Les 2
Start en lesrooster
De brugklas in het Voortgezet Onderwijs Vanaf nu zit je op het Voortgezet Onderwijs. Je hebt je basisschool verlaten en zit nu in de brugklas A1. Het Meander College is een nieuwe school met kinderen van verschillende basisscholen. Eerst was je schoolverlater, nu ben je brugklasser. Eerst was je de oudste van de school, nu ben je de jongste. De brugklas is de eerste klas van je nieuwe school. Vanaf nu krijg je les van verschillende (vak)docenten. Daarom ga je bijna elk lesuur naar een ander lokaal. Om te weten welk vak je hebt en waar je moet zijn, heb je een lesrooster nodig. Tijdens deze les ga je het rooster op de juiste manier in de agenda zetten. Daarom staat in bijna elke agenda voorin een aantal bladzijden om het rooster op te schrijven. Opdracht 1 a. Leg uit wat wordt bedoeld met Voortgezet Onderwijs? _______________________________________________________________________ _______________________________________________________________________ b. Waarom wordt klas 1 ook wel de brugklas genoemd? Kruis het juiste antwoord aan. O Omdat klas 1 nog niet bij het Voortgezet Onderwijs hoort. O Omdat het een soort ‘brug’ is tussen de basisschool en het Voorgezet Onderwijs. O Omdat je nog niet weet naar welke klas je volgend jaar gaat. Afkortingen vakken Elke week krijg je van verschillende docenten les die ieder hun vak of vakken geven. Voor de vakken worden vaak afkortingen gebruikt. Deze afkortingen staan hieronder.
Voor de vakken worden meestal deze afkortingen gebruikt: godsdienst Frans geschiedenis wiskunde handvaardigheid lichamelijke oefening rekenen natuur & techniek tekenen
= = = = = = = = =
gds Fa gs wi hnv lo re n&t te
Nederlands Engels aardrijkskunde mens en natuur muziek mentorles drama Maatwerk-uur toetsuur
= = = = = = = = =
Ne En ak m&n mu mn dr M-uur toets
Opdracht 2 Bekijk de afkortingen van de vakken op de vorige bladzijde. Welk vak wordt met de volgende afkortingen aangegeven?
ak _________________________________ lo _________________________________ wi _________________________________ dr _________________________________ En _________________________________ mu _________________________________
Opdracht 3 Hoe worden de volgende vakken afgekort? Nederlands
_______
Frans
_______
geschiedenis
_______
handvaardigheid
_______
mentorles
_______
godsdienst
_______
Tekening 1
Opdracht 4 Wat denk je, welk vak wordt in tekening 1 en 2 aangegeven? Tekening 1: ____________________________ Tekening 2: ____________________________
Tekening 2
Het gebruik van je agenda Een agenda is nodig om dingen op te schrijven, zodat je deze niet vergeet. Zo kun je plannen wat en wanneer je iets gaat doen. Agenda’s zijn er in vele soorten en maten. Zo is er bijvoorbeeld de Sportagenda, de Paardenagenda of de O’Neill agenda. Opdracht 5 Welke soort agenda heb jij gekocht voor het komende schooljaar? ________________________________________
Opdracht 6 In de agenda zitten bladzijden om het rooster op te schrijven. Zoek deze bladzijden op in je agenda. Je mentor heeft je rooster met de afkortingen van de vakken en de docenten uitgedeeld. Neem dat rooster over in je agenda. Hiernaast zie je een lesrooster van afgelopen jaar.
Maandag Uur Vak 1 wi 2 ak 3 Fa 4 lo 5 Ne 6 m&n 7 gds 8
Docent WESC GREH KOKT HUUJ NOOJ STTA VERI
Lokaal O27 O37 W23 S1 W36 N35 W37
De eerste schoolweek Deze eerste week na de zomervakantie is een bijzondere week. De eerste dagen zijn er introductiedagen voor de brugklassen. Daarna beginnen de normale lessen. Vanaf dan geldt het ingevulde rooster. Je hebt soms wijzigingen in dit rooster. Dat kan komen door zieke docenten of bijzondere activiteiten. Je krijgt dan een roosterwijziging of een nieuw rooster. Opdracht 7 Welke vakken heb je komende vrijdag allemaal? (Zie het rooster dat je gekregen hebt.) 1 _____________________________
4 _____________________________
2 _____________________________
5 _____________________________
3 _____________________________
6 _____________________________
Opdracht 8 a. Noteer in je agenda bij komende vrijdag de vakken die je elke dag hebt. Zet de afkortingen van de vakken in de kantlijn op het juiste regeltje. b. Noteer in je agenda bij volgende week de vakken die je elke dag hebt. Zet de afkortingen van de vakken in de kantlijn op het juiste regeltje. Opdracht 9 Knip de tabel met de lestijden die je bij de bijlagen kunt vinden uit. Plak die in je agenda op een bladzijde vlakbij het normale lesrooster. Opdracht 10 Doe (thuis) een paperclip aan de bladzijde in de week waarin we nu zijn.
Les 3
Lestijden op het Meander College
Lengte van de lessen en de lesbel Op het Meander College volg je lessen in verschillende lokalen. Een lesuur duurt 45 minuten. Aan het eind van de les gaat de bel, waarna je 5 minuten tijd hebt om in het volgende lokaal te komen. Bij de tweede bel, die na 5 minuten gaat, behoor je in het volgende lokaal zijn. Wanneer je te laat bent moet je bij de conciërge een ‘te-laat-briefje’ halen. Wanneer je een reden hebt om bij je eerste lesuur te laat te zijn, behoor je een briefje van je ouders meenemen en dat eerst aan de conciërge geven.
Opdracht 1 a. Hoe lang duurt een lesuur op het Meander College?
________ minuten.
b. Hoeveel minuten zitten tussen twee lessen? ________ minuten. Opdracht 2 Kruis aan bij wie je een ‘te-laat-briefje’ moet halen wanneer je te laat in de les bent. O Je mentor O Je afdelingsleider O De conciërge O De docent waarvan je les hebt Opdracht 3 Wat moet je doen wanneer je een reden hebt om bij je eerste lesuur te laat te zijn? _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ Pauze Na het 3e en na het 6e uur is er een pauze. Wanneer je les hebt t/m het 6e lesuur kun je naar huis en hoef je geen tweede pauze te houden op school (mag wel). Bom-rooster Soms is er een speciale gelegenheid (zoals een rapportvergadering of Openlesmiddag voor basisschoolleerlingen uit groep 8), waardoor de lessen wat korter zijn. Dan is er een zogenaamd ‘bom-rooster’ en duren de lessen wat korter.
Hieronder staan de lestijden op het Meander College: Lestijden Meander College: Normaal rooster 1e lesuur 8.15 - 9.00 2e lesuur 9.05 - 9.50 e 3 lesuur 9.55 - 10.40 Pauze 10.40 - 11.00 4e lesuur 11.05 - 11.50 5e lesuur 11.55 - 12.40 6e lesuur 12.45 - 13.30 Pauze 13.30 - 13.55 7e lesuur 14.00 - 14.45 8e lesuur 14.50 - 15.35 9e lesuur 15.40 - 16.25
Bom (= 35 min.) rooster 8.15 - 8.50 8.55 - 9.30 9.35 - 10.10 10.10 - 10.30 10.35 - 11.10 11.15 - 11.50 11.55 - 12.30 12.30 - 12.55 13.00 - 13.35 13.40 - 14.15 14.20 - 14.55
Opdracht 4 Lees de teksten op de vorige bladzijde en bekijk de lestijden (normaal rooster). a. Na welk lesuur is de eerste en de tweede pauze? Eerste pauze na het ______ lesuur, tweede pauze na het ______ lesuur. b. Wanneer je t/m het 6e uur les hebt, hoe laat ben je dan vrij? _______ uur. c. Wanneer je t/m het 7e uur les hebt, hoe laat ben je dan vrij? _______ uur.
Opdracht 5 a. Hoe lang duurt de eerste en tweede pauze? Eerste pauze: ________ minuten. Tweede pauze: ________ minuten. b. Hoe lang duurt een les op een dag met een ‘bom-rooster?’ ________ minuten. c. Noem één reden waarom er een ‘bom-rooster’ kan zijn. ________________________________________________________________