Stichting Bio Kinderrevalidatie
Jaarverslag 2010 1
Inhoud Stichting Bio Kinderrevalidatie .......................................................................................................................3 1. Jaarrekening ..............................................................................................................................................3 1.1. Balans 31 december 2010 ...................................................................................................................3 1.2. Staat van baten en lasten 2010 ...........................................................................................................3 1.3. Activiteiten van Stichting Bio Kinderrevalidatie ..................................................................................3 1.4. Begroting 2011-2013 ..........................................................................................................................4 2. Directieverslag Boekjaar 2010 ....................................................................................................................6 2.1. Financiële verantwoording ..................................................................................................................6 2.2. Samenstelling bestuur en directie en wijze van functioneren ............................................................8 2.3. Taken, verantwoordelijkheden en vergoedingen voor de directie .................................................. 10 2.4. Directiereglement Stichting Bio Kinderrevalidatie ........................................................................... 11 2.5. Vertaling en invulling doelstelling .................................................................................................... 11 2.6. Fondsenwerving ............................................................................................................................... 12 2.7. Sponsorplan ...................................................................................................................................... 13 2.8. Vrijwilligersbeleid ............................................................................................................................. 13 2.9. Verantwoordingsverklaring .............................................................................................................. 14 3. Meerjarenbeleidplan ............................................................................................................................... 16 4. Bijlagen .................................................................................................................................................... 17 Bijlage 1. Balans per 31 december 2010 ................................................................................................. 18 Bijlage 2. Staat van baten en lasten 2010 ............................................................................................... 20 Bijlage 3. Begroting 2011-2013 ............................................................................................................... 21 Bijlage 4. Bezoldiging directie.................................................................................................................. 22 Bijlage 5. Directiereglement Stichting Bio Kinderrevalidatie .................................................................. 24
2
Stichting Bio Kinderrevalidatie 1. Jaarrekening
1.1. Balans 31 december 2010 De balans per 31 december 2010 is bijgevoegd als bijlage 1.
1.2. Staat van baten en lasten 2010 De staat van baten en lasten van 2010 is bijgevoegd als bijlage 2.
1.3. Activiteiten van Stichting Bio Kinderrevalidatie Binnen Stichting Bio Kinderrevalidatie zijn de volgende activiteiten te onderscheiden: Vakantieoord De exploitatie van het Bio Vakantieoord in Arnhem, gericht op ernstige lichamelijke beperkingen van jongeren en kinderen in gezins- dan wel in groepsverband. Deze activiteit is de hoofdactiviteit c.q. doelstelling van Stichting Bio Kinderrevalidatie. Wetenschappelijk onderzoek Een andere activiteit van Stichting Bio Kinderrevalidatie omvat de betrokkenheid bij wetenschappelijk onderzoek op het gebied van het kind met beperkingen. Zo is recentelijk een nieuwe samenwerking gestart met het UMC op het gebied van epilepsie en USAGE. Het “Bio Research Centre for Children”. De Stichting Bio Kinderrevalidatie ondersteunt dit wetenschappelijk onderzoek financieel en biedt daarnaast faciliteiten op haar terrein om het onderzoek uit te voeren. Daarnaast werkt Stichting Bio Kinderrevalidatie al meer dan 25 jaar samen met de TU Delft op het gebied van het ontwerpen van hulpmiddelen en voorzieningen voor het gehandicapte kind. Manege Een andere doelstelling van Stichting Bio Kinderrevalidatie is de instandhouding van Stichting Nationaal Centrum Paardrijden Gehandicapten (NCPG) te Arnhem. Het NCPG is opgericht op 1 3
mei 1996 als samenwerkingsverband van de Federatie Paardrijden Gehandicapten, de Stichting Bio Kinderrevalidatie en de Stichting Groot Klimmendaal. Alle activiteiten worden georganiseerd vanuit Manege "In't Biobos" op het terrein van Stichting Bio Kinderrevalidatie
1.4. Begroting 2011-2013 Begroting 2011-2013: De begroting 2011-2013, met ter vergelijking de realisatie 2010, is bijgevoegd als bijlage 3.
Baten uit eigen fondsenwerving De jaren 2009 en 2011 zijn inclusief de opbrengsten van het Bio Gala. Daarentegen 2010, het afgelopen jaar, heeft geen gala opbrengst genoten. Echter de opbrengst van 2010 is ten positieve beïnvloed door een erfenis van €370.000.
Baten uit beleggingen Het hersteleffect van het rampjaar 2008, dat in 2009 nog zichtbaar was heeft zich beperkt tot een rendement van 5,1% in 2010. De begroting gaat uit van lage rente- en dividendopbrengsten zonder rekening te houden met niet gerealiseerde koerswinsten.
Overige baten De overige baten zijn gebaseerd op lange termijn contracten van gebouwen en paviljoens en kasopbrengsten.
Lasten De lasten van het vakantieoord zijn zowel ten opzichte van de begroting als ten opzichte van vorig jaar lager uitgevallen, dit is een gevolg van kostenmaatregelen.
4
NCPG
Door minder aandacht voor de fondsenwerving is het tekort bij de NCPG €73.000 hoger dan vorig jaar. Met vereende krachten wordt gewerkt aan een beter resultaat in 2011.
BRCC De kosten van het BRCC zijn sterk afhankelijk van het aantal onderzoeksprojecten dat begeleid wordt door het BRCC. De verwachting voor een positief fondsenwervingsresultaat in 2011 moet leiden tot een reductie van het tekort met €153.000.
Werving kosten De kosten van de eigen fondsenwerving hebben betrekking op het aantal dagdelen dat een tweetal medewerkers besteedt aan tijd. Naast de kosten van de evenementen dat zichtbaar wordt gemaakt met de stijging van €198.000 als gevolg van de te verwachten kosten van het gala.
Kosten beleggingen De kosten zijn vergelijkbaar met de kosten in 2010.
Beheer administratie Dit betreft algemene overhead. Er zijn geen bijzonderheden.
Resultaat werkelijk 2009 Dit resultaat is sterk beïnvloed door zowel de galaopbrengst als het beleggingsresultaat.
5
Resultaat werkelijk 2010 Het resultaat is beïnvloed door de hoge opbrengst van een erfenis.
Begroting 2011 De begroting als geheel is enerzijds gebaseerd op voorzichtig beleid en anderzijds op vergelijkbare lasten ten opzichte van 2010.
2. Directieverslag Boekjaar 2010
2.1. Financiële verantwoording Financiële resultaat Het resultaat van de Stichting Bio Kinderrevalidatie wordt sterk beïnvloed door het tweejaarlijks te organiseren Bio Gala. In 2010 was er sprake van een “galaloos jaar”. Desondanks is het resultaat €451.000 beter uitgevallen dan de begrote -/- € 748.000. Het netto resultaat bedroeg /- € 297.000. Dit is deels te danken aan een erfenis van € 370.000 en deels door een hoger beleggingsresultaat van €363.000. Ondanks hogere lasten van € 210.000 en het negatieve resultaat van € 158.000 bij het NCPG. Hieronder wordt op de verschillende onderwerpen nader ingegaan.
Kasstroomoverzicht (richtlijn 650 paragraaf 103) Onder leiding van de penningmeester van het bestuur wordt een maandelijkse management rapportage opgebouwd waarin naast de balans en de staat van baten en lasten ook plaats wordt gegeven aan de cashflow. Zowel de gerealiseerde als de niet gerealiseerde resultaten van de beleggingen worden hierin meegenomen. 6
Vermogen De reserves en fondsen van Bio bedragen € 7.691.000. De reserves en fondsen zijn onder te verdelen in continuïteitsreserve (€ 5.371.000), bestemmingsreserves (€ 1.126.000), bestemmingsfonds (€ 634.000) en overige reserves (€ 560.000) De continuïteitsreserve ter dekking van de risico’s op de korte termijn is bepaald op 1,5 keer de kosten van de werkorganisatie. Deze reserve is door het bestuur gevormd ter waarborging van de continuïteit van de Stichting op korte termijn. Voor de risico’s op lange termijn is een reservering voor exploitatie risico’s gevormd. De reden is als volgt: het goede doel in de ogen van Bio wordt grotendeels gevormd door de exploitatie van een vakantiepark voor zwaar lichamelijk gehandicapte kinderen. Deze wordt deels gefinancierd uit de inkomsten van het vermogen en daarnaast uit donaties en schenkingen, uit fondsenwerving, uit verhuur van vakantiebungalows en overige zaken en uit de opbrengst van het tweejaarlijks te organiseren Bio-Gala. Als Bio noodgedwongen uit het vermogen geld zou moeten vrijmaken om binnen de gestelde norm te komen, verliest Bio daarmee een belangrijke bron van inkomsten waarvan absoluut niet zeker is, dat deze uit alternatieve bronnen gecompenseerd kan worden. Daarom is naast de toevoeging van 1,5 de kosten van de werkorganisatie ook een bedrag van € 2.000.000 aan de continuïteitsreserve toegevoegd ter ondersteuning van de exploitatie. De totale bestedingen aan de doelstellingen in percenten van de totale baten bedragen 105%.
Investeringen In het jaar 2010 zijn de investeringen beperkt gebleven tot vervangingen en groot onderhoud. Deze maatregel is vooral bedoeld om het vermogen in evenwicht te houden en geoormerkte investeringen pas te laten plaats hebben na de toezegging door de desbetreffende sponsor.
Beleggingen Na het qua beleggingen slecht verlopen jaar 2008 heeft de stichting duidelijke maatregelen getroffen zulks in de toekomst te vermijden: 1.
Er is een beleggingscommissie samengesteld.
7
2.
In deze beleggingscommissie heeft ook een buitenstaander zitting, die bovendien partner is bij een onafhankelijk adviesbureau.
3.
Er is gekozen voor een defensief beleggingsbeleid, waarbij het beleggen in aandelen gemiddeld niet meer dan 20 % van het totaal mag bedragen. Bovendien moeten deze aandelen voldoen aan criteria, die op het vlak van duurzaamheid aan de desbetreffende ondernemingen zijn gesteld.
Een en ander heeft geleid tot een bevredigend beleggingsresultaat in 2010. Het netto rendement op het vermogen bedroeg 5,1%. De beleggingscommissie bestaat uit 4 leden: de penningmeester van het bestuur de heer M. Canisius; de secretaris van het bestuur de heer R. Metselaars als voorzitter van de beleggingscommissie; de directeur de heer M. Elsenburg en als adviseur de heer H. van Dijk, partner bij het bureau IBS in Amsterdam.
2.2. Samenstelling bestuur en directie en wijze van functioneren Er is sprake van een algemeen bestuur, dat bestaat uit 7 leden. De voorzitter, secretaris en penningmeester vormen tevens het dagelijks bestuur en er is een directie, die bestaat uit drie leden. Voorts is er een wetenschappelijke adviesraad. Deze toetst de aanvragen van nieuwe onderzoeken door de wetenschappelijk directeur. De raad bestaat uit de professoren B. van Engelen, van Geert en Valk en Dr. J. Vermeulen. De samenstelling van het bestuur is in het verslagjaar gewijzigd. Het bestuur bestaat uit: Jhr. Drs. D. Laman Trip, voorzitter De heer R. Metselaars, secretaris De heer M. Canisius MBA IMD, penningmeester Mevrouw Drs. E. Danker, lid Mevrouw J. van Zadelhoff-Hortulanus, lid De heer A. Weststrate, lid De heer Drs. W. Wolfers, lid sinds 13 juli 2010
8
De directie bestaat uit: Drs. M. Elsenburg, algemeen directeur en directievoorzitter Professor Dr. O. van Nieuwenhuizen, wetenschappelijk directeur Drs. A. Groen, directeur vakantieoord sinds 14 september 2010 Het Algemeen Bestuur vergadert 4 maal per jaar evenals het Dagelijks Bestuur en de Beleggingscommissie. Het Dagelijks Bestuur houdt toezicht op het functioneren van de directie. De Voorzitter heeft tussentijds nog ca. 6 maal per jaar een bilateraal overleg met de algemeen directeur, waarin ook de taken worden besproken en geëvalueerd. Tijdens deze gesprekken wordt de directeur ook beoordeeld. De Beleggingscommissie heeft een eigen Statuut en vergadert in aanwezigheid van een extern adviseur. De leden van het Algemeen Bestuur worden zodanig benoemd dat er niet meer dan twee leden in hetzelfde jaar kunnen aftreden. De bestuursleden worden benoemd voor een periode van ten hoogste 5 jaar. Drie leden van het Algemeen Bestuur komen uit de bioscoopwereld, enerzijds uit historische overwegingen, anderzijds omdat de bioscoopwereld een belangrijke sponsor is van Stichting Bio Kinderrevalidatie. Nevenfuncties - De heer Laman Trip is naast voorzitter bij Bio ook voorzitter van de adviesraad Microkredieten Nederland en voorzitter van Raad van Advies van Burgers Zoo en Stichting NDDO. Hij is voorzitter van de Raad van Commissarissen bij de ANWB en executive coach bij QEC. - De heer Metselaars is naast bestuurslid bij Bio werkzaam als partner relations development bij Pereira Consultants en is voorzitter van de stichting RUN. - De heer Canisius is naast penningmeester bij Bio werkzaam als CFO bij Pathé Theaters en is penningmeester van de stichting Abraham Tuschinski Fonds en bestuurslid bij het pensioenfonds BPF film en NVB. - Mevrouw Danker is naast bestuurslid bij Bio werkzaam als commercieel directeur bij Stage entertainment en is bestuurslid bij Cinekid. - Mevrouw van Zadelhoff-Hortulanus is naast bestuurslid bij Bio onder andere ook bestuurslid bij het Nationaal Ouderenfonds. - De heer Weststrate is naast bestuurslid bij Bio directeur/eigenaar van Cinecity in Vlissingen en is president van de Union Internationale des Cinémas. 9
- De heer Wolfers is naast bestuurslid bij Bio werkzaam als managing director bij A-Film Distribution BV, voorzitter van de Nederlandse Federatie voor de Cinematografie en van de Nederlandse Vereniging van Filmdistributeurs en is bestuurslid van Stichting Stadsschouwburg & Philharmonie Haarlem. De directie voert de door het bestuur genomen besluiten uit, stelt de begroting op, vertegenwoordigt de stichting naar buiten en geeft leiding aan de dagelijkse gang van zaken. De bevoegdheden zijn in een directiereglement vastgelegd (zie 2.4). De algemeen directeur is bestuurslid bij een viertal charitatieve instellingen, alsmede bestuursvoorzitter van een stichting in Amsterdam die een museum exploiteert. De wetenschappelijk directeur is hoogleraar bij het UMCU en hij leidt de afdeling kinderneurologie van het Wilhelmina Kinderziekenhuis, dat als zodanig deel uitmaakt van het UMCU. De directeur vakantieoord heeft geen nevenfuncties. De bestuurders ontvangen geen bezoldiging voor hun werkzaamheden. In het verslagjaar zijn geen leningen, voorschotten en garanties verstrekt aan de bestuurders.
2.3. Taken, verantwoordelijkheden en vergoedingen voor de directie
De Stichting laat zich bij het bepalen van de hoogte van de honorering van de directieleden leiden door de adviezen van o.a. de VFI en tevens naar eigen inzicht. Drs. M. A.M. Elsenburg is algemeen directeur en voorzitter van de directie en als zodanig is hij verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken en voor een adequate communicatie naar het Algemeen en Dagelijks Bestuur. In 2010 declareerde hij een managementvergoeding, waarin alle bruto kosten van werknemer en werkgever verrekend zijn. De vergoeding bedroeg in 2010 € 94.295. In het contract met de heer Elsenburg is afgesproken dat hij voor deze vergoeding 3 dagen per week (0,6 fte) zijn taken moet uitoefenen. Daarnaast kan de heer Elsenburg ook een fee ontvangen over sponsorgelden die hij genereert. Deze fee is gebaseerd op een staffel, met een maximum van € 30.000. Over 2010 werd € 29.112 als aanvullende fee uitgekeerd. Sinds 14 september 2010 is de heer drs. A.M. Groen directeur van het Biovakantieoord. Hij heeft tot taak het vakantieoord efficiënt te laten functioneren op een zodanige wijze dat de cliënten van een optimale vakantie kunnen genieten. Het kwaliteitsaspect speelt hierin een grote rol. De heer Groen ontvangt op jaarbasis voor een driedaagse werkweek (0,6 fte) een managementvergoeding ad € 45.000 (in 2010 € 18.487). Tot slot prof. Dr. O. van Nieuwenhuizen. Hij is in dienst van het UMC te Utrecht en wordt voor een halve dag per week (0,1 fte) uitgeleend aan de Stichting Bio Research 10
Centre for Children als directeur van het Research Centre. Bio betaalt het UMC een vergoeding van € 21.121 op jaarbasis. Professor van Nieuwenhuizen is verantwoordelijk voor de samenwerking met het UMCU die moet leiden tot het plegen van onderzoek naar verbetering van behandeltechnieken bij kinderen die lijden aan epilepsie en spina bifida. Zie bijlage 4. Voor een overzicht en verantwoording conform de richtlijnen van het CBF.
2.4. Directiereglement Stichting Bio Kinderrevalidatie Het directiereglement Stichting Bio Kinderrevalidatie is bijgevoegd als bijlage 5.
2.5. Vertaling en invulling doelstelling
Statutair heeft de stichting zich gedurende de hele historie bekommerd om het lot van jongeren en kinderen. Door economische, externe omstandigheden is de stichting twee keer in haar historie gedwongen de koers te herzien. Rond 1960 werd afgestapt van de sociale invalshoek (“de bleekneusjes van de grote steden”) en begin negentiger jaren dwong de fusie met Klimmendaal tot de huidige koers. Bio richt zich op kinderen en jongeren tot ca. 35 jaar en wel tot de groep die zwaar lichamelijk beperkt is. Een belangrijke bijkomstigheid is, dat daar waar het gaat om de jongeren met een zware beperking het ons streven is, de ouders en de gezonde broers en zussen daarin mee te nemen. Tenslotte hebben de gehandicapten baat bij gemotiveerde gezinnen. Ons streven is de gezinnen een of meer weken onvergetelijke vakantie te bezorgen. De visie, beter gezegd, het toetsen van de visie en het meten van de reacties, komt mede uit de medische hoek. Onze wetenschappelijk directeur, professor van Nieuwenhuizen krijgt op zijn behandelingen reacties uit het hele land, daarnaast vullen alle cliënten van het vakantieoord een vragenformulier in waaruit hun tevredenheid gemeten kan worden. Eén van de positieve resultaten daarvan is dat de onderzoeken door het researchcenter kwalitatief een veel beter resultaat oogsten dan wanneer deze onderzoeken plaatshebben in het Wilhelmina Kinderziekenhuis. De kinderen zijn bij Bio, met de vakantie-uitstraling van het park, veel rustiger dan in het dynamische ziekenhuis met de vele witte en groene jassen.
11
Een belangrijk feit is dat de kosten voor het managen van het vakantiedorp en de manege altijd veel hoger zullen zijn dan de mogelijke opbrengsten uit verhuur. Vandaar dat er een constante druk is op de visie en de strategie bij het werven van fondsen teneinde nieuwe, liefst structurele, financiële bronnen te vinden. Het is een bewuste, maar niet eenvoudig uitvoerbare keuze, de fondsenwervingsactiviteiten en daarmee het risico te spreiden over meer bronnen. Belangrijk is dat we zowel structurele bronnen vinden als projectgerichte, waarbij wij helaas moeten vaststellen dat de tendens in de markt steeds meer neigt naar projectfinanciering. Naast het feit dat Bio volledig afhankelijk is van giften en sponsoring door derden, streeft de stichting ernaar niet afhankelijk te zijn van een enkele bron voor meer dan 20% tenzij het de financiering van eenmalige projecten betreft. Een van de belangrijkste lasten voor de stichting is het onderhoud van het gebouwencomplex dat een historisch monument vormt en dat met projectbenadering gefinancierd moet worden. Dit geldt tevens voor de hele infrastructuur, het onderhoud van het zwembad en de manege. Zowel St. Bio kinderrevalidatie als St. NCPG hebben een ANBI status.
2.6. Fondsenwerving Sinds drie jaar heeft Bio in de zorgverzekeraar VGZ een zeer betrokken sponsor gevonden. VGZ steunt Bio niet alleen financieel, maar ook met advies op alle mogelijke terreinen om Bio o.a. bij te staan in het vinden van subsidiekanalen ter ondersteuning van de exploitatie. Naast VGZ wordt Bio gesponsord door de BMC groep via de Federatie Gehandicapten Sport alsmede Akzo Nobel en Zeromix. Bio wordt naast deze sponsoring genereus gesubsidieerd door het VSB fonds bij het aanleggen van een ganzenbord bestaande uit speelinstrumenten en bij de renovatie van een multimediaruimte. In oktober hebben wij het jaarlijkse golftoernooi gehouden op het Rijk van Nijmegen. De opbrengst van deze dag bedroeg € 18.700. Ook werd dit jaar een dag op de Friese meren gezeild in skûtsjes, hetgeen ook € 18.700 opleverde. De kosten voor de fondsenwerving zijn beperkt gebleven tot 12,5% van de opbrengsten ondanks dat het jaar zonder gala is verlopen. Er is een gedetailleerd sponsorplan waarvan de voortgang op iedere vergadering van het Algemeen Bestuur wordt geagendeerd en geëvalueerd.
12
2.7. Sponsorplan Om deze eerder genoemde spreiding beter gestalte te geven en deze minder afhankelijk te laten zijn van grote eenmalige activiteiten volgen we een sponsorplan dat een jaar geleden op gang is gezet. Het doel daarvan is activiteiten te ontplooien die gericht zijn op spreiding van de bronnen en op het financieren van de exploitatie van het vakantieoord. Naast de bestaande bronnen (rendement uit eigen vermogen en verhuur van gebouwen) is dit plan op een zestal soorten fondsenwerving gericht:
de filmwereld, uit welke Bio is ontstaan, met commercials en acties sponsoring bij het bedrijfsleven nalatenschappen en fiscale schenkingen middels deelname aan nalaten.nl en via mailings en contacten naar notarissen. eigen activiteiten, zoals het Bio gala en het Golf- en Waterfestijn donaties en schenkingen inkomsten uit het vakantieoord.
Het sponsorplan en de voortgang er van worden iedere vergadering van het Algemeen Bestuur geagendeerd en geëvalueerd.
2.8. Vrijwilligersbeleid De stichting ziet grote meerwaarde in het betrekken van vrijwilligers bij haar activiteiten. Zo is er voor de gebouwen- en terreinendienst een goede samenwerking met de gemeente Arnhem en met de agrarische scholen. Via deze kanalen krijgen wij regelmatig vrijwilligers aangedragen. Het vakantieoord streeft naar het inzetten van meer vrijwilligers. Hiervoor zal in 2011 een plan worden ontwikkeld. Waar bij het vakantieoord nu de vrijwilligers vooral werken bij de facilitaire diensten, de logistieke afdeling en de tuindienst zal het plan uitgaan van een veel bredere en systematische inzet van vrijwilligers. Mogelijk zal een aparte vrijwilligerscoördinator hiervoor de verantwoordelijkheid gaan dragen. Naast de uitbreiding van systematische inzet van vrijwilligers is er regelmatig sprake van kort durende vrijwilligersprojecten in samenwerking met bedrijven uit de regio (Bijv. BAM) of uit de gelieerde filmwereld (bijv. Warner Bros). De aan Bio gelieerde manege, het Nationaal Centrum Paardrijden voor Gehandicapten, boekt al geruime tijd goede resultaten met vrijwilligers. Voor therapeutisch paardrijden is het een 13
vereiste dat drie personen de ruiter, die veelal een zware beperking heeft, begeleiden. Een van deze begeleiders moet gediplomeerd zijn; de andere lopen aan weerszijden van de ruiter, zodat ze kunnen ingrijpen, mocht de ruiter van het paard dreigen te vallen. De manege heeft de beschikking over een vijftigtal vrijwilligers waarvan er wekelijks 30 worden opgeroepen.
2.9. Verantwoordingsverklaring Het Algemeen Bestuur herkent zich in de drie principes van het verantwoordingsmodel, zoals voorgestaan door het CBF, de uitgangspunten van deugdelijk bestuur en onderschrijft deze principes en licht deze als volgt toe.
Algemeen Bestuur De toezichthoudende taak behoort toe aan het Algemeen Bestuur. In de huidige structuur zijn de voorwaarden geschapen voor de scheiding van ‘toezicht’, ‘bestuur’ en ‘uitvoering’. De statuten geven aan het Algemeen Bestuur de middelen voor het adequaat kunnen uitvoeren van haar toezichthoudende rol waaronder: -
de bevoegdheid directieleden te benoemen en te ontslaan de bevoegdheid de accountant aan te stellen de besluitvorming over de statuten, strategische beleidsdocumenten en het directiereglement
Bestuursleden van de Stichting Bio en het gelieerde NCPG worden voor een periode van drie tot vijf jaar benoemd op een zodanige manier dat nooit meer dan twee bestuursleden per jaar kunnen aftreden. Het Algemeen Bestuur is zodanig samengesteld dat niet alleen recht wordt gedaan aan de oorsprong van de stichting – de bioscoopwereld is de feitelijke oprichter van Bio – maar dat ook de taken goed verdeeld zijn en alle expertises in het Algemeen Bestuur vertegenwoordigd zijn. In principe zijn de leden van het Algemeen Bestuur ieder toezichthouder voor alle activiteiten van de stichting maar in haar taakverdeling heeft elk bestuurslid specifieke aandacht voor een aantal disciplines, op grond waarvan het betreffende bestuurslid ook rechtstreeks contact houdt met de organisatie.
14
Het algemeen bestuur komt minimaal vier keer per jaar in vergadering bijeen. Vakantieoord, Research Centre, manege en fondsenwerving vormden de vaste agendapunten naast financiële en personele aangelegenheden.
Dagelijks bestuur In de praktijk functioneert het Dagelijks Bestuur – bestaande uit de voorzitter, penningmeester en secretaris van het Algemeen Bestuur – als belangrijk eerste klankbord van de directie. Formeel is het Dagelijks Bestuur het orgaan dat de vergaderingen van het Algemeen Bestuur voorbereidt. Investeringen, begrotingen, maandrapportages (met elke maand een verschillenanalyse) en het sponsorplan zijn vaste agendaonderwerpen voor de agenda van het Dagelijks bestuur.
Directie De dagelijkse leiding van de organisatie en het voorbereiden van beleid ligt in handen van de directie. Het Algemeen Bestuur ziet toe op de directie in de uitvoering van deze rollen. Jaarlijks beoordeelt het Algemeen Bestuur het functioneren van de directie. Het voorbereiden en uitvoeren van het beleid vindt plaats in een collegiaal werkend managementteam (algemeen directeur, directeur vakantieoord en wetenschappelijk directeur). De algemeen directeur neemt de eindbeslissingen. De directie fungeert binnen de kaders van de statuten en het directiereglement zoals vastgesteld door het Algemeen Bestuur. De directie rapporteert aan het Algemeen Bestuur over de voortgang van de organisatie, onder meer via kwartaalrapportages en tijdens vergaderingen van het Algemeen Bestuur. De algemeen directeur heeft zeer regelmatig één op één overleg met de voorzitter van het Algemeen Bestuur over de meest uiteenlopende onderwerpen. Deze korte lijnen werken heel effectief.
Effectiviteit en efficiency van bestedingen Een voor het Algemeen Bestuur belangrijk moment om het gevoerde beleid te evalueren vormt de behandeling van het jaarverslag en de jaarrekening. Verbeterpunten die door de accountant naar voren worden gebracht krijgen daarbij aandacht. Het Algemeen Bestuur concludeert dat de uitvoering van de werkzaamheden en de besteding van gelden hebben plaatsgevonden binnen het mandaat van de stichting.
15
Het Algemeen Bestuur constateert dat het beleggingsbeleid tijdens het verslagjaar zorgvuldig is uitgevoerd.
De belanghebbenden De gasten van het vakantieoord, de ruiters van de manege en de patiënten van het Bio Research Centre for Children zijn onze primaire belanghebbenden. Maar ook onze donateurs zijn erg belangrijk. Recent is gestart om op continue basis en gestructureerd klantevaluaties uit te voeren onder deze doelgroepen. De uitkomsten zullen uitgebreid de aandacht krijgen en worden uitgewerkt in actieplannen.
3. Meerjarenbeleidplan Het meerjarenbeleidplan is op dit moment in ontwikkeling en zal in de loop van 2011 afgerond worden. Het meerjarenbeleidplan zal gepubliceerd worden op de website van Stichting Bio Kinderrevalidatie, www.stichtingbio.nl
Arnhem, 6 juni 2011 Namens het bestuur M.A.M.Elsenburg, alg. dir.
16
4. Bijlagen Bijlage 1. Balans per 31 december 2010 Bijlage 2. Staat van baten en lasten 2010 Bijlage 3. Begroting 2011-2013 Bijlage 4. Bezoldiging directie Bijlage 5. Directiereglement
17
Bijlage 1. Balans per 31 december 2010 Na resultaatbestemming. A c t i v a 2010 € Materiële vaste activa (1)
2009 €
3.089.097
€ 3.350.378
3.089.097 Vorderingen en overlopende activa (2) Effecten (3) Liquide middelen (4)
Totaal activa
€
425.997 4.958.873 1.281.703
3.350.378 479.265 3.649.301 2.338.445
6.666.573
6.467.010
9.755.670
9.817.388
18
P a s s i v a 2010 € Stichtingskapitaal
2009 €
€ 454
€ 454
Reserves en fondsen (5) Reserves Continuïteitsreserve Bestemmingsreserves Overige reserves
5.371.265 1.125.699 560.120
5.648.014 1.368.281 227.891 7.057.084
7.244.187
634.000
743.565
13.335
5.416
Langlopende schulden (7)
1.412.000
1.412.000
Kortlopende schulden (8)
638.797
411.967
9.755.670
9.817.388
Fondsen Bestemmingsfondsen Voorzieningen (6)
Totaal passiva
19
Bijlage 2. Staat van baten en lasten 2010
2010 € Baten Baten uit eigen fondsenwerving Baten uit beleggingen Overige baten Som der baten Lasten Besteed aan doelstellingen Vakantieoord NCPG BRCC Overige projecten
€
810.281 411.906 728.856
Begroting 2010 € €
476.000 162.000 628.000 1.951.044
1.577.362 131.279 273.331 61.804
1.615.300 42.700 175.000 0
101.521 48.188
€
1.128.309 1.199.156 683.298 1.266.000
2.043.776 Werving baten Kosten eigen fondsenwerving Kosten beleggingen
2009 €
3.010.763
1.844.058 57.987 176.341 -14.703 1.833.000
83.700 42.000
2.063.683
271.192 44.043
149.709
125.700
315.235
54.026
55.000
53.092
Som der lasten
2.247.510
2.013.700
2.432.010
Resultaat
(296.467)
(747.700)
578.754
(276.749) (226.828)
0 0
470.548 (48.959)
(15.754) 332.229 (109.365)
0 0 0
79.305 (101.006) 178.866
(296.467)
0
578.754
Beheer en administratie
Resultaatbestemming Toevoeging/onttrekking aan: Continuïteitsreserve Bestemmingsreserve Bestemmingsreserve financiering activa Overige reserves Bestemmingsfonds
20
Bijlage 3. Begroting 2011-2013
Omzet Giften Nalatenschappen en fiscale schenkingen Fondsenwerving/Subsidies Projectinkomsten Sponsoring Baten uit eigen activiteiten Inkomsten belegd vermogen Verhuur bungalows Verhuur gebouwen Doorbelaste service kosten Kosten Exploitatiekosten: Directe personeelskosten Onderhoudskosten Energiekosten Kosten tuinonderhoud BRCC Projectkosten Directe verwervingskosten Overige exploitatiekosten Bruto marge Algemene kosten Advieskosten Kantoorkosten PR kosten Rente Overige algemene kosten NCPG (resultaat) Totale algemene kosten en NCPG Resultaat voor overige baten en lasten Overige baten en lasten Ongerealiseerde koersresultaten Overige baten en lasten Afschrijvingen
Netto resultaat
Werkelijk 2010 Euro
Begroting 2011 Euro
Begroting 2012 Euro
Begroting 2013 Euro
137.984 457.839 85.500 0 93.045 55.213 153.933 167.487 250.384 291.264 1.692.649
50.000 50.000 345.000 0 100.000 990.000 150.000 165.000 224.000 190.000 2.264.000
75.000 150.000 370.000 0 350.000 90.000 150.000 180.000 200.000 205.000 1.770.000
100.000 150.000 395.000 0 600.000 990.000 150.000 200.000 200.000 210.000 2.995.000
763.359 121.509 178.219 10.191 257.844 61.804 40.918 202.007 1.635.849
713.000 100.000 160.000 10.000 120.000 0 281.000 192.500 1.576.500
735.000 110.000 165.000 11.000 50.000 0 81.000 200.000 1.352.000
750.000 115.000 175.000 12.000 50.000 0 281.000 210.000 1.593.000
56.800
687.500
418.000
1.402.000
43.523 75.842 43.335 89.459 63 252.221 -122.349 374.570 -317.770
40.000 65.000 40.000 82.500 1.000 228.500 -50.000 278.500 409.000
42.000 67.000 42.000 85.000 1.000 237.000 -50.000 287.000 131.000
45.000 70.000 45.000 87.000 1.000 248.000 -50.000 298.000 1.104.000
232.694 130.662 -342.052 21.304
0 0 -370.000 -370.000
0 0 -370.000 -370.000
0 0 -375.000 -375.000
-296.467
39.000
-239.000
729.000 21
Bijlage 4. Bezoldiging directie Het bestuur heeft het bezoldigingsbeleid, de hoogte van de directiebeloning en de hoogte van andere bezoldigingscomponenten vastgesteld. Het beleid wordt periodiek geactualiseerd. De laatste evaluatie vond plaats in 2010. Bij de bepaling van het bezoldigingsbeleid en de vaststelling van de beloning volgt Stichting Bio Kinderrevalidatie de Adviesregeling Beloning Directeuren van Goede Doelen van VFI en de Code Wijffels (zie www.vfi.nl). De Adviesregeling geeft aan de hand van zwaartecriteria een maximumnorm voor het jaarinkomen. De weging van de situatie bij Stichting Bio Kinderrevalidatie vond plaats door de directie in samenspraak met de accountant. Dit leidde tot een zogenaamde BSD-score van 500 punten met een maximaal jaarinkomen van EUR € 140.000 (1FTE/12 mnd., tabel 1995). De directieleden zijn niet in loondienst van Stichting Bio Kinderrevalidatie. Met de algemeen directeur en de directeur vakantieoord is een managementovereenkomst afgesloten. Dat betekent onder meer dat Stichting Bio Kinderrevalidatie geen kosten en verplichtingen heeft in geval van arbeidsongeschiktheid. Voor toetsing aan de VFI-maxima zijn de uitbetaalde vergoedingen in herberekende vorm weergegeven in het format van het CBF (zie hieronder). Vervolgens zijn de vergoedingen omgerekend naar jaarvergoedingen op fulltime basis. Hiermee ontstaan voor de toetsing aan VFI-maxima relevante vergelijkbare jaarinkomens van de directie. Deze jaarinkomens bedragen in 2010 voor M. Elsenburg € 157.158 en voor A. Groen € 105.646. De beloning van M. Elsenburg overstijgt licht het VFI-maximum. Dit wordt als acceptabel beoordeeld vanwege de wijzingen in de bedrijfsvoering die in 2010 plaats vonden en de complexiteit die daarmee gepaard ging. De beloning van A. Groen blijft binnen het VFI-maximum. De hoogte en samenstelling van de bezoldiging wordt in de jaarrekening toegelicht in de toelichting op de staat van baten en lasten. Naast het jaarinkomen ontving de algemeen directeur een vergoeding die gebaseerd is op de resultaten van fondsenwerving ter hoogte van € 29.112. Voor 2011 is met de heer Elsenburg overeengekomen dat de managementovereenkomst aangepast wordt naar 0,4 fte (in plaats van 0,6 fte). Ook wordt in 2011 de variabele honorering met betrekking tot de fondsenwerving aangepast.
22
Naam
M. Elsenburg
A. Groen
Functie
alg. directeur
directeur vak. oord
Dienstverband
Man.ovk.
Man.ovk.
Aard (looptijd)
onbepaald
bepaald
uren/week
24
24
part-time percentage
60
60
1/1-31/12
14/9-31/12
periode Bezoldiging (EUR)
Jaarinkomen bruto loon/salaris vakantiegeld eindejaaruitkering
70.708
13.863
5.657
1.109
-
-
variabel jaarinkomen Totaal
SV lasten (wg deel) Belastbare vergoedingen/bijtellingen Pensioenlasten (wg deel)
76.365
14.972
7.849
1.977
10.081
1.539
Overige beloningen op termijn
-
-
Uitkeringen beëindiging dienstverband
-
-
Totaal bezoldiging 2010
94.295
Totaal bezoldiging 2009
105.947
18.488 -
23
Bijlage 5. Directiereglement Stichting Bio Kinderrevalidatie 1. Vertegenwoordigingsbevoegdheid 1.1 Ter uitvoering van bestuursbesluiten is de algemeen directeur bevoegd de stichting te vertegenwoordigen. 1.2 Binnen een goedgekeurde begroting is de algemeen directeur bevoegd uitvoeringsbesluiten te nemen een en ander conform het ‘Reglement financieel beheer’. 2. Financieel beheer van middelen 2.1 De algemeen directeur geeft uitvoering aan de bepalingen van het ‘Reglement financieel beheer’. 2.2 Per maand wordt door de algemeen directeur een financiële maandrapportage opgesteld conform het vigerende model. Tevens wordt per kwartaal door de algemeen directeur een kwartaalrapportage verstrekt welke naast de winst- en verliesrekening tevens een kwartaalbalans bevat. 2.3 De algemeen directeur is bevoegd betalingen te verrichten namens de stichting, een en ander conform de aan hem/haar door het bestuur verstrekte volmacht. 3. Personeelsbeleid 3.1 De werving en selectie van personeel, die in dienst komen van de stichting geschiedt door de algemeen directeur. Aanstelling van een nieuw personeelslid geschiedt na goedkeuring door de voorzitter of penningmeester. 3.2 Het bestuur stelt op voorstel van de algemeen directeur, de richtlijnen voor de arbeidsvoorwaarden vast. Binnen deze richtlijnen is de algemeen directeur bevoegd functionarissen te schorsen en te ontslaan na verkregen goedkeuring door de voorzitter of penningmeester. 3.3 De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde personeelsbeleid. 4. Voorbereiden en uitvoeren van bestuursbesluiten 4.1 De algemeen directeur bereidt, òf op eigen initiatief òf op verzoek van het bestuur, alle zaken voor waaromtrent bestuurlijke besluitvorming of raadpleging nodig is. 4.2 De algemeen directeur voert de besluiten van het bestuur uit, tenzij door het bestuur een andere afspraak is gemaakt. In dat geval vindt coördinatie en afstemming met de algemeen directeur plaats. 5. Ontwikkelen en implementeren van (algemeen) beleid 5.1 De algemeen directeur draagt bij aan de beleidsontwikkeling, beleidscontrole en beleidsuitvoering en is in dezen een sparringpartner voor het bestuur.
24
5.2 De algemeen directeur is verantwoordelijk voor het opstellen van een meerjaren beleidsplan en een strategisch jaarplan. 6. Fondsenwerving 6.1 De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de uitvoering van bestaande en nieuw op te zetten fondswervingsactiviteiten. Nieuwe activiteiten kunnen op eigen initiatief na goedkeuring door het bestuur worden opgezet dan wel op voorstel van het bestuur. 6.2 De algemeen directeur organiseert de fondswervingsactiviteiten, waarbij hij/zij de stichting vertegenwoordigt. Bij de positionering van het Bio onderzoek en behandelcentrum zal de medisch directeur het ‘gezicht naar buiten’ zijn. Een en ander wordt tussen algemeen directeur en medisch directeur in goed overleg afgestemd. 7. Financieel resultaat 7.1 De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de financiële resultaten van de stichting. Hij/zij zal hierbij alle noodzakelijke maatregelen nemen zoals toezicht op kosten, fondsenwerving, acquisitie e.d. om een optimaal financieel resultaat voor de stichting te behalen. 8. Overige taken en bevoegdheden 8.1 De algemeen directeur is verantwoordelijk voor de interne taakverdeling en voor een goede interne communicatie. 8.2 Indien er zich problemen voordoen in de organisatie is de algemeen directeur bevoegd deze op te lossen. 8.3 De algemeen directeur informeert het bestuur omtrent alle zaken, die van belang zijn voor het goed functioneren van de stichting. 8.4 Van de algemeen directeur wordt verwacht dat hij/zij alle taken uitvoert die van een algemeen directeur van Bio-Kinderrevalidatie verwacht mogen worden. 9. Specifieke taken en bevoegdheden 9.1 Samen met de medisch directeur en de directeur vakantieoord vormt de algemeen directeur het directieteam van de stichting. 9.2 De algemeen directeur vervult de rol van voorzitter van het directieteam. 9.3 Belangrijke besluiten betreffende de operationele organisatie worden in goed overleg met de medisch directeur en/of de directeur vakantieoord en binnen de richtlijnen van het directiereglement genomen. 10. De volgende artikelen maken deel uit van de verplichtingen die verbonden zijn aan het keurmerk CBF A. Het functioneren van de directie wordt jaarlijks geëvalueerd door het dagelijks bestuur van de stichting. Dit is ook de instantie die kan schorsen en ontslaan. 25
B. De bezoldiging van de directie wordt door het bestuur publiekelijk verantwoord. D. De directie is verplicht elke nevenfunctie aan het Dagelijks Bestuur te melden, die op haar beurt toets of de nevenfunctie niet een te zware belasting is voor de stichting.
26