Stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam Rapportage 1e plaatsing stedelijk toelatingsbeleid basisonderwijs Amsterdam Instroom vierjarigen geboren tussen 1 juli en 31 december 2011 Van:
BBO 17 juni 2015
Inhoud 1e plaatsing kinderen geboren tussen 1 juli 2011 t/m 31 december 2011 Inleiding 1. Toelatingsbeleid basisonderwijs samengevat 1.1. Uitgangspunten voor de plaatsingsprocedure 1.2. Drie plaatsingen per schooljaar 1.3. Voorrang - Voorrangsscholen - Voorrangscriteria - Bijzondere voorrang
1 1 1 2 2 3 3 3
2.
Uitvoering Toelatingsbeleid 2.1. Aanmelding - Verwerken aanmeldingen - Controle registraties 2.2. Plaatsing - Bijzonderheden bij de plaatsing - Verzending plaatsings- en afwijzingsbrief - Nazorg
4 4 4 4 5 5 5 5
3.
Resultaten plaatsing periode I (a&b) 2015-2016 (o.b.v. Scholenring 10 mei 2015) 3.1. Plaatsingsresultaten op hoofdlijnen 3.2. Scholen met overaanmeldingen en volledig gevuld na de plaatsing per stadsdeel 3.3. Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel 3.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst 3.5. Ongeplaatste kinderen 3.6. Voorrangs- versus niet-voorrangsaanmeldingen 3.7. Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten 3.8. Conclusies resultaat plaatsing cohort 1 (1 juli t/m 31 december 2011) o.b.v. 10 mei
6 6 7 8 9 10 12 12 13
4. Ontwikkelingen tussen 17 maart en 10 mei 4.1. Verschuivingen in de plaatsing - Bevestiging gereserveerde plaats - Verschuiving na de plaatsing naar een eerste voorkeurplaats 4.2. Helpdesk – ouders 4.3 Ondersteuning scholen en besturen - Vaker voorkomende vragen 4.4. Bezwaarschriften
15 15 15 15 16 16 16 17
5. Slotwoord en vooruitblik - Periode II & III
18 18
Bijlage: Uitsplitsing naar 22 gebieden (stand 10 mei )
19
Inleiding De Amsterdamse schoolbesturen van het basisonderwijs, verenigd in het BBO (Breed Bestuurlijk Overleg) hebben op 3 september 2014 het finale besluit genomen tot de invoering van een stadsbreed gelijk toelatingsbeleid. Dit nieuwe beleid is van toepassing voor kinderen die geboren zijn vanaf 1 juli 2011. Hiermee verloopt het aanmelden en plaatsen van kinderen die in het schooljaar 2015-2016 als vierjarige voor het eerst naar de basisschool gaan, op dezelfde wijze. Bijna alle basisscholen in Amsterdam, 211 in totaal, nemen deel aan dit stedelijk toelatingsbeleid. 10 scholen in Zuid en 1 in Centrum voeren hun eigen beleid. Voor de beschrijving van het toelatingsbeleid basisonderwijs verwijzen we naar de notitie “Stedelijk Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam” d.d. 29 januari 2014 en aanvullende besluiten over de uitvoering van het BBO.1 Verder staat in de ‘Uitleg plaatsingsmethodiek toelatingsbeleid 2015-2016’ d.d. maart 2015 de werkwijze van de plaatsing en het gekozen algoritme beschreven. Op 17 maart jl. is voor de eerste keer de plaatsing van aangemelde kinderen uitgevoerd, die in periode 1 van schooljaar 2015-2016 (1 juli t/m 31 december 2015) vier jaar worden. In de uitvoering is ervoor gekozen om deze periode in 2 blokken van 3 maanden te verdelen, om zo de instroom evenwichtig over deze 6 maanden te verdelen. Periode 1a betreft de kinderen geboren zijn vanaf 1 juli t/m 30 september 2011; periode 1b betreft de kinderen die vanaf 1 oktober t/m 31 december 2011 zijn geboren. Vanaf 1 januari 2015 beslaat de plaatsing steeds een periode van 4 maanden. In deze rapportage worden de cijfers van 1a en 1b tezamen getoond. Direct na de plaatsing van 17 maart jl. is een kort verslag met vooral het cijfermatige resultaat verschenen. In deze voorliggende rapportage gaan wij uitgebreider in op de uitvoering door alle betrokkenen en de huidige stand van de plaatsing van het eerste cohort gebaseerd op de cijfers in Scholenring (peildatum 10 mei), waarmee dus ook de wijzigingen tussen de plaatsing van 17 maart en 10 mei verwerkt zijn. Deze wijzigingen zijn o.a. het gevolg van het feit dat ouders tot 2 (of 10) april de tijd hadden om kenbaar te maken of zij de aangeboden plaats accepteren. Een aantal van de geplaatsten heeft alsnog voor een andere school gekozen waar nog plaatsen beschikbaar zijn. Een aanzienlijk deel van de ouders van ongeplaatste kinderen heeft inmiddels een school gevonden. Om meerdere redenen zijn lege plaatsen ontstaan waardoor kinderen alsnog hun 1e voorkeurschool (in plaats van geen of een plaats op 2e t/m 8e voorkeur) aangeboden kregen. Tot 1 januari 2016 (wanneer alle kinderen uit dit cohort vier jaar zijn) kunnen zich nog veranderingen voordoen. Bij de rapportages van de volgende plaatsingen zullen we hieraan aandacht besteden. Er is gekozen om in deze rapportage de resultaten per stadsdeel weer te gegeven, welke in de bijlage nog nader worden uitgespitst naar 22 gebieden. Elke school en elk schoolbestuur beschikt in het webbased programma over de resultaten van de eigen school c.q. scholen.
1. Toelatingsbeleid Amsterdam samengevat 1.1. Uitgangspunten voor de plaatsingsprocedure De centrale doelstelling van het toelatingsbeleid is dat kinderen in hun woonomgeving naar een basisschool kunnen. Ouders hebben op een gelijk aantal scholen in hun buurt voorrang. Het begrip ‘buurt’ wordt gedefinieerd vanuit het woonadres van het kind, waarbij geografische scheidslijnen tussen stadsdelen komen te vervallen. De acht dichtstbijzijnde scholen (bepaald op loopafstand) bij het woonadres van een kind vormen de ‘buurt’ en geven aan dit kind voorrang bij de plaatsing.
1
In juni 2015 verschijnt de versie waarin in de basisnotitie alle aanpassingen verwerkt zijn.
-1-
Circa 11.000 ouders met een kind dat in schooljaar 2015-2016 vier jaar wordt, hebben in november 2014 een brochure met uitleg en een aanmeldformulier (op naam, adres en geboortedatum van hun kind) ontvangen. Wanneer ouders niet over een aanmeldformulier beschikken, is dit verkrijgbaar op de scholen en via de websites van het BBO en de gemeente. Ouders melden hun kind aan bij de school van eerste voorkeur door hier het ingevulde aanmeldformulier in te leveren. Hierbij geven zij in volgorde minimaal 5, maar bij voorkeur meer voorkeuren op. Het staat hen vrij in dit lijstje ook niet-voorrangsscholen op te nemen. De besturen hebben de ambitie dat met dit beleid minimaal 75% van de kinderen een plaats op een school van eerste voorkeur krijgt en minimaal 90% van de kinderen terecht kan op één van de scholen waar zij voorrang hebben. Voorwaarde hiervoor is wel dat ouders voldoende voorrangsscholen opgeven, zeker als hier scholen bij zijn waar loting waarschijnlijk is. Bij aanvang van dit beleid was de inschatting dat loting (in geval van overaanmelding op de school van 1ste voorkeur) op een kwart van de deelnemende scholen noodzakelijk is. Leidend in de gekozen plaatsingsmethodiek is: Kinderen in gelijke omstandigheden hebben een gelijke kans op een plaats; Een kind dat voldoet aan één of meer voorrangsregels, gaat vóór op een kind zonder voorrang; De door de ouders opgegeven voorkeuren worden strikt gevolgd; Een kind krijgt een plaats op een zo hoog mogelijke voorkeurschool. 1.2. Drie plaatsingen per schooljaar Jaarlijks worden in maart, juni, november alle aangemelde kinderen, die in een bepaalde periode vier jaar worden, geplaatst. Minimaal 5 maanden voordat een kind vier jaar wordt, is het resultaat van de plaatsing bekend en weten de ouders naar welke school hun kind kan gaan. Elke school beschikt over de toegang tot een schooldeel van het webbased programma en registreert hierin alle aanmeldingen van toekomstige vierjarigen. De plaatsing van alle aanmeldingen voor een bepaalde periode wordt geautomatiseerd en tegelijkertijd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van deelnemende schoolbesturen, in aanwezigheid van vertegenwoordigers van de scholen, de oudergeleiding van de (gemeenschappelijke) medezeggenschapsraden en van de gemeente. Bij de plaatsing per school komen eerst de aanmeldingen aan bod die voldoen aan de voorrangscriteria. Meerlingen hebben een gelijke kans op een plaats net als alle andere kinderen en hebben geen nadelig effect op de plaatsing van anderen. Tenzij ouders anders aangeven, worden meerlingen op dezelfde school geplaatst. Bij de plaatsing spelen datum van aanmelding (binnen de aanmeldperiode) en de verhouding meisjes-jongens geen rol. Elke (digitale) stap tijdens de plaatsing wordt vastgelegd in een digitaal logboek en is daardoor reproduceerbaar. Zie voor de uitgebreide beschrijving: ‘Uitleg plaatsingsmethodiek toelatingsbeleid 2015-2016’. 1.3. Voorrang Voorrangsscholen Jaarlijks stelt het BBO in juni het scholenbestand voor het toelatingsbeleid vast dat geldt voor de aanmeldingen in het daaropvolgende schooljaar. In juni 2014 heeft het BBO dit voor het eerst voor schooljaar 2015-2016 vastgesteld. Het totale scholenbestand van Amsterdam wordt gekoppeld aan alle woonadressen en vervolgens gekoppeld aan de meest recente versie van Google maps. Tenslotte worden op basis hiervan de 8 dichtstbijzijnde scholen op loopafstand per huisadres
-2-
berekend.2 Het resultaat hiervan wordt in Schoolwijzer ingelezen. Vanaf dat moment zijn op Schoolwijzer.Amsterdam.nl (na invoeren van postcode, huisnummer en geboortedatum) alle scholen op afstand van het huisadres in volgorde zichtbaar, waarbij de eerste acht als voorrangsscholen zijn aangemerkt. Hoewel Schoolwijzer eerder online was, was vanaf 1 januari 2015 de correcte versie, waarop ouders en scholen zich konden oriënteren op voorrangsscholen, beschikbaar. Voorrangscriteria Bij het toedelen van de plaatsen worden in volgorde de onderstaande voorrangscriteria toegepast: 1. Een ouder zusje of broertje zit op dezelfde school op het moment dat het aangemelde kind 4 jaar wordt (dit kind heeft een plaatsgarantie); 2. a. Het kind heeft een VVE-indicatie, zit tenminste 8 maanden 4 dagdelen op de voorschool die bij de school hoort (op het moment dat het kind 4 jaar is) én heeft de school als voorrangsschool; b. Het kind zit tenminste 8 maanden 4 dagdelen op het Integraal Kindcentrum (IKC) waar de school onderdeel van uitmaakt (op het moment dat het kind 4 jaar is) én heeft de school als voorrangsschool3; 3. De ouder van het kind heeft op de school een dienstverband voor onbepaalde tijd; 4. Het kind heeft de school als voorrangsschool. Toelichting: De bijzondere voorrang van de voorrangscriteria 1, 2 en 3 gelden uitsluitend voor de school waar het kind wordt aangemeld (de eerste voorkeurschool). Bijzondere voorrang Daarnaast kan het voorkomen dat op grond van een bestuursbesluit een plaatsgarantie wordt afgegeven. Dit kan van toepassing zijn in de volgende gevallen: - Bij een individueel geval kan een beroep gedaan worden op de toepassing van de hardheidsclausule (zie par. 7.2. notitie Toelatingsbeleid Basisonderwijs Amsterdam d.d. 29 januari 2014). - Bij een formeel erkend ouderinitiatief, ook wel groepaanmelding genoemd, waarbij de hardheidsclausule voor de hele groep geldt. - Bij een toezegging uit het verleden kan een plaatsgarantie gelden. Deze vorm van plaatsgarantie wordt in het kader van de overgang naar nieuw beleid uitsluitend toegestaan voor de instroom van kinderen voor periode 1 van schooljaar 2015-2016 (kinderen geboren tussen 1 juli en 31 december 2011).
2
Voor het woonadres worden de coördinaten van de Basisregistratie Adressen en Gebouwen (BAG) gebruikt. Voor de schoollocatie worden de coördinaten van de ingang van het schoolplein gebruikt die door het schoolbestuur zijn bepaald. Het totale scholenbestand van Amsterdam is gekoppeld aan alle woonadressen. De afstand tussen woonadres en acht basisscholen is afhankelijk van de schooldichtheid. In Amsterdam Noord is de loopafstand groter dan bijvoorbeeld in Amsterdam West, waar schooldichtheid groter is. Bij een routeberekening over het IJ is de afstand, die over het water wordt afgelegd door de veerboot, toegevoegd aan de loopafstand tussen woonadres en school. 3
Formeel erkende IKC’s volgens de definiëring van het toelatingsbeleid zijn voor schooljaar 2015-2016: NoordRijk, Zeven Zeeën, Laterna Magica, Vijf Sterren, Montessori Kind Centrum Zeeburgereiland, Montessori Kind Centrum de Amstel, Kindercampus Zuidas, de Kleine Reus.
-3-
2. Uitvoering Toelatingsbeleid 2.1. Aanmelding Tijdpad 1ste plaatsingsperiode (kinderen geboren 1 juli t/m 31 december 2011) Voor de 1ste plaatsingsperiode is het tijdpad als volgt: 10 maart Sluitingsdatum aanmeldingen; 11 maart Scholen hebben alle aanmeldingen voor deze periode in Scholenring (SR) verwerkt; 12 maart Controle registratie door projectleiding i.s.m. delegatie BBO; indien nodig wordt met een school en/of bestuur contact opgenomen; 17 maart Uitvoering (9.30 uur) geautomatiseerde, stadsbrede plaatsing in aanwezigheid van een delegatie BBO, vertegenwoordigers van de oudergeleding van verschillende GMR’en, vertegenwoordigers van de gemeente; Na plaatsing beschikt elke school en schoolbestuur in Scholenring over de resultaten van de plaatsing, het overzicht van de nog onbezette plaatsen en de plaatsingsbrieven; elk bestuur en school ontvangt een overzicht met de hoofdlijnen van de stedelijke resultaten van de plaatsing; 19 maart Scholen sturen de plaatsingsbrieven; 20 maart Alle ouders van deze groep kinderen zijn in bezit van de plaatsingsbrief. Sinds 5 januari dit jaar konden ouders hun kind aanmelden door op de basisschool van hun eerste keuze het aanmeldformulier in te leveren. Ook ouders die in het verleden van een school een harde toezegging voor een plaats hebben gekregen, moesten hun kind op deze wijze opnieuw aanmelden (n.b. dit geldt alleen voor periode 1). Elke aanmelding moet door de school verwerkt worden in het webbased programma. Ouders krijgen hiervan een Bewijs van Aanmelding ter verificatie van de juiste wijze van verwerken. Het bepalen van de beschikbare capaciteit en de verdeling hiervan over 2 perioden van 3 maanden bleek voor sommige scholen lastig te zijn. Voorafgaand aan de plaatsing is met een behoorlijk deel van de scholen gebeld of gemaild met de vraag of het wenselijk is nog te schuiven in capaciteit tussen de beide deelperioden, om daarmee beter aan te sluiten bij de binnengekomen aanmeldingen. Als gevolg van de overgangssituatie was het voor sommige scholen lastig om met oude toezeggingen om te gaan. Ook deze ouders hebben recht op acht voorrangsscholen en konden hun eerdere keuze heroverwegen. Bovendien konden deze ouders van meerdere scholen een toezegging hebben. Veel scholen hebben een extra actie naar deze ouders actie ondernomen. Deze ouders kregen te horen dat ook zij hun kind opnieuw moesten aanmelden, maar verzekerd zijn van de plaats, wanneer zij het aanmeldformulier op de school inleveren, waarvan zij de toezegging hadden. Controle registraties Met uitzondering van een enkele school zijn alle aanmeldingen op tijd, volledig en correct verwerkt. Waar nodig is in de week vóór de plaatsing contact geweest tussen projectleiding en school om aanmeldingen te verifiëren. Bij de controle van de registraties van de scholen bleek het aantal gevallen van ‘Geen adresbewijs getoond’ opvallend hoog te zijn (in totaal bij 172 aanmeldingen). Het voorgedrukte aanmeldformulier geldt als adresbewijs; bij een blanco formulier moet de ouder een adresbewijs aanleveren. Zonder adresbewijs heeft het kind geen voorrangsscholen. Met alle scholen waar dit is geconstateerd, is contact opgenomen. Ons vermoeden dat de school een fout had gemaakt, bleek in het merendeel van de gevallen juist te zijn. Op 16 maart was dit hersteld. Op 16 maart is een proefplaatsing uitgevoerd. Doel hiervan: traceren eventuele bijzonderheden bij afzonderlijke scholen en controleren of de techniek (browser e.d.) op de locatie van de plaatsing geen problemen zou geven.
-4-
2.2. Plaatsing Op 17 maart jl. zijn alle aangemelde kinderen voor periode 1 van schooljaar 2015-2016 (kinderen geboren in periode 1a: 1 juli t/m 30 september; periode 1b: 1 oktober t/m 31 december 2011) per deelperiode tegelijk en geautomatiseerd geplaatst. Bij deze plaatsing waren aanwezig: Herbert de Bruijne (BBO, st. OoadA), Maarten Teunissen (st. OoadA), Heleen Schipperheijn (GMRoudergeleding), Khamisa Akarkach (GMR-oudergeleding), Mirjam Hoedemaker (bestuursvertegenwoordiger STAIJ), Ruud Sahertian (AMOS, Frankendaelschool), Inge den Boer (STAIJ, 5e montessorischool WGM), Petra Coffeng en Simone Timman (gemeente Amsterdam), Paul Vinkenoog (systeemontwikkelaar), Jeroen Feenstra en Hetty Lieftink (projectleiding). Bijzonderheden bij de plaatsing Plaatsing op grond van de hardheidsclausule voor individuele gevallen: 4 kinderen. Harde toezeggingen gedaan door scholen in het verleden: Omdat sprake is van een overgangsfase is het alleen voor deze periode toegestaan dat harde toezeggingen uit het verleden, worden gecontinueerd. Omdat de werkgroep besloten heeft dat scholen dit intern moeten oplossen is niet exact te traceren om hoeveel plaatsen het gaat. Sommige scholen hebben dit expliciet in hun registratie vermeld (gevolgd door handmatige verwerking door de projectleiding) en andere scholen hebben deze harde toezeggingen buiten hun registratie gehouden. Geregistreerd in de Scholenring staan 56 gevallen van individuele harde toezeggingen die gehonoreerd zijn. In werkelijkheid ligt het totale aantal rond de 150. Ouderinitiatieven: Op de twee basisscholen Dr. De Visserschool (AMOS) en Fiep Westendorp (st. KBA) zijn voor deze periode kinderen geplaatst op grond van een erkend ouderinitiatief (groepsaanmelding). Beide ouderinitiatieven hebben tot doel dat de school een betere afspiegeling van de buurt wordt en de klassen gemengd van samenstelling zijn. De directies en besturen van deze scholen hebben hieraan hun goedkeuring verleend, gevolgd door een positief besluit van de werkgroep van het BBO op 19 februari jl. Bij de Dr. de Visserschool gaat het om 10 kinderen; bij de Fiep Westendorp om 8 kinderen. Verzending plaatsings- en afwijzingsbrief Op 19 maart zijn door vrijwel alle scholen de plaatsingsbrieven op tijd en op de juiste wijze naar de ouders verstuurd (brief 1: de plaatsingsbrief aan ouders van geplaatste kinderen; brief 2: afwijzingsbrief aan ouders van ongeplaatste kinderen). Enkele scholen waren te laat met deze verzending a.g.v. ziekte van de administratie; één school had alleen kinderen die in de eerste 3 maanden instromen een brief gestuurd; een enkele school heeft verondersteld al hun aanmeldingen een brief te moeten sturen, waardoor sommige ouders twee brieven ontvingen (een afwijzingsbrief én een plaatsingsbrief). Deze fouten kwamen binnen 2 weken na de plaatsing aan het licht, veelal doordat de helpdesk hierover telefoontjes van ouders ontving. Deze scholen zijn nagebeld en de fouten zijn direct hersteld, vaak gecombineerd met extra acties naar ouders. De geconstateerde verkeerde handelingen vallen naar verwachting onder introductieproblemen die zich na wat extra uitleg of hulp niet of nauwelijks meer zullen voordoen. Nazorg Aansluitend na de plaatsing is door de projectleiding veel nazorg geleverd aan zowel ouders als scholen. Na de plaatsing kwamen allerlei hulpvragen binnen over o.a. de verzending van de brieven, hoe om te gaan met ouders die niet reageren op de plaatsingsbrief en hoe om te gaan met vrij gekomen plaatsen. In de directeurenoverleggen in de aanloop van de 2de plaatsing is merkbaar dat deze tijdsinvestering loont en de schriftelijke instructie voor de uitvoering door de scholen wordt geraadpleegd. Veel tijd is gestoken in het begeleiden van de ouders van ongeplaatste kinderen naar een andere school. Wat verder opviel is dat helpdesk ook geraadpleegd wordt door ouders met vragen en klachten over de gang van zaken rond aanmelding en plaatsing op een BOVO-school. Zie verder hoofdstuk 4.
-5-
3. Plaatsingsresultaat periode 1(a &b) schooljaar 2015-2016 (gebaseerd op cijfers 10 mei 2015) 3.1. Resultaat op hoofdlijnen De volgende paragrafen zijn gebaseerd op het cijfermatig deel van Scholenring op 10 mei (tenzij anders wordt vermeld). Wijzigingen die zich tussen de plaatsing van 17 maart en 10 mei hebben voorgedaan zijn hierin dus verwerkt. Tabel 1 – Overzicht van de totalen
Deelnemende scholen Totale capaciteit Aanmeldingen - waarvan broertjes/zusjes - voorscholers met VVE - kinderen van het IKC - ouder werkzaam op school Geplaatste kinderen Nog niet geplaatste kinderen Aantal vrije plaatsen over Scholen met lege plaatsen (1a & 1b)
Aantallen 17 maart
Aantallen 10 mei
211 5.960 3.528 1.460 (41%) 524 (15%) 54( 2%) 11 3.445 (98%) 83 (2%) 2.515( 42%) 155/146
211 6.010 3.652 1515 545 56 11 3.616 (99%) 36 (1%)* 2.394 (40%)** 152/146
Toelichting Sinds de plaatsing van 17 maart hebben zich de volgende wijzigingen voorgedaan: - Het aantal geregistreerde aanmeldingen is met 124 gestegen, waarvan 55 een broertje/zusje zijn; - Het aantal geplaatsten is gestegen met 171, als gevolg van nieuwe aanmeldingen en ongeplaatsten die een plaats gevonden hebben. * De actuele stand van ongeplaatsten (21.05.2015): 21 ongeplaatsten Van de 83 ongeplaatsten wonen 3 kinderen buiten Amsterdam. Het aantal niet-geplaatsten is tussen de plaatsing van 17 maart en 10 mei gedaald van 83 naar 36. Het actuele aantal ongeplaatsten is 21. Hiervan hebben zeker 10 kinderen een plaats op een BOVO-school, maar deze ouders hopen dat er alsnog een ste plaats op hun 1 voorkeurschool van de stedelijk deelnemende school vrij komt waar zij voor in aanmerking komen. ** Het aantal vrije plaatsen is hoger, omdat 20 scholen in Zuidoost de beschikbare capaciteit niet registreren, omdat elke aanmelding wordt geplaatst.
Tabel 2 – Resultaten (aangemelde) kinderen Aantallen 17 maart
%
Aantallen 10 mei
%
e
1 e 2 e 3 Cumulatief
3.141 158 73 3.372
89% 5% 2% 96%
3.320 133 64 3.517
91% 4% 2% 96%
e
31 19 15 7 1 0 nvt 3.445 83
1% 1% 0% 0% 0% 0% nvt 98% 2%
26 21 10 4 2 0 36 3.616 36
1% 1% 0% 0% 0% 0% 1% 99% 1%
Voorkeur
4 e 5 e 6 e 7 e 8 e e 9 & 10 Niet-voorkeursschool Totaal geplaatst Niet geplaatst
-6-
Toelichting - Bij de plaatsing kreeg 96% van de aangemelde kinderen een plek aangeboden op een school in hun top 3 (3.372 kinderen);
- Op 10 mei is het aantal aanmeldingen gestegen met 135 naar 3.517 kinderen; - Het aantal 1e voorkeuren is gestegen met 179; m.n. wordt dit veroorzaakt door de ouders hun kind na de plaatsing aanmelden op een school met beschikbare plaatsen;
- Niet-voorkeursschool: 36 kinderen (van de 179 nieuw geplaatsten) hebben na de plaatsing een plek op een school gekregen, die zij niet eerder op hun aanmeldformulier hadden opgegeven. Het betreft hierbij een groot deel van de oorspronkelijk niet-geplaatste kinderen die een niet opgegeven school kiezen, maar ook ouders die alsnog een ‘geschiktere’ school aantroffen op de lijst van scholen met onbezette plaatsen.
3.2. Scholen met overaanmeldingen en volledig gevuld na de plaatsing (per stadsdeel) Uitleg kolommen 1. 17 maart vóór de plaatsing: aantal scholen dat in minimaal 1 deelperiode (a of b) meer aanmeldingen dan plaatsen heeft (aanmeldingen vs. capaciteit); 2. 17 maart na de plaatsing: aantal scholen dat in minimaal 1 deelperiode (a of b) niet alle 1e voorkeurskinderen heeft kunnen plaatsen; 3. 10 mei: aantal scholen waar per 10 mei de capaciteit volledig is benut (gewijzigde cijfers zijn in groen weergegeven). Tabel 3 - Scholen met overaanmeldingen (kolom 1) en gevuld na de plaatsing (kolommen 2 en 3) Stadsdeel
Scholen totaal Aantal
1. 17 maart (vóór plaatsing) Scholen met overaanmelding Aantal %
2. 17 maart (ná plaatsing) Scholen met overaanmelding Aantal %
Centrum
11
6
55%
6
55%
NieuwWest
38
5
13%
7
18%
Noord
33
5
15%
6
Oost
38
3
8%
West
35
9
Zuid
26
9
Zuidoost
30
Totaal
211
3. 10 mei Scholen met overaanmelding Aantal % 6
55%
6
16%
18%
6
18%
5
13%
4
11%
26%
11
31%
11
31%
35%
14
54%
12
46%
2
7%
2
7%
2
7%
39
18%
51
24%
47
22%
Toelichting -
-
-
Vooraf is ingeschat dat op maximaal een kwart van de scholen sprake zou zijn van overaanmelding. Uit de bovenstaande tabel blijkt dat dit op 18% van de scholen het geval is. Voor de plaatsing had 18% van de scholen te maken met overaanmelding. In de korte rapportage die na de plaatsing is gepubliceerd, werd gesproken van 16% (periode 1a: 33 scholen; periode 1b: 34 scholen). Omdat we nu uitgaan van unieke scholen die in periode 1a én 1b overaanmelding hebben, valt het percentage voor beide perioden tezamen hoger uit. De omvang hiervan ligt bij de meeste scholen onder de 5 overaanmeldingen. In periode 1a hebben 6 van de 33 scholen meer dan 8 overaanmeldingen; in periode 1b hebben 12 van de 34 scholen meer dan 8 overaanmeldingen. Tijdens de plaatsingsronde heeft 24% (51) van de scholen niet alle aanmeldingen kunnen plaatsen, waardoor loten noodzakelijk was. Het aantal scholen met overaanmelding is twee maanden na de plaatsing gedaald: in Zuid met 2 scholen, in Nieuw-West met 1 school en Oost met 1 school. In Zuid ligt de oorzaak erin dat ouders een keuze voor een plek op een BOVO-school gemaakt hebben en gaat het om enkele verhuisgevallen. Daarnaast hebben ouders alsnog een andere school uit de scholen met plaats gekozen. In Zuidoost geven 20 van 30 scholen een plaatsgarantie af, hierdoor valt het percentage scholen met overaanmelding in dit stadsdeel significant lager uit dan elders. In werkelijkheid is de capaciteit dus onbegrensd op 20 scholen. 2 van de 30 scholen hebben niet alle aanmeldingen kunnen plaatsen.
-7-
Tabel 4 - Scholen die vol zijn per periode 1a en 1b (10 mei) Stadsdeel
Scholen
1a Volle scholen
%
1b Volle scholen
%
Centrum
11
7
64%
7
64%
Nieuw-West
38
7
18%
11
29%
Noord
33
8
24%
8
24%
Oost
38
10
26%
8
21%
West
35
13
37%
13
37%
Zuid
26
12
46%
16
62%
Zuidoost
30
2
7%
*2
7%
211
59
28%
65
31%
Totaal
Toelichting - Bijna twee maanden na de plaatsing is ongeveer 30% van de scholen vol. - Verdeeld over de gehele stad is er ook nu nog plek in elk stadsdeel voor ouders die hun kind nog willen -
aanmelden. (* zie eerdere opmerking over Zuidoost pag. 7). Ook in Centrum en in Zuid is nog steeds plek op ruim een derde van de scholen.
3.3. Totalen, voorrangsgroepen per stadsdeel Tabel 5a - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep, geplaatsten en vrije plaatsen (in aantallen) Leeswijzer bij tabel 5a en 5b: In Centrum zijn 11 scholen met een totale capaciteit (kindplaatsen) van 285. Er zijn 262 aanmeldingen, waarvan 100 broertjes/zusjes (38%), 19 kinderen met VVE-indicatie (7%), 4 kinderen met voorrang op een IKC en 1 kind waarvan een ouder werkzaam is op school. Van de 262 aanmeldingen zijn er geplaatst 257 (98%) en 5 kinderen niet (2%). In Centrum zijn nog 28 plaatsen (10%) beschikbaar. Stadsdeel
Scholen
Cap.
Aanm.
Br/zus
VS+VVE
IKC
Ouder
Gepl.
Vrij
Centrum
11
285
262
100
19
4
1
257
28
Nieuw-West
38
1267
701
311
173
0
4
696
571
Noord
33
1156
537
257
119
20
1
536
620
Oost
38
1247
746
347
83
29
0
744
503
West
35
975
592
207
93
0
1
587
388
Zuid
26
680
550
189
46
3
3
535
145
Zuidoost
30
*400
264
104
*12
0
*1
261
139
Totaal
211
6010
3652
1515
**545
56
11
3616
2394
Toelichting *
In stadsdeel Zuidoost geldt op de 20 scholen met plaatsgarantie. Hierdoor is de weergegeven capaciteit een rekbaar begrip; bovendien wordt op deze scholen het aantal VVE-ers en ouder werkzaam op school niet geregistreerd, omdat elke aanmelding automatisch geplaatst wordt. ** Het aantal kinderen met VVE-indicatie ligt feitelijk hoger. Voor broertjes/zusjes waar een plaatsgarantie voor geldt en bij de 20 scholen in Zuidoost waar elke aanmelding een plaats gegarandeerd wordt, is bij de aanmelding de registratie van de VVE-indicatie niet nodig.
-8-
Tabel 5b - Per stadsdeel: capaciteit, aantal aanmeldingen uitsplitsing naar verschillende voorrangsgroep, geplaatsten en vrije plaatsen (In percentages) Stadsdeel
Scholen
Cap.
Aanm.
Br/zus
VS+VVE
IKC
Ouder
Gepl.
Vrij
Centrum
11
285
262
38%
7%
2%
0%
98%
10%
Nieuw-West
38
1267
701
44%
25%
0%
1%
99%
45%
Noord
33
1156
537
48%
22%
4%
0%
100%
54%
Oost
38
1247
746
47%
11%
4%
0%
100%
40%
West
35
975
592
35%
16%
0%
0%
99%
40%
Zuid
26
680
550
34%
8%
1%
1%
97%
21%
Zuidoost
30
400
264
39%
5%
0%
0%
99%
35%
Totaal
211
6010
3652
41%
15%
2%
0%
99%
40%
Toelichting - 41% van de aanmeldingen geplaatst o.b.v. broertje/zusjes-garantie. - In alle stadsdelen zijn nog plaatsen beschikbaar. De overcapaciteit is met 54% in Noord het hoogst en in Centrum het laagst (10%).
3.4. Plaatsingsresultaten uitgesplitst Leeswijzer bij tabel 6a en 6b: In Centrum zijn 262 aanmeldingen, waarvan 243 kinderen (93%) een school heeft de in hun top 3, 7 kinderen hebben een plaats op hun 4 t/m 7 school, 6 kinderen hebben een plaats op een nietopgegeven voorkeurschool (kolom Ov). Totaal zijn geplaatst 257 kinderen (98%) en 5 kinderen (2%) hebben nog geen plaats.
Tabel 6a – Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in aantallen) Stadsdeel Aanm.
1e
2e
3e
Top-3
4e
5e
6/7
8-10
Ov.
Gepl.
Niet
Centrum
262
202
26
15
243
1
4
3
0
6
257
5
Nieuw-West
701
645
36
5
686
3
2
2
0
3
696
5
Noord
537
505
13
7
525
3
1
1
0
6
536
1
Oost
746
722
11
7
740
2
1
0
1
0
744
2
West
592
539
21
13
573
2
5
2
1
4
587
5
Zuid
550
450
22
17
489
15
8
6
0
17
535
15
Zuidoost
264
257
4
0
261
0
0
0
0
0
261
3
Totaal
3652
3320
133
64
3517
26
21
14
2
36
3616
36
Tabel 6b – Per stadsdeel: op welke voorkeur zijn de aanmeldingen geplaatst (in percentages) Stadsdeel Aanm.
1e
2e
3e
Top-3
4e
5e
6/7
8-10
Ov.
Gepl.
Niet
Centrum
262
77%
10%
6%
93%
0%
2%
1%
0%
2%
98%
2%
Nieuw-West
701
92%
5%
1%
98%
0%
0%
0%
0%
0%
99%
1%
Noord
537
94%
2%
1%
98%
1%
0%
0%
0%
1%
100%
0%
Oost
746
97%
1%
1%
99%
0%
0%
0%
0%
0%
100%
0%
West
592
91%
4%
2%
97%
0%
1%
0%
0%
1%
99%
1%
Zuid
550
82%
4%
3%
89%
3%
1%
1%
0%
3%
97%
3%
Zuidoost
264
97%
2%
0%
99%
0%
0%
0%
0%
0%
99%
1%
Totaal
3652
91%
4%
2%
96%
1%
1%
0%
0%
1%
99%
1%
-9-
Toelichting -
-
-
Van alle 3.652 aangemelde kinderen hebben 3.517 een school in hun top-3 (96%); 47 kinderen hebben een de de 4 of 5 voorkeur (dus van alle aanmeldingen is 98% op de een school van hun eerste vijf gekomen). ste de 2 kinderen zijn op hun 8 – 10 voorkeur gekomen. 36 kinderen zijn op een niet eerder opgegeven voorkeurschool terecht gekomen. In de top-3 is het percentage in de stadsdelen Oost, Zuidoost, Nieuw-West en Noord het hoogst; in Zuid het de de laagst, waarbij dit enigszins wordt ‘bijgetrokken’ door het relatief hoge aantal plaatsingen op de 4 en 5 plaats en op een niet opgegeven voorkeurschool. Stadsdeel Zuid heeft met 17 kinderen van de 36 kinderen het hoogste aantal dat op een niet opgegeven voorkeurschool een plaats heeft, gevolgd door Centrum met 6 kinderen. In vrijwel alle gevallen gaat het hier om kinderen die op 17 maart zijn uitgeloot waarvoor de ouders op zoek gegaan zijn naar aan geschikt alternatief. Van de 83 kinderen die op 17 maart zijn uitgeloot, hebben 47 kinderen inmiddels een plaats en 36 nog niet. Hiervan zijn er 15 afkomstig uit stadsdeel Zuid. Voor hen zijn binnen het stadsdeel nog 145 plaatsen beschikbaar (zie tabel 4a). Actuele stand: 21 kinderen ongeplaatst, waarvan 10 kinderen een plaats op een BOVO-school hebben.
In de bijlage worden deze resultaten uitgesplitst naar 22 gebieden.
3.5. Ongeplaatste kinderen In tegenstelling tot de eerdere tabellen gaan we in deze paragraaf van de ongeplaatsten op de plaatsingsdatum van 17 maart uit. Op deze manier kan het meeste inzicht verstrekt worden in deze groep en eventuele karakteristieken. Tabel 7 – Herkomst ongeplaatste kinderen en vrije plekken per stadsdeel 17 maart
10 mei
10 mei
Stadsdeel
Ongeplaatst
Ongeplaatst
Vrije plekken
Centrum
10
5
28
Nieuw-West
6
5
571
Noord
4
1
620
Oost
2
2
503
West
13
5
388
Zuid
44
15
145
Zuidoost
4
3
139
Totaal
83
36
2394
Toelichting -
Bij de plaatsing van 17 maart zijn er 83 kinderen niet geplaatst (waarvan 3 buiten Amsterdam wonen). Na bijna acht weken is op 10 mei het aantal ongeplaatsten gedaald van 83 naar 36. De actuele stand is: 21 ongeplaatsten (21.05.2015). Hiervan hebben zeker 10 kinderen een plaats op een ste BOVO-school, die zij nemen, tenzij er alsnog op de stedelijk deelnemende school van 1 voorkeur een plaats vrij komt. De daling in aantal ongeplaatsten zal zich verder voortzetten totdat deze groep 4 jaar is (1 januari 2016).
- 10 -
Tabel 8 - Totaal aantal opgegeven voorkeuren bij ongeplaatste kinderen (cijfers 17 maart) Leeswijzer ste De school van aanmelding is de school van 1 voorkeur. 3 voorkeursscholen zijn bij 11 ongeplaatste kinderen (=13% van alle ongeplaatsten) opgegeven; maximaal 3 voorkeursscholen is in totaal bij 40 (opgeteld: 20,9,11) ongeplaatste kinderen (=48% van alle ongeplaatsten) opgegeven. Aantal Aantal voorkeuren leerlingen 1
20
%
Cumulatief Cumulatief aantal leerlingen %
24%
20
24%
2
9
9%
29
35%
3
11
13%
40
48%
4
16
19%
56
67%
5
16
19%
72
86%
6
6
7%
78
93%
7
2
2%
80
95%
8
2
1%
82
97%
9
0
0%
82
100%
10
1
0%
83
100%
Toelichting - 20 ongeplaatste kinderen hebben slechts 1 voorkeur, d.w.z. de school van aanmelding, -
3 ongeplaatste kinderen hebben minimaal 8 voorkeuren opgegeven; waarvan voor 1 kind 10 voorkeurscholen zijn opgegeven(waarvan max. 6 met voorrang). Het advies dat ouders gegeven is, om tenminste 5 voorkeursscholen op te geven, is bij 27 ongeplaatsten kinderen gevolgd (opgeteld:16,6,2,2,1); bij de overige 56 ongeplaatsten zijn dus minder dan 5 voorkeuren opgegeven.
Tabel 9 - Aantal opgegeven voorrangsscholen bij ongeplaatste kinderen (cijfers 17 maart) Leeswijzer 3 voorrangsscholen zijn bij 11 ongeplaatste kinderen (=13% van alle ongeplaatsten) opgegeven; maximaal 3 voorrangsscholen zijn bij 59 (opgeteld: 24,13,11,11) ongeplaatste kinderen (=71% van alle ongeplaatsten) opgegeven. Aantal Aantal voorrangsscholen leerlingen
%
Cumulatief Cumulatief % aantal lln.
0
24 29%
24
29%
1
13 16%
37
45%
2
11 13%
48
58%
3
11 13%
59
71%
4
14 17%
73
88%
5
7
8%
80
96%
6
3
4%
83
100%
7
0
0%
83
100%
8
0
0%
83
100%
Toelichting - Bij 24 kinderen (29%) van de ongeplaatsten zijn geen voorrangsscholen opgegeven; - Het maximum aantal opgegeven voorrangsscholen bij de ongeplaatsten is 6.
- 11 -
3.6. Voorrangs - versus niet-voorrangsaanmeldingen Om inzichtelijk te maken wat het effect is op de plaatsing van het doen van de aanmelding op een voorrangsschool versus een niet voorrangsschool, is de onderstaande tabel gemaakt. De tabel hieronder geeft aan in hoeverre het doen van een aanmelding op een voorrangsschool correleert met de plaatsingskans in het algemeen, dus niet alleen op de school van 1ste voorkeur. Een voorrangsaanmelding in deze tabel is een aanmelding bij een school waarop het kind enige vorm van voorrang heeft. Deze cijfers betreffen uitsluitend de aanmeldingen zonder enige vorm van plaatsgarantie (dus zonder broertjes/zusjes, ouderinitiatief, harde toezeggingen). Tabel 10 – Resultaat aanmelden op voorrangschool versus niet voorrangsschool (cijfers 17 maart) Voorrangsaanmeldingen Niet-voorrangsaanmeldingen Totaal
Aantal
%
Geplaatst
%
Niet geplaatst
%
1578
82%
1521
96%
57
3,61%
335
18%
309
92%
26
7,76%
1913 100%
1830
96%
83
4,34%
Toelichting -
Van de voorrangsaanmeldingen is (op 2 decimalen afgerond) 3,61% tijdens de plaatsingsronde niet geplaatst. Van de niet-voorrangsaanmeldingen is dit 7,76%; dat is 2,1 keer zoveel. Bij een aanmelding op een niet-voorrangsschool is de kans in vergelijking met een aanmelding op een voorrangsschool dus twee keer zo groot om de plaatsingsronde ongeplaatst te blijven.
3.7. Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten Nadere analyse van alle gegevens brengt ons tot een aantal (voorzichtige) trends of conclusies4 t.a.v. de kans om ongeplaatst te worden, waarbij uitsluitend kinderen zonder plaatsgarantie zijn vergeleken. -
Van de 83 ongeplaatsten heeft 29% geen voorrangsschool opgegeven; bij de geplaatsten is dit slechts 9%. Er is een cijfermatig verband geconstateerd tussen niet geplaatst worden en het opgeven van geen of weinig voorrangscholen; deze wordt sterker naar mate het aantal opgegeven voorrangsscholen daalt. Geen enkele voorrangsschool opgeven vergroot de kans om ongeplaatst te worden (13%); bij opgeven van 1 tot 4 voorrangsscholen ligt de kans op uitloten tussen de 3 en 5%; bij 7 of 8 voorrangsscholen opgeven, is de kans nihil.
-
Een aanmelding op een niet-voorrangsschool leidt in vergelijking tot een aanmelding op een voorrangsschool tot een twee maal zo grote kans op ongeplaatst blijven tijdens de plaatsingsronde. Maar doordat op de merendeel van de scholen voldoende plaats is, is de kans op een plaats op een niet-voorrangsschool relatief groot (87% van de geplaatsten gaf geen voorrangsschool op).
-
Meerdere voorrangsscholen opgeven is belangrijker dan persé een voorrangsschool op nummer 1 zetten. De noodzaak om meerdere voorrangsscholen in volgorde op te geven wordt groter naarmate gekozen wordt voor een school met forse overaanmelding of een voorkeurschool in een gebied staat waar de druk op scholen hoog is. M.n. in Zuid en Centrum is het opgeven van zoveel mogelijk voorrangsscholen essentieel om geplaatst te worden. De kans op plaatsing wordt vergroot door meerdere voorkeurscholen op te geven.
4
Het zijn voorzichtige conclusies, omdat de aantallen klein zijn (83 ongeplaatsten) om o.b.v. statische analyses boute uitspraken te doen. Een verschuiving van één kind geeft direct een grote afwijking in de percentages. Daarnaast mag op basis van één plaatsing geen forse conclusies getrokken worden.
- 12 -
3.8. Conclusies resultaat plaatsing cohort 1 (1 juli t/m 31 december 2011) o.b.v. 10 mei - Doelstelling minimaal 75% van de kinderen krijgt plaats op de school van 1ste voorkeur De doelstelling dat minimaal 75% van de kinderen een plaats op de school van eerste voorkeur krijgt, is bij de eerste plaatsing ruimschoots gehaald met een gemiddelde over de hele stad van 91%. Het laagst is het in Centrum-Noordwest met 76% en in Zuid-Noordwest met 78%; in 16 (van de 22) gebieden van Amsterdam is het 90% en hoger, waarvan in 5 wijken 100%. - Doelstelling 90% van de ouders kan op een voorrangsschool terecht De doelstelling dat 90% van de ouders terecht kan op een voorrangsschool laat zich niet exact beantwoorden, ouders zijn immers vrij om ook niet-voorrangsscholen te kiezen. Van de 3.652 aanmeldingen, zijn 3.616 kinderen geplaatst, waarvan 3.249 op een voorrangsschool. Dit betekent dat 89% van alle aangemelde kinderen en 90% van de geplaatsten terecht gekomen is op een voorrangsschool. (N.B. Dit is niet altijd een buurtschool, denk aan broertjes/zusjes, harde toezeggingen). In combinatie met de overcapaciteit (meer dan 2.350) kan hieruit wel geconcludeerd worden dat meer dan 90% van de ouders terecht kan op een school in de buurt. - Omvang overaanmelding Bij aanvang van het beleid is geraamd dat op maximaal een kwart van de scholen loten noodzakelijk is (als gevolg van het feit dat het aantal aanmeldingen hoger is dan er plaatsen beschikbaar zijn). In deze plaatsingsperiode moest op 18% van de scholen worden geloot (periode 1a: 33 scholen; periode 1b: 34 scholen); na de plaatsing is dit gestegen naar 24%. Op peildatum 10 mei zit 30% van de scholen vol en heeft 70% nog plaatsen beschikbaar. Deze zijn verdeeld over alle stadsdelen, incl. Zuid en Centrum (tabel 4 en de bijlage). - Verhouding capaciteit en aanmeldingen In alle stadsdelen zijn voor dit cohort nog voldoende plaatsen beschikbaar5. De overcapaciteit (ruim 2.400 plaatsen6) is in Noord het hoogst (54%); in Centrum het laagst (10%). Voorafgaand aan en na de plaatsing is een veel gehoorde zorg dat ouders onvoldoende toegang tot montessorischolen zouden hebben. Voor dit cohort zijn er op 9 montessorischolen nog minimaal 80 plaatsen beschikbaar (stand per 21.05). Omdat één van deze negen scholen een school in Zuidoost met plaatsgarantie is, ligt het feitelijk aantal beschikbare plaatsen nog hoger. - Plaats op een school van voorkeur Van alle 3.652 aangemelde kinderen heeft 91% een school van 1ste voorkeur gekregen; 96% een school in de top-3 en 98% in de top-5. Deze percentages zijn in de stadsdelen Oost, Zuidoost, Nieuw-West en Noord het hoogst; in Zuid het laagst. Van alle aanmeldingen is 41% o.b.v. de broertje/zusje-regeling geplaatst. Van alle aanmeldingen heeft 15% voorrang o.b.v. de voorschool/VVE-indicatie en 15% o.b.v IKC. - Plaats op een voorrangsschool en niet-voorrangsschool 82% van de aanmeldingen (minus de aanmeldingen met plaatsgarantie) is geplaatst op een voorrangsschool; 18% van de aanmeldingen heeft een plaats op een niet-voorrangsschool. - Omvang ongeplaatsten Op 17 maart waren 83 kinderen ongeplaatst (2% van de aanmeldingen): waarvan 44 in Zuid, 13 in West, 10 in Centrum, 6 in Nieuw-West, 4 in Noord, 4 in Zuidoost en 2 in Oost. Bijna de helft van alle ongeplaatsten woont in Zuid. 5
Zelfs als rekening gehouden wordt met het gegeven in Amsterdam dat het gebruikelijk is dat in de hele stad op jaarbasis de de tussen de 1.000 en 1.500 kinderen tussen het 4 en 5 jaar bij de basisscholen aangemeld worden. 6 Op 20 scholen in Zuidoost geldt een plaatsgarantie voor elke aanmelding op deze school ongeacht of het een aanmelding ste de is op de 1 of 10 voorkeurschool en ongeacht of een kind vóór of na de plaatsing wordt aangemeld. Dit betekent dat de werkelijke nog beschikbare capaciteit hoger is.
- 13 -
Op 10 mei is het aantal ongeplaatsten gedaald naar 36, en op 21 mei naar 21. Opvallend hierin is de daling in Zuid tot eenderde van het oorspronkelijk aantal ongeplaatsten. Van de nu 21 ongeplaatsten hebben zeker 10 kinderen een plaats op een BOVO-school. Het aantal ongeplaatsten zal tot 31 december nog verder dalen als gevolg van verhuizing en vertrek naar een BOVO-school. - Vergelijking geplaatsten en ongeplaatsten In de vergelijking van de geplaatsten en ongeplaatsten (minus de kinderen zonder plaatsgarantie) valt het volgende op: Ongeplaatsten hebben verhoudingsgewijs minder voorkeurscholen opgegeven dan de geplaatsten. Van de ongeplaatsten heeft 45% niet meer dan één voorkeurschool (alleen de school van aanmelding) opgegeven; van de geplaatsten is dit 28%. De volgende voorzichtige conclusies zijn te trekken: - Een aanmelding op een voorrangsschool leidt in vergelijking tot een aanmelding op een nietvoorrangsschool tot een twee maal zo grote kans om geplaatst te worden. - De kans op een plaats op een niet-voorrangsschool is relatief groot doordat er voldoende plaats is (87% van de geplaatsten gaf geen voorrangsschool op). - Meerdere voorrangsscholen opgeven is belangrijker dan persé een voorrangsschool op nummer 1 zetten; zoveel mogelijk voorrangsscholen opgeven is zeker in Zuid en in iets mindere mate in Centrum noodzakelijk om een plaats te krijgen. - De kans op plaatsing wordt vergroot door meerdere voorkeurscholen op te geven. -
Vermeende nadelige gevolgen uitloten op 1ste voorkeur De bewering dat uitloten op de 1ste voorkeurschool de kans op een plaats op de 2de of 3de voorkeurschool verkleint en per definitie een plaats op een aanzienlijk lagere voorkeur oplevert, blijkt na analyse onjuist te zijn. Alle kinderen die niet op hun 1ste voorkeur geplaatst zijn, zijn als volgt terecht gekomen: Keuze 2: 41%, Keuze 3: 19%. Keuze 4: 8%, Keuze 5: 5%, Keuze 6: 4%, Keuze 7: 2%, Keuze 8: 0,25%. Kortom: er is een mooie aflopende lijn. Het stedelijk gemiddelde is 60% dat na uitloten is geplaatst op keuze 2 of 3. Alleen stadsdeel Zuid wijkt hierin af met een gemiddelde van 37%. (Centrum: 72%, Nieuw-West: 72%, Noord: 66%, Oost: 76%, West 65%, Zuid 37%, Zuidoost 50%,maar omdat hier 8 kinderen zijn uitgeloot, maakt dit percentueel veel uit ).
-
Dubbele plaatsingen In de aanloop van dit beleid was er behoorlijke zorg over de gevolgen van het feit dat 11 scholen een eigen beleid voeren. Op 19 februari jl. hebben 9 van de 11 scholen de plaatsing van hun aanmeldingen van kinderen in dezelfde doelgroep (geboren 1 juli t/m 31 december 2011) uitgevoerd, met als resultaat dat zij 165 kinderen hebben geplaatst (163 kinderen op de 1ste voorkeur, 1 kind op de 2de en 1 kind op de 3de voorkeur). Na de plaatsing hebben we door de vele kontakten met ouders, maar ook door ouders te bellen een redelijk beeld van de omvang van de dubbele plaatsingen gekregen. We gaan uit van zeker 80 dubbele aanmeldingen. Voor deze ouders was een plaats op een BOVO-school geen reden om hun kind niet aan te melden op een stedelijk deelnemende school. Voor de andere helft van de geplaatste kinderen bij deze scholen was dit niet het geval, wat voor een deel logisch is omdat de vrije scholen (m.u.v. van Noord) niet in de rest van de stad vertegenwoordigd zijn. Het gevolg van de dubbele plaatsingen is dat de verschuivingen na de plaatsing naar de 1ste voorkeurschool in Zuid het hoogst zijn en het aantal ongeplaatsten in Zuid in vergelijking met de rest van de stad het snels daalt van 44 ongeplaatsten (17 maart) naar 15 ongeplaatsten (10 mei). Van de huidige 21 kinderen in de hele stad die nu (21 mei) nog geen plaats hebben, zijn er 10 die een plaats op een BOVO-school hebben, die zij nemen, tenzij op hun stedelijk deelnemende school alsnog een plaats op hun 1ste voorkeurschool beschikbaar komt.
- 14 -
4. Ontwikkelingen tussen 17 maart en 10 mei 4.1. Verschuivingen in de plaatsing Na de plaatsing van 17 maart hebben zich wijzigingen voorgedaan: - het aantal aanmeldingen is gestegen met 124 naar 3.652; - het aantal kinderen met een plaats is gestegen met 179 naar 3.616; - het aantal kinderen zonder plaats is gedaald met 47 naar 36 (in werkelijkheid 21) Deze veranderingen hebben meerdere oorzaken 1. Ouders van uitgelote kinderen kiezen een school; 2. Ouders kiezen alsnog voor een andere school dan de geboden plaats op een 2e t/m 8e voorkeur, omdat zij een andere school die nog plaatsen onbezet heeft, een beter alternatief vinden; 3. Lege plaatsen die ontstaan a.g.v. verhuizingen na de plaatsing en na een keuze van ouders met een dubbele plaats (stedelijk deelnemende school en een BOVO-school); 7 4. Ouders die hun kind na de plaatsing aanmelden op scholen die nog plaatsen beschikbaar hebben. Totdat dit cohort naar de basisschool gaat (uiterlijk 1 januari 2016) zullen deze veranderingen zich blijven voordoen. Bevestiging gereserveerde plaats Ouders van de geplaatste kinderen moesten vóór 2 april (of 10 april bij scholen in west) aan de school waar hun kind geplaatst is, kenbaar maken of zij de gereserveerde plaats accepteren. Het spreekt voor zich dat ouders die een plaats op hun school van eerste voorkeur gekregen hebben (89%), vrijwel altijd de aangeboden plaats accepteren. Dit geldt ook voor het merendeel van de ouders die een plaats op de 2e (5%) en 3e (2%) voorkeur aangeboden kregen. Zodra de ouders laten weten de plaats te accepteren, volgt de formele (voor-)inschrijving. De school wijzigt in Scholenring de ‘P’ (geplaatst) in een ‘I’ (ingeschreven). Van de 3.586 kinderen die na de plaatsing op een ‘P stonden, staan er inmiddels 2.841 op een ‘I’. Grofweg een vijfde van de kinderen waarvoor een plaats gereserveerd is, staat na verstrijken van de meldingsdatum nog een ‘P’. In de meeste gevallen zal de oorzaak zijn dat scholen deze wijziging niet in Scholenring hebben doorgevoerd. Bij een aantal gevallen gaat het om een mondelinge reactie van ouders, die nog in een inschrijving omgezet moet worden. Maar ook betreft het ouders die niet gereageerd hebben op (herhaalde) verzoeken van de school. Na de meivakantie worden alle scholen die dit betreft benaderd om hierin actie te ondernemen, zodat zeker is welke plaatsen vergeven zijn. Verschuiving na de plaatsing naar een eerste voorkeurplaats Voor het omgaan met lege plaatsen zijn strikte afspraken gemaakt. In Scholenring is een functionaliteit ingebouwd om er voor te zorgen dat scholen hierin geen fout maken en ouders ook bij deze plaatsen de garantie van een gelijke kans op een plaats hebben.8 Het meest cruciale zijn de plaatsen die leeg komen op de scholen waar loten noodzakelijk was. Hiervoor komen uitsluitend de uitgelote kinderen op de school van aanmelding, totdat zij 4 jaar zijn, in aanmerking. In Scholenring treft de school de naam van het kind aan dat hiervoor benaderd mag worden. Het gevolg hiervan is dat een deel van de ongeplaatste kinderen en een aantal kinderen met een plaats op de 2de t/m 8ste voorkeurschool in tweede instantie toch een plaats op de eerste voorkeurschool aangeboden krijgt. Het verschuivingseffect dat dit tussen de scholen teweeg brengt, is beperkt, omdat het uitsluitend om 1ste voorkeurskinderen gaat. Sinds de plaatsing zijn er 29 kinderen verplaatst naar een hogere voorkeur; 27 zijn naar hun eerste voorkeur geplaatst volgens de procedure ‘omgang vrije plaatsen’; 2 zijn ontstaan a.g.v. een fout bij 7
Met name in Zuid/Centrum zal dit effect zich blijven voordoen totdat deze doelgroep naar school gaat (31 december). Het vermoeden bestaat dat een aanzienlijk deel van ouders een dubbele plaats heeft en hun keuze uitstellen tot vlak voor het de 4 jaar van hun kind. 8
Zie Uitleg scholen uitvoering plaatsing d.d. maart 2015
- 15 -
twee scholen. Bij één school was een fout in de opgave van de capaciteit de oorzaak. Deze is hersteld waarna het kind dat hierop recht heeft de plaats gekregen heeft. Bij een andere betrof het abusievelijk een niet verwerkte oude toezegging die de school moest nakomen. Deze school kon het kind alsnog plaatsen. Het aantal van 29 zal zeker nog stijgen totdat dit cohort 4 jaar is. In de volgende rapportages wordt hiervan verslag gedaan. 4.2. Helpdesk - ouders De helpdesk heeft zich vooral gericht op het geven van informatie, het uitleggen van de systematiek, het signaleren van mogelijke knelpunten in de uitvoering en het begeleiden van ouders van ongeplaatste kinderen. De helpdesk heeft toegang tot de schoolregistratie om van elke ouder die belt de beschikking te hebben over de gegevens van de aanmelding en het plaatsingslog om ouders uitleg te kunnen geven over het verloop van de plaatsing. Ruim 550 ouders/verzorgers hebben sinds de start van de helpdesk contact opgenomen voor algemene vragen, hiervan waren circa 150 vragen gerelateerd aan de eerste plaatsingronde. De meeste vragen betreffen verheldering en verificatie of men het goed begrepen heeft, soms ook doordat men van scholen verschillende informatie te horen kreeg. Daarnaast willen ouders weten hoeveel plaatsen per school beschikbaar zijn en/of er wordt geloot; ook wenst men een toelichting over de werking van de loting. Voorts zijn vragen en klachten zijn binnen gekomen over het niet deelnemen van de 11 scholen en de gevolgen die dit voor ouders heeft o.a. de grotere afstand naar sommige voorrangsscholen als nadeel genoemd, verder wordt het gebrek aan transparantie over de procedure bij een aantal van deze scholen genoemd en geen gehoor vinden voor hulp en/of klachten. Er zijn vier gevallen waarvoor we expliciet actie hebben ondernomen, anders zouden betrokken ouders tussen wal en schip terecht gekomen zijn. Betrokkenen hebben inmiddels een plaats op een stedelijke school. Na de plaatsing is voor alle uitgelote kinderen geanalyseerd welke alternatieven er voor hen zijn. Voor zover ouders dit niet zelf hebben gedaan, heeft de helpdesk met vrijwel alle ouders van ongeplaatste kinderen contact gezocht, om hen te begeleiden naar een passend alternatief. Een deel van deze ouders heeft inmiddels in hun omgeving een plaats gevonden op een school waar ze nog niet eerder aan hadden gedacht of zijn alsnog op hun eerste voorkeurschool terecht gekomen doordat hier een lege plaats ontstond. 4.3. Ondersteuning scholen en besturen In de eerste maanden van dit jaar tot enkele weken na de plaatsing hebben de scholen zeer intensief gebruik van de ondersteuning van de projectleiding. Zij raadplegen hiervoor in mindere mate de helpdesk, die vooral door ouders wordt geraadpleegd. Het merendeel van deze onderwerpen kon per mail of telefonisch afgehandeld worden; bij vier scholen is de projectleiding langs gegaan, omdat een (te) groot deel van de basis van de nieuwe aanmeldprocedure niet duidelijk was. In twee directeurenoverleggen (november 2014, februari 2015) die goed bezocht zijn door alle directies met hun administraties is, is het gebruik van Scholenring en de plaatsing (voorbereiding en vervolgacties) besproken. Voor scholen is een handleiding beschikbaar waarin de handelingen rond de plaatsing gedetailleerd beschreven staan. Indien nodig wordt door de projectleiding met de scholen kontakt opgenomen, als het vermoeden bestaat dat zaken niet goed gaan (bijv. n.a.v. telefoontjes van ouders). Daarnaast ontvangen scholen tussentijds informatie en concrete instructies. Vaker voorkomende vragen - Het adres dat de ouder opgeeft, levert geen voorrangsscholen. Veelal betreft het een adres van een nieuw opgeleverde woning, dat nog niet in het scholenbestand in Schoolwijzer opgenomen is. In zo’n geval zorgt de projectleiding voor een vervangend adres waarna de aanmelding ingevoerd kan worden. (N.B. heeft zich zo’n 20 keer voorgedaan).
- 16 -
- Een school bleek over twee ingangen te beschikken die aanzienlijk uit elkaar liggen. De geboden voorrangsscholen wijken per voordeur af. Na constatering is in overleg met de school en het bestuur voor dit schooljaar een aparte maatregel genomen. In het volgende scholenbestand wordt dit automatisch verwerkt. - Hoe moet ik als de school de ouders benaderen die geen telefoonnummer/e-mailadres op het aanmeldformulier gezet hebben? Op het aanmeldformulier staat dit op de verkeerde plaats, waardoor ouders het vrijwel nooit invullen. - Uitleg over de plaatsingssystematiek en vragen als waarom ontbreekt een aangemeld kind na de plaatsing in mijn Scholenring. Wanneer een aangemeld kind bij de plaatsing op een andere school terecht is gekomen, worden de kindgegevens automatisch naar deze school overgeheveld. In Scholenring kunnen scholen altijd terug zien welke kinderen zijn overgedragen. - Hoe om te gaan met lege plaatsen is een van de meest voorkomende vragen. Omdat dit vooral speelt bij de scholen waar loten noodzakelijk is, staan ze hierbij behoorlijk onder druk. In Scholenring is een functionaliteit ingebouwd die scholen hierin ondersteunt. Overleg met de projectleiding is hiervan (in deze fase nog) een vast onderdeel. - Scholen hebben veel vragen van ouders gehad over hun kans, na de plaatsing, alsnog op een hogere voorkeur terecht te komen. De projectleiding heeft veel scholen uitleg hierover gegeven. Gebleken is dat deze onderwerpen inmiddels bij de betrokken scholen duidelijk zijn. Naast de vragen van scholen komen ouders ook bij de projectleiding terecht. Over het algemeen blijkt dat ouders goed op de hoogte zijn van het toelatingsbeleid en te waarderen dat de regels stadbreed gelijk zijn en elke ouder een gelijke kans op een plaats maakt. Voor de plaatsing werd het merendeel van de vragen ingegeven vanuit onrust en onzekerheid, kansen inschatten. Na de plaatsing betreft het vragen over de uitkomst van de plaatsing. Als ouders klagen over scholen wordt standaard contact opgenomen met de scholen. Ingebrachte kritiekpunten van ouders zijn: het aantal conceptscholen is te weinig; hoe werkt de plaatsing en waarom is gekozen voor het algoritme dat uitgaat dat zoveel mogelijk ouders op een zo hoog mogelijke voorkeurschool een plek krijgen; de BOVO-scholen die niet deelnemen; waarom ouders o.b.v. een harde toezegging een plaatsgarantie gekregen hebben. Doordat is geconstateerd dat bij enkele huisadressen het GBA niet klopt, waardoor het woonaders op het aanmeldformulier onjuist is, is in Scholenring een functionaliteit ingebouwd. Wanneer de school een kind invoert met een adres dat geen 8 voorrangsscholen garandeert, krijgt de school hiervan een melding. Na tussenkomst van de projectleiding wordt een passend adres aangeleverd, (waardoor het kind acht voorrangsscholen heeft) kan de aanmelding worden afgerond. Op deze wijze wordt het risico voorkomen dat ouders hun kind aanmelden op basis van onvoldoende of geen voorrangsscholen. 4.4. Bezwaarschriften Ouders kunnen met hun bezwaar bij het schoolbestuur van de school van aanmelding terecht. Gedurende deze uitvoeringsfase zijn er circa 10 ouders die bezwaar gemaakt hebben. De aard van hun bezwaren zijn: een klacht over de handelwijze van een school; verzoek om een plaats op een andere school; erkenning van een bijzondere persoonlijke reden; verzoeken voor een plaats op een specifieke concept-school (montessorischool), verzoek of eis op een ‘dubbele kans’ voor een tweeling, inzage in het plaatsingslog van hun kind, inzage en uitleg over het plaatsingsalgoritme. Het merendeel van deze bezwaren of verzoeken is door de projectleiding naar tevredenheid van de ouders afgehandeld. Twee ouders zijn 20 april uitgenodigd voor een gesprek waarbij hen het plaatsingslog van hun kind is overhandigd; verder is de plaatsingssystematiek en zijn de uitgangspunten van het BBO die hieraan ten grondslag liggen, toegelicht. Beiden hebben op grond hiervan besloten geen verdere stappen te ondernemen. Op dit moment zijn nog drie bezwaren in behandeling.
- 17 -
Op 18 maart heeft het BBO het verzoek ontvangen om op grond van de Wet Openbaarheid van Bestuur (WOB) alle relevante gegevens rond het toelatingsbeleid, zoals het plaatsingsalgoritme en de broncode aan te leveren. Na inwinnen van juridisch advies heeft het BBO op 11 mei jl. hierop als volgt geantwoord. Het BBO is een privaatrechtelijke rechtspersoon, waardoor de Wet op de openbaarheid van Bestuur niet van toepassing is op het BBO. Het bestuur noch de vereniging kunnen op grond van de Algemene Wet Bestuursrecht als b-orgaan worden aangemerkt. Ter zijde is aangegeven dat al zou de WOB van toepassing zijn, het verzoek zou stranden op het feit dat sprake is van de wettelijke weigeringsgronden betreffende de bescherming van de persoonsgegevens en de bescherming van bedrijfsgegevens (broncode). In de begeleidende mail is een gesprek aangeboden waarin de projectleider een toelichting geeft op het toelatingsbeleid en toegepaste algoritme, plus de overwegingen die aan de keuze hiervoor ten grondslag liggen.
5. Slotwoord en vooruitblik Terugkijkend is deze eerste plaatsing in velerlei opzicht bovenverwachting verlopen. De doelstellingen van het toelatingsbeleid zijn ruimschoots gehaald: - 91% van alle aanmeldingen heeft een plaats op de school van 1ste voorkeur gekregen; - 96% heeft een plaats in de top-3 van de opgegeven voorkeurscholen; - Nog 1% van de aanmeldingen (21 kinderen) staan als ongeplaatst, waarvan 10 kinderen wel een plaats bij een BOVO-school hebben. Scholen verdienen een compliment voor de uitvoering van het nieuwe toelatingsbeleid. Vrijwel elke school heeft het serieus en goed uitgevoerd. Natuurlijk zijn er fouten gemaakt, maar dat is verwaarloosbaar als je het geheel bekijkt. Bovendien was het soms lastig, omdat scholen nog met oude toezeggingen worstelen. Veel scholen vinden het werk meevallen, sommigen vinden het duidelijk meer werk geven. De voordelen die men noemt zijn: overzicht van de aanmeldingen en grote zekerheid dat geplaatsten ook komen; duidelijk en simpel; prettig één lijn naar ouders. Een enkele school geeft aan geen meerwaarde in het toelatingsbeleid te zien en geen probleem te hebben met het principe ‘wie het eerst komt, het eerst maalt’. Het resultaat van de plaatsing is beter uitgevallen dan we hadden durven hopen. In de aanloopfase tot de plaatsing is rekening gehouden met een uitloten tussen de 8 á 10% van de aanmeldingen. Uiteindelijk is dit 1 % en zal het verder dalen. Natuurlijk is het voor een aantal ouders teleurstellend dat zij niet hun eerste voorkeur (of een school in hun top-3) gehonoreerd kregen. In vergelijking met de situatie van vóór het toelatingsbeleid is er een forse stap gezet. Alle ervaringen van de scholen en de ingekomen reacties zullen meegenomen worden in de verdere verbetering van de uitvoering van het toelatingsbeleid en de jaarevaluatie in februari 2016. Periode II & III Voor het schooljaar 2015-2016 volgen er nog 2 plaatsingen. Voor kinderen geboren van 1 januari t/m 30 april 2012 is de sluitingsdatum 1 juni; kinderen geboren vanaf 1 mei t/m 31 augustus 2012 is de sluitingsdatum 1 november. De eerstkomende plaatsing is 9 juni. Het aantal aanmeldingen voor deze periode van 4 maanden staat op 1.286 (peildatum 10 mei). Zoals ook de plaatsingsperiode van deze rapportage het geval was, verwachten we dat veel ouders na uitgebreide oriëntatie het aanmeldformulier in de laatste twee weken voor de sluiting inleveren. Rond 15 juni verschijnt de cijfermatige rapportage met het resultaat van de plaatsing. Eind augustus verschijnt de uitgebreide rapportage (vergelijkbaar met deze versie). Hierin zullen ook de ontwikkelingen in de aanmelding van dit cohort worden meegenomen - 18 -
Bijlage: Uitsplitsing naar 22 gebieden De stad is ingedeeld in 7 (voormalige) stadsdelen, welke opgebouwd zijn uit 22 gebieden, bestaande uit een kleine 100 buurtcombinaties. In deze bijlage worden de plaatsingscijfers nader toegespitst op gebiedsniveau. Deze door de gemeente gehanteerde gebieden bestaan uit gemiddeld 4 à 5 buurtcombinaties; 3 of 4 gebieden vormen tezamen een stadsdeel; alleen stadsdeel Centrum is in slechts 2 gebieden verdeeld. Hieronder worden de gebieden opgesomd met de daarin gevestigde scholen. Aansluitend volgen in de tabel gedetailleerde cijfers van de laatste plaatsing per gebied o.b.v. de stand in Scholenring op 10 mei jl. Nr. Omschrijving
Scholen
01
Centrum-Noordwest
De Saffier, Mont. De Eilanden, 14e mont. De Jordaan, De Burght (Herengracht), Theo Thijssen (Anjeliersstraat)
02
Centrum-Zuidoost
De Pool, Dr. E. Boekman, De Kleine Reus, De Witte Olifant, Sint Antoniusschool, Basisschool Oostelijke Eilanden (BOE)
03
Westerpark
Catamaran Rombout Hogerbeets, Catamaran Bentinckstraat, Dr. Rijk Kramer (Van Oldenbarneveldt), Dr. Rijk Kramer (Nassaukade), Westerpark (Van Hogendorpplein), Westerpark (Van Hallstraat), De Bron, Wereldschool Amsterdam, Elisabeth Paulusschool, Brede School De Zeeheld, Brede School De Spaarndammerhout
04
Bos en Lommer, Sloterdijk, Westpoort
Al Wafa, Multatuli, El Amien II, De Boomgaard, De Wiltzangh, Bos en Lommer, De Springplank, Narcis-Querido, Tijl Uilenspiegel
05
Oud West, De Baarsjes
De Roos, Corantijn, De Waterkant, De Vlinderboom, Sint Janschool, De Visserschool, Joop Westerweel, Rosa Boekdrukker, Leonardo da Vinci, Admiraal de Ruyter, 10e mont. De Meidoorn, As-Siddieq Baarsjes I, Brede School De Kinkerbuurt, 2e mont. Het Winterkoninkje, Brede School Annie M.G. Schmidt
06
Geuzenveld, Slotermeer
Noordmans, Veerkracht, Slootermeer, 't Koggeschip, Sint Henricus, Immanuelschool, Timotheusschool, Burgemeester De Vlugt, Goeman Borgesiusschool, Pieter Jelles Troelstra
07
Osdorp
De Punt, Ichthus, De Globe, El Amien I, Sint Lukas, De Witte Tulp, Johannesschool, Prof. Dr. H. Kraemer, Atlantis (v/h Visser 't Hooft), Osdorpse Montessorischool (OMS)
08
MAP, Sloten, Nieuw Sloten
De Odyssee, Het Bovenland, De Zevensprong, De Vlaamse Reus, De Horizon (Brenner) , De Horizon (Pieter Calandlaan), De Mijlpaal (Westmallepad), De Mijlpaal (Anderlechtlaan)
09
Slotervaart, Overtoomse Veld
Pro Rege, El Kadisia, De Toekomst, Einsteinschool, Huizingaschool, Fiep Westendorp, Bisschop Huibers, Louis Bouwmeester, 7e Montessorischool, De Ontplooiing (Steve JobsSchool)
10
Zuid-Noordwest
Elout, Olympia, De Nautilus, Europaschool, De Notenkraker, De Kleine Nicolaas, Nicolaas Maesschool, Instituut Schreuder, 1e mont. De Wielewaal, 2e dalton Pieter Bakkum
11
Zuidas, Buitenveldert
De Ark, Cheider, Rosj Pina, IKC Zuidas, St. Jozefschool, Merkelbachschool
12
Pijp, Rivierenbuurt
De Rivieren, Oscar Carré, Dongeschool, De Avonturijn, De Springstok, Anne Frankschool, St. Catharinaschool, 15e mont. Maas en Waal, 9e mont. De Scholekster, 3e dalton Alberdingk Thijm
13
Oud Oost
De Kaap, Barbara, Linnaeus, Aldoende, De Dapper, De Kraanvogel, Brede school De Kraal, 4e mont. De Pinksterbloem
- 19 -
Nr. Omschrijving
Scholen
14
Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
De Waaier, Piet Hein, Insulinde, 't Gouden Ei, Valentijnschool, De Achthoek (O. Handelskade), De Achthoek (Baron G.A. Tindalplein), Flevoparkschool, 8e mont. Zeeburg, De Kleine Kapitein, As-Siddieq Zeeburg, Jan Pietersz. Coen (onderbouw)
15
Watergraafsmeer
Dalton De Meer, 5e mont. Watergraafsmeer, Mont. De Amstel, Frankendael (Hogeweg), Frankendael (Von Liebigweg), St. Lidwina (Ringdijk), St. Lidwina (Linnaeushof), Watergraafsmeerse Schoolvereniging (WSV)
16
Zeeburgereiland, IJburg
Olympus, Poseidon, Het Podium, De Archipel, ABB De Zuiderzee, Willibrordschool, IKC Laterna Magica, Mont. Steigereiland, Daltonschool Neptunus, Mont. Kindcentrum Zeeburgereiland
17
Noord-Noordwest
Twiske, De Poolster, De Bonkelaar, De Botteloef, De Satelliet, IKC NoordRijk, De Driemaster, De Krijtmolen, De Zeven Zeeën, De Vier Windstreken
18
Oud Noord, IJoevers
IJplein, De Klimop, Overhoeks, Sint Rosa, De IJsbreker, Het Vogelnest, De Kinderboom, Oranje Nassau, Boven 't IJ - Azaleastraat
19
Noord-Oost, Landelijk Noord
Cosmicus, Elzenhagen, De Biënkorf, De Piramide, Mgr. Bekkers, De Weidevogel, IJdoornschool, Het Wespennest, De Vijf Sterren, As-Siddieq Noord, OBS Buikslotermeer, C.F. Capelleschool, Vrije School Noord, Boven 't IJ - Kampina
20
Bullewijk, Bijlmer-Centrum
De Schakel, Klaverblad, De Rozemarn, Shri Laksmi, De Achtsprong
21
Bijlmer-Oost
Samenspel, Samenspel Geerdinkhof, Crescendo, As-Soeffah, De Polsstok, Onze Wereld, Bijlmerdrie, Bijlmerhorst, OBS Wereldwijs, De Blauwe Lijn,
22
Gaasperdam, Driemond
De Ster, Het Gein, De Brink, Nellestein, De Knotwilg, De Regenboog, De Morgenster, De Tamboerijn, Cornelis Jetses, Jan Woudsmaschool, Holendrechtschool, Mobiel Reigersbos, Mobiel Holendrecht, 16e mont. Gaasperdam, Steve JobsSchool Zuidoost
Toelichting tabel capaciteit, aanmeldingen en resultaten in de gebieden Hieronder worden de plaatsingsresultaten voor de 22 gebieden apart getoond. Per gebied wordt getoond: - het aantal scholen; - de beschikbare capaciteit die zij tezamen hebben; - het aantal kinderen dat zich bij hen heeft aangemeld; - de verhouding tussen beschikbare capaciteit en aanmeldingen geeft een ratio tussen 1(=krap en 2=ruim) e - het percentage geplaatst op respectievelijk de 1 , top-3, top-5 en overig voorkeur; - totaal geplaatst; - niet geplaatst; - de resterende plekken na de plaatsing.
- 20 -
Capaciteit, aanmeldingen en resultaten in 22 gebieden (per 10.05.2015) Gebied
Scholen
Cap.
Aanm.
Ratio
1e
Top-3
Top-5
Ov.
Gepl.
Niet
Vrij
01
Centrum-Noordwest
5
138
132
1,0
76%
89%
92%
5%
97%
3%
22%
02
Centrum-Zuidoost
6
147
130
1,1
78%
96%
98%
2%
99%
1%
24%
03
Westerpark
11
275
131
2,1
85%
94%
96%
3%
99%
1%
48%
04
Bos en Lommer, Sloterdijk, Westpoort
9
281
132
2,1
100%
100%
100%
0%
100%
0%
52%
05
Oud West, De Baarsjes
15
419
329
1,3
90%
97%
98%
1%
99%
1%
22%
06
Geuzenveld, Slotermeer
10
369
188
2,0
99%
99%
99%
0%
99%
1%
49%
07
Osdorp
10
302
171
1,8
99%
99%
99%
0%
99%
1%
39%
08
MAP, Sloten, Nieuw Sloten
8
239
186
1,3
79%
96%
98%
2%
99%
1%
28%
09
Slotervaart, Overtoomse Veld
10
357
156
2,3
92%
97%
97%
1%
99%
1%
59%
10
Zuid-Noordwest
10
300
257
1,2
78%
86%
91%
5%
96%
4%
18%
11
Zuidas, Buitenveldert
6
113
83
1,4
92%
96%
96%
1%
98%
2%
22%
12
Pijp, Rivierenbuurt
10
267
210
1,3
82%
90%
95%
4%
99%
1%
21%
13
Oud Oost
8
255
138
1,8
98%
100%
100%
0%
100%
0%
45%
14
Indische Buurt, Oostelijk Havengebied
12
385
182
2,1
100%
100%
100%
0%
100%
0%
50%
15
Watergraafsmeer
8
255
200
1,3
90%
97%
99%
1%
99%
1%
21%
16
Zeeburgereiland, IJburg
10
352
226
1,6
100%
100%
100%
0%
100%
0%
36%
17
Noord-Noordwest
10
448
166
2,7
99%
99%
99%
1%
100%
0%
61%
18
Oud Noord, IJoevers
9
270
122
2,2
96%
98%
99%
1%
100%
0%
55%
19
Noord-Oost, Landelijk Noord
14
438
249
1,8
90%
96%
98%
2%
100%
0%
45%
20
Bullewijk, Bijlmer-Centrum
5
96
63
*1,5
100%
100%
100%
0%
100%
0%
*33%
21
Bijlmer-Oost
10
110
79
*1,4
100%
100%
100%
0%
100%
0%
*27%
22
Gaasperdam, Driemond
15
194
122
*1,6
94%
98%
98%
0%
98%
2%
*40%
211
6010
3652
*1,6
91%
96%
98%
1%
99%
1%
40%
Totaal
Ratio is capaciteit gedeeld door aanmeldingen; geeft aan hoe ruim de scholen in hun jasje zitten. 1,0 is zeer krap, 2,0 is riant. Ov. is geplaatst op een school buiten de top-5, dus op keuze 6-10 of een niet-voorkeursschool. Vrij is het percentage van de capaciteit in een gebied dat nog beschikbaar is; * In gebieden 20,21,22 is meer capaciteit beschikbaar, omdat op 20 scholen elke aanmelding wordt geplaatst.
21