Tips en achtergrondinformatie voor ruimtevaart/sterrenkunde in de klas
Workshopdag over het weer en de seizoenen 30 september 2009 Museum & Sterrenwacht Sonnenborgh, Utrecht
Achtergrond vanuit kerndoelen en tussendoelen Het thema van de workshopdag “het weer en de seizoenen” sluit naadloos aan op kerndoel 46: “De leerlingen leren dat de positie van de aarde ten opzichte van de zon, seizoenen en dag en nacht veroorzaakt”. Voor dit kerndoel heeft SLO (Stichting Leerplan Ontwikkeling) tussendoelen geformuleerd, namelijk: Groep 1&2 de hemel met zon, maan en sterren
Groep 3&4 de vormen van de maan zoals wij die zien de verandering van de schaduw van een object in de loop van een dag de stand van de zon op verschillende momenten van de dag (opkomst → oosten, hoogtepunt → zuiden, , · ondergang → westen)
Groep 5&6 het verband tussen zonnestand en schaduwlengte en daglengte, in zomer en winter de draaiing van de aarde de beweging van de aarde ten opzichte van de zon ontstaan van dag en nacht
Groep 7&8 de volgorde van de schijngestalten van de maan de beweging van de aarde en de maan ten opzichte van elkaar en ten opzichte van de zon het dag- en nachtritme in relatie tot de seizoenen de ligging van (andere) planeten ten opzichte van de zon
Voor meer informatie over bijvoorbeeld activiteiten van de leerlingen en handelen van de leerkracht: kijk op: http://tule.slo.nl/OrientatieOpJezelfEnWereld/F-L46.html
Clips en programma’s Via Teleblik zijn veel filmpjes te vinden over het weer en de seizoenen. Hieronder vind je er een paar. ◦ Het zonnestelsel ‘Met een telescoop kun je sterren zien’ De aarde draait om de eigen as. Hij doet hier ongeveer 24 uur over. De aarde draait tegelijkertijd om de zon. Hierdoor kennen wij een dag en een nacht. De aarde heeft ongeveer 365 dagen nodig om één keer om de zon te draaien. Dat is ons jaar. Wat is het verband met de vier seizoenen? Telebliknummer: 1566783 Lengte: 4 min. 50 sec. Voor: PO groep 7&8 Telebliknummer 75813 Lengte: 3 min. 1 sec. Voor: PO groep 7&8
◦ Dag en nacht ‘Waarom is het overdag licht en 's nachts donker?’ Telebliknummer: 1067219 Lengte: 1 min. 28 sec. Voor: PO groep 3-7 ◦ Dag en nacht ‘Waarom is het 's winters langer donker?’ In de winter rij je in het donker naar school, en 's zomers in het licht. Hoe komt dat? Telebliknummer: 1113218 Lengte: 1 min. 59 sec. Voor: PO groep 5-8 ◦ De zon die de hele nacht blijft schijnen ‘Op Spitsbergen gaat hartje zomer de zon niet onder’ In Nederland is het overdag licht en 's nachts donker. Maar op het Noordpool is de situatie anders. Telebliknummer: 63854 Lengte: 1 min. 17 sec. Voor: PO groep 5 -8 ◦ Schaduw tekenen ‘Als de zon schijnt, zie je ook schaduw’. Aan de schaduw kun je zien of het ochtend, middag of avond is. Hoe kan dat? Telebliknummer: 1411575 Lengte: 52 sec. Voor: PO groep 3-7 ◦ De zon geeft ons warmte. Maar niet overal evenveel In de zomer gaan we lekker naar het zuiden op vakantie. Daar is het namelijk lekker warm, veel warmer dan bij ons. Maar hoe komt dat eigenlijk? Telebliknummer: 1113219 Lengte: 1 min. 18 sec. Voor: PO groep 7&8 ◦ Sterren ‘Sterrenbeelden en de zon’ Sterren zijn reusachtige gasballen die zo heet zijn, dat ze licht geven. Ook de zon is een ster; hij is aan het oppervlak 6000 graden. Het verschil tussen de zon en andere sterren is dat de zon dichterbij de aarde staat. Telebliknummer: 1566785 Lengte: 2 min. 35 sec. Voor: PO groep 7&8 ◦ Een sterrenkundige legt uit hoe je de afstand van sterren kunt meten ‘De afstand van een ster wordt vaak in lichtjaren uitgedrukt’. De dichtstbijzijnde ster is de zon. De zon staat 150 miljoen kilometer bij ons vandaan. Dat klinkt al heel ver. De eerstvolgende ster staat 40 biljoen kilometer bij ons vandaan. Dat is een 4 met dertien nullen. Telebliknummer: 97429 Lengte: 6 min. 45 sec. Voor: PO groep 7&8 ◦ IJstijden ontstaan door de planeten in ons zonnestelsel ‘Die beïnvloeden de baan van de aarde’. IJstijden ontstaan door veranderingen in ons zonnestelsel. Door de aantrekking van planeten wordt de aarde uit haar baan getrokken. Jupiter en Saturnus hebben een grote massa en trekken de aarde aan. De aarde komt verder van de zon te staan, het wordt kouder op aarde en er ontstaat een ijstijd. Telebliknummer: 94465 Lengte: 4 min. 8 sec. Voor: leerkrachten ◦ Animatiefilmpje met de stand van de aarde tijdens de seizoenen (in het Engels!) http://vortex.plymouth.edu/sun/sun3d.html
◦ Hoe ontstaan wolken? Als de zon water uit bijvoorbeeld een meer verwarmt, ontstaat er waterdamp. Waterdamp stijgt op en het koelt weer af: het water condenseert. Op deze manier ontstaat er neerslag. Al het water komt als neerslag weer terug op aarde. Dit noemen we de kringloop van het water. Telebliknummer: 1588689 Lengte: 2 min. 3 sec. ◦ Het voorspellen van het weer Wat meten meetinstrumenten precies? Voor veel beroepen is het weer heel belangrijk. Bijvoorbeeld in de scheepvaart, luchtvaart en horeca. Om een goede weersverwachting te kunnen maken, hebben de meteorologen gegevens nodig. Telebliknummer: 1608417 Lengte: 2 min. 56 sec.
Achtergrondartikelen en internetpagina’s ◦ Jan Visser De spreker van 30 september 2009 was Jan Visser van RTV Noord-Holland. Hij heeft een eigen website. http://www.janvissersweer.nl/ ◦ Wiki-Wiki Op Wikipedia kun je ook bondige beschrijvingen van de seizoenen terugvinden. www.wikipedia.nl ◦ Seizoenen nader verklaard http://www.knmi.nl/VinkCMS/concept_detail.jsp?id=2237 én http://www.knmi.nl/VinkCMS/explained_subject_detail.jsp?id=24391 Het KNMI legt de meteorologische seizoenen uit. Hieruit wordt duidelijk dat er zowel meteorologische als astronomische seizoenen zijn. ◦ Seizoenen Beknopte uitleg over de seizoenen http://www.sterrenkunde.nl/index/encyclopedie/seizoenen.html ◦ De zon en de seizoenen Meteonet krijgt regelmatig vragen over de seizoenen. Hier worden enkele beantwoord. http://www.meteonet.nl/educatief/zon_seizoen.htm ◦ Seizoenen en andere kringlopen Korte uitleg met duidelijke plaatjes http://www.hetweer.org/HetWonderlijkeWeer/seizoene.htm ◦ Veraf en toch dichtbij Over de stand van de zon in de verschillende seizoenen http://www.allesoversterrenkunde.nl ◦ Weerkunde: Meteorologie voor iedereen Geschikt als naslagwerk voor leerkrachten. http://www.keesfloor.nl/elmar/index.htm ◦ Het heelal: Een kosmisch drieluik Achtergrondinformatie over de zon, maan en aarde voor leerkrachten http://www.eddyechternach.nl/artikelen/drieluik.html
Boeken voor in de klas: ◦ Het weer - Lyn Snow, Moira Butterfield. Hardkartonnen aanwijsprentenboekje met eenvoudige afbeeldingen in kleur aan de hand waarvan enkele aspecten van het weer aangeleerd kunnen worden. Vanaf ca. 3 jaar. ISBN: 9020688367 ◦ Lente - María Rius, Riet Vanloo, Miet Fournier Twee kinderen laten allerlei aspecten van de lente zien. Prentenboek met paginagrote, zachtgekleurde tekeningen. Vanaf ca. 4 jaar. Bevat info en tips voor begeleiders. ISBN: 903171691X ◦ Het weer - Annemarie Bon, Margaret Gosens, Pauline Oud In korte hoofdstukken met meestal paginagrote kleurenfoto's en zwart-witte en gekleurde tekeningen in de tekst wordt verteld over het weer: zon, regen, wind, sneeuw etc. Voorlezen vanaf ca. 4 jaar, zelf lezen vanaf ca. 7 jaar. ISBN: 900113128X ◦ Seizoenen - Toni Rann, Jane Yorke Prentenboek met gekleurde voorwerpen tegen een witte achtergrond. Per seizoen zijn vier bladzijden gevuld met planten, dieren e.d. De bedoeling van de boekjes is duidelijk: het begrippenkader t.a.v. de seizoenen uitbreiden en verdiepen. Vanaf ca. 7 jaar ISBN: 9061774373 ◦ Het weer - Sally Hewitt, T. Dijkhof Door middel van doe-opdrachten en proefjes, die stap voor stap worden uitgelegd, kom je meer te weten over o.a. klimaten, seizoenen, zon, onweer, temperatuur. Voorzien van vele kleurenillustraties. Vanaf ca. 8 jaar. ISBN: 9054954078 ◦ Weer - Ulrike Berger, Detlef Kersten, Ria de Rijke Stap voor stap worden negentien eenvoudige proefjes over het weer uitgelegd. Met kleurenfoto's. Vanaf ca. 8 jaar. ISBN: 9031721328 ◦ Lente - Moira Butterfield, Helen James, Marga Blankestijn – Ook over de drie andere seizoenen zijn boeken verschenen. Allerlei weetjes, verhalen en proefjes over wat er in de lente zowel in huis als in de natuur gebeurt en verandert. Met gekleurde illustraties. Vanaf ca. 8 jaar. ISBN: 9789055662333 ◦ Mijn eerste boek over het weer - Simon Adams Mijn eerste boek over het weer vormt een uitstekende introductie tot het weer, de seizoenen en het klimaat. Alle weersverschijnselen worden behandeld, met gedetailleerde tekeningen van wolkensoorten, klimaatzones en de kringloop van het water. Vanaf ca 8 jaar ISBN 9789025736712 ◦ Het weer - Erwin Kroll Het weer speels uitgelegd voor de jeugd, uit de serie Notendop Junior. Vanaf 9 jaar. ISBN: 9064940622 ◦ Verrassende proeven met weer - Neil Ardley. Met zelfgemaakte instrumenten doe je proeven met het weer. Vanaf 9 jaar. ISBN: 9002 19031 X
◦ Het Weerboek - Valerie Wyatt. Wetenswaardigheden over allerlei zaken die met het weer te maken hebben, met veel zwart-wit tekeningen met simpele proefjes en verhalen. Vanaf ca. 10 jaar. ISBN: 9021610345 ◦ Wolken, wind en water; Alles wat je wilt weten over het weer - Reinier van den Berg Hoe werkt het weer eigenlijk? In dit boek van weerman Reinier van den Berg kun je er alles over lezen. In ieder van de zes hoofdstukken staan bovendien kleine experimentjes, die je alleen of samen kunt doen. Vanaf 9 jaar ISBN 90-266-1189-7 ◦ De atmosfeer en het weer - Jennings, Terry, Bakker, P. de Informatie over o.a. zon, wind en regen, het meten en voorspellen van het weer en veranderende weerpatronen, Met veel afbeeldingen in kleur. Vanaf ca. 12 jaar. ISBN: 9055661783 ◦ Extreem weer - Jennings, Terry, Bakker, P. de Oorzaken en gevolgen van extreme veranderingen in het weer worden op een rijtje gezet. Met veel afbeeldingen in kleur. Vanaf ca. 12 jaar. ISBN: 9055661805 Boeken als naslagwerk of voor inspiratie (voor leerkrachten): ◦ Het weer voor Dummies. Ontdek de wereld van het weer - John D. Cox Verwonder je je over de indrukwekkende weersverschijnselen als donder en bliksem? Vraag je je af hoe deze natuurkrachten tot stand komen? Dit boek geeft je in begrijpelijk Nederlands inzicht in meteorologische begrippen: van jetstream tot tornado en van stratosfeer tot El Niño. Je vindt experimenten en activiteiten die je thuis uit uitvoeren, en krijgt uitleg over mist, het broeikaseffect en nog veel meer! ISBN10: 9043010960 ◦ Het Weer op Satellietbeelden - Ongekende vergezichten vanuit het heelal - Kees Floor Superscherpe satellietbeelden tonen weerverschijnselen vandaag de dag met ongekend detail. Depressies, orkanen, onweersstoringen en wolkenpatronen zien er vanuit de ruimte indrukwekkend uit. Boven zee zijn deze weersystemen zichtbaar tegen een decor van donkerblauw, zilverwit, blauwgroen of vaalbruin oceaanwater. Groene vegetatie, hagelwitte sneeuw of in gele, rode en bruine tinten stuivend woestijnzand vormen de achtergrond boven land. Meer informatie ISBN: 9789038916255 ◦ Handboek Sterrenkunde - Govert Schilling Dit ultieme basisboek voor de sterrenkunde - geschreven door de bekende wetenschapsjournalist Govert Schilling Blz. 102-103 over seizoenen ISBN: 9789059560222 ◦ Natuuronderwijs Inzichtelijk - Carla Kersbergen en Amito Haarhuis Blz. 329- 362 over weersverschijnselen, seizoenen en hemellichamen, voor leerkrachten. ISBN: 9046900061
Boeken met proefjes over het weer en seizoenen: ◦ Weerwijzer - John Woodward Maak je eigen regenboog, of een bliksemschicht! Een boekje met allerlei proefjes om zelf te ontdekken en onderzoeken hoe het weer werkt. Per dubbele pagina komen de atmosfeer, bliksem, zure regen, broeikaseffect en weersverwachting beknopt aan de orde, meestal in combinatie met een eenvoudig zelf doeproefje of activiteit. Geschikt voor kinderen vanaf ca. 8 (met enige hulp van volwassene) t/m 14 jaar. In deze serie zijn ook delen verschenen over insecten, vogels en sterren. ISBN: 9789018024444 ◦ 365 Natuur- en Scheikundeproefjes met alledaagse materialen – E.R Churchill, L.V. Loeschnig, M. Mantell. De basisprincipes van natuur- en scheikunde worden tot leven gebracht met leuke en leerzame experimenten. Met veel proefjes over het weer. ISBN: 3833118717 ◦ How the weather Works - Michael Allaby (ENG) Een prachtig boek vol met weerproefjes! Voor CA. 8 tot 14 jaar(te verkrijgen via Amazon). ISBN 9780762102341 ◦ Het grote Hoe Wat Waarom boek Het grote Hoe Wat Waarom boek is een boek met de antwoorden op prangende vragen die kinderen hebben: waarom geeft een glimworm licht? waar komt een echo vandaan? waarom is de lucht blauw? Vanaf 9 jaar. ISBN: 9024383749 ◦ Het grote experimenteerboek voor kinderen Experimenten voor alle seizoenen - Zonder veel voorbereiding uit te voeren - Met eenvoudige, in elk huishouden te vinden materialen. Vanaf 8/9 jaar ISBN: 904470219X
Proefjes, lesideeën en lesmateriaal op: ◦ Encyclopedoe, heel veel lesideeën over seizoenen op http://www.encyclopedoe.nl/index.php?onderwerp_id=452&alfabet_letter=S ◦ Encyclopedoe, heel veel lesideeën over het weer op http://www.encyclopedoe.nl/index.php?onderwerp_id=256&alfabet_letter=W ◦ Van alles over het weer http://www.schooltv.nl/download/hbb/226_229hetweer.pdf Huisje, boompje, beestje. Hierin staan ook verschillende tips voor boeken in. Het lesmateriaal hoort bij het onderwerp het weer. De afleveringen kunnen deels op internet gevonden worden ◦ Het weer – Iselinge Lessuggesties voor leerkrachten over het weer voor groep 1 t/m groep 8 gemaakt door pabostudenten. De lessen worden helaas pas zichtbaar door het klikken op de niet zichtbare afbeeldingen http://www.iselinge.nl/scholenplein/weer/leerkrachtgedeelte/index1.htm
◦ Seizoenen – Iselinge Duidelijke uitleg over verschillende aspecten van de seizoenen, ook met een paar kleine proefjes. http://www.iselinge.nl/scholenplein/weer/seizoenen/tijden.htm ◦ Het weer – Proto.thinkquest Het weerbericht, klimaat, de zon , klimaat. Met leerkrachten handleiding en werkbladen. http://proto.thinkquest.nl/~klb023 ◦ Zo werkt …..het weer - Zowerkt.nl Duidelijke info over wat bliksem is en over hittegolven. http://www.zowerkt.nl/natuur/weer/index.htm
Wolken Wolken kunnen zich op drie verschillendehoogtes bevinden. Daarom spreken we van lage bevolking, middelbare bewolking en hoge bewolking. Eén wolkensoort laat zich niet in een bepaalde hoogte onderbrengen. Mooie foto’s van de verschillende wolkensoorten zijn te vinden op: http://mediatheek.thinkquest.nl/~lla022/HTML/Wolken/foto's_wolken.html
Bron: Wikipedia
Ci=Cirrus, Cs=Cirrostratus, Cc=Cirrocumulus, As=Altostratus, Ac=Altocumulus, Ns=Nimbostratus, Cb=Cumulonimbus, Cu=Cumulus, Sc=Stratocumulus, St=Stratus
Contact? Project Delta: www.deltaopschool.nl
[email protected] ESERO:
www.esa.int/esero
[email protected]
Proefjes over het Weer voor in de klas
Workshopdag over het weer en de seizoenen 30 september 2009 Museum & Sterrenwacht Sonnenborgh, Utrecht
Wolk in een fles
Benodigdheden: •
Plastic frisdrankfles met dop
•
Lauw water (niet te heet)
•
Lucifers
Wat ga je doen?
1. Giet een bodempje lauw water in de fles. 2. Leg de fles op zijn kant op tafel. 3. Brand een lucifer zo ver mogelijk op. 4. Stop hem snel in de fles. 5. Doe meteen de dop erop. 6. Pak de fles op en knijp in de fles en laat meteen los. 7. Er ontstaat een wolk!
Hoe zit dat? De fleswolk bestaat uit dezelfde ingrediënten als een echte wolk. Een wolk bestaat uit kleine stofdeeltjes waar zich druppels om gevormd hebben. De stofdeeltjes komen in deze proef van de brandende lucifer. Ze zijn zo klein dat je ze niet kan zien. Een wolk vormt zich alleen als er zulke kleine stof- en/of roetdeeltjes zijn. Er zitten een heleboel piepkleine deeltjes in de lucht. Roet van branden, vulkanen, stof, stuifmeel en stof uit uitlaatgassen. Deze deeltjes maak je in de fles zichtbaar door de druk in de fles plotseling te laten veranderen. Dit doe je door de fles in te knijpen en dan snel los te laten. Daardoor koelt de waterdamp met deeltjes af en worden de deeltjes met water zichtbaar als wolk. Zo heb je dus snel een wolk gemaakt.
Vloeistof – gas - vloeistof
Benodigdheden: •
Een potje
•
Warm water
•
Een sponsje dat het potje afdekt
•
(Eventueel) tape
Wat ga je doen? 1. Schenk warm water in het potje. 2. Dek het potje af met een droog sponsje 3. Voel na 10 minuten aan het sponsje. Hoe voelt de spons aan?
Hoe zit dat?
Het warme water in het potje is aan verdampen. Deze vrijwel onzichtbare damp stijgt op. Als de damp afkoelt (tegen het sponsje) verandert de waterdamp weer in waterdruppels. In de atmosfeer gebeurt precies hetzelfde. Het water op aarde wordt verwarmd door de zon. Hierdoor stijgt het als waterdamp op in de atmosfeer. Als de waterdamp afkoelt vormen zich druppels rond stofdeeltjes in de atmosfeer. Er ontstaan wolken. Als deze verzadigd zijn kan er neerslag ontstaan.
Heeft lucht gewicht?
Benodigdheden: •
Een stokje van ongeveer 70 cm
•
Twee ballonnen
•
Een touwtje
Wat ga je doen? 1. Bepaal het midden van de stok en markeer dit punt 2. Bind het touwtje aan de stok op het middelpunt. 3. Blaas een van de ballonnen op. 4. Bevestig de opgeblazen ballon aan het uiteinde van de stok. 5. Bevestig de lege ballon aan het andere uiteinde. 6. Balanceer de stok met het touw in het midden. Wat gebeurt er?
Hoe zit dat? Lucht lijkt niets te wegen. Door deze proef kun je zien dat lucht wel gewicht heeft. De volle ballon bevat meer lucht dan de lege, daarom gaat de “weegschaal” aan de kant van de volle ballon naar beneden.
Het Corioliseffect Benodigdheden: •
Een piepschuimbol
•
Een satéprikker
•
Een dikke stift
•
Twee kinderen
Wat ga je doen? 1. Pak een bol en prik de satéprikker precies door het midden.
4. Het andere kind probeert met de stift een rechte lijn over de bol te trekken.
5. Lukt dit?
2. Eén kind houdt de bol vast. 3. Draai de bol rustig rond.
Hoe zit dat? Als je de bol stil zou houden, dan zou het mogelijk zijn om een rechte lijn te trekken van boven naar beneden. Doordat de bol echter ronddraait, krijg je een afbuigende lijn. Dit gebeurt in het echt ook bij wolken die over de aarde trekken. Doordat de aarde draait krijgen die op het noordelijk halfrond een buiging naar rechts mee (kijkend met de wind mee). Dit proefje kun je ook uitvoeren met een draaimolen. Zie hiervoor het filmpje op: http://www.youtube.com/watch?v=_36MiCUS1ro&NR=1
En voor de aarde:
http://www.youtube.com/watch?v=nDhOKR6gKzc&NR=1
Het imploderende blikje
Benodigdheden: •
Een tang
•
Een doorzichtige bak met koud water
•
Een blikje
•
Een gasbrander
•
Lucifers
Wat ga je doen? 1. Doe een bodem water in het blikje. 2. Draai de gasfles open en houd een lucifer erbij. 3. Gebruik de tang om het blikje in het vuur te houden. 4. Als je het hoort sissen en er komt rook uit het blikje dan keer je vlug het blikje om in de bak met koud water. 5. Wat gebeurt er?
Hoe zit dat? Wanneer het warme blikje omgekeerd in het koude water komt, dan verandert de waterdamp in het blikje weer in water. Waterdamp neemt meer ruimte in beslag dan water. De luchtdruk buiten het blikje is nu hoger dan binnen het blikje. Het blikje deukt daardoor in. Voor een filmpje, kijk op: http://www.youtube.com/watch?v=k nWpOnQylAI&feature=related
Een vreemd v de nieu uwe pla aneet Door Derrrick Feenstra van C CBS de Trie eme en Hu ulya Aydin n van OBS S Spitsberge n
Activiiteit uitt de NAS SA work kshop:
Solar Sy ystem Exploration n Across the Currriculum T Through Inv vestigatio ons Cle eveland, Ohio O 30 se eptember 2009 Museum & Sterrenw wacht Son nnenborgh h, Utrecht
Een vre eemde nieuwe planeet.
Een vreemde nieuwe planeet Intro : Deze les geeft inzicht in het proces naar aanleiding van onderzoek naar planeten. Deze activiteit laat zien hoe nieuwe planeten worden ontdekt en onderzocht met behulp van moderne technieken! Doelgroep : groep 4 t/ 6. Lesdoelen : Leerlingen worden uitgedaagd tot verschillende vormen van observaties, gegevens verzamelen en het naspelen van ruimtemissies. Materiaal : ballonnen, geurtjes, plakkertjes, snoepjes, kleine frutseltjes, stofjes, glitters, crepe-papier, tandenstokers, lijm, rietjes, papier, plastic mensfiguurtjes, kurken, bierdoppen, handdoek (om planeet te verbergen), punaises, plakband, keukenpapierrol, cellofaan, elastiekjes, watten, invulbladen voor de leerlingen.
Procedure : De les, stap-voor-stap! Stap 1 : Kies een planeet. Maak van een ballon een prachtige, mooie planeet. Versier hem met stickers, geuren, frutsels enz. om hem zo interessant mogelijk te maken voor een observatie! Sommige dingen moeten zo geplaatst worden dat je ze niet meteen kan zien. Hier volgen wat tips : - Maak wolken van watten en lijm. - Maak rivieren (bijv. van lijm of papier). - Bevestig een maan mbv rietje. - Beplak de planeet met zoveel mogelijk spul. - Maak bergen en vulkanen. - Spuit er geurtjes op. - Jam, pindakaas of pasta is ook leuk! Het is leuk om in groepjes te werken (bijv. 3-tallen). Één groepje onderzoekt dan later de planeet van een ander groepje en schrijft al de resultaten van de observaties op! Tenslotte kunnen de gegevens van de makers en de onderzoekers met elkaar vergeleken worden!
Een vreemde nieuwe planeet.
Stap 2 : Het opsstellen van n de gema aakte plan neten in het klaslok kaal. de plekken n in het lo okaal. Je k kunt ze Plaats de planetten op verrschillend bedekk ken met doeken, d maar dat hoeft niet.. Vertel de kinderen wat ze nu n moeten gaan do oen : Ze moeten m ee en nieuwe,, vreemde e planeet g gaan verkennen! nderen kunnen als telescoop t een koke er gebruik ken. Maak k deze dicht met De kin blauw cellofaan n en een elastiekje en e klaar iss Kees! Err zijn al te eams gema aakt, je gebruikt dezelfd de groepjes als tijdens het bouwen. b Z Zorg ervoo or dat alle e nvulbladen n hebben. Je kunt wijzen w op het gebru uik van hu un kinderren hun in zintuig gen! Stap 3 : De Aarrdse obserrvatie. s komtt overeen met de Aardse A obsservaties die vaak a aan de basis Deze stap staan van v de on ntdekking van een nieuw n hem mellichaam m. Vanaf e een vaste plek (minimaal 5 m. van het vo oorwerp aff) mogen de d kinderen alleen maar doo or hun telesco oop van de d planeett kijken! Ze Z schrijve en op watt ze allema aal zien en n bedenk ken een naam n voorr hun ontd dekking! Het H observ veren mag g maar 1 minuut m duren.. Het zal vooral v ove er de kleu uren, vorm men en de positie ga aan. Kinde eren kunnen n tot slot op hun eerste e invu ulblad opsschrijven wat ze op p een volgende missie willen ond derzoeken n en hoe ze z dat dan n gaan do oen! Stap 4 : De Fly-b by. (missie e 1) Elk gro oepje mag g nu (snel) langs 1 ka ant van de e planeet lopen. De e ander ka ant blijft dus d nog ev ven geheim m. Denk aan a de Vo oyager missies van la ang gelede en! Ze mogen n niet dich hter dan 1,5 1 meter bij b de plan neet langsslopen! De e kinderen n lopen terug naar n hun startplek en schrijv ven op wa at ze hebb ben waarg genomen. Hiervo oor vullen ze het tw weede invulblad in. Tot slot bedenken n ze wat ze z straks willen gaa an onderz zoeken en n hoe ze willen w gaan n doen. He et is de bedoeling dat ze e straks in n een baan om de planeet p te erecht gaa an komen (orbita ale baan)!
Een vre eemde nieuwe planeet.
Stap 5 : Orbitten. (missie 2) De kinderen mogen nu gedurende 2 minuten rondjes lopen rond de planeet. Ze mogen niet dichterbij komen dan een halve meter. Ze schrijven daarna alles weer op wat ze zien en ruiken enz. Als laatste bedenken ze een plan om op de planeet te kunnen gaan landen. Er moet een plek aangewezen worden waar er veilig geland kan worden. Ook moet er besproken worden welke dingen eens van dichtbij bekeken moeten worden! Stap 6 : De landing. (missie 3) De groepjes mogen met een stift aankruisen waar ze gaan landen. Ze mogen naar de planeet toelopen en hem aanraken en van alle kanten gaan bekijken, alles is nu tastbaar geworden. Ze schrijven op wat ze zien, voelen en ruiken. Ze schrijven alles op en dan zijn ze klaar! Afsluiting : De groepjes vergelijken hun gegevens. Ook leuk is het om de makers de gegevens van de onderzoekers te laten zien. Vervolgens kunnen de onderzoekers van de makers horen of ze goed zaten met hun observaties en onderzoeken. Tot slot is het leuk om te kijken of ze de naam van de planeet goed hadden bedacht!
Tip : Mocht je het te druk vinden in je klaslokaal, met al die planeten en je denkt dat het niet lukt om de planeten geheim te houden, dan kun je ook voordat de kinderen de klas binnenkomen 1 planeet zelf gemaakt hebben. Je hebt deze dan ergens onder een laken opgesteld in je klas. Je maakt teams van 3, 4 of 5 kinderen en vertelt dan wat de bedoeling is. Ze doen dan hun observaties allemaal vanaf hun eigen startplek op die ene planeet! Dit scheelt veel materiaal, maar je mist het leuke onderdeel van het ontwerpen van de planeet! Dit vinden kinderen nu juist zo mooi! Voor de rest volg je al de stappen, zoals hiervoor beschreven. Kleed alles aan met leuke filmpjes van bijv. You-tube (lancering raket, marslanding enz) en je les wordt gegarandeerd een groot succes!
Een vreemde nieuwe planeet.
Naam:
Invu ulblad 1 – De D Aarrdse observa atie. 1. Schat S je afstand a to ot de plan neet in me eters : ............... me eter.
2. G Gebruik je kijker (d die met he et blauwe e cellofaan n ervoor). we cellofa aan bootstt trouwen ns de dam mpkring va an onze Aarde Het blauw ( (atmosfee er) na! Bek kijk vanaff je vaste plek p (Aard de dus) de e nieuwe p planeet. W voor soort Wat s ding gen ga je bekijken? b Schrijf all je observ vaties o (vorm, kleur, gro op ootte, ma anen, dampkring, ge ebergten e enz, enz).
3. B Bespreek al je obse ervaties met m de and dere kinde eren in je team. S Schrijf op p wat de verschillen v n zijn tusssen hun en jouw eig gen obserrvaties. Misschien n hebben zij iets on ntdekt wa at jij nog niet n gezien n had (en a andersom m natuurlijjk). Zo lee er je van elkaar! e
Ga nu me et je team vragen be edenken waar w je he et antwoo ord graag op zou 4. G w willen wetten. Wat zou z je willen onderrzoeken op p de volge ende missies. W gaan dan We d een ru uimtevaarrtuig langss de plane eet schietten! Je mo oet d denken aa an opvalle ende vorm men, wel of o geen da ampkring, is er zuurrstof, is er leven n, is er wa ater enz, enz, e enz. a. b. c. d.
Een vre eemde nieuwe planeet.
Invulblad 2 – De Fly-by. Je gaat straks de eerste missie uitvoeren. Het wordt een Fly-by missie. Dat betekent, dat je een onbemand ruimteschip met camera’s langs de nieuwe planeet laat vliegen. Dat kan maar 1 keer, dus het moet in 1 keer goed gaan. Deze missie kost heel veel geld, dus doe goed je best! Jij speelt voor ruimteschip en je kijker is de camera! Je moet nu wel het blauwe cellofaan van de kijker halen. Elk team mag 1 keer snel langs de nieuwe planeet lopen. Je mag niet dichterbij komen dan 1,5 meter! Je loopt in een rechte lijn, je ziet dus ook maar 1 kant van de planeet! Onthoud goed wat je allemaal ziet, en loop terug naar je startplek. (In het echt zie je trouwens nooit meer iets terug van het ruimtevaartuig, dat vliegt oneindig ver de ruimte in)!
1. Schrijf op wat je allemaal gezien hebt. Wat was hetzelfde als wat je de vorige keer al zag? Wat waren de nieuwe dingen, die je gezien hebt? Kun je ook uitleggen hoe het kan, dat er verschillen zijn met de vorige observatie?
2. Bespreek nu wat de andere kinderen uit jouw team gezien hebben. Schrijf op wat jullie hetzelfde gezien hebben. Schrijf ook op wat de verschillen zijn. Misschien hebben jullie allemaal wel heel andere dingen gezien tijdens deze missie!
3. Schrijf nu op wat jullie de volgende missie beter willen gaan bekijken. Tijdens de volgende missie gaan we namelijk een ruimtevaartuig in een baan om de planeet brengen. We gaan dus rondjes om de planeet vliegen! Zo kunnen we van alle kanten en ook heel vaak de planeet bekijken. a. b. c. d. Een vreemde nieuwe planeet.
Invulblad 3 – Orbitten. Dit wordt je tweede missie. We gaan een ruimtevaartuig in en baan om de nieuwe planeet brengen. Als dat eenmaal gelukt is, blijft het ruimtevaartuig rondjes vliegen om de planeet. We kunnen zo heel veel informatie verzamelen en veel vaker naar een bepaalde plek kijken! Neem weer je kijker mee! Je gaat ongeveer 1 minuut rondjes lopen om je planeet. Je moet ongeveer een halve meter afstand houden! Je kunt hem nu van alle kanten bekijken. Onthoud heel goed wat je allemaal ziet. Let extra goed op de dingen die je op het vorige blad hebt opgeschreven. Die wilde je immers extra goed gaan bekijken! Na 1 minuut ga je weer terug naar je startplek.
1.
Schrijf alles op wat je ontdekt hebt. Wat was er hetzelfde als tijdens de vorige missie? Welke nieuwe dingen heb je ontdekt? Kun je uitleggen hoe het kan, dat je weer nieuwe dingen gezien hebt?
2.
Praat weer met de andere kinderen in je team. Schrijf alle overeenkomsten en verschillen op! De kunt weer allemaal verschillende dingen ontdekt hebben!
3.
Ga nu met je team bespreken wat je de laatste missie wilt gaan onderzoeken. Tijdens de laatste missie gaan jullie namelijk landen op de planeet. Je gaat er echt rondlopen! We sturen mensen naar de planeet! Denk wel na over de volgende vragen :
a. Welke dingen ga je van heel dichtbij onderzoeken? b. Waar kun je het beste landen met je raket, zodat je overal het dichtst bij bent? c. Wat zijn de gevaren van een landing op die plek? d. Wat zijn de voordelen van een landing op die plek? e. Wat wil je precies onderzoeken? (bodem, vulkaan, water, lucht, planten, enz.) f. Wat moet je allemaal meenemen om te overleven en te onderzoeken?
Een vreemde nieuwe planeet.
Invulblad 4 – De landing! Zet nu met je team (met een stift) een kruisje op de beste plek om te landen! Werk heel goed samen, je moet het er allemaal mee eens zijn! Vervolgens mag je de planeet aanraken. Als je heel voorzichtig bent, mag je hem ook optillen. Je moet je voorstellen, dat je er zelf rondloopt en dat je alles goed kunt zien, ruiken, proeven horen en voelen. Je hebt ongeveer 5 minuten om te onderzoeken wat je wilde onderzoeken! Als je denkt dat je alles weet, wat je wilde weten, ga je terug naar je startpunt!
1. Nu je geland bent, mag je opschrijven wat je allemaal onderzocht hebt op de nieuwe planeet! Schrijf op wat je te weten gekomen bent!
2. Hoe lang denk je dat je in het echt nodig hebt voor deze missie?
3. Was je missie een succes? Waarom wel, waarom niet?
4. Wat was het moeilijkst tijdens deze reis? Wat zou je de volgende keer anders willen doen?
5. Schrijf op wie er allemaal in je team zaten! Astronaut 1 : Astronaut 2 : Astronaut 3 : Astronaut 4 : Astronaut 5 :
Een vreemde nieuwe planeet.
Zonnestelsel workshop Door Ivo Weterings van OBS de Baayaert en Bé Buring van de Joseph Haydnschool
Activiteit uit de NASA workshop:
Mathematics in Action: Spaceflight Applications for Middle School Houston, Texas 30 september 2009 Museum & Sterrenwacht Sonnenborgh, Utrecht
Doelen: Planeten van ons zonnestelsel in een model plaatsen op hun relatieve onderlinge afstanden ten opzichte van de zon en in een juiste hoek ten opzichte van de zon op één bepaald moment. Door dit voor verschillende momenten te bepalen (bv. steeds een maand later) is te zien hoe planeten zich ten opzichte van elkaar door de ruimte verplaatsen. Tevens kan worden zichtbaar gemaakt waar planeten zich ten opzichte van de aarde bevinden en welke planeten wel of niet te zien zouden moeten zijn in de ochtend, middag, avond of nacht op aarde.
Materialen:
¾ ¾ ¾ ¾
Op lengte geknipte touwtjes met de juiste relatieve afstand planeet – zon (met 2cm extra om het touwtje te kunnen bevestigen aan de zon. Een rond bord, de zon voorstellend, met een spil waaraan de touwtjes bevestigt worden. Een schaalverdeling op het ronde bord van 360 graden (Let op: tegen de richting van de klok in) Een lijst van de posities in lengtegraden van de planeten ten opzichte van de zon. (website: http://planetarium.wvu.edu/heliocentric/)
Opmerkingen: o De touwtjes kunnen ook geknipt worden door de leerlingen als onderdeel van de les. o Gebruik voor het bepalen van de afstanden de Astronomische Eenheden (AE) van afstand. AE is de afstand tussen aarde en zon. Deze eenheid wordt naast andere eenheden gebruikt om afstand aan te duiden in de sterrenkunde. Dit vereenvoudigt het rekenwerk.
Activiteiten:
¾ ¾ ¾ ¾
Laat de kinderen eerst bepalen welk touwtje de afstand van welke planeet vertegenwoordigt. Bevestig de planeten van buiten naar binnen aan de zon. Bepaal steeds met behulp van de lijst met lengtegraden en de schaalverdeling de plaats van iedere afzonderlijke planeet op een bepaalde datum (bv. 1 oktober 2009). Om de omloopsnelheid ten opzichte van de zon inzichtelijk te maken, herhaal je dit proces een of twee keer. Zoom nu in op de aarde vandaag. Bekijk waar ten opzichte van de aarde de planeten staan. Bedenk dat je om 12.00 uur ’s middags met je gezicht pal naar de zon staat, om 18.00 uur met je rechterarm naar de zon (gezicht 90 graden), enzovoorts. Met wat rekenwerk kun je voor elk tijdstip de richting redelijk bepalen. Mogelijke vragen zijn:welke planeten kun je om 24.00 uur zien, welke niet? Wanneer kun je Venus overdag zien?
Opmerking: Wat met dit model niet kan is de hoogte waarop de planeten te zien zijn bepalen; het kan dus zijn dat een planeet zich onder de horizon bevindt. Tabel astronomische afstanden: Astronomische eenheid (AE)
4 meter model
10 meter model
Planeet Mercurius
0,39
3,9 cm
9,8 cm
Venus
0,72
7,2 cm
18 cm
Aarde
1,00
10,0 cm
25 cm
Mars
1,52
15,2 cm
38 cm
Jupiter
5,20
52,0 cm
130 cm
Saturnus
9,54
95,4 cm
238,5 cm
Uranus
19,2
192,0 cm
480 cm
Neptunus
30,06
300,6 cm
751,5 cm
Tabel heliocentrische lengtegraden Lengtegraad ° 01-09-09 Planeet Mercurius 287°
Lengtegraad ° 01-10-09
Lengtegraad ° 01-11-09
56°
210°
Venus
78°
127°
177°
Aarde
339°
8°
39°
Mars
56°
72°
88°
Jupiter
324°
326°
329°
Saturnus
174°
175°
177°
Uranus
354°
355°
355°
Neptunus
325°
325°
326°