Start with ART@ 3Hoek
vzw
Start with ART heeft als doelstelling het onderwijs en de ontwikkeling van elk kind te ondersteunen met kunstige projecten, die gebaseerd zijn op de methode van ‘educatie door kunst’. Bij de uitvoering van het project in basisschool 3Hoek werd de nadruk gelegd op drie pijlers: ‘Kunstig Leren’ (lespakket die de bestaande leergebieden ondersteunt), ‘Museum@School’ (de school wordt voor een week in een museum getransformeerd aan de hand van reproducties van meesterwerken) en ‘Open Museumdag’ (vrijdag na de schooluren opende het museum zijn deuren voor de ouders en het grote publiek. De leerlingen hebben op die dag, als echte kunstenaars, hun kunstwerkjes aan de ouders en de leerkrachten voorgesteld).
Wanneer? 24 tot 28 november 2011. Waar? Basisschool 3Hoek te Ekeren. Wie? Alle klassen van de basisschool hebben aan de Start with ART-week deelgenomen.
‘Start with ART’ gaat uit van de methode ‘educatie door kunst’. De methode ‘educatie door kunst’ hanteert kunst als een creatief en artistiek pedagogisch instrument om het volledige curriculum te ondersteunen. De leergebieden Wiskunde en Nederlands werden in basisschool 3Hoek ondersteund door het lespakket ‘Kunstig Leren’, reproducties en schildersezels. De integratie van bekende schilderijen in oefeningen en de aanwezigheid van de schilderijen in de klas, creëerden een rijke leeromgeving voor de leerlingen van basisschool 3Hoek.
1
‘Museum@School’ in basisschool 3Hoek. ‘Museum@School’ vindt op de schoollocatie plaats. In basisschool 3Hoek werden 56 reproducties van bekende meesterwerken voor één week tijd geïnstalleerd.
Het opdrachtenparcours daagt de leerlingen uit! Tijdens de vrije uren kunnen de leerlingen een opdrachtenparcours afleggen doorheen heel de tentoonstelling van ‘Museum@School’. De schilderijen herbergen hints, spelletjes en oplossingen voor de uitdagingen van het opdrachtenparcours. De opdrachten hebben betrekking op hun leefwereld, de leergebieden en natuurlijk kunst. Bij deze wil Start with ART bijdragen tot een krachtige en leerrijke leeromgeving die een meerwaarde biedt voor zowel de leergebiedgebonden als de leergebiedoverschrijdende eindtermen.
School verwelkomt ouders en gemeenschap op ‘Open Museumdag’. Basisschool 3Hoek heeft vrijdag na de schooluren de schooldeuren geopend als een waarachtig museum dat reproducties van internationaal bekende meesterwerken voor de ouders en de gemeenschap tentoonstelt. Tijdens de ‘Open Museum-dag’ hebben de leerlingen hun ouders een rondleiding gegeven en als sluitstuk, zoals echte artiesten, hun eigen kunstwerk voorgesteld . 2
Kunstenaar
Start with ART “Het kind-zijn in elke kunstenaar en het kunstenaar-zijn van elk kind”
De visies en werken van onder andere Paul Klee, Pablo Picasso en Joan Miró vertonen een verwantschap met deze van vijf à zevenjarige kinderen. Deze gelijkenis benadrukt de notie ‘het kind-zijn in elke kunstenaar en het kunstenaar-zijn van elk kind’. Vele kunstenaars en artiesten uit de 20ste eeuw erkenden het talent van kinderen en waren bereid van kinderen te leren. “Ik tekende als Raphael, maar het kostte me een heel leven om te leren tekenen als een kind.”(Pablo Picasso) De poging van deze kunstenaars was de essentie van een object of subject te constitueren door gebruik te maken van een minimum aan lijnen, driehoeken, cirkels en meer. De simpliciteit van de vormen is een eigenschap die in de tekeningen van kinderen voorkomen, maar dit dient gezien te worden als een gave van het kind om de omgeving rondom hem of haar te conceptualiseren en des gevolge te begrijpen. Het is in deze periode van twee tot zeven jaar oud dat het kind op een verwoestende snelheid verscheidene symbolen leert beheersen die vervat zijn in spreken, tekenen, gebaren, cijferen en muziek.
3
Leo Tolstoj schreef over de eerste jaren van zijn leven:
“Was het niet toen dat ik alles heb verworven waarop ik nu kan steunen? Ik verwierf zoveel op zo weinig tijd dat ik gedurende de rest van mijn leven geen honderdste deel ervan heb kunnen evenaren.” Howard Gardner, Jean-Jaques Rousseau en Herbert Read definiëren deze verschroeiende ontwikkeling tijdens de vroege jaren van het menselijk bestaan als een gouden periode van creativiteit en artistieke ontwikkeling. Een periode waarin elk kind sprankelt van kunstenaarstalent en de notie het kunstenaarzijn van elk kind wordt bereikt.
Uiting van ideeën
Verkennen van een medium
Praktijken en grenzen overstijgen
Onbewuste denkprocessen Uiting van ervaringen Uitproberen van alternatieven Uiting van concepten Uiting van gevoelens
Uitbreiding van kennis
4
‘Ieder kind = toeschouwer en kunstenaar’ Ieder kind ondergaat een artistieke ontwikkeling Howard Gardner stelt dat elk kind een parallelle artistieke ontwikkeling ondergaat. Desondanks erkent hij de verschillen tussen kinderen onderling. De keuze voor het gehanteerde medium; de wijze waarop kinderen oplossingen bereiken; de verscheidenheid aan thema’s en ideeën zijn allen factoren waarin kinderen kunnen verschillen en des gevolg richting geven aan hun eigen artistieke ontwikkeling. Deze verschillen in stijl en voorkeuren wegen echter niet op tegen de gelijksoortigheid van artistieke ontwikkelingsstadia over culturen heen. De verklaring voor deze ontwikkeling dient volgens Howard Gardner gezocht te worden bij de sensomotorische ontwikkeling van het twee- tot zevenjarig kind en de aard van specifieke symbolen waarmee het kind werkt.
Ieder kind = kunstenaar Tussen de leeftijden vijf en zeven verwezenlijken de meeste kinderen in onze samenleving een merkbare expressiviteit in hun tekeningen en zullen kinderen eveneens de status van jonge kunstenaar verwerven. Men voelt aan dat het kind door middel van hun tekeningen praat, elke lijn, model en vorm omvat innerlijke gevoelens alsook specifieke thema’s van waaruit het kind de wereld tracht te begrijpen. Howard Gardner stelt dat jonge kinderen en volwassen kunstenaars veel factoren gemeenschappelijk hebben. Jonge kinderen en volwassen artiesten zijn beiden bereid om hun medium te verkennen; verschillende alternatieven uit te proberen; onbewuste denkprocessen toe te laten; hun kennis uit te breiden en bestaande praktijken en grenzen te overstijgen. Het verband tussen het jonge kind en de volwassen artiest is zelfs sterker met Ieder kind = toeschouwer betrekking tot expressievormen. Kunst biedt voor Een kind van vijf jaar oud kan gevoelens ondergaan beiden een unieke uitweg om ideeën, gevoelens, wanneer hij symbolische objecten aanschouwt en ervaringen en concepten te uiten. hij kan de lijn tussen realiteit en illusie waarderen. Howard Gardner stelt met andere woorden dat een vijfjarig kind alreeds de status van toeschouwer heeft aangenomen en bijgevolg kunst een invloed op zijn vorming kan uitoefenen. Kunstenaar
Doelstellingen Start with ART
“Start with ART benadrukt dat elk kind gelijke kansen tot artistieke ontwikkeling verdient en des gevolge ook hoort te krijgen.” (Pijler Start with ART)
“Start with ART gaat uit van de stelling dat elk kind vanaf vijf jaar oud alreeds als een kunsttoeschouwer en kunstenaar kan aanzien worden. De snelheid van ontwikkeling; de verwantschap met werken van Paul Klee, Pablo Picasso en Joan Miró; de parallelle ontwikkeling en meer duiden op het kunstenaar-zijn van elk kind.” (Visie Start with ART)
5
Creativiteit
Start with ART “Vanaf de leeftijd van 7 jaar oud vindt er een achteruitgang aan creativiteit plaats.”
De U-curve en zijn artistieke noodlot voor velen.
Een droevige conclusie is dat slechts een kleine minderheid van de jonge kinderen die zo bedreven waren in het creëren van kunstwerken, zichzelf artistiek blijven verder ontwikkelen. De meeste adolescenten blijven echter nog een schim van het jonge creatieve genie dat ze allen waren en konden worden. De meesten zijn echter tevreden om als toeschouwer in de kunsten deel te nemen.
Realiteit: daling creativiteit
Doelstelling: stijging creativiteit
De keuze tussen ‘kunstenaar-zijn’ of ‘niet kunstenaar-zijn’. Een individu dient over kracht en motivatie te beschikken die hem of haar ertoe zal leiden om zijn artistieke en creatieve vermogens een leven lang te blijven ontwikkelen en uit te dragen. Start with ART zal de leerling stimuleren om bovenstaande fundamentele keuze positief te doorstaan.
6
Daling van de kwaliteit van de kunstwerken Vele geleerden zijn erover eens dat het verhaal van ‘het jonge kind als een kunstenaar’ niet meer opgaat in de leeftijden van acht, negen, tien jaar oud en verder. De kunstwerken missen originaliteit, aantrekkelijkheid en charmes. De kinderen op deze leeftijd produceren in tegenstelling tot hun jongere leeftijdgenoten veel minder tekeningen, schilderijen, kleifiguren en driedimensionale constructies. Voor velen betekent de intrede in deze ‘literal stage’ eveneens het einde van hun artistieke productiviteit in onze samenleving.
De creatieve verstomming van velen De visie van het ‘U-model’ op de artistieke ontwikkeling geeft echter een verkeerd beeld weer, het houdt geen rekening met het geringe aantal volwassenen die een hoger niveau van artistieke ontwikkeling bereiken. De realiteit duidt echter een andere artistieke ontwikkelingscurve aan, namelijk een periode die begint bij een hoog niveau aan creativiteit bij velen kinderen en eindigt op een laag niveau aan artistieke ontwikkeling bij velen volwassenen die slechts een rol als toeschouwer aannemen. De volwassenen die hun artistieke ontwikkeling een nieuw leven van ongekende creatieve hoogtes kunnen inblazen, zijn slechts uitDe ‘echte wereld’ en het kunstenaar-af zijn zonderlijke restanten van de vele creatieve geesten die Kinderen van deze leeftijd voelen een noodzaak om alle kinderen ooit waren. zich steeds meer te conformeren met de bestaande regels uit de ‘echte wereld', en ze voelen zich des Start with ART ijvert voor een stijging van de argevolge meer aangetrokken tot een visueel realisme. tistieke ontwikkeling Dit resulteert in een vaststelling dat een kind van acht Indien rekening wordt gehouden met de snelheid jaar oud en meer verder verwijderd staat bij de waarmee zeven à veertien jarigen vaardigheden aanvolwassen kunstenaar, dan een kind van vijf à zeven leren, is het voor Start with ART niet aanvaardbaar jaar oud. dat slechts enkelen het einde van de U-curve bereiken. Start with ART poneert echter als doel een evoOnrealistische U-curve lutie van artistieke ontwikkeling die wordt gekenSommige geleerden spreken over een U-gevormde merkt door een stijgende rechte lijn. De hoge mate curve met betrekking tot de artistieke ontwikkeling van creativiteit bij vijf à zeven jarige kinderen dient van het individu. Het door Pierre Bourdieu geponeerde een startpunt te zijn voor verdere artistieke ontwik‘The uncreated creator’-syndroom neemt een belang- keling, ondanks de realiteit dit als een start naar een rijke plaats in deze U-vormige theorie van artistieke diepere afgrond doet vaststellen. De intrede in het ontwikkeling, de onverklaarbaarheid waaruit een onderwijs wordt geassocieerd met het aanleren van leerling uit het dal van zijn artistieke ontwikkeling vaardigheden, normen en waarden die volgens Howklimt om op zijn beurt een hoger niveau van ontwik- ard Gardner een bijdrage leveren aan het ontstaan van keling te bereiken is synoniem aan het romantische de ‘literal stage’. Dit hoeft volgens Start with ART geen elan van de kunstenaar binnen het kunstveld. einde te betekenen aan de creativiteit en een groeiende artistieke ontwikkeling van de leerlingen. De toename aan vaardigheden kan het niveau van creativiteit positief beïnvloeden. Creativiteit
Doelstellingen Start with ART “Indien rekening wordt gehouden met de snelheid waarmee zeven à veertien jarigen vaardigheden aanleren, is het voor Start with ART niet aanvaardbaar dat slechts enkelen het einde van de U-curve bereiken.” (Visie Start with ART)
“Start with ART poneert als doelstelling, de evolutie van een artistieke ontwikkeling die wordt gekenmerkt door een stijgende rechte lijn.” (Pijler Start with ART) 7
Kunstig Leren
Start with ART
“Educatie door kunst kan putten uit een onuitputtelijke verzameling van ervaringen, ideeën, emoties, symbolen en meer die eigen aan kunst zijn.” ‘Kunstig Leren' is een project van Start with ART, dat door de creatie van een lespakket geïnspireerd door de methode van ‘educatie door kunst’ een krachtige en rijke leeromgeving voor de leergebieden en de klaspraktijk creëert. Met behulp van een schildersezel worden reproducties van meesterwerken in de klas tentoongesteld. De schilderijen creëren sterke visuele stimuli voor de klaspraktijk. Oefeningen uit het lespakket ‘Kunstig Leren’ maken gebruik van internationaal bekende meesterwerken om de leergebieden Wiskunde en Nederlands te ondersteunen.
8
Kunstig Leren
Project Start with ART Educatie door kunst Kunsteducatie Wiskunde
Verticale samenhang Kunstig Leren
Horizontale samenhang Krachtige en rijke leeromgeving
Ondersteuning Kunstig Leren
Nederlands Lichamelijke Opvoeding
Meesterwerken in de klas
Muzische Vorming
Impliciet leren
Sociale Vaardigheden
Leergebiedoverschrijdende eindtermen
Met ‘Kunstig Leren’ komen de meesterwerken naar uw klas.
‘Kunstig Leren’ laat verticaal en horizontaal werken toe.
‘Kunstig Leren’ is een lespakket dat een krachtige en rijke leeromgeving wil creëren door de lessen te stimuleren met reproducties van meesterwerken. De visuele stimuli zullen nieuwe kansen creëren voor het ontwerpen van uitdagende en leuke lesmethodes voor de bestaande leergebieden. Met behulp van een schildersezel in iedere klas, worden reproducties van meesterwerken in de klas tentoongesteld. De schilderijen creëren sterke visuele stimuli voor de klaspraktijk. Oefeningen uit het lespakket ‘Kunstig Leren’ maken gebruik van internationaal bekende meesterwerken om de leergebieden Wiskunde en Nederlands te ondersteunen.
De moeilijkheidsgraad van het lespakket is afgestemd op de leergraden in het basisonderwijs en de oefeningen vertonen een verticale samenhang over de leergraden heen, deze kenmerken laten toe dat het project de klasdimensie overschrijdt en het een schools gebeuren wordt. De horizontale samenhang tussen de leergebieden wordt verzekerd doordat ‘educatie door kunst’ een plaats in het gehele curriculum inneemt. ‘Kunstig Leren’ biedt het onderwijzend personeel een leergebiedoverschrijdend thema die eveneens een antwoord kan bieden op de invulling van de leergebiedoverschrijdende eindtermen als ‘Leren Leren’ en ‘Sociale Vaardigheden’.
‘Kunstig Leren’ gaat uit van de methode ‘educatie door kunst’.
‘Kunstig Leren’ gaat uit van de methode ‘impliciet leren’.
Het lespakket ‘Kunstig Leren’ hanteert kunst als een creatief en artistiek pedagogisch instrument om het volledige curriculum te ondersteunen.
‘Kunstig Leren’ ondersteunt het leerproces door de creatie van speelse werkvormen en interacties met andere leerlingen.
9
Kunstig Leren
Leergebieden Start with ART “Een uitmuntende foto doet veel meer dan het beste van teksten.” (Elliot W. Eisner)
Kunst en Wiskunde
De Vlaamse overheid erkent dat een te grote hoeveelheid vakjargon of te veel overdracht van regels, formules en procedures niet bevorderend zijn voor het inventief en inzichtelijk werk van leerlingen. De klemtoon dient gelegd te worden op de wiskundige activiteiten van de leerling vanuit een band met de realiteit. Start with ART is overtuigd dat het lespakket ‘Kunstig Leren’ volgens de methode van ‘extensief leren door kunst’ een krachtige en rijke leeromgeving voor het leergebied wiskunde kan creëren. De ruime waaier aan realistische en abstracte contexten die inherent zijn aan visuele kunsten biedt een onuitputtelijke bron aan speelse werkvormen die de verwerving van fundamentele wiskundige inzichten, kenniselementen en vaardigheden zullen bevorderen. De band van wiskunde met zinvolle concrete situaties in andere leergebieden en buiten de school wordt verduidelijkt door de rol van wiskunde in de visuele kunsten te beklemtonen. Aan de hand van wiskundige concepten die een belangrijke rol in de visuele kunsten hebben gespeeld, zoals het gebruik van geometrische grondvormen, worden wiskundige kennis, inzichten en vaardigheden vanuit een bijzondere invalshoek gepresenteerd. De ontwikkeling van een positieve houding ten aanzien van wiskunde wordt door het lespakket ‘Kunstig Leren’ ondersteund door de rol die wiskundigen in de totstandkoming van de leefwereld van de leerlingen hebben gespeeld. De wiskundige schetsen van bekende meesters zoals Leonardo Da Vinci, die belangrijk zijn geweest bij de creatie van zijn meesterwerken en de ontwikkeling van zijn technologieën en de afbeelding van wiskundigen op bekende meesterwerken zoals ‘De school van Athene’ van Rafaël dienen de belangrijke en creatieve rol van wiskundigen in de ontwikkeling van de mensheid te beklemtonen. De visuele stimuli en de creatieve houding die kunsteducatie uitoefenen hebben een positieve invloed op de ontwikkeling van het ‘zelfontdekkend leren’ van de leerlingen.
10
Kunstig Leren
Leergebieden Start with ART
Kunst en Wiskunde
Getallenkennis Voor het onderdeel ‘Getallenkennis’ biedt Start with ART zowel een reeks actieve als een reeks ‘passieve’ oefeningen aan. Voor de actieve oefeningen maken de leerlingen gebruik van ‘Museum@ School’, een uitgebreide collectie van reproducties van bekende meesterwerken die gedurende de Start with ART-week op de school geïnstalleerd worden. Om deze oefeningen tot een goed einde te brengen, moeten de leerlingen het klaslokaal verlaten en op stap gaan in Museum@School, bijvoorbeeld om het aantal stappen te tellen van één schilderij naar een ander. Op deze manier leren de leerlingen op een speelse manier omgaan met getallen en bewerkingen. De ‘passieve’ oefeningen gaan uit van hetzelfde principe, maar kunnen in de klas zelf worden uitgevoerd. Oefeningen Getallenas museum “Vul de ontbrekende cijfers in” (1ste leergraad): eindterm 1.5; Stappenparcours (actief en passief) met bewerkingen die rekening houden met de verschillende moeilijkheidsgraden per leergraad (1ste tot 3de leergraad): eindtermen: 1.1, 1.3, 1.10, 1.11, 1.13, 1.24. Meten en meetkunde Start with ART biedt voor het opleidingsdeel wiskunde oefeningen aan waarbij zowel meten als meetkunde worden toegepast. Op die manier leren de leerlingen op een speelse manier met beide onderdelen omgaan. Voor deze reeks oefeningen heeft Start with ART inspiratie geput uit een uitgebreide collectie schilderijen waarbij er met geometrische vormen gewerkt wordt, zodat meten en meetkunde visueel aantrekkelijk en meer tastbaar worden voor de leerlingen. Dit gaat van het aantal cirkels tellen in een modern schilderij (eerste leergraad) over het benoemen van verschillende soorten (drie) hoeken (tweede leergraad) naar een classificatie van drie- en vierhoeken en het berekenen van de oppervlakte van cirkels en grillige figuren (derde leergraad). Oefeningen Ontsnappingsroute “Red Vincenzo” (1ste leergraad): eindtermen 2.8, 3.7; Getallenas museum “Rangschik van klein naar groot” (1ste leergraad): eindterm 2.9; Aantal cirkels tellen in een schilderij (1ste en 2de leergraad): eindtermen 1.1, 3.2; Soorten vormen markeren in een schilderij (1ste leergraad): eindterm 3.2; 11
Kunstig Leren
Leergebieden Start with ART
Kunst en Wiskunde
Soorten vormen markeren en benoemen in een schilderij (1ste leergraad): eindtermen 3.2, 3.4; Hoogte en breedte meten van veelhoeken (2de leergraad): eindtermen 2.9, 3.2, 3.4; Soorten hoeken markeren in een schilderij (rechte, stompe, scherpe) (2de leergraad): eindtermen 3.2, 3.4; Aantal driehoeken tellen in een schilderij (2de leergraad): eindtermen 1.1, 3.2; Aantal veelhoeken tellen in een schilderij (2de leergraad): eindtermen 1.1, 3.2, 3.4; Soorten driehoeken markeren in een schilderij (rechthoekige, stomphoekige, scherphoekige) (2de en 3de leergraad): eindtermen 3.2, 3.4; Omtrek meten van vierhoeken (2de en 3de leergraad): eindtermen 2.9, 3.2, 3.4; Oppervlakte meten van rechthoeken (2de en 3de leergraad): eindtermen 2.9, 3.2; Cirkels natekenen (2de en 3de leergraad): eindtermen 3.2, 3.5; Soorten vierhoeken markeren in een schilderij (vierkant, rechthoek, trapezium): eindtermen 3.2, 3.4; Oppervlakte meten van grillige figuren (3de leergraad): eindtermen 1.1, 2.9, 3.2; Oppervlakte meten van driehoeken (3de leergraad): eindtermen 2.9, 3.2; Diagonalen tekenen (3de leergraad): eindtermen 3.2, 3.4; Classificatieschema driehoeken “Ontwerp en teken” (3de leergraad): eindtermen 3.2, 3.4, 5.1; Classificatieschema vierhoeken “Ontwerp en teken” (3de leergraad): eindtermen 3.2, 3.4, 5.1; Soorten driehoeken markeren in een schilderij (gelijkbenig, gelijkzijdig, ongelijkbenig) (3de leergraad): eindtermen 3.2, 3.4; Omtrek meten van cirkels (3de leergraad): eindtermen 2.9, 3.2; Oppervlakte meten van cirkels (3de leergraad): eindtermen 2.9, 3.2.
12
Kunst en Wiskunde
Eindtermen - de leerlingen: Getallenkennis 1.1 kunnen tellen en terugtellen met eenheden, tweetallen, vijftallen en machten van tien. 1.3 kennen de betekenis van: optellen, aftrekken, vermenigvuldigen, delen, veelvoud, deler, gemeenschappelijke deler, grootste gemeenschappelijke deler, kleinste gemeenschappelijk veelvoud, procent, som, verschil, product, quotiënt en rest. Zij kunnen correcte voorbeelden geven en kunnen verwoorden in welke situatie ze dit handig kunnen gebruiken. 1.5 kunnen natuurlijke getallen van maximaal 10 cijfers en kommagetallen (met 3 decimalen), eenvoudige breuken, eenvoudige procenten lezen, noteren, ordenen en op een getallenlijn plaatsen. 1.6 kunnen volgende symbolen benoemen, noteren en hanteren : = ≠ < > + x . : / ÷ % en ( ) in bewerkingen. 1.10 zijn in staat tot een onmiddellijk geven van correcte resultaten bij optellen en aftrekken tot 10, bij tafels van vermenigvuldiging tot en met de tafels van 10 en de bijhorende deeltafels. 1.11 hebben inzicht in de relaties tussen de bewerkingen. 1.13 voeren opgaven uit het hoofd uit waarbij ze een doelmatige oplossingsweg kiezen op basis van inzicht in de eigenschappen van bewerkingen en in de structuur van getallen: - optellen en aftrekken tot honderd; - optellen en aftrekken met grote getallen met eindnullen; - vermenigvuldigen met en delen naar analogie met de tafels. 1.22 kunnen eenvoudige breuken gelijknamig maken in functie van het optellen en aftrekken van breuken of in functie van het ordenen en het vergelijken van breuken. 1.23 kunnen in een zinvolle context eenvoudige breuken en kommagetallen optellen en aftrekken. In een zinvolle context kunnen zij eveneens een eenvoudige breuk vermenigvuldigen met een natuurlijk getal.
13
Kunst en Wiskunde
Eindtermen - de leerlingen: Getallenkennis 1.24 kennen de cijferalgoritmen. Zij kunnen cijferend vier hoofdbewerkingen uitvoeren met natuurlijke en met kommagetallen: - optellen met max. vijf getallen: de som < 10 000 000; - aftrekken: aftrektal < 10 000 000 en max. acht cijfers; - vermenigvuldigen: vermenigvuldiger bestaat uit max. 3 cijfers; het product = max. acht cijfers (2 cijfers na de komma); - delen: deler bestaat uit max. drie cijfers; quotiënt max. twee cijfers na de komma. Meten 2.8 kunnen schatten met behulp van referentiepunten. 2.9 kunnen op een concrete wijze aangeven hoe ze de oppervlakte en de omtrek van een willekeurige vlakke figuur en van een veelhoek kunnen bepalen. Meetkunde 3.2 kunnen op basis van volgende eigenschappen de volgende meetkundige objecten herkennen en benoemen: - in het vlak: punten, lijnen, hoeken en vlakke figuren (driehoeken, vierhoeken, cirkels); - in de ruimte: veelvlakken (kubus, balk, piramide) en bol en cilinder. 3.4 kunnen de verschillende soorten hoeken classificeren en de verschillende soorten vierhoeken classificeren op grond van zijden en hoeken. Zij kunnen deze ook concreet vormgeven. 3.5 kunnen met een passer een cirkel tekenen. 3.6 kunnen de begrippen symmetrie, gelijkvormigheid en gelijkheid ontdekken in de realiteit. Ze kunnen zelf eenvoudige geometrische figuren maken. 3.7 zijn in staat: - zich ruimtelijk te oriënteren op basis van plattegronden, kaarten, foto’s en gegevens over afstand en richting; - zich in de ruimte mentaal te verplaatsen en te verwoorden wat ze dan zien.
14
Kunst en Nederlands
De kerngedachten van de Vlaamse Overheid met betrekking tot het leren van taal op school wordt beklemtoond door vijf thema’s, namelijk ‘taalvaardigheid’, ‘attitudes’, ‘strategieën’, ‘taalbeschouwing’ en ‘interculturele gerichtheid’. Start with ART is overtuigd dat het lespakket ‘Kunstig Leren’ tegemoet komt aan de kerngedachten van de Vlaamse Overheid met betrekking tot het leren van taal op school. Wij zijn eveneens overtuigd overtuigd dat educatie door kunst het potentieel heeft om een krachtige een rijke leeromgeving voor het leergebied Nederlands te creëren. Het lespakket ‘Kunstig leren’ tracht aan de hand van ‘impliciet taalleren’ speelse werkvormen voor het leergebied Nederlands te creëren. Het lespakket heeft tot doel dat de leerlingen plezier vinden in de omgang met taal in situaties binnen en buiten de school en dat leerlingen vanuit een positief kritische invalshoek over taal leren nadenken. De visuele stimuli die uitgaan van de meesterwerken die in het klasgebeuren aanwezig zullen zijn,bieden voor het leergebied Nederlands een toename aan visuele referentiepunten die aan de hand van een kunstig lespakket de omgang met ‘taalleren’ speels ondersteunen. Taalbeschouwing wordt ter illustratie ondersteund door meesterwerken als de ‘Toren van Babel’ en de ‘Vlaamse spreekwoorden’ van Pieter Brueghel de Oude, die enerzijds de ontstaansgeschiedenis van de talen en anderzijds het bestaan van oude Vlaamse spreekwoorden in de huidige samenleving beklemtonen. De visuele kunsten betekenen voor het verwerven van taalvaardigheid even-eens een onuitputtelijke bron aan creatieve werkvormen, zoals een schilderij, bij het lezen van een tekst en bij het schrijven van een dictee of opstel, kan dienen als een visuele houvast of als een visuele bron aan inspiratie. Start with ART is eveneens overtuigd dat de visuele kunsten een belangrijke bijdrage kunnen betekenen voor het wegwerken van taalachterstand bij leerlingen. De visuele prikkels die kunst aanbiedt betekent een stimulans voor aandacht en motivatie bij de leerlingen; de visuele referentiepunten vormen een visuele houvast bij de taalverwerving, zoals de etnografische studie van Jeffrey Wilhelm in 2002 beklemtoont; de uitbreiding van de beeldenset van de leerlingen genereert via ‘visueel denken’ beeltenissen van abstracte concepten die aansluiten met de uitgebreide schoolse taalcode van abstraheren en generaliseren; de beeldende en esthetische woordenschat die eigen is aan de visuele kunsten betekent eveneens een ‘bron aan uitgebreide taalregisters’.
15
Kunst en Nederlands
Het lessenpakket van Start with ART behandelt verschillende facetten van het opleidingsdeel Nederlands: de creativiteit van de leerlingen wordt bevorderd door het schrijven van een opstel over een schilderij naar keuze, en spelling wordt hen op een speelse manier aangeleerd door een kunstig dictee, het verbeteren van een recensie van een schilderij en het invullen/verbeteren van een brief van Vincent van Gogh. Door met elkaar te praten over ‘De Spreekwoorden’ van Breughel de Oude, wordt het impliciet taalleren gestimuleerd. De leerlingen zullen niet louter taal- en spellingregels aanleren, maar ook culturele bagage meenemen. Oefeningen Opstel (actief en passief) (1ste leergraad): eindtermen: 4.4, 4.7; Opstel (2de en 3de leergraad): eindtermen: 4.4, 4.7, 4.8, 5.1, 5.4, 6.2, 6.3, 6.4, 6.6, 6.7; Wegbeschrijving “Red Vincenzo” (1ste leergraad): eindtermen: 1.5, 3.1, 5.3; Verbeteroefening “Kunstcriticus” (2de en 3de leergraad): eindtermen: 1.8, 1.9, 4.7; Invuloefening “Brief Vincent van Gogh” (1ste, 2de en 3de leerjaar): eindterm: 4.7; Invul- en aanduidoefening “Brief Vincent van Gogh” (4de, 5de en 6de leerjaar): eindtermen: 4.7, 6.3, 6.5, 6.7; Spreekwoorden verbinden (2de en 3de leergraad): eindtermen: 6.1, 6.2, 6.5, 6.7; Spreekwoorden in detail (2de en 3de leergraad): eindtermen: 6.1, 6.2, 6.4, 6.5, 6.7, 7.1; Dictee (alle leergraden): eindtermen: 4.1, 4.7, 6.2, 6.3, 6.4, 6.7. Eindtermen Luisteren De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = structureren) de informatie op een persoonlijke en overzichtelijke wijze ordenen bij: 1.5 een uiteenzetting of instructie van de leerkracht. De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beoordelen) op basis van hetzij de eigen mening, hetzij informatie uit andere bronnen, de informatie beoordelen die voorkomt in: 1.8 een discussie met bekende leeftijdsgenoten. 1.9 een gesprek met bekende leeftijdsgenoten.
16
Kunst en Nederlands
Eindtermen Lezen De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = beschrijven) de informatie achterhalen in: 3.1 voor hen bestemde instructies voor handelingen van gevarieerde aard. Schrijven De leerlingen kunnen (verwerkingsniveau = kopiëren): 4.1 overzichten, aantekeningen, mededelingen op- en overschrijven. 4.4 voor een gekend persoon een verslag schrijven van een verhaal, een gebeurtenis, een informatieve tekst. 4.7 De leerlingen kunnen voor het realiseren van bovenstaande eindtermen bovendien: - hun teksten verzorgen rekening houdende met handschrift en lay out; - spellingsafspraken en regels toepassen in verband met het schrijven van: - woorden met vast woordbeeld - klankzuivere woorden; - hoogfrequente niet klankzuivere woorden; - woorden met veranderlijk woordbeeld (regelwoorden) - werkwoorden; - klinker in open/gesloten lettergreep; - verdubbeling medeklinker; - niet-klankzuivere eindletter; - hoofdletters; - interpunctietekens: . , ? ! : 4.8 De leerlingen ontwikkelen bij het realiseren van de eindtermen voor spreken, luisteren, lezen en schrijven de volgende attitudes: - spreek-, luister-, lees en schrijfbereidheid; - plezier in luisteren, spreken, lezen en schrijven; - bereidheid tot nadenken over het eigen luister-, spreek-, lees- en schrijfgedrag; - bereidheid tot het naleven van luister-, spreek-, lees- en schrijfconventies; - weerbaarheid.
17
Kunst en Nederlands
Strategiën De leerlingen kunnen bij de eindtermen luisteren, lezen, spreken en schrijven de volgende strategieën inzetten: 5.1 zich oriënteren op aspecten van de luister-, lees-, spreek- en schrijftaak: doel, teksttype en eigen kennis, en voor spreken en schrijven ook op de luisteraar of lezer. 5.3 tijdens het luisteren, lezen, spreken en schrijven hun aandacht behouden voor het bereiken van het doel. 5.4 het resultaat beoordelen in het licht van het luister-, lees-, spreek- of schrijfdoel. Taalbeschouwing 6.1 De leerlingen zijn bereid om op hun niveau: - bewust te reflecteren op taalgebruik en taalsysteem; - van de verworven inzichten gebruik te maken in hun talig handelen. 6.2 Bij het reflecteren op taalgebruik en taalsysteem tonen de leerlingen interesse in en respect voor de persoon van de ander en voor de eigen en andermans cultuur. 6.4 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituaties op hun niveau reflecteren op: - het gebruik van standaardtaal, regionale en sociale taalvariëteiten; - het gebruik van in hun omgeving voorkomende talen; - normen, houdingen, vooroordelen en rolgedrag via taal; - taalgedragsconventies; - de gevolgen van hun taalgedrag voor anderen en henzelf; - talige aspecten van cultuuruitingen in hun omgeving. 6.5 Met het oog op doeltreffende communicatie kunnen de leerlingen in voor hen relevante en concrete taalgebruikssituatiesen op hun niveau bij de eindtermen Nederlands reflecteren op een aantal aspecten van het taalsysteem met betrekking tot: - klanken, woorden, zinnen, teksten; - spellingvormen; - betekenissen. 18
Kunst en Nederlands
6.7 De leerlingen kunnen bij alle eindtermen Nederlands de bijbehorende taalbeschouwelijke begrippen en termen gebruiken, namelijk: 2 orthografisch domein - spellingvormen: alfabet, letter, klinker, medeklinker, eindletter, hoofdletter, kleine letter, koppelteken, apostrof, trema, accent, leesteken, punt, vraagteken, uitroepteken, komma, dubbele punt, spatie, aanhalingsteken, afkorting. 3 morfologisch domein – woorden: woord, samenstelling, afleiding, voorvoegsel, achtervoegsel, zelfstandig naamwoord, eigennaam, verkleinwoord, enkelvoud, meervoud, mannelijk, vrouwelijk, onzijdig, lidwoord, bijvoeglijk naamwoord, werkwoord, stam, uitgang, persoonsvorm, persoon, 1ste persoon (ikwij), 2de persoon (jij-jullie), 3de persoon (hij, zij, het – zij), enkelvoud, meervoud, infinitief, tijd, tegenwoordige tijd, verleden tijd. 4 syntactisch domein – zinnen: zin, zinsdeel, onderwerp, persoonsvorm, woordgroep. 5 semantisch domein – betekenissen: synoniem, uitdrukking. 6 tekstueel domein – teksten: tekst, fictie, non-fictie, inleiding, midden, slot, hoofdstuk, alinea, regel, kopje, titel, bladzijde, layout, cursief, vetjes, feit, mening.
19
Museum@School
Start with ART “Internationaal bekende meesterwerken ontmoeten leerlingen op school.”
De creatieve en leerrijke leefwereld van de leerling op school. Kunst bezit een culturele rijkdom die de bijzondere eigenschap heeft om abstracte ideeën, complexe menselijke interacties, symboliek, universalistische inhouden, gevoelens, ethiek en veel meer uit te beelden die veelal in de leefwereld van de leerling niet waarneembaar zijn.
Inspiratie
Ouderbetrokkenheid Elk kind = toeschouwer en kunstenaar Een krachtige en rijke leeromgeving Beelden die het alledaagse overstijgen Schoolse leefwereld van de leerling
Brede harmonische vorming Kunst met een grote ‘K’ Gespreksonderwerp Motivatie en aandacht Cultuurparticipatie
Uitbreiding van taalgerichtheid
20
Museum@School
Project Start with ART @ basischool 3Hoek 56 reproducties van meesterwerken Opdrachtenparcours Museum@School
Alle leerlingen maken een eigen kunstwerk Vrijdag stellen de leerlingen hun kunstwerk voor Vrijdag is Open Museumdag Eén week
Met ‘Museum@School’ komen de meesterwerken naar uw school. ‘Museum@School’ is een onderdeel van Start with ART dat scholen de kans biedt om hun school voor een week lang te transformeren in een museum, die internationaal gerenommeerde meesterwerken herbergt. Gedurende één week tijd werden 56 reproducties in basisschool 3Hoek opgehangen. Lijst tentoongestelde meesterwerken: De kinderspelen - Brueghel de Oude, Pieter (1); De strijd tussen carnaval en vasten - Brueghel de Oude, Pieter (2); De toren van Babel - Brueghel de Oude, Pieter (3); De kus - Klimt, Gustav (4); Meisje met de parel - Vermeer, Johannes (5); Melkmeisje - Vermeer, Johannes (6); Mona Lisa - Da Vinci, Leonardo (7); Perseus en Andromeda - Redon, Odilon (8); Een begrafenis voor elfen - Fitzgerald, John Anster (9); Reizende kunstenaars - von Schwind, Moritz (10); Cycloop - Redon, Odilon (11); De twee kronen Dicksee, Sir Franck (12); Minotaurus - Watts, George Frederic (13); Idioot bij de vijver - Van Den Berghe, Frits (14); Tijger - Marc, Franz (15); Koe - Marc, Franz (16); Vossen - Marc, Franz (17); Hond, kat en vos - Marc, Franz (18); Paard - Marc, Franz (19); Baviaan - Marc, Franz (20); Het ontbijt - Monet, Claude (21); De klaprozen - Monet, Claude (22); Vrouw in de tuin - Monet, Claude (23); Vrouw in een tuin Renoir, Pierre-Auguste (24); Terrasse à Sainte-Adresse - Monet, Claude (25); Zonnebloemen, van Gogh, Vincent (26); Zelfportret op jonge leeftijd - van Rijn, Rembrandt (27); Zelfportret - van Rijn, Rembrandt (28); Zomer - Arcimboldo, Giuseppe (29); Bashi-Bazouk - Gerome, Jean-Leon (30); De sterrennacht van Gogh, Vincent (31); Caféterras bij nacht - van Gogh, Vincent (32); De slaapkamer van Gogh, Vincent (33); Suprematism, Malevich, Kazimir (34); Ritmes - Delauney, Roger (35); Bureau en kamer - Malevich, Kazimir (36); Ritme, levensvreugde - Delaunay, Roger (37); Eiffeltoren - Delaunay, Roger (38); De haven van Dieppe - Turner, J. M. W. (39); Slapende zigeunerin - Rousseau, Henri (40); De geboorte van Venus - Botticelli, Sandro (41); Portret van Joseph Roulin - van Gogh , Vincent (42); Zelfportret - van Gogh, Vincent (43); Strand te Heist - Lemmen, Georges (44); De oogst - van Gogh, Vincent (45); Graanveld met cipressen - van Gogh, Vincent (46); Het kanaal van Venetië - Monet, Claude Monet (47); Handen - Michelangelo, Buonarotti (48); Vlaamse spreekwoorden - Brueghel de Oude, Pieter (49); Hooiberg - Monet, Claude (50); Arabische phantasia - Van Rysselberghe, Théo (51); Paardenhandelaar - Gerome, Jean-Leon (52); De nachtwacht - van Rijn, Rembrandt (53); Boerenbruiloft - Brueghel de Oude, Pieter (54); De school van Athene - Rafaël Santi (55); Stilleven - Gris, Juan (56) 21
Opdrachtenparcours @ basisschool 3Hoek De leerlingen werden gestimuleerd om een zoektocht doorheen het museum aan te vatten met allerlei opdrachten, dit opdrachtenparcours trachtte op een speelse manier kunst in de leefwereld van de leerlingen te integreren en bestaande leergebieden te ondersteunen. Illustratie van het opdrachtenparcours:
Open Museumdag @ basisschool 3Hoek Vrijdag na de schooluren opende basisschool 3Hoek de deuren van het museum voor de ouders en de gemeenschap rondom de school. De leerlingen gaven een rondleiding aan de aanwezige ouders. Alle leerlingen hebben tijdens de projectweek een eigen schilderij geschilderd en kregen op vrijdag de mogelijkheid om hun schilderij als een echte kunstenaar aan de ouders voor te stellen. De kunstwerken werden in de hal en klas door de leerlingen aan hun ouders gepresenteerd, dit creëerde een opportuniteit voor de leerlingen om hun zelfconcept als ‘kunstenaar’ te versterken en voor de school om de ouderbetrokkenheid te stimuleren. De tentoonstelling en presentatie vormen een belangrijk onderdeel van de Start with ART-week. 22
Kunst en Muzische Vorming
De periode van twee tot zeven jaar oud is een gouden periode van creativiteit en artistieke ontwikkeling. Ieder kind ondergaat een artistieke ontwikkeling, vanaf de leeftijd van vijf jaar oud heeft ieder kind de positie van toeschouwer en kunstenaar aangenomen. Het blijft echter de uitdaging dat het kind zichzelf als kunst-enaar blijft aanzien. Start with ART ziet het als zijn missie om het zelfconcept van elk kind als kunstenaar of ten minste als creatief en kritisch individu op het einde van zijn schoolloopbaan te zien bereiken. Museum@School biedt op een toegankelijke en speelse wijze een introductie in de verscheidenheid aan kunststromingen. De leerlingen kunnen tijdens de lessen muzische vorming een lievelingsdier, -persoon of –voorwerp naar keuze zien transformeren in een arsenaal van punten (pointillisme); in driehoeken, vierkanten en andere geometrische figuren (Kubisme); of het zien plaatsnemen in een omgeving van dramatiek, oorlog en religie (Barok). De beeldende en esthetische woordenschat die eigen is aan de visuele kunsten verkrijgt op deze manier een plaats in de leefwereld van de leerling in de lagere school. Ter afsluiting van de ‘Open Museumdag’ krijgen de leerlingen de mogelijkheid om een eigen kunstwerk aan de ouders en leerkracht te presenteren. Het lespakket ‘Kunstig Leren’ biedt voldoende materiaal dat ter inspiratie kan dienen om de leerlingen in deze opdracht te doen slagen en uiteindelijk zichzelf als kunstenaar te voelen en aanzien. Eindtermen - de leerlingen: 1.1 kunnen door middel van kunst- en beeldbeschouwing een persoonlijk waardeoordeel ontwikkelen over beelden en beeldende kunst van vroeger, van nu en van verschillende culturen. 1.2 kunnen door betasten en voelen (tactiel), door kijken en zien (visueel) impressies opdoen, verwerken en erover praten. 1.3 kunnen beeldinformatie herkennen, begrijpen, interpreteren en er kritisch tegenover staan. 1.4 kunnen plezier en voldoening vinden in het beeldend vormgeven en genieten van wat beeldend is vormgegeven. 1.5 kunnen beeldende problemen oplossen, technieken toepassen en gereedschappen en materialen hanteren om beeldend vorm te geven op een manier die hen voldoet. 1.6 kunnen tactiele, visuele impressies, ervaringen, gevoelens en fantasieën op een beeldende manier weergeven.
23
Begeleidende informatie met betrekking tot het evaluatierapport. Wij hebben eenzelfde nummering van de eindtermen gehanteerd als in het rapport ‘Ontwikkelingsdoelen en eindtermen voor het gewoon basisonderwijs’ van het Vlaams Ministerie van Onderwijs en Vorming (2010).
24