Stappenplan boerENbuur Stappenplan voor samenwerking tussen boeren en burgers op de boerderij Colofon Dit stappenplan is mogelijk geworden door de kennis en ervaring opgedaan door boeren en burgers in Nederland en in het buitenland. Met financiering van het VSBFonds, de provincie Gelderland, de provincie Overijssel en CLM Onderzoek en Advies is het mogelijk geworden om de beschikbare kennis en ervaring te verwerken tot hopelijk voor u bruikbare informatie. Voor commentaar, vragen of nuttige aanvullingen op de aangeboden informatie kunt u contact opnemen met: Gerwin Verschuur Schepje Leven Willem Kloospad 17 4103 VC Culemborg T: 06 47456658
[email protected] www.schepjeleven.nl
1
Inhoudsopgave 1. Inleiding 2. Kenmerken van boerENbuur 3. Is boerENbuur interessant voor u? 4. Levend planproces 5. Werving van nieuwe mensen 6. Overeenkomst sluiten 7. Grondverwerving 8. Producten en diensten 9. Communicatie 10. Financiering 11. Continue ontwikkeling 12. Natuurlijk verloop
2
1. Inleiding Intro, doel en doelgroep van dit stappenplan boerENbuur is een landelijk netwerk van boeren en burgers met als doel bevordering van een vitaal platteland en sociale cohesie door samenwerking tussen boeren en burgers (buren). De mensen in het netwerk bereiken dit doel onder andere door kennis met elkaar te maken en gezamenlijk na te denken over de instandhouding van boerderijen en over de ontwikkeling van nieuwe producten en diensten, door samen te werken in concrete activiteiten en door samen zaken doen. Het netwerk boerENbuur bouwt voort op allerlei bestaande samenwerkingsverbanden zoals Adopteer een Koe, Adopteer een Appelboom, Vrienden van de Boerderij, Pergola Associaties, Lokale Boer Consument verbanden, boerderijwinkels en abonnementen rechtstreeks van de boerderij. Ook in het buitenland zijn er ervaringen opgedaan zoals de veelgeprezen Amerikaanse documentaire ‘Real dirt on farmer John’ laat zien. Kortom, er is op boerderijen in Nederland en in het buitenland al de nodige kennis en ervaring opgedaan. Dit stappenplan beoogt de beschikbare kennis en ervaring toegankelijk te maken, zodat u als boer of als buur in veel gevallen het wiel niet opnieuw hoeft uit te vinden. Dit stappenplan zal vooral praktisch bruikbare informatie voor u bevatten als u aan het begin staat van de ontwikkeling van samenwerking, of als u zich daarop aan het oriënteren bent. U krijgt informatie aangeboden, aan de hand van vragen, die u zichzelf mogelijk ook stelt. Elke vraag wordt beantwoord met een stuk tekst. Om u verder op weg te helpen krijgt u in veel gevallen ook voorbeelden aangeboden die u als zelfstandig bestand kunt downloaden. In een aantal gevallen wordt u ook doorverwezen naar nuttige websites. U kunt de beschikbare documenten inzien en uitprinten, of u kunt verder surfen en antwoorden vinden op uw vragen. Kortom, u kunt met wat extra bagage zelf aan de slag, drempels over, en de kans op succesvolle samenwerking vergroten. Dit stappenplan biedt geen garantie op succes. U zult in de praktijk evengoed nog voor verrassingen komen te staan en vragen hebben die in dit stappenplan nog niet zijn gesteld of nog niet afdoende beantwoord. Dit stappenplan is nog niet klaar. Waar we naar toe willen is dat het stappenplan zich ontwikkelt tot een interactief kennisplatform. Zodat u dringende vragen kunt stellen, waarmee anderen ook bezig zijn, en die samen kunt gaan oppakken. Twee weten meer dan één, en samen gaat de ontwikkeling sneller. Een platform ook waar u commentaar kunt geven op de bruikbaarheid van de aangeboden informatie, zodat die verbeterd kan worden. Een platform waaraan u ook informatie over uw eigen initiatieven, activiteiten en ervaringen kunt toevoegen. Door kennis en ervaring te delen, en gaandeweg verder te ontwikkelen kan dit kennisplatform steeds waardevoller voor u en voor anderen worden. Wat is boerENbuur? boerENbuur is een landelijk netwerk van boeren en burgers die iets voor elkaar betekenen zoals goede buren dat doen. boerENbuur is een avontuur op boerderijen waar u kunt ontdekken wat andere mensen, en het leven op en om de boerderij voor u betekent, en wat u voor mensen en uw directe omgeving kunt betekenen. Het streven dat u deelt in dit netwerk is de ontwikkeling van uzelf, uw netwerk, uw ‘eigen’ boerderij en uw leefomgeving. boerENbuur wil mensen verenigen die een ontwikkelingsproces doormaken van IK naar SAMEN, en die willen ontdekken hoe we samen kunnen leven op basis van wederkerigheid in geven en ontvangen. Het bijzonder aantrekkelijke van boerENbuur is dat u samen de vruchten plukt. U viert samen de toegenomen vitaliteit en ervaart samen de voldoening van de gezamenlijke inzet. Wat heeft boerENbuur mij als ‘buur’ te bieden? De boeren die de boerderij aanmelden bij boerENbuur maken op de website bekend op welke manier ze open staan voor uw betrokkenheid. Er zijn bijna 20 verschillende opties onderverdeeld in drie categorieën: kennis maken en meedenken, samen werken en doen, en samen zaken doen. Naast de mogelijkheid om gezond en lekker voedsel te kopen, kunt u in veel gevallen de boerderij ook op andere manieren beleven. U kunt in contact komen met het leven van planten en dieren, de schoonheid van het landschap, de ruimte en de stilte misschien. De boerderij kan een plek zijn waar je kunt ontspannen, mijmeren en kuieren of juist aan de slag kunt gaan. Wat heeft boerENbuur mij als boer te bieden? Met wat u op de website zet, geeft u aan mogelijke geïnteresseerde mensen aan, wat uw wensen zijn. Er zijn bijna 20 verschillende opties onderverdeeld in drie categorieën: 1. kennis maken en meedenken, 2. samen werken en doen, en 3. samen zaken doen. Bij elke optie zijn een aantal voorbeeldactiviteiten benoemd, die u een snel inzicht kunnen geven wat u aan de ontwikkeling van uw relatie met ‘buren’ kunt hebben. Naast klanten die
3
u aan omzet helpen krijgt u waardering, tips ter verbetering van producten en diensten, kritische vragen, handen uit de mouwen om klussen aan te pakken, mee werken bij open dagen of gezamenlijke oogstfeesten. Elke buur brengt zijn eigen aardigheden, aspiraties, kennis en vaardigheden mee. Als u daar goed gebruik van maakt, bieden uw buren de boerderij een nieuw ontwikkelingspotentieel.
4
2. Kenmerken van boerENbuur boerENbuur staat voor persoonlijke betrokkenheid van burgers bij wat boeren zijn en doen, en omgekeerd. Boeren en burgers betekenen iets voor elkaar, zoals goede buren. boerENbuur biedt ruimte voor ontmoeting, groeiende betrokkenheid tot aan concreet samen werken en samen zaken doen. Geef me de vijf!! Als we elkaar vriendschappelijk ontmoeten, geven we elkaar een hand. In boerENbuur hebben boeren en burgers ook vijf ‘vingers’ om elkaar te ontmoeten en vast te houden. Dat zijn: Zingeving Waarden Beïnvloeding Organisatie Markt Zingeving gaat over het gedeelde ideaal of de missie waarop u elkaar vindt. Waarden bepalen de manier waarop u vorm en inhoud geeft aan dat ideaal. Beïnvloeding gaat over de wijze waarop beeldvorming, oordeelsvorming en besluitvorming is geregeld. Organisatie gaat over de afspraken die u maakt om tot wederzijds genoegen samen te werken en samen te leven. Markt gaat over de bevrediging van uw behoeften door ruil van iets wat u te bieden heeft met dat waar u behoefte aan heeft. Over elk van deze vijf vingers valt iets kenmerkends voor boerENbuur te zeggen. Zingeving Het doel van boerENbuur is een levend platteland en sociale cohesie door samenwerking van boeren en burgers (buren). Waarden Het gemeenschappelijke doel van boerENbuur wordt bereikt door samen te werken vanuit vijf centrale waarden: Gezamenlijkheid. U maakt deel uit van een groep en samen staat u sterk om uw doelen te realiseren. Wederkerigheid in geven en ontvangen. Eerlijk ruilen, zodat beide partijen er voordeel bij hebben. Dat geldt ook voor het delen van kennis en ervaring. Respectvol communiceren. Vanuit respect voor andere ideeën en zienswijzen is er basis voor een open gesprek. Daarin kunnen tegenstellingen worden overbrugd. Transparantie. Door transparant te zijn maak u zichtbaar waar u voor staat. In die kwetsbare positie kunt u het beste uw kracht laten zien. Al doende leren. Door aan de slag te gaan en te vertrouwen dat u samen de hobbels kunt nemen die u onderweg tegenkomt kunt u ver komen. Beïnvloeding Participatie is een kenmerk van boerENbuur. Dat kan eenvoudig beginnen met informatie ontvangen eventueel uitgroeiend tot meedenken en zelfs meebeslissen. Boeren begrenzen de mogelijkheden voor burgers op de participatieladder van beïnvloeding.
Organisatie De samenwerking in boerENbuur kan bestaan uit kennismaken en meedenken, samenwerken en doen, en samen zaken doen. Binnen elk van deze categorieën biedt een boerderij één of enkele opties aan. Boer en burgers maken samen afspraken over hoe de samenwerking precies verloopt. Dat kan mondeling of schriftelijk gebeuren. Om het zoek-en leerproces op de boerderij te versnellen is de ambitie om de organisatie van boerENbuur uit te breiden met regionale en thematische kringen waarin uitwisseling van kennis en ervaring kan plaatsvinden. Op dit moment wordt onderzocht of er belangstelling is om kringen te vormen.Op korte termijn worden ook introductiecursussen en coaching aangeboden.
5
Markt Op boerderijen worden producten en diensten geproduceerd die mogelijke behoeften vervullen van burgers aan voedsel, buitenleven, zinvol werk, ontspanning, welzijn, gezamenlijkheid, kennis of inspiratie. Ondernemers hebben voor de continuïteit van de boerderij mogelijk behoefte aan geld, aandacht, waardering, feedback en arbeid. boerENbuur maakt die ‘markt’ van materiele en niet-materiële zaken transparant. Om te ontwikkeling van eerlijke ruil te versnellen, op basis van wederkerigheid in geven en ontvangen, is de ambitie om een internet faciliteit te bieden waarin die ruil efficient afgehandeld wordt. Op het moment wordt onderzocht of er samenwerking mogelijk is met ruilhandelsnetwerken op basis van wederkerigheid.
6
3. Is boerENbuur interessant voor u? De eerste stap naar succesvolle samenwerking is bezinning op de vraag waarom u wilt samenwerken. Wat drijft u, wat wilt u samen bereiken, wat verwacht van de mensen met wie u gaat samenwerken? Uit uw bewustzijn over het waarom vloeit al het andere voort, en daarom bieden we wat handvatten om uw bewustzijn te vergroten.
Vragen: • • • • • • •
Wat zijn uw motieven om burgers bij uw bedrijf te betrekken? Wat zijn uw motieven om bij het leven op een boerderij betrokken te raken? Past boerENbuur bij uw persoonlijke waarden en doelstellingen? Hoe sluit betrokkenheid van burgers aan op de al bestaande bedrijfsactiviteiten? Past betrokkenheid bij het leven op de boerderij in uw huidige levenssituatie? Met wie zou u willen beginnen? Welke doelstellingen wilt u bereiken?
Wat zijn uw motieven om burgers bij uw bedrijf te betrekken? Motieven van boeren kunnen zijn: Voedselproductie, bodem, lucht en water Verduurzaming van de landbouw heeft steun van de samenleving nodig Burgers stellen vragen die je aan het denken zetten over vertrouwde productiepatronen Burgers geven nuttige feedback op de producten We willen de biologische landbouw promoten Ruimtelijke kwaliteit, natuur en landschap We wonen en werken op een prachtige plek en genieten daar dagelijks van. Dat willen we delen. Voor ons is werken in de natuur vanzelfsprekend, maar er groeit een generatie op voor wie het weinig meer betekent. Daardoor raakt de samenleving van haar wortels afgesneden. Inspanning en ontspanning Er is veel te doen op de boerderij en we zouden af en toe wel wat hulp kunnen gebruiken. We willen mensen die onder grote druk en spanning leven een plek bieden waar ze kunnen ontspannen. Welzijn en gemeenschapszin We willen het welzijn van de mensen die dat nodig hebben bevorderen. De boerderij biedt daarvoor een goede plek en er zijn veel natuurlijke aanknopingspunten om mensen in staat te stellen iets bij te dragen. We vinden het fijn om mensen om ons heen te hebben. Leren en zingeving We doen het voor een klantengroep die we persoonlijk kennen in plaats van een anoniem publiek. De inbreng van burgers is verrassend constructief, je kan daar als ondernemer je voordeel mee doen. Financieel We krijgen een goede beloning voor ons werk Door onze klanten zijn we ‘verzekerd’ van een goed inkomen. We hebben een loyale klantengroep die bereid is om bij te springen als de nood aan de man is. Wat zijn uw motieven om bij het leven op een boerderij betrokken te raken? Motieven van burgers kunnen zijn: Voedsel, bodem lucht en water Verse, voedzame en smaakvolle producten Lokaal geproduceerd, minder transport Milieu invloeden op bodem, water, lucht en natuur In veel gevallen biologisch of biologisch dynamisch Meer diversiteit in wat er op tafel komt
7
Recepten en tips om de smaak van de producten goed tot hun recht te laten komen Ruimtelijke kwaliteit, natuur en landschap De boerderij is een mooie plek om te zijn Het geeft voldoening om de groei van planten en de dieren mee te maken De ervaring om onderdeel uit te maken van de natuur Inspanning en ontspanning De boerderij is een plek om te ontspannen en tot mezelf te komen Op een boerderij is altijd wat te doen en ik help graag een handje mee Landwerk geeft voldoening De mogelijkheid om zelf te oogsten Welzijn en gemeenschapszin Het betekent direct persoonlijk contact met de producent van mijn voedsel Het geeft voldoening om geld rechtstreeks aan de producent te geven Je maakt deel uit van een groep mensen die iets gezamenlijks delen Het geeft voldoening om iets voor elkaar te betekenen Het geeft toegang tot seizoensfeesten Leren en zingeving Het schept een bewustzijn van de seizoenen en dat groenten in verschillende seizoenen geoogst worden. Het is inspirerend om onderdeel uit te maken van een levend systeem. Het geeft voldoening om boeren te steunen die goed voor mens en natuur zorgen Het is echt zoals het is, want alles is transparant Het levert kennis op over hoe voedsel wordt geproduceerd. Het levert kennis op over hoe voedsel te bewaren en verwerken Het maakt het makkelijker om misoogst of mindere kwaliteit te accepteren De mogelijkheid om invloed uit te oefenen op de ontwikkeling van de boerderij Financieel Je krijgt relatief veel waar (producten) voor je geld Je krijgt veel kwaliteit voor je geld Het geld heeft een goede bestemming Je kan zien wat er met je geld gebeurt.
Past boerENbuur bij uw persoonlijke waarden en doelstellingen? Het hoofddoel van boerENbuur is bevorderen van vitaal platteland en sociale samenhang door samenwerking tussen boeren en burgers (buren). De samenwerking kan op heel verschillende manieren worden ingevuld: met het hoofd, de handen en met het hart. Bijvoorbeeld door kennismaken en meedenken, samenwerken en doen, of samen zaken doen. Door deel te nemen aan boerENbuur bent u aanspreekbaar op vijf centrale waarden: • De eerste is gezamenlijkheid. U bent deel van een groep en samen staat u sterk om uw doelen te realiseren. • De tweede is wederkerigheid in geven en ontvangen. Eerlijk ruilen, zodat beide partijen er voordeel bij hebben. Dat geldt ook voor het delen van kennis en ervaring. • De derde is respectvol communiceren. Vanuit respect voor andere ideeën en zienswijzen is er basis voor een open gesprek. Daarin kunnen tegenstellingen worden overbrugd. • De vierde is transparantie. Door transparant te zijn maak u zichtbaar waar u voor staat. In die kwetsbare positie kunt u het beste uw kracht laten zien. • De vijfde is al doende leren. Door aan de slag te gaan en te vertrouwen dat u samen de hobbels kunt nemen die u onderweg tegenkomt kunt u ver komen. Het veronderstelt ook dat u ruimte geeft en krijgt om fouten te maken.
8
Hoe sluit betrokkenheid van burgers aan op de al bestaande bedrijfsactiviteiten? De situatie is voor elke boer of plattelandsondernemer verschillend, en dus moet u zelf uitmaken of betrokkenheid van burgers bij uw bedrijf op dit moment bij u past. In algemene zin is er over de aansluiting van boerENbuur bij ontwikkelingen in de landbouw wel iets te zeggen. In de landbouwontwikkeling sluit boerENbuur aan bij de ontwikkeling van verbrede of multifunctionele landbouw. Door de verbreding krijgen oude functies van de landbouw een nieuwe vorm: • Natuur en landschapsontwikkeling vervulde vroeger lokale behoeften zoals behoefte aan veekeringen, bescherming tegen de wind, zon en regen, stookhout, bouwmateriaal, habitat voor wild. Tegenwoordig worden met natuur- en landschapsontwikkeling natuurdoelen gehaald, en is het agrarisch cultuurlandschap er om de recreant naar buiten te lokken. • Voordat de mechanisatie het werk op de boerderij veranderde was er heel veel handwerk. Veel mensen werkten in de landbouw en de dorpen waren landbouwgemeenschappen. Daarin was ook plaats voor mensen met een geestelijke of lichamelijke handicap. Tegenwoordig worden op zorgboerderijen mensen met een permanente zorgvraag of mensen met een tijdelijke hulpvraag dagopvang of weekendopvang geboden. • Door de versnelling in de samenleving is stilstaan en recreëren iets bijzonders geworden waar mensen bewuste keuzes in maken. Er zijn boerderijen met een minicamping of recreatieve activiteiten die aan die behoefte tegemoet komen. • In de oude dorpsgemeenschappen werd kennis en ervaring van de natuur spelenderwijs overgedragen. De dorpskinderen stonden dicht bij de landbouw. Tegenwoordig zijn er kinderboerderijen waar natuur en milieu educatie wordt verzorgd, gaan er schoolklassen op excursie naar educatieboerderijen, zijn er boerderijscholen, en initiatieven met kinderdagopvang en naschoolse opvang op boerderijen. Deze verbreding komt tot stand doordat er een maatschappelijke behoefte is ontstaan aan deze functies. En boeren kiezen ervoor om die functies te ontwikkelen omdat ze daarvan zowel een inkomen als voldoening verwachten. boerENbuur bouwt op de bestaande initiatieven in de verbrede of multifunctionele landbouw voort door in te spelen op de toenemende behoefte van burgers aan echtheid, leefbaarheid, gemeenschapszin, participatie, zingeving, en zorgvuldige omgang met natuur en milieu. Deze behoeften bieden aanknopingspunten voor een nieuw gezamenlijk ontwikkelingsperspectief voor boerderijen, waarin boeren niet alleen hun behoefte aan inkomen op tafel kunnen leggen maar ook de behoefte aan zingeving en niet-materiële zaken. Past betrokkenheid bij het leven op de boerderij in uw huidige levenssituatie? De levenssituatie is voor elk mens verschillend, en dus moet u zelf uitmaken of betrokkenheid bij het leven op de boerderij op dit moment bij u past. In algemene zin is er over de aansluiting van boerENbuur bij ontwikkelingen in de samenleving wel iets te zeggen. Er zijn een aantal grote maatschappelijke trends te benoemen zoals: • • • • • •
Demografische ontwikkelingen: Vergrijzing, ontgroening en verkleuring. Verdwijnen van de grenzen van ruimte en tijd Schaalvergroting Individualisering en emancipatie van de burger Terugtredende overheid en het primaat van de markt Toenemende behoefte aan zingeving
In boerENbuur gaat om de balans tussen de grote maatschappelijke trends en de persoonlijke behoeften. Daarbij is soms een zeker tegenwicht nodig bijvoorbeeld om de versnelling te vertragen, om de menselijke maat in acht te nemen, of om het proces van vervreemding van voedselproductie en de landbouw te doorbreken. De trends kunnen ook een volgende fase in gaan. Bijvoorbeeld mondige mensen die uit de anonimiteit stappen, elkaar ontmoeten en nieuwe netwerken vormen. Of burgers die de terugtredende overheid benutten om zichzelf te organiseren om gezamenlijke ontwikkelingsdoelen te realiseren. Of zingeving dat zich uitbreid van persoonlijke ontwikkelingsvragen naar andere mensen, de directe leefomgeving en de hele planeet. Met wie zou u willen beginnen? Kijk om u heen in uw meest nabije netwerken om medestanders te vinden. Deelname aan boerENbuur begint klein: met 1 boer en 1 burger die iets voor elkaar willen betekenen. Als u vanaf het begin al flinke ambities heeft is het raadzaam om met een kerngroep met meerdere mensen te beginnen. In een kerngroep kunnen de taken worden verdeeld, en wordt voorkomen dat één persoon overbelast wordt, of taken uitvoert waarin hij of zij voorzichtig uitgedrukt - geen uitblinker is.
9
Welke doelstellingen wilt u bereiken? Maak concreet wat u samen wilt. Onderstaand overzicht kan u daarbij mogelijk op ideeën brengen. Activiteiten overzicht boerENbuur Kennismaken en meedenken Bezoeken en beleven: Deelnemen aan rondleiding, open dag, seizoensfeesten, oogstfeest, wandel of fietsroute over het bedrijf Kennismaken vanuit huis: Nieuwsbrief, weblog, website, tijdschrift en krantenartikelen, transparantie over financiën Leren en beleven: Lesprogramma voor scholen, maatschappelijke stages, boerderij arrangementen, teambuilding, bedrijfsuitjes Meedenken en adviseren: Teeltplan, landschapsplan, bebouwingsplan, ondernemingsplan, business plan Meebeslissen: In een panel, kerngroep, in bestuur, bijeenkomsten over plannen en financiën Samen werken en doen Werken op het land: Boerderijschool, tuinieren, oogsten, dierverzorging, landschapsbeheer, bomen snoeien, zuring steken Verwerken producten: Wassen, verpakken, sap, jam, chutney of groenteconserven maken, kaas maken, kookrecepten aandragen Verkopen aan klanten: Pakketten met groente, fruit of vlees inpakken, vervoer naar afhaalpunten, afhaalpunt zijn, in boerderijwinkel bedienen Informatie geven: Stukjes schrijven of foto’s maken voor de nieuwsbrief of website, vormgeving van huisstijl, website bouwen en beheren Mee organiseren : Workshops, cursussen, kinderactiviteiten, boerderij arrangementen, open dag, seizoensfeesten, oogstfeest Samen zaken doen Producten kopen van de boerderij : Vaste winkel klant, groente, fruit of vlees abonnement, oogstaandeel, tegoed bonnen Diensten kopen van de boerderij: Ondersteunende of activerende begeleiding (zorg), boerderijarrangement, overnachting op camping of bed&breakfast, vergader of feestruimte Werkkapitaal verstrekken: Voorfinanciering van abonnementsprijs, oogstaandeel Mee financieren: Van grond, gebouwen, machines door middel van langlopende leningen en schenkingen Schenken en adopteren: Adopteer een koe, Adopteer een appelboom, gift voor gezamenlijk vastgestelde goede besteding op de boerderij, oogstrisico accepteren
10
4. Levend planproces De motieven van boeren en burgers om samen te werken zijn in de voorgaande stap aan de orde geweest. Een belangrijk motief is dat boeren en burgers een gezamenlijk doel nastreven. In Nederland is het gebruikelijk om daarin planmatig te werk te gaan, en stap voor stap naar een resultaat toe te werken. Dat is een goede traditie die vooral goed werkt in situaties waarin bekende problemen opgelost moeten worden. In ontwikkelingsprocessen waarin je nog niet precies welke problemen je allemaal tegenkomt onderweg werkt een planmatige aanpak minder goed. Daarin gaat het om voortdurende afstemming op de feitelijke situatie, en om de gezamenlijke inzet van creativiteit en energie om problemen het hoofd te bieden en doelen te realiseren. Dat vraagt dus om een levend planproces waarin je gaandeweg leert, en doelen en middelen bijstelt aan de situatie. Die manier van doen is voor veel boeren heel natuurlijk omdat ze de natuur niet volledig kunnen beheersen. Tuinbouw in de volle grond biedt een mooi voorbeeld hoe een levend planproces werkt. Een tuinder ondersteunt levensprocessen van planten door voortdurend de voorwaarden te scheppen waarin het zaadje en later het plantje zich optimaal kan ontplooien tot heerlijke groente. In deze stap bieden we een aantal handvatten om in ontwikkelingsprocessen waarin mensen de hoofdrol spelen voorwaardenscheppend te plannen zodat gezamenlijke initiatieven van boeren en burgers zich kunnen ontplooien tot zichtbare en oogstbare resultaten. Vragen • • • • • • • •
Wat is de ontwikkelingsvraag? Hoe ziet de victorie er uit? Wie trekken de kar? Welke meekrachten en tegenkrachten zijn er? Welke realistisch doel en doelgroepen willen we bereiken? Welke activiteiten zijn er nodig en wie doet wat? Wie doet wat en wanneer? Hoe verzorgen we de voortgang?
Wat is de ontwikkelingsvraag? boerENbuur begint met een ontwikkelingsvraag dat boer en burgers bezig houdt en bij elkaar brengt om in actie te komen. De ontwikkelingsvraag is het gezamenlijk ideaal. De ontwikkelingsvraag van de boerderijschool is de relatie van kinderen en ouders met voedselproductie en de natuur. De ontwikkelingsvraag van de Henricus Hoeve is klimaatneutraal produceren. Voor de Zonnehorst is de ontwikkelingsvraag gezamenlijk vormgeven en de vruchten plukken van de tuinderij. De ontwikkelingsvraag komt voort uit de situatie waarin je zit en het schept helderheid over het waarom van de gezamenlijke actie. Formuleer de ontwikkelingsvraag zo concreet mogelijk, als een opdracht. Bijvoorbeeld: • We gaan een educatieconcept voor basisscholen op boerderijen uitwerken, de Boerderijschool. • We gaan zonlicht benutten om elektriciteit op te wekken, zodat de Henricus Hoeve in zijn eigen behoefte aan elektriciteit kan voorzien. • We gaan een Vereniging Vrienden van de Zonnehorst oprichten. Hoe ziet de victorie er uit? Het scheppen van een werkbaar perspectief begint met het inbeelden van de victorie ofwel de volbrachte prestatie. Wat is de resultaatvoorstelling van het voltooide plan? Stel je de dag na de voltooiing voor. Geef details, en gebruik daarbij al je zintuigen: wat zag je, welke geluiden waren te horen, wat voelde je, wat proefde je, wanneer kwam het voor elkaar, hoeveel tijd kost het? Een duidelijk, aansprekend en krachtig beeld van de victorie heeft dezelfde potentie als zaad. In het zaad van een plant ligt het beeld van de volwassen plant besloten en ook bevat het zaad de kiemkracht om in de aarde te wortelen en zichzelf te voeden. Als het zaadje is gezaaid, ontkiemd en geworteld, ontwikkelt het zich vervolgens natuurlijkerwijs naar het beeld dat al in het zaad besloten lag. Investeer daarom in een sterk gezamenlijk ideaal en duidelijk beeld van de victorie, omdat daarin zowel het beeld van aankomst als de kiemkracht besloten ligt. Wie trekken de kar? boerENbuur veronderstelt een team van mensen, niet alleen een boer of boerin, dat zich eigenaar voelt van het ontwikkelingsproces. De omvang van het kernteam dat het ontwikkelingsproces draagt is afhankelijk van het aantal mensen dat bij het ontwikkelingsproces betrokken is. Een kernteam kent vier rollen: initiator, deelnemers, begeleider en co-begeleider. Op verzoek van het kernteam kunnen adviseurs worden aangetrokken met kennis en
11
vaardigheden om specifieke problemen op te lossen. Verder zijn er allerlei mensen vrijblijvend bij het ontwikkelingsproces betrokken zonder dat ze verantwoordelijkheid dragen. Initiator Ontwikkelingsprocessen vragen om tenminste één persoon met visie, moed en doorzettingsvermogen. De zaaier: • Een zelfbewust mens met de kwaliteit om verbindingen te leggen en te versterken met mensen en organisaties. • Die het initiatief zo weet te positioneren dat het aantrekkelijk wordt om eraan mee te werken. • Die er met volharding aan werkt en zich niet door belemmeringen uit het veld laat slaan. • De initiator is geloofwaardig want hij is authentiek: doet wat hij zegt en zegt wat hij doet. Deelnemers • Leveren inhoud, ideeën en suggesties. • Waarderen de inbreng van andere teamleden. • Gebruiken hun verstand en intuïtie. • Zijn open over vermoedens en overdenkingen. Begeleider Man/Vrouw Ontwikkelingsprocessen vragen om een gids die zelf niet deelneemt, en als het ware het (sociale) zaaibed bereid. • Nodigt uit tot participatie en betrokkenheid. De begeleider houdt van de groep waarmee hij werkt. Hij schept voorwaarden voor ontmoetingen waarin mensen zich op elkaar af kunnen stemmen. Hij is reflectief ingesteld en laat de groep regelmatig terugkijken op de betekenis van hun werk. Hij heeft gevoel voor humor waardoor spanningen worden verminderd. • Houdt het proces op het juiste spoor. De begeleider richt zich op zowel proces als resultaat. Hij laat de groep doorwerken en pakt problemen op het juiste moment op. • Creëert een veilige ruimte eigen initiatief en gedeelde verantwoordelijkheid. Hij geeft geen antwoorden maar stelt steeds weer vragen. Hij stimuleert helderheid door deelnemers te helpen in het formuleren van korte, kernachtige zinnen die eenduidige beelden oproepen. Hij schept duidelijkheid over genomen besluiten, en bewaakt objectieve verslaglegging voor iedere deelnemer zodat de weg wordt vrijgemaakt voor verdere ontwikkeling. • Stimuleert creativiteit. De begeleider stelt open vragen om de aanwezige inzichten en creativiteit uit te dagen. Hij gaat er van uit dat iedereen een belangrijke bijdrage kan leveren. Hij betrekt van nature stille mensen actief bij het team, en stimuleert van nature dominante mensen om wat meer te luisteren dan ze gewoonlijk doen. Hij maakt initiatieven mogelijk door ‘ruimte’ te scheppen, op verschillende niveaus: ruimtelijke ordening, visie ontwikkeling, vorming van sociale netwerken, en door financiële middelen vrij te maken. Co-begeleider • Is actief en toont betrokkenheid. • Maakt uitgebreide aantekeningen. • Houdt het geheel in de gaten. • Zorgt voor ondersteunende taken. Welke meekrachten en tegenkrachten zijn er? De analyse van meekrachten en tegenkrachten scherpt het inzicht in de huidige realiteit, de voedingsbodem voor het gezamenlijk ideaal en de victorie. De analyse heeft betrekking op het kernteam en op de omgeving. Inventariseer: • De sterke kanten van het kernteam die u in staat moeten stellen om mogelijke bedreigingen vanuit de omgeving te kunnen opvangen. • De zwakke kanten van het kernteam die een risico vormen voor het bereiken van de victorie. • Kansen in de omgeving waarmee het kernteam te maken heeft die mogelijk in positieve zin kunnen bijdragen aan het bereiken van de victorie. • Bedreigingen uit de omgeving die het initiatief kunnen verzwakken of die het voortbestaan van het kernteam in gevaar kunnen brengen.
12
Zet kernwoorden in de een matrix, zodat een overzicht ontstaat van sterktes en zwaktes, kansen en bedreigingen. Hieronder worden handvaten geboden voor de vier elementen van deze analyse.
Sterktes
Zwaktes
Kansen
Bedreigingen
Analyse van het kernteam Het is van raadzaam om kritisch naar sterke en zwakke kanten van het kernteam te kijken. Voorbeelden van vragen die daarbij behulpzaam kunnen zijn: • Welke kennis en vaardigheden zijn in het kernteam aanwezig? • Welke kennis en vaardigheden ontbreken om de victorie te bereiken? • Tot welke netwerken van kennis, ervaring (of advies) heeft het kernteam toegang? • Wat is het beschikbare budget om de victorie te bereiken? Is dat genoeg? • Tot welke aanvullende financiële middelen of materialen heeft het kernteam toegang? • Wat is de beschikbare tijdsinzet die het kernteam kan leveren? • Tot welke aanvullende mankracht heeft het kernteam toegang? Analyse van de omgeving Kansen en bedreigingen vloeien voort uit trends en ontwikkelingen in de markt, (inter-)nationaal en in de directe omgeving. Het is belangrijk om niet alleen naar landelijke trends te kijken maar juist ook dichtbij huis. Voorbeelden van maatschappelijke trends en ontwikkelingen zijn: Demografische ontwikkelingen • Vergrijzing: het aantal ouderen boven de 65 jaar als percentage van het aantal mensen tussen de 15 en 65 jaar. • Ontgroening: het aantal jongeren tussen 0 en 15 jaar, als percentage van het aantal mensen tussen 15 en 65 jaar. • Verkleuring: Toename van het aantal mensen in de samenleving met een herkomst die buiten Nederland ligt. Ontwikkeling van een multiculturele samenleving. Verdwijnen van de grenzen van ruimte en tijd • Enorme mobiliteit. Globalisering in economisch, sociaal en cultureel opzich. De mogelijkheid om overal al dan niet virtueel aanwezig te zijn. • De Stabilitas loci als herinnering aan een lang achterhaald verleden. • Versnelling van processen en het verkorten van de leefcyclus van producten. Iedereen is druk en onderweg. Maatschappelijke uitval bij degenen die dit tempo niet (meer) op kunnen brengen. Een steeds belangrijkere rol in dit verband voor automatisering en robotisering van processen. Schaalvergroting • Fusies, clustering, steeds grotere allianties, met als gevolg harmonisatietendensen, een toenemende protocolisering en benadrukking van eenheid en het zoveel mogelijk uitbannen van afwijkingen. • Articuleren van beheersingsprocessen en het transparant en vergelijkbaar maken van processen en producten. • Uit het oog verliezen van de ‘menselijke maat’, vervreemding van zichzelf, van elkaar en de directe leefomgeving (natuur en cultuur). Individualisering en emancipatie van de burger • Einde van de voorgeprogrammeerde levensloop van leren tot je 25ste jaar, werken van 25-65 jaar en daarna ‘genieten’ van de oude dag. • Accent op persoonlijke levensstijl (persoonlijke biografieën) in plaats van aan sociaal-economische herkomst gerelateerde gewoonten en lidmaatschappen van institutionele verbanden. • Erosie van traditionele verwantschapsnetwerken en toenemende anonimiteit in publieke ruimte. • De burger als kritische en veeleisende consument.
13
Terugtredende overheid en het primaat van de markt • Ontmanteling van de verzorgingsstaat en een overheid die zich concentreert op wat zij als haar hoofdtak beschouwt: veiligheid. • Maatschappelijke processen die decennialang tot het domein van de overheid werden gerekend, worden nu aan de markt overgelaten. • Toename van publiek-private constructies voor grote –ruimtelijk- projecten. Toenemende behoefte aan zingeving Door het wegvallen van traditionele sociale verbanden en het steeds complexer worden van de samenleving, is er een groeiende behoefte aan houvast en het overdenken van de eigen positie ten opzichte van deze veranderingen. Tenslotte De analyse van de eigen kracht en omgevingsfactoren is essentieel om het planttijdstip te kunnen bepalen. Soms is het beter om af te wachten op het goede moment. Gras groeit niet harder door eraan te trekken. Tijd kan ook in het voordeel werken zonder dat je zelf iets hoeft te doen. De tijd is rijp als er voldoende urgentie wordt gevoeld om in beweging te komen. En als het goede moment is aangebroken, doe dan wat er op dat moment nodig is. Wees alert en laat het momentum niet liggen. Welke realistisch doel en doelgroepen willen we bereiken? Wat maakt de analyse van de huidige realiteit duidelijk over de aard van de victorie? Wat is haalbaar in de gegeven situatie? De hoofddoelstelling geeft antwoord op drie vragen: Wie? Een nauwkeurig omschrijving van de belangrijkste doelgroepen. Wat? Vaststellen van de behoeften van deze doelgroepen. Hoe? De wijze waarop het initiatief aan de behoeften van de doelgroepen voldoet. Binnen de hoofddoelstelling kunt u subdoelstellingen formuleren. Goede doelstellingen zijn beknopt, helder en dwingend voor het kernteam. Verder zijn ze haalbaar, eenduidig en meetbaar. Ze zeggen concreet iets over wat het kernteam met haar activiteiten wil bereiken, in een bepaalde periode voor een bepaalde doelgroep. Het is voor het werken met groepen belangrijk om je bewust te zijn dat er naast een inhoudelijk doel ook altijd een procesdoel meespeelt. Dat procesdoel is dat mensen die meewerken aan het inhoudelijke doel onderdeel willen zijn van een winnend team. Doelgroepen Mensen hebben uiteenlopende kenmerken en behoeften en daarom kan het van belang zijn om mensen in te delen in doelgroepen, met overeenkomstige kenmerken en behoeften. Er zijn verschillende criteria waarmee je mensen kunt indelen in groepen. • Geografische criteria zijn reisafstand, bereikbaarheid met auto, te voet, fiets etc. • Demografische criteria zijn bijvoorbeeld leeftijd, sekse, gezinsgrootte, inkomen, beroep, opleiding, geloof, ras en nationaliteit. • Leefstijl criteria zijn persoonlijkheidskenmerken op basis van waardenoriëntaties. De trendonderzoek bureaus hebben allemaal hun eigen segmentering gemaakt. • Gedragscriteria hebben betrekking op de wijze van aanschaf en gebruik van een product of dienst. Welke activiteiten zijn er nodig en wie doet wat? Om doelen en doelgroepen te bereiken zijn activiteiten nodig en mensen die ze willen uitvoeren. Tijdens een workshop met de betrokkenen kan je in drie stappen een heel eind komen. • Brainstorm waarin elke deelnemers 5 sleutelactiviteiten bedenkt, en de beste twee inbrengt. • Groeperen van de activiteiten in clusters die door één taakgroep kunnen worden uitgevoerd • Zelfselectie van deelnemers in verschillende taakgroepen.
14
Wie doet wat en wanneer? Er zullen duidelijke afspraken gemaakt moeten worden over vier zaken: • De precieze activiteiten • Afstemming in de tijd en kosten • Teamrollen en coördinatie • Uitbesteden wat je zelf niet kan Precieze activiteiten De taakgroepen nemen verantwoordelijkheid voor de verdere uitwerking, planning en uitvoering van de activiteiten. Elke taakgroep rapporteert naar de hele groep over de drie actieclusters: start-activiteiten, voortgangsactiviteiten en afsluitende activiteiten waarmee de victorie van de taak groep bereikt is. De drie actieclusters komen naast elkaar op een tijdbalk te staan.
Taakgroepen A.
Startactie Wat is de start gebeurtenis, of eerste stap van deze taakgroep?
Voortgangsactiviteiten Welke activiteiten vinden er plaats?
Prestatie geleverd Waaraan kan je zien dat de victorie van deze taakgroep bereikt is?
B. C. D. Afstemming in tijd en kosten Door de activiteiten van de verschillende taakgroepen onder elkaar te zetten in bovenstaande schema, worden de intervallen in de werkzaamheden zichtbaar en kunnen sleutelmomenten (mijlpalen) worden aangewezen. Daaruit volgt een logische planning voor bijeenkomsten van de taakgroepen (dagelijks, wekelijks, maandelijks) afhankelijk van de duur van het project. Teamrollen en coördinatie • Stel vast wie actief gaat deelnemen. Verdeel de lusten en lasten evenredig zodat het voor alle betrokkenen plezierig is om aan het initiatief te werken. Leg taken, commitments en afspraken kort maar krachtig vast. Dat geeft houvast en kan eventueel ook altijd weer bijgesteld worden. • Leg vast wie de coördinatie zal verzorgen • Schat onkosten en stel vast wie de kosten gaat dragen. • Verduidelijk rollen binnen het team. • Verzin een pakkende titel voor het plan of kies een logo of symbool dat het karakter dat de gezamenlijke actie weergeeft. Uitbesteden wat je zelf niet kan Besteed uit wat je zelf niet kan. Onderken je beperkingen (bijv. kennis en vaardigheden) en schakel tijdig hulp in.. Voorkomen is sneller dan genezen. Investeer in een relatienetwerk waar je een beroep op kan doen. Investeer ook in capaciteitsopbouw zodat mensen met bepaalde taken vervangbaar zijn. Pas op voor verkeerde zuinigheid.
Hoe verzorgen we de voortgang? Je wilt het plan uitvoeren en tot een goed resultaat komen samen. Daarvoor zijn vier zaken van belang. • Stuwkracht • Informatie • Flexibiliteit • Motivatie Bouw stuwkracht in • Zorg voor een ritme van plannen maken, plannen voltooien en successen vieren. Bouw rustmomenten en vieringen in. Neem regelmatig tijd voor ontspanning. Vier de mijlpalen, de oogst van gezamenlijke inspanningen. • Plan een snel te bereiken succes. • Creëer voor grotere uitdagingen oefensituaties om te toetsen of verwachtingen ook waargemaakt kunnen worden.
15
•
Zorg dat het team de waarde van hun inspanningen voor ogen blijft staan.
Houd iedereen op de hoogte • Rapporteer regelmatig over de voortgang • Maak prettige ontmoetingsplekken en organiseer regelmatig ontmoetingsmomenten. • Communiceer efficiënt waar het kan zodat de tijd die nodig is voor onderlinge afstemming binnen de perken blijft. • Communiceer effectief waar het moet zodat iedereen weet waar hij of zij aan toe is. • Werk de planning steeds bij en in zicht. Gebruik de planning als ‘team-decor’ • Informeer iedereen over de bijeenkomsten Stel het plan bij • Nieuwe informatie, veranderde situatie, autoriteit wijzigt plan. Zoek een antwoord op nieuwe informatie of veranderde omstandigheden. Sta open voor het onverwachte, zoek steeds een antwoord op wat de situatie op dat moment vraagt. • Welke activiteiten zijn de afgelopen periode gestart? • Wat hebben we de afgelopen periode voor elkaar gekregen? • Wat is duidelijk geworden? • Waar zitten we vast? • Waar moeten we de komende periode extra stuwkracht ontwikkelen? Motiveer mensen • Geef aandacht aan kleine resultaten en inspanning. Bevestig en erken de bijdrage die iedereen heeft geleverd. Speel elkaar de bal toe en probeer niet alleen te scoren. • Zorg er voor dat iedereen een taak heeft. Pas persoonlijk maatwerk toe en sluit aan op de eigenheid, ambities, kennis en vaardigheden van mensen. • Gebruik mislukkingen en tegenslagen als mogelijkheid om te leren. Benut de kans van leren door schade en schande. Erken onzekerheid en risico’s maar laat die niet leidend worden in de begrenzing van initiatieven. Accepteer fouten, geef elkaar niet de schuld. Gedeelde smart is halve smart. Heb de moed om te stoppen of de aanpak te veranderen als je geleerd hebt dat wat je wilt niet werkt.
Bronnen: Technology of participation (ToP), Methoden voor activering van groepen. Institute of Cultural Affairs in Europe (1994) Wegwijzer agrotoerisme, de Groene Long, juli 2005 Het leven in bedrijf, een ontwerp voor een buurderij, Innovatienetwerk december 2005
16
5. Werving van nieuwe mensen In de vorige stap is aan de orde geweest hoe u gunstige voorwaarden kunt scheppen voor succesvolle samenwerking. Een belangrijke eerste stap in de ontwikkeling van samenwerking is de werving. Daarin is de kernopgave om duidelijk te krijgen wat u heeft te bieden dat aantrekkelijk is voor degene die u wilt aantrekken. In deze stap bieden we een aantal handvatten om aantrekkelijk te zijn voor uw doelgroepen terwijl u trouw bent aan uwzelf. Vragen • • • •
Wie trekken we nu aan? Wat zijn onze doelen, uitgangspunten en strategie in de werving? Welke communicatiemiddelen kunnen we inzetten? Hoe ronden we de werving af?
Wie trekken we nu aan? Voordat u met de werving van nieuwe mensen begint is het raadzaam om eerst eens te kijken naar welke mensen u nu vanzelf aantrekt. De boerderij heeft nu ook al een aantrekkingskracht en die zegt iets over de boerderij zef en ook over hoe u daar in staat. Frans Termoshuizen, bloementeler en recreatieondernemer op de Ottermeerhoeve in Wouwse Plantage, heeft tijdens een bijeenkomst in november 2003, zijn visie op aantrekking verteld. Volgens hem komt het er kortweg op neer dat je aantrekt wat je uitzendt. Hij maakte dat aannemelijk met twee eenvoudige tekeningen. Een tekening met een gul lachend, dikmannetje en een tweede tekening een ontevreden kijkend dun mannetje. Volgens Frans illustreren deze twee tekeningen de intentie waarmee je een relatie aangaat. Het dikke mannetje deelt zijn blijdschap en het dunne mannetje vraagt om blij gemaakt te worden. In de lichaamstaal komt die intentie tot uitdrukking, en mensen zijn daar gevoelig voor. Volgens Frans worden de intenties verspiegelt in wie je aantrekt. Met een blijde en dienstbare houding trek je andere mensen aan dan met een vragende en ontevreden houding. U kunt het verslag van de bijeenkomst hier downloaden [pdf aantrekking Ottermeer] U kunt het dikke en het dunne mannetje ook als metafoor zien van overvloed en schaarste. Herkent u dat gevoel van schaarste ontstaat door angst dat u iets tekort komt, en dat gevoel van overvloed ontstaat door vertrouwen dat u niets tekort komt? Tineke van den Berg, stadsboerin op de Kemphaan in Almere, vertelde tijdens dezelfde bijeenkomst in november 2003 dat zij op de stadsboerderij vijf verschillende groepen mensen aantrekt. De stadsboerderij heeft een publieksfunctie voor de stad Almere en trekt erg veel mensen. Tineke maakt onderscheid tussen de verschillende groepen mensen op basis van wat ze komen ontvangen en wat ze geven. 1.
2.
3.
4.
5.
Passanten. De stal is altijd open en heeft een extra brede voergang, iedereen kan komen kijken. Dit zijn de mensen die langsfietsen, of die langssurfen op het internet. Doel is recreatie. Duizenden per jaar. Het is geweldig om die stadskinderen te zien die voor het eerst met hun handen in de grond zitten, voor het eerst een ‘boerin’ zien. Ze zijn dan wel teleurgesteld want Tineke voldoet niet aan hun beelden uit boekjes. Excursiedeelnemers, schoolklassen (150 klassen per jaar), deelnemers aan activiteiten zoals open dag, theaterfestival, oogstfeest en dergelijke. Doelen zijn onder andere educatie en recreatie. De ervaring op de Kemphaan is dat Tineke bij de passanten en de excursies vooral geeft zonder daarbij te ontvangen. Adoptievrienden van Adopteer een Koe bieden vooral morele ondersteuning. Van de 73 adoptievrienden zijn er ongeveer 25 actief tijdens de adoptievrienden dagen. Dit is de eerste categorie waarbij er een zekere wisselwerking in het geven en ontvangen optreedt. Consumenten en vaste klanten. Thuis en op de boerenmarkt. Dit zijn er ongeveer 350 waaronder ook vrienden van de boerderij. Hier treedt wisselwerking op. Tineke geeft vlees, tijd, aandacht, informatie. Ze krijgt ervoor terug: betrokkenheid bij het bedrijf, bijdrage aan het inkomen, morele ondersteuning, feedback en bewaking van de productkwaliteit. Bij de klant is de rekensom in evenwicht, je krijgt motivatie en feedback gratis bij. Tineke zegt: ‘Dit zijn de mensen waarmee ik gevoed word’. Deze immateriële beloning (bemoediging) is heel belangrijk: ‘Daar kun je weer een week mee vooruit’. Vrijwilligers. Soms ook van landschapsbeheer Flevoland. Werken in de tuin, in de boomgaard of in de stal. Tineke geeft tijd, aandacht, de gelegenheid en koffie en soep, zij krijgt enthousiasme gezelligheid en gedaan werk terug. Dit zijn er ongeveer 10, en het contact is heel intensief.
17
Wat zijn onze doelen, uitgangspunten en strategie in de werving? Als u met werving van nieuwe mensen begint, is een eerste stap na te denken over uw doelen, uitgangspunten en strategie. Maak een wervingsplan waarin u kort en krachtig vastlegt hoe u gaat werven en wat u ervan verwacht. De volgende indeling kan u daar mogelijk bij helpen. Wie bent u? • Wie zijn de mensen die werven? Wie voeren het woord tijdens een open dag, de nieuwsbrieven schrijven, de website bijhouden, nieuwe mensen verwelkomen etc.? • Wie is de belangrijkste afzender van de mensen die werven? • Als er veel mensen betrokken zijn bij het initatief is het raadzaam om de communicatie te delegeren aan een groepje mensen die daar de verantwoordelijkheid voor neemt. De boer of boerin kan eventueel zelf de eindverantwoordelijkheid houden zodat er geen onjuiste berichten de deur uit gaan. Waar bent u nu? • Wat zijn de bijzonderheden van de boerderij en het gebied erom heen? Wat is de naam van het gebied en wat maakt het gebied uniek voor de mensen die u wilt aantrekken? • Wat is de bijzondere rol van de boerderij en de mensen in het gebied? Wat is de naam van de boerderij, onder welke rechtsvorm bent u actief? Wie is het (bekende) gezicht naar buiten toe? • Wat is het doel waarop u mensen aantrekt? BD Tuinderij de Aardvlo heeft zich deze vragen gesteld en en document gemaakt waarin de drie samenhangende poten van het geheel zijn beschreven: 1. Doelstellingen en visie, 2. Vrijwilligers en 3. Professionele betaalde kracht. U kunt het het down loaden [Pdf Historische waarde en karakteristiek van ‘ de Aardvlo’] Waar wilt u naartoe? • Wie wilt u aantrekken? Voor welke doelgroepen is de boodschap bestemd? Wie willen we aantrekken? • Wat is de centrale boodschap? • Wat wilt bereiken? Welke doelen wilt u realiseren op de korte en lange termijn? • Wat wilt u met communicatie bereiken? Welke verandering van kennis, houding of gedrag streeft u na? Kwantificeer de doelstelling (bijvoorbeeld 5% respons op een mailing). • Wanneer wilt u dat bereiken? Let in verband met de seizoenen op de timing . In Polder Biesland is in het kader van de Campagne Nederland Mooi een communicatieplan gemaakt om mensen bij het landschap te betrekken. U kunt het communicatieplan hier downloaden. [Pdf Communicatieplan Biesland 2005-2006] Hoe gaat u dat bereiken? • Hoe staat het met de naamsbekendheid? • Welke onderscheidende belofte kunt u bieden? Bijvoorbeeld: ‘Geniet meer van uw voedsel en de natuur met boerENbuur’ • Welke argumenten gebruikt u om de belofte te onderbouwen? • Wat is de concrete tegenprestatie van de betrokkenheid? Bijvoorbeeld, nieuwsbrieven, deelname aan open dagen. • Hoe spreekt u de mensen aan? Welke tone of voice kiest u? Bijvoorbeeld, betrokken, vriendelijk, afstandelijk, warm en dichtbij. • Met welke zaken moet u rekening houden? Bijvoorbeeld, logo, adres, en telefoonnummer, reactietermijn. • Welk budget heeft u tot uw beschikking voor de werving?
Welke communicatiemiddelen kunnen we inzetten? De meest voorkomende communicatiemiddelen zijn internet, advertenties, radio, TV en kabelkrant, rechtstreekse reclame, evenementen, buitenreclame en PR. Welke u inzet is afhankelijk van doelen, uitgangspunten, strategie en budget. We lichten elk communicatiemiddel kort toe. Internet
18
• •
• • •
•
•
Internet vormt de basis voor alle overige vormen van communicatie. De boerENbuur website biedt iedereen de gelegenheid om met uw initiatief kennis te maken. Bezoekers kunnen van daaruit naar uw eigen site toe. U kunt uw eigen site op verschillende manieren inrichten: alleen voor het geven van informatie, of interactief met de mogelijkheid voor aanmelding of het ontvangen van feedback en vragen. Het ontwikkelen en bouwen van een website vergt deskundigheid maar het hoeft niet kostbaar te zijn. Informeer bij enthousiaste computergebruikers in uw directe omgeving naar hun kennis en ervaringen. De website dient actueel gehouden te worden met alle relevante informatie. Indien u het aantal bezoekers aan uw website wilt verhogen, kunt u overwegen om zogenaamde ‘banners’ te plaatsen op veelbezochte sites van andere internetadverteerders. Bijvoorbeeld de digitale nieuwspagina van uw lokale krant. U kunt ook overwegen om u aan te melden bij platforms zoals: landmerc, vrienden van het platteland, zorgboeren Nederland, Nederland Mooi, adresdata etc. Via dergelijke platforms komen ook bezoekers bij u terecht. Houdt u er wel rekening mee dat hoewel veel huishoudens een computer hebben niet iedereen er actief gebruik van maakt.
Advertenties in dagbladen en huis-aan-huis kranten • U kunt zelf contact opnemen over de advertentiemogelijkheden van de krant van uw keuze. • Kranten hanteren voor adverteerders meestal mm-prijzen. Het aantal mm-ers wordt bepaald door vermenigvuldiging van het aantal kolommen keer het aantal mm-ers per kolom. • Advertenties kunnen worden geplaatst op gewone advertentiepagina’s (zogenaamde GA’s), op redactiepagina’s (zogenaamde Ingezonden Mededelingen of IM-ers), tussen rubrieksadvertenties of op de voorpagina (VP’s). Uitgevers hanteren meestal toeslagen voor voorpagina’s en redactionele pagina’s, kleurtoeslagen, steunkleur-toeslagen, speciale wensen en plaatsposities. • Een redactiepagina heeft meestal 8 klommen en heeft een kolombreedte van 5 cm. Een advertentiepagina telt 10 kolommen en heeft een kolombreedte van 4 cm. Advertenties in magazines • Door de grote hoeveelheid vakbladen, branchebladen, zogenaamde special interest bladen en tijdschriften kan er zeer gericht worden geadverteerd richting doelgroepen. • Uitgevers bieden adverteerders gewoonlijk de mogelijkheid om op een of meerdere pagina’s te adverteren, of een deel van een pagina (halve pagina, kwart pagina). • Ook magazines kennen vaak toelagen voor bepaalde posities (achterpagina, in het midden van het blad, binnenzijde van de omslag) of bepaalde kleur-uitvoeringen. • Indien een advertentie vaker wordt geplaatst in verschillende nummers van een titel, hanteert de uitgever vaak een staffelkorting. Radio –TV- Kabelkrant Lokale radio- en TV zenders maken het mogelijk voor u om uw boodschap met betrekking tot uw ontwikkelingsvraag van boerENbuur te laten horen en zien. TV is een uitstekend medium om de emotie en schoonheid van de boerderij en de mens die erbij betrokken zijn te laten voelen. • U kunt dit op (semi-)professionele wijze zelf vastleggen, regisseren en produceren of de hulp inschakelen van een audiovisueel productiebedrijf. • Houd rekening met de kosten voor de productie van de commercial maar ook met de uitzendkosten. • TV-zenders hanteren gewoonlijk tarieven op basis van de lengte van de commercial (bijvoorbeeld 30 seconden) maar ook het moment van uitzenden. Informeer bij de desbetreffende lokale TV zender naar de uitzendkosten, het doelgroepprofiel van de zender en het bereik / kijk- en luisterdichtheid. Radio is een medium dat in korte tijd (met een bepaalde uitzendfrequentie) een gesproken boodschap uitstekend kan uitdragen. • Radio is effectief als de boodschap zich vooral richt op het bekendmaken van iets aan lokale luisteraars. • Lokale radiozenders worden goed tot zeer goed beluisterd door lokale luisteraars Kabelkrant is een medium dat in bepaalde delen van Nederland een goed bereik heeft. U kunt op een kabelkrantpagina doorgaans een kort boodschap plaatsen, aangevuld met een of meerdere teksten.
19
Rechtstreekse reclame met gepersonaliseerde direct mail • Indien u uw doelgroep in uw verzorgingsgebied goed kunt omschrijven en selecteren, kunt u direct mail inzetten. Denk bij een standaard mailpack aan een verzendenvelop, een begeleidende brief en of folder met informatie en de mogelijkheid om antwoord te geven. Dit laatste is enorm belangrijk. Indien de ontvanger niet kan reageren omdat een retouradres, antwoordnummer, telefoonnummer ontbreekt, verliest de mailing zijn effectiviteit. • U dient natuurlijk wel over een mailbestand te beschikken. Heeft u dit niet, dan kunt u dit mogelijk kopen of huren. Informeer bij een lokale organisatie (gemeente, energiebedrijf of lokale krant) die met uw doelgroepen werken naar de mogelijkheden en de kosten. • U dient wel rekening te houden met mensen die geen ‘reclamedrukwerk’ wensen te ontvangen en dit bij postbus 51 kenbaar hebben gemaakt. De Aardvlo heeft in een A4-tje een advertentietekst gemaakt waarmee ze tuinvrijwilligers werven. U kunt die wervingstekst hier downloaden. [Pdf Werving Tuinvrijwilligers op BD Tuinderij de Aardvlo]
Rechtstreekse reclame (niet-gepersonaliseerd) • Indien het niet uitvoerbaar is om mensen persoonlijk aan te spreken kunt u ook een mailpack of folder huis-aan-huis laten verspreiden. U kunt hierbij veelal gebruik maken van plaatselijke verspreidorganisaties. Denk hierbij aan uw lokale krant, de winkeliersvereniging of andere organisaties. • Houd wel rekening met mensen die geen reclamedrukwerk wensen te ontvangen en dit kenbaar maken door middel van een JA/NEE sticker op hun brievenbus. Rechtstreekse mondelinge reclame • Het actief benaderen van uw doelgroep kan zeer effectief zijn indien u overtuigd bent dat u de doelgroep kunt overhalen uw initiatief te steunen. • U kunt de mensen opbellen of mensen thuis benaderen door aan te bellen. • U kunt overwegen om mensen rechtstreeks te benaderen als vervolg op een advertentieplaatsing of folderverspreiding. De ontvanger heeft de advertentie of folder mogelijk gezien en u kunt daar in het gesprek een vervolg aan geven. • Rechtstreeks benaderen is relatief kostbaar en tijdsintensief maar zeer effectief. Vermijd irritatie bij uw doelgroep: kies een goed tijdstip om mensen te benaderen, bereid het gesprek goed voor, spreek mensen goed aan. Evenementen • Als u betrokkenheid wilt bij het boerderijleven, kunt u ook mensen uitnodigen om de boerderij direct te ervaren door middel van een open dag, seizoensfeest, een themabijeenkomst, fototentoonstelling of een andere activiteit. • Maak de genodigden duidelijk waarom u het evenement organiseert. • Stuur een persbericht naar lokale kranten, want die zijn meestal geïnteresseerd in zulk nieuws. • U kunt een evenement geheel zelfstandig organiseren of aansluiten bij landelijke campagnes zoals de biologische opendagen, de week van het platteland of de week van de smaak. • U kunt ook overwegen om lokale bekenden in te zetten. Denk hierbij bijvoorbeeld aan het uitnodigen van burgemeester en/of wethouders. Of een andere lokale bekendheid (artiest of muzikant) die als ambassadeur optreedt. Buitenreclame • Buitenreclame leent zich uitstekend voor lokale communicatie. Met uw boodschap zoekt u letterlijk de burgers op straat op. • Er zich verschillende vormen denkbaar van relatief goedkoop zoals banners (print op zeildoek), postering, affichering, driehoeksborden (rond een lantaarnpaal), stoepborden tot kostbaar zoals een lokale abri’s en billboards, bus-en tramreclame. • Houd er rekening mee dat in een veel gevallen een vergunning verplicht is. Maar je kunt ook ‘wildplakken’ overwegen. PR en mond-tot-mond reclame • PR (staat voor Public Relations) kan sympathie voor uw initiatief verhogen. Daarnaast is het belangrijk dat anderen- dan uzelf- positief nieuws over u naar buiten brengen. Dat kan een professional –een journalist- zijn of de mensen die bij boerENbuur betrokken zijn.
20
•
•
• •
Bij PR kunt u denken aan een eenvoudig persbericht voor de lokale krant of radiozender. Maar u kunt ook verder gaan door diezelfde lokale krant of radiozender uit te nodigen voor een interview met uw organisatie. Het is belangrijk dat het interview nieuwswaarde heeft voor de journalist. Voorzie de lokale pers van alle mogelijke faciliteiten die het publiceren van uw informatie versnellen of vergemakkelijken. Denk hierbij aan een persmap voorzien van een kort persbericht, persfoto’s en eventueel het logo van uw organisatie. Ook in de persbenadering kunt u een bekende persoonlijkheid of ambassadeur inschakelen om uw initiatief te profileren. De allerbelangrijkste vorm van reclame is mond-tot-mond reclame. U kunt nog zoveel advertenties plaatsen, nieuwsbrieven versturen of poster ophangen, de positieve waardering van de mensen die bij het initiatief betrokken zijn is van onschatbare waarde. Zij kunnen als geen ander uw boodschap overbrengen op buren, familieleden, vrienden of bekenden van een sport-of muziekvereniging. Hun netwerken zijn groot en waardevol. Probeer daarom om enthousiaste betrokkenen in de kerngroep te krijgen en schakel hen in voor de werving.
Hoe ronden we de werving af? Uiteindelijk gaat het in de werving om resultaten. Om uw wervingscampagne te kunnen evalueren is het raadzaam om zorgvuldig met de respons (reacties en of aanmeldingen) om te gaan. Indien u voorafgaand aan de werving doelstellingen heeft geformuleerd kunt u na afloop bepalen of de campagne geslaagd is, voor herhaling vatbaar is of dat u de volgende keer een andere strategie voert. Onderzoek U wilt weten of de campagne gewerkt heeft. U kunt hierbij onderzoek doen naar de inhoud, vorm en uitstraling en bereik. • Inhoudelijk: is de boodschap duidelijk, is de centrale boodschap aantrekkelijk, nodigt het uit om deel te nemen, is de bijdrage die wordt gevraagd redelijk of vormt het een drempel etc. • Vorm en uitstraling: Spreekt de wervingscampagne aan, is de boodschap duidelijk verwoord, zijn de beelden goed gekozen en is duidelijk wat de lezer moet doen , etc. • Bereik: is de doelgroep ook daadwerkelijk bereikt met de boodschap. Heeft men de advertentie gelezen, de website bezocht, de mailing ontvangen etc. Er zijn verschillende vormen van onderzoek zoals schriftelijke en telefonische enquêtes, groepsinterviews, individuele interviews etc. U kunt eventueel een student vragen om een enquête uit te voeren. Nazorg Indien de werving succes heeft gehad, en nieuwe deelnemers heeft opgeleverd is dat een mooi resultaat. Belangrijk is dat u deze groep koestert en behoudt. Dat kan door middel van een (digitale) nieuwsbrief of een uitnodiging voor een evenement. Zie de stap Communicatie.
Bron: Handleiding voor communicatie (investeren in ecologie) Media Academie, stuk over non- verbale communicatie (20% woorden, stem, 80& houding en uitstraling)
21
6. Overeenkomst sluiten In de vorige stap is aan de orde geweest hoe u mensen kunt aantrekken om betrokken te raken bij het boerderijleven. Van daaruit kunnen zich concrete vormen van samenwerking ontwikkelen. Een drempel in een nieuwe situatie is dat u niet precies kunt voorzien wat u te wachten staat. De drempel kan tot gevolg hebben dat u aarzelt om de drempel over te gaan. Het is raadzaam om afspraken te maken over wat u van elkaar verwacht voordat u verder gaat. Afspraken geven duidelijkheid en houvast. In deze stap bieden we een aantal handvatten bij het maken van duidelijke afspraken.
Vragen • • • • • • • • • • •
Om welke rollen, taken en verantwoordelijkheden gaat het? Welke verwachtingen hebben we over de uitvoering van de taken? Is er een proefperiode? Wat spreken we af en leggen we vast in een overeenkomst? Wat spreken we informeel af? Hoe ver gaat het meedenken? Hoe werken we samen? Hoe gaan we om met risico’s en schade? Wat verzekeren we? Hoe ver gaat het samen zaken doen? Is er een rechtsvorm nodig?
Om welke rollen, taken en verantwoordelijkheden gaat het? Wat zijn de mogelijkheden om iets voor elkaar te betekenen? Welke rollen kunt u als burger spelen op de boerderij. Op basis van de indeling: 1.kennismaken en meedenken, 2. meewerken en doen, en 3. samen zaken doen, zijn er zes rollen te onderscheiden. De rol van gast, adviseur, bestuurder, uitvoerend medewerker, klant, en ondernemend zakenpartner. Voordat u tot overeenstemming komt over wat u in elk van die rollen voor elkaar kunt betekenen, zal er een fase van afstemming zijn waarin u uw wensen en behoeften naar elkaar toe uitspreekt, en ook de beperkingen en begrenzingen die er zijn verduidelijkt. In die fase van afstemming kan het zijn dat u tot de conclusie komt dat er geen goede samenwerking mogelijk is. Dat kan, even goede vrienden. BD Tuinderij de Aardvlo had in haar coöperatietijd (1980 t/m 1995) een takenlijst met 41 items, waarover de verantwoordelijkheid aan verschillende personen was toegewezen. Die lijst geeft ook een mooi tijdsbeeld van het bedrijf in 1991.[Pdf Takenlijst coöperatie de Aardvlo]
Welke verwachtingen hebben we over de uitvoering van de taken? Op het moment dat een afspraak wordt gemaakt om een taak uit te voeren is er vaak een zeker optimisme over de tijd en inspanning die het vergt om dat te doen. U verwacht dat u het wel kan of de ander verwacht dat u het wel kan. Het is raadzaam om die verwachtingen wat kritisch te beschouwen, omdat er gemakkelijk frustraties kunnen ontstaan over foute verwachtingen. De praktijk is vaak weerbarstig. Neem bijvoorbeeld de situatie dat de taak tegen valt of moeilijker is dan gedacht. U bent misschien minder goed toegerust voor de taak dan voorzien, of u heeft niet voldoende tijd beschikbaar. U voelt zich gehouden aan de afspraak en wil eigenlijk niet bekennen dat het niet gaat. Uiteindelijk draait u zich vast en komt het toch uit. Niet leuk voor u en niet leuk voor de ander. Er zijn verschillende manieren om zo’n situatie te hanteren. In alle gevallen is het raadzaam om alert te zijn op signalen dat de verwachtingen niet waargemaakt kunnen worden. Laat het niet vastlopen, maar kaart het tijdig aan. Het is ook goed om vooraf door te vragen over relevante ervaring om een bepaalde taak uit te voeren en wat een persoon nodig heeft om dat goed te kunnen doen. Daardoor kan de persoon een taak op zich nemen die binnen zijn of haar vermogen ligt. Daarbij past de kanttekening dat mensen ook uitdaging nodig hebben. Dus wees ook weer niet te voorzichtig. In veel gevallen komt het van zelf goed. De persoon leert al doende om de taak goed uit te voeren. Dat vraagt wel dat die persoon de ruimte heeft gekregen om zich de taak eigen te maken. Daarom is het belangrijk dat de ruimte om te leren een gesprekspunt is. Welke ruimte krijgt u om fouten te maken? Kunt u bij iemand
22
aankloppen als u vragen heeft? Wordt u ingewerkt of begeleid? Een centrale waarde van boerENbuur is al doende leren (zie ook de Kenmerken). Tenslotte, u kunt ook een proefperiode afspreken om gaandeweg te ontdekken of uw verwachtingen uitkomen. Is er een proefperiode? In de meeste gevallen is er bij een eerste kennismaking nog geen duidelijkheid over wat u precies voor elkaar kunt betekenen. Dan begint eigenlijk de eerste proefperiode waarin u elkaar de tijd geeft om te proeven waar de behoeften en de mogelijkheden liggen. Als die proefperiode smaakt naar meer komt er een moment waarop er een gezamenlijke activiteit wordt overeengekomen. Ook daarin kunt u een proefperiode overwegen. Het is vooral raadzaam in situaties waarin de activiteit onbekend en uitdagend is. In die proefperiode kunt u beide ervaren of de samenwerking bevalt. Een proefperiode wordt aan het einde van de afgesproken duur afgesloten met een evaluatiegesprek. U kunt met goed fatsoen stoppen als het niet goed bevalt.
Wat spreken we af en leggen we vast in een overeenkomst? Voordat u elkaar de hand schudt, zegt u: ‘Geef me de vijf.’ De vijf die u elkaar geeft zijn WIE, WAT, WAAR, WANNEER EN HOE. WIE zijn degenen die de overeenkomst sluiten of de afspraak maken. WAT is de inhoud van de overeenkomst, bijvoorbeeld het gezamenlijke doel, de activiteit of taak. WAAR is de plaats waar het zich afspeelt. WANNEER betreft het tijdstip, of de tijdstippen als er een regelmatig iets gebeurt en de totale duur van de overeenkomst. HOE zegt iets over de wijze waarop het doel wordt bereikt of de taak wordt uitgevoerd. Op BD Tuinderij de Aardvlo is dagelijks een groep ‘Tuinvrijwilligers’ aan het werk. Zij verbinden zich door middel van een vrijwilligerscontract, dat u hieronder kunt downloaden. [Pdf Vrijwilligerscontract De Aardvlo] Wat spreken we informeel af? Een belangrijk deel van de waarden en overtuigingen van de leider komen (informeel) via een set ongeschreven regels tot uitdrukking. Dit is geen pleidooi om die ongeschreven regels op papier vast te leggen, maar een poging om er de aandacht op te vestigen. Want de ongeschreven regels zijn net zo sterk sturend op het (gewenste) gedrag als de regels die in schriftelijke overeenkomsten zijn vastgelegd. Bijvoorbeeld Michel Smits van BD Tuinderij de Aardvlo vertelt met welke waarden en overtuigingen hij met de groep tuinvrijwilligers omgaat. Hij hecht eraan dat de vrijwilligers een grote mate van vrijheid hebben om hun eigen tempo te bepalen en fouten te maken, en wil voorkomen dat mensen zich onder druk gezet voelen door overmatige controle. Hij neemt de consequentie hiervan voor lief, namelijk dat mensen niet allemaal ven snel werken en dat er fouten gemaakt worden. Het resultaat van deze benadering is dat de vrijwilligers zich van binnenuit verbinden met het werk en zelfvertrouwen opbouwen en daar gaat het hem om: ‘Ik vind het geweldig om te zien dat mensen als muis binnenkomen en als leeuw vertrekken’. Hij hecht ook aan lange pauzes waarin van alles bespreekbaar is, en dat de gesprekken daarna verstommen zodat daarna de aandacht weer op de tuin en het werk gericht kan zijn. Hij hecht ook aan een bepaalde groepsgrootte (maximaal 10 mensen), interpersoonlijke chemie en een bepaalde frequentie van werken in de tuin (minstens 2 dagen per week) omdat hij dan het beste de balans kan verzorgen, tussen wat hij er als begeleider aan energie in steekt en wat hij als tuinder aan productiviteit ontvangt. U kunt het verhaal van Michel Smits hier downloaden. [Pdf Organisatie vrijwilligers] Hoe ver gaat het meedenken? Het meedenken gaat zover als u elkaar toestaat. Veel boeren die voor het eerst in aanraking komen met bedrijven waar buren veel invloed hebben, slaat de angst om het hart. Ze zijn bang dat ze het stuur uit handen moeten geven. Echter, zolang als de boer verantwoordelijk is voor het bedrijf, en ook de risico’s voor rekening van de boer zijn, is het logisch dat de boer het stuur in handen heeft. In de praktijk zijn er geleidelijke overgangen van toenemende invloed. Elke volgende niveau van invloed op deze participatieladder bouwt voort op het vorige niveau. Uiteindelijk kan dat betekenen dat het bedrijf een gezamenlijke onderneming wordt. Maar alleen als de boer en de buren daartoe bereid zijn en er ook de volle verantwoordelijkheid voor willen dragen.
23
Participatieladder van toenemende invloed Treden Toelichting Informeren Dit is eenrichtingsverkeer. De deelnemer wordt geïnformeerd en heeft niet de mogelijkheid om iets terug te zeggen. Consulteren Dit is tweerichtingsverkeer maar nog vrijblijvend. De deelnemer wordt geïnformeerd over iets wat door anderen is bedacht en krijgt de mogelijkheid om er commentaar op te geven. Met dat commentaar hoeft de ontvanger niets te doen. Adviseren Dit is niet vrijblijvend meer. De deelnemer wordt gevraagd om te adviseren over iets dat door anderen is bedacht. De deelnemer die een advies formuleert, mag verwachten dat het advies serieus word genomen door de ontvanger. De ontvanger kan het advies naast zich neerleggen, maar dan wel met een toelichting wat de overwegingen daarbij zijn. Meedenken In een vroeg stadium van een initiatief wordt de deelnemer gevraagd om betrokken te zijn bij de planvorming en de uitvoering. De deelnemer heeft een rol die door de initiatiefnemer is toegekend. De besluitvorming is informeel. De initiatiefnemer zelf hakt de knopen door en draagt ook de risico’s en de eindverantwoordelijkheid. Meebeslissen De invloed van de deelnemer is structureel. Er zijn besluitvormingsprocedures waarin de deelnemer stemrecht heeft. Er is gedeelde verantwoordelijkheid maar als het erop aan komt is er één persoon met een vetorecht eindverantwoordelijk. Gezamenlijke De invloed van de deelnemer is structureel. Besluiten worden gezamenlijk genomen en de besluiten verantwoordelijkheid wordt gezamenlijk gedragen. Het is raadzaam om bewust om te gaan met de verschillende treden van de participatieladder. Vooral op moment dat het begin te wringen biedt dat bewustzijn een uitkomst. IJsbrand Snoeij van Zorgboerderij ’t Paradijs heeft dat in 2007 geleerd. Op de zorgboerderij komen veel mensen en de bedrijfsvoering is daardoor volledig transparant. Daardoor was ook zichtbaar dat het onkruid welig tierde. De gesprekken daarover op de zorgboerderij begonnen ook welig te tieren tot ergernis van IJsbrand. Hij maakte duidelijk dat hij hun commentaar had gehoord, maar dat het zijn verantwoordelijkheid was. Dat zijn prioriteiten elders lagen en dat jij genoeg had van het commentaar. Hij daagde de mensen uit om hun zorgen over het onkruid om te zetten in daden en zelf verantwoordelijkheid te nemen voor de bestrijding ervan. Zo ontstond een enthousiaste tuingroep. De deelnemers sprongen van trede Consulteren naar trede Meebeslissen. Zie ook het reisverslag van Zorgboerderij’t Paradijs. Michel Smits van BD Tuinderij de Aardvlo heeft over het onderwerp invloed zijn gedachten op papier gezet. Die kunt u hier downloaden. [Pdf Invloed op de Aardvlo] De Aardvlo kent een structuur waarbinnen het meebeslissen is georganiseerd: de Pergola kerngroep. Wat die groep voor Michel Smits betekent, kunt u lezen door het volgende document te downloaden. [pdf Pergola kerngroep de Aardvlo] Hoe werken we samen? In het overzicht van boerENbuur activiteiten staan vijf categorieën van samen werken en doen: werken op het land, verwerken producten, verkopen aan klanten, informatie geven en mee organiseren. Een flink deel van de activiteiten kunnen fysiek zwaar zijn, en een aantal activiteiten kunnen emotioneel of mentaal het nodige van een persoon vragen. Werken op het land: Boerderijschool, tuinieren, oogsten, dierverzorging, landschapsbeheer, bomen snoeien, zuring steken Verwerken producten: Wassen, verpakken, sap, jam, chutney of groenteconserven maken, kaas maken, kookrecepten aandragen Verkopen aan klanten: Pakketten met groente, fruit of vlees inpakken, vervoer naar afhaalpunten, afhaalpunt zijn, in boerderijwinkel bedienen Informatie geven: Stukjes schrijven of foto’s maken voor de nieuwsbrief of website, vormgeving van huisstijl, website bouwen en beheren Mee organiseren: Workshops, cursussen, kinderactiviteiten, boerderij arrangementen, open dag, seizoensfeesten, oogstfeest
24
Bij het aangaan van een overeenkomst is de gezamenlijke intentie om van de activiteit een succes te maken. De kernvragen die u zich daarbij kunt stellen zijn: • Kan de persoon de activiteit aan waar hij/zij JA tegen zegt? • Wat heeft de persoon aan ondersteuning nodig om het goed te kunnen doen? • Wat doen we als de persoon uitvalt? Bij taken waarin wat meer van een persoon wordt gevraagd is het belangrijk om te beoordelen of de persoon daar geschikt voor is. Bijvoorbeeld met een (sollicitatie)procedure of met een proefperiode. De draagkracht van een mens is niet statisch maar ontwikkelt zich afhankelijk van de belasting. Door bijvoorbeeld regelmatig zwaar fysiek werk te doen wordt spierkracht en conditie opgebouwd. Als en taak wel binnen de mogelijkheden ligt maar toch uitdagend is, kan een goede inwerkperiode, begeleiding, teamwerk of coaching nodig zijn. Verder is het raadzaam om er rekening mee te houden dat mensen kunnen uitvallen. De veerkracht van een samenwerkingsverband blijkt op het moment dat er iemand uitvalt. Wie springt er op dat moment in het gat en hoe past de groep zich aan? BD Tuinderij de Aardvlo heeft voor de Tuinvrijwilligers een aantal spelregels opgesteld om het duurzaam samen werken te bevorderen. 1. Praten tijdens het werken enigszins beperken. De aandacht moet uitgaan naar het werk waar je mee bezig bent. 2. Beperk het gebruik van de mobiele telefoon zoveel mogelijk. Moet je toch bellen, ga dan even apart staan. 3. Fietsen in het bos naar de tuinderij mag voor mensen die op de Aardvlo werken. LET OP: voetgangers hebben altijd voorrang. 4. De verbandtrommel staat in het huisje als je binnenkomt op de plank tegen de rechterwand. 5. Zorg dat je goed tilt. 6. Werk je met de platte bakken, zorg dat het glas er (door iemand anders) eerst wordt afgehaald. Darnaast heeft De Aardvlo een huishoudelijk reglement. Dat kunt u hierbij downloaden [Pdf Huishoudelijk reglement Stichting de aardvlo] Hoe gaan we om met risico’s en schade? De samenwerking tussen boer en burgers is een ontwikkelingsgebied waarin nog veel ongebaande paden te ontdekken zijn. De risico’s zijn daarin ook nog niet allemaal te voorzien. Om dit gebied comfortabel te kunnen verkennen is een houding nodig van kansen zoeken in plaats van risico’s mijden. Als de angstviool de overhand krijgt ontneemt dat de vreugde van de ontdekkingstocht. De basishouding is dus ondernemend. Een centrale waarde van boerENbuur is al doende leren, en dat veronderstelt dat er fouten gemaakt mogen worden. De vraag is in hoeverre die ruimte er is. We leven in een land waarin mensen, bedrijven en instellingen zich in toenemende mate aan het indekken zijn tegen fouten en onvoorziene omstandigheden. Dat heeft al geleid tot vergaande protocollen, die mensen een bepaald voorgeprogrammeerd gedrag voorschrijven. In gevaarlijke situaties, zoals brand of andere levensbedreigende situaties zijn die heel nuttig. Helaas heeft de trend zich uitgebreid naar allerlei vakgebieden, waarin de protocollen ertoe leiden dat mensen verstarren in voorgeprogrammeerde handelingen. Mensen worden in veel sectoren aangesproken op het keurig naleven van de protocollen en niet op hun eigen probleemoplossend vermogen. Daardoor voelen mensen zich niet meer verantwoordelijk voor het resultaat en verliezen ze bezieling in het werk. Dat is een valkuil voor samenwerking tussen boeren en buren waar u beter uit kunt blijven. Het is belangrijk om u bewust te zijn van de protocollen, voor zover die bestaan, op het gebied dat u samen aan het verkennen bent. Vooral de protocollen op het gebied van veiligheid verdienen aandacht. Want als zich ongevallen of calamiteiten voordoen is het wenselijk dat u een aantal voorzorgmaatregelen heeft genomen. Als er regelmatig veel mensen op de boerderij komen is een cursus bedrijfshulpverlening (BHV) of EHBO aan te bevelen. In het algemeen is het raadzaam om waar mogelijk uw bewustzijn van risico’s te vergroten, en waar nodig voorzorgsmaatregelen te treffen. Maar laat angst niet de primaire drijfveer worden in de ontwikkeling van uw samenwerking. En wat doet u als er schade is? Dan worden uw stevigheid van uitgangspunten op de proef gesteld. Gaat u elkaar dan beschuldigen en aansprakelijk stellen? Of accepteert u van elkaar dat er fouten zijn gemaakt, haalt u er het
25
maximale leerrendement uit, en deelt u de smart? Wat u ook kunt overwegen is om de risico’s op schade in een aantal onvoorziene situaties te verzekeren. Wat verzekeren we? Het is raadzaam om te overwegen en collectieve aansprakelijkheid (WA) of een ongevallenverzekering af te sluiten. Dat kan de drempel verlagen voor mensen die overwegen om op de boerderij uitvoerend werk te doen. Hoe ver gaat het samen zaken doen? In het overzicht van boerENbuur activiteiten staan vijf categorieën van samen zaken doen: producten kopen van de boerderij, diensten kopen van de boerderij, werkkapitaal verstrekken, meefinancieren en schenken en adopteren. Deze opsomming maakt duidelijk dat het om de instandhouding en ontwikkeling van een onderneming gaat. Samen zaken doen Producten kopen van de boerderij: Vaste winkel klant, groente, fruit of vlees abonnement, oogstaandeel, tegoed bonnen Diensten kopen van de boerderij: Ondersteunende of activerende begeleiding (zorg), boerderijarrangement, overnachting op camping of bed&breakfast, vergader of feestruimte Werkkapitaal verstrekken: Voorfinanciering van abonnementsprijs, oogstaandeel Mee financieren: Van grond, gebouwen, machines door middel van langlopende leningen en schenkingen Schenken en adopteren: Adopteer een koe, Adopteer een appelboom, gift voor gezamenlijk vastgestelde goede besteding op de boerderij, samen dragen van oogstrisico of schade Gezamenlijkheid in het ondernemen ontwikkelt u niet van de één op de andere dag. Daarin zijn overgangen aan te wijzen net als bij de participatieladder van invloed. Het samen zaken doen gaat zover als u elkaar toestaat. Daarbij speelt geld een sleutelrol omdat door middel van geld waarde wordt toegekend aan productieprocessen en ontwikkelingsprocessen. Participatieladder van toenemende gezamenlijkheid in zaken doen. Treden Toelichting Eenmalig kopen Dit is geheel vrijblijvend. U probeert een product of dienst uit. Door de prijs te betalen die wordt gevraagd maakt u het productieproces wel mogelijk. Het is voor de ondernemer heel onzeker of hij op deze basis door kan gaan met produceren. Regelmatig kopen Dit is nog steeds vrijblijvend, maar u geeft het productieproces wel enige continuïteit. De ondernemer kan er niet echt op rekenen en loopt dus een aanzienlijk risico dat hij teveel produceert. Vaste klant Dit is niet vrijblijvend meer. U geeft de ondernemer de mogelijkheid om voor u te produceren. De ondernemer is verzekerd van een vaste afzet tegen de afgesproken prijs. Kopen op U stelt de ondernemer in staat om voor u te produceren, al voordat het product klaar is en aanbetaling bij u wordt geleverd. Daarmee neemt u ook een risico dat de ondernemer zijn verplichting aan u niet kan nakomen. Voor de ondernemer betekent het dat hij minder geld hoeft te lenen om te produceren. Dus een besparing op de kapitaalskosten. Dat voordeel vertaalt zich mogelijk in een prijsvoordeel dat hij u aanbiedt. Meefinancieren U maakt het mogelijk dat de ondernemer voor u produceert door te investeren in productiemiddelen. U wordt daarmee ‘mede-eigenaar’ van die productiemiddelen. U maakt daarmee een ontwikkeling van het bedrijf mogelijk die concrete producten of diensten voor u gaat opleveren. Bovendien krijgt u aan het einde van de afgesproken looptijd uw geld terug. U moet daarvoor een deel van uw spaargeld inzetten waarover u daardoor geen bankrente ontvangt. De ondernemer hoeft het geld niet bij een bank te lenen en kan daardoor goedkoper voor u produceren, of u een rentevergoeding geven. Schenken U maakt ontwikkelingen mogelijk waarvan het niet zeker is of en wanneer ze inkomsten gaan opleveren. U doet dit omdat u belanghebbend bent bij de ontwikkeling van de onderneming. U maakt daarvoor geld vrij waarvoor u geen betere bestemming heeft, wat u niet terug hoeft en waarvoor u geen rentevergoeding verlangt. Voor de onderneming betekent dit dat er een ontwikkeling mogelijk is die niet per se geld hoeft op te leveren, maar die wel door u wordt gewaardeerd.
26
U ziet in de participatieladder van gezamenlijkheid in zaken doen dat geld steeds een andere kwaliteit krijgt. Ziet u ook dat de kwaliteit opschuift van instandhouding van bestaande processen naar ontwikkeling van nieuwe? Op een boerderij kunt u zien wat uw geld doet, en kunt u geld doelbewust inzetten en voor u laten werken. Naarmate u stijgt op de participatieladder wordt het belangrijker dat het voor alle betrokkenen transparant is wat het geld doet. Een bank verstrekt immers ook alleen een lening als het aannemelijk gemaakt kan worden dat er met de lening voldoende geld verdiend wordt om rente en aflossing te betalen. Op de Nieuwe Ronde is de boekhouding transparant voor de leden van de vereniging en wordt op basis daarvan de prijs van een ‘oogstaandeel’ bepaald. De leden kunnen door die transparantie gezamenlijk de kosten van de onderneming dragen. In begroting is ook een redelijke arbeidsvergoeding voor de tuinder opgenomen. Het uitgangspunt van de vereniging daarbij is dat de tuinder vervangbaar moet kunnen zijn. U kunt het verslag van de Nieuwe Ronde hier downloaden. [pdf Nieuwe Ronde].
Is er een rechtsvorm nodig? Veel activiteiten op de boerderij kunnen gebeuren onder de bestaande rechtsvorm (bijvoorbeeld een maatschap, Vennootschap Onder Firma of BV). Echter als de betrokkenheid van burgers structureel wordt en als er daarbij veel vrijwilligerswerk wordt uitgevoerd kan er een probleem ontstaan. De Belastingdienst heeft grote moeite met vrijwilligerswerk voor iedere organisatie met winstoogmerk en heeft de neiging loonbelasting in rekening te brengen als ze erachter komen dat er mensen vrijwillig werken. Vooral kleinschalige tuinbouwbedrijven lopen tegen dat probleem aan, omdat de tuinbouwsector voor de Belastingdienst een speerpunt is door de inzet van illegale en goedkope arbeidskrachten. Op de Aardvlo in Bunnik is dat probleem in 1996 opgelost door de coöperatie om te zetten in een stichtingsvorm. Een expliciet doel van de stichting is: ‘ het scheppen van mogelijkheden en voorwaarden voor het verrichten van vrijwilligerswerk met de mogelijkheid van arbeidstherapeutische begeleiding.’ Met een stichting als contractpartner kunnen ook mensen met een uitkering op de Aardvlo werken. Midden jaren 90 had de Aardvlo grote problemen met zowel de Belastingdienst als met de Sociale Dienst. De Wethouder erkende het maatschappelijk nut van de Aardvlo en gaf de directeur van de Sociale Dienst opdracht uit te zoeken hoe het wel zou kunnen: als stichting dus. Burgers die een initiatief willen nemen op de boerderij en subsidiegelden willen aantrekken zullen in veel gevallen ook uitkomen bij een Vereniging of Stichting als rechtsvorm, om rechtmatig subsidiegelden te kunnen besteden.
27
7. Grondverwerving Land is een kritische factor voor de instandhouding en ontwikkeling van boerderijen, waar u niet te lichtzinnig overheen kunt stappen. In 2007 ontwikkelde Frans Groothuizen een zelfoogst groentetuin van 0,4 hectare op het Landgoed Middachten in de Steeg. Hij zat daar zonder pachtcontract, en zonder rechtszekerheid dat hij daarmee in 2008 door kon gaan. Dat kon dus niet. Hij kon met 40 zelfoogst abonnees naar een nieuwe plek gaan zoeken. Voor Stadsboerderij De Kemphaan in Almere is het bieden van voldoende land voor een rendabele biologische bedrijf zelfs de belangrijkste drijfveer voor burgers om zich te organiseren in een Stichting Vrienden van Stadslandbouw Almere. Door de stadsontwikkeling van Almere wordt regelmatig aan het areaal van de stadsboerderij geknaagd. In 2008 verliest de boerderij een kavel van 30 hectare. In de stichting zijn invloedrijke mensen uit Almere vertegenwoordigd, die zich inzetten voor de grondproblematiek. “Dat is een enorme ondersteuning”, vindt Tineke van den Berg. Want “Na elf jaar hebben we nog altijd geen enkele garantie dat hier kunnen blijven boeren”. In deze stap bieden we een aantal handvatten om voldoende grond onder de voeten te hebben voor een duurzame samenwerking. Vragen • Hoeveel land is er nodig? • Hoe komen we aan land? Hoeveel land is er nodig? De ruimte die nodig is voor boerENbuur hangt af van de situatie en vooral van het streven van de boer en de behoefte van burgers. Er is geen absoluut minimum of maximum. boerENbuur kan beginnen met het grondoppervlak van flinke moestuin. Bijvoorbeeld als onderdeel van een groter bedrijf met zorgactiviteiten. De Huppe in Zwolle heeft in 2007 op die manier een begin gemaakt met boerENbuur. Ook de zelfoogst tuinen van niet meer dan 0,5 hectare op de Henricus Hoeve in Beneden Leeuwen en Stadsboerderij Caetshage in Culemborg en zijn onderdeel van een zorgboerderij. De groentekwekerij De Nieuwe Ronde in Wageningen levert met 1,5 ha een heel zomerseizoen groenten (zelfoogst) aan 150 huishoudens, en haalt hieruit een inkomen van ca. € 17.000. Het uitgangspunt in deze voorbeelden is dat de betrokken burgers en of zorgvragers het werk op die oppervlakte aankunnen. Omdat het daarbij om handwerk gaat zijn de oppervlaktes relatief klein. Stadsboerderij de Kemphaan in Almere heeft een ander uitgangspunt,en daardoor ook een ander soort betrokkenheid van burgers. Toen Tom Saat en Tineke van den Berg op het bedrijf kwamen, gaven zij aan geen vergoeding voor de publieksfunctie te willen. Tineke: “Met 80 tot 100 hectare wilden we onze kost verdienen. Dat is gelukt, het bedrijf draait goed”. Voor de toekomst is het echter onzeker of het bedrijf voldoende grond ter beschikking heeft om te kunnen blijven bestaan. De ‘Vrienden van Stadslandbouw Almere’ steunen Ton en Tineke in hun streven om de kost te verdienen met voedselproductie. Niet door zelf op de tractor te gaan zitten maar door in het gemeentebestuur te lobbyen voor meer land en bestaanszekerheid op de middellange termijn.
Hoe komen we aan land? Er zijn grofweg vier mogelijkheden om aan land te komen. • Door land te kopen • Door land te pachten • Door land in eigendom of bruikleen te krijgen, al dan niet onder bepaalde voorwaarden • Door land te ontginnen en daardoor eigendomsrechten te verwerven Kopen Kopen van land heeft het voordeel van lange termijn zekerheid dat je het kunt blijven gebruiken. Het nadeel van kopen is de financiering. Grondprijzen zijn hoog, en in veel gevallen zal er een lening voor afgesloten moeten worden. Die wordt alleen verstrekt als er zekerheden geboden worden over de rentabiliteit van het grondgebruik. Een boer zal dus met een doortimmerd business plan moeten komen. Er zijn verschillende mogelijkheden om daar burgers te betrekken bij grondaankoop. • Burgers bieden zekerheden in de vorm van borgstellingen. • Burgers beleggen in een nationaal groenfonds beleggen dat grond aankoopt. • Burgers beleggen in of schenken aan een regionaal landfonds dat grond aankoopt.
28
•
Burgers beleggen in of schenken rechtstreeks aan een grondbeheer stichting van een boerderij dat grond aankoopt.
Borgstellingen Het borgstellingsfonds (BF) is in 1951 door de overheid opgericht om de ontwikkeling van de landbouw te bevorderen. Het is een financieringsinstrument dat aan banken de mogelijkheid geeft een lening aan ondernemers te verstrekken onder de garantie van de overheid dat rente en aflossing worden terugbetaald. Particulieren kunnen banken die zekerheid ook bieden door borg te staan. Bij een borgtocht zijn altijd minstens drie partijen betrokken. Naast de schuldeiser en diens schuldenaar is er ook een derde partij die borg staat voor het geval de schuldenaar zijn verplichtingen aan de schuldeiser geheel of gedeeltelijk niet nakomt. Dit is de borg. Door zich te verbinden als borg, loopt men het risico te worden aangesproken indien de hoofdschuldenaar zijn verplichtingen niet nakomt. De borg is dus pas gehouden tot nakoming als de schuldenaar in de nakoming van zijn verbintenis tekort schiet. De borg die heeft betaald, kan zich op zijn beurt verhalen op de schuldenaar. Daar ligt meteen het gevaar voor de borg. Juist omdat de schuldenaar tekortschiet, spreekt de schuldeiser de borg aan. De kans is groot dat de borg achterblijft met een oninbare vordering op de schuldenaar. Een borgtocht is daarmee met name voor de borg een riskante overeenkomst. Vaak ontvangt de borg geen tegenprestatie voor het fungeren als borg. Waarom wil iemand dan als borg optreden? Primair zal dit zijn in de wellicht onjuiste verwachting dat de schuldenaar tijdig aan zijn verplichtingen jegens de schuldeiser zal voldoen. Dit vertrouwen wordt veelal ingegeven nu borgtocht vaak wordt gebruikt in beperkte kring (binnen de familie, tussen gelieerde bedrijven, tussen directeur en onderneming). De wet bevat bijzondere beschermingsbepalingen met betrekking tot de particuliere borgtocht. Een dergelijke borgtocht dient een maximumbedrag te bevatten waarvoor de borg zich borg stelt. Als geen bedrag is opgenomen is de borgtocht niet rechtsgeldig. Ook moet een particuliere borgtocht worden vastgelegd in een door de borg schriftelijk ondertekend document. Verder kan een voor onbepaalde tijd aangegane borgtocht voor toekomstige verbintenissen te allen tijde worden opgezegd. Een voor bepaalde tijd aangegane borgtocht kan in elk geval na vijf jaren worden opgezegd, zodat een borg tussentijds van zijn verplichtingen verlost kan worden. Belangrijk is dat de Hoge Raad heeft beslist dat een particuliere borgtocht kan worden vernietigd wegens dwaling. Dat kan bijvoorbeeld het geval zijn als de borg bij het inschatten van de kans dat hij zal worden aangesproken tot betaling, is uitgegaan van een zodanig verkeerde voorstelling van zaken dat hij als hij een juiste voorstelling zou hebben gehad, niet bereid zou zijn geweest de borgtocht aan te gaan. De reden voor deze bijzondere bescherming is dat met name bij de particuliere borg niet zakelijke overwegingen (zoals familie of vriendschap) een rol kunnen spelen. De gevolgen die het aangaan van een particuliere borgtocht met zich meebrengen, kunnen in het geval dat de borg wordt aangesproken vergaand zijn voor de persoonlijke achterban van de borg. Mede hierom is de toestemming van de andere echtgenoot wettelijk vereist indien de ene echtgenoot zich als borg verbindt. Nationaal groenfonds In 1990 werd Biogrond Beleggingsfonds, het eerste groenfonds van Nederland, door Triodos Bank gelanceerd en kreeg een notering aan de Effectenbeurs in Amsterdam. Het doel van het fonds was grond te verwerven voor biologische landbouw, die zonder al te grote financieringslasten voor de boer beschikbaar is. Biogrond Beleggingsfonds is inmiddels opgegaan in het Triodos Groenfonds waarmee nog steeds projecten in de biologische landbouw worden gefinancierd. Beleggers krijgen voor hun deelneming in het Groenfonds een fiscaal voordeel, waardoor het niet alleen moreel maar ook financieel aantrekkelijk is om erin te beleggen. De 'Stichting Grondbeheer Biologisch-dynamische Landbouw' verwerft grond die geschikt is of geschikt te maken is voor de biologisch-dynamische (BD) land- of tuinbouw. De stichting koopt geen gebouwen. De fondsen, nodig voor grondverwerving, zijn afkomstig van donateurs en eenmalige schenkingen. Daarnaast zijn er inkomsten uit pacht en erfpacht. Hiermee worden de kosten voor beheer en financiering betaald. Stijgende marktprijzen hebben bij het vaststellen van de pachtvergoeding geen invloed. Met de beschikbare fondsen kan de Stichting maximaal 10 ha per jaar aankopen. De stichting heeft ongeveer 165 ha aan boeren uitgegeven, waarvan 67 ha eigendom is en 98 ha in erfpacht. Afhankelijk van de omstandigheden en na overleg geeft de Stichting BD landbouw de verworven grond uit in pacht dan wel erfpacht. Veelal betreft het bedrijfsvergroting van een zittende pachter/erfpachter/eigenaar. Een gedeelte van de middelen wordt echter ook ingezet om starters en kleinere initiatieven te ondersteunen. Regionaal landfonds In het Verenigd Koninkrijk bestaat het ‘Land Trust’ model. Het doel van een Land Trust is om grond aan te kopen en het van de markt te halen, met als doel om de integriteit voor een bepaald doel voor de lange termijn veilig te stellen. Een Land Trust kan grond aankopen er een bepaald duurzaam gebruik op verzekeren.
29
Bijvoorbeeld de Land Heritage Trust koopt grond aan en geeft dat in pacht uit aan boeren families die er biologische landbouw op bedrijven. In Nederland is het Lunters Landfonds te vergelijken met een Land Trust. De vereniging Lunters landfonds heeft tot doel het plattelandskarakter en de vitaliteit van het buitengebied van Lunteren te behouden en te versterken. Het Lunters landfonds wil vooral particulier geld bijeen brengen. Dat doet het op twee manieren: de uitgifte van certificaten en het werven van donateurs. Uitgifte van certificaten Vanaf 500 euro kunnen particulieren mede-eigenaar worden van de grond die het Lunters Landfonds aankoopt, en vervolgens weer onder voorwaarden verpacht aan agrariërs – om zo het buitengebied open te houden. Dat mede-eigenaarschap ligt vast in de vorm van één of meer certificaten, die verhandelbaar zijn. De waarde van de certificaten bij verkoop is onder meer afhankelijk van de grondprijs. Omdat het Lunters landfonds een lange termijn strategie voor ogen staat, zijn certificaten niet direct inwisselbaar voor contant geld, maar is er een maximumperiode van twee jaar, waarin de vereniging naar een nieuwe mede-eigenaar kan zoeken. Werven van donateurs Ook mensen met een smallere beurs kunnen een financiële bijdrage leveren aan de toekomst van het Lunters buitengebied. Door donateur te worden van het Lunters landfonds. Met het geld van donaties kan het landfonds concrete afspraken maken met agrariërs in het buitengebied over het gebruik en het beheer van stukken van hun grond, zonder dat het landfonds die grond koopt. Dit doet het landfonds via de juridische constructie van de erfdienstbaarheid. Tegen betaling van een zeker bedrag, staat de grondeigenaar bijvoorbeeld toe dat er mensen over zijn land mogen lopen, of dat er bepaalde landschapselementen terugkeren – denk aan een picknickplaats of een waterpoel voor kikkers. Het gebruik van die grond voor de boer blijft gehandhaafd, maar het wordt een stukje makkelijker om door te blijven boeren, vanwege de financiële compensatie. Op die manier dragen het landfonds op korte termijn al bij aan het behoud en de versterking van de kwaliteit van het buitengebied. Beleggen rechtstreeks in de boerderij In de BD landbouw zijn een aantal bedrijven met een eigen beheerstichting, zoals stichting Loverendale, Avalon en de Brink. De Stichting Loverendale beheert twee BD boerderijen. De stichting betaalt dat uit: inkomsten uit het Loverendale-merk, een winstaandeel uit de boerderijen waarin zij deelneemt en schenkingen en legaten. Pachten Grond pachten is een logische optie voor mensen die geen grond kunnen kopen en voor mensen die beginnen in de landbouw en zichzelf een proefperiode gunnen. Dat kan bijvoorbeeld op een bestaand bedrijf. Op Boerderij Ruimzicht in Halle is Fred Beijleveld op die manier begonnen met een groentetuin met een abonnementsysteem. De pachter kan vaak ook profiteren van de kennis, ervaring van de zittende boer met dat stuk land en vaak zijn er ook afspraken te maken over machinegebruik. Ook kan samenwerking met een bestaand bedrijf, het bestaande bedrijf versterken, doordat de samenwerking meer klanten en bezoekers aantrekt. Het nadeel van pachten is dat er minder zekerheid is op de lange termijn. Aan het einde van de pachttermijn kan het verhaal over en uit zijn. Daardoor kan waarde die is opgebouwd zoals bodemvruchtbaarheid, biologische status of infrastructuur op het land, in een klap waardeloos worden. Besteed daarom aandacht aan het pachtcontract, en aan de relatie met de verpachter. Door land in eigendom of bruikleen te krijgen, al dan niet onder bepaalde voorwaarden Starters met een heel smalle beurs kunnen op zoek gaan naar een particuliere grondeigenaar of gemeente die met een stuk grond omhoog zit, of die zit te wachten op iemand die er goed gebruik van kan maken. Op stadsboerderij Caetshage is de proeftuin vrijgesteld van pacht. De gemeente Culemborg stelt daar als voorwaarde tegenover dat de stadsboerderij publiek toegankelijk is. Door land te ontginnen en daardoor eigendomsrechten te verwerven Ontginning is tot diep in de 20ste eeuw een manier geweest voor mensen om grond te verwerven en een landbouwbedrijf op te bouwen. Die mogelijkheid is er in Nederland nu niet meer.
Aanbevolen websites: http://www.nederlandmooi.nl/ http://www.lunterslandfonds.nl/
30
http://vriendenvanbiesland.com/ Bronnen: A share in the Harvest. An action manual for Community Supported Agriculture, Soil Association, UK Initiatieven voor alternatief grondbeheer. Verkenning t.b.v. de oprichting van Lunters Landfonds (2005) Patty Schuringa, Communication Services Wageningen UR, december 2006 t.b.v. 'Slim experimenteren in de melkveehouderij' Animal Sciences Group, Wageningen UR
31
8. Producten en diensten In de vorige stap is aan de orde geweest hoe u grond onder uw voeten kunt krijgen. Een belangrijke volgende stap in de ontwikkeling van succesvolle samenwerking is concreet maken wat u precies wilt produceren. Daarin is de kernopgave om ondernemend in te spelen op behoeften die er leven. Daarin is het uitgangspunt dat een boerderij de samenleving meer te bieden heeft dan alleen voedsel. Een boerderij heeft een geweldig potentieel voor de ontwikkeling van producten en diensten waar in de samenleving vraag naar is. In deze stap bieden we een aantal handvatten in het zoek- en leerproces naar de producten en diensten die het beste bij u passen. Vragen • • • • • • • • • •
Wat is er mogelijk op de boerderij? Wie zijn er direct bij de productie betrokken? Wat moeten we allemaal in huis hebben? Wat staat er in de taakomschrijving? Wat zijn de vragen waarop we in kunnen spelen? Doelgroep bepalen: Voor wie doen we het? Welke grenzen stelt de overheid? Waar gebeurt het? Hoe regelen we de distributie? Is er samenwerking met andere boerderijen, bedrijven of organisaties?
Wat is er mogelijk op de boerderij? Normaal gesproken wordt op een boerderij in de eerste plaats voedsel geproduceerd. Maar als een boer zijn vak verstaat oogst de samenleving ook bodemvruchtbaarheid, schoon oppervlakte water, schone lucht en gewoel, gekwetter en getjilp. Want een boer verzorgt de bodem, oppervlakte water, lucht en de algemene biodiversiteit op zijn bedrijf, omdat deze basale milieuvoorwaarden de basis leggen voor een optimale productie en economisch rendement. Roofbouw wordt vroeg of laat door dalende opbrengsten of wetgeving afgestraft. Door dalende marktprijzen voor landbouwproducten zijn veel boeren op zoek gegaan naar nieuwe inkomstenbronnen. Eén van de strategieën daarbij is verbreding van de boerderij met nieuwe bedrijfstakken. Bijvoorbeeld door activiteiten te ontplooien op het gebied van natuur- en landschapsbeheer, campingrecreatie, boerderijarrangementen, natuur- en milieueducatie en kinderopvang en zorg voor mensen met een permanente zorgvraag of een tijdelijke hulpvraag. Deze activiteiten zijn zich aan het ontwikkelen tot professionele bedrijfstakken waarvoor u investeringen hebt gepleegd, nieuwe kennis en vaardigheden hebt verworven, of samenwerking hebben gezocht met professionele partners. Door te verbreden heeft u mensen naar de boerderij getrokken die daar betaald (of onbetaald) van genieten. De interactie met mensen is daarbij sterk toegenomen. Als boer of boerin leert u met vallen en opstaan met de vragen van uw gasten of klanten om te gaan. Er blijkt behoefte te bestaan aan een actieve betrokkenheid bij de boerderij waarop u wordt uitgedaagd om in te spelen. Op basis van de ervaringen op boerderijen in Nederland zijn drie categorieën van betrokkenheid te benoemen: • Kennismaken en meedenken • Samen werken en doen • Samen zaken doen. De categorie Kennismaken en meedenken gaat over ontmoeting, toenadering en het ontdekken van een gezamenlijke koers tussen boeren en burgers onderling samen met dieren, planten en levensvormen onder de grond, in het water en in de lucht. De categorie Samen werken en doen gaat over het gezamenlijk realiseren van idealen in zichtbare en tastbare resultaten. De categorie Samen zaken doen gaat over wederkerige verhoudingen bij de instandhouding van bestaande producten en diensten van de boerderij en bij de ontwikkeling van nieuwe. Binnen deze drie categorieën is inmiddels ervaring met een verscheidenheid aan activiteiten waarbij geleidelijk de grens vervaagt tussen producent en consument, tussen individueel belang en gezamenlijk belang.
32
Activiteiten overzicht boerENbuur Kennismaken en meedenken Bezoeken en beleven: Deelnemen aan rondleiding, open dag, seizoensfeesten, oogstfeest, wandel of fietsroute over het bedrijf Kennismaken vanuit huis: Nieuwsbrief, weblog, website, tijdschrift en krantenartikelen, transparantie over financiën Leren en beleven: Lesprogramma voor scholen, maatschappelijke stages, boerderij arrangementen, teambuilding, bedrijfsuitjes Meedenken en adviseren: Teeltplan, landschapsplan, bebouwingsplan, ondernemingsplan, business plan Meebeslissen: In een panel, kerngroep, in bestuur, bijeenkomsten over plannen en financiën Samen werken en doen Werken op het land: Boerderijschool, tuinieren, oogsten, dierverzorging, landschapsbeheer, bomen snoeien, zuring steken Verwerken producten: Wassen, verpakken, sap, jam, chutney of groenteconserven maken, kaas maken, kookrecepten aandragen Verkopen aan klanten: Pakketten met groente, fruit of vlees inpakken, vervoer naar afhaalpunten, afhaalpunt zijn, in boerderijwinkel bedienen Informatie geven: Stukjes schrijven of foto’s maken voor de nieuwsbrief of website, vormgeving van huisstijl, website bouwen en beheren Mee organiseren: Workshops, cursussen, kinderactiviteiten, boerderij arrangementen, open dag, seizoensfeesten, oogstfeest Samen zaken doen Producten kopen van de boerderij: Vaste winkel klant, groente, fruit of vlees abonnement, oogstaandeel, tegoed bonnen Diensten kopen van de boerderij: Ondersteunende of activerende begeleiding (zorg), boerderijarrangement, overnachting op camping of bed&breakfast, vergader of feestruimte Werkkapitaal verstrekken: Voorfinanciering van abonnementsprijs of oogstaandeel Mee financieren: Van grond, gebouwen, machines door middel van langlopende leningen, schenkingen, of borgstellingen voor een bancaire lening Schenken en adopteren: Adopteer een koe, Adopteer een appelboom, gift voor gezamenlijk vastgestelde goede besteding op de boerderij, samen dragen van oogstrisico of schade Deze lijst is een opsomming, waarbij het in eerste instantie aan u -de boer- is om aan te geven welke mogelijkheden er voor ‘buren’ zijn om betrokken te zijn bij de boerderij. Vervolgens is het aan u -de buur- om contact op te nemen met de boer om samen te ontdekken of u iets voor elkaar kunt betekenen. Deze lijst is niet uitputtend omdat door communicatie en leerprocessen tussen boeren en buren nieuwe ideeën ontstaan en worden uitgewerkt. De volgorde van de activiteiten in de twee categorieën Kennismaken en meedenken en Samen zaken vraagt een toenemende betrokkenheid. Er wordt daarom ook wel van participatieladders gesproken, waarop mensen kunnen klimmen en dalen. Lees ook de stap Overeenkomst waarin deze twee participatieladders verder zijn uitgewerkt. Wie zijn er direct bij de productie betrokken? De traditionele rolverdeling is dat de boer produceert en de klant consumeert. Dat geldt in veel gevallen voor de productie van voedsel maar ook voor het onderhoud van het landschap, of recreatieve diensten die een boerderij aanbiedt. Echter, de strikte scheiding tussen producent en consument vervaagt naarmate de betrokkenheid van mensen (buren) toeneemt. U werkt als co-producent mee in knotploeg aan landschapsonderhoud, u steekt tijdens uw verblijf op de boerderijcamping uw handen uit de mouwen, of werkt op het land als onderdeel van een boerderij arrangement. Als onderdeel van natuur en milieu-educatie helpen kinderen en volwassenen mee met voeren van dieren, met het melken of met het oogsten. Voor hulpvragers op zorgboerderijen is productiewerk therapeutisch en voor gehandicapte zorgvragers biedt het een zinnige dagbesteding. Er kan geleidelijk een situatie ontstaan dat u in een gemeenschap van mensen samen werkt aan verschillende producten en diensten, waarbij de rollen, taken en verantwoordelijkheden zijn verdeeld. Het is raadzaam om de gezamenlijke productie ruim te zien, zodat u de inzet van iedereen die bij de ontwikkeling van de boerderij betrokken is kunt honoreren. Er zijn taken die direct geld opleveren en taken die
33
in eerste instantie voor de betrokkenen vooral voldoening opleveren, en mogelijk indirect ook bijdragen aan de economische bestaansrecht van het geheel. Wat moeten we allemaal in huis hebben? Voor succesvolle samenwerking is het van belang dat u taken uitvoert waarvoor u competent bent. U bent bekwaam (competent) voor een bepaalde taak als u over de persoonlijke eigenschappen, houding en overtuigingen, kennis en vaardigheden beschikt om de taak goed uit te voeren. Welke algemene competenties heb je nodig als boer, boerin, klant, vrijwilliger of buur die kennis maken en met elkaar meedenken, samen werken en doen en samen zaken doen? U kunt bijvoorbeeld denken aan de volgende competenties: • Respectvol communiceren. Informatie ordenen en accuraat verwerken, respectvol en integer met informatie en met elkaar omgaan. • Vragen stellen. Elke ontwikkeling komt uit een vraag voort. Vragen leveren uiteindelijk persoonlijke groei en ruimer bewustzijn op. • Luisteren. Interesse in wat een ander te zeggen en te bieden heeft. • Mensen respecteren. De eigenheid, houding, kennis en vaardigheden accepteren en mensen daarin bevestigen en waarderen. • Ondernemen. Uitdagingen opzoeken, en de moed hebben om aan te pakken en door te zetten. • Samenwerken. In een team kunnen werken. Zaken delegeren en overlaten aan anderen. • Timing. Aansluiten bij het ritme, op het juiste moment een stap zetten. Geduldig genoeg om het goede moment af te wachten. Rust afwisselen met tempo. • Zelfreflectie. Waarnemen van eigen gedrag, inspiratiebronnen, gevoelens en het functioneren van je eigen lichaam. • Evenwicht bewaren. Balanceren tussen jezelf, samen, het bedrijf en de grotere omgeving. Naast deze algemene competenties zal u nog specifieke competenties nodig hebben om in concrete praktijksituaties adequaat te handelen. Competenties zijn beschreven met het oog op een concrete beroepspraktijk in een beroepsprofiel dat als kompas dient voor opleiding of training. Op de website http://www.carrieretijger.nl/opleiding/ho/competentiegericht/competentie vindt u een heel overzicht van eigenschappen en vaardigheden die mogelijk van pas kunnen komen. U kunt hier ook het document vaardigheden van A tot Z downloaden. [pdf vaardigheden van A tot Z] Op een boerderij bent u niet in een formele opleiding of in een trainingstraject waarbij u een trainer of coach achter de hand heeft. U zult dus bij uzelf en bij elkaar te rade moeten gaan of u (samen) in staat bent om een taak goed uit te voeren. En om u zelf de vraag te stellen wat u nog te leren hebt. Welke praktijksituaties ziet u aankomen of kent u al, waarin u zichzelf onmachtig voelt om adequaat te handelen? Vanuit die zelfreflectie kunt u doelgericht gaan leren wat u aan houding, kennis en vaardigheden nodig heeft om een taak goed uit te voeren.
Wat staat er in de taakomschrijving? Een boerderij is een onderneming, en dat blijft het als er mensen bij betrokken zijn. Het kan geleidelijk uitgroeien tot een soort gezamenlijke onderneming. Het spreekt in een onderneming vanzelf dat er duidelijke taakverdeling is om een bepaald resultaat te behalen. Voor een goed eindresultaat is het noodzakelijk dat mensen zich met de taak verbinden en hun best doen om die zo goed mogelijk uit te voeren. Over het resultaat kan gemakkelijk teleurstelling ontstaan. Vooral als vooraf de verwachtingen niet duidelijk zijn uitgesproken of geformuleerd. Daarom is het belangrijk om vooraf stil te staan bij wat u precies gaat bijdragen aan de (gezamenlijke) onderneming. In een oriënterend gesprek kunt u checken of u taak die u op zich neemt past bij uw eigen motieven, houding, overtuigingen, kennis en ervaring. Ook kunt u helderheid krijgen in de beoogde tijdsinzet en looptijd, en eventuele ondersteuning bij het uitvoeren van uw taak. Dat geeft houvast, en het voorkomt problemen en teleurstelling achteraf. De taakomschrijving kan ook op schrift worden gesteld. Of dat gebeurd zal afhangen van de aard van de taak en de bedrijfscultuur. Als er aan de taak risico’s verbonden zijn met mogelijk financiële consequenties is het raadzaam om de afspraken wel op schrift te zetten.
Wat zijn de vragen waarop we in kunnen spelen? De ontwikkeling van nieuwe producten en diensten begint altijd met een vraag. Dat kan een vraag zijn van een producent, een consumentengroep of beide. Drie voorbeelden illustreren dat.
34
Henk Hoefnagel, boer op de Henricus Hoeve, heeft het initiatief genomen om een asbestdak te vervangen door photo voltaïsche cellen waarmee elektriciteit opgewekt wordt. Hij voorziet daarmee in eerste instantie in zijn eigen vraag naar duurzaam geproduceerde stroom. Zijn initiatief is erop gericht om consumenten te laten participeren in de investeringen die nodig zijn voor het nieuwe dak. Dat heeft de meeste kans van slagen als hij goed luistert naar consumenten en erachter komt onder welke voorwaarden zij bereid zijn te investeren. Lees ook het procesverslag van de Henricus Hoeve [pdf Henricus Hoeve] Stichting Aarde Werk is gevestigd in Den Haag en heeft als missie: ‘Duurzaam op Aarde, daar maken we Werk van.’ Geïnspireerd door Voedselteams in Vlaanderen heeft Stichting Aarde Werk in 2003 het initiatief genomen om biologische boeren en tuinders in de directe omgeving van Den Haag voedsel te laten produceren voor de Haagse bevolking. Ze hebben zelf contracten met boeren gesloten en de distributie opgezet. De distributie was bewerkelijker dan ze hadden in geschat en na 18 maanden werd het initiatief beëindigd. Henk en Hillie Bunskoek, tuinders op de Zonnehorst, kregen signalen van vaste winkelklanten, campinggasten en abonnementshouders dat ze meer betrokkenheid willen bij het bedrijf. Zijzelf merkten tijdens een moeilijk jaar dat ze hun klanten heel hard nodig hebben om het bedrijf bedrijfseconomisch gezond te houden. Samen besluiten ze tot de oprichting van een Vereniging Vrienden van de Zonnehorst. Lees ook het procesverslag van de Zonnehorst [pdf Zonnehorst] Hoewel het initiatief bij een producent of een consumentengroep kan beginnen, is duidelijk dat er uiteindelijk vraag moet zijn naar het product of de dienst. De slagingskans van een nieuw product of dienst neemt toe als er in een vroeg stadium afstemming is met mensen die behoefte aan hebben aan dat nieuwe product of dienst. Hoewel voedselproductie in veel gevallen de kernactiviteit is van een boerderij of tuinderij, blijkt dat er op boerderijen een grote verscheidenheid aan producten en diensten geproduceerd worden. Boerderijen voorzien niet alleen in de behoefte aan gezond en voedzaam voedsel. Ze voorzien ook in een behoefte aan buiten zijn, contact met de grond, planten en dieren, fysiek werk, rust, ruimte, recreatie en ontspanning, welzijn, gezelligheid en gemeenschapszin, kennis van planten, dieren en levensprocessen, inspiratie en zingeving. Mensen die betrokken raken bij het leven op de boerderij komen daar met een grote verscheidenheid aan behoeften. Onderstaande tabel geeft een indruk van die verscheidenheid. Behoeften aan overleving (fysiek)
Gezond voedsel, schoon drinkwater, schone lucht, biodiversiteit, aanraking, beweging/fysieke inspanning, licht Behoefte aan bescherming Bescherming tegen het klimaat, geweld van mensen en dieren, beschutting, mededogen Behoefte aan ontspanning Rust, innerlijke vrede, humor, plezier, spelen Behoefte aan vrijheid Autonomie, zelf kiezen van doelen en waarden, zelf kiezen voor de realisatie ervan, ruimte Behoefte aan sociaal contact Acceptatie, delen, erkenning, geruststelling, nabijheid, ondersteuning, (onderlinge afhankelijkheid) respect, tederheid, veiligheid, vertrouwen, warmte en zorg Behoefte aan begrip Waarheid, kennis, wijsheid, leren/groeien Behoefte aan creatie Schoonheid, vervulling, inspiratie, creativiteit Behoefte aan participatie Zelfexpressie, ordening, harmonie, heelheid Behoefte aan identiteit Betekenis, authenticiteit, integriteit, vieren van nieuw begin, leven, succes of verlies (rouw) Bronnen: Marshall Rozenberg, Geweldloze communicatie gecombineerd met Manfred Max Neef, Human scale economics, the challenges ahead. Behoeften zijn op te delen in behoeften aan bezit (hebben) en behoeften aan bestaansrecht (zijn). Veel mensen zijn zo sterk geprogrammeerd op behoeften aan bezit, dat ze zich nauwelijks bewust zijn van hun behoeften aan bestaansrecht. Daarom is het raadzaam om door te vragen naar wat mensen aanspreekt op de boerderij. Doordat mensen zich uitspreken over wat ze beleven op de boerderij, worden ze zich bijvoorbeeld bewust van de behoefte om in een natuurlijke omgeving te zijn. Naarmate de vervreemding van het boerderijleven toeneemt, kunnen ze zich er geen voorstelling meer van maken. Het boerderijleven heeft op een bepaald punt geen enkele betekenis, simpelweg omdat er geen enkele ervaring mee is. De Amerikaan Richard Louv heeft over het fenomeen van vervreemding van de natuurlijke omgeving een boek geschreven dat in het Nederlands is vertaald onder de titel: Het laatste kind in het bos. Volgens Richard Louv heeft het ontbreken van rechtstreeks contact met een natuurlijke omgeving vergaande consequenties in de ontwikkeling van kinderen en uiteindelijk voor de samenleving als geheel. U kunt hier het voorwoord van Thomas van der Slobbe, directeur van Stichting wAarde hier downloaden. [pdf voorwoord laatste kind]
35
Doelgroep: Voor wie doen we het? De gezamenlijke en instandhouding van bestaande producten en diensten en de ontwikkeling van nieuwe is een onderneming. Het is geen vrijetijdsbesteding, in elk geval niet voor de boer. De producten en diensten moeten u uiteindelijk bestaanszekerheid, geld of een andere vorm van waardering of voldoening opleveren. U heeft dus als boer of burger een eigen belang bij de onderneming. De producten en diensten van de onderneming voorzien als het goed is in een behoefte van koopkrachtige klanten. Wie zijn die klanten? Daarnaast kunnen er ook anderen bij de producten en diensten gebaat zijn, die niet perse in de categorie deelnemer of klant vallen. Een mooi nieuw product of dienst kan een positieve uitstraling hebben op de hele landbouwsector of de hele samenleving. Welke grenzen stelt de overheid? Als je weet wat je wilt en wat je samen tot stand kan brengen komt onherroepelijk een keer de vraag wat er mag. De rijksoverheid, provincies, gemeentes en waterschappen zijn een belangrijk deel van hun tijd bezig met het maken van beleid, wat in de praktijk neer komt op het stimuleren of beperken van bepaalde activiteiten. Wat betekent die sturing van buitenaf voor uw (gezamenlijke) onderneming? Krijgt u de ruimte of wordt uw mogelijkheden beperkt om te ondernemen in de richting die u wilt? De verschillende overheden begrenzen de ontwikkelingsruimte op vier manieren: fysiek, sociaal, visionair en financieel. • Fysieke grenzen liggen vast in ruimtelijk ordening, De Nota Ruimte. Provinciale streekplannen en gemeentelijke bestemmingsplannen en lokale verordeningen van gemeenten en waterschappen. • Sociaal begrenzen overheden de ontwikkelingsmogelijkheden door initiatieven tegemoet te treden vanuit vaststaande kokers, clusters en sectoren. Een initiatief wordt zo snel mogelijk één bepaalde koker ingeduwd, want daarbinnen is het overzichtelijk wat de overheid moet doen om het te beheersen. • Visionair begrenzen overheden de mogelijkheden door visienota’s. Zolang die gelden zijn ze flink sturend op de ruimte die je krijgt om je in een bepaalde richting te ontwikkelen. • Financieel begrenzen overheden de mogelijkheden door subsidiebeleid, fiscale regels, heffingen en sancties. Niet alle grenzen die de overheid stelt zijn hard, en door de tijd kunnen de ruimte voor bepaalde initiatieven ook groter of kleiner worden. Het is raadzaam om u niet te afhankelijk van de buitenruimte op te stellen. Stelt u zich wel op de hoogte van de ruimte die u hebt en zoek daarin met de betreffende ambtenaren uw weg. Koers erop dat ambtenaren gaan meedenken om uw initiatief te doen slagen. Waar gebeurt het? De plaats bepaalt u zelf. Hoewel het waarschijnlijk is dat de meeste activiteiten op de boerderij zullen plaatsvinden, kan er net zo goed inter-actie zijn op een andere plek. Bijvoorbeeld op het internet, op een boerenmarkt in een stad, of in een lokaal restaurant. Hoe regelen we de distributie? In veel gevallen is de distributie op een boerderij beperkt tot distributie van voedsel. Een boerderij kan gewoon aan een groothandel of coöperatie leveren, waarbij de uiteindelijke consumenten geen rol in de distributie spelen. Er zijn gevallen waarin consumenten wel een actieve rol spelen in de distributie van voedsel. Bijvoorbeeld als ze kopen in een boerderijwinkel, op een boerenmarkt, in een abonnementsysteem, in een webwinkel, bij een stalletje aan de weg, of deelnemen aan een zelfoogst systeem. Er bestaan in Nederland goed werkende voorbeelden van dergelijke systemen. Kennis over boerderijwinkels en stalletjes aan de weg is beschikbaar via Maria van Boxtel (Land&Co). Over de Noordermarkt in Amsterdam is een mooi boekje verschenen. Abonnementsystemen Kennis over webwinkels is onder andere beschikbaar bij Van Eigen Erf. Frans Groothuizen heeft een mooi systeem voor een zelfoogst tuin uitgewerkt dat u hier kunt downloaden [pdf zelfoost systeem Frans groothuizen]. Naast de distributie van voedsel is het denkbaar dat er op boerderijen nog andere zaken gemaakt (gaan) worden die om een distributiesysteem vragen waarbij mensen rechtstreeks betrokken kunnen zijn. Bijvoorbeeld de distributie van bloemen, bollen, sierbomen, hout of elektriciteit.
36
Is er samenwerking met andere boerderijen, bedrijven of organisaties? boerENbuur speelt zich af op het grensvlak tussen producenten en consumenten. De consumenten kunnen individuen zijn die zich één voor één aanmelden. Maar het kan ook een bestaande groep, bedrijf of organisatie zijn die de samenwerking met een boerderij aangaat. Stadsboerderij de Kemphaan in Almere is daar een mooi voorbeeld van, omdat de boerderij is gehuisvest op een stadslandgoed samen met een aantal andere organisaties die elkaar versterken. De stadsboerderij werkt nauw samen met het Eksternest, het natuur en milieu educatie centrum van Almere, en ook met de boerenmarkt, het landgoed restaurant en met staatsbosbeheer dat wandelroutes heeft uitgezet op het landgoed. Daardoor kan de stadsboerderij haar publieksfunctie vervullen, terwijl het toch op voedselproductie gericht blijft.
37
9. Communicatie Communicatie is de belangrijkste factor in succesvolle samenwerking tussen boeren en burgers want met communicatie stemt u zich op elkaar af, verdeelt u rollen, taken en verantwoordelijkheden en vormt een effectief team. Communicatie is al uitgebreid aan de orde geweest bij de stap werving en ook bij de stap overeenkomst sluiten speelt communicatie een hoofdrol. In deze stap bieden we een aantal handvatten om de gevestigde samenwerking te onderhouden en verbeteren door goede communicatie. Deze stap volgt op de stap waarin producten en diensten zijn benoemd waaraan u samenwerkt.
Vragen • • • • • • • • • • •
Waarom communiceren we? Wie communiceren er? Welke communicatiemiddelen kunnen we gebruiken? Hoe transparant zijn we? Hoe vaak is er communicatie? Wat zien we in non-verbale communicatie? Wat is de intentie achter de woorden? Hoe gaan we om met misverstanden? Hoe maken we een folder? Hoe maken we een nieuwsbrief? Wat laten we zien op de website?
Waarom communiceren we? U werkt samen omdat u gezamenlijk iets wilt bereiken. Door communicatie vormt u zich een voorstelling van goede, heldere en haalbare ideeën omtrent een gewenste werkelijkheid. Vervolgens gaat u samen aan de slag om situaties te creëren die met die voorstelling in overeenstemming zijn. In dat proces wilt u de totaliteit in het oog kunnen houden en daartoe zult u zichzelf met enige regelmaat vragen stellen waarom u samenwerkt (welke idealen geven inspiratie en benodigde/beschikbare middelen), hoe u samenwerkt (de opvattingen van waaruit wordt gehandeld en tijdsbogen), wat u samen doet (doelen die u voor ogen staan, en afspraken en condities) en met wie u samenwerkt (netwerk van betrokken mensen en hun rollen). U communiceert met elkaar om gaandeweg duidelijkheid te houden over deze vragen. De antwoorden op deze vragen kunnen veranderen, door voortschrijdend inzicht over de gewenste werkelijkheid of doordat de situatie verandert. Als het beeld van de (gewenste) werkelijkheid niet wordt bijgesteld kunnen misverstanden of teleurstellingen ontstaan, waardoor u of anderen gaan afhaken. U communiceert om afgestemd en in verbinding te blijven.
Wie communiceren er? Communicatie is niet voorbehouden aan mensen. Vogels fluiten, koeien loeien en kippen kakelen om zich uit te drukken. In de samenwerking tussen boeren en burgers communiceren mensen. De communicatie is tweezijdig, dat wil zeggen dat het twee kanten op gaat, zodat er een gesprek ontstaat. Dit in tegenstelling tot eenzijdige communicatie waarbij er iemand praat en de ander zijn mond houdt. Communicatie is meer dan praten want u communiceert niet alleen met uw mond maar ook met uw ogen, handen, en uw hart. Verschillende onderzoekers chatten dat tenminste 70% van de communicatie van mensen door middel van stemklank en lichaamstaal plaatsvindt. Het meest bekend is de theorie van de Amerikaanse psycholoog Albert Mehrabian. Hij stelt dat als het om uiting van gevoelens gaat dat 55% van de communicatie bestaat uit lichaamstaal. 38% wordt geuit door stemklank en slechts 7% wordt gecommuniceerd door middel van woorden. Als dit zo is uiten we onze gevoelens dus voor 93% non-verbaal. U wordt pas geloofd als wat u zegt overstemt met wat u non-verbaal uitzendt. Dat is het geval als wat u denkt en wat u voelt overeenstemmen. Dan bent u authentiek en geloofwaardig.
Welke communicatiemiddelen kunnen we gebruiken? Gesprek een-op-een U kunt bij elkaar op bezoek gaan om te overleggen of af te stemmen.
38
Vanwege volle agenda’s is het raadzaam om eerst een afspraak te maken, of om vooraf een tijdsperiode af te spreken dat u voor elkaar beschikbaar heeft.
Lichaamstaal U kunt een duim opsteken, knipogen of elkaar de hand schudden (lees verder: wat zien we in non-verbale communicatie?) Telefoongesprek U kunt elkaar bellen om af te stemmen. Veel mensen zijn tegenwoordig mobiel bereikbaar. Dat wil niet zeggen dat ze ook altijd beschikbaar zijn. Vraag eerst even of u gelegen belt en doe dan uw mededeling of stel uw vraag. Aan telefoongesprekken zit ook een kostenkant. Van een vast naar mobiel netwerken bellen loopt soms snel in de papieren. Hou daar rekening mee. E-mail U kunt elkaar met behulp van e-mail op de hoogte stellen wat er gaande is. Mensen hebben een verschillend gebruik van e-mail. Er zijn mensen die binnen een dag reageren en mensen die een week lang hun e-mailbox niet openen. Check bij elkaar of dit middel voor u werkt. Houd een e-mail bericht kort. U kunt in een e-mail bericht een link maken naar uw website waarop mensen meer informatie kunnen vinden. Voorkom dat u e-mail gebruikt om feedback of kritiek te geven. De kans is groot dat het verkeerd wordt begrepen. Website U kunt op de website veel informatie geven. De mogelijkheden om door middel van internettoepassingen, informatie te delen en te bewerken nemen toe (intranet). Aan de website boerENbuur.nl is een intranetvoorziening gekoppeld die loopt via greenvalues.nl. U kunt ook mensen zich via de website late aanmelden voor activiteiten, of het kopen van producten (webwinkel) en een stuk van de behandeling van uw klanten via de website laten lopen. Elektronische nieuwsbrieven U kunt mensen door middel van een elektronische nieuwsbrief attenderen op wat er in uw boerENbuur initiatief gebeurd. Denk bijvoorbeeld aan verhalen over de boerderij en de productie, recepten, activiteitenagenda, verslagen van activiteiten door, commentaar op lokaal of landelijk nieuws. U kunt een e-mailbestand opbouwen door bezoekers en betrokkenen te vragen om hun e-mail adres. Kies een geschikte frequentie. Bijvoorbeeld 1 keer per maand of 4 keer per jaar. Wat veel gebeurd tegenwoordig is dat de nieuwsbrief zelf heel kort wordt gehouden en mensen die over een bepaald item meer willen lezen de mogelijkheid biedt om op de website verder te lezen. Voorkom dat uw nieuwsbrief als spam wordt gezien. Biedt mensen aan om hun adres uit uw mailbestand te verwijderen, als ze geen prijs meer stellen op uw nieuwsbrieven. Vragenlijst Een vragenlijst is een middel om informatie of feedback te krijgen van bezoekers of deelnemers. Indien de vragenlijst de bedoeld is om klanttevredenheid te meten zullen de vragen kunnen betrekking hebben op de producten of dienstverlening, de omgeving, de wensen voor de toekomst. Een dergelijke vragenlijst heeft altijd verbetering als doel en daarom is het belangrijk om aan te geven wat er met de vragenlijst gaat gebeuren. Het is raadzaam om in een nieuwsbrief de resultaten van de vragenlijst te presenteren en is om daarin aan te geven welke acties er genomen gaan worden.
Hoe transparant zijn we? Wat wilt u laten zien, wat is er zichtbaar wat u liever niet wilt laten zien, en wat mag echt niet zichtbaar zijn? Het is normaal dat u het liefst uw zonnige kant laat zien, en dat de schaduwzijde verborgen blijft. Echter, uw kracht zit in het verantwoordelijkheid nemen voor alles wat er is, voor de zonkant en de schaduwkant. Door eerlijk tegenover anderen te zijn over de schaduwkant bent u op hetzelfde moment krachtig en kwetsbaar. U dient zich wel af te vragen voor wie u transparant wilt zijn, want niet iedereen gaat even respectvol om met eerlijkheid. Zo zullen er gradaties zijn van wat u met anderen deelt. Met passanten deelt u wat anders dan met intieme vrienden.
39
De Wageningen UR heeft een boekje uitgebracht met de titel Kom kijken!, Ervaringen van ondernemers en burgers met transparantie in de land-en tuinbouw. Dit boekje is beschikbaar op www.kennisonline.wur.nl Dat boekje geeft door middel van case beschrijvingen een goede indruk van wat er allemaal bij transparantie komt kijken.
Hoe vaak is er communicatie? Zo vaak als nodig voor goede samenwerking en zo weinig als mogelijk voor een efficiënte bedrijfsvoering. Met dit antwoord is de spanning aangegeven die er is tussen de noodzaak van regelmatige communicatie en de tijd die het vergt. Het is raadzaam om de tijd die er in communicatie gaat zitten te begrenzen en er een ritme van te maken, om te voorkomen dat communicatie gaat storen in de uitvoering van de taken die er liggen. Als er een duidelijk ritme kunnen u en anderen zich er op instellen, en kunt u uw aandacht houden bij de taken die gedaan moeten worden. Op Tuinderij de Aardvlo wordt dat principe ook toegepast in het werk met vrijwilligers. De pauzes zijn lang maar daarna gaat iedereen aan de slag en wordt er niet meer gepraat, zodat de aandacht bij het werk is.
Wat zien we in non-verbale communicatie? Het is belangrijk om te beseffen dat u niet de hele tijd praat maar wel de hele tijd signalen geeft door middel van lichaamstaal, als u samen bent met iemand anders. De non-verbale signalen geven aan hoe u de ander ziet en hoe hij of zij uw boodschap moet interpreteren. Onder non-verbale communicatie verstaan we alle uitwisselingen van boodschappen tussen mensen via niet-talige signalen of tekens. Er zijn verschillende vormen van nonverbale communicatie. Vormen van non-verbale communicatie Lichaamshouding Gezichtsuitdrukkingen Stemkenmerken en stemgebruik Lichamelijke processen Fysieke kenmerken Het complete voorkomen Plaats in de ruimte Bron: Zie wat ik zeg, Alles over lichaamstaal
Voorbeelden Gebaren, houdingen en de wijze van bewegen Glimlachen, fronsen, opgetrokken wenkbrauwen Stemritme, klankkleur, toonhoogte, toonvolume, pauzes tussen woorden Blozen, kippenvel, verwijde pupillen Lengte, gewicht, gelaatskleur Verzorging van het uiterlijk, de wijze van kleden Afstand die personen van elkaar houden
Op de website http://www.lichaamstaal.com kun u meer lezen over non-verbale communicatie.
Wat is de intentie achter de woorden? Woorden zijn de dager van intentie. Intentie schept realiteit. Positieve intenties kunnen helen en kwade intenties kunnen schade aanrichten. Pas daarom op uw woorden, en communiceer geweldloos. Geweldloze communicatie betekent de kwaliteit van je leven zelf bepalen door te leven in harmonie en met respect voor jezelf, anderen, de omgeving en dus met verschillen. Door te denken in goed/fout en te oordelen creëren we geweld. Geweld naar onszelf (innerlijk geweld) en naar anderen ondermijnt zelfvertrouwen en zelfrespect. Voor meer informatie: http://www. authenta.nl/site/index.php. Athenta is het Centrum voor Authentieke en Geweldloze Communicatie. U kunt ook bewuster met uw intenties leren omgaan bij Stichting Stroomtaal.nl. een initiatief van Carla de Haan, Praktijk voor Communicatie. Zij heeft de term Stroomtaal ® geregistreerd en gedefinieerd als een nieuwe leefstijl met als doel te werken aan een vriendelijke en zinvolle samenleving. Het is een manier van praten, denken, schrijven, voelen en vooral doen die je plezier en ruimte geeft en je inspireert om het beste uit jezelf te halen. Het is ook leuk om te doen, het beïnvloedt je humeur, je denkwijze en je levenslust. Voor meer informatie zie de website http://stroomtaal.nl/homepage.htm Hoe gaan we om met misverstanden? Waar gehakt wordt vallen spaanders. Situaties zien er wel eens anders uit dan vooraf voorzien of gewenst. Of niet iedereen heeft dezelfde voorstelling van zaken en komt daar op een bepaald moment achter. Dat zijn momenten waarop verwachtingen die afwijken van de realiteit om bijstelling vragen. Hoe doe je dat met respect voor elkaar en zonder elkaar te beschuldigen of aan te vallen. De eerste stap is constateren dat er een verschil is tussen de verwachting en de realiteit. Daarna is het belangrijk om te begrijpen wat dat voor de ander betekent.
40
De mate van boosheid of teleurstelling geven een indicatie van mate waarin iemand zich aan de verwachting heeft gehecht. Die lading ligt bij degene die het verwachtingspatroon had, maar dat mag wel worden gezien, zonder dat die lading door anderen wordt overgenomen. Daarna kan er een uitnodiging zijn om de realiteit onder ogen te zien, en de verwachting los te laten.
Hoe maken we een folder? In 2004 is er onderleiding van Joachim Deru, in samenwerking met boeren en burgers een folder gemaakt met de titel: ‘Wilt u meeleven van de boerderij?’ Die folder was bedoeld als uitnodiging aan burgers om de boerderij actief te beleven, en bevatte een aantal opties. Elk verband kon de folder zo aanpassen dat het klopte in de eigen situatie. U kunt die folder onderaan deze pagina downloaden [pdf Wilt u meeleven?].
Hoe maken we een nieuwsbrief? Het is raadzaam om een groep mensen de taak te geven om de nieuwsbrief te verzorgen. In een groep werken aan een nieuwsbrief is leuker dan alleen en mensen kunnen taken verdelen, die bij hun interesses passen. In een nieuwsbrief staat alles wat mensen die bij het bedrijf betrokken zijn willen weten. Wat dat is zal afhangen van de mensen en de situatie en daarom is het belangrijk dat er een groepje mensen is dat zich met die vraag bezig houdt. In veel nieuwsbrieven worden nieuwsitems afgewisseld met een aantal vaste rubrieken zoals van de redactie, bericht van de boer, vraag& aanbod, natuur op het bedrijf, gewassen van de maand, recepten, en een kinderhoekje. Onderaan deze pagina kunt u een nieuwsbrief ’t Groene Blaadje van de Nieuwe Ronde downloaden [pdf ’t Groene Blaadje].
Wat laten we zien op de website? Als u een website vooral gebruikt als middel om zichtbaar te zijn, kunt u de volgende categorieën overwegen. -Wie zijn wij -Wat is onze visie -Wat is er te doen -Wat zijn ervaringen van betrokken mensen -Hoe kunt u meedoen Wie zijn wij. Hier kunt u de kerngroep voorstellen van mensen een taak hebben die met enige regelmaat gebeurt. Het is leuk om daarbij ook een fotootje te plaatsen van mensen in actie. Wat is onze visie. Hier kunt vertellen wat u –als collectief- voor ogen staat en waarom u de samenwerking tussen boer en burgers belangrijk vindt. U kunt hier ook aangeven vanuit welke waarden u wilt samenwerken aan uw idealen. Wat is er te doen. Hier kunt u zichtbaar maken welke mogelijkheden er voor mensen zijn om deel te nemen. De opties die u op de boerENbuur website heeft aangegeven bijvoorbeeld, maar dan met veel meer detail. Gebruik ook foto’s die illustreren hoe het er uit ziet. Wat zijn ervaringen van betrokken mensen. Hier kunt u mensen aan het woord laten die betrokken zijn of een fotoboek presenteren dat beleefbaar maakt wat het betekent om betrokken te zijn. U kunt ook een procesverslag maken, waarin u reflecteert op uw doelen, het ontwikkelingsproces om de doelen te realiseren en wat u allemaal hebt geleerd. Als u interesse hebt in het maken van een procesverslag kunt u onderaan deze pagina een format downloaden [pdf Format procesverslag]. Hoe kunt u meedoen. Hier kunt u vertellen hoe mensen zich kunnen aanmelden. U kunt een reserveringssysteem in uw website plaatsten of mensen vanuit de website een e-mail aan u laten sturen. U kunt hier ook de spelregels of de voorwaarden van deelname zichtbaar maken, zodat de verwachtingen die mensen krijgen zo goed mogelijk overeen komen met de werkelijkheid.
41
10. Financiering In de vorige stap over communicatie is aan de orde geweest hoe u in gesprek kunt blijven over wat u wilt, wat u kunt en wat u nodig heeft om goed te kunnen samen werken. Voor veel zaken is behalve goede wil en inzet ook geld nodig. Een goede zaak levert mogelijk ook weer geld op. In elk geval stroom er vaak geld door de onderneming heen en is het voor een goede samenwerking van belang om u daarvan bewust te zijn en om goed met geld om te gaan. We bieden u daarbij een aantal handvatten. Vragen • • • • • • • •
Waar hebben we geld voor nodig? Welke financiële middelen zijn beschikbaar? Wat is bijzonder aan de financiële situatie? Welke type geld hebben we nodig? Hoe ziet de begroting eruit? Hoe stellen we een goede prijs vast? Wat doen we met mensen met een laag inkomen? Hoe organiseren we voorfinanciering?
Waar hebben we geld voor nodig? Het is raadzaam om een begroting te maken, waarin u zo precies mogelijk aangeeft welke kosten u verwacht te maken om uw initiatief van de grond te krijgen. De begroting geeft u een duidelijk beeld van uw behoefte aan geld. Bij het aanvragen van projectsubsidie of een lening is dat noodzakelijk. En bij de uitvoering van het initiatief geeft het houvast bij het besteden van geld. En het is belangrijk bij de verantwoording van de uitgaven achteraf. Sommige financiers willen dat het geld dat zij u geven alleen aan de begrotingsposten wordt besteed die vooraf zijn geaccepteerd en staan weinig geschuif over begrotingsposten toe. Er zijn ook financiers die flexibel omgaan met wijzigingen van de begroting. Financiers willen in de meeste gevallen wel tijdens de uitvoering geïnformeerd worden over bijstellingen van het plan en de begroting, zodat ze niet aan het einde van het project worden verrast met een kostenverantwoording die heel sterk afwijkt van de oorspronkelijke begroting. Tenslotte, biedt het vergelijken van werkelijke uitgaven met de begroting u de mogelijkheid om te leren een goede inschatting te maken van waar u geld voor nodig heeft en hoeveel er nodig is.
Welke financiële middelen zijn beschikbaar? Nadat u een begroting heeft gemaakt, rijst de vraag: Wie gaat dat betalen? Wie heeft er belang bij het idee dat u wilt uitwerken, het initiatief dat u wilt nemen of de investering die u wilt plegen? En als dat bekend is, hebben diegenen er geld voor over, en zo ja hebben ze het ook beschikbaar? Veel boerderijen hebben veel kapitaal vastliggen in grond, gebouwen, machines, gewassen en vee en beschikken over weinig liquide middelen om spontaan uitgaven te doen. Het is daarom niet automatisch zo dat de boer de rekening van leuke initiatieven voor zijn rekening neemt. Mogelijk hebben de betrokken deelnemers er geld voor, en anders moet er misschien projectfinanciering worden aangevraagd of een lening worden afgesloten.
Wat is bijzonder aan de financiële situatie? Als zowel het bedrijf als de betrokken mensen niet over het geld beschikken om het initiatief uit te voeren, ontstaat de situatie dat er eerst geld aangetrokken moet worden. Voordat u met die vraag aan de slag gaat is het raadzaam om u eerst af te vragen welk type geld u nodig heeft en onder welke voorwaarden u het geld kunt aannemen. Om daarover een standpunt te kunnen innemen moet u zich afvragen of het geld waarnaar u zoekt inkomsten genereert of niet. Als het inkomsten genereert is mogelijk een lening gerechtvaardigd. Als het geen inkomsten genereert heeft u een donatie, gift of subsidie nodig. Als u op een donatie, gift of subsidie uitkomt, dient u zich de vraag te stellen welke mensen en financiers er belang hebben bij uw initiatief. Zelden zijn externe financiers bereid om 100% van de kosten te dragen. In de regel wordt er verlangd dat er verschillende partijen belang hebben bij het project. De deelnemende financiers maken vaak pas geld over als er een sluitend dekkingsplan is. Met een dekkingsplan wordt aangetoond dat er voldoende financiële middelen zijn gevonden om het project volledig uit te voeren.
42
Als u op een lening uitkomt, kunt u zich nog een aantal vragen stellen. Bijvoorbeeld: • Op welke termijn genereert de investering inkomsten? • Hoeveel inkomsten verwacht u, over welke termijn? • Wat is er voor nodig om daadwerkelijk te verdienen wat u ervan verwacht? • Welke risicofactoren kunnen de waarschijnlijkheid dat u verwachtingen uitkomen doorkruisen? Kortom, een vormt u zelf een beeld van hoe het geld voor u gaat werken. Op basis daarvan kunt u inschatten welke aflossingsperiode en rentepercentage u kunt accepteren. Dat beeld is essentieel tijdens de uitvoering van het initiatief en ook essentieel om aan de benodigde middelen te komen. Want degenen die u de middelen gaan verschaffen willen die vragen ook beantwoord zien.
Welke type geld hebben we nodig? Geld heeft verschillende kwaliteiten, u kan er mee kopen of verkopen (koopgeld), u kan ermee sparen en investeren (leengeld) en u kan het weggegeven of ontvangen (schenkgeld). Koopgeld ontvangt u en geeft u uit in rechtstreekse ruiltransacties met bijvoorbeeld groente, zuivel, vlees of boerderij arrangementen. De oorsprong van koopgeld is inkomen dat u verdient door de inzet van arbeid in de productie van goederen en diensten. Leengeld ontvangt u door een schuldverklaring te tekenen met de kapitaalverstrekker. De kapitaalverstrekker wil dat geld in veel gevallen met rente terugkrijgen, en zal daar zekerheden voor vragen. Verder worden er meestal voorwaarden gesteld aan het gebruik van dat geld, en heeft de lening een bepaalde looptijd en een bepaald rentepercentage. Leengeld vindt zijn oorsprong in schuldverklaringen en de zekerheden die daar aan vast zitten (nieuw geld) en in spaargeld dat mensen niet op korte termijn nodig hebben en rente inkomsten uit spaartegoeden (bestaand geld). Schenkgeld ontvangt u uit giften, donaties of subsidies van een vrijgevige schenker. De schenker heeft zelf geen andere bestemming voor het geld en kiest ervoor het geld weg te geven aan een goed doel of aan een goed idee. Daarmee maakt de schenker een activiteit of ontwikkeling mogelijk, die op de korte termijn geen geld oplevert of waarvan de opbrengst en de waarde niet op voorhand is vast te stellen. Dat is bijvoorbeeld bij onderwijs, kunst en onderzoek vaak het geval. De oorsprong van schenkgeld is winst ofwel overschot dat resteert nadat alle inkomsten en uitgaven zijn verrekend. Schenkgeld brengt koopgeld en leengeld in balans. Alle mislukte ondernemersinitiatieven, rente en aflossing die niet worden betaald, worden met schenkgeld vereffend. Als u niet in de problemen wilt raken met geld, is het belangrijk om die verschillende kwaliteiten te onderscheiden en er goed gebruik van te maken. Het is bijvoorbeeld niet verstandig om geleend geld te gebruiken om te aankopen te doen die geen geld opbrengen. Want waarvan betaalt u dan de rente en aflossing van die lening? Door u steeds bewust te zijn van het type geld waarover u beschikt (of wilt beschikken) en door de vraag te stellen hoe u dat geld het beste inzet, kunt u geld doelbewust voor u laten werken.
Hoe ziet de begroting eruit? In het algemeen willen verstrekkers van een lening, donatie, gift of subsidie graag weten waaraan het geld dat zij beschikbaar stellen wordt besteed. Het is normaal dat zij inzicht krijgen in de begroting. Er zijn boeren die hun vaste klanten beschouwen als financiers van hun productie en ook hen volledige openheid van zaken geven over de kosten en de inkomsten. Meestal zijn dat tuinderijen waar klanten op basis van de begroting een oogstaandeel kopen. Op die manier is de hele begroting gedekt door de deelnemende klanten. In zo’n begroting zijn bijvoorbeeld de volgende kostenposten opgenomen. Pacht Huur van gebouwen Rente aan de bank Afschrijvingen (machines) Onderhoud en reparatie van machines Verzekeringen Certificering (voor deelname aan kwaliteitsystemen, of keurmerk zoals EKO) Zaad en pootgoed Loonwerk Transportkosten (diesel )
43
Gereedschappen Irrigatie (water) Bemesting (mest, compost) Bodem bewerking Onkruid bestrijding Oogsten Verpakkingsmateriaal (fust, etiketten) Promotie (advertentie) Nieuwsbrief, kopiëren, verzenden Website Telefoonkosten Bijeenkomsten Nutsvoorzieningen (gas,licht, water) Arbeidskosten (eigen arbeid) Reserveringen voor pensioen
Hoe stellen we een goede prijs vast? Een goede prijs is de prijs waarvoor een producent het product (of dienst) kan blijven maken, en die een consument zich kan veroorloven. Producent en consument zullen er dus samen uit moeten komen. Een goede prijs is niet perse de laagste prijs, want het is niet in het belang van de consument dat de producent moet stoppen met het bedrijf. Er zijn drie mogelijkheden om een (goede) prijs vast te stellen. • Vergelijken met prijzen elders • Berekenen van de kostprijs • Veilen Vergelijken met prijzen elders Deze aanpak geeft inzicht in wat gebruikelijk is. Het zegt iets over de grootste gemene deler maar niets over de specifieke omstandigheden van de producent en de consument. Als die omstandigheden afwijkend zijn kan de prijs te hoog of te laag liggen. Berekenen van de kostprijs Deze aanpak geeft inzicht in wat de producent nodig heeft. Het veronderstelt wel dat de producent bereid is om de begroting transparant te maken. In de kostprijsberekening is arbeid van de producent een restpost. In veel gevallen is een boer bereid om een erg laag arbeidsinkomen te accepteren. Er zijn een aantal voorbeelden bekend waarin een transparante begroting ertoe heeft geleid dat consumenten een hogere prijs boden dan de producent durfde te vragen. Veilen Deze aanpak geeft inzicht in wat de consument voor een product of dienst over heeft. De bloemenveiling in Aalsmeer werkt bijvoorbeeld met een veilingklok. Het werkt zo dat de klok terug loopt en kopers de hand aan de knop houden. Wie het eerst drukt heeft de bloemen gekocht. Een andere manier van veilen die bij de verkoop van zeldzame voorwerpen wordt ingezet is veiling per opbod. Dan kunnen de klanten overbieden, en is degene die het meeste biedt uiteindelijk de koper.
Wat doen we met mensen met een laag inkomen? Een goede prijs is de prijs waarvoor een producent het product (of dienst) kan blijven maken, en die een consument zich kan veroorloven. Mensen met weinig besteedbaar inkomen, kunnen zich minder veroorloven. U kunt daar op verschillende manieren mee opgaan. • Geen verschil maken • Overschot gratis weggeven • Lagere prijs accepteren • Tegenprestatie accepteren
44
Geen verschil maken U kunt besluiten om geen rekening te houden met mensen die aangeven dat ze de gewone prijs niet kunnen veroorloven. Daarmee sluit u mensen uit die wel belangstelling hebben voor de boerderij producten en diensten. Of u dwingt ze daarmee om een bewuste keuze te maken en andere zaken een lagere prioriteit toe te kennen. Overschot gratis weggeven U kunt rekening houden met mensen met smalle beurzen door een deel van de oogst voor hen te reserveren of over te laten. Of door van de andere klanten een solidariteitsbijdrage te vragen, waaruit de deelname van arme mensen betaald wordt. Lagere prijs accepteren U kunt ook onderhandelen en een lagere prijs accepteren. Bijvoorbeeld, door het winstpercentage niet in rekening te brengen. Tegenprestatie accepteren U kunt ook een tegenprestatie in natura accepteren voor goedkope of gratis producten of diensten. Mensen die weinig geld hebben, kunnen misschien met hun kennis en vaardigheden iets betekenen.
Hoe organiseren we voorfinanciering? In de Nederlandse landbouw in de volle grond kan niet het hele jaar worden geoogst. Een melkveehouder heeft meestal in mei de eerste grassnede, de tuinders kunnen in februari, maart en april nauwelijks iets oogsten. In het voorjaar moet een tuinder wel veel kosten maken voor bemesting, bodembewerking en de aankoop van zaaizaad en pootgoed. En een tuinder wil zelf blijven eten, terwijl hij geen of weinig inkomsten heeft. In veel gevallen hebben producenten in het voorjaar geld nodig en hebben ze in zomer en de herfst geld genoeg om leningen af te lossen. Er zijn drie mogelijkheden om voorfinanciering te organiseren. • Volledig benutten van de gegeven betalingstermijn • Consumenten vragen om vooruit te betalen • Deelnemen aan een ruilhandelsnetwerk Volledige benutten van de gegeven betalingstermijn Meestal zit er bij een factuur een betalingstermijn, van 2 weken of een maand. Dat geeft een klein beetje ruimte. In veel gevallen niet genoeg. Een producent kan dan in overleg met de leverancier proberen die ruimte wat op te rekken. Zonder overleg loopt u het risico is dat de leverancier een incassobureau of deurwaarder inschakelt om het geld te ontvangen. Consumenten vragen om vooruit te betalen Als er onvoldoende liquiditeit is in het voorjaar kan een producent ook een loyale klantenkring vragen om (een deel) van de productie vooruit te betalen. De termijn tussen het moment dat een producent het geld ontvangt en het moment waarop de klant de producten krijgt kan variëren van een week tot enkele maanden of zelfs een jaar. In alle gevallen leidt die voorfinanciering tot de uitgifte door de producent van een soort waardebon of tegoedbon. Dat kan gewoon de kwitantie van het aankoopbedrijf zijn, of zelfs een echte waardebon. Deelnemen aan een ruilhandelsnetwerk Er is in de biologische keten een ruilhandelsnetwerk actief dat rentevrije voorfinanciering mogelijk maakt. Het heet de Citizen Multi National. Het werkt doormiddel van een boekhouding binnen het ruilhandelsnetwerk van boeren, verwerkers, groothandel, detailhandel en consumenten. De leden van het netwerk spreken af dat ze elkaar op het moment van de transactie in een interne rekeneenheid betalen en dat ze elkaar geen rente in rekening brengen. U krijgt binnen de CMN saldo in de interne rekeneenheid om aankopen te doen binnen het netwerk. Dat saldo heet aankoopcapaciteit. Dat saldo is afhankelijk van de financieringsbehoefte van het bedrijf en van de mogelijkheden om binnen het netwerk producten te kopen en te verkopen. http://www.cmn-lcc-international.com/htdocs/ Qoin is een ander ruilhandelsnetwerk dat eveneens voorfinanciering in een interne rekeneenheid, in dit geval de Qoin, mogelijk maakt. Iemand die iets binnen het Qoin netwerk koopt moet er op termijn er een product of dienst tegenover stellen. Het Qoin netwerk biedt op dit moment nog geen mogelijkheden voor consumenten om deel te nemen, maar in de toekomst zal dat wel het geval zijn. http://www.qoin.com/
45
11. Continue ontwikkeling In de vorige stap kwam ontwikkeling al aan de orde, vanuit het perspectief dat voor ontwikkeling van een idee, initiatief of onderneming geld nodig is. In deze stap wordt niet de materiële kant van ontwikkeling, maar juist op de immateriële geestelijke kant verder ingegaan. Want als er ergens geld aan wordt besteedt, zal er eerst overeenstemming over moeten zijn dat die besteding het gezamenlijk doel dient. Gezamenlijk doelen stellen en realiseren is wat een groep mensen bij elkaar houdt. En dan nog het liefst een beetje een uitdagend doel ook nog, zodat de verschillende (complementaire) kwaliteiten van de groepsleden aangesproken worden. Want groepen mensen zijn het meest creatief en productief in het realiseren van doelen waarvoor geen blauwdrukken bestaan, waar mensen worden uitgedaagd om zelf iets te nieuws scheppen. In deze stap bieden we daartoe een aantal handvatten.
Vragen • • • • • • • • •
Wanneer zijn we klaar? Hoe vormen we een effectief team? Hoe geven en ontvangen we feedback? Hoe evalueren we? Hoe stellen we de koers bij? Hoe gaan we om met verschillende belangen en opvattingen? Hoe gaan we om met conflicten? Hoe peilen we tevredenheid? Hoe benutten we de ideeën, kennis en ervaring van elkaar?
Wanneer zijn we klaar? U bent nooit klaar. Natuurlijk u kunt gezamenlijk doelen realiseren en daar kunt u trots op zijn, en daar mag u rustig in het luie gras gaan liggen om ervan genieten. Maar na een tijdje van de situatie genoten te hebben neemt u waar dat het nog beter kan, of bent u links en rechts ingehaald. Die waarneming gaat gepaard met een opkomend verlangen om het beter te doen of om eens iets nieuws uit te proberen. Na de conceptie van een pril idee, groeit een concept dat de confrontatie met de buitenwereld aan kan, dat daarna in een veilige omgeving wordt beproefd en groeit totdat het zelfdragend is. Zo heeft het leven op aarde zich geleidelijk geëvolueerd en dat proces stopt nooit. Als u meer over wilt lezen kunt het ontwikkelingsmodel van conceptie tot zelfdragend product hier downloaden [pdf ontwikkelingsmodel van conceptie tot zelfdragend product]
Hoe vormen we een effectief team? Om een krachtig team te vormen is continue afstemming nodig op zes elementen: 1. de gezamenlijke doelen en prestatie, 2. het initiatief en de ondernemingsgeest die daarvoor nodig is, 3. flexibiliteit en veranderingszin, 4. waardering en respect, 5. openheid en directheid, 6. betrokkenheid en verantwoordelijkheid. Als deze zes elementen goed in evenwicht zijn levert dat motivatie, energie, leerervaringen, vertrouwen, helderheid en teamgeest op. En dat zijn zes krachtige ingrediënten voor een effectief top team. Leon de Caluwe heeft deze elementen verbonden in het Karrenwiel dat als praatmodel kan dienen om u bewust te worden van de kwaliteit van de samenwerking. U kunt het Karrenwiel hier downloaden [pdf het Karrenwiel]
Hoe geven en ontvangen we feedback? Om een effectief team te kunnen vormen is bereidheid nodig om te leren. Dat geldt voor alle groepsleden. Als die bereidheid er is kunt u elkaar om feedback vragen, of elkaar ongevraagd feedback geven. Daardoor gaat u in de groep voor elkaar als spiegel dienen, want u ziet uzelf door de ogen van anderen. Dat kan een heel verfrissend nieuw beeld opleveren. Dat kan wel eens even slikken zijn, en daarom is het belangrijk dat het respectvol gebeurd. Feedback kan emoties oproepen en daarom is het voor de gever van feedback in het begin net zo spannend als voor de ontvanger. Bedank de gever van feedback voor de spiegel die hij of zij u biedt.
46
Hoe evalueren we? De basis voor ontwikkeling is evaluatie van de huidige situatie. Als u iets in de huidige situatie niet goed vindt gaan zult u geneigd zijn daar een speerpunt van te maken. Maar weet u van elkaar, hoe u over de huidige situatie denkt? Zo niet, hoe kom je daar dan achter? Er zijn verschillende manieren om te evalueren: een persoonlijk gesprek, een groepsgesprek, een rubriek ‘meningen’ in de nieuwsbrief, of een schriftelijke of telefonische enquête. Tuinderij de Aardvlo stuurt de pergola klanten jaarlijks een evaluatieformulier toe. U kunt hier een voorbeeld downloaden [pdf evaluatieformulier de Aardvlo]
Hoe stellen we de koers bij? Het is voor de vitaliteit van de samenwerking van groot belang dat u in beweging blijft en dat het collectief zichzelf (nieuwe) doelen stelt. U kunt dat op twee manieren insteken. Door het te benaderen vanuit een gewenste optimale situatie in de toekomst, of door het te benaderen vanuit de problemen die in de huidige situatie tegenkomt en die u wilt oplossen. U heeft beide benaderingen nodig, maar het maakt wel verschil waar u het accent legt. Als u energie en motivatie wilt losmaken (of vasthouden) in een groep mensen is het raadzaam om aan het begin relatief veel aandacht te besteden aan het scheppen van een helder beeld van de gewenste optimale situatie in de toekomst (de victorie). Een uitputtende opsomming van problemen daarentegen geeft weinig geestdrift. Een mooie manier om een initiatief te bouwen op de wensbeeld van groepsleden is door mensen 15 minuten interviews bij elkaar te laten afnemen met de volgende vragen. -Omschrijf 2 situaties in uw leven waarin u in een ‘flow’ zat en u zich krachtig en voldaan voelde. Wat gebeurde er toen? -Stelt u zich nu eens voor dat u over 5 jaar de boerderij opkomt om te vieren wat er de afgelopen 5 jaar allemaal is gebeurd. Wat wordt er gevierd, wat ziet u, ruikt u, proeft u, wie zijn er bij? Grote kans dat u met deze twee vragen uitkomt op beelden waar de geïnterviewde persoon graag aan mee zou willen werken. Daarna is het de uitdaging om die persoonlijke beelden samen te bundelen tot een krachtige collectieve uitdaging. Daarmee creëert u een toekomstbeeld, dat werkt als een soort magnetisch veld dat in staat is mensen aan te trekken. Om het beeld te kunnen realiseren zal het geaard moeten worden in de huidige situatie. De resultaten van de evaluatie komen daarbij goed van pas. Maar ook de handvatten van de stap levend planproces.
Hoe gaan we om met verschillende belangen en opvattingen? Geniet ervan. Het is belangrijk om in een groep mensen de diversiteit in persoonlijkheden, doelen, ideeën en ervaringen te erkennen. Dat kunt u doen door een denkbeeldige cirkel te vormen, met een open midden. In de cirkel spreekt iedereen uit wat hij of zij wil en denkt. Een procesbegeleider waakt ervoor dat er niemand in het open midden gaat staan en daarmee de belangen of opvattingen van anderen uitsluit. Als u in staat bent om interesse te tonen voor de anderen en naar elkaar te luisteren, wordt een veelkleurigheid aan perspectieven zichtbaar. In het ontwikkelingsproces dat u daarna samen doormaakt zal u zich van dat hele palet aan kleuren bewust zijn en zult u ontdekken dat het proces veel meer oplevert dan u vanuit uw eigen perspectief voor wenselijk of mogelijk had gehouden.
Hoe gaan we om met conflicten? Conflicten (innerlijk en tussen mensen onderling) ontstaan als de spanning tussen het gewenste beeld of situatie en de daadwerkelijk situatie ondragelijk is geworden, en mensen gaan ‘vechten’ om het gat te overbruggen. Bekend zijn gevechten om gelijk te krijgen om de zin te krijgen etc. In een conflict wordt vaak niet zachtzinnig duidelijk waar het degene die het gevecht aangaat om gaat. Om uit een conflict te komen zal de spanning eerst moeten verminderen. Een eerste stap om de spanning te verminderen is erkennen dat de spanning er is en pijn doet. Ofwel respecteer de pijn, woede of welke emotie ook, maar laat hem bij de ander. Daarna is een goede spiegel nodig zodat mensen hun verwachtingen naar beneden kunnen bijstellen, en verantwoordelijkheid nemen voor de situatie zoals die echt is. Wat echter veel gebeurd is dat mensen niet in de spiegel kijken en in een conflict blijven hangen als slachtoffer of achtervolger. Of dat andere mensen de verantwoordelijkheid overnemen en de situatie gaan redden. Het wordt dan een heel spel waarin verschillende mensen de positie van slachtoffer, redder of achtervolger innemen. Door bewustwording van die posities kan de spanning alsnog wegvloeien. Als u meer over de redder-slachtofferachtervolger-driehoek wilt lezen kunt u dat hier downloaden. [pdf redder-slachtoffer-achtervolger]
47
Hoe peilen we tevredenheid? Om conflicten te voorkomen kunt u ook proberen om in de gaten te houden of mensen tevreden zijn met de situatie zoals die nu is. Hoe peilt u tevredenheid? Door vragen te stellen en door een omgeving te bieden waarin mensen een eerlijk antwoord kunnen geven. Wat veel voorkomt is dat mensen sociaal wenselijke antwoorden geven, en daarom is het nodig dat mensen zich veilig voelen om uit te spreken wat ze vinden.
Hoe benutten we de ideeën, kennis en ervaring van elkaar? De kracht van een groep zit in de diversiteit aan gezichtspunten en capaciteiten die elkaar kunnen aanvullen. Er zijn in een groep altijd mensen die wat meer op de voorgrond treden en anderen die zich wat bescheidener opstellen. Als een groep niet alert is, wordt een flink deel van het beschikbare potentieel niet benut, omdat de wat bescheidener mensen niet te ruimte krijgen om op hun manier aan te haken of bij te dragen. Interesse in elkaar en aandacht voor elk groepslid zijn de sleutels, om elkaar te leren kennen en de bijzondere bijdrage die elk persoon heeft aan het geheel te zien. Het blijkt dat het voor veel mensen een drempel is om zichzelf beschikbaar te stellen, maar dat ze graag in actie komen als ze gevraagd worden. Een belangrijke sleutel om een krachtig team te vormen is om elkaar te vragen om ideeën, kennis en ervaring in te brengen.
48
12. Natuurlijk verloop In de vorige stap is continuïteit aan de orde geweest. Maar aan alles is constant in beweging en in verandering en ook aan samenwerking met mensen komt een einde. Het nemen van afscheid is voor veel mensen geen gemakkelijke opgave, vandaar dat we een aantal handvatten bieden om er een mooi moment van te maken. Vragen • • • • •
Wat is er natuurlijk aan verloop? Hoeveel verloop is wenselijk? Waarom gaan mensen weg? Wanneer gaan we uit elkaar? Hoe nemen we afscheid van elkaar?
Wat is er natuurlijk aan verloop? Betrokkenheid van mensen bij de boerderij is tijdelijk. Vroeg of laat vertrekken mensen, om elders weer nieuwe uitdagingen aan te gaan. Mensen verhuizen, verwisselen van baan of van gezinssamenstelling of overlijden. Maar mensen vertrekken niet alleen vanwege overmacht. Mensen kunnen ook uitgekeken of uitgeleerd raken, en in een sleur belanden die niet langer motiverend is. Er kan ook onvrede zijn over de inhoudelijke koers, de structuur, de cultuur of het tempo van de ontwikkelingen, waardoor de balans tussen aantrekking en afstoting op een bepaald moment tot een afscheid leidt. U kunt daar op verschillende manieren mee omgaan. U kunt het afwijzen of accepteren. Door het af te wijzen maakt u het afscheid voor uzelf en de ander moeilijker. Door het te accepteren geeft u de mensen die vertrekken ruimte voor een volgende stap. En daarmee ontstaat er mogelijk ook ruimte voor een nieuw persoon om die plaats over te nemen en op een eigen manier invulling te geven. Door het verloop krijgt het geheel fris bloed en nieuwe impulsen, waardoor het zich blijft ontwikkelen.
Hoeveel verloop is wenselijk? Hoe langer het duurt dat mensen vertrekken hoe stabieler de cultuur, de inhoudelijke koers en de structuur zullen worden. Als de doorstroming sneller gaat is er meer ontwikkeling in de cultuur, de initiatieven en de structuur te verwachten. Het hangt van de aard van de boer en de boerin en de mensen in het centrum van de boerderij, en van de levensfase waarin die mensen zitten af, of er meer op stabiliteit of meer op ontwikkeling wordt aangestuurd. Vanuit het ondernemers oogpunt bekeken kost een langere cyclus minder inspanning. Want elke cyclus heeft verschillende fasen, waarbij de eerste fasen vanaf aantrekking tot beginnende samenwerking energie vragen zonder dat er veel energie voor terug komt. Die energie komt terug in de fase waarin de mensen actief bijdragen aan de onderneming. De onderneming heeft er belang bij dat die fase lang duurt en soepel verloopt. In de fase van afronding tot het afscheid wordt de bijdrage afgebouwd. De doorstroming hangt ook samen met de taken zelf en met de regelmaat waarin die taken worden uitgevoerd. Iemand die jaarlijks meehelpt met de organisatie van de open dag, doet dat bijvoorbeeld 7 jaar achter elkaar. Iemand die 2 dagen per week meewerkt in de groentetuin doet dat bijvoorbeeld twee jaar lang. Mensen die jaarlijks een oogstaandeel kopen op tuinderijen zoals de Aardvlo, de Nieuwe Ronde of de Oosterwaarde, doen dat gemiddeld 5 tot 10 jaar achter elkaar. Kortom, welke duur wenselijk is wordt door de betrokken mensen zelf bepaald. Als u invloed wilt uitoefenen op de duur van een cyclus, als u bijvoorbeeld wilt dat mensen langer betrokken zijn, zijn er drie punten die regelmatig uw aandacht vragen. Het eerste aandachtspunt is zorgen voor warmte en veiligheid, zodat mensen zichzelf kunnen zijn. Het tweede aandachtspunt is zorgen voor uitdaging zodat de mensen een (gezamenlijk) doel bereiken waarbij ze zich goed voelen en waarin ze zich kunnen ontwikkelen. Het derde aandachtspunt is waardering voor de bijdrage die mensen leveren.
49
Waarom gaan mensen weg? Het is voor de ontwikkeling van de boerderij belangrijk om te weten waarom mensen weggaan. Door over de redenen in gesprek te gaan, kan het worden afgesloten en een plek krijgen. Mogelijk kunt u er ook wat van leren. Redenen van vertrek kunnen zijn: • Overmacht situaties zoals verhuizing, verwisselen van baan of van gezinssamenstelling, of overlijden. • Doelen zijn gehaald en taken volbracht. Mensen zijn klaar. • Nog mooiere alternatieven. • Taken elders die meer prioriteit krijgen. • Onvrede over de visie en de doelen, de locatie, de taakinhoud, de bejegening en waardering, de cultuur of de structuur. In veel gevallen spelen er verschillende redenen tegelijk een rol. Een mooi voorbeeld van iemand die vertrekt wordt geboden door een tuinvrijwilligster van de Aardvlo. U kunt haar afscheidsbrief hieronder downloaden. [Pdf afscheidsbrief tuinvrijwilliger Aardvlo].
Wanneer gaan we uit elkaar? Normaal gesproken vertrekt u als ze u klaar bent. Als de relatie harmonieus is geweest zal u volgens afspraak de taak afronden en eventueel overgedragen. In een overmachtsituatie moet u misschien voortijdig vertrekken, nog voordat de taak is afgerond. Maar u kunt ook met onvrede vertrekken. Die onvrede kan van twee kanten komen. U bent niet tevreden of de ander is niet tevreden. U kunt uit uzelf vertrekken of worden gevraagd om te vertrekken. De taak zal in veel gevallen overgenomen moeten worden door een ander. Bij bepaalde taken die van invloed zijn op de continuïteit en de ontwikkeling van de onderneming is het raadzaam om vooraf afspraken te maken over de duur van de overeenkomst, de opzegtermijn en overdracht van taken. Omdat het nu eenmaal kan gebeuren dat mensen onverwachts vertrekken is het ook verstandig om teams te vormen zodat mensen samenwerken en taken van elkaar kunnen overnemen, als er iemand wegvalt.
Hoe nemen we afscheid van elkaar? In de wijze van afscheid nemen toont u uw waardering voor de mensen van wie u afscheid neemt. Als u besluit uit elkaar te gaan, doe dat dan onder het motto: ieder mensen komt met opgeheven hoofd binnen en vertrekt ook weer met opgeheven hoofd. Zelfs als u eigenlijk opgelucht bent omdat er wrijvingen en spanningen waren in de relatie. Op Zorgboerderij Urtica-de Vijfsprong zijn seizoensvieringen geleidelijk aan vervangen door afscheidsfeesten, waarin de vertrekkende medewerker, zorgvrager of hulpverlener in het zonnetje wordt gezet. Een afscheid is een belangrijk punt om te markeren, om terug te kijken op en te bevestigen wat u voor elkaar heeft betekent. U kunt op zo’n moment uw dankbaarheid tonen en andere gevoelens die u heeft. In een mooi afscheid laat u elkaar vrij om de eigen weg te vervolgen.
50