 Drenthe 6 1.2 Groningen 8
2. JEUGDBESCHERMING NOORD 10 2.1 Structuur van de organisatie 10
2.2 Dialoog met stakeholders 10 2.3 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering 12 2.4 Veilig Thuis Groningen 15
3. KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING 17 3.1 Kwaliteitsbeleid 17
3.2 Personeelsbeleid 18 3.3 Klachtenregeling en klachtbehandeling 20
4. TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP 24 4.1 Governance Code 24
4.2 Maatschappelijke meerwaarde en duurzaamheid 24 4.3 Bestuur 24 4.4 Raad van Toezicht 24 4.5 Medezeggenschap 26
5. FINANCIEEL BELEID 29 5.1 Hoofdlijnen financieel beleid 29 5.2 Beschrijving positie op balansdatum 29 5.3 Toekomstverwachtingen 29
6. SAMENSTELLINGEN 31 Samenstelling Raad Van Bestuur, Cliëntenraad,Ondernemingsraad,
Klachtencommissie, Bezwaar Commissie en De Raad Van Toezicht
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
5
1. RESULTATEN Onderstaand een overzicht van de belangrijkste resultaten in 2015.
1.1 Drenthe Jeugdbescherming
2014
2015
+/-
Ondertoezichtstelling
453
414
9% i
Voogdijmaatregel
127
144
13% h
Nieuwe instroom OTS
160
130
19% i
30
22
27% i
Nieuwe instroom VOTS Aantal machtigingen uithuisplaatsing in het kader van OTS
100
78
22% i
Aantal machtigingen verlenging uithuisplaatsing in het kader van OTS
201
170
15% i
Binnen de jeugdbescherming is een daling zichtbaar ten aanzien van het aantal ondertoezichtstellingen die worden uitgesproken. De in-
het gezin van herkomst ligt. Deze verklaring is ook zichtbaar in de stijging van het aantal Voogdijmaatregelen. Door inhoudelijke veranderingen in werkwijze, zoals het gebruik van Signs of Safety wordt er in het vrijwillig kader doorgewerkt en een kinderbeschermingsmaatregel voorkomen. Met Signs of Safety is er sprake van structurele samenwerking met het netwerk rond het gezin en het kind, waardoor er meer oplossingen in het netwerk gevonden worden en er minder machtigingen voor uithuisplaatsing nodig zijn. Het opstellen van familiegroepsplannen begint vorm te krijgen, waardoor de familie de verantwoordelijkheid houdt voor het vinden van een goede oplossing in het netwerk rond het kind.
stroom van nieuwe maatregelen laat zelfs nog een scherpere daling zien. De daling van het aantal voorlopige ondertoezichtstelling heeft zich in 2015 voortgezet. Verklaringen voor de dalende instroom kunnen gezocht worden in een combinatie van factoren. Onderdeel van nieuwe wetgeving is dat de rechter eerder zal besluiten om een ondertoezichtstelling om te zetten naar een voogdijmaatregel, wanneer het duidelijk is dat er geen sprake is van herstel van het ouderlijk gezag en het perspectief van het kind elders dan bij
6
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
Jeugdbescherming Noord ziet ook dat verandering in werkwijze van ketenpartners invloed heeft op instroom en cliëntaantallen. De Raad voor de Kinderbescherming legt casussen terug bij de gemeentelijke basisteams met een opdracht aan de casemanager of omdat de ouders hun medewerking hebben toegezegd. De verdeling van maatregelen die zijn uitgesproken door de Rechtbank ligt nu bij de Raad voor de Kinderbescherming en de Rechtbank, voorheen deden de Bureaus Jeugdzorg deze verdeling. De daling van het aantal uithuisplaatsingen hangt samen met de daling van het aantal ondertoezichtstellingen.
R E S U LTATEN
Jeugdreclassering Jeugdreclassering Hulp & Steun Jeugdreclassering ITB CRIEM en ITB Harde kern
Het aantal cliënten binnen de afdeling jeugdreclassering is in 2015 vrijwel gelijk gebleven, er was sprake van een lichte daling in het aantal cliënten van 3 %. De ITB (individuele trajectbegeleidingsmaatregelen) zijn in aantal zo gering dat het geen recht doet aan het beeld om dit in percentages weer te geven. De verminderde instroom van jeugdreclasseringscasussen is al enkele jaren een landelijke tendens. Er zijn verschillende oorzaken voor een verminderde instroom van de jeugdreclasseringsmaatregelen. Oorzaken zijn respectievelijk een gewijzigde prioritering van de politie, de invoering van het adolescentenstrafrecht en de positionering van Reclassering Nederland in dezen, de ZSM-werkwijze (Zo Simpel/Snel/ Slim/Samen Mogelijk) waarbij een ten aanzien
2014
2015
+/-
182
177
3% i
10
9
van de verdachte zo spoedig mogelijk na aanhouding een beslissing wordt genomen over het afdoeningstraject. Sinds de invoering van deze werkwijze worden minder casussen via de jeugdreclassering afgedaan. Tot slot worden jongeren sinds de invoering van het LIJ (Landelijk Instrumentarium Jeugdstrafrechtketen) eerder doorverwezen naar vrijwillige hulpverlening als er geen sprake is van een strafmaatregel. Ook blijkt uit cijfers dat de criminaliteit dalende is. Het aantal casussen waarbij er sprake is van een maatregel vanwege schoolverzuim daalt ook. Een verklaring hiervoor zou kunnen zijn dat er vaker verwezen wordt naar vrijwillige hulpverlening.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
7
R E S ULTATEN
1.2 Groningen Jeugdbescherming
2014
2015
+/-
Ondertoezichtstelling
414
426
3% h
Voogdijmaatregel
249
243
2% i
Nieuwe instroom OTS
200
203
2% h
38
49
29% h
Aantal machtigingen uithuisplaatsing in het kader van OTS
124
171
38% h
Aantal machtigingen verlenging uithuisplaatsing in het kader van OTS
163
134
18% i
Nieuwe instroom VOTS
Het aantal ondertoezichtstellingen is in 2015 vrijwel gelijk gebleven alsook de instroom van nieuwe ondertoezichtstellingen. Er is echter wel sprake van een opvallende stijging van het aantal voorlopige ondertoezichtstellingen (zie kader pagina 11 voor uitleg over de maatregel) Jeugdbescherming Noord heeft geen sluitende verklaring voor deze forse stijging. Bij het overgrote deel van deze voorlopige ondertoezichtstellingen is Jeugdbescherming Noord in het voortraject niet betrokken is geweest. Jeugdreclassering Jeugdreclassering Hulp & Steun Jeugdreclassering ITB CRIEM en ITB Harde kern
2014
2015
+/-
263
223
15%i
21
25
20%h
De verminderde instroom van jeugdreclasseringscasussen is al enkele jaren een landelijke tendens. De verschillende oorzaken die hiervoor te noemen zijn, worden toegelicht bij de cijfers van de jeugdreclassering in Drenthe. Omdat het een landelijke tendens betreft, gelden deze uiteraard ook voor de Groningse situatie. Preventieve Jeugdbescherming Vanaf het begin van 2015 is JB Noord gestart met de begeleiding van zaken in ‘het vrijwillig kader’. Dit wordt uitgevoerd op verzoek van en in samenspraak met de gemeentelijke basisteams. Het is een proces van goed luisteren naar de lokale vraag en hierbij aansluiten en recht doen aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Bij alle jeugdzorgregio’s en bij de gecertificeerde instellingen bestaat de expliciete wens te onderzoeken hoe de verbinding tussen de gemeentelijke basisteams en de medewerkers van de gecertificeerde instellingen kan worden geoptimaliseerd. Uitgangspunt is het gebruiken van elkaars kennis en expertise en het creëren van doorlopende-/ continue zorg voor gezinnen en jeugdigen. Door de bereidheid gezamenlijk op te trekken ontstaat een vroegtijdige en effectieve aanpak van veiligheidsvraagstukken.
8
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
In 2015 is op verzoek in gemiddeld 90 gezinnen tijdelijk de regie overgenomen en de begeleiding door Jeugdbescherming Noord in het vrijwillig kader uitgevoerd. De andere inzet van Jeugdbescherming Noord in de gemeentelijke basisteams (zoals informatie en advies, aansluiten en ondersteunen) is niet als zodanig geregistreerd, maar wel veelvuldig gebruikt. Om in de toekomst een passende wijze van verantwoorden van deze preventieve werkwijze te hebben, is er gestart met het zogeheten SWING project. In dit project wordt in samenwerking met de gemeenten en lokale teams onderzocht hoe op de juiste manier de preventieve jeugdbescherming verantwoord kan worden en de effecten hiervan in kaart kunnen worden gebracht. De vragen die vanuit de gemeentelijke basisteams worden gesteld zijn divers. Dit varieert
R E S U LTATEN
van adviesvragen tot tijdelijke overname van de regie door Jeugdbescherming Noord in samenspraak met het gemeentelijke basisteam. In alle zaken is het van belang om duidelijke afstemming te hebben met de gemeentelijke basisteams om tot een duidelijke taakverdeling te komen. Veilig Thuis Groningen Onderzoeken naar kindermishandeling Adviezen
Zorgmeldingen van de politie (ZMP) Meldingen van huiselijk geweld door de politie Meldingen huiselijk geweld ‘code rood’ Coördinatie huisverbod
2014
2015
+/-
744
860
16%h
1748 1158 (adviezen) 590 (consulten)
1940
11%h
440
423
4% i
2351
2084
13% i
53
39
26% i
117
134
15% h
Er is een toename van adviesvragen en onderzoeken naar kindermishandeling. Dit wordt beïnvloed door verschillende factoren. De landelijke campagne van Veilig Thuis (de spotjes op de radio televisie: ‘het houdt niet op niet vanzelf’) heeft bekendheid gegeven aan Veilig Thuis. Zowel omstanders, hulpvragers als professionals kunnen Veilig Thuis Groningen goed vinden. Omstanders en betrokkenen uit de omgeving van het kind melden vaak complexe problematiek bij Veilig Thuis Groningen, waar de nodige interventies op uitgezet moeten worden om de veiligheid van het kind zeker te stellen. Ook de bereikbaarheid van Veilig Thuis Groningen buiten kantoortijden (24 uur per dag, 7dagen per week) heeft de adviesvragen en meldingen doen toenemen. De invoering van de meldcode heeft hieraan ook bijgedragen. Er is tevens sprake van een toename van complexe problematiek; zoals hierboven aangegeven zijn er meer meldingen van omstanders en betrokkenen uit de omgeving van het kind. Veel van deze meldingen hebben een spoedeisend karakter, het gaat dan bijvoorbeeld om meldingen waarbij een vermoeden is van fysiek geweld, seksueel misbruik of psychiatrische problematiek. Deze toename van adviezen en complexe problematiek leidt ertoe dat er meer onderzoeken zijn uitgevoerd door Veilig Thuis Groningen.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
9
2. JEUGDBESCHERMING NOORD 2.1 Structuur van de organisatie Met de invoering van de Jeugdwet per 1 januari 2015 verviel de wettelijke basis voor de instandhouding van de Bureaus Jeugdzorg en werden gemeenten verantwoordelijk voor de gehele Jeugdzorg. Eind 2014 fuseerden de Bureaus Jeugdzorg Groningen en Drenthe tot Jeugdbescherming Noord, waarbij er drie stichtingen zijn opgericht: Jeugdbescherming Noord, als holding, waarbinnen het management en de bedrijfsvoering is gepositioneerd. Daaronder functioneren twee werkstichtingen, respectievelijk Jeugdbescherming Noord/ Drenthe en Jeugdbescherming Noord/ Groningen.
Binnen deze twee werkstichtingen zijn de afdelingen jeugdbescherming en jeugdreclassering gepositioneerd. Uitleg over de inhoud van deze maatregelen en voor welke cliëntgroepen deze bedoeld zijn, is te lezen in paragraaf 2.3. In Drenthe kozen de gemeenten ervoor om Veilig Thuis Drenthe onder te brengen bij de GGD Drenthe, dat al het Steunpunt Huiselijk Geweld uitvoerde. Voor de Toegangstaken is Jeugdbescherming Noord in Drenthe gevraagd om nog maximaal twee jaar als faciliterend werkgever te fungeren. De Groninger gemeenten kozen ervoor om de Toegangstaken van Bureau Jeugdzorg Groningen over te dragen aan de GGD Groningen. Jeugdbescherming Noord is gevraagd om samen met Het Kopland, Veilig thuis Groningen te vormen. Een toelichting op de taken van Veilig Thuis, is te lezen in paragraaf 2.4.
2.2 Dialoog met Stakeholders Tot 2015 waren vooral de provincies de belangrijke stakeholders vanwege de subsidierelatie die de Bureaus Jeugdzorg met hen hadden. Inhoudelijk werd vooral vastgehouden aan de landelijke richtlijnen en waren de Bureaus Jeugdzorg inhoudelijk vooral gericht op
10
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
onze gezamenlijk vastgestelde methodieken. Inmiddels heeft Jeugdbescherming Noord (evenals andere Gecertificeerde Instellingen) een inkooprelatie met de gemeenten en is de organisatie afhankelijk geworden van de wijze waarop de gemeenten de dienstverlening inkopen. Daarnaast hebben de verschillende gemeenten hun eigen inhoudelijke visie op de inhoud van het werk. De gemeenten zijn daarmee de belangrijkste stakeholder geworden. In Groningen is Jeugdbescherming Noord in staat om gezamenlijk vorm te geven aan het Groninger Functioneel Model en de Transformatie-opdrachten die door de gemeenten aan Jeugdbescherming Noord zijn verstrekt. Daarbij is het van belang dat er intensief wordt samengewerkt met de netwerkpartners van Jeugdbescherming Noord, die een bijdrage leveren aan de gemeenschappelijke doelstelling om kinderen veilig te laten opgroeien. De gezinnen zijn daarbij de primaire stakeholder geworden om samen met hen naar een oplossing te zoeken.
J E U G D B E S C H E R M I N G N OOR D
Middels de benaderingswijze Signs of Safety stelt Jeugdbescherming Noord de dialoog met het kind en zijn netwerk voorop. In Drenthe is de focus van de gemeenten vooral gericht op de samenwerking met de medewerkers van Jeugdbescherming Noord uit de Toegang. Nu het duidelijk is dat deze taak in 2016 zal worden overgedragen naar de gemeenten, begint ook de samenwerking met het gedwongen kader vorm te krijgen. Jeugdbescherming Noord is actief bezig om de werkzaamheden uit te voeren in samenhang met de gemeentelijke basisteams. Dat vraagt een voortdurende investering van onze managers en medewerkers in het primaire proces, om zich bewust te zijn van het opdrachtgeverschap van de gemeenten en de samenwerking met de netwerkpartners. De samenwerking
met de Raad voor de Kinderbescherming als de belangrijkste justitiële stakeholder is daarbij van wezenlijk belang. Op noordelijke schaal participeert Jeugdbescherming Noord in het Arrondissementaal Platform Jeugd en in het Arrondissementaal Justitieel Beraad ten einde beleidsafspraken te maken met de justitiële ketenpartners. Met de zorgaanbieders is structureel overleg op alle niveaus binnen de organisatie, waardoor bij knelpunten snel opgeschaald kan worden om tot een gemeenschappelijke oplossing te komen. Dat laatste is zelden nodig vanwege de goede relaties op het niveau van de uitvoering.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
11
J EUGDBESCHERM I NG NO O RD
2.3 Jeugdbescherming en Jeugdreclassering JEUGDBESCHERMING is er om kinderen en jongeren te beschermen als er ernstige zorgen zijn over de wijze waarop ze opgroeien. Als ouders niet kunnen of willen meewerken om deze zorgelijke situaties te verbeteren, kan Jeugdbescherming worden ingezet. Dit gebeurt alleen na onderzoek door de Raad voor
de Kinderbescherming en op basis van een uitspraak van een Kinderrechter. De Jeugdbescherming is ervoor om te zorgen dat het gezin stappen zet en hulp krijgt, om te zorgen dat de kinderen het beter krijgen, gewoon op de plek waar ze thuis horen, bij hun ouders. Als dat (tijdelijk) niet mogelijk is, wordt een goede vervangende plek gezocht waar de kinderen veilig kunnen opgroeien. De Kinderrechter kan een zogenaamde ondertoezichtstelling (OTS) uitspreken, dit is een tijdelijke gezag-beperkende maatregel. Deze wordt meestal voor een jaar uitgesproken. De ouders houden het gezag over het kind, maar er wordt wel verwacht dat zij samenwerken met de gezinsvoogd en eventuele aanwijzingen van de gezinsvoogd opvolgen. Als een kind acuut gevaar loopt en snel uit huis geplaatst moet worden, kan de Kinderrechter een voorlopige ondertoezichtstelling (VOTS) met een machtiging uithuisplaatsing uitspreken voor de duur van drie maanden. In deze periode moet het vervolg worden bepaald. Als een kind geen ouders meer heeft, of als
12
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
ouders echt niet in staat zijn om voor hun kind te zorgen, dan moet iemand anders dat doen, tenminste totdat het kind achttien is. In dat geval kan een Gecertificeerde Instelling (GI) gevraagd worden om als voogd op te treden. We spreken dan van een voogdijmaatregel. JEUGDRECLASSERING - Als een jongere een strafbaar feit heeft gepleegd en is opgepakt, maakt de politie een proces-verbaal op. Indien de Kinderrechter of de officier van justitie een maatregel Jeugdreclassering oplegt, dan krijgt de jongere en zijn of haar gezin te maken met de afdeling Jeugdreclassering van Jeugdbescherming Noord. De jeugdreclasseerder gaat, samen met de jongere en ouders, kijken hoe kan worden voorkomen dat de jongere nog een keer een strafbaar feit pleegt. Deze begeleiding is verplicht. Dat betekent dat de jongere zich moet houden aan de afspraken en aanwijzingen van de jeugdreclasseerder. Naast de ‘gewone’ jeugdreclasseringsmaatregel zijn er ook een paar specifieke programma’s. Zo kennen we Individuele Traject Begeleiding Criminaliteit in Relatie tot Integratie van Etnische Minderheden (ITB CRIEM) dat zich specifiek richt op ‘first offenders’ uit minderheidsgroepen. Ook kennen we Individuele Traject Begeleiding Harde Kern dat zich richt op jongeren van 12 tot 14 jaar met een hoog recidive- en schaderisico. Het betreft hier jongeren die al meerdere delicten hebben gepleegd, weinig binding hebben met de maatschappij en waarbij de criminaliteit onderdeel is van hun levenspatroon. De aanpak is een combinatie van strakke controle en zorg. Het is de laatste kans voor deze jongeren, het alternatief is detentie. De laatste bijzondere maatregel is de Gedrags-Beïnvloedende Maatregel (GBM). Een GBM is een strafrechtelijke maatregel die bedoeld is om jongeren te leren hun gedrag te veranderen en om daarmee herhaling van het strafbare gedrag te voorkomen. Een dergelijke maatregel kan bestaan uit één of meer trainingen of behandelingen.
J E U G D B E S C H E R M I N G N OOR D
Drenthe In 2015 is de afdeling Toegang bij de Drentse gemeenten belegd inzake de regie over de uitvoering van het werk. Het werkgeverschap is bij Jeugdbescherming Noord belegd. Dat betekent dat de functies casemanager, secretariaat, gedragswetenschapper en werkbegeleider onder regie en dagelijkse aansturing van en in de gemeenten plaatsvond. De medewerkers hebben het afgelopen jaar deel uitgemaakt van het opnieuw inrichten van werkprocessen, taken en het speelveld van de gemeentelijke jeugdzorg als geheel. Naast de uitdaging en nieuwe mogelijkheden, geven de medewerkers in de Toegang signalen van een aanhoudende werkdruk die veel van hen vergt. In 2015 zijn de afdelingen jeugdbescherming en jeugdreclassering doorgegaan met de uitvoering van de generalistisch werken. Deze ontwikkeling is in voorgaande jaren reeds ingezet. Dit houdt in de dat de jeugdbeschermer/ jeugdreclasseerder in staat is om zowel de jeugdbeschermingsmaatregel (civiel recht) als de jeugdreclasseringsmaatregel (strafrecht) uit te voeren, daar waar de situatie dat vraagt. Dit sluit goed aan op de ontwikkeling van één gezin, één plan, één regisseur en het generalistisch werken in het gedwongen kader. In 2015 is mondjesmaat begonnen met het belasten van pleegouders met de voogdij in plaats van dat de voogdij bij Jeugdbescherming Noord belegd is. Dit is in lijn met landelijke wet- en regelgeving om de positie van pleegouders te versterken. De afdeling jeugdreclassering heeft meegedaan aan een pilot hoe sociale media in te zetten in de begeleiding. De resultaten van de pilot waren zeer positief en er zal een uit-
rol volgen voor verbreding van het gebruik van sociale media in het contact met cliënten. Voor regionale zichtbaarheid en werken in de omgeving van de cliënt, heeft de afdeling jeugdreclassering in 2015 contactpersonen toegevoegd aan gemeenten om meer en beter te kunnen samenwerken in cliëntzaken. In het kader van stimuleringsgelden SWING is er een aanvraag gedaan voor een project bij het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). Deze aanvraag is toegekend. Het project Signs of Succes richt zich op het bij elkaar brengen van de krachten van de benadering Signs of Safety en de huidige methode Jeugdreclassering en beoogt de effectiviteit van de Jeugdreclas-
sering te vergroten. Het project richt zich op hele doelgroep en in het bijzonder op jongeren met een Licht verstandelijke beperking. Het project Signs of Succes is aangevraagd door twee Gecertificeerde Instellingen, te weten de William Schrikker Groep en Jeugdbescherming Noord en wordt gesteund door de Raad voor de Kinderbescherming.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
13
J EUGDBESCHERM I NG NO O RD
Groningen
Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van het ontwikkelen van een generalistische uitvoering van maatregelen Jeugdbescherming en Jeugdreclassering door het combineren van de beide werksoorten en daarnaast afstemming met de andere vormen van zorg en hulp (één gezin, één plan, één regisseur); Deze nieuwe manier van werken wordt ontwikkeld samen met de gemeenten en de lokale teams, zodat er in iedere regio een samenwerking ontstaat die optimaal aansluit bij de cliënt binnen de specifieke lokale context.
ganiseren van hulp dichtbij de burger en het op elkaar afstemmen van de verschillende vormen van zorg en hulp (één plan, één gezin, één regisseur). Vanaf het begin van 2015 is Jeugdbescherming Noord/ Groningen gestart met de begeleiding van cliënten in het vrijwillig kader. Dit wordt uitgevoerd op verzoek van en in samenspraak met de lokale teams. Het is een proces van goed luisteren naar de lokale vraag en hierbij aansluiten en recht doen aan de gemeentelijke verantwoordelijkheid. Jeugdbeschermers van Jeugdbescherming Noord kunnen betrokken worden wanneer er vragen zijn over situaties waarin de veiligheid van het kind in het gedrang is en een jongere dreigt af te glijden. De inzet van de gecertificeerde instelling is bij voorkeur zo vroeg mogelijk, zodat ontwikkelingsbedreigingen reeds in een vroeg stadium kunnen worden afgewend en de kans op een maatregel teruggedrongen wordt. Dit vraagt goede afstemming tussen de lokale teams en de gecertificeerde instelling. De vraag naar preventieve jeugdbescherming bij drangtrajecten en de behoefte van de gemeentelijke basisteams is bij deze ontwikkeling richtinggevend. Om één en ander beter vorm te kunnen geven zijn het afgelopen jaar regioteams gevormd en zijn er ambassadeurs ingezet. Een andere bijdrage aan de inhoudelijke transitie en transformatie is het implementeren van de (oplossingsgerichte) Signs of Safety benadering in de keten. Jeugdbescherming Noord is trekker van bovenstaande transformatie-opdrachten en werkt hierin samen met de Raad voor de kinderbescherming, Elker, MJD, William Schikker Groep het LJ&R en de gemeentelijke basisteams.
Bij het vormgeven van een meer generalistische uitvoering van de maatregelen Jeugdbescherming en Jeugdreclassering zijn de uitgangspunten van de Jeugdwet doorslaggevend. Deze zijn het versterken van eigen kracht en het probleemoplossend vermogen van kinderen, jongeren en gezinnen, het or-
14
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
In het kader van stimuleringsgelden SWING is er voor de werkstichting Jeugdbescherming Noord Groningen tevens een aanvraag gedaan voor een project bij het Nederlands Jeugd Instituut (NJI). Dit SWING project richt zich op het maatschappelijke rendement van de uitvoering van preventieve Jeugdbescherming. Hierbij wordt ook de samenwerking in het lokale team betrokken. Het gebruik van de
J E U G D B E S C H E R M I N G N OOR D
benaderingswijze Signs of Safety, het beschrijven van een gedeeld begrippenkader en het opstellen van een business case zijn tevens onderdeel van dit project. Het project voorziet in het samen optrekken met alle partners om de transformatiedoelstellingen inhoudelijk te realiseren en werkend te hebben. Resultaten worden in de loop van dit jaar verwacht. De fase van implementatie en borging loopt door in 2017.
2.4 Veilig Thuis Groningen Veilig Thuis is het advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Dit zijn regionale organisaties waar slachtoffers, daders en omstanders terecht kunnen voor deskundige hulp en advies. Veilig Thuis is er voor iedereen, jong en oud, die te maken heeft met huiselijk geweld en/ of kindermishandeling. Veilig Thuis geeft advies en biedt ondersteuning, ook aan professionals. Veilig Thuis biedt de helpende hand, doorbreekt onveilige situaties en zet mensen in beweging. Veilig Thuis biedt perspectief op een betere situatie waardoor mensen weer toekomst hebben. Mét of zonder elkaar. In Groningen is Veilig Thuis een samenwerkingsverband tussen het Kopland en Jeugdbescherming Noord. Per 1 januari 2015 zijn het Advies- en Meldpunt Kindermishandeling (AMK) en het Steunpunt Huiselijk Geweld (SHG) samengevoegd tot één integraal advies- en meldpunt voor zowel huiselijk geweld als kindermishandeling: Veilig Thuis, advies- en meldpunt huiselijk geweld en kindermishandeling. Vanaf het begin heeft Veilig Thuis Groningen te maken gehad met een hoge instroom aan meldingen en onderzoeken. Dit is bepalend geweest voor de praktijk van het werk van Veilig Thuis. Door ontoereikende capaciteit in formatie, reeds bij de start van Veilig Thuis, heeft er minder aandacht naar het samenvoegen van twee werksoorten, methodieken en culturen kunnen gaan dan gewenst. In oktober 2015 is Veilig Thuis Groningen onderzocht door de Inspectie Jeugdzorg en de Inspectie voor de Gezondheidszorg. Dit onderzoek maakte deel uit van een meerjarig onderzoek, waarbinnen de Inspecties stapsgewijs de kwaliteit van alle 26 regionale vestigingen van Veilig Thuis controleren. Doel van het in oktober uitgevoerde onderzoek was het bepalen in hoeverre Veilig Thuis Groningen: • voldoet aan (wettelijke) randvoorwaarden. • zicht houdt op de veiligheid en ervoor zorgt dat acuut onveilige situaties worden opgeheven. • voorziet in de voorwaarden om een verantwoorde uitvoering van zijn taken te kunnen realiseren. Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van het Toetsingskader Veilig Thuis 2015. Het oordeel van de Inspecties was dat Veilig Thuis Groningen voldoet aan 13 van de 24 ‘verwachtingen’ uit dit toetsingskader. Hierop is een verbeterplan geschreven, in samenspraak met de Groninger gemeenten. In 2016 wordt uitvoering gegeven aan dit verbeterplan. Bij de hertoets, begin 2016, behaalde Veilig Thuis Groningen een zeer goed resultaat. Veilig Thuis Groningen voldoet inmiddels aan 22 van de 24 ‘verwachtingen’. Hierop is een verbeterplan geschreven, in samenspraak met de Groninger gemeenten. In 2016 wordt uitvoering gegeven aan dit verbeterplan. In de omgeving van Veilig Thuis Groningen is te merken dat de lokale teams nog volop in ontwikkeling zijn. Verschillende lokale teams geven aan dat ze nog niet toegerust zijn om complexe casussen over te nemen. Daardoor blijft Veilig Thuis soms langer betrokken bij casussen JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
15
J EUGDBESCHERM I NG NO O RD
dan strikt genomen noodzakelijk zou zijn. Verder is de verbinding tussen het werk van de lokale teams en de nieuwe opdracht van Veilig Thuis nog te verbeteren. Veilig Thuis hoeft bij meldingen waar geen sprake is van acuut gevaar of onveiligheid, geen onderzoek te doen en kan na triage van de melding deze overdragen aan de gemeentelijke basisteams. Veel lokale teams werken met name vraaggericht, uitgaande van een hulpvraag van een gezin. Een gezin dat bekend is geworden door een melding bij Veilig Thuis Groningen, heeft deze hulpvraag echter niet altijd. Het is merkbaar dat de nieuwe structuren in de gemeenten en de rol van de Expertpool voor professionals in de gemeentelijke basisteams
16
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
nog niet ingesleten en soms wat onduidelijk of onbekend zijn. De medewerkers van Veilig Thuis Groningen geven daar op verzoek uitleg over. Veilig Thuis Groningen heeft het afgelopen jaar uitvoering gegeven aan verschillende transformatie opdrachten zoals het in kaart brengen van scholingsbehoefte, vorming van een bereikbaarheidsdienst voor Veilig Thuis en de ontwikkeling van een monitoringsinstrument.
3. KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDE LING 3.1 Kwaliteitsbeleid Zowel de werkstichting Drenthe als Groningen zijn sinds december 2014 een gecertificeerde instelling voor de uitvoering van de Jeugdbescherming en Jeugdreclasseringsmaatregelen. De certificaten zijn geldig tot 15 juli 2017 voor de werkstichting Drenthe en 14 augustus 2017 voor de werkstichting Groningen. Het certificaat wordt afgegeven door het Keurmerkinstituut. Het Keurmerkinstituut toets op basis van het certificatieschema voor toetsing van het kwaliteitsmanagementsysteem van uitvoerende organisatie voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering versie 1.0. Daarin zijn normen opgenomen waar een instelling aan moet voldoen om het certificaat te mogen ontvangen om een gecertificeerde instelling te zijn zoals bedoeld in de Jeugdwet.
afgifte van het certificaat aan de eisen van het ‘normenkader’ voldoet. De normen waaraan deze instellingen moeten voldoen zijn door het Ministerie van Veiligheid en Justitie in samenspraak met de VNG en het werkveld gezamenlijk geformuleerd. In 2015 heeft het Keurmerkinstituut beide werkstichtingen voor een controle bezocht.
Na afgifte van het certificaat wordt er jaarlijks een controlebezoek (in de vorm van een audit) uitgevoerd door het Keurmerkinstituut om te beoordelen of Jeugdbescherming Noord sinds Drenthe De audit in Drenthe is positief verlopen, het Keurmerkinstituut gaf het compliment dat, ondanks het feit dat de organisatie twee ingrijpende processen tegelijk doormaakt (de transitie en de fusie), het kwaliteitsmanagementsysteem goed op orde is gebleven. Groningen De audit in Groningen is eveneens goed verlopen en men zag dat er binnen de organisatie goede motivatie was om te willen verbeteren. Het Keurmerkinstituut had op onderdelen gehoopt op meer resultaat ten opzichte van het voorgaande jaar. Jeugdbescherming Noord heeft daarin bewust keuzes gemaakt, daar was begrip voor vanuit het Keurmerkinstituut. In de zomerperiode is er hard gewerkt aan de ontwikkelpunten vanuit de audit. Na de zomer heeft het Keurmerkinstituut deze punten alsnog als voldoende beoordeeld. Beide werkstichtingen hebben een aantal ver
beterpunten gekregen, sommige waren bekend en al opgenomen in diverse planningen. Andere hebben we opgenomen in de verbetercyclus. Naast de externe toetsing voert Jeugdbescherming Noord zelf ook kwaliteitsbeoordelingen uit, waarbij de processen periodiek kritisch bekeken worden op risico’s die zich mogelijk voor kunnen doen en worden preventieve maatregelen bedacht ter voorkoming van deze risico`s. Uitkomsten uit deze kwaliteitsbeoordelingen worden opgenomen in de verbetercyclus.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
17
KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING
3.2 Personeelsbeleid Reorganisatie De start van de nieuwe organisatie Jeugdbescherming Noord was voor de Holding tevens de start van een reorganisatie, die in 2014 was voorbereid. Bij de samenvoeging van de bedrijfsvoering van voormalig BJZ Groningen en BJZ Drenthe in de Holding heeft per 1 januari 2015 een reductie van arbeidsplaatsen plaatsgevonden. Een deel (ca. 5 fte) kon worden gerealiseerd door natuurlijk verloop. Van de 53 medewerkers van de bedrijfsvoering van Groningen en Drenthe konden 34 medewerkers worden geplaatst in de Holding. Personeelsbestand In Groningen was per 1 januari 2015 sprake van overgang van een deel van de onderneming; medewerkers van de Toegang kwamen per die datum in dienst bij de GGD-Groningen. In Drenthe was eveneens sprake van overgang van een deel van de onderneming; medewerkers van het AMK en de Service afdeling kwamen in dienst bij GGD-Drenthe. Als gevolg hiervan en van het aflopen van veel tijdelijke contracten gingen in totaal 104 medewerkers van voormalig Bureau Jeugdzorg Groningen en voormalig Bureau Jeugdzorg Drenthe niet mee naar de nieuwe organisatie Jeugdbescherming Noord. Aan het begin van 2015 waren er in totaal 302 medewerkers bij Jeugdbescherming Noord in dienst. Eind 2015 was het aantal medewerkers 290. Deze teruggang in aantal komt gedeeltelijk doordat medewerkers van de Toegang Drenthe in dienst zijn genomen door gemeenten in Drenthe. In 2015 was Jeugdbescherming Noord nog faciliterend werkgever voor het onderdeel Toegang in Drenthe. Medewerkers waren bij Jeugdbescherming Noord in dienst, maar kregen in de loop van het jaar steeds vaker hun werkplek in gemeenten. Harmonisatie 2015 stond ook op het gebied van HR, voornamelijk in het teken van harmonisatie van personeelsbeleid en – regelingen. Daarnaast kregen administratieve HR-processen en -procedures opnieuw vorm. Er is besloten per 1 januari 2016 over te gaan naar één Arbodienst en er zijn voorbereidingen getroffen om vanaf 2016 met één salarissysteem te werken voor de gehele organisatie. Professionalisering De professionele ontwikkeling van medewerkers kreeg aandacht in de werkbegeleiding,
18
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
de casuïstiekbesprekingen, de intervisie en bij collegiale toetsing. Ontwikkeling van medewerkers wordt jaarlijks beoordeeld in een jaargesprek. De opzet van de jaargesprekken is in 2015 geharmoniseerd zodat in geheel Jeugdbescherming Noord met eenzelfde format als basis wordt gewerkt. Scholing in het algemeen draagt bij aan vergroten van professionaliteit of het ontwikkelen van vaardigheden en competenties. Het opleidingsplan voor 2015 was opnieuw ambitieus en gericht op functiescholing, de beroepscode / tuchtrecht en verdieping van een aantal thema’s waaronder Signs of Safety, vechtscheidingen en voorkomen van seksueel misbruik in de jeugdzorg. Dit laatste past geheel bij de themacompetentie ‘voorkomen van- en omgaan met seksueel misbruik in de jeugdzorg’,
KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING
op basis van de aanbevelingen van de commissie Rouvoet. Een nieuwe regeling opleidingsfaciliteiten bood faciliteiten voor individuele scholingswensen. Jeugdbescherming Noord houdt zich aan het professioneel statuut van de Nederlandse Vereniging van pedagogen en onderwijskundigen (NVO), het Nederlands Instituut van Psychologen (NIP) en de Nederlandse Vereniging van Maatschappelijk Werkers (NVMW). Tevens zijn alle medewerkers in het primair proces, in het kader van de beroepsregistratie, geregistreerd in het Kwaliteitsregister Jeugdzorg. Intervisie heeft duidelijker vorm gekregen. Het is een belangrijk thema waarop Jeugdbescherming Noord voor certificering op wordt beoordeeld. Medewerkers in het primaire proces kunnen hun professionele effectiviteit vergroten door te reflecteren op eigen handelen. Intervisie is één van deze reflectieactiviteiten. Het beleid op intervisie is geharmoniseerd. Arbo In 2015 is een start gemaakt voor een nieuwe Risico Inventarisatie en Evaluatie (RI&E). De locaties van de werkstichting Drenthe in Emmen en Hoogeveen zijn eind 2015 afgestoten. De RI&E is opgesteld voor de nieuwe locatie in Groningen en de vestiging in Assen. Ziekteverzuim Voor de werkstichting Drenthe bedroeg het ziekteverzuimpercentage 6,38%, voor de werkstichting Groningen was dat 6,65%. Het ziekteverzuimpercentage voor de Holding bedroeg 8,22%, met name als gevolg van een aantal langdurig zieken. Een vergelijking van verzuimcijfers met het voorafgaande jaar is niet goed mogelijk. De organisatiegrootte en -opbouw is daarvoor met ingang van 1 januari 2015 teveel veranderd.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
19
KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING
3.3 Klachtenregeling en klachtbehandeling Vanaf 1 januari 2015 gold, in verband met het samengaan van Bureau Jeugdzorg Drenthe en Bureau Jeugdzorg Groningen (vanaf 1 januari: Jeugdbescherming Noord Drenthe en Jeugdbescherming Noord Groningen) een overgangsperiode tot 1 juli 2015. Gedurende de overgangsperiode tot 1 juli zijn de lopende klachten behandeld door de leden van de klachtencommissies zoals deze ook in december 2014 waren samengesteld en volgens de afzonderlijke werkwijzen van de klachtencommissies zoals deze golden in 2014. De klachtencommissies zijn vanaf 1 juli 2015 opgegaan in één onafhankelijke ‘Klachtencommissie Jeugdbescherming Noord’. Vanaf die datum is ook een nieuwe ‘Klachtenregeling cliënten’ in werking getreden. De Klachtencommissie Jeugdbescherming Noord is een onafhankelijke commissie, de leden noch de griffier zijn in dienst van Jeugdbescherming Noord. De leden worden benoemd door de bestuurder voor een periode van drie jaar. De commissie werkt op basis van de Jeugdwet en het klachtreglement ‘Klachtenregeling Cliënten’. Hierin staan de bevoegdheden en de werkwijze van de commissie. Aan het begin van de hulpverlening worden cliënten door middel van een brief geïnformeerd over de klachtprocedure. De volledige ‘Klachtenregeling Cliënten’ wordt desgevraagd toegezonden. In de folder ‘JB Noord en Rechten’ die een cliënt standaard krijgt, wordt toegelicht wat de Klachtencommissie voor de cliënt kan betekenen. De Klachtencommissie heeft op een goede manier kunnen werken volgens de ‘Klachtenregeling Cliënten’. De klachtenregelingen van beide commissies zijn begin 2015 geëvalueerd en aangepast aan de nieuwe wetgeving en geïntegreerd in één nieuwe regeling.
20
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING
Registratie klachten 2015 De Klachtencommissie registreert zowel de formele als de informele klachten, in het kader van continue verbeteren in de organisatie ten aanzien van de zorg en dienstverlening. Onderstaand overzicht bevat de klachten die in 2015 (januari t/m december) zijn ontvangen, met uitzondering van de informele klachten van Jeugdbescherming Noord | Drenthe tijdens de overgangsperiode (januari t/m juni). Het verschil in werkwijze tijdens deze periode hield onder andere in dat de informele klachten van de Groningse werkstichting wel, en die van de Drentse werkstichting niet werden geregistreerd. De reden voor dit verschil vindt zijn oorsprong in een verschil in werkwijze voor de fusie. Vanaf 1 juli werden de informele klachten van beide werkstichtingen geregistreerd.
In 2015 heeft JB Noord in totaal 15 formele en 17 informele klachten ontvangen. Daarnaast zijn 1 informele klacht en 5 formele klachten behandeld die zijn ontvangen in 2014. De bestuurder was het in alle gevallen eens met het oordeel van de Klachtencommissie. De klachten van 2015 hebben geen aanleiding gegeven tot maatregelen door de bestuurder. De klachten werden voornamelijk ingediend door (één van de) ouders. Een vergelijking met 2014 geeft een vertekend beeld en is daardoor niet goed te maken.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
21
KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING
Klachten 2015 Drenthe In 2015 (van juli t/m december) zijn 4 klachten ontvangen via de informele klachtroute. Deze klachten betroffen voornamelijk: • cliënt voelt zich niet serieus genomen of afgewezen. Via de formele klachtroute zijn 6 klachten ontvangen, waarvan 3 zijn opgelost na een oplossingsgericht gesprek met Jeugdbescherming Noord. De overige 3 klachten zijn behandeld middels een hoorzitting. Naar aanleiding hiervan bleek 1 klacht ongegrond en 1 klacht deels (1 van 2 deelklachten) gegrond. Van 1 klacht is de uitslag nog niet duidelijk omdat de hoorzitting in 2016 nog zal plaatsvinden. De formele klachten betroffen voornamelijk: • onvoldoende informatie/communicatie; • cliënt voelt zich niet serieus genomen of afgewezen; • traag/geen actie. De deelklacht die gegrond is verklaard, betreft: • traag/geen actie. Daarnaast zijn 2 formele klachten van 2014 afgehandeld in 2015. Eén van deze klachten is afgehandeld na een oplossingsgericht gesprek met Jeugdbescherming Noord. De andere klacht is ingetrokken voordat de ontvankelijkheid kon worden vastgesteld door de commissie.
22
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
KWALITEITSBELEID, PERSONEELSBELEID, KLACHTENREGELING EN KLACHTBEHANDELING
Groningen (met uitzondering van Veilig Thuis) In 2015 zijn 13 klachten ontvangen via de informele klachtroute. Daarnaast is 1 klacht via de informele klachtroute ontvangen in 2014 en behandeld in 2015. De klachten betroffen voornamelijk: • cliënt voelt zich niet serieus genomen of afgewezen; • onvoldoende informatie/communicatie; • traag/geen actie. Via de formele klachtroute zijn 6 klachten ontvangen. Hiervan is 1 klacht niet-ontvankelijk gebleken;1 klacht is ingetrokken door klager na de uitnodiging voor de hoorzitting; van 1 klacht is de afhandeling nog niet duidelijk omdat deze in 2016 verder wordt opgevolgd. De overige 3 klachten zijn behandeld middels een hoorzitting. Naar aanleiding hiervan bleken 2 klachten niet gegrond, en 2 klachten deels gegrond (2 van totaal 13 deelklachten). De formele klachten betroffen voornamelijk: • niet transparant. • onvoldoende informatie/communicatie. • cliënt voelt zich niet serieus genomen of afgewezen. • niet bereikbaar. De deelklachten die gegrond zijn verklaard, betreffen: • onvoldoende informatie/communicatie. Daarnaast zijn 2 formele klachten van 2014 afgehandeld in 2015. Hiervan is 1 klacht ingetrokken door klager na de uitnodiging voor de hoorzitting, De andere klacht is behandeld middels een schriftelijke procedure, deze klacht is ongegrond gebleken. Veilig Thuis Groningen In 2015 zijn geen klachten ontvangen via de informele klachtroute. Via de formele klachtroute zijn 3 klachten ontvangen. Van deze klachten zijn 2 behandeld middels een hoorzitting en 1 middels een beschikking. Van deze klachten zijn 2 niet ontvankelijk gebleken; de derde klacht is deels ontvankelijk verklaard (1 van 5 deelklachten). De klachten, evenals de gegrond verklaarde deelklachten, betroffen voornamelijk: • partijdig/bevooroordeeld • onvoldoende informatie/communicatie Daarnaast is 1 formele klacht van 2014 afgehandeld in 2015. Deze klacht is ingetrokken door klager.
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
23
4. TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP 4.1 Governance Code De organisatie hanteert de Zorgbrede Governancecode van de Brancheorganisatie Zorg. Jeugdbescherming Noord heeft zich ingespannen verantwoorde zorg te bieden: cliëntgerichte en veilige zorg, geleverd via een doelmatige en transparante bedrijfsvoering. De eisen die gesteld worden in de Governancecode komen ook terug in de Jeugdwet. Dit vertaalt zich in aanvullende kwaliteits- en certificeringseisen, zoals weergegeven in het ‘Certificatieschema voor toetsing van het kwaliteitsmanagementsysteem van uitvoerende organisaties voor Jeugdbescherming en Jeugdreclassering versie 1.0, van het ministerie van Veiligheid en Justitie. Deze Governancecode is daarmee impliciet richtinggevend voor de wijze waarop de organisatie wordt geleid.
4.2 Maatschappelijke meerwaarde en duurzaamheid De maatschappelijke meerwaarde van Jeugdbescherming Noord is verwoord in de missie van de organisatie: Jeugdbescherming Noord ondersteunt opvoeders en beschermt hun kinderen in onveilige situaties omdat ieder kind het recht heeft om onbedreigd op te groeien. De reorganisatie en verhuizing, waarbij een
aantal locaties zijn gesloten en het aantal kubieke meters kantoorruimte fors in teruggebracht, heeft ook geleid tot minder energieverbruik voor de panden. Dit heeft uiteraard een bedrijfseconomisch belang, maar is ook als positief aan te merken op het gebied van duurzaamheid.
4.3 Bestuur In 2015 was de Raad van Bestuur verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van de organisatie. Deze bestaat uit de voorzitter, dhr. M.S.R. Sitalsing. Voor de uitvoering van de dagelijkse leiding van de organisatie is de voorzitter ondersteund door een adjunct directeur en een hoofd bedrijfsvoering. Zij vormden met elkaar, aangevuld met de bestuurssecretaris, het managementteam. De bezoldiging heeft plaatsgevonden volgens de in 2015 geldende normen voor bezoldiging opgenomen in de Wet normering topinkomens.
4.4 Raad van Toezicht Het jaar 2015 was niet alleen voor alle medewerkers van Jeugdbescherming Noord een boeiend en enerverend jaar, dat was het ook voor de Raad van Toezicht. Werd het jaar 2014 nog afgesloten met twee Raden van Toezicht van twee afzonderlijk stichtingen, het jaar 2015 werd ingegaan met weliswaar drie stichtingen, maar met één Raad van Toezicht. Jeugdbescherming Noord, werkzaam voor Groningen en Drenthe was een feit. Dit samengaan had ook invloed op de samenstelling van de Raad van Toezicht. Van leden uit de voormalige afzonderlijke raden was afscheid genomen. Een beperkt aantal leden van beide raden was bereid om in de nieuwe Raad zitting te nemen. Conform de gemaak-
24
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
te afspraken werd met behulp van een geheel open en openbare procedure, een nieuwe voorzitter van buiten aangetrokken. Toen die in april 2015 aantrad, bestond de Raad van Toezicht uit zeven personen. Het was de bedoeling om uiteindelijk tot een Raad van Toezicht van vijf personen te komen. Aan het eind van het verslagjaar is dat bijna gerealiseerd: 6 leden, waarvan één te kennen heeft gegeven in januari 2016 terug te zullen treden. Het aantal van zes werd in oktober bereikt door het afscheid van de voormalige voorzitter van de Raad van Toezicht Groningen, mevrouw De Jong. Met veel erkentelijkheid hebben we in een bijzondere sessie van de Raad afscheid van haar genomen.
TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP
In de Raad van Toezicht is de verscheidenheid qua achtergrond en deskundigheid voldoende gewaarborgd door zijn samenstelling. Invalshoeken als de bestuurlijk/politieke, de financiële, de juridische en de zorginhoudelijke zijn nadrukkelijk belegd in de specifieke inbreng van de leden. De voorzitter heeft in het kader van deskundigheidsonderhoud in 2015 deelgenomen aan de leergang voor voorzitters van Raden van Toezicht die door de Nederlandse Vereniging van Toezichthouders in Zorg en Welzijn (NVTZ) wordt gegeven; deze loopt nog door in 2016. De vergoedingen voor de leden van de Raad van Toezicht werden gehandhaafd op het niveau zoals dat voorgaande jaren gold voor Bureau Jeugdzorg Groningen (ruim beneden de norm die de Wet normering topinkomens daarvoor stelt). Het Reglement voor de Raad van Toezicht werd vastgesteld. Ook werd de lijst van hoofd- en nevenfuncties van de leden van de RvT vastgesteld. Met de bestuurder/algemeen directeur werd een (nieuwe) arbeidsovereenkomst aangegaan, binnen de begrenzing van de Wet normering topinkomens. Door een lid en de voorzitter van de Raad van Toezicht heeft in december een functionerings- en beoordelingsgesprek met de bestuurder/ directeur plaatsgevonden. Daarin werd in zijn richting de welverdiende waardering uitgesproken voor zijn wijze van optreden, de besturing van de organisatie en de gekozen vorm en inhoud van veelvuldig extern overleg met overheden en collega-instellingen. Het gesprek kreeg een bijzondere wending omdat de bestuurder zijn aanstaande vertrek aankondigde naar een andere functie en organisatie. Wij feliciteren hem daarmee van harte. Het betekende wel dat nog aan het einde van het verslagjaar besluitvorming moest plaatsvinden over de wijze van vervulling van de vacature die ontstaat. In een extra vergadering van de Raad van Toezicht werd besloten om over te gaan tot open, externe werving en zo spoedig mogelijke aanstelling van een nieuwe bestuurder/algemeen directeur; gedurende de selectieprocedure tot het moment van indiensttreding van de bestuurder zal op interim basis in de vacature worden voorzien.
Het jaar 2015 stond vooral in het teken van de transitie. Dat leidde ook voor de Raad van Toezicht tot veel en intensief beraad over de lijnen naar de toekomst, de zorg voor keuzes in en de kwaliteit van de taakuitvoering en het daarbij op orde houden van een gezonde bedrijfsvoering en sluitende begroting. Dat met zorgpartners en gemeenten verder vorm en inhoud wordt gegeven aan de gedecentraliseerde en zeker nog niet uitgekristalliseerde verantwoordelijkheden (lees: bekostiging door de gemeenten) werkt daarbij complicerend. Dit alles leidde tot een aantal van acht vergaderingen van de Raad van Toezicht, telkens in aanwezigheid van de bestuurder/ algemeen directeur. Daarnaast is de auditcommissie vijf keer bijeen geweest. De financiële perikelen maakten deze overleggen niet alleen nodig, maar ook intensief. Ten gevolge van door de verantwoordelijke gemeenten gemaakte keuzes, moest bezuinigd worden zonder de continuïteit van de taakuitvoering geweld aan te doen. Illustratief in dit verband is ook dat er eind 2015 nog geen begroting ligt voor het jaar 2016. Niet omdat er sprake is van nalatigheid binnen het bedrijf, maar omdat de gemeenten onduidelijk bleven in hun voornemens voor de bekostiging 2016, maar wel met de aankondiging dat er (nog verder) bezuinigd zal moeten worden. Logisch dan ook dat er rechtstreeks contact geweest is vanuit de Raad van Toezicht, samen met de bestuurder, met de accountant. Eerst in juni met de hele Raad van Toezicht betreffende de jaarrekeningen 2014, daarna in de auditcommissie, mede om kennis te maken met de nieuw aangetreden accountant die door de Raad van Toezicht is aangesteld, na selectie op basis van aanbesteding. Het was daarbij vanzelfsprekend dat stand van financiële zaken onderwerp was van overleg. Juist om balans te houden tussen aandacht voor organisatie, bedrijfsvoering en financiën, heeft de Raad van Toezicht afzonderlijk aandacht besteed aan informatie en gedachtewisseling over Signs of Safety, een kernpunt in de manier van werken van Jeugdbescherming Noord. Extern werd vanuit de Raad van Toezicht onder andere de regionale bijeenkomst van de NVTZ bezocht, evenals het jaarcongres. Er werd deelgenomen werd aan NVTZ-activi-
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
25
TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP
teiten: “Goed werkgeverschap in de zorg” en “Normering topinkomens”. Er werd door drie leden van de Raad van Toezicht deelgenomen aan het gesprek van de bestuurder met de Inspectie Jeugdzorg. Er werd een gesprek gevoerd met een wethouder van één van de gemeenten en er werd deelgenomen aan bijeenkomsten “intercollegiaal spiegelen” van leden van Raden van Toezicht. Dank en waardering zijn op hun plaats voor de medewerkers, die in deze spannende en soms onzekere tijd, continu hun inzet hebben geleverd. Met de Ondernemingsraad passeerden veel onderwerpen die ook hen bezighouden, de revue. Vanuit de Raad van Toezicht werd door de voorzitter een kennismakingsbijeen-
komst met de ondernemingsraad bijgewoond en werd door twee Raad van Toezichtleden tweemaal een reguliere bijeenkomst met de ondernemingsraad gehouden. Vergaderingen van de cliëntenraad werden in dit verslagjaar eveneens tweemaal bijgewoond. Ook werd de eindejaarbijeenkomst voor het personeel bezocht. Dit soort contacten en de informatie-uitwisseling die dit mogelijk maken, zijn voor de Raad van Toezicht zeker verrijkend voor de verdieping van de toezichthoudende taak die hij heeft te vervullen.
4.5 Medezeggenschap Clientensraad De samenvoeging van de Bureaus Jeugdzorg Groningen en Drenthe betekende voor de cliëntenraden van beide organisaties dat zij samen één moesten worden. Op 1 januari 2015 bestond de cliëntenraad van Drenthe uit vijf leden en de cliëntenraad van Groningen uit negen leden. Tussen de raden zaten verschillen in de samenstelling, de werkwijze, de samenwerking met de organisatie en andere afspraken. De opdracht waar de leden van beide raden aan het begin van het jaar mee aan de slag gingen was om een nieuwe raad samen te stellen van maximaal negen leden, nieuwe afspraken te maken en die vast te leggen in een regelement. Werkende aan deze opdracht leerden de leden uit Drenthe en Groningen elkaar beter kennen. Dat bleek nodig om de verschillen in werkwijze te begrijpen en om daar goede keuzes in te maken. Door het vertrek van leden kwam de raad tot de gewenst grootte, waarbij ook de vertegenwoordiging uit beide provincies goed verdeeld bleef. Bepaald werd wie de voorzitter en vicevoorzitter, de secretaris en de penningmeester werden. Tot de zomerperiode ging een belangrijk deel van de vergaderingen over deze keuzes. De afspraken werden in overleg met Jeugdbescherming Noord vastgelegd in het nieuwe regelement. Tegelijk met de onderlinge kennismaking moesten de leden van de Cliëntenraad op verkenning binnen de veranderende organisatie. Er werd om en om vergaderd in Assen en in Groningen. De Groninger leden maakten kennis met Drentse medewerkers en Drentse cliëntenvertegenwoordigers kwamen in contact met Groningse medewerkers, onder andere de bestuurder die voor hen nieuw was. Door alle veranderingen in de organisatie was het opbouwen en onderhouden van contacten lastig. De Cliëntenraad hield haar vergaderingen ’s avonds en kon dan niet terecht in de gebouwen van Jeugdbescherming Noord. Mede hierdoor werd het contact met medewerkers van de organisatie minder frequent. De verhuizing van het kantoor in Groningen en alle interne veranderingsprocessen zorgden er ook voor dat de Cliëntenraad minder betrokken werd bij beleidszaken. Dat speelde vooral in de eerste helft van 2015. 2015 was ook het eerste jaar na de Transitie. De Cliëntenraad was zoveel mogelijk betrokken bij de voorbereidingen op de overheveling van taken. Eind 2014 en begin 2015 werd de Cliëntenraad veel gebeld en gemaild door cliënten met vragen over hun zorg. Het ging vooral over
26
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP
de indicaties en de pgb’s, wie daarover beslissingen nam en wanneer daarover duidelijkheid geboden zou worden. Cliënten werden door de gemeente naar Jeugdbescherming gestuurd en omgekeerd. De Cliëntenraad heeft zichzelf laten informeren over de afspraken en de verdeling van de verantwoordelijkheden om zodoende cliënten goed te kunnen ondersteunen. Over de hoeveelheid en de aard van de vragen en klachten die de Cliëntenraad binnen kreeg heeft zij de organisaties steeds geïnformeerd. Vanaf het tweede kwartaal van 2015 waren de vragen en klachten over continuïteit van de zorg nauwelijks meer aan de orde. Na de zomer trok de participatie van de Cliëntenraad weer aan. Vertegenwoordiging van de Cliëntenraad in de stuurgroep van een onderzoeksproject ging van start. De Cliëntenraad dacht mee over de communicatie met cliënten – de inhoud van folders en afspraken over de bereikbaarheid – en dacht mee over de gevolgen van organisatieveranderingen voor cliënten. Door een frequenter contact met de ondersteuner van de Cliëntenraad en met de bestuurder kon de aandacht meer gericht worden op de inhoud en daardoor kon de raad zich beter inzetten voor zijn taak. Ondernemingsraad De Ondernemingsraad is het jaar 2015 vanwege de vorming van Jeugdbescherming Noord gestart als gecombineerde raad met leden van zowel de voormalige Ondernemingsraad van Bureau Jeugdzorg Drenthe als de Ondernemingsraad van Bureau Jeugdzorg
Groningen. In de overgangsperiode tot aan de verkiezingen van 16 april 2015 bestond de Ondernemingsraad daardoor uit 13 leden. Na de verkiezingen is per 21 mei 2015 de nieuwe Ondernemingsraad bestaande uit 9 leden geïnstalleerd.
De Ondernemingsraad heeft het afgelopen jaar de volgende onderwerpen behandeld: • evaluatie vorming Veilig Thuis met bestuurders van Het Kopland en Jeugdbe- scherming Noord en de ondernemingsraden van beide organisaties; • rondgang Toegang Drenthe, achterbanraadpleging; • rondgang Jeugdbescherming Noord. Achterbanraadpleging gericht op het nieu we werken, het regiowerken en de toekomst van jeugdbescherming Noord; • adviesaanvraag (her)huisvesting Jeugdbescherming Noord; • deelname inspiratiegroep en projectgroep huisvesting; • instemmingsverzoek Klachtenregeling Cliënten Jeugdbescherming Noord; • instemmingsverzoek Protocol Seksueel grensoverschrijdend gedrag bij of seksueel misbruik van een cliënt door medewerker; • concept besturingsfilosofie en werkoverlegstructuur ontvangen. De instemming op de werkoverlegstructuur is vooralsnog ‘on hold’ gezet in verband met de aangekondigde reorganisatie genaamd ‘organisatie in balans’; • instemmingsverzoek Opleidingsplan en individuele studiefaciliteiten; • instemmingsverzoek met voorstellen ter beperking overschrijding vrije ruimte Werkkostenregeling 2015; • instemmingsverzoek wijziging arbeidscontracten in verband met invulling bereikbaarheidsdiensten; • instemmingsverzoek om Maetis Ardyn voor 2016 te contracteren als arbodienst voor de gehele organisatie; • instemmingsverzoek voor de notitie “Beleid en werkwijze Intervisie”; • toehoorder bij evaluaties van het sociaal plan voor de werknemers Toegang Bureau Jeugdzorg Groningen die in gemeenschappelijke regeling over zijn gegaan naar de GGD Groningen;
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
27
TOEZICHT, BESTUUR EN MEDEZEGGENSCHAP
•
toehoorder bij gesprekken tussen bestuurder en vakbonden met betrekking tot het sociaal plan voor Jeugdbescherming Noord.
Op 11 december 2015 is de Ondernemingsraad door de bestuurder geïnformeerd over zijn vertrek. De Raad van Toezicht is direct in contact getreden met de Ondernemingsraad over zijn rol bij het aantrekken van een nieuwe bestuurder.
28
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
5. FINANCIEEL BELEID 5.1 Hoofdlijnen financieel beleid De continuïteit van de organisatie had de hoogste prioriteit waardoor er veel inzet is gepleegd op het inkoopproces en de financiële afspraken met de gemeenten. De omvang van de financiële middelen is bepalend voor de wijze waarop Jeugdbescherming Noord het financieel beleid heeft kunnen vormgeven. De onzekerheid over de omvang van de financiële middelen duurt medio 2016 voort, waardoor ook onvoldoende gewerkt kan worden aan een begroting gericht op de toekomst. In 2015 heeft Jeugdbescherming Noord zich gericht op het in balans brengen van de financiën en de daadwerkelijke productie. Zo is er bij de fusie tussen Bureau Jeugdzorg Groningen en Bureau Jeugdzorg Drenthe ook een reorganisatie doorgevoerd in de bedrijfsvoering.
Tevens is er een plan van aanpak opgesteld (Organisatie in Balans) om grip te houden op de verhouding tussen kosten en productie. In de huisvesting in Drenthe is een versnelde verhuizing ingevoerd, waarbij het aantal locaties teruggebracht is van drie naar één. In Groningen is een ander (kleiner) pand betrokken. Dit heeft een aanzienlijke kostenbesparing opgeleverd om daarmee de eerste klap op te vangen om de organisatie financieel meer in balans te krijgen. Met de start van de nieuwe accountant, heeft Jeugdbescherming Noord de vraag gesteld om kritisch naar de administratieve organisatie te kijken en aanbevelingen ter verbetering te doen. In 2016 zal de prioriteit hierop komen te liggen.
5.2 Beschrijving positie op balansdatum Voor de stichting Jeugdbescherming Noord Drenthe is de balanspositie verslechterd qua liquiditeit, eigen vermogen en voorzieningen. De liquiditeit is door het resultaat en het overhevelen van de voorziening van het personeel dat naar de holding Jeugdbescherming Noord is gegaan, verminderd. Het eigen vermogen is afgenomen met het negatieve resultaat in 2015. De post debiteuren onder de vorderingen is in vergelijking met 2014 fors gestegen. Hieraan ligt ten grondslag dat er voor cliënten buiten de regio in 2015 rekeningen moesten worden verstuurd naar gemeenten. In de stichting Jeugdbescherming Noord Groningen is de liquiditeit gedaald door de overheveling van voorzieningen met betrekking tot personeel die overgingen naar de stichting Jeugdbescherming Noord en de investeringen in ICT en het flexwerken op een nieuwe locatie. Het eigen vermogen is gestegen door het behaalde resultaat.Ook in Groningen is de post debiteuren onder de vorderingen, in vergelijking met 2014, fors gestegen. De balanspositie van de holding Jeugdbescherming Noord en de twee werkstichtingen bestaat uit een voorziening voor omvorming van de overhead. De vaste activa bestaat uit investeringen
5.3 Toekomstverwachtingen In 2016 staat Jeugdbescherming Noord voor de opgave om de daling in de instroom van maatregelen in de jeugdbescherming en de jeugdreclassering op te vangen in beide werkstichtingen en ook de overgang van de cliënten en medewerkers van de Toegang naar de gemeenten op een adequate manier te laten verlopen. De daling in de aantallen cliënten zal een constante sturing vragen om de inzet in de uitvoering en de ondersteuning in balans te houden met de inkomsten. Het hebben en creëren van een flexibele schil is hier ook een on-
derdeel van. De overgang van de Toegang in Drenthe gaat gepaard met het wegvallen van een deel van de dekking voor de overhead in 2017. Inmiddels is het besluit genomen om dit met een reorganisatie in de overhead in overeenstemming te brengen met de financiering. Het verminderen van de bedrijfsvoering staat haaks op de groeiende vraag van gemeenten en overheid op het gebied van informatievoorziening, certificering, protocollen en normen op ICT gebied en financiën. JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
29
FINANCIEEL BELEID
Jeugdbescherming Noord zal zich moeten beraden op een strategie waarbij opschaling de meest logische optie lijkt. Verkennende onderzoeken op dit terrein zijn reeds gaande. Tevens is Jeugdbescherming Noord in gesprek met gemeenten voor uitbreiding van dienstverlening die gemeenten in de toekomst wensen. Hierbij valt te denken aan preventieve jeugdbescherming, Veilig Thuis en ondersteuning van de gemeentelijke basisteams. Jeugdbescherming Noord neemt deel aan een projectgroep samen met de Drentse gemeenten om dit op te zetten. Van belang voor een financieel gezonde organisatie is een goede inbedding van de werkzaamheden van Jeugdbescherming Noord in de lokale teams. Daar moet onze meerwaarde naar voren komen waardoor de kans om ingekocht te worden wordt vergroot. De informatievoorziening van de financiële gegevens gekoppeld aan de resultaten in het primaire proces moeten maandelijks op de agenda staan bij de managementgesprekken. Sturen op capaciteit is de sleutel voor een gezonde toekomstbestendige organisatie. In de jaarrekening van de Jeugdbescherming Noord Drenthe baart de liquiditeitspositie en het eigen vermogen zorgen. Het eigen vermogen kan nog beperkt worden gebruikt om tegenvallers op te vangen. De overgang van de Toegang en de reorganisatie in de overhead zal frictiekosten met zich meebrengen. Voor deze frictiekosten zal Jeugdbescherming Noord subsidie aanvragen bij de Transitie Autoriteit Jeugd (TAJ). Zowel de gemeenten als het Rijk signaleren dat de continuïteit in de uitvoering van de jeugdbescherming en –reclassering gedurende de periode van transitie niet overal gegarandeerd is als er geen stappen worden ondernomen. De Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en het Ministerie van
30
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
Veiligheid en Justitie (VenJ) zijn van mening dat de sector kwetsbaar is en heeft opdracht gegeven een bestendig organisatorisch landschap van gecertificeerde instellingen (GI’s) in te richten of te laten ontstaan. Belangrijk is dat, gegeven de ontwikkelingen die gaande zijn, er ook op een termijn van drie tot vijf jaar nog steeds sprake is levensvatbare gecertificeerde instellingen. De opdracht is dat gemeenten er gezamenlijk voor zorgen dat er altijd jeugdbescherming en –reclassering beschikbaar is. Jeugdbescherming en –reclassering die wordt geleverd door levensvatbare gecertificeerde instellingen met een duurzaam perspectief, die in samenspraak met gemeenten invulling geven aan hun opdracht. Ervaren Jeugdzorgbestuurder JanDirk Sprokkereef heeft deze opdracht van de Ministeries en de Vereniging van Nederlandse gemeenten aanvaard. De huidige liquiditeitspositie en het eigen vermogen in Jeugdbescherming Noord Groningen zijn voldoende te noemen. In de nabije toekomst is het van belang dat Veilig Thuis een vast onderdeel van de organisatie wordt. Hierover zijn we in gesprek met Kopland en de Groninger gemeenten. Het specialistisch casemanagement en preventieve Jeugdbescherming zijn we samen aan het ontwikkelen met de Groninger gemeenten en de RIGG.
6. SAMENSTELLING RAAD VAN BESTUUR, CLIËNTENRAAD, ONDERNEMINGSRAAD, KLACHTENCOMMISSIE, BEZWAARCOMMISSIE EN DE RAAD VAN TOEZICHT (MET OVERZICHT VAN NEVENFUNCTIES) OP 31 DECEMBER 2015 de heer drs. M.S.R. Sitalsing, Voorzitter Raad van Bestuur De voorzitter Raad van Bestuur heeft in 2015 verschillende nevenfuncties vervuld, te weten:
• • • • • • • •
Lid Raad van Toezicht Stichting de Noorderbrug Lid Bestuur FC Groningen in de Maatschappij Voorzitter Bestuur Comensha Voorzitter RvT RBO Groningen Lid Klachtencommissie Koninklijke Visio Lid Bestuur Jeugdsportfonds en Jeugdcultuurfonds Drenthe Lid Raad van Toezicht Politieacademie Lid Raad van Toezicht Wilhelmina Ziekenhuis Assen
De nevenfuncties van de voorzitter Raad van Bestuur zijn voorgelegd aan de Raad en Toezicht en daar getoetst op eventuele belangverstrengeling. clientenraad • de heer M. Wolthers voorzitter • mevrouw M. Brouwer vice voorzitter • mevrouw K. van Riemsdijk secretaris • de heer J. Verschuren penningmeester • mevrouw E. Emanuels lid • mevrouw M. van den Nieuwenhuizen lid • mevrouw C. van Stempvoort lid • mevrouw C. de Lange lid • mevrouw J. Franken lid • de heer H. Pettinga lid • mevrouw F. De Jongh lid • mevrouw G. Hamming lid • de heer G. Wildeboer lid
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
31
SAMENSTELLINGEN
ondernemersraad • mevrouw S. Stok voorzitter • mevrouw L. Bouwers vice voorzitter • mevrouw Sprenger secretaris • de heer S. Griep lid • mevrouw D. Huls lid • de heer J. Olthoff lid • de heer H. Pot lid • mevrouw M. Rumpff lid • mevrouw B. van der Sleen lid De ondernemingsraad wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, mevrouw J. Vrieling
klachtencommissie • mevrouw mr. M.C. Fuhler coördinator/voorzitter • de heer mr. L.J. Hofstra voorzitter • mevrouw mr. C.M.M. Oostdam voorzitter • mevrouw mr. A.M. de Vries voorzitter • mevrouw H.W.A. de Blaauw lid • de heer B. Bloem lid • de heer H. Goudbeek lid • de heer W.C.D. Graafland lid • de heer H. Rothe lid • mevrouw drs. E.C. Tabak lid • mevrouw mr. J.G. Nijenhuis griffier De commissie wordt ondersteund door een ambtelijk secretaris, mevrouw J. Vrieling.
32
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
SAMENSTELLINGEN
Overzicht hoofd- en nevenfuncties 2015 leden Raad van Toezicht Jeugdbescherming Noord voor zover relevant voor de Jeugdzorg mevrouw S. de Jong Hoofdfunctie Nevenfunctie • • • • • • •
Secretaris bestuur St. Vrienden van Zienn te Leeuwarden Voorzitter bestuur Kunstpaviljoen Nieuw Roden Bestuurslid St. DBF te Grouw. (Gaat over beheer vastgoed en bevorderen leefbaarheid platteland in de drie noordelijke provincies.) Bestuurslid St. Vrijburg (tot 2016 eigenaar van de Rode Hoed in Amsterdam) Vicevoorzitter Vereniging Oud Parlementariërs Lid gewestelijke bestuur PvdA Interim voorzitter muziekvereniging Concordia te Zevenhuizen
de heer Drs. A.J. Mewe Hoofdfunctie •
Eigenaar AM interim; zzp-er
Nevenfunctie • Als zelfstandig interimmanager/adviseur werkzaam voor/in wisselende opdrachten, veelal voor over heden. Inhoudelijk geen raakvlak met terrein van jeugdbescherming/jeugdzorg.
de heer Drs. R. Dijsselhof Hoofdfunctie •
Partner KPMG Accountants N.V. te Groningen
Nevenfunctie -
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
33
SAMENSTELLINGEN
de heer Mr. G. Veenstra Hoofdfunctie • Hoofd Beleid, Strategie & Communicatie van het Openbaar Ministerie Parket Noord-Neder land Nevenfunctie • • • •
Consultant Raad van Europa Project Versterking rechterlijke macht Roemenië, Straatsburg (F.) Voorzitter Raad van Toezicht Stichting Vredewold Leek, Zorg, wonen & welzijn Docent Stichting Studiecentrum Rechtspleging Utrecht Plv. lid Cie rechtsbescherming provincie Groningen
mevrouw A.M. Ruijgers Hoofdfunctie
•
Nevenfunctie •
Manager Gemeentelijk Domein bij Cosis
Lid Stuurgroep LAG, t.b.v. Leadergebied Zuid-Oost Drenthe
de heer J.J. Jonkman Hoofdfunctie
•
Nevenfunctie • •
Directeur Staf Dienst Vervoer & Ondersteuning (DV&O), Ministerie van Veiligheid en Justitie
Lid Raad van Toezicht Ambiq, Hengelo Lid Raad van Advies Stichting “Veenhuizen boeit”
de heer H.G. Poortman Hoofdfunctie
•
Nevenfunctie • •
34
Directeur Verkoop & Financiën, Stichting Marente te Oegstgeest
Lid Raad van Toezicht MEE Groningen en voorzitter van de auditcommissie Lid Raad van Toezicht Kessler Stichting te Den Haag en voorzitter van de auditcommissie
JAARVERSLAG | JEUGDBESCHERMING NOORD
JEUGDBESCHERMING NOORD | 2016