NR.7 14 december 2015
onafhankelijk universiteitsblad
TU internationaal Bezoek aan Brazilië Tischa van der Cammen: ‘Meer doen voor ouderen’ Tomorrow's leaders Idea League Challenge
De oorsprong van alles
Sterrenstof
2
14 december 2015
Delta
TU Delft
8 reportage
sterrenstof De terahertz-detectoren van dr. Jian-Rong Gao zijn geselecteerd voor een ruimtemissie. De lancering vanuit Antarctica van zijn levenswerk is dichtbij.
12 Interview
tischa van der cammen Klinisch geriater Tischa van der Cammen is hoogleraar autonomous ageing bij IO. “Delftse ingenieurs kunnen veel doen voor ouderen.”
VERDER 04 06 07 15 16 17 22 27 30 31
Column Interview Nieuws Master Sport Lifestyle Idea League Desgevraagd Survival Guide Science
18 reportage
bezoek aan braziliË Hoe run je gezamenlijk onderwijs en onderzoek tienduizend kilometer verderop? In Brazilië is het sociale contact net zo belangrijk als de inhoud.
Delta
TU Delft
COVER In een kleine cleanroom bij Natuurkunde heeft dr. Gao een chip ontwikkeld, die is gemonteerd op de houder die hij vast heeft. De chip is maar een paar millimeter groot, maar als je hem aan een weerballon op kilometers hoogte brengt, kun je lichtjaren ver kijken naar sterrenstof. Kleine dingen kunnen het verschil maken.
Vliegtuigmotor
De CF6-50 turbofan motor die de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek heeft gekregen van KLM is een wonder van duurzaamheid. De luchtvaartveteraan heeft 57 duizend vlieguren en reisde 42 miljoen kilometer. Dat is vijftig maal naar de maan en terug. delta.tudelft.nl/30809
(Fotograaf Sam Rentmeester)
COLOFON Redactie Frank Nuijens (hoofdredacteur), Saskia Bonger, Tomas van Dijk, Dorine van Gorp, Connie van Uffelen, Jos Wassink, Katja Wijnands Medewerkers aan dit nummer Jorinde Benner, Ailie Conor, Brandon Hartley, Dap Hartmann, Auke Herrema, Job Hogewoning, Kim-Lan Jong Baw, Folkert van der Meulen Bosma, Heather Montague, Molly Quell, Jimmy Tigges, Stephan Timmers, Caroline Vermeulen, Marco Villares Foto’s Marcel Krijger, Sam Rentmeester Bladconcept en vormgeving Maters & Hermsen, Leiden (Foto: Sam Rentmeester)
Lay-Out Liesbeth van Dam, Saskia de Been Redactie-adres Universiteitsbibliotheek, Prometheusplein 1, 2628 ZC Delft, 015 278 4848,
[email protected] Advertenties H&J Uitgevers, 010 451 5510,
[email protected] Druk Mediacenter Rotterdam Oplage 8.000 Jaargang 48 ISSN 2213 8838 Meld je aan voor de wekelijkse nieuwsbrief op de website. Meer informatie op www.delta.tudelft.nl/colofon.
REAGEER!
Global Initiative
Engels
Weigeraars
Kamer
Het Delft Global Initiative beleefde zijn officiële start op 30 november. Doel van dit platform voor wetenschappers, studenten en ondernemers is om concrete oplossingen te vinden voor problemen in ontwikkelingslanden. delta.tudelft.nl/30825
De strijd van Duwo tegen niet-studenten die studentenkamers bewonen nadert in Delft zijn einde. De studentenhuisvester heeft de huur opgezegd van de laatste elf ‘gewone’ huurders, die drie jaar geleden weigerden een campuscontract te tekenen. delta.tudelft.nl/38866
In een brief aan het college van bestuur adviseert de studentenraad dat docenten de Engelse taal minstens op C!-niveau moeten beheersen voordat een bacheloropleiding waarvoor ze college geven Engelstalig wordt. delta.tudelft.nl/30859
Alle kamers van het door TU-studenten herontwikkelde gebouwencomplex Aan ’t Verlaat zijn sinds kort bewoond. De Stichting Herontwikkeling tot Studentenhuisvesting (SHS) Delft heeft daarmee 275 studenten aan onderdak geholpen. delta.tudelft.nl/30865
Prijzen
Veel Delftenaren vielen de afgelopen weken in de prijzen. Alexander in 't Veld (L&R) werd op 26 november gekozen tot beste docent van de TU Delft. De jury roemde vooral zijn aandacht voor de individuele student en voor het verbinden van theorie aan praktijk. Verder waren bij de uitreiking van de Jong Talent Afstudeerprijzen bij de KHMW (Koninklijke Hollandsche Maatschappij der Wetenschappen) vijf van de twaalf prijswinnaars afkomstig van de TU Delft. Tot slot sleepte Nederland dit jaar 32 Europese starting grants voor jonge onderzoekers in de wacht. Bij de TU Delft gaan zeven laureaten aan de slag. De beurzen worden elk jaar uitgedeeld door de European Research Council ERC. delta.tudelft.nl/30849, 30820, 30843
4
Column Dap Hartmann Koffie verkeerd Wederom gaat het over de nieuwe koffiemachines. Niet omdat ik een drammer ben, maar omdat er miljoenen euro’s mee gemoeid zijn en omdat FMVG onze belangen niet behartigt. Laat ik eerst een hardnekkig misverstand de wereld uit helpen. Met FMVG bedoel ik niet de mannen en vrouwen op de werkvloer die dagelijks hun uiterste best doen. Ik richt mijn pijlen uitsluitend op de directie, managers en beheerders die de mensen op de werkvloer vertellen wat ze moeten doen en ondertussen zelf de ene na de andere ramp veroorzaken. Zoals de nieuwe koffiemachines. Onlangs was ik bij een bijeenkomst van het ‘Klantenpanel Vending’. Een twintigtal collega’s van verschillende faculteiten ging in discussie met vertegenwoordigers van Maas International en FMVG. Ruim twee uur lang regende het onafgebroken klachten. Er was werkelijk niemand die een positief geluid liet horen. De thee is ondrinkbaar, het warme water is te koud, de thee schuimt, de koffie is smerig, de capaciteit van de boiler is te klein, de bekers zijn te snel op, studenten betalen wel maar krijgen geen consumptie, het verifiëren van de campuskaart duurt veel te lang, de kan-functie geeft alleen zeven kopjes, er past geen kan onder de machine. De mensen van Maas veinsden opperste verbazing over zoveel ‘pech’. En in plaats van ze het vuur aan de schenen te leggen, knikte FMVG begripvol mee met die arme drommels van Maas. Ik weet niet of de kerstpakketten de deur al uit zijn maar Maas en FMVG waren twee handen op één buik. Een voorbeeld. Maas kreeg de concessie voor maar liefst vijf jaar. Op de vraag waarom niet eerst één jaar, en bij goed presteren een verlenging met telkens twee jaar, was het verbluffende antwoord dat die koffiemachines een afschrijving hebben van vijf tot zeven jaar. Dat lijkt me het normale bedrijfsrisico van Maas, maar FMVG is zo vriendelijk dat af te dekken. Dan accepteer je dus het risico dat er niet goed gepresteerd wordt (waarvan acte) en dat we daar dan vijf jaar aan vast zitten. FMVG heeft alle klachten genoteerd en gaat ‘er werk van maken’. Fijn. Maar waarom is er niet grondig getest alvorens de gehele TU Delft-gemeenschap als proefkonijn in de slangenkuil werd gegooid? De wachttijd, de capaciteit van de boiler, het aantal bekers in de machine – al die problemen mogen niet als een verrassing komen. Aan de smaak van de koffie zal niets meer veranderen want de smaaktest is achter de rug. Overigens, de keuze voor Maas was al vóór die smaaktest gemaakt, dus er kon alleen koffie van Maas worden geproefd. U ziet dat uw belang (lekkere koffie) bij FMVG in prima handen is. De invoering van de nieuwe koffiemachines kost iedere faculteit netto één FTE. Want het verifiëren van de campuskaart kost 12 seconden en dus verspillen de 4,5 miljoen ‘bakkies’ per jaar 8 volledige manjaren. En dan heb ik het nog niet over de andere wachttijden, zoals het opwarmen van de boiler of het in de rij staan omdat alles zo langzaam gaat. Ik drink nu Nescafé oploskoffie. Dat is veel smakelijker dan dat bruine Maaswater. Ik tap nu dus alleen warm water, maar dat berekent Maas vrolijk als een kop thee (€0,20). Kassa! Dap Hartmann is astronoom. Hij werkt als onderzoeker bij de faculteit Techniek, Bestuur en Management.
Sebastian Maks, bestuurslid van studentenraadspartij Lijst Bèta, organiseert de lezingenreeks 'Bèta Talks'. Succesvolle en getalenteerde studenten vertellen over hun afstudeerprojecten. Maandag 14 december om 20.00 uur, start de eerste reeks in zaal A van het TBM-faculteitsgebouw.
1. We worden aan de TU al dood gegooid met succesverhalen over slimme studenten.
JA 3. Deze lezingenreeks gaat studenten motiveren om meer uit hun studie te halen.
JA
2. Studentenraden moeten zich alleen met universiteitspolitiek bezig houden.
NEE 4. Mensen die alleen komen voor het drankje na afloop zijn ook welkom.
JA
Op welke stelling wil je terugkomen? “Op de eerste. We worden al doodgegooid met lezingen over succesverhalen, dat klopt. Maar hier zijn het studenten of pas afgestudeerden die het woord voeren. En dat gebeurt te weinig. Hierin onderscheiden wij ons van Studium Generale. Wij denken dat studenten zich meer aangesproken voelen door verhalen van leeftijdgenoten dan van hoogleraren. ‘Give the floor to the students’, is ons motto. Met deze lezingen promoten wij het onderwijs aan de TU.” facebook.com/lijstbeta
Delta
Cijfer
1,35 De start-up StuDocu, beter bekend als StudeerSnel, heeft van investeerders 1,35 miljoen euro gekregen om de wereld te veroveren. Met StudeerSnel kun je samenvattingen, oude tentamens en collegeaantekeningen delen. Het bedrijf is gestart door vier Delftse studenten die zagen dat het uitwisselen van samenvattingen in de collegezaal ouderwets en inefficiënt was. Inmiddels hebben ruim 400 duizend van de 650 duizend Nederlandse studenten een account bij StudeerSnel.
Tweet Jacquelien Noordhoek, directeur Nederlandse Cystic Fibrosis Stichting: “Ik heb masterstudenten biomedical engineering verteld hoe ons instituut de visie van patiënten laat meewegen in onze research-agenda. Wij laten de kwaliteit van de zorg door patiënten beoordelen en geven hen daarvoor een training. Als je producten ontwikkelt voor de zorg, is het goed om het perspectief van patiënten te kennen. Heb je als patiënt het product nodig? Werkt het goed? Kan het beter? Als studenten in de zorgsector gaan werken, hoop ik dat zij denken aan het nut voor patiënten. We hebben ook gediscussieerd over zorgkosten. De meeste mensen denken dat de zorgkosten onbeheersbaar worden door dure medicijnen, maar dat is niet zo. Die maken maar zeven procent van de zorgkosten uit, 25 procent gaat naar administratieve lasten. Dat was een nieuw inzicht voor de studenten.” (CvU)
TU Delft
5
De week van...
KNMI-seismoloog prof.dr. Läslo Evers is per 1 december benoemd tot deeltijdhoogleraar seismo-akoestiek aan de TU, bij de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Evers wil met microfoons de temperatuur van de oceanen meten op grote diepte. In de oceanen is continu geluid aanwezig; achtergrondruis afkomstig van golven, vulkaanuitbarstingen, schepen en ga zo maar door. Uit de snelheid waarmee deze geluidsgolven bewegen, is de temperatuur van het zeewater af te leiden. Zo hoopt hij inzicht te krijgen in de opwarming van de diepe oceaan als gevolg van klimaatverandering. “Waarom we niet gewoon thermometers in zee steken? Omdat we de temperatuur op kilometers diepte gaan bepalen. Daar kom je niet makkelijk.” Op vergelijkbare wijze wil Evers ook de temperatuur in de stratosfeer meten. (Foto: TU Delft) Het KNAW heeft dr.ir. Alexandru Iosup (EWI) en dr.ir. Behnam Taebi (TBM) benoemd tot leden van de Jonge Akademie. Iosup (1980) houdt zich bezig met cloud computing, en populaire internettoepassingen als e-Science en online gaming. Hij werd begin dit jaar door studentenorganisatie ISO uitgeroepen tot Nederlands beste docent van het jaar. Hij vindt dat beleidsmakers veel meer van wetenschap af zouden moeten weten. “Er zijn grote problemen. Politici moeten zich meer verdiepen in de wetenschap. Ik wil een computerspel ontwikkelen dat inzicht geeft in het leven van wetenschappers.” (Foto: Marcel Krijger) Techniekfilosoof Behnam Taebi (1977) houdt zich bezig met de ethische aspecten rondom kernenergie. Taebi wil zich bij de Jonge Akademie hard maken voor meer mobiliteit onder onderzoekers. Promovendi zouden veel beweeglijker moeten zijn, vindt Taebi, en zeker twee tot drie maanden aan een andere universiteit moeten verkeren. "Dat verbreedt hun blik en hun netwerk." De Jonge Akademie, het KNAW-platform voor jonge communicatieve topwetenschappers, kiest ieder jaar tien nieuwe, talentvolle onderzoekers om haar gelederen te versterken. Naast bewezen wetenschappelijke kwaliteit beschikken de leden over een brede belangstelling voor wetenschapsbeoefening en wetenschapscommunicatie. (Foto: Sam Rentmeester)
6
Nieuws
Tekst: Jos Wassink Foto: Sam Rentmeester
Plaats geven aan rouw Dr.ir. Sabina Tanovic promoveerde afgelopen maand op de architectuur van herdenkingsbouwwerken voor oorlogen en aanslagen. Die moeten in elk geval aan overlevenden een plaats bieden om te rouwen, betoogt ze. Als kind maakte u de bezetting mee van Sarajevo. Hoe herinnert u zich die tijd? “De belegering begon op mijn tiende verjaardag. Ik had geen idee wat er gebeurde, maar ik zag aan de verwarde reactie van mijn ouders dat er iets aan de hand was. Opeens werd de stad belegerd door mannen met bivakmutsen en door sluipschutters. Straten werden geblokkeerd. Dat duurde vier jaar. Ik denk dat ik de herinneringen aan die tijd lange tijd heb onderdrukt, maar ik moest er in het kader van mijn onderzoek aan geloven. Soms lijken de herinneringen je als fragmenten uit een boze droom te overvallen. Ik weet nog dat ik voor het eerst Oud en Nieuw vierde bij mijn Nederlandse vriend. We stonden op het dak naar het vuurwerk te kijken en ik raakte in paniek. Toen besefte ik dat de herinneringen er nog steeds waren, en dat ze onverwachts de kop op kunnen steken.”
Tien jaar na de belegering sloot u de architectuuropleiding in Sarajevo af met een monument getiteld De Tunnel. Wat was dat?
Sabina Tanovic: “Toen ik voor het eerst Oud en Nieuw vierde bij mijn Nederlandse vriend, raakte ik in paniek door het vuurwerk. Toen besefte ik dat de herinneringen er nog steeds waren, en dat ze onverwachts de kop op kunnen steken.”
weet nu beter hoe architectonische elementen bezoekers kunnen beïnvloeden. Het overbrengen van de kennis over wat er gebeurd is aan de volgende generatie is een belangrijke functie van zo’n bouwwerk. Ik wil weten hoe de architectuur daarbij kan helpen.”
“De tunnel was de levensader van de belegerde stad. Tijdens de oorlog is die tunnel gegraven onder de luchthaven van Sarajevo door. Het was de enige toegangsweg naar en uit de stad. Bewapende soldaten trokken er doorheen en burgers liepen de andere kant uit. Na de oorlog is de tunnel dicht gemaakt om de stabiliteit van de start- en landingsbanen niet in gevaar te brengen. Er zijn toen een paar meter van de tunnel gespaard gebleven. Naarmate er meer mensen op af kwamen en de tunnel uiteen begon te vallen, is men aan het restaureren geslagen en aan het ensceneren. Maar dat is niet erg professioneel gebeurd.”
In uw proefschrift schrijft u dat uw moederschap uw omgang met de herinneringen heeft veranderd. In welke zin?
Wat hield uw ontwerp in?
Zijn herdenkingsbouwwerken bedoeld om oorlogsherinneringen tot rust te brengen?
“Ik wilde kijken hoe je architectuur kunt inzetten voor herdenking. Ik wilde de tunnel in de bestaande toestand behouden. Ik ontwierp een herdenkingsmuseum naast de tunnel die ik onaangetast wilde laten. Het museum was bedoeld om informatie toe te voegen aan de authentieke plek. Ik wilde uitleggen wat de tunnel had betekend zonder die aan te tasten.”
“Toen ik een dochter kreeg, zette me dat aan het denken over veel dingen. Ik werd gevoeliger voor bepaalde onderwerpen, stond meer open voor vragen. Ik voel me als ouder verantwoordelijk voor dit nieuwe leven. Ik wil nu mijn eigen herinneringen en trauma beter begrijpen opdat ik mijn kind er niet mee lastig val. Ik wil haar wel kunnen uitleggen wat er gebeurd is en waarom. Dat is op persoonlijk vlak wat ik in mijn ontwerpen probeer te doen met het doorgeven van herinneringen aan volgende generaties.”
We zijn nu tien jaar verder. U hebt promotieonderzoek gedaan naar herdenkingsbouwwerken. Hoe kijkt u terug op uw ontwerp voor De Tunnel?
“Voor overlevenden kan dat zo zijn. Of beter: architectuur geeft een plaats aan die herinneringen. Ik heb in mijn proefschrift het rouwproces proberen te begrijpen en waarom mensen fysieke objecten, zoals een gebouw, nodig hebben om hun rouwverwerking te ondersteunen. Vaak is er geen ruimte om te rouwen, en dat vind ik een gemis. Rouwverwerking is een essentiële rol voor de slachtoffers. Daarnaast zijn er toeristen en latere generaties voor wie dat misschien minder geldt. Architectuur kan plaats bieden voor herinnering en rouw.”
“Terugkijkend ben ik kritischer geworden. Veel dingen zou ik anders doen, maar de kern blijft gelijk. Ik sta nog steeds achter de keuze om de tunnel onaangetast te laten. Alleen zou ik het bezoekerscentrum anders inrichten, daar heb ik nu meer ideeën over. Ik
In uw proefschrift beschrijft u monumenten voor miljoenen slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog en de Holocaust tot aan monumenten voor een paar honderd slachtoffers
van de treinaanslagen in Madrid. Leven we in een tijd van de fragmentering van herdenking? “Ik weet niet of je dat zo eenvoudig kunt stellen. Oorlog verandert de hele tijd, is democratisch geworden. De slachting van de Eerste Wereldoorlog betekende een breuk in het sociale leven en ook in de herdenkingsarchitectuur. De Tweede Wereldoorlog bracht een grote moordpartij onder burgers. Dat heeft ons beeld van het kwaad veranderd en hoe geef je daar vorm aan? De Duitse filosoof Theodor Adorno vond eerst dat dat niet kon. Later vond hij dat er behoefte aan een uiting was, maar hoe? Je kunt Auschwitz niet imiteren. Daarna kwam er een groep ontwerpers die zich tegen de statige monumenten keerde en die radicaal andere monumenten en herdenkingsplekken ontwierpen, zoals een beschrijfbare herdenkingskolom die langzaam in de grond zakt. Zulke monumenten willen je aan het denken zetten over wat er gebeurd is. Hedendaagse herdenkingsbouwwerken doen dit vaak ook, en bieden daarnaast ruimte voor informatie, herbeleving en contemplatie. Herdenkingsplaatsen moeten in elk geval nabestaanden een plaats bieden om te rouwen.”
Sabina Tanovic, ‘Memory in Architecture: Contemporary memorial projects and their predecessors’, promotor: prof.dr. F. Bollerey, BK, 20 november 2015. Een publieksversie verschijnt volgend jaar.
Delta
Laga verhuist niet Roeivereniging Laga heeft onderzoek laten doen naar zeven alternatieven voor haar moderniseringsplan. Verhuizen blijkt niet haalbaar. Laga ervaart haar huidige onderkomen aan de Nieuwelaan al jaren als te klein, verouderd en inefficiënt om tot de roeitop te kunnen behoren. Daarom kwam zij in 2012 met het plan om het monumentale hoofdgebouw uit 1926 te renoveren en een bijgebouw te slopen voor nieuwbouw met botenopslag op de begane grond en kleed- en ergometerruimtes op de verdieping daarboven. Die plannen stuitten op weerstand van omwonenden vanwege overlast en verlies van uitzicht. Er moest een objectief en onafhankelijk onderzoek komen naar de voor- en nadelen van het plan ten opzichte van alternatieven. Daarom liet Laga afgelopen zomer ingenieursbureau Arcadis zeven alternatieven beoordelen, zowel financieel, ruimtelijk, juridisch, cultureel (Laga's aantrekkingskracht) als op complexiteit. Arcadis rapporteert dat er drie opties overblijven: • Het plan uit 2012. Dat zou ruimtelijk goed mogelijk zijn en aantrekkelijk voor Laga die de geraamde 1,6 miljoen euro met hulp van de TU kan financieren. Mogelijk zou er onvoldoende politiek draagvlak zijn door weerstand van omwonenden. • Een alternatief plan op dezelfde locatie waarbij de ergometers en kleedkamers in een kelder komen met daarboven de botenopslag. Twee ton duurder. Minder uitzichtverlies maar mogelijk meer geluid door ventilatie. • Verhuizen naar nieuwbouw op het terrein van Lijm en Cultuur. Volgens Laga inmiddels afgevallen omdat het vastgoed daar door de ge-
7
TU Delft
meente aan Lijm & Cultuur is verkocht en er in het bestemmingsplan geen bestemming voor een roeivereniging is.
‘Er zijn grote bezwaren geuit vanuit de omgeving, die kun je niet in één zin afdoen’ Overigens bleek na het onderzoek dat de bodem onder Laga ernstig is vervuild, waardoor bij afgraven de grond gesaneerd moet worden. De extra kosten bij verdieping van de bouw, brengt Laga nog in kaart. Als reactie op het rapport zegt Floris le Conge Kleyn, secretaris van belangenvereniging Zuidpoort, dat het ‘is opgesteld om straks de bouwvergunningen te kunnen onderbouwen’. “Er zijn grote bezwaren geuit vanuit de omgeving, die kun je niet in één zin afdoen.” Wil Aalbers van belangenvereniging BoKa benadrukt het rapport zelf nog niet te hebben gelezen en gaat af op de bovenstaande informatie. “Er is uitzichthinder voor bewoners en de grote glazen kast als nieuwbouw is een fremdkörper in de ruimte. Het tweede alternatief: de kelder lijkt me een groot voordeel: dat is beter voor het uitzicht en de uitstaling. Jammer dat Lijm & Cultuur niet door kan gaan. Dat is vlakbij de TU.”
Onrust op de campus De eerste week van december was het onrustig op de TU. Op tassencontroles volgden verschillende ontruimingen. Het begon op donderdag 3 december met tassencontroles in de TU Library (de UB) en de Aula. Iedereen die naar binnen wilde, moest langs de beveiliging. Dat leverde zulke lange rijen op dat sommige colleges in een ander gebouw zijn gegeven. Waarom de controle nodig was, daarover deden politie en TU nauwelijks uitspraken. Er was sprake van een ‘ontvangen signaal’, maar het risico werd als ‘beperkt’ ingeschat. De Telegraaf meldde op 7 december dat er op een herentoilet in de UB een bommelding op de muur zou zijn geschreven. Het dagblad baseerde zich op anonieme bronnen. De TU stopte maandag 7 december met de controles. In een mail aan TU-medewerkers
Er was sprake van een ‘ontvangen signaal’, maar het risico werd als ‘beperkt’ ingeschat sprak de universiteit van een voorzorgsmaatregel tegen een ‘mogelijke dreiging’. “Zeker in het huidige tijdsgewricht moeten we met zulke signalen zorgvuldig omgaan.” En zo kon het gebeuren dat er diezelfde dag nog ontrust ontstond op de faculteit Civiele Techniek en Geowetenschappen. Volgens een woordvoerder was er een verdachte tas gesignaleerd. De politie adviseerde daarop het gebouw te ontruimen. Colleges moesten worden onderbroken en even later stonden studenten en medewerkers buiten. Dat was tegen vijf uur ’s middags. Lang duurde de ontruiming niet. Al snel meldde de eigenaar van de tas zich en gaf de politie het gebouw vrij. Een dag later, op dinsdag 8 december tegen het middaguur, moest de Aula worden ontruimd. Politie, brandweer en ambulance snelden naar het gebouw, waar mensen een steeds sterker wordende gaslucht dachten te ruiken. Na een onderzoek bleek het om kitdampen van een dakdekker te gaan. (SB) Lees ook: ‘Met te veel details trek je copycats’ delta.tudelft.nl/30871
De nieuwbouwplannen van roeivereniging Laga. (Illustratie: Laga)
Het hart van de sensor: een supergeleidend brugje van 0,2 micrometer tussen twee goudcontactjes.
Tekst: Jos Wassink Foto’s: Sam Rentmeester, Jian-Rong Gao Illustratie: Stephan Timmers
Delta
9
TU Delft
Sterrenstof in terahertz Op de Zuidpool laten onderzoekers proefballonnen op. Zodra de atmosfeer stabiel genoeg is willen ze een enorme ballon met daaronder een telescoop lanceren met detectoren uit Delft.
T
ien jaar geleden nam dr. Jian-Rong Gao, projectleider bij de afdeling quantum nanoscience (Technische Natuurwetenschappen) en bij het TU Delft Space Institute, zich voor om een betere technologie te ontwikkelen voor de detectie van terahertz-straling: elektromagnetische straling die tussen infrarode straling en microgolven ligt. Terahertz-straling geeft inzicht in de samenstelling van stofwolken in ons Melkwegstelsel; de kraamkamers van nieuwe zonnestelsels. Gao werkte sindsdien gestaag door aan de ontwikkeling van zijn terahertz-detectoren en wist ze, in samenwerking met de Nederlandse ruimteonderzoekorganisatie SRON, geselecteerd te krijgen door NASA voor de missie Stratospheric Terahertz Observatory (STO2). Zo vlak voor de lancering van zijn levenswerk (half december) verklaart hij licht nerveus: “We hopen op Gods hulp om de lancering succesvol te laten zijn.” Vandaar de proefballonnetjes.
Eerder gebeurde dat al afgelopen augustus in een hal in Palestine, Texas, waar de hele gondel werd opgehesen en getest. Nadat die hangtest naar tevredenheid was afgesloten, werd het hele gevaarte weer uit elkaar gehaald, en in kisten naar de Zuidpool verscheept. Half november schreef Laauwen op zijn blog: ‘Binnen in onze hangar staat de ballongondel. Hij is al een heel eind klaar. Daar werken de collega’s van APL (Applied Physics Laboratory, Johns Hopkins University, red.) en het CSBF (Columbia Scientific Balloon Facility, red.) voorlopig aan verder. Wij gaan onze instrument inbouwen in een cryostaat, een soort grote thermosfles die gevuld met vloeibaar helium het hele instrument afkoelt tot ongeveer 270 graden onder 0 of 4 kelvin, 4 graden boven het absolute nulpunt. Hoewel het allemaal wat primitiever is, kun je in het lab makkelijk vergeten waar je bent, er zijn geen ramen. Zodra de deur open gaat is het weer duidelijk: ik ben echt op Antarctica.’
Primitiever
Vier dagen later laat hij weten: ‘Het goede nieuws is dat we zojuist de hele signaalketen van de 4.7 THz-ontvanger werkend hebben gekregen (zie kader Delftse detector, red). Er gaat een lokaal signaal naar binnen, we zien de he-
Vanaf begin november zijn SRON-onderzoekers Darren Hayton en Wouter Laauwen op de McMurdo basis op Antarctica om de ballongondel op te bouwen en alle onderdelen te testen.
Stervorming
mel en er komt een gewenst signaal uit de detector naar buiten. Er moet nog wat geoptimaliseerd worden maar alle stappen werken. Het slechte nieuws is dat de wc stuk is. ’ De eerste sterren ontstonden zo'n 13,5 miljard jaar geleden uit lichte elementen als waterstof, helium en lithium. Door kernfusie in die sterren ontstonden zwaardere elementen als koolstof, stikstof en zuurstof, wat nu veel voorkomende elementen zijn in de stofwolken van ‘ons’ Melkwegstelsel. Vreemd te beseffen dat de bouwstoffen van onze levende natuur en ons eigen lichaam ooit zijn samengesmeed in het binnenste van sterren en miljarden jaren later met een enorme explosie verstrooid werden tot rondzwevend sterrenstof. Uit dat interstellaire stof vormen zich steeds weer nieuwe sterren en planeten in een eindeloze dans van energie en materie. Dat is het algemene plaatje, maar in welke verhouding de elementen koolstof, zuurstof en stikstof voorkomen, hoe snel de gassen afkoelen, hoeveel sterren er gevormd worden, hoe snel dat gaat en hoe zwaar die sterren worden - daar is nog weinig over bekend.
Lees verder op pagina 10
Dr. Jian-Rong Gao: “Wij zijn de ogen van de missie.”
Hoogleraar submillimeter-astronomie aan de Rijksuniversiteit Groningen, prof.dr. Floris van der Tak, hoopt dat metingen van de STO2-missie daar duidelijkheid over zullen bieden. Toegegeven, de ballonmissie heeft een beperkte duur van naar schatting twee weken voordat het helium verbruikt is. Daarom wordt ook maar een beperkt gebied van de Melkweg gescand van 10 graden breed en 2 graden hoog. In dat gebied brengen de verschillende detectoren de verdeling van stikstof, koolstof en zuur-
stof in kaart. Van der Tak, werkzaam bij SRON, is zelf vooral benieuwd naar de zuurstoflijn omdat zuurstof opgloeit bij 300 Kelvin (kamertemperatuur), wat een stuk warmer is dan de omgeving van 100 Kelvin. Met andere woorden: de zuurstoflijn toont de eerste opwarming van een ster in wording. Van der Tak: “Vergelijk een gaswolk met een baarmoeder voor sterren. De zuurstoflijn is dan de echoscopie die je vertelt dat er van binnen iets aan de hand is.” Afhankelijk van de metingen is het de bedoe-
ling om met latere missies grotere gebieden in hogere resolutie te scannen. Wat dat betreft is de STO2-missie zelf ook een soort proefballon.
OGEN “Twintig jaar geleden vond de eerste waarneming van terahertz straling uit de ruimte plaats. Dat was met halfgeleider detectoren vanuit een klein vliegtuig op tien kilometer hoogte. De metingen hadden teveel ruis om iets mee te doen, maar ze toonden wel aan dat er
Delftse detector Hoe werkt de techniek? Een parabool concentreert de invallende straling op een halfdoorlatende spiegel. Daarop valt ook de straling van een terahertz laser die dienst doet als lokale oscillator. Die speciaal ontwikkelde quantum cascade laser (QCL), die de 4,7 THz straling opwekt, wordt door een compacte Stirling koelmachine op een werktemperatuur van 50 Kelvin (minus 223 graden Celsius) gehouden. De laser zelf is miniem: slechts een millimeter lang en 20-40 micrometer breed. Het mengen van een signaal met een referentiestraling van een lokale oscillator heet heterodyne detec-
tie. Het voordeel van die methode is dat het de frequentie van het signaal terugbrengt van terahertz naar gigahertz niveau, en dat er voor die microgolfstraling goede versterkers, filters en meters beschikbaar zijn. De gemengde straling (signaal en referentie) wordt door een silicium lens op een klein antennetje geconcentreerd dat verbonden is met een supergeleidende detector met de naam hot-electron bolometer of HEB-mixer. Simpel gezegd bestaat zo'n detector uit een supergeleidend brugje van niobium nitride tussen twee gouden contactjes. De opgevan-
gen straling verwarmt het brugje (2 bij 0,2 micrometer groot) waardoor de supergeleiding verstoord wordt. Het resulterende spanningsverschil valt te meten. Een sterrencamera fixeert de positie van de telescoop ten opzichte van het firmament. Na de meting van 1 pixel (op drie golflengten tegelijkertijd) verschuift de positie een heel klein beetje naar het volgende beeldpunt. Op die manier tast de telescoop punt-voor-punt in naar verwachting 15 dagen tijd een vooraf bepaald observatiekader af van 2 booggraden hoog en 10 booggraden breed.
Uit dat interstellaire stof vormen zich steeds weer nieuwe sterren en planeten in een eindeloze dans van energie en materie straling in het verre infrarood was”, aldus Gao over het begin van de submillimeter astronomie. Tien jaar geleden besloot de detector-specialist dat hij de beste detector voor terahertz straling zou ontwikkelen (zie kader Delftse detector). Zijn detectoren zouden meegaan op ruimtemissies van Nasa en ESA en ze zouden onze ogen openen voor een tot dan toe duister gebied van het spectrum. Zijn inspanningen werden beloond toen missieleider prof. Christopher Walker van de Universiteit van Arizona de Delftse detectoren uitkoos voor de STO2 ballonmissie. Walker had besloten dat Gao’s team in de afdeling quantum nanoscience de beste detectoren bouwde. Uiteindelijk hebben de Delftenaren de STO2missie zelfs gered. Want toen afgelopen zomer duidelijk werd dat het Jet Propulsion Lab de toegezegde infrarood detectoren niet kon leveren, trok Gao er nog een stel uit een la die hij voor de Europese Herschel-missie (2009-2013) had gemaakt. Het gevolg is dat nu alle detectoren aan boord van de STO2 uit Delft komen. “Wij zijn de ogen van de missie”, zegt Gao.
Vervolgmissie Gao was graag de eerste geweest om met de nieuwste technologie de zuurstoflijnen te meten. Helaas - Duitse onderzoekers deden dat eerder dit jaar vanuit een vliegtuig op veertien kilometer hoogte. Zij hebben de primeur, maar als alles volgens plan verloopt, zullen de metingen op 40 kilometer hoogte niet alleen beter zijn (de atmosfeer absorbeert terahertz-straling uit de ruimte), maar ook veel uitgebreider. Een plan voor de vervolgmissie Gussto (Galactic/Xtragalactic Ultra long duration balloon Spectroscopic Stratospheric THz Observatory) ligt al bij Nasa. Die missie zal 3 x 16 pixels aan boord hebben (voor de drie verschillende golflengten voor stikstof, koolstof en stikstof) en meer dan honderd dagen actief zijn. Gao’s droom die uitkwam smaakt kennelijk naar meer. Lees de laatste stand van zaken op Laauwens weblog: sron.nl/sto2/antartica
12
Delta
TU Delft
Klinisch geriater Tischa van der Cammen is sinds juni hoogleraar in de leerstoel ‘Autonomous Ageing’. Haar speerpunten zijn dementie, valpreventie en geïntegreerde zorg. “Het zou wel eens kunnen zijn dat goedkoop duurkoop wordt met het sluiten van verzorgingshuizen.”
‘Luister naar wat ouderen echt willen’
Tekst: Connie van Uffelen Foto’s: Sam Rentmeester
Delta
Gefeliciteerd met uw hoogleraarschap aan de TU. U bent al drie jaar met pensioen. Kunt u het werken niet laten? “Nee, er is nog zoveel te doen voor ouderen. Ik vind werken en het overdragen van kennis leuk. Iedereen is te veel in zijn eigen veld bezig. Artsen weten wat de nieuwste medische bevindingen zijn en ontwerpers weten wat de nieuwste technologische uitvindingen zijn, maar de kruisbestuiving is er niet altijd. Die link met technologie is er wel in de radiologie, intensive care en operatiekamers, maar in de dagelijkse zorg voor ouderen en gehandicapten is er nog veel te doen.”
Waarom kiest u als klinisch geriater voor werken bij Industrieel Ontwerpen (IO)? “Dat is begonnen met een schoen. Professor Snijders kwam in 2004 in mijn polikliniek langs met IO-afstudeerder Bianca Oei en universitair docent Armagan Albayrak. Zij wilden kijken hoe valincidenten bij ouderen ontstonden. Al snel bleek dat dit vaak komt door het dragen van instappantoffels of slippers. Oudere mensen willen of kunnen niet bukken en kiezen daarom voor instapmodellen. Als ze die verliezen, vallen ze. We richtten ons toen op aanpassing van de schoen aan de oudere voet en het ontwerp van een hielkap. Bij een tweede afstudeerproject keken we naar een eenvoudiger sluiting van schoenen. Toen ik zei dat ik met pensioen ging, ben ik honorair aangesteld bij de afdeling applied ergonomics and design van IO.”
U was in 1982 betrokken bij de oprichting van de eerste Geheugenpolikliniek van Europa, in Londen. Hoe kwam dat zo? “Ik was internist en specialiseerde me tussen 1982 en 1984 in Engeland in de klinische geriatrie. We moesten een studie naar de invloed van een nieuw medicijn op vroege symptomen van dementie staken vanwege bijwerkingen, maar vonden dat we de deelnemende patiënten met geheugenproblemen niet zomaar ‘naar huis’ konden sturen. Er was toen nog weinig bekend over het natuurlijk beloop van dementie. Ik zei: is het een idee om een Memory Clinic te beginnen? We zijn die mensen toen jaren gaan volgen. Veel mensen kwamen naar de Memory Clinic met familieleden van wie hun huisartsen en specialisten niet wisten dat ze ernstige geheugenproblemen hadden. We publiceerden over de principes waarop je mensen zou moeten nakijken. Dat kwam op ITV Londen en toen was de stormloop niet te overzien.”
Wat zijn de principes van een geheugenpolikliniek? “Het gaat om het geven van een zo correct mogelijke diagnose, het uitsluiten van andere oorzaken van geheugenklachten, het ondersteunen van de patiënt en familieleden en het adviseren over mogelijkheden van dagopvang en zorg. Dat gebeurt nog steeds bij geheugenpoliklinieken en Alzheimer centra. Het was echt pionierswerk.”
Vanwaar uw interesse in dementie en geheugenproblemen? “Oudere mensen vind ik heel boeiend. Ik ben in Engeland de klinische geriatrie gaan doen, omdat die specialisatie na de Tweede Wereldoorlog in 1947 al door Engeland is erkend. Maar er was toen geen speciale diagnostische voorziening in Engeland voor mensen met geheugenproblemen. Nu zijn er 246 geheugenpoliklinieken in Engeland.”
Vreest u de dag dat u zelf vergeetachtig wordt? “Nee, want als ik kijk naar mijn beide ouders zie ik dat nog niet gebeuren. Mijn geheugen laat me vooralsnog niet in de steek. Bovendien: je daar nerveus over maken, leidt juist tot geheugenproblemen. Als je als
‘Een op de drie 65-plussers valt een keer per jaar’
TU Delft
13
oudere iets vergeet en bang bent dat je Alzheimer krijgt, ga je dáár op letten in plaats van je te concentreren op wat je wil doen.”
Uw leerstoel bij IO betreft autonomous ageing. Wat is dat? “De regie bij de ouderen zelf leggen, voor zover capabel. De regie hebben in iedere situatie, zowel thuis, als in aanleunwoningen, instellingen en in het ziekenhuis. De klinische geriatrie werkt ook zo. Wij beoordelen mensen op aspecten van fysieke en mentale conditie, sociaal netwerk en functioneren. Vanuit die blik kom je veel te weten en kun je werken aan functionele zelfstandigheid.”
Is het voor ouderen goed toeven in Nederland? “Overal, zelfs in de Scandinavische landen, is er minder geld voor de gezondheidszorg en dus ook voor de ouderenzorg. Recent was er een onderzoek waarin oudere ouderen in Nederland aangaven dat ze eigenlijk graag in een verzorgingshuis of aanleunwoning wilden wonen. Dat gaf hen een veiliger gevoel ten opzichte van alleen thuis zijn. Uiteraard zou iedereen graag in zijn eigen huis blijven wonen, maar ik denk wel dat daar een grens aan zit voor oudere ouderen met multipele aandoeningen. Nu wordt te veel uitgegaan van wat de huidige 55-plussers graag willen. Ik heb wel eens de indruk dat dat wordt geprojecteerd op de oudste ouderen.”
Waarom kijkt men meer naar wat ‘jongere ouderen’ willen? “Men realiseert zich onvoldoende dat ouderen zich aanpassen aan de situatie waarin ze zitten. Soms kan het een opluchting zijn om wat verzorging en hulp te hebben en veilig te wonen. We moeten meer luisteren naar wat ouderen echt willen en ervoor zorgen dat de voorzieningen zodanig zijn dat ze thuis comfortabel en veilig zijn. En educatie bieden: niet meer op een krukje gaan staan om een peertje in het plafond te draaien, want veel mortaliteit bij ouderen treedt op door ongevallen in en om het huis. Een op de drie thuiswonende onafhankelijke 65-plussers valt ten minste eenmaal per jaar en de helft daarvan meer dan eenmaal per jaar. Bij de thuiswonende 80-plussers valt vijftig procent eenmaal per jaar en de helft daarvan meerdere keren per jaar. En in instellingen ligt het nog hoger: anderhalf valincident per bed per jaar.”
Wat kunnen Delftse ingenieurs doen zodat ouderen minder vallen? “Goede schoenen ontwerpen, vooral voor binnenshuis. Ook schoenen met sensoren en feedbacktechnologie, waarbij ouderen die sloffend lopen via een koptelefoon te horen krijgen dat ze grotere stappen moeten nemen. Verder: vloeren, drempels, verlichting in huizen, de opstelling van meubels, veilige vloerbedekking, alarmering en voorlichting. Kijken naar wat mensen willen, hoe ze leven en wat ze doen. Lees verder op pagina 14
14
Delta
TU Delft
‘De achteruitgang van fysieke en mentale functies kun je compenseren via design’ Daarom is het verminderen van huishoudelijke hulp niet zo slim, want dan gaan mensen zelf risicovolle dingen doen. Brandveiligheid is ook een belangrijk aspect.”
U verwees naar brandveiligheid in uw intreerede. U haalde twee nieuwsberichten aan: eentje over het feit dat ouderen in Nederland steeds vaker bij de spoedeisende hulp belanden en eentje over de sterke stijging van brandwonden bij ouderen. Waar ligt dat aan? “Een groot aantal ouderen met geheugenproblemen heeft nog geen diagnose en is alleen thuis. Of heeft een diagnose en wordt geacht nog thuis te kunnen wonen. En dan blijft dat pannetje op het gas staan, of blijft de kaars branden. Het gaat vooral om zeventigers of tachtigplussers. Die hebben een dunne huid. Brandwonden genezen minder goed waardoor die mensen lang in het ziekenhuis liggen. Vaak hebben ze meer chronische aandoeningen en wordt bijvoorbeeld hun diabetes ontregeld. Het zou wel eens kunnen zijn dat goedkoop duurkoop wordt met het sluiten van verzorgingshuizen. Omdat ouderen alleen wonen en midden in de nacht bij de spoedeisende hulp komen, kunnen ze vaak niet meer naar huis en worden ze onnodig opgenomen. Integrated care is voor mij een groot thema aan het worden.”
Integrated care noemde u als derde speerpunt na dementie en vallen. Wat verstaat u daaronder? “Een continuüm van zorg. Nu is niemand eindverantwoordelijk voor de integratie van de zorg. De mantelzorger behoort tot de sandwichgeneratie: zit klem tussen kinderen, kleinkinderen en de ouders. Je moet zorgdiensten zodanig inrichten dat mensen zonder onderbrekingen zorg krijgen, zowel preventief als ter genezing. Daarbij moet je rekening houden met een veranderende behoefte. Anticiperen als je ziet dat iemand thuis minder goed functioneert. Kijken hoe je dat kunt compenseren. Vanuit de zorgkant? De sociale diensten? Met inzetten van meer vrijwilligers? Of gaat iemand fysiek zodanig achteruit dat hij toe is aan opname in een instelling? Monitor
CV Prof.dr. Tischa van der Cammen (Rotterdam, 1947) studeerde geneeskunde in Leiden. Ze specialiseerde zich in de inwendige geneeskunde in Den Haag, en begin jaren tachtig in de klinische geriatrie in Londen, waar ze betrokken was bij de oprichting van de eerste geheugenpolikliniek in Europa. In 1987 richtte ze in het Erasmus Medisch Centrum de subafdeling klinische geriatrie op met daarbij een geheugenpolikliniek en later een
valpreventiekliniek. Ze promoveerde in 1991 op de vroege diagnose van dementie. In 2008 trad Van der Cammen toe tot de leiding van de prestigieuze European Academy for Medicine of Ageing. Sinds maart 2014 werkt ze bij Industrieel Ontwerpen als universitair hoofddocent bij de afdeling applied ergonomics and design. Per juni 2015 werd ze benoemd tot hoogleraar in de leerstoel autonomous ageing.
het. Bij de geriatrie wordt het meest op de holistische manier gekeken naar de mens en zijn wensen.”
Wat heeft Hippocrates te maken met integrated care? “It is more important to know what sort of person has a disease, than to know what sort of disease a person has. Treating the person, not the individual disease. Dát is Hippocrates. Je moet naar de hele mens kijken en proberen de thuissituatie van de patiënt in kaart te brengen. Dat doen wij als geriater ook altijd: kan iemand naar huis? In Engeland deden we een proef-huisbezoek met een fysiotherapeut. Die ging met de patiënt naar huis om te kijken of hij of zij al de trap op en af kon lopen en alles kon doen wat nodig was om thuis te overleven. Dat gebeurt hier zelden.”
Wat kunnen industrieel ontwerpers betekenen voor ouderen? “Als patiënten nog kunnen omgaan met een iPad, kun je de mantelzorger ondersteunen. Dan kan de mantelzorger bijvoorbeeld in de app zetten dat die nu boodschappen gaat doen en antwoordt de buurvrouw dat ze even oplet. Wat je ook kunt doen, is verbeteren van medicatiedozen. Oudere mensen krijgen potjes en kleine flesjes water vaak niet open. Ik denk dat daar te weinig aandacht voor is. Bij IO wordt de toekomstige gebruiker al betrokken bij het begin van het ontwerp. De achteruitgang van fysieke en mentale functies kun je compenseren of opvangen via design.”
Wanneer bent u klaar met werken? “Ik wil nog naar Italië om Italiaans te leren en wil dat combineren met een kookcursus. Ik heb zo’n honderdvijftig nog te lezen boeken en twee schattige kleinkinderen, dus ik heb me maar voorgenomen om honderd jaar te worden.”
‘Het werkt net als Tinder’
TU Delft
de
Master Aimee Ferouge Leuke vent, op dat congres. Goed contact om warm te houden. Maar… waar heb je zijn visitekaartje gelaten? Kijk, dit overkomt je met de Shake-on smart bracelet dus nooit meer. Ingenieur Aimee Ferouge ontwikkelde de techniek erachter: een nieuwe manier van patroonherkenning. Iemand de hand schudden is genoeg om hem zijn gegevens te ontfutselen. Wanneer je beiden de smart bracelet draagt van startup Shake-on, tenminste. Hartstikke handig, volgens Aimee Ferouge (24), die voor haar afstuderen bij embedded software van de faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica alle algoritmes schreef voor de gadget. “De meeste mensen ontmoet je face-to-face, op een evenement bijvoorbeeld. Maar het contact dat volgt, onderhoud je meestal via social media. Dan is het natuurlijk ideaal als je de digitale gegevens van iemand meteen bij de allereerste handdruk in je zak hebt.” Of nou ja, in je LinkedInprofiel dan. De armband werkt namelijk via een app waarop je inlogt met je LinkedIn-gegevens. Of, als je dat liever wilt, met je inlognaam van Shake-on. “Geen zorgen”, zegt Ferouge, “de smart bracelet wisselt alleen basisgegevens uit zoals naam, bedrijf en functie. Vervolgens werkt de app eigenlijk net als Tinder. Aan het eind van de dag krijg je een overzicht van de contacten die je hebt opgedaan, die je dan kunt accepteren of verwijderen.” Alleen, hoe weet jouw armband nou dat je een hand geeft, en niet gewoon druk aan het gebaren bent? Dat was de eerste technische uitdaging. Handdrukken kunnen immers ook nog eens flink variëren. Daarvoor bedacht Ferouge een nieuwe manier van patroonherkenning, die uit heel veel ruis drie criteria weet te pikken: de oriëntatie van de hand (hand naar voren, duim omhoog), de intensiteit van de beweging en de frequentie. “In 95 procent van de gevallen herkent hij hem goed.” Maar ja, een sensor blijft een sensor. Wat nou als je op een druk congres handen staat te schudden, precíes tegelijk met de persoon naast je? Straks haalt jouw Shake-on per ongeluk de gegevens op van je buurman. Ook ingecalculeerd. “Een apart algoritme kijkt eerst hoeveel bandjes er in zijn buurt zijn, en dan op wie zijn beweging het meest lijkt. Dat is in vier van de vijf gevallen jouw contact, tonen mijn tests aan.” De belangstelling voor de armband is groot, zegt Ferouge. “In april levert de startup aan TEDx Delft en De Week van de Ondernemer. Ook Shell en Ahoy tonen interesse.” Doordat de bandjes elke twee minuten anoniem hun locatie afgeven, zijn ze voor evenementenorganisatoren namelijk interessant: je kunt precies zien waar je publiek zich concentreert. Toch laat zij Shake-on achter zich. “Het is gaaf dat er dankzij mijn afstudeerwerk een werkende demo ligt. Tijd om verder te gaan. Ik heb nog zoveel te leren.” (JB)
Onderzoek: ‘Handshake Recognition applied to Wireless Data Exchange in Smartbands’
Eindcijfer:
7,5
Foto: Sam Rentmeester
Delta
sportzaken
UIT DE KUNST Tigran Mkhoyan (Armenië)
Lol, dans en zweet
SPECS
Geboortejaar 1986
‘Hel’ afgelast vanwege wind, curlingers blijven dromen van Spelen, spektakel op een besneeuwde Markt en grote zumba-kerstparty.
Studie:
Master luchtvaart- en ruimtevaarttechniek
Cursus:
Jewelry design
Waar, bij wie
Unit cultuur (S&C), bij Froukje Idsardi
“Koper is heel zacht. Je kunt het vormen en verstevigen door het te verhitten, erop te hameren en te buigen.”
Andere cursussen
Schildert, maar niet op de TU Zelf gemaakte ring. Waarom deze cursus? “De studie is heel technisch, ik miste de kunst. De liefde en passie daarvoor probeer ik hier te uiten. Het helpt je bij je persoonlijke ontwikkeling. Ik doe dit al bijna drie jaar.”
Staak of aambeeld. “Het boomstam-achtige handvat past in een gat. Je kunt er koper mee verbuigen.”
Wat maak je? “Na sieraden, hangertjes, een ring, ben ik gaandeweg grotere dingen gaan maken. Ik houd van het grovere werk. Die liefde komt uit het smeden, met koper, brons en zilver. Hoewel het eigenlijk de bedoeling is van deze cursus om sieraden te ontwerpen.” Hoe ga je te werk? “Ik teken eerst een concept. Dat snijd ik uit in koperplaat, waarna ik er een 3D-vorm van maak door te hameren en te buigen.” Is deze cursus aan te raden? “Zeker. Froukje is erg kunstgericht, ze geeft je de vrijheid te maken wat je wilt. Als je met een eigen idee komt, kan ze je daarin sturen. Dat vind ik fijn. Het geleerde kun je ook toepassen op je werk of studie.” Voel je je kunstenaar? “Hm, ja, maar of ik het ook ben… Ik denk dat je je pas kunstenaar kunt noemen als je een keer geëxposeerd hebt. Je doet het niet alleen voor jezelf. Je wilt het ook aan anderen tonen.”
Schort, nodig bij het gieten. De rode vlekken komen van de klei.
Ambities? “Ik ben thuis gereedschap aan het verzamelen, maar heb nog geen plek. Ik zou graag een smeedopleiding willen doen. Werken met staal, dat gaat op een hogere temperatuur.”
Nog meer wensen? “Ik wil ooit nog een Japans of middeleeuws zwaard smeden.” (JT)
Foto: Sam Rentmeester
Mis je hier iets? “Het is nu een keer per week 2,5 uur. Het zou mooi zijn als je hier op een open atelier kunt werken waar je ook kunt exposeren.”
Leuk en aardig, zo’n ‘Hel van het Noorden’, zo genoemd vanwege de ijzingwekkende kou, regen en wind die de deelnemers eind november ultiem dienen te teisteren, maar als het iets te hard waait gaat-ie dus mooi niet door. De ‘onheilspellende weersverwachtingen’ (windkracht 4 en windstoten met een kracht van 7, later toenemend) noopten de organisatie ertoe om de zes kilometer lange roeitocht op het Groningse Eemskanaal op 29 november af te gelasten. Veiligheid voorop. Geen Delftse afvaardiging dus ook om de Helden van de Hel uit te kunnen hangen. Het Nederlands curlingteam, aangevoerd door de kersverse TU-alumnus Jaap van Dorp (MSc Applied Physics), ging in de laatste novemberweek in het Deense Esbjerg niet door een hel, maar een onverdeeld sportief feest was het daar gehouden EK voor hen evenmin. Weliswaar werd het openingsduel met Finland ‘op bloedstollende wijze binnengesleept’ (aldus de curlingbond) en werd tegen Schotland een bijzondere reeks van zes steals op rij genoteerd op weg naar een tweede toernooizege, uiteindelijk eindigde de vorig jaar uit de B-groep gepromoveerde ploeg als tiende en laatste in deze Apoule. Een plaats bij de eerste acht had Nederland verzekerd van deelname aan het WK en het Olympisch Kwalificatie Toernooi. “Dat is dus helaas niet gelukt”, aldus Van Dorp, die de Olympische droom nog niet als verkeken beschouwt. Bij winst van het B-kampioenschap volgend jaar kunnen de Spelen theoretisch alsnog gehaald worden. En er is veel geleerd, in Esbjerg. Spektakel op de Markt. Daar organiseren de studenten van boardsportvereniging Drop Delft op 9 en 10 januari ‘Flatstyle 2016’, een evenement voor snow- en wakeboarders. Op een enorme kunstsneeuwpiste (een ‘platte berg’, volgens de aankondiging op de site van Drop) van dertig centimeter dik zullen snowboarders en skiërs, voortgetrokken door een 2.0-kabel, hun tricks vertonen op de uitgestalde obstacles als kickers en sliders. Iedereen kan meedoen, info: flatstyle.nl. Zaterdagavond is er een wedstrijd voor professionele boarders uit het ganse land. En – jawel - er is feest na afloop. Wie alvast wat pondjes wil afschudden alvorens zich aan drank en oliebollen tegoed te doen, kan op woensdagavond 16 december terecht op de unit sport, alwaar zumba-instructeur Yadira Villarroel het jaar klinkend wil afsluiten met een twee uur durende Christmas Zumba Party: ‘2 hours of fun, dance, sweat (sparkling), a great time together and a good laugh’. Genoeg te doen dus de komende tijd, voor wie niet stil wil zitten. Tips?
[email protected]
Delta
TU Delft
Wat Festival Stille Nacht Waar Rotown, Paradijskerk, Arminiuskerk, Vibes en Bar3, Rotterdam Wanneer Maandag 21 december vanaf 16.30 uur Toegang €25 (excl. servicekosten) Partyprognose
17
Eend De ene man met de baard is het land nog niet uit, of de andere klopt alweer aan de deur. Kerst is een goede aanleiding om een nieuw recept uit te proberen. Hierbij mijn variant op een recept met eend. Eend met zelfgemaakte zuurkool en cranberrycompote Nodig: oven; temperatuurmeter; koekenpan; kookpan; ovenschaal; schaal; mes en snijplank. Ingrediënten: tamme eendenborst; cranberries (500 g.); port (200 ml.); suiker; een citroen; tijm; rozemarijn; jeneverbes; azijn; spitskool; zout en peper; iets van aardappelen (gratin, puree of kroketjes) Verwarm de oven tot 80 graden. Ja 80 graden, heel weinig dus! Snijd het vet van de eend in, bestrooi met een beetje zout en leg in een schaal in de oven met de huid omhoog. Doe de temperatuurmeter erin. Als de eend op 54 graden is, is deze gaar. Dit kan lang (1,5 uur) duren. Doe de cranberries met de port en de schil en het sap van een citroen in de kookpan. De schil in grote repen, niet geraspt. Zet de kookpan op laag vuur tot de cranberries
Take me to the church Als er één maand is waarin je eens voet in de kerk kunt zetten, dan is het december. Festival Stille Nacht zet singer-songwriters, americana en indiepop neer in de Arminiuskerk, Paradijskerk en Rotown. Festival Stille Nacht is hét moment om nog even in rust te genieten voordat de kerstgekte losbarst. Een kwaliteitsfestival met singer-songwriters, americana en indiepop, belooft de organisatie. In de line-up: Jake Isaac, Alex Vargas, Isbells, Ben Caplan, Aosoon, Son Mieux, Daniel Docherty, Jennah Bell, Samuel Ford, Roald van Oosten, Crying Boys Cafe, American Roadshow & Friends, Kid Harlequin en De Dood (allebei unplugged). Vooral het programma in de Arminiuskerk is indrukwekkend. Zanger Jake Isaac is de perfecte combinatie met de locatie, met zijn warme, soulvolle folkpop. Vooral met ‘baardmans’ Ben Caplan en zijn Casual Smokers is de organisatie blij. “Weinig singer-songwriters kunnen een podium dragen zoals deze met whiskystrot gezegende troubadour.” Hè, heerlijk. En dan kun je met je polsbandje (dat je bij Rotown krijgt in ruil voor je ticket) nog onbeperkt naar concerten in de Paradijskerk, Rotown, Vibes en Bar 3 ook. Allemaal lekker
dicht bij elkaar. Echt niet missen: songwriter Jennah Bell in de Paradijskerk. Twee jaar geleden kreeg ze al een staande ovatie op North Sea Jazz voor haar autobiografische liedjes. En blijf dan meteen even plakken voor Isbells (eigenlijk Gaëtan Vandewoude) en zijn ambachtelijke popliedjes bij de buren in Rotown. Maar goed, teveel van hetzelfde is saai. In Bar3 geven ze een wat merkwaardige draai aan de strekking Stille Nacht, door twee van de luidste bands uit Rotterdam, Kid Harlequin en De Dood, liedjes te laten spelen - in akoestische setting, gelukkig. Mooi evenement om lekker stiekem voor jezelf te houden. Dus mondje dicht: nu het pas de tweede editie is, lukt dat vast nog net. (JB) festivalstillenacht.nl/rotterdam
zacht zijn. Balanceer het zure met de suiker. Doe 400 milliliter azijn samen met 50 gram suiker, 5 geplette jeneverbessen, 1 takje tijm en 1 takje rozemarijn in een kookpan en zet op een laag vuurtje. Snijd de kool in heel fijne reepjes en doe ze in een bak. Zodra de azijn warm is, giet je deze over de kool. Gedurende een uur van tijd tot tijd omscheppen. Als de eend gaar is, bak deze dan nog even op de huid af in de pan om de huid krokant te krijgen. Je kunt in die pan nog de saus maken. Serveren met iets van aardappel, compote en de zuurkool. Prettige kerstdagen en een gelukkig Nieuwjaar!
Masterstudent civiele techniek en amateurkok Job Hogewoning was in 2011 verliezend finalist van het kookprogramma MasterChef Holland.
TU Delft in Brazilië
De TU heeft sinds drie jaar een kantoor op de campus van de Braziliaanse universiteit Unicamp. Hoe run je tienduizend kilometer verderop gezamenlijk onderwijs en onderzoek? “Daar is bevlogenheid voor nodig.”
E
én kamer in het witte gebouw van het instituut voor energieonderzoek. Dat is in fysieke zin het kantoor van de TU Delft op de campus van Unicamp. Deze Braziliaanse universiteit in Campinas staat op een voormalige koffie- en suikerrietplantage op een kleine twee uur rijden
van het vliegveld van São Paulo, als het altijd drukke verkeer niet is vastgelopen tenminste. Het kantoor bestaat uit een vergadertafel, twee bureaus en wat losse tafels. Er zijn klompen (grote en sleutelhangers), een Braziliaans en een Nederlands vlaggetje. De telefoons werken, net als de wifi, de printer en de airconditioning. De plaquette die (indertijd nog) prins
Willem-Alexander drie jaar geleden onthulde bij de opening van dit kantoor staat midden in de ruimte. ‘TU Delft-Brazil, BEBasic Brazil’ staat erop. BE-Basic is het door de TU opgerichte consortium van 51 kennisinstellingen, bedrijven en instituten voor een ‘biobased economy’. (zie kader) Wie het kantoor belt, wordt doorverbonden met het secre-
tariaat op de begane grond. Fabiana Gama Viana of Lilian de Andrade Paulino neemt dan op. De twee doen het regelwerk voor het Braziliaanse kantoor van de TU en BE-Basic. Contact met Delft verloopt via e-mail en telefoon, of in levenden lijve als ‘Delft’ in Campinas is.
Lees verder op pagina 20
Lees verder op pagina20
Onderhandelen over de begroting Het kantoor ‘TU Delft Brazil, BE-Basic Brazil’ is officieel opgericht op 21 november 2012, met de TU als initiatiefnemer. De afgelopen vijf jaar heeft het college van bestuur van TU bijna anderhalf miljoen euro geïnvesteerd en de faculteit Technische Natuurwetenschappen bijna 800 duizend euro. Met bijdragen uit BE-basicprojecten en van de onderzoeks- en innovatieorganisatie van de staat São Paulo, Fapesp, als voornaamste financiers komt de totale investering over vijf jaar op dertien miljoen euro. Het meeste geld is gegaan naar gezamenlijke onderzoeksprojecten op het gebied van de ‘biobased economy’. Onderzoek als dat van de Delftse dual degree-promovendus Ramses Molijn (op foto), die de afgelopen vijftien maanden in Brazilië landbouwakkers in kaart bracht. (zie de blogpost ‘Met je poten in de Braziliaanse klei’ op delta. tudelft.nl). Zes Delftse promovendi en tien PDEngs (promovendi met een verkort traject) zijn inmiddels voor zo’n onderzoek naar de Brazilië gegaan. Vijf Braziliaanse phd-studenten kwamen op hun beurt naar Nederland. Zoals Wesley Marquez, die nu in Delft onderzoek doet naar de ontwikkeling van een gist-gebaseerd platform voor de anaerobe productie van organische zuren. En meer dan twintig Braziliaanse onderzoekers staan klaar. (zie de blogpost ‘Ngo’s een spiegel voorhouden’). Het geld voor de uitwisseling over en weer is aanwezig. Deze zomer kwam BE-Basic met minister Bussemaker van OCW overeen dat er tot 2025 honderd dual degree-studenten moeten komen. Voor de komende jaren zijn Luuk van der Wielen en het college van bestuur van de TU Delft nog in onderhandeling over de begroting, zowel over het bedrag als over de lengte van de periode waarvoor de afspraken gelden. Kortweg wil de eerste voor een langere periode meer geld krijgen en wil de TU voor een kortere periode minder geld uittrekken. Van der Wielen is duidelijk over zijn beweegredenen: “De TU heeft de coördinatie van het Nederlands-Braziliaanse programma op zich genomen. Daar hoort een verantwoordelijkheid bij. Je kunt dit niet half doen.”
Het kantoor op de tweede verdieping staat vaak leeg. Die kamer is dan ook niet het belangrijkste aan de aanwezigheid hier. Het draait hier om de gedeelde interesse in onderzoek en onderwijs van Nederland en Brazilië op het gebied van een duurzame biobased economy, om hoogleraren en studenten die elkaar aanvullen en leren van de ander. Maar vooral staat het kantoor voor de persoonlijke contacten die nieuwe onderzoeksrelaties mogelijk maken.
Oude vrienden Daarvan zijn de oprichters, de Delftse hoogleraren Patricia Osseweijer en Luuk van der Wielen, de verpersoonlijking. Osseweijer is hoogleraar biotechnology and society en wetenschappelijk directeur van TU Delft Brazil. Van der Wielen is hoogleraar bioprocess engineering en voorzitter van de raad van bestuur van BE-Basic. Zij overleggen met hoogleraren, bedrijven en overheden, over lopend en nieuw onderzoek en onderwijs, in Nederland én Brazilië. Ze reizen ongeveer eens per maand naar dit land, bijvoorbeeld om college te geven of om de voortgang of aanmelding te bespreken van eigen of nieuwe dual degree-studenten. Dat zijn phd-studenten die zowel aan de TU als aan Unicamp promoveren. Of de twee hoogleraren beleggen een vergadering met onderzoekspartners en financiers, zoals op maandag 23 november 2015. Namens BEBasic maken ze die dag in São Paulo afspraken over bestendiging en uitbreiding van de Nederlands-Braziliaanse samenwerking op het gebied van duurzaam geproduceerde biobrandstoffen voor de luchtvaart en het gebruik van de
restmaterialen als chemische bouwstenen voor nieuwe producten. Vertegenwoordigers van het Nederlandse ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OCW) en het consulaat zijn erbij. Ook zijn er afgevaardigden van DSM en de bedrijven Corbion, Boeing en Embraer. De Braziliaanse onderzoeks- en innovatieorganisatie Fapesp is gastheer van de vergadering, waar verder het Braziliaanse biotechnologielab CTBE, de universiteiten van Campinas en São Paulo en het Nederlandse onderzoeksinstituut KNAW-NIOO aanwezig zijn. De sfeer is er ontspannen en vriendschappelijk. De aanwezigen begroeten elkaar als oude vrienden.
Tijdsinvestering Hans Schutte, directeur-generaal van OCW, zegt blij te zijn met deze ‘grootste wetenschappelijke samenwerking tussen Nederland en Brazilië’. “Dit is een fantastisch project, een voorbeeld”, vertelt hij na de vergadering. “Brazilië is één van de prioriteitslanden van OCW. BE-Basic levert wetenschappelijk resultaat en human capital. Het is knap dat dit samenwerkingsverband zoveel partijen verenigt. Daar is bevlogenheid voor nodig. De TU heeft twee van die bevlogen mensen (Luuk van der Wielen en Patricia Osseweijer, red.). Zij kunnen bovendien de verbinding maken met bedrijven, zodat ook die profiteren.” Net als alle andere contacten – met hoogleraren, studenten, overheden – vergen gesprekken met bedrijven de nodige tijdsinvestering. Contacten tussen universiteiten en bedrijven zijn schaars in Brazilië. De Delftse ervaring daar-
mee is hier een meerwaarde, vertellen Unicamp-onderzoekers. BE-Basic is gesprekspartner van grote bedrijven als Akzo-Nobel, KLM, Embrear en BP.
Mooie plaatjes Vaak gaat het over bio-ethanol, een grote industrie in Brazilië, en dan meestal uit suikerriet. Van der Wielen vertelt later in de week dat hij wel weer eens wat anders wil dan suikerriet. En dus is er een afspraak bij de papier- en pulpfabriek Suzano net buiten de stad Americana, op een half uur van Unicamp. De fabriek beheert enorme eucalyptusboomplantages en zoekt naar manieren om nieuwe producten te maken van cellulose en lignine, beide afkomstig uit hout. In hun huurauto rijden hij en Osseweijer erheen. Want, zegt Van der Wielen: “je kunt in Brazilië niet afgaan op wat mensen je zeggen of op mooie plaatjes. Je moet zelf gaan kijken.” Voor een vooruitgeschoven post heeft het vaak ook weinig zin om naar dit soort afspraken te gaan. “De mensen willen een hoogleraar zien. Pas dan gaan er deuren open.” Vandaar dat het Braziliaanse kantoor na de opbouwfase waarin veel juridische en financieel-administratieve werk moest gebeuren, nu zoekt naar een meer inhoudelijke medewerker. In de fabriek wordt duidelijk waarom. Nadat de hoogleraren schoenen met stalen neuzen, helmen, beschermingsbrillen en oordoppen hebben gekregen, ontmoeten ze mannen van de onderzoeksafdeling van Suzano. Op deze bloedhete dag bieden ze hun bezoek eerst water aan.
Tekst: Saskia Bonger Foto’s: Saskia Bonger en Antoninho Perri/Unicamp (luchtfoto)
Delta
TU Delft
21
‘Je kunt in Brazilië niet afgaan op wat mensen je zeggen of op mooie plaatjes’ Professoren Patricia Ossewijer en Luuk van der Wielen krijgen een rondleiding in een papier- en pulpfabriek net buiten de stad Americana op een half uur rijden van Unicamp. De fabriek zoekt naar manieren om nieuwe producten te maken van cellulose en lignine, beide afkomstig uit eucalyptusbomen.
Osseweijer keuvelt met de mannen over koffie, en koeien in de Zwitserse Alpen. ‘Vrij associëren’, noemt Van der Wielen dat lachend. Een dag later, tijdens de lunch op het groene Braziliaanse platteland, vertelt hij dat dat één van de redenen is dat hun samenwerking zo goed verloopt. “We vullen elkaar aan. Zij knoopt meteen het gesprek aan. Verder hoor je met twee meer dan alleen en is het goed om iemand bij je te hebben als je eens ziek wordt bijvoorbeeld.” Daarnaast is de insteek van Osseweijer anders. Waar Van der Wielen vaak technisch en zakelijk is, ligt het zwaartepunt van haar werk bij duurzaamheid en communicatie.
Terug naar de fabriek, waar het gesprek al gauw technisch wordt. Tijdens een rondleiding zien Osseweijer en Van der Wielen drie testopstellingen. In de eerste wordt van houtsnippers olie gemaakt. In de tweede drijft een witte natte massa. Het is cellulose, vertelt Osseweijer. “Het wordt gebruikt om papier te verstevigen, maar bijvoorbeeld ook om cosmetische producten sterker te maken.” Bij de derde testopstelling worden ligninedeeltjes verkleind, maar dan nog zijn ze te groot om te gebruiken bijvoorbeeld als rubbervervanger in autobanden. “Ze zijn nu micro, maar ze moeten nano worden”, vat Osseweijer het probleem
samen. Naast de ronkende machines stelt Van der Wielen voor om een student een model te laten maken van het productieproces. En zo gooit hij de eerste concrete onderzoekslijnen uit. Na afloop wil één van de Suzano-onderzoekers met Osseweijer en Van der Wielen naar het café. Wegens tijdgebrek – er zijn al dinerplannen met een bevriende hoogleraar en zijn vrouw – slaan ze vriendelijk af. Volgende keer. “Zo gaat dat hier”, zegt Van der Wielen. Het sociale contact is net zo belangrijk als de inhoud. “En het was vast niet bij één drankje gebleven.” <<
Onderwijs De afgelopen jaren hebben de TU Delft/BE-Basic en Unicamp, soms in samenwerking met bedrijven als DSM, zes verschillende mastercursussen gegeven. Nieuwe cursussen zijn in de maak. Het laatst afgeronde vak is ‘business development: beyond bioethanol’. De (Braziliaanse) studenten kregen de opdracht een businessplan te maken voor een rendabel bedrijf dat duurzame bio-kerosine maakt voor vliegtuigen. Aviation fuels vormen een nieuwe en belangrijke onderzoeksrichting voor BE-Basic, mede omdat de vliegindustrie heeft afgesproken in 2050 vijftig procent minder CO2 uit te stoten. De studenten kregen onder meer les en begeleiding van Luuk van der Wielen, die daarvoor geregeld in Campinas te vinden was. Contact was er ook over de mail en via Skype. (zie blogpost ‘Warme contacten onderhouden in Brazilië’). Naast dit reguliere onderwijs is er de MOOC (massive open online course) industrial biotechnology. Daaraan begonnen in oktober 2014 en september 2015 samen zestienduizend studenten wereldwijd. Er zijn 667 certificaten uitgereikt.
22
Delta
TU Delft
IDEA League Challenge Understanding the big picture “I think the most important challenges in the coming years are engineering oriented. It’s about energy, about telecom, about cyber, it’s about ageing and health issues, its technology.” This is how Dr. Hans de Bruijn, professor of Policy Analysis and Management in the Faculty of Technology, Policy and Management (TBM), outlined the driving force behind the IDEA League Challenge, a programme held in Delft from November 12-15.
T
he pilot weekend in Delft focused on leadership, or more specifically, politics, with other topics covered at other events. The long weekend is described as a pressurecooker, with the students having to work in groups on a complex problem under time constraints, pitching a solution and slide-package on the final day. There were five student groups, made up of a mix of students from different universities and disciplines at both an undergraduate and master’s level. The project the students worked on a real life case which involved looking at TenneT’s plans for upgrading Dutch power lines to 380kv. Ursela Schennink, manager of communications at TenneT, worked with the students over the three days and described the upgrade as being important for society, but “nobody wants it in their backyard.” The idea was for the students to approach the case not only from a technical perspective, but more holistically. This problem required both analytical skills and engineering knowledge, which they knew the students had, but also knowledge about political processes and how to deal with stakeholders. The challenge started out with a plenary session looking at personality assessments, so the students could learn their own and their team mates’ strengths and how they work. To help them work on solutions they received coaching from three practitioners alongside lectures from Dr. de Bruijn. There were also sessions with professional actors in which students were prepared for the pitch, and in which they had to interact as company leaders with actors playing unwilling stakeholders negatively affected by the company’s decisions. In addition,
The Challenge weekend is not only intended to prepare students for succeeding in large companies
the students participated in an excursion to a high voltage substation in Wateringen. Schennink emphasised that the program is valuable due to the combination of “real case studies, very spot-on master classes, and the interaction between theory and the practical.” The final day saw the five groups present a pitch to a panel of judges who gave feedback, with a prize given for the best presentation as determined by the program supervisors, and peers.
Big picture The IDEA League’s impetus behind the Challenge Program is to equip students, future scientists, with the tools to address complex problems because the group believes a number of society’s future problems will be technological. One of the students in the programme, Phillip Holgersson from Chalmers, affirmed this. He stated that in his opinion, “it is really important, as an engineer, to understand the big picture and not only the specific problem,” in order to be effective. He stated that overall he really enjoyed the weekend and wouldn’t change anything, although he found the problem particularly challenging. TU Delft student Carolien Arensman, who also took part in the challenge, agreed. She also emphasised the importance of communication skills in making scientists effective. The international nature of the Challenge Program is also supposed to prepare students for working in an international environment. Schennink emphasised the importance of understanding how other cultures address certain problems. For example, many of the foreign students may have been at a disadvantage in this challenge, without knowledge of Dutch geography, culture or politics, something both Arensman and Holgersson highlighted. They affirmed that they found this international environment challenging and ultimately useful. The Challenge weekend is not only intended to prepare students for succeeding in large companies – or at least that was not the only outcome. Barbara Marx, policy advisor for Excellence Program-
Text: Ailie Conor Photo: Sam Rentmeester
23
Students at the IDEA League Challenge worked on a real life case, involved looking at TenneT’s plans for upgrading Dutch power lines to 380kv.
mes, Education & Student Affairs at TU Delft and the coordinator for Delft students taking part in the IDEA League challenge, spoke about the personality assessment the students took online before arriving. This was not, Marx emphasised, a way to determine who was admitted to the programme, but rather “a mirror to see the areas they might need to work on, what they are good at, and how to apply that in group work here and later in life.” This was a component of the long weekend which both of the students also told Delta they found particularly useful. Arensman said that after taking the assessment her approach changed, she became more aware of why she was acting a certain way. And Holgersson added that for most it was not necessarily new information, but having it on paper certainly helped and changed the way the students worked together. While the two students said they were sure that skills and methods they learned would be useful to them in the future, the social aspect of the Challenge Program also seemed to have been a success. According to Arensman, the students had already become something of a ‘group’ and enjoyed spending the evenings learning about each other and their respective cultures.
Pitches The pitches were the final part of the IDEA League Challenge’s pilot weekend in Delft, the culmination of several days of master classes, practical training, excursions and a lot of research. One student from each of the five groups presented their pitch in five minutes on how to address the social and political problems surrounding TenneT’s proposed upgrade of Dutch powerlines to 380kv. Several of the groups’ pitches involved centring the upgrade on community engagement, involving the stakeholders in the area. Two groups suggested a design or art competition, while another suggested TenneT fund a start-up incubator alongside the upgrade to integrate the upgrade with the overall growth and sustainability in the community.
Other groups pitched the idea of introducing incentives for all of the actors to cooperate, not just with TenneT, but with each other. Another group posed the idea of ‘changing the conversation’ around the upgrade, shifting it from an inevitable evil to an investment in sustainable growth. None of these are highly technical solutions which you would expect from a group of young engineers and scientists, and the presentations were all dynamically given in a way uncharacteristic of how many see the stereotypical scientist. The pilot was held at TU Delft because, as the only of the universities with an honours program, they are already familiar with how to set up such a weekend. The organisers felt that everything went smoothly over the first Challenge weekend. De Bruijn was positive about the future of the IDEA League Challenge Program after its successful weekend in Delft; “The ambition is there, also the general feeling is that more and more companies will be led by engineers, so why shouldn’t we educate a group of talented students to be tomorrow’s leaders.” Whether they will be leaders of large companies or not, the students did provide great creative responses to an unstructured problem, and those Delta spoke to already seemed certain they would walk away from the Challenge Program with a new, varied and useful skill set. << The IDEA League is a coalition of four top European technological universities; TU Delft, RWTH Aachen in Germany, Chalmers in Sweden and ETH Zurich in Switzerland. Established in 1999, the group states its mission is to re-establish Europe as a technological and scientific leader. While a number of the member universities have changed over the years, TU Delft was one of the founding institutions and was also home to the pilot of the ‘IDEA League Challenge’, a series of four weekends, each with a different focus. The aim is to develop the non-technical skills of 24 selected students from the current IDEA League members.
24
In memoriam Jan Buijs (28 augustus 1948 - 1 december 2015) for Creativity and Innovation (EACI). Jan had een groot onderwijshart en heeft meer dan driehonderd afstudeerders en vijftien promovendi begeleid. In 2007 ontving hij de Leermeesterprijs; een jaarlijkse prijs voor een Delftse wetenschapper die excelleert in onderwijs, onderzoek en die een stempel drukt op de professionele praktijk. Jan was zeer geliefd onder studenten en was dan ook erelid van Studievereniging i.d. Onze gedachten gaan uit naar de directe familie en vrienden van Jan. We wensen ook zijn collega’s en vrienden op de faculteit veel sterkte toe.
Met droefheid delen wij mede dat op 1 december 2015 emeritus hoogleraar Jan Buijs is overleden. Jans crematie heeft in besloten kring plaatsgevonden in Utrecht. Hoewel Jan vorig jaar een officieel afscheid wegens het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd heeft gehad, werkte hij tot het laatste moment vol overgave bij de faculteit Industrieel Ontwerpen. Jan studeerde in 1976 af aan de TU Delft, Industriële Vormgeving. In 1984 promoveerde hij als eerste aan de faculteit Industrieel Ontwerpen op zijn proefschrift ‘Innovatie en interventie’ en won daarmee in 1985 de prijs voor het beste managementboek van dat jaar. Sinds 1986 was Jan hoogleraar aan de TU Delft en was daarmee de eerste hoogleraar als IO-alumnus aan de faculteit. Naast zijn werk aan de TU Delft heeft hij vele bestuurlijke taken vervuld, waaronder voorzitter van de European Association
Ena Voûte, decaan faculteit Industrieel Ontwerpen Erik Jan Hultink, voorzitter afdeling Product Innovation Management
sudoku variation
Voor advertenties bel met:
T (010) 451 55 10 F (010) 451 53 80 E
[email protected]
H & J Uitgevers Postbus 101 2900 AC Capelle aan den IJssel
Solution Delta Sudoku 6
Neem contact op met Hennie de Ruyter of Mireille van Ginkel voor nadere informatie.
Delta Magazine
Lees ’m online www.delta.tudelft.nl
© 2015 www.sudoku-variations.com
In a regular Sudoku, every row, column and block of 3x3 cells must contain the digits 1 through 9 exactly once. If you add the numbers of the three cells from the block of the adjoining row or column, they must add up to the numbers on the outside of this PlusDoku. Further, the nine cells coloured in green hold a magic square, which also contains the digits 1 through 9 exactly once.
If you love to solve more of these challenging Sudoku variations please visit www.sudokuvariations.com
Foto: Marcel Krijger
de starter
Delta
In de serie De starter vertellen ondernemers van de ondernemersbroedplaats YesDelft over hun leermomenten, verkeerde inschattingen en fouten.
Bluf was het natuurlijk, aanvankelijk. De Bird Control Group van Steinar Henskes (24 en gesjeesd in elektrotechniek) bestond drieënhalf jaar geleden slechts uit zijn eigen persoon. Maar wie niet groots durft te denken, zal altijd klein blijven, is zijn motto. En zo kwam het dat zijn bedrijf in lasertechnologie nu met vijftien man opereert in zeventig landen, en vijftien verschillende producten aanbiedt in acht markten. Negentig procent van zijn verkoop komt puur voort uit het feit dat klanten hém benaderen. “Hoe goed het echt gaat? Nou, dónders goed”, lacht Henskes. Meer cijfers geeft hij niet. Hij kan er goed van eten - that’s it. En dat allemaal door vogels op een diervriendelijke en duurzame manier te verjagen uit gebieden waar commerciële activiteiten plaatsvinden. Niks gelikt ondernemingsplan, geen langgekoesterde jongensdroom. “Puur toeval”, zegt Henskes. “In 2010 runde ik mijn zoveelste onderneminkje, die keer in laseronderdelen. Per ongeluk ontdekte ik dat vogels schrik-
ken van laser. Leuke kans, dacht ik.” Hij ontwikkelde een vogelverschrikker van laser voor de agrarische sector, en Bird Control Group was geboren. De agrariërs zijn nog steeds klant en inmiddels nemen ook de luchtvaart, olie- en gasmarkt, de industrie, visserij, recreatie, vastgoedmarkt en leveranciers van duurzame energie gretig aftrek bij Henskes en consorten. “We leveren niet alléén maar laser”, legt hij uit. “Het is een door ons gepatenteerde combinatie van laser, licht en geluid. Die is niet schadelijk voor de ogen van mens en dier en is niet hinderlijk voor de omgeving.” Het leverde het bedrijf onder andere een innovatieprijs op van het Wereld Natuur Fonds. Duidelijk: met de broodnodige ondernemersgeest van Henskes zit het wel goed. Maar in je eentje een bedrijf opstarten, dat zou hij niet zo snel een tweede keer doen. “Je mag het wiel echt helemaal zelf uitvinden. Er is niemand om mee te spiegelen en je weet maar zoveel als één persoon. Ik zou het anderen absoluut afraden.” Uiteindelijk is het zijn bedoeling dé autoriteit te worden op het gebied van het voorkomen van conflicten tussen mensen en vogels. Er moeten kantoren komen in Boston en Azië om klanten op lokaal niveau te bedienen. “Alleen maar met de beste mensen, want dat betaalt zich altijd terug. Als ondernemer moet je zorgen dat je de Apple bent, dan mág je ook een beetje duurder zijn.” (JB) birdcontrolgroup.com
Multitasken Terwijl je door Delta bladert, ben je waarschijnlijk met ten minste twee andere activiteiten bezig. Misschien typ je een mailbericht en praat je tegelijkertijd geanimeerd met je kamergenoot over de vergadering van vanochtend. Grote kans dat je tussendoor van je koffie nipt en je mobiel checkt op nieuwe berichten. Multitasking is in de to-go-maatschappij aan de orde van de dag. Ik speel ook mee. Op dit moment rond ik het management-traineeship (eerste lichting Leiden-Delft-Erasmus) af bij de directie strategic development en ben ik begonnen met mijn nieuwe baan bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Dit houdt in dat ik het ene moment verzink in een memo voor ons college van bestuur over het ontvangen van buitenlandse delegaties en het volgende moment met een postdoc praat over laser ranging over interplanetaire afstanden. Dat is tof, afwisselend – beleidsmedewerker versus communicatieadviseur – en na een maand ontdek ik: pittig. Waar kom ik achter? Wij mensen zijn eigenlijk helemaal niet in staat om écht te multitasken. Onze hersenen kunnen maar één activiteit begeleiden, dus springen we bij ‘multitasken’ van de ene naar de andere activiteit of doen we dingen op de automatische piloot. Er zijn maar weinig mensen die kunnen multitasken zoals wij dat vaak voor ons zien. En ik hoor mijn generatie-Y-lezers nu denken: zo iemand ben ik. Misschien niet: slechts 1 tot 2 procent van de mensheid is hier daadwerkelijk toe in staat. Wetenschappers zijn er overigens nog niet uit wie er beter in zijn: mannen of vrouwen. Dat excuus gaat dus niet helemaal meer op, heren. Maar vrees niet, want waar veel onderzoekers het wel over eens zijn, is dit: multitasken is niet effectief. Het leidt tot onnodige fouten en stress (‘ik kan niks tegelijk’) of juist misplaatste overmoedigheid (lees: generatie Y), wat tot nog meer fouten leidt. Voorkomen is beter dan genezen. Ik werp een blik om me heen en zie: twee beeldschermen, twee notitieblokken en drie mobiele telefoons. Nog een maand te gaan. Kim-Lan Jong Baw is communicatieadviseur en coördinator externe betrekkingen bij de faculteit Luchtvaart- en Ruimtevaarttechniek. Ze is van huis uit sinoloog. PS Aanrader voor wanna-be effectieve werkers: de workshop Getting things done van projectmanager ict Karel van der Lelij.
columnKim-LanJongbaw
Steinar Henskes: “Als ondernemer moet je zorgen dat je de Apple bent, dan mág je ook een beetje duurder zijn.”
Een ingenieurstitel is geen voorwaarde om een rap groeiende onderneming te leiden. Groots denken en een beetje bluffen wel, ontdekte Steinar Henskes tijdens de oprichting van zijn Bird Control Group.
25
TU Delft
(advertentie)
BOEK Van paria's naar parels ‘Van dagdroom naar D:DREAM’ beschrijft hoe studentenprojecten zich in vijftien jaar tijd ontwikkelden tot een Delfts pr-wonder. De projecten klinken inmiddels als Delftse handelsmerken: Nuna, Dare, Rise, Nova Bike, Solar Boat en natuurlijk de DUT-serie van Formula Student Team Delft waar het vijftien jaar geleden mee begon. L&R-student Michiel Gommers had het idee opgevat om mee te doen aan de internationale racecompetitie voor studenten: Formula Student. Hoogleraar Adriaan Beukers ondersteunde het plan. Kort daarna volgde vanuit de faculteit 3mE het idee om aan de Solar Challenge mee te doen, en zo raakte ook Wim Thijs betrokken. Thijs zou vijftien jaar lang, tot zijn zeventigste verjaardag, als supervisor van de inmiddels vijftien dreamteams betrokken blijven. Hij vond het fijn om te denken in oplossingen en hij genoot
‘Misschien bepaalt de inspanning wel de eigenlijke inhoud van succes’
Sports & Culture
Help haar met protheses en revalidatie op lilianefonds.nl
van de omgang met vierhonderd ‘jonge, bevlogen, intelligente mensen’. Hij voorkwam faillissementen, chanteerde de rector, ritselde gereedschap en bemiddelde bij sociale problemen die kennelijk onvermijdelijk verbonden zijn aan het functioneren op topniveau. Thijs daarover op de laatste pagina's van het boek: ‘Successen komen nooit zonder grote inspanning. Misschien bepaalt de inspanning wel de eigenlijke inhoud van succes.’ ‘We zijn van paria's in parels van de TU veranderd’, constateert exFormula Student-manager en TopTrack.D:DREAM-docent Pieter Commandeur in het boek. Hun eerste team had geen ondersteuning vanuit de TU. Ze bouwden in een kelder aan de Rotterdamseweg aan hun raceauto. ‘De TU wist niet wat
ze met ons aan moest. Was er een belang voor de TU, was de vraag die het bestuur zich stelde.’ Nadat de eerste prijzen binnenkwamen en er uitgebreid over werd bericht in de media, besefte de TU wat ze in huis had. Een betere reclame voor de universiteit kun je je niet wensen. Het was in dezelfde tijd dat volgens Beukers het college van bestuur oog begon te krijgen voor andere zaken dan publicaties. Design, engineering en valorisatie kregen erkenning. Oud-3mE-decaan Marco Waas besefte dat de dreamteams de toekomst niet alleen ‘hebben’ zoals van de jeugd gezegd wordt, maar dat ze die máken. Waas had destijds het Formula Student-team afgeraden om over te stappen op elektrische aandrijving. Ze deden het toch en ze wonnen meteen de competitie. Waas was de eerste om te erkennen dat hij de transitie van fossiel naar elektrisch later heeft ingezien dan de studenten. Door deze late erkenning is het, anders dan bij andere universiteiten, de gewoonte dat Delftse studenten alles zelf regelen, waaronder de financiën. Over het algemeen gaat dat goed en de geringe bemoeienis geeft vrijheid. ‘Het is nooit bedacht, niet gepland, we hebben gewoon ons hart gevolgd’, concludeert Thijs. Met als verschil dat tegenwoordig de rector wel klaar staat om terugkerende teams op te vangen. (JW)
Ron Labordus e.a., ‘Van Dagdroom naar D:DREAM, 15 jaar DreamTeams 2000-2015’, 155 blz, 20 euro, o.a. te koop in Aula en Science Centre.
Delta
desgevraagd
Stelling
In de strijd tegen het terrorisme wil de Franse overheid het anonieme TOR-netwerk laten blokkeren. Maar kan dat wel? Hoogleraar cybersecurity Jan van den Berg (TBM/EWI) denkt van niet. Na de aanslagen van 13 november hebben hackers honderden IS-gerelateerde sites uit de lucht gehaald. De actie, georganiseerd door hackerscollectief Anonymous, kreeg de naam ‘Operation Paris’ of #OpParis. Als gevolg daarvan, meldde International Business Times (18 november 2015), is IS uitgeweken naar het ‘Dark Web’, dat alleen via de anonimiserende TOR-browser te bereiken is. Met als neveneffect dat nu de identiteit van bezoekers en sympathisanten nog beter beschermd is. Geen wonder dat de Franse politie het TOR-netwerk wil laten blokkeren, zoals nu.nl op 7 december berichtte. Kan dat? “Het is opmerkelijk dat de Franse politie deze blokkadewens uit. En dat ze it-bedrijven willen kunnen verplichten encryptiesleutels vrij te geven”, vindt prof.dr.ir. Jan van den Berg, hoogleraar cybersecurity bij de faculteiten TBM en EWI en bij de faculteit Campus Den Haag van de Universiteit Leiden. “Afgelopen weekend stond een bespreking van het boek ‘The Dark Net’ van Jamie Bartlett in het NRC. Dat boek geeft een beeld van de duistere kant van internet waar mensen met de TOR-browser toegang toe hebben.” Het dark net wordt
beschreven als de plek waar alles gebeurt wat God verboden heeft. Je vindt er drugs, wapens en kinderporno. Je kunt er een DDOS-aanval bestellen of een huurmoordenaar. Van den Berg is blij dat de ogen van publiek en politiek voor deze problematiek geopend worden, maar hij weet
‘Het kost ongelooflijk veel werk om de criminelen in kaart te brengen’ ook dat verbieden geen zin heeft. “De combinatie van world wide web en een anonimiserende browser heeft tot een plek geleid waar de maffia zich organiseert, maar het kost ongelofelijk veel werk om de criminelen in kaart te brengen.”
27
TU Delft
Als voorbeeld noemt hij het werk dat de FBI heeft moeten verrichten om de oprichter van Silk Road, Ross Ulbricht, in te rekenen. Silk Road was de marktplaats van het dark net waar drugs, wapens en ‘diensten’ werden verhandeld. Het begon onschuldig als een plek waar je online softdrugs kon kopen, maar het aanbod groeide al snel en Ulbricht liet zich de riante inkomsten welgevallen, terwijl hij zich goed schuilhield op internet. Uiteindelijk gebruikte hij een nickname die hij jaren eerder ook al eens gebruikte en kon de politie hem op heterdaad aanhouden in een bibliotheek. Ulbricht kreeg levenslang. Verbieden van TOR-netwerken werkt volgens Van den Berg niet omdat er altijd wel staten zijn die geen bezwaar hebben tegen een TOR-server in hun land. En van daaruit ligt het web open. Van den Berg vertelt dat TNO met Interpol samenwerkt in een project voor betere wethandhaving op het dark web. Het is een lastige materie omdat webadressen (urls) de hele tijd veranderen, net als de gebruikte IPadressen. In die veranderlijke wereld moeten rechercheurs verbanden zien te ontdekken. Dat vraagt om meer Europees onderzoek om betere gereedschappen te ontwikkelen, vindt Van den Berg. Daarnaast zouden de sancties scherper moeten zijn. (JW)
‘De vervanging van zorgverleners door robots moet gecompenseerd worden door extra sociale activiteiten voor patiënten.’ Uit proefschrift ‘Exploiting dynamics in robotic arms with repetitive tasks’ Michiel Plooij werktuigbouwkundige “Ik vind dat robotisering van de samenleving ten volle in dienst moet staan van de mens. Als robots taken gaan overnemen van zorgverleners, zou dat ertoe kunnen leiden dat patiënten minder contact hebben met andere mensen, iets dat ik intrinsieke waarde toeken. In plaats daarvan kan er een verschuiving plaatsvinden in het takenpakket van de zorgverlener: van huishoudelijke taken naar het organiseren van sociale activiteiten. Op deze manier zorgt de robotisering van de zorg er ook niet voor dat er arbeidsplaatsen verdwijnen, maar dat de kwaliteit van de zorg verbetert.” Verdediging 9 december
28
News
Text: Marco Villares Photo: Sam Rentmeester
Nobody is average
English pages
Spending winter break in Delft? Don’t worry, there’s lots to do. We’ve got you covered in the Survival Guide. And don’t miss our piece in English on the IDEA League Challenge on Page 22.
Dr. Johan Molenbroek is the only researcher in the Netherlands paid by taxpayers to measure their bodies and make the data available to designers.
M
olenbroek, an associate professor of applied ergonomics in the faculty of Industrial Design Engineering (IO), originally trained as a biomedical engineer to design prosthetics. He began by adapting human dimensions available from German DIN norms and compiling information himself using height and weight data from growth studies done around every 15 years in the Netherlands. His resulting first DINED table of body dimensions in 1980 was used as the basis for Dutch norms until 2000. This was the forerunner of the DINED online database, which won a Dutch Data Prize in 2014. He applies knowledge derived from the dimensional data to provide guidelines for the interaction between humans and artefacts in specific contexts such as schools, WCs and cars. Molenbroek proposed a methodology for optimising product design based on the function of product groups, user groups and relevant physical aspects. Since nobody is average, single mean dimensions say little and few products can be designed for the mean. The designer should consider the distribution, spread and percentiles of various body measurements and minimise user exclusion.
Hier nog een tussenkop? His understanding of trends in body dimension data allows Molenbroek to make predictions and aid designers. “Since 2010 the Dutch have stopped growing in height after a spurt between 1965 and 1980. But their body mass index is increasing, indicating that they are now growing horizontally,” he said. “Chilean data shows their children are getting taller due to dietary shifts to more high energy foods.” “Aircraft manufacturers approached
Dr. Johan Molenbroek showing the 3D body scanner.
me for trends in data on hip widths to help them choose the appropriate dimensioning of future plane seats,” said Molenbroek. He has helped school furniture producers interpret children’s body dimensions to identify lower leg lengths, not body heights, as a key indicator for effective furniture design. Molenbroek also worked with Canadian helmet designer, Roger Ball, who realised that his helmets fitted poorly on Chinese heads. “Measurement of 2,000 Chinese heads revealed that they are rounder than westerners‘ and allowed an effective redesign of his products,” he said.
PRIVACY & FACIAL DATA 3D laser scanners have boosted anthropometry, but bring their own challenges. For example, privacy can be an issue with facial data. “We used photogrammetric cameras to make 3D images of the faces of 300 children to opti-
‘Aircraft manufacturers approached me for trends in data on hip’
mise a mask for children with breathing problems,” he said. “To hide their identities the parametric data was manipulated to change the faces slightly without compromising information on shape and size.” In addition, the capture of ears and hands remains difficult. Until recently scanners could not get behind ears, so for earphone design casts of subjects' ears w ere still made. And subjects cannot keep their hands still enough for normal 3D scanners. A new scanner prototype developed at IO solves this by using a hoop surrounding the hand, mounting multiple scanners working at high speed. About steep Dutch stairs, Molenbroek said, “They are not ideal. The whole foot should fit on the tread and the riser distance should be short. This is an accident risk factor for the elderly at home, wearing slippers due to swollen feet and sometimes with poor vision and trouble keeping balance.” dined.nl
Delta
29
TU Delft
TU Delft celebrates the cream of their crop On 26 November staff and students gathered in the Aula for the ‘Best of TU Delft’ award ceremony, celebrating the best lecturers and master’s graduates of the past year. TU Delft Rector Karel Luybens opened the ceremony with a few sage words about quality teaching, before making way for the charismatic Dr. David Abbink, who hosted the event with enough cheesy ‘dad-jokes’ to keep the evening light-hearted. Also in attendance were Vice-President for Education and Operations Anka Mulder, COO and Technical Director Lisette Heuer and Chairman of the Delft University fund Michael Wisbrun.
Each of the eight nominated master’s graduates, voted best in their department, presented a short one and a half minute presentation of their master’s project, followed by a short Q & A with Abbink. The nominees form each department were as follows; Tim Visser from LR, Hanan al-Kutubi from TNW, Nadia Remmerswaal from BK, Marcel Mol from CiTG, Vincent Hellendoorn from EWI, Alec Momont from IO, Guido Novati from 3mE, and Tariq Abdul Muhaimin. Each graduate was presented with 1,000 euro prize and a Delft University Fund Medal in honour of their achievement. The overall winner was decided both on the merit of their thesis, and their short pitch. While every presentation was enthusiastic the student who particularly stood out, and ultimately won the title of ‘Best Graduate of TU Delft’, was Hanan al-Kutubi and her work on metal oxide
nanostructures. She took home an additional 1,000 euro prize, a commemorative statuette and a new laptop. Those voted ‘Best Lecturer’ in each faculty as voted by the student body also each took home 1,000 euros. The lecturers voted best in their department were; Dr. Alexander in ‘t Veld from LR, Dr. Fokko van de Bult who is from EWI but teaches in and was nominated by students from TNW. From BK Frits van Loon, Professor Giovanni Bertotti from CiTG, Professor Wouter Serdijn from EWI, Dr. Ianus Keller from IO, Dr. Matthijs Langelaar from 3mE, and Dr. Jan Anne Annema from TBM. The title of ‘Best Lecturer of TU Delft’ for 2015 was given to Dr. in ‘t Veld, who will keep the title for a year. In addition to 1,000 euro personal prize, he also received 5,000 euros which will be used to improve teaching. (AC)
Looking back at 15 years of innovations Located behind the Civil Engineering Building, the D:Dream Hall has served as a base for some of the most exciting student projects on the TU Delft campus. This year, it’s celebrating its 15th anniversary. The hall has come a long way since its somewhat humble beginnings. In 2000, two student groups were looking for a space to work on their projects. That’s when Dr. Wim Thijs stepped in and found a spot for them in the basement of the Mechanical Engineering department. As the now re-
tired professor explained to Delta writer Saskia Bonger during an interview [delta.tudelft.nl/29984] last summer, “it was a half legal place” and by no means ideal. After contacting the director of Facility Management, Dr. Thijs managed to locate a larger facility for the students in Stevin Hall, which was then slated for demolition. With no budget and limited resources at their disposal, they managed to turn the dilapidated hall into something truly wonderful. The D:Dream Hall is now the home of the Delta Lloyd Solar Boat crew and the Nuon Solar Team, the latter of which won the 2015 World Solar Challenge in Australia in October. Some of the more cutting-edge projects currently in development include a mechanical exoskeleton that may one day
assist the disabled and the Interact Rover, and a robotic car with mechanical arms that was ‘test driven’ by Danish astronaut Andreas Mogensen all the way from the International Space Station last September. Projects like these have drawn the attention of outside sponsors and politicians alike. In 2013, Henk Kamp, Minister of Economic Affairs, and Undersecretary Sander Dekker from the Ministry of Education, Culture and Science toured the hall before announcing an increase in government funds for research. One of the things that makes the D:Dream Hall truly unique is, first and foremost, that it’s a student organisation with limited oversight from professors. As Dr. Thijs explained: “The hall is unique in the world. Toronto and
Michigan have one comparable, only much smaller. At other universities, students get course credit for such projects and teachers get involved. That doesn’t work. We make sure the students are the owners of their own project and remain so.” (BH)
An extensive history of the hall was assembled by authors Eric Wood and Ron Labordus. Titled ‘From Daydream to D: DREAM’, it chronicles many of the facility’s projects and includes photographs and interviews with current and former students. vandagdroomnaarddream.nl
30
Text: Caroline Vermeulen Photo: Hans Stakelbeek
delft survival guide Surviving the winter break Are you staying in Delft for the winter break? With no lectures for two weeks, there are plenty of seasonal things to see and do to get you in a festive mood. Carol concerts Listening to carols sung by choirs is a surefire way to get you in the Christmas spirit. The Maria van Jessekerk at Burgwal 20 in Delft hosts a couple of concerts. On December 15 at 20:00 the renowned St John’s College Choir from Cambridge in the UK will perform. Tickets start at €22.50. The Federation of Delft Choirs organises a free concert that takes place at the church on December 19 at 14:00. In the Klis shopping area of the city, also on the afternoon of December 19, several choirs will perform and there’ll be ice carving demonstrations too.
Christmas markets In the Wippolder neighbourhood of Delft on December 18, between 17:00 and 21:00, 20 stalls will be set up on the Nassauplein. A market will also take place at Papaver on Korftlaan at the Delftse Hout, between 9:30 and 16:30 on December 20, with organic regional and seasonal products from 25 small sustainable enterprises. In The Hague from December 17 to 23 you can visit the Royal Christmas Fair from 12:00 to 21:00 on the Lange Vijverberg. Further afield, there are larger markets in the Netherlands worth a visit, a couple of which are noteworthy. The Valkenburg markets are unusually located in caves, and open through-out the holidays. At the Dickens festival in Deventer “more
There’s plenty to do around Delft this winter break.
than 950 characters from the famous books of Dickens will be revived” according to the organisers, open from 11:00 to 17:00 on December 19 and 20.
Ice skating During winter, ice skating is a national pastime. For the last 13 years Delft has had its own rink on the Beestenmarkt, but not this year, alas. Unless the canals freeze over, you’ll need to head out of the city to skate. You can visit Winterland at the Stadserf in Schiedam, where “an ice rink in a fairytale atmosphere” is promised. Scheveningen in The Hague will be transformed too, with an ice rink in front of the Kurhaus Hotel, and a 30 metre long ice slide on the boulevard.
Unless the canals freeze over, you’ll need to head out of the city to skate
Christmas circus There are two to choose from not far from Delft. In Ahoy Rotterdam, between December 19 and 28, top international circus acts including trapeze artists, acrobats and clowns will perform. Tickets start from €28. The Hague also has a circus at Malieveld, running from December 19 to January 3, featuring a human cannonball, tightrope artist and more. Tickets start at €15 with a student card.
Top 2000 songs If you’d prefer to stay at home in the warm, then tune in and listen to NPO Radio 2’s countdown of listeners top 2000 favourite songs of all time, broadcast from noon on Christmas Day to midnight on New Year’s Eve.
Fireworks Take to the streets as the clock strikes midnight on New Year’s Eve. For a couple of hours the skies will be alight with pyrotechnics, with the na-
tional ban on fireworks lifted for the occasion. In order to try and curb accidents and injuries, the rules were tightened last year. Fireworks can now only be set off between 18:00 on December 31 and 2:00 on January 1. Sponsored by the state, the display at Rotterdam’s Erasmus Bridge is the largest in the Netherlands and is broadcast live on television.
New Year’s dunk On January 1, many brave souls head to the beach for a dip in the North Sea. Food manufacturer, Unox, sponsors events all over the country. “The New Year's Dive is a true Dutch tradition. In Scheveningen around 10,000 Dutch people annually go into the water to start the New Year,” they said. “In total there are 45,000 New Year’s Divers.” Spectating may be equally entertaining if you’re not brave enough to join in.
Delta
31
TU Delft
SCIENCE Hyperloop team builds capsule A new TU Delft Hyperloop team has joined the design competition for a futuristic tube transport system at the speed of sound. Imagine a cross-breed between the underground and a pneumatic dispatch system such as banks and supermarkets use. What you get is the Hyperloop: a transport system that works with pressurised cabins that speed along through (nearly) vacuum tubes near the speed of sound. That sounds like science fiction. Until you learn that Hyperloop is a project initiated by the technological visionary Elon Musk who put the Tesla electric cars on the road and who sent SpaceX's Falcon rockets into the skies. Musk first mentioned the concept for a “fifth mode of transport” in 2012 as a “cross between a Concorde and a railgun and an air hockey table”. A year later, he published a whitepaper inviting the best and brightest minds to come up with competing ideas for realising the further development. The Delft Hyperloop team, with 33 students, is the latest asset in the TU's renowned Dreamhall. Their
More news on delta.tudelft.nl/science
Underwater noise
Team members Nadieh Roodbeen and Rutger van Brouwershaven in the capsule’s mock-up. (Photo: Tijmen Veldhoen)
mission is to build a 1:2 scale model of a passenger cabin for the Hyperloop. If they pass the next step in the competition, their capsule will be launched next June on the 1.6-kilometre test track. The test will start with a 4-second acceleration at 2,4 g, followed by a 10-second ride and an equally brisk braking procedure. The team has chosen for magnetic levitation to minimise drag. Once over 10 m/s, the induced magnetism lifts the cabin's auxiliary wheels from the ground.
Students Tim Houter (team captain) and Merel Toussaint (aerodynamics) argue that the team's design will have minimal drag because of the combination of induced magnetic levitation and low air pressure in the tube. The team will present its design to the Hyperloop jury at the end of January 2016. Between then and June 2016, they'll be busy building their prototype in the Dreamhall. (JW) delta.tudelft.nl/30757
Beef from a meat machine A meat replacer, based on soybeans, that is just as good as steak. TU Delft researcher Georgios Krintiras believes the ‘beef’ machine he worked on can produce just that. When it comes to taste you can easily fool yourself. “Creating the right mouth-feel is the key trick to produce a vegetarian steak that tastes like real meat,” said Georgios Krintiras, who is a PhD candidate in the department process and energy at the Mechanical, Maritime and Materials Engineering faculty (3mE). For the past few years, the Delft researcher has been working on a ma-
SHORT
chine that turns a mixture of soybean protein and gluten into a steak with the right fibre structure. Earlier this month colleagues of Krintiras from the Wageningen University, with whom the Delft researcher collaborates, presented the prototype to the press. With the developed method, the so-called Couette Cell Technology, the soy mixture is turned around and sheared in a cylindrical shaped container, a double walled sleeve. It is also heated to about a hundred degrees Celsius by heating elements positioned in the middle of the cylinder and on the exterior. This motion and heating cause the vegetable proteins to take on a fibre structure. The process takes about half an hour.
Though the researcher believes the machine is promising, scaling it up will be quite challenging. “To make thicker meat we will have to use higher temperatures. Otherwise, the steak will not be cooked all the way through. But we have to do so without burning the meat on the outside. ” The taste is not perfect yet. Krintiras thinks that this can be solved by adding flavours. He foresees a future in which people have their own meat printer in their kitchen and print some chicken or steak for supper. "Couette Cell Technology would be more interesting for slightly larger scales. I would imagine butchers to all have such machines." (TvD) delta.tudelft.nl/30812
Offshore windfarms are meant to provide an environmentally friendly way to generate electricity. However, the anthropogenic noise emission in the underwater environment generated during the construction of offshore structures may be a serious threat to marine life. Finding better ways to measure and analyse this noise was the focus of PhD candidate Apostolos Tsouvalas’ dissertation titled ‘Underwater noise generated by offshore pile driving’. Tsouvalas (CEGS) discovered that current mitigation techniques have little influence on reflected or secondary noise waves. An air-bubble curtain was suggested as a new noise shield. (HM) delta.tudelft.nl/30799
Carbon capture
A pre-screening model developed by recent TU Delft PhD graduate Sayee Prasaad Balaji has the potential to increase efficiency, and decrease the cost of Carbon Capture and Storage. CCS is one of the predominant methods of greenhouse gas reduction currently being researched. To test whether a solvent is effective at carbon capture, it has to be synthesized in a lab and undergo a series of experiments to measure its effectiveness, according to Prasaad it can take up to a year to obtain results. Molecular simulations, on the other hand, are more efficient in prescreening these solvents to select the most promising ones. (AC) delta.tudelft.nl/30811
Roasted grass
PhD candidate Yash Joshi (3mE) studied the potential of cheap grass-like biomass to enhance the environmental performance of coal fired power plants. Roasted grass (‘torrefaction’) could offer a cheaper and equally CO2-neutral alternative for the commonly used wood pellets, which cost six times more than coal for the same amount of heat. Henk Bak, Corporate Development Manager at E.ON at Maasvlakte that funded the research, said: “We are very pleased with the practical applicability of this research.” delta.tudelft.nl/30810
28
30
31
Nobody is average
The winter break
Hyperloop
main
Contents International
Surviving
SCIENCE
Avocations Eline Snels
W
hen she was four years old, Eline Snels started asking her parents for ballet lessons. Enthusiastic, but not quite old enough for ballet, she went to toddler gym wearing a tutu. “My mom says I was born dancing,” said Snels, an industrial design BSc student. At the age of six she finally started ballet, and around the age of 11 she also began taking modern dance. After so many years invested, at the age of 18, she quit taking classes because of her school exams. “When I started my studies at TU
Delft I didn’t dance for about a year, but I really missed it,” she said. So she went looking for dance classes and ended up taking belly dancing lessons to do something different. One of the girls in her class invited her to a party hosted by student society SoSalsa!. After that event, Snels said, “I fell in love with it and registered immediately.” Although it was her first experience with salsa dancing, within one month Snels auditioned for and made the show group, performing with other dancers. Soon after she was asked to start giving workshops at parties and events and now teaches
salsa classes both at the Sports and Culture Centre and off campus. Dancing, in general, has been a passion for most of her life, but Snels said she really loves salsa. “It’s a social thing, where you create something together,” she explained. “And at salsa parties it always feels like summer because it’s warm, the music is great and people are really enjoying themselves.” Snels said after graduation her professional goal is to be a designer, but dancing will always be part of her life.
Text: Heather Montague Photo: Sam Rentmeester