STAP IN … STAP IN … Register MZ-Opleiders
Register MZ-Opleiders (RMZO) Leidseplein 5 1017 PR Amsterdam www.MZ-Opleiders.nl 020 - 320 43 02
Registreer je nu op www.MZ-Opleiders.nl
Vanaf 15 mei 2012 start het register voor alle MZ-Opleiders die parttime, fulltime en/of als zelfstandige werkzaam zijn. Ben je een professional die zich bezighoudt met het opleiden van Ondernemingsraden en andere MZ-organen, dan kun je je vanaf heden inschrijven in het register. Of je nu bij een instituut werkt of in een andere hoedanigheid actief bent; iedereen die aan de voorwaarden voldoet, kan zich laten registreren. Waarom zou ik me inschrijven? Als geregistreerd MZ-opleider laat je aan je opdrachtgevers, klanten en werkgever(s) zien dat je: - een gedegen en getoetste (voor)opleiding hebt - gekwalificeerd bent om MZ-organen op te leiden - je vak op een professionele manier bijhoudt - materiedeskundig bent op specifieke onderwerpen - samen met alle andere geregistreerde MZ-Opleiders garant staat voor kwaliteit. Hoe werkt het register? Het register onderscheidt twee ’registratieroutes’: 1. MZ-Opleiders met ervaring en werkend in de medezeggenschap (overgangsregeling tot 1 december 2012) 2. Startende MZ-Opleiders Geregistreerde MZ-Opleiders moeten zich na 5 jaar laten herregistreren om opnieuw erkend te worden en ingeschreven te blijven in het register.
Register MZ-Opleiders - www.MZ-Opleiders.nl
Route 1: Overgangsregeling voor ervaren MZ-Opleiders Een ervaren opleider is een opleider die al vóór 1 januari 2012 bij een instituut in dienst was of als zelfstandige werkte en voldoet aan de criteria van de overgangsregeling. Voor deze MZ-Opleiders die vaak al jaren opleidingen voor OR’en verzorgen is een overgangsregeling in het leven geroepen die ruimhartig zal worden toegepast. Die ruimhartigheid is ook gerechtvaardigd om aan de diversiteit van MZ-Opleiders recht te doen en rekening te houden met het feit dat veel opleiders nooit opgeleid zijn voor een erkenning. Er zijn verschillende mogelijkheden voor ervaren opleiders om voor erkenning in aanmerking te komen: a) MZ-Opleiders voldoen aan alle criteria en kunnen dit ook met diploma’s of verklaringen aantonen. Deze criteria zijn: een afgeronde hbo- of universitaire opleiding, een afgeronde trainercoach-docentenopleiding en 100 dagdelen werkzaam geweest als MZ-opleider tussen 1-1-2002 en 1-1-2012. b) MZ-Opleiders voldoen aan alle criteria behalve de trainersopleiding. In plaats van de trainersopleiding kan dan worden volstaan met het indienen van bij voorkeur twee van de volgende drie documenten: 1. een verklaring van de directeur/werkgever dat voldoende trainerskwaliteiten opgedaan zijn; 2. een uitdraai bij het GBIO aanvragen van met behulp van MISOR en KOOS onderzochte cursistentevredenheid (een gemiddelde van 8 of meer is voldoende)1; 1
De trainers waarvan voldoende evaluatiegegevens bij het GBIO bekend zijn ontvangen rond 1 juni daar automatisch een uitdraai van.
Register MZ-Opleiders - www.MZ-Opleiders.nl
3. een overzicht van voldoende gevolgde nascholing of deskundigheidsbevordering op dit gebied. c) indien MZ-Opleiders hele andere wegen gevolgd hebben om tot uitoefening van dit vak te komen, dan kunnen zij gebruik maken van de mogelijkheid tot een verzoek aan de beoordelingscommissie op basis van Elders Verworven Competenties. De aanvragen voor erkenning op basis van de overgangsregeling worden door de beoordelingscommissie getoetst. Beroep tegen het besluit is mogelijk bij het bestuur van de Stichting.
Route 2: Startende MZ-Opleiders Een startende opleider is een opleider die na 1 januari 2012 bij een instituut in dienst is gekomen of als zelfstandige op de MZ-markt is gaan werken en geen beroep kan doen op de overgangsregeling. Voor startende MZ-Opleiders kunnen drie wegen naar erkenning leiden: 1. De nieuwe MZ-opleider heeft HBO+ niveau en een erkende trainersopleiding gevolgd en start met de MZ-opleiding. Hij kan kandidaat worden en moet binnen twee jaar de MZ-opleiding hebben afgerond om zich te kunnen registeren. 2. De nieuwe MZ-opleider heeft de MZ-opleiding nog niet gevolgd en moet ook nog een erkende trainersopleiding volgen; hij kan kandidaat worden en moet binnen twee jaar de trainers- en MZopleiding hebben afgerond om zich te kunnen registreren.
GBIO en SER en het RMZO In de afgelopen 35 jaar heeft het GBIO door normen te stellen en programma’s te screenen veel invloed gehad op de definitie van het vak MZ-opleider. Met het verdwijnen van het GBIO zal het accent meer op leren komen te liggen en minder op de vorm. Aan deze ontwikkeling heeft het GBIO in het laatste jaar van haar bestaan een belangrijke bijdrage geleverd door over te gaan op certificering van instituten. De kwaliteit van de instituten is het uitgangspunt geworden en de instituten hebben maximale vrijheid om leerprocessen van ondernemingsraden en OR-leden als uitgangspunt te nemen voor hun aanbod. Met de certificering verplichten het GBIO en de SER de erkende instituten voor MZ-opleidingen met minimaal 70% erkende MZOpleiders werken. Het RMZO voorziet in de mogelijkheid hieraan te voldoen. Na de opheffing van het GBIO zijn vanaf 2013 de certificering van instituten en de registratie van MZ-Opleiders samen de kwaliteitsgarantie voor ondernemingsraden.
Wat kost het? De jaarlijkse registerbijdrage bedraagt €75,-. Je kunt deze bijdrage voldoen via de website. BVMP-leden krijgen een korting.
Register MZ-Opleiders - www.MZ-Opleiders.nl
De geaccrediteerde opleidingen/trainingen, intervisie en supervisie moeten geënt zijn op deze vijf gebieden. We nodigen iedereen uit om mee te denken en een bijdrage te leveren aan de ontwikkeling van het vak door opleidingen en trainingen te ontwikkelen en aan te bieden.
3. De nieuwe MZ-opleider heeft geen voltooide HBO/WO opleiding maar meent wel op dat niveau te werken. Hij kan een (erkende) EVC procedure starten. Wanneer de beoordelingscommissie positief besluit kan de volgens 1 of 2 geschetste procedure gevolgd worden om de vereiste trainersopleiding en/of MZ-opleiding te volgen.
Wie zitten er achter het Register voor MZ-Opleiders (RMZO)? Herregistratie na 5 jaar BVMP is de beroepsvereniging van medezeggenschapsprofessionals. BVMZ is de branchevereniging, waarin het overgrote deel van de MZ-trainingsinstituten zijn verenigd die door GBIO gecertificeerd zijn. BVMP en BVMZ hebben in de afgelopen jaren hard gewerkt aan de totstandkoming van het register. Het ontwikkelen van standaarden in het vak van MZ-opleider is in de visie van de BVMP en de BVMZ een gedeelde verantwoordelijkheid van de beroepsbeoefenaren zelf en van de organisaties waarin zij hun vak beoefenen. Het register zelf is vormgegeven in een onafhankelijke stichting. Het bestuur van deze stichting wordt gevormd door vijf leden. Twee uit de BVMP: Wim van Santbrink en Albert van Driel, twee uit de BVMZ: Erik van Triest en Dick Onvlee, en een onafhankelijke voorzitter: Mia Lageschaar. Meer informatie over de organisatie, de samenstelling en de activiteiten van het register zijn te vinden op www.MZ-Opleiders.nl/organisatie. BVMP en BVMZ hebben ook eigen websites, www.bvmp.nl en www.bvmz.nl
Register MZ-Opleiders - www.MZ-Opleiders.nl
Van geregistreerde trainers wordt gevraagd hun vakbekwaamheid bij te houden via een systeem van Permanente Educatie (PE). Werkervaring, bijscholing, intervisie, supervisie, bestuurlijke activiteiten en publicaties zijn categorieën die punten opleveren. Voor herregistratie moeten via deze categorieën 50 PE-punten in vijf jaar behaald worden. Geaccrediteerde opleidingen/trainingen, intervisiegroepen of supervisors zijn op de website van het register te vinden en het register zal zich inspannen om een gevarieerd en inspirerend aanbod te realiseren.
Vakbekwaamheid MZ-opleider is een vak. Dat vak stelt hoge eisen aan de mensen die het uitoefenen. Hoewel behoeften en wensen van klanten leidend zijn, blijft integer en onafhankelijk handelen van de MZ-opleider het uitgangspunt. Je moet met groepen kunnen omgaan, arbeidsverhoudingen begrijpen en interpreteren, je in de politieke context van een OR kunnen verplaatsen, kunnen omgaan met een grote diversiteit aan inhoudelijke en procesmatige vragen, kunnen
omgaan met dilemma’s en kunnen schakelen in je rol als trainer/coach/begeleider. Kortom je moet vakbekwaam zijn. Het is niet de bedoeling je registratie enkel een formele bureaucratische procedure te laten zijn. Juist de verdere ontwikkeling van het vak en het bediscussiëren van relevante beroepsontwikkelingen zijn nodig voor het handhaven en verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening aan OR’en. Een duidelijk profiel van een MZ-opleider, een erkende opleiding, certificering, een systeem van permanente educatie en een klachtencommissie zijn de onderdelen van een goed kwaliteitssysteem en dus ook van groot belang voor verdere beroepsvorming en kwaliteitsbewaking. Deze aspecten zijn terug te vinden in de opzet van het nieuwe register.
Vakontwikkeling Ons vak bestaat nog niet zo lang. Langzamerhand krijgen we steeds beter in beeld wat er bij het vak hoort; wat je in je gereedschapskist moet hebben. Van die stand van zaken hebben we een standaard gemaakt. Niet om de discussie over het vak vast te zetten, maar juist om beter het gesprek te voeren over de verdere ontwikkeling van het vak. Op basis van eerdere competentieonderzoeken en veel ervaringen van MZ-Opleiders zijn vijf gebieden van vakbekwaamheid bepaald, die we hiernaast grafisch hebben weergegeven. Iedere MZ-opleider dient op elk van deze gebieden basiskennis, basisvaardigheden en vakopvattingen te hebben.
Register MZ-Opleiders - www.MZ-Opleiders.nl
CONTEXT VAN DE MEDEZEGGENSCHAP politieke context autonomie belangen macht
ETHIEK VAN HET VAK beroepscode dilemma's
LEERCONTEXT VAN DE OR groepsdynamica diversiteit in leren leerpocessen
ORGANISEREN VAN LEERPROCESSEN intake programmering rollen trainer docent coach adviseur
KENNIS EN VAARDIGHEDEN VAN DE OR arbo hrm wor communicatieve vaardigheden