STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016
2
STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Stadsdeel programma 2013-2016 Westelijk Geleen 1
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Colofon: Dit is een uitgave van de gemeente Sittard-Geleen
INHOUD Voorwoord van de stadsdeelbestuurder
3
1
Inleiding 1.1 De buurt mag het zeggen! 1.2 Stadsdeelbudget of leefbaarheidsbudget 1.3 Leeswijzer 1.4 Meer informatie
7 7 7 7 8
2
Stadsdeelprogramma 2 Westelijk Geleen
9
3
Programma cluster 2.1 Lindenheuvel 3.1 Wonen en zorg 3.2 Leefomgeving, bereikbaarheid en veiligheid 3.3 Vitale verenigingen en maatschappelijke voorzieningen 3.4 Economische voorzieningen
10 11 12 15 19
4
Programma cluster 2.2 Geleen Noord, Geleen Centrum en Krawinkel 4.1 Wonen en zorg 4.2 Leefomgeving, bereikbaarheid en veiligheid 4.3 Vitale verenigingen en maatschappelijke voorzieningen 4.4 Economische voorzieningen
21 22 24 26 29
Tot stand gekomen in nauwe samenwerking met onze maatschappelijke partners in de wijken en dorpen.
2
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Voorwoord van de stadsdeelbestuurder Voor u ligt het stadsdeelprogramma 2013-2016 voor stadsdeel 2: Westelijk Geleen. In de stadsdeelprogramma’s wordt verbinding gemaakt tussen de wensen uit de wijk, met de maatschappelijke partners en het gemeentelijk beleid. De uitkomsten worden opgenomen in de gemeentebegroting. Alle programma’s zijn interactief tot stand gekomen in overleg met deze partners. Met de tweede generatie stadsdeelprogramma’s zetten we een belangrijke stap in de ontwikkeling van het wijkgericht werken. Dat komt door de toevoeging van een lange termijn visie: de “Leefbaarheidagenda 2025”. LEES VERDER >>
3
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Wijkgericht werken heeft alles te maken met draagvlak bij de partners, gebouwd op wederzijds respect, inbreng en gelijkwaardigheid. De brandstof van het overleg is communicatie en samenspraak. Na de eerste generatie stadsdeelprogramma’s en -gesprekken is een discussie gevoerd over het niveau van deze samenspraak. De schaal van het wijkplatform is te klein, die van het stadsdeel juist te groot. Toch is verbreding van draagvlak en participatie meer dan wenselijk. Het antwoord daarop is gevonden in een tussenliggende werkvorm het werkatelier. Hiervoor zijn samenhangende wijken, buurten en/of dorpen geclusterd. Vervolgens zijn meer partijen gevraagd om aan het clusteroverleg deel te nemen, zoals instellingen, ondernemers en andere belangstellenden. De Leefbaarheidagenda 2025 deelt Stadsdeel 2 op in twee clusters: Cluster 1 Lindenheuvel Cluster 2 Geleen Noord, Geleen Centrum en Krawinkel De voorbereidingen voor de Leefbaarheidagenda zijn eind 2011 gestart met een grondige analyse, gevolgd door interactieve werkateliers (2011/2013). In de inventarisatie- en analysefase bleek wederom dat ons gemeentelijk beleid sterk wordt beïnvloed door externe factoren. Deze informatie is uitvoerig beschreven in de nota basiskwa-
liteit leefbaarheid en de Leefbaarheidagenda 2025. Graag verwijzen we u daarnaar: www.sittard-geleen.nl/leefbaarheid. Wijkgericht werken en basiskwaliteit leefbaarheid zijn dragers van ons beleid; de verbinding wordt gevormd door actief burgerschap, zijnde de derde drager. De brede participatie in de werkateliers heeft geleid tot het formuleren van ontwikkelingrichtingen en speerpunten per cluster. Hoofddoel van wijkgericht werken is om samen met de wijken en dorpen de leefbaarheid te borgen en te versterken. Alle genoemde zaken vormen de middelen om dit doel te bereiken en vallen onder de stadsdeelcyclus. Stadsdeelbestuurder, stadsdeelmanager en wijkcoördinator werken samen met de platforms aan de in- en externe verbindingen in dit proces. Graag nodigen wij alle partners uit om samen met de gemeente de gekozen ontwikkelrichting en daaruit voortvloeiende speerpunten te realiseren. Uw stadsdeelbestuurder Wethouder Peter Geenen
4
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN Susteren
Holtum
Schipperskerk
Stadsdeel 1
Born en kleine kernen
Buchten Nieuwstadt
Stadsdeel 5
Oostelijk Sittard
Grevenbicht
CLUSTER
CLUSTER
1.1
Stadsdeel 4
1.2
Westelijk Sittard
Stadsdeel 2
Westelijk Geleen
Stadsdeel 3
BORN
Oostelijk Geleen Munstergeleen - Windraak
Obbicht
Graetheide
Tüddern
Guttecoven Limbricht
CLUSTER
4.1
Berg
CLUSTER
SITTARD
Einighausen
CLUSTER
1.3
5.1
CLUSTER
Urmond
CLUSTER
4.2
4.3
CLUSTER
2.1
CLUSTER
3.2
CLUSTER
GELEEN
CLUSTER
3.3
Munstergeleen
2.2
Stein
CLUSTER
3.1
Schinnen
Neerbeek
Spaubeek Beek
5
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN Susteren
Holtum
Schipperskerk
Stadsdeel 1
Born en kleine kernen
Buchten Nieuwstadt
Stadsdeel 5
Oostelijk Sittard
Grevenbicht
Stadsdeel 4
Westelijk Sittard
Stadsdeel 2
Westelijk Geleen
Stadsdeel 3
BORN
Oostelijk Geleen Munstergeleen - Windraak
Obbicht
Graetheide
Tüddern
Guttecoven Limbricht
SITTARD
Berg Einighausen
Urmond
Cluster 2.1
Munstergeleen
GELEEN
Cluster 2.2
Stein
Schinnen
Neerbeek
Spaubeek Beek
6
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
1 INLEIDING Leefbaarheid van onze buurten en dorpen staat centraal in ons beleid. Het draait erom of de (woon) omgeving aansluit bij de wensen van de mensen die er leven, wonen of werken. De woonomgeving is het werkterrein van een veelheid aan partijen. Leefbaarheid is altijd een coproductie van wijk- en dorpsplatforms, woningcorporaties, onderwijs, zorg- en welzijnsinstellingen, politie, toezichthouders, etc. Leefbaarheid gaat ook over betrokkenheid en participatie. In ons beleid vatten we dat samen als actief burgerschap, de belangrijkste drager voor leefbaarheid. Mensen maken de buurt.
1.1 DE BUURT MAG HET ZEGGEN! Onze gemeente is opgedeeld in vijf stadsdelen met twaalf clusters (van buurten), 28 wijk- en dorpsplatforms. Dat vraagt om duidelijkheid: wanneer is iets een stedelijk vraagstuk en wanneer ‘mag de buurt het zeggen’? De gemeenteraad heeft in 2011 voor haar gehele grondgebied de (nota) basiskwaliteit leefbaarheid vastgesteld. Medio 2013 zijn gemeente-breed ontwikkelrichtingen aangegeven voor de Leefbaarheidagenda 2025. In de stadsdeelprogramma’s 2013-2016 worden deze uitgewerkt in speerpunten per cluster van buurten of dorpen. Hiermee zijn de kaders bepaald voor de leefbaarheid, actief burgerschap en wanneer de buurt het echt voor het zeggen heeft.
1.2 STADSDEELBUDGET OF LEEFBAARHEIDBUDGET ‘De buurt mag het zeggen’ mag geen loze kreet blijven. Daarom heeft elk stadsdeel een budget voor de leefbaarheid van buurten en wijken. Dit budget wordt ingezet waar bewoners, buurten en instellingen vragen om de leefbaarheid in hun buurt te verbeteren. Het budget van circa € 200.000,- per stadsdeel per jaar is bestemd voor fysieke projecten (openbare ruimte en spelen) en voor sociale projecten. Het is niet “u vraagt en wij draaien” maar ‘actief burgerschap’ en ‘zelfwerkzaamheid’ die voorop staan. Dit bevordert immers ook de sociale samenhang (cohesie).
1.3 LEESWIJZER De opbouw van dit stadsdeelprogramma is eerst naar cluster en vervolgens per thema: ‘wonen en zorg’, ‘leefomgeving, veiligheid, bereikbaarheid’ en tot slot ‘verenigingen en voorzieningen’. Per thema wordt een vaste opbouw gehanteerd, die uitmondt in ontwikkelrichtingen en speerpunten.
7
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
1.4 MEER INFORMATIE In het stadsdeelprogramma 2013-2016 staat onze middellange termijnvisie op de (gewenste) ontwikkeling van onze wijken, buurten en dorpen. Actuele informatie hierover staat op de gemeentelijke website: www.sittard-geleen.nl/leefbaarheid Hier kunt u de stadsdeelprogramma’s ook digitaal bekijken. Voor meer informatie over de gemeentelijke activiteiten in een stadsdeel kunt u contact opnemen met de stadsdeelmanager en de wijkcoördinator: Stadsdeelmanager : May Jung Wijkcoördinator : Arno Gorissen
Altijd op de hoogte zijn van beleidsontwikkelingen, nieuwe regelingen, subsidiemogelijkheden en werkzaamheden in uw buurt? Meld u dan aan voor de e-mail nieuwsbrief van de gemeente Sittard-Geleen op www.sittard-geleen.nl Met vragen, meldingen of ideeën over de leefomgeving kunt u terecht bij het Klant Contact Center 14046 of www.sittard-geleen.nl of via
[email protected].
De grotere projecten hebben een eigen informatiesite. Zo kunt u voor meer informatie over de binnenstedelijke ontwikkeling en projecten terecht op respectievelijk www.zitterdrevisited.nl en www.stadshartgeleen.nl. Ook in de Stadskrant kunt u veel informatie terugvinden.
8
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
2 STADSDEELPROGRAMMA 1 WESTELIJK GELEEN TYPERING VAN HET STADSDEEL Stadsdeel 2 Westelijk Geleen bestaat uit de wijken Lindenheuvel, Geleen Centrum, Krawinkel en Geleen Noord. De wijk Lindenheuvel ligt aan de noordwestzijde van Geleen. Aan de noordzijde grenst Lindenheuvel aan Tuinboulevard Gardenz en Landschapspark De Graven en aan de zuidwestzijde grenst de wijk Lindenheuvel aan de Chemelot-campus. In het zuidwesten grenst Geleen Centrum aan Krawinkel, hier lopen de Westelijke Randweg en de spoorlijn Sittard-Maastricht. Aan de zuidoost zijde wordt de wijk begrensd door de Rijksweg Centrum. De Groenstraat is de grens tussen Geleen Centrum en Geleen Noord De wijk Geleen Noord ligt aan de noordwestzijde van Geleen. De oude kern van Geleen Noord is door de jaren heen uitgebreid met nieuwe woonkernen (de Dassenkuil, de Haese, de hoog/
laagbouw langs de Henri Hermanslaan). Orbis medisch centrum (OMC) ligt in Geleen, vlakbij het woongebied de Haese. Aan de westzijde van Geleen Noord loopt de spoorlijn Sittard-Maastricht en verder wordt de wijk begrensd door de Rijksweg aan de oostzijde en door de wijken Lindenheuvel en de Krawinkel aan respectievelijk de noordzijde en de zuidzijde. Westelijk Geleen is goed bereikbaar. Er zijn een treinstation en voldoende busverbindingen, de snelweg is dicht in de buurt en er zijn goede vliegverbindingen door de directe nabijheid van vliegveld Maastricht Aachen Airport. In het stadsdeel wonen veel ouderen en er is sprake van ontgroening (wegtrekkende jongeren). Het voorzieningenniveau van Westelijk Geleen is goed te noemen. De leegstand van winkels in Geleen Centrum vraagt de nodige aandacht.
9
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
3 PROGRAMMA CLUSTER 2.1 LINDENHEUVEL TYPERING De wijk Lindenheuvel ligt aan de noordwestzijde van Geleen. De noordgrens wordt gevormd door de Urmonderbaan, hier liggen Landschapspark De Graven en Tuinboulevard Gardenz. Aan de oostzijde vormt het spoor de grens met het centrum van Geleen. Aan de westzijde grenst het gebied aan de gemeente Stein. Aan de zuidwestzijde ligt de Chemelot-campus.
De wijk kan het best worden omschreven als een multiculturele buurt. In de tijd van de Staatmijnen, vestigden zich hier eerst noordelijke Nederlanders, later Oost Europeanen, daarna mediterranen en immigranten uit de hele wereld. In Lindenheuvel is 11% van de inwoners van allochtone afkomst. Herkomstlanden zijn: Indonesië (Molukken), Marokko, Turkije en restlanden (Somalië, Sri-Lanka, voormalig Joegoslavië, Spanje etc.).
Lindenheuvel bestaat uit de buurten Lindenheuvel West, de Zeeheldenbuurt, Maastrichterbaan, het Mauritspark en de bedrijventerreinen De Borrekuil en Kampstraat. Het wijkwinkelcentrum aan de Bloemenmarkt is onlangs volledig opgewaardeerd. Bewoners kunnen hier terecht voor alle dagelijkse boodschappen.
10
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
3.1 WONEN EN ZORG 3.1.1 Karakteristiek De wijk heeft een zeer divers woningaanbod. Er liggen grote en kleine grondgebonden woningen, er is gestapelde bouw en er liggen nog duplexwoningen. De gebiedsontwikkeling in de wijk Lindenheuvel is gestoeld op een degelijke stedenbouwkundige visie. In het kader van de herstructurering van de Burgemeester Lemmensstraat zijn veel woningen en bedrijven gesloopt. Hier wordt volop nieuwbouw gepleegd. Het buurtwinkelcentrum aan de Bloemenmarkt heeft een grondige face-lift ondergaan. Er is aandacht voor de zorg en medio 2013 is gestart met wijksteunpunt de Linde. De bouwplannen voor een nieuw gezondheidscentrum zijn gericht op een bouwstart in 2014. De buurt Mauritspark gaat in de nabije toekomst plaats maken voor de aanleg van de railterminal. 3.1.2
Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 Op gebied van wonen wordt vooral aandacht gevraagd voor de doelgroepen ouderen en jongeren. Voor ouderen zien bewoners graag dat de juiste voorzieningen beschikbaar zijn, zodat men in de eigen woning kan blijven wonen, of dat er geschikte, duurzame zorgwoningen zijn.
De beschikbaarheid van voldoende (starters)woningen met betaalbare kwaliteit is een punt van zorg. Het wordt op prijs gesteld als het voor jongeren financieel aantrekkelijker/gemakkelijker wordt gemaakt om een woning te kopen. Werkatelier 2013 De deelnemers zijn blij met de voortgang van de herstructurering van de Burgemeester Lemmensstraat. De oude flats worden afgebroken en de nieuwbouw is gestart. Hierdoor wordt het aanzien van de straat en dus ook de wijk een stuk beter. Men hoopt dat kenniswerkers bij de campus zich zullen vestigen in Lindenheuvel. Men vraagt aandacht voor de situatie aan de Seringenlaan en Kastanjelaan, de woningen hier zijn zeer gedateerd en voldoen niet meer aan de huidige eisen. (Noot: Woonmaatschappij ZOwonen is medio 2013 gestart met de sanering van de woningen aan de Seringenlaan.) 3.1.3 Ontwikkelrichtingen wonen en zorg 1. Verdunnen en vergroenen a. Herstructureren: slopen van verouderde woningen en minder woningen terugbouwen b. Relatie met het landschap in het buitengebied versterken 2. Behouden van leefbaarheid a. Clusteren van maatschappelijke voorzieningen (op gebied van wonen en zorg) b. Herontwikkelen van leegstaande, vaak mo11
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
numentale gebouwen c. Tijdelijk gebruik en inrichting van braakliggende terreinen samen met bewoners c.q. omwonenden d. Toekomstige woningbehoeften (zorggeschikt, ouderen en starters) oplossen in de bestaande woningvoorraad 3. Kwaliteit van wonen, ook een verantwoordelijkheid van huurder en eigenaar / bewoner a. Aanpassen van de bestaande woningvoorraad (huur en koop) gericht op duurzaam en levensloopbestendig wonen b. Kwaliteit toevoegen aan bestaande woningvoorraad (huur en koop) door middel van verbouw, aanbouw, aanpassing etc. 4. Voor ondersteuning en participatiebevordering van (kwetsbare) mensen wordt samenwerking gezocht op wijkniveau. Dit vindt plaats over meerdere levensterreinen (wonen, welzijn, zorg), met zelfregie en zelfsturing als uitgangspunt. 3.1.4 Speerpunten 2013-2016 1. Mensen meer bewust maken van de noodzaak en mogelijkheden om de eigen koop- of huurwoning aan te passen gericht op levensloopbestendig wonen 2. Beperkte verkoop van huurwoningen door de corporaties (t.b.v. starters) 3. Beperkte sloop/nieuwbouw
4. Afspraken met woningcorporaties over aanpassen bestaande huurwoningvoorraad gericht op levensloopbestendigheid en zorg; woonzorgprojecten; bijvoorbeeld: het te realiseren gezondheidscentrum. Doorstroom op huurwoningmarkt stimuleren t.b.v. starters 5. Wijksteunpunt De Linde samen met diverse maatschappelijke partners doorontwikkelen 6. Groenprojecten. 7. Tijdelijke herinrichtingsprojecten. Bij sloop van gebouwen de tijdelijk vrijgekomen ruimte tijdelijk met groen inrichten. Grootste speerpunt In Lindenheuvel is de gebiedsontwikkeling Burgemeester Lemmenstraat, met voldoende aandacht voor levensloopbestendige woningen. De bouw vordert gestaag en de eerste nieuwe huurders kunnen in december 2013 hun nieuwe woning betrekken.
3.2 LEEFOMGEVING, BEREIKBAARHEID EN VEILIGHEID 3.2.1 Karakteristiek De leefomgeving wordt door de bewoners van Lindenheuvel als positief ervaren. Mensen vinden Lindenheuvel een gezellige volksbuurt. Er zijn goede verbindingen met de rest van de stad. Door de ligging achter het spoor wordt Lindenheuvel gescheiden van Geleen Centrum. 12
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
De Bloemenmarkt is het centrum van de wijk. De wijkwinkels zijn goed bereikbaar en er is gratis parkeren op de geheel gerenoveerde Bloemenmarkt. Ook uit andere wijken komt men winkelen aan de Bloemenmarkt. De buurt is relatief veilig ook al wordt er soms – en met name door enkele eigen buurtbewonersveel te hard gereden door verschillende straten. Door de ligging van Lindenheuvel naast de Chemelot-campus zijn de ontwikkelingen rondom het Basisnet spoor van groot belang. De buurt Mauritspark wordt in het kader van de veiligheid op termijn ontmanteld in verband met de aanleg van een nieuwe railterminal. 3.2.2
Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 Er wordt waarde gehecht aan een schone, mooie en goed onderhouden wijk met veel groenvoorzieningen. Een mooie wijk zorgt ervoor dat mensen in Lindenheuvel blijven wonen en trekt mensen uit andere oorden aan om zich in de wijk te vestigen. Bereikbaarheid: Voor de toekomst is bereikbaarheid van woning, werk en winkels belangrijk. Deelnemers pleiten voor een betere verbinding van en naar Lindenheuvel door meer openbaar (bus) vervoer met betere aansluitingen. Veiligheid: Men wil zich graag veilig voelen. De
wijk is relatief veilig en men beseft dat veiligheid iets is dat met elkaar gecreëerd wordt. Het veiligheidsgevoel zou volgens velen bevorderd kunnen worden door meer fysieke aanwezigheid van een politieagent in de wijk. Aanwezige jongeren geven aan minder blij te zijn met meer politie op straat. Men zegt te moeten wennen aan de aanwezigheid van politie op straat, die bedreigend overkomt op jongeren, die lichte overlast veroorzaken. Tevens geeft men aan dat de veiligheid van en de communicatie over de Chemelot-campus verbeterd mag worden. Werkatelier 2013 Bewoners geven aan dat iedereen zich beter aan de regels moet houden, zeker bij te hard rijden in de eigen wijk. Zelf kan men een rol spelen bij veiligheid en leefbaarheid, door het elkaar aanspreken bij hinderlijk gedrag. In zwaardere gevallen blijft politieoptreden nodig. Men is tevreden over het voorzieningenniveau in de wijk. Met name bij de Bloemenmarkt (met gratis parkeren), is men optimistisch over de toekomst van de winkels. Men vraagt de braakliggende bouwterreinen groen in te richten en te onderhouden, zodat de buurt netjes blijft.
13
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
3.2.3 Ontwikkelrichtingen leefomgeving
Openbare ruimte Het stedelijk beleid geeft ruimte aan een andere manier van beheren. Zo kunnen bewoners permanent (denk aan: adoptie groenvlak), maar ook incidenteel (denk aan: actie Nederland Schoon) bijdragen aan het beheer van de openbare ruimte. Bewoners kunnen samen met of als lid van het wijkplatform meedoen met metingen (schouwen) en aanschuiven bij het bespreken van behaalde resultaten. Zo komt veel informatie beschikbaar over de kwaliteit van de uitgevoerde onderhoudstaken. Een herinrichting van een straat, plein of parkje is bij uitstek de gelegenheid om bewoners te betrekken bij de nieuwe inrichting. Veiligheid In de Leefbaarheidagenda wordt veiligheid gesplitst in niveaus. Op stadsdeelniveau gaan we dieper in op de wijkgerichte en persoonsgerichte aanpak. 1. Wijkgerichte veiligheidsaanpak: - jaarlijks opnieuw prioriteren van toezicht en handhaving - voorlichting over preventiemogelijkheden inbraak of overvallen (naar behoefte)
2. Persoonsgericht veiligheidsaanpak: - preventieadvies voor elk slachtoffer van een woninginbraak of overval - huisverbod bij huiselijk geweld en nazorgtraject voor elk slachtoffer - handhavingstraject bij elk pand waar drugs worden aangetroffen - aanpak veelplegers 3.2.4 Speerpunten 2013-2016 1. Beeldgestuurd en integraal werken in de openbare ruimte. 2. Werken in wijkteams 3. Communicatie op maat (inzet nieuwe media) Op gang brengen dialoog tussen jongeren en ouderen 3. Stimuleren burgerparticipatie en actief burgerschap bij beheer en inrichting van de openbare ruimte 4. Jaarlijks inventariseren van prioriteiten voor inzet van toezicht en handhaving. 5. Voorlichting over preventiemogelijkheden inbraak- of overvallen (indien behoefte).
14
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
3.3 VITALE VERENIGINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN Het gemeentelijk beleid is gericht op vitale en toekomstbestendige verenigingen. Accommodatiebeleid is niet primair gericht op instandhouding van accommodaties, maar biedt voorwaarden en faciliteiten voor activiteiten gericht op het primaire beleidsdoel: het bevorderen van maatschappelijke participatie en integratie.
geldt de formule: gebruik = draagvlak = bestaansrecht. Uitgangspunt vormt multifunctioneel gebruik. Het schaalniveau en de spreiding van voorzieningen hangt samen met de bereikbaarheid voor de doelgroepen. 3.3.1 Karakteristiek De wijk Lindenheuvel kent een rijk verenigingsleven. Dit hechte verenigingsleven is een belangrijk kenmerk van de gemeenschap. De meeste verenigingen zijn accommodatie gebonden (sportpark of gemeenschapshuis). Lindenheuvel kent twee bloeiende voetbalverenigingen met elk een eigen accommodatie namelijk RKFC Lindenheuvel aan de Rozenlaan en VV Heidebloem aan de Raadskuilderweg. Door allerlei maatschappelijke trends en ontwikkelingen staat de levensvatbaarheid van alle verenigingen onder druk. Zij ondervinden in toenemende mate problemen bij het aantrekken en
Demografische ontwikkelingen zoals ontgroening en vergrijzing vragen - op korte of langere termijn – om actie. Het niveau van voorzieningen dient opnieuw te worden bekeken en afgestemd op de behoefte. Sittard-Geleen streeft naar toekomstbestendige en duurzame voorzieningen, die kwaliteit bieden, waarvan mensen daadwerkelijk gebruik willen maken. Voor de maatschappelijke functies 15
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
behouden van (bestuurs)leden. Dit wordt mede veroorzaakt door individualisering, ontgroening en vergrijzing. Ook het vinden van sponsoren is een probleem. Verenigingen slagen er echter in zich aan te passen. In Lindenheuvel zijn nog drie basisscholen; de Springplank, de Duizendpoot, locatie Lindenheuvel en ‘t Heuvelke. Er zijn een aantal gemeenschapsvoorzieningen in de wijk, zoals het Volkshoes, het Barabarazaelke en het Kirkske. De Molukse gemeenschap heeft een gemeenschapshuis Merpati. Enkele voorzieningen in de wijk draaien uitsluitend dankzij de vele vrijwilligers.
3.3.2 Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 “Lindenheuvel is een gezellige, gevarieerde, multiculturele buurt voor jong en oud met een goed verenigingsleven. Dat moeten we behouden. Vooral het multiculturele imago van de wijk wordt gezien als meerwaarde. De verschillende culturen moeten zich, zoals hier gebruikelijk, met elkaar blijven verbinden en niet in aparte groepen gaan leven.” De manier waarop je met elkaar omgaat is erg belangrijk. “Het sociaal contact moet weer wor-
den zoals vroeger, toen men bij elkaar suiker kon lenen. We moeten bruggen bouwen naar andere groepen en voor iedereen klaar staan. Elkaars cultuur en geloof respecteren. Geen discriminatie en meer verdraagzaamheid. Mensen moeten meer op elkaar letten en elkaar meer gaan steunen. Ook moeten we meer met elkaar communiceren/ praten om te weten wat er in een ander omgaat en om onenigheden op te lossen. Dit geldt zowel voor burgers onderling als mede voor burgers en gemeente. Open staan voor elkaar en voor verandering is belangrijk. We hebben elkaar in de toekomst nodig en het zou fijn zijn als iedereen op een prettige manier met elkaar omgaat.” Relatie burger/overheid: De relatie burger/overheid dient vanuit beide partijen te veranderen. De burgers moeten beter/meer participeren en de gemeente moet burgers stimuleren, helpen, beter naar hun wensen luisteren en moeite doen om burgers te betrekken bij de ontwikkelingen in hun buurt. Een bijeenkomst zoals dit werkatelier wordt zeer gewaardeerd en is wat betreft de deelnemers zeker voor herhaling vatbaar. “Een vergadering zoals deze hebben we niet eerder meegemaakt. Misschien kunnen we dit soort vergaderingen vaker over actuele thema’s houden. Het draagt bij aan de dialoog tussen burger en overheid.” De deelnemers waarderen vooral het directe contact met de gemeente dat deze bijeenkomst hen 16
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
biedt. Sociale media zoals Facebook, Twitter en Hyves zijn leuk maar vaak is het beter om dingen uit eerste hand te horen door middel van direct contact. De wijk is blij met de drie basisscholen. Men ervaart dat het aantal kinderen en jongeren in Lindenheuvel afneemt. Het is belangrijk in de ogen van de burgers dat gemeenschapsaccommodaties zo mogelijk gehandhaafd blijven. Deze accommodaties zijn belangrijke ontmoetingsplekken. Indien deze verdwijnen, dan maakt men zich ernstig zorgen over het welzijn van de ouderen. Men ziet een weekmarkt voor boodschappen en als ontmoetingsplaats als een goed alternatief. Verder ziet men graag dat er dan meer uitgaansplekken, hangplekken, speelvoorzieningen en/of centra voor jongeren zijn. Evenementen: Wijkbewoners willen graag dat er naast de bestaande evenementen, zoals de dag van de wijk, Koempelrock en diverse rommelmarkten nog meer evenementen georganiseerd worden voor alle doelgroepen. “We zullen ook zelf initiatief moeten tonen en samen activiteiten organiseren om het in de buurt prettiger te maken.” Activiteiten moeten aansluiten bij de specifieke belevingswereld van de betreffende doelgroepen. In tijden van vergrijzing verwacht men genoeg evenementen, voorzieningen en zorg voor ouderen. Activiteiten voor jongeren verdienen extra aan-
dacht. “In Lindenheuvel moeten meer dingen te doen zijn die de jongeren hier houden, en dat hoeft niet perse een discotheek te zijn”. Werkatelier 2013 Het verenigingsleven en de daarbij behorende voorzieningen zijn voor de leefbaarheid van Lindenheuvel van groot belang. Er zijn nog veel gemeenschapsvoorzieningen, maar waarschijnlijk zullen deze in aantal afnemen. Verenigingen krijgen het moeilijk doordat ze minder leden krijgen. Jongeren hebben tegenwoordig andere tijdsbestedingen. De ouderenverenigingen daarentegen zullen floreren. Veel mensen zijn bereid als vrijwilliger iets te doen voor de buurt. Men hoopt dat de mensen die op Chemelot-campus gaan werken, in Lindenheuvel komen wonen, zodat er nieuw bloed in de wijk komt. Deelnemers aan het werkatelier realiseren zich dat het moeilijk is alle voorzieningen in de lucht te houden. Bewoners geven aan dat de overheid niet alles zelf hoeft te doen en dat actieve burgers een handje kunnen helpen. De terugtrekkend beweging van de overheid en een actievere burger, vormen de rode draad van de leefbaarheidsessies.
17
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
3.3.3 Ontwikkelrichtingen vitale verenigingen en maatschappelijke voorzieningen 1. Verbeteren van het huidig ondersteuningsaanbod voor vrijwilligers(organisaties) en verenigingen. 2. Ontwikkelen van toekomstbestendig ondersteuningsaanbod t.b.v. nieuwe taken en nieuwe vrijwilligers. 3. Faciliteren van sportverenigingen door de Sportstichting en culturele verenigingen vanuit het Cultuurbedrijf (bijvoorbeeld bij pr en marketing, administratie, ticketing, podiumfaciliteiten) 4. Verenigingen stimuleren en faciliteren om kwetsbare doelgroepen actief te benaderen en te laten participeren. 5. Maatschappelijke voorzieningen zijn afgestemd op gebruik: a. Spreiding: per functie wordt vastgesteld op welk niveau deze het beste tot zijn recht komt: op niveau van wijk en dorp, cluster, stadsdeel, stad, regio of bovenregionaal b. Kwantiteit: afgestemd op de toekomstige behoefte (demografie) en middelen (financieel) c. Exploitatie: bezettingsgraad (frequentie, duur, intensiteit, normering) en vrijwilligersinzet bepalen mede de gemeentelijke inzet en bijdrage d. Kwaliteit: onze inzet is gericht op een beperkter aantal duurzame voorzieningen, binnen een redelijke reisafstand
e. Samenwerking: gemeente en strategische partners (bijvoorbeeld combi van diensten in wijksteunpunt, cultuurhuizen, onderwijs, zorg en corporaties) f. Financiën: onze inzet is gericht op evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven in de begroting. De huurprijs van eigendommen moet voldoende zijn om de kostprijs te dekken. 3.3.4 Speerpunten 2013-2016 1. Vrijwilligersondersteuning nieuwe stijl 2. Betere bemiddelingen tussen aanbod van en vraag naar vrijwilligers 3. Bereiken nieuwe doelgroepen vrijwilligers en op gang brengen van de dialoog tussen jongeren en ouderen 4. Faciliteren van meer samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties, netwerken, of het aangaan van (soms tijdelijke) allianties. Op deze manier wil men efficiënter werken, de schaarse middelen of functies samen benutten of kennis en expertise delen. 5. Meer publiciteit en informatie over ondersteuningsaanbod met gebruik van moderne middelen en infrastructuur. 6. Verenigingen stimuleren en faciliteren om kwetsbare doelgroepen actief te benaderen en te laten participeren.
18
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
3.4 ECONOMISCHE VOORZIENINGEN 3.4.1 Karakteristiek Het wijkwinkelcentrum aan de Bloemenmarkt is onlangs volledig opgewaardeerd. Het wijkwinkelcentrum is belangrijk als ontmoetingspunt voor de bewoners en voor de middenstand van de wijk. Bewoners kunnen hier terecht voor alle dagelijkse boodschappen. Verder is er een scala aan huis gebonden beroepen, zowel verzorgend als dienstverlenend. De regio richt alle aandacht op de ontwikkeling van de Chemelot-campus. Onder de naam Brainport 2020 wordt op wetenschappelijk niveau samengewerkt met Eindhoven en Maastricht om koploper te blijven in de kennisindustrie. In oktober 2010 is een FES-subsidie toegekend voor de ontwikkeling van de Railterminal op de Chemelot-campus en tegelijkertijd te werken aan een duurzame oplossing voor de leefbaarheid in de directe omgeving. Het industrieterrein “de Borrekuil”, met het milieupark, is gerevitaliseerd. Het industriegebied rondom de Kampstraat is gemoderniseerd en uitgebreid. In landschapspark de Graven is het Hof van Limburg aangelegd.
3.4.2 Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 Voor het onderhouden van sociale contacten zijn voorzieningen nodig (Bijvoorbeeld de Linde of een nieuwe eettent). Het is belangrijk om de voorzieningen die er zijn zoveel mogelijk te handhaven. Niet alleen omdat deze voorzieningen (supermarkt, groenteboer, frituur, huisarts) een belangrijke sociale ontmoetingsplek zijn, maar ook omdat men zich zorgen maakt over het welzijn van ouderen wanneer voorzieningen verdwijnen. Wanneer een groot deel van de voorzieningen noodgedwongen moet verdwijnen, is een weekmarkt voor boodschappen en als ontmoetingsplaats een goed alternatief. Daarnaast is ook een pinautomaat in de wijk gewenst. Ook ziet men graag dat er dan meer uitgaansplekken, hangplekken, speelvoorzieningen en/of centra voor jongeren zijn. Men hoopt op meer werkgelegenheid. Werk in de buurt bindt mensen en zorgt ervoor dat ze in de wijk blijven wonen. Er wordt geopperd dat de leefbaarheid wellicht bevorderd zou kunnen worden door meer kleine bedrijven in de buurt. “Misschien is het goed als de kleinere bedrijven, ondernemers en kantoren weer terugkomen in de wijk. Meer bedrijven is beweging op straat”.
19
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Werkatelier 2013 Men hoopt dat er vele nieuwe banen bijkomen door de ontwikkelingen op de Chemelot-campus. Bewoners hopen dat daardoor nieuwe inwoners naar de wijk Lindenheuvel komen. Dat geeft weer een impuls aan het verenigingsleven en aan de economie. 3.4.3 Ontwikkelrichtingen economie - Wijkwinkelcentra hebben een verzorgende functie die belangrijk is voor de leefbaarheid van de wijken/kernen. De gemeente zet in op behoud en versterking van de wijkwinkelcentra en investeert in en faciliteert de toekomstbestendigheid van die centra. - Horeca en wijkwinkels hebben een verzorgende functie die belangrijk is voor de leefbaarheid. Economisch draagvlak voor de wijkwinkel en het buurtcafé staat buiten de invloed van de gemeente en wordt volledig aan de markt overgelaten. Buurtbewoners bepalen zelf het bestaansrecht van lokale voorzieningen door er daadwerkelijk gebruik van te maken.
3.4.4 Speerpunten 2013-2016 - Ons adagium “iedereen doet mee in de samenleving” is gericht op arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. Dit laatste doel is opgenomen onder verenigingen. Arbeidsparticipatie kan alleen worden waargemaakt door in te zetten op het behouden en scheppen van werkgelegenheid. Nieuwe bedrijven worden uitgenodigd zich te vestigen op de Chemelot-Campus. - De identiteit van wijken wordt behouden door beeldbepalende gebouwen te behouden en door leegkomende locaties aantrekkelijk te maken voor nieuwe functies. Aanvragen voor wijziging van bestemming (wonen, zorg, bedrijven) worden kritisch beoordeeld op leefbaarheid. Alleen zo kunnen wonen en ondernemen worden gecombineerd. - Stimuleren van huisgebonden kleine bedrijven in de wijk.
20
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
4 PROGRAMMA CLUSTER 2.2 GELEEN NOORD, GELEEN CENTRUM EN KRAWINKEL TYPERING De wijk Geleen Noord ligt aan de noordwestzijde van Geleen. De oude kern van Geleen Noord is door de jaren heen uitgebreid met nieuwe woonkernen (de Dassenkuil, de Haese, de hoog/ laagbouw langs de Henri Hermanslaan). Aan de westzijde van Geleen Noord loopt de spoorlijn Sittard-Maastricht en verder wordt de wijk begrensd door de Rijksweg aan de oostzijde en door het Orbis ziekenhuis (OMC) en Geleen Centrum aan respectievelijk de noordzijde en de zuidzijde. In het zuidwesten grenst Geleen Centrum aan de wijk Krawinkel. Hier lopen de Westelijke Randweg en spoorlijn Sittard-Maastricht. Aan de zuidoost zijde wordt de wijk begrensd door de Rijksweg Centrum. De Groenstraat is de grens tussen Geleen Centrum en Geleen Noord. Geleen Centrum heeft een nieuw winkelcentrum en marktplein. Boven de winkels zijn huur- en koopwoningen
en onder het marktplein ligt een parkeergarage. Hierdoor zijn veel nieuwkomers in het centrum gaan wonen. Rondom de markt en de Rijksweg ligt een concentratie van horecagelegenheden. Het cultuurcluster wordt gevormd door zalencentrum de Hanenhof, de bibliotheek en de muziekschool. In het gemeentehuis is het dienstverleningscentrum van de gemeente Sittard-Geleen gevestigd. De nadruk in de centrumaanpak komt in Geleen centrum te liggen op de dienstverlening. Aan de markt komt een nieuw kantoor van de Kredietbank Limburg. De wijk Krawinkel ligt aan de zuidwest zijde van Geleen. In het zuidwesten grenst de wijk aan de Chemelot-campus met een groot aantal internationale bedrijven. Hier liggen de Westelijke Randweg en spoorlijn Sittard-Maastricht. Aan de zuidoost zijde wordt de wijk begrensd door de Rijksweg Zuid.
21
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
4.1 WONEN EN ZORG 4.1.1 Karakteristiek Geleen Noord heeft met de nieuwbouw wijk ‘de Haese’ een jonge populatie, het is een kinderrijke buurt. De Haese is vooral een woon-slaapbuurt, met een actieve buurtvereniging, maar zonder economische activiteiten en andere verenigingen. Momenteel wordt er een aantal goedkope starterswoningen gebouwd. Plannen voor deelplan A gelegen aan de Rijksweg zijn in ontwikkeling. De buurt ligt naast de wijk de Dassenkuil. De buurt en de infrastructuur worden de komende periode afgebouwd.
In Geleen Centrum zijn rond de markt veelal ouderen gaan wonen, dicht bij de winkels en voorzieningen. Leegstand in het centrum en aan de Rijksweg vraagt volop aandacht. Krawinkel is een stabiele wijk, waar het rustig wonen is. De nabijheid van de Chemelot-campus en de spoorwegverbinding beïnvloeden het woonklimaat.
4.1.2
Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 De ouderen van de toekomst willen graag zo lang mogelijk thuis/in hun eigen buurt en woning blijven wonen. De gezondheidszorg dient hierop ingeregeld te zijn. Bijvoorbeeld een centraal zorgpunt in de wijk en meer wijkverpleegkundige inzet door zorgorganisaties (zoals Vivantes). Verder dienen in elke wijk voldoende levensloopbestendige en/of seniorenwoningen beschikbaar te zijn. “Mensen zouden het een goede zaak vinden als er in 2025 een klussendienst wordt gerund door vrijwilligers, voor hulp bij kleine ongemakken, zoals de lekkende kraan bij ouderen.” Momenteel bestaat een klussendienst (bij PIW) waar je mensen kunt inhuren voor € 9,50 per uur. Werkatelier 2013 Door het toenemende aantal ouderen en het scheiden van de functies wonen en zorg moeten meer mensen met een zorgbehoefte zelfstandig blijven wonen. Dit vraagt om aanpassingen van de huidige woningvoorraad. De invoering van levensloopbestendig wonen zal een krachtige impuls ondergaan, zowel van woningcorporaties als mede van eigenaars/bewoners. Er moeten meer aangepaste woningen voor ouderen gebouwd worden en mantelzorg en burenhulp moeten weer van zelfsprekend worden. 22
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
4.1.3 Ontwikkelrichtingen wonen en zorg 1. Verdichten in het centrum van Sittard en Geleen a. Wonen in relatie brengen met dienstverlening in Geleen 2. Verdunnen en vergroenen a. Herstructureren: slopen van verouderde woningen en minder woningen terugbouwen b. Groen en water in de stad versterken c. Relatie met het landschap in het buitengebied versterken 3. Behouden van leefbaarheid a. Clusteren van maatschappelijke voorzieningen (op gebied van wonen en zorg) b. Herontwikkelen van leegstaande, vaak monumentale gebouwen c. Tijdelijk gebruik en inrichting van braakliggende terreinen samen met bewoners c.q. omwonenden d. Toekomstige woningbehoeften (zorggeschikt, ouderen en starters) oplossen in de bestaande woningvoorraad 4. Kwaliteit van wonen, ook een verantwoordelijkheid van huurder en eigenaar/bewoner a. Aanpassen van de bestaande woningvoorraad (huur en koop) gericht op duurzaam en levensloopbestendig wonen b. Kwaliteit toevoegen aan bestaande woningvoorraad (huur en koop) door middel van
verbouw, aanbouw, aanpassing etc. 5. Voor ondersteuning en participatiebevordering van (kwetsbare) mensen wordt samenwerking gezocht op wijkniveau over meerdere levensterreinen (wonen, welzijn, zorg) met zelfregie en zelfsturing als uitgangspunt. 4.1.4 Speerpunten 2013-2016 1. Beperkte sloop/nieuwbouw 2. Mensen meer bewust maken van de noodzaak en mogelijkheden om de eigen koop- of huurwoning aan te passen gericht op levensloopbestendig wonen 3. Beperkte verkoop huurwoningen door de woningcorporaties 4. Afspraken met woningcorporaties over aanpassen bestaande huurwoningvoorraad gericht op levensloopbestendigheid en zorg; woonzorgprojecten 5. Doorstroom op huurwoningmarkt stimuleren t.b.v. starters 6. Groenprojecten 7. In Geleen Noord wordt de haalbaarheid van een wijksteunpunt in het zorgcentrum Olympiastaete van Vivantes onderzocht
23
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
4.2 LEEFOMGEVING, BEREIKBAARHEID EN VEILIGHEID
4.2.2 Interactie met burgers en maatschappelijke partners
4.2.1 Karakteristiek De leefomgeving van het cluster is goed te noemen, het centrum heeft alle stedelijke voorzieningen. Maar het winkelcentrum maakt – net zoals andere winkelcentra- moeilijke tijden door. In de nabije toekomst wordt het serviceloket van de gemeente ingericht in het gemeentehuis. Het stadsdeel is goed bereikbaar en heeft een goede aansluiting op de snelwegen. Er is een station met goede verbindingen naar de omliggende steden.
Werkatelier 2012 Men hecht waarde aan een leefomgeving die schoon, heel en veilig is. Groen: Ook in de toekomst dient er voldoende groenvoorziening behouden te blijven. Een park is bijvoorbeeld een belangrijke recreatieplek die ook dienst doet als ontmoetingsruimte. Men geeft aan dat parkjes en volkstuintjes onderhouden kunnen worden door burgers. Veiligheid: De mensen in Geleen Centrum, Geleen Noord en Krawinkel voelen zich niet altijd veilig in hun buurt en hechten grote waarde aan een veilige leefomgeving. Ze hopen dat er in 2025 veel aandacht is voor sociale veiligheid. Voorstellen om het veiligheidsgevoel te verbeteren zijn grotere zichtbaarheid van de wijkagent en sociale controle. De deelnemers beseffen dat zijzelf als burger centraal staan bij veiligheid en dat een goede dialoog met elkaar (voorbeeld project Respect) bijdraagt aan de veiligheid van de buurt. Openbaar vervoer/infrastructuur: Goede bereikbaarheid en (openbare) vervoersvoorzieningen zijn cruciale voorwaarden om draagvlak te krijgen voor clustering van voorzieningen. Iedereen, maar vooral de kwetsbare weggebruikers zoals fietsers en
Er is een luide roep voor handhaving. Langs de Rijksweg liggen twee coffeeshops deze veroorzaken door de grote aanloop nogal wat overlast. Regelmatig komen er klachten over jongeren die overlast bezorgen, fietsen door het centrum, samenscholen, rondhangen in het centrum. De aandacht voor het rampenbestrijdingsplan Chemelot-campus is van structurele aard. De ligging naast en aan het spoor vraagt aandacht voor de veiligheidsaspecten van het Basisnet-spoor.
24
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
voetgangers, moet zich veilig voelen in het verkeer. Tevens hoopt men in de toekomst op minder verkeersoverlast (intensief verkeer buiten de centra, motorvoertuigen alleen op vastgestelde tijden en minder verkeer over het spoor). Werkatelier 2013 Er is een duidelijke roep om meer toezicht in de stad. “Verbeter de veiligheid op straat, voer cameratoezicht in en zet meer blauw op straat!” “Doe iets aan de fietsers en brommers die door het centrum van de stad rijden.” Mensen kennen elkaar niet meer en mede daarom spreekt men elkaar niet aan op hinderlijk gedrag. Daarbij is ook de dialoog tussen jong en oud van belang. Tot slot moet er een invulling komen voor de soms jaren braakliggende terreinen. “Maak er grasvelden van of bedenk met bewoners een andere invulling.” 4.2.3 Ontwikkelrichtingen leefomgeving Openbare ruimte Het stedelijk beleid geeft ruimte aan een andere manier van beheren. Zo kunnen bewoners permanent (denk aan: adoptie groenvlak), maar ook incidenteel (denk aan: actie Nederland Schoon) bijdragen aan het beheer van de openbare ruimte. Bewoners kunnen ook meedoen met metingen (schouwen) en aanschuiven bij het
bespreken van behaalde resultaten. Zo komt veel informatie beschikbaar over de kwaliteit van de uitgevoerde onderhoudstaken. Een herinrichting van een straat, plein of parkje is bij uitstek de gelegenheid om bewoners te betrekken bij de nieuwe inrichting. Veiligheid 1. Wijkgerichte veiligheidsaanpak: - jaarlijks inventariseren van prioriteiten voor inzet van toezicht en handhaving - voorlichting over preventiemogelijkheden inbraak of overvallen (naar behoefte) 2. Persoonsgerichte veiligheidsaanpak: - preventieadvies voor elk slachtoffer van een woninginbraak of overval - huisverbod bij huiselijk geweld en nazorgtraject voor elk slachtoffer - handhavingstraject bij elk pand waar drugs worden aangetroffen - aanpak veelplegers. 3. Voor het centrum van Geleen is de convenant ‘Veilig uitgaan’ van belang. 4.2.4 Speerpunten 2013-2016 1. Beeldgestuurd en integraal werken in de openbare ruimte. 2. Werken in wijkteams 3. Communicatie op maat (inzet nieuwe media), stimuleren van de dialoog tussen de bewoners
25
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
4. Stimuleren van burgerparticipatie en betrekken wijkplatforms bij beheer en inrichting van de openbare ruimte 5. Jaarlijks inventariseren van prioriteiten voor inzet van toezicht en handhaving. 6. Voorlichting over preventiemogelijkheden inbraak- of overvallen (indien behoefte). 7. Meer beleid gericht op coffeeshops. 8. Invoering cameratoezicht in het uitgaanscentrum van de stad 9. Parkeerbeleid met aandacht voor vergunningparkeren en tariefstelling. Er loopt inmiddels een pilot. 10. Uitvoeren van het programma integrale centrumaanpak Sittard en Geleen dat onlangs door de Raad is vastgesteld.
Demografische ontwikkelingen zoals ontgroening en vergrijzing vragen - op korte of langere termijn – om actie. Het niveau van voorzieningen dient opnieuw te worden bekeken en afgestemd op de behoefte. Sittard-Geleen streeft naar toekomstbestendige en duurzame voorzieningen, die kwaliteit bieden, waarvan mensen daadwerkelijk gebruik willen maken. Voor de maatschappelijke functies geldt de formule: gebruik = draagvlak = bestaansrecht. Uitgangspunt vormt multifunctioneel gebruik. Het schaalniveau en de spreiding van voorzieningen hangt samen met de bereikbaarheid voor de doelgroepen.
4.3 VITALE VERENIGINGEN EN MAATSCHAPPELIJKE VOORZIENINGEN Het gemeentelijk beleid is gericht op vitale en toekomstbestendige verenigingen. Accommodatiebeleid is niet primair gericht op instandhouding van accommodaties, maar biedt voorwaarden en faciliteiten voor activiteiten gericht op het primaire beleidsdoel: het bevorderen van maatschappelijke participatie en integratie.
26
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
4.3.1 Karakteristiek Met zalencentrum de Hanenhof en de bibliotheek ligt hier een cultureel centrum van formaat. Daarnaast vervullen de KBO aan de Molenstraat en de protestantse kerk aan het Jubileumplein een maatschappelijke functie. Er zijn verder geen verenigingsaccommodaties of gemeenschapshuizen in het cluster aanwezig. In het cluster ligt één basisschool. Er zijn geen sportaccommodaties, maar er zijn wel enkele muziekverenigingen. 4.3.2
Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 Men hoopt dat er in 2025 nog veel activiteiten georganiseerd worden en dat er voldoende mogelijkheden zijn om elkaar fysiek te ontmoeten. De gemeente dient hierbij een ondersteunende rol te vervullen. Vrijwilligerswerk: Veel mensen willen zich actief inzetten voor de samenleving door sociaal actief te blijven en/of vrijwilligerswerk te doen. Actief lid zijn van een vereniging of goed en structureel contact onderhouden met de buren. Bijvoorbeeld een boodschappendienst voor ouderen opzetten. Ook het organiseren van evenementen, het fungeren als aanspreekpunt in de wijk, het ontplooien van initiatieven, het blijven meedenken met de gemeente en buurtbeheer door bewoners (bijvoor-
beeld meehelpen de wijk schoon te houden) zijn taken die mensen als vrijwilliger op zich willen nemen. Burgers vragen aandacht voor het ontbreken van ontmoetingspunten in Krawinkel en De Haese. Men wil graag een ontmoetingscentrum of sociaal steunpunt in de wijk waar jong en oud elkaar kunnen ontmoeten. Naast de winkels moeten er in het centrum andersoortige voorzieningen komen. Bijvoorbeeld een gezamenlijke plek voor mensen die via internet werken. Men is niet bang dat er in de toekomst onvoldoende vrijwilligers zullen zijn: “Er is nu een enorme groep vrijwilligers en die zullen in de toekomst ook blijven” en “Wanneer we de jeugd voor vrijwilligerswerk kunnen interesseren zullen zij zich ook gaan inzetten”.
27
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Werkatelier 2013 Behoud van de culturele functies. Behoud en mogelijk renovatie van de Hanenhof. Het centrum kent voldoende voorzieningen, maar het wordt gezelliger in de stad wanneer bewoners meer contact hebben met elkaar. 4.3.3 Ontwikkelrichtingen vitale verenigingen en maatschappelijke voorzieningen 1. Verbeteren van het huidig ondersteuningsaanbod voor vrijwilligers(organisaties) en verenigingen. 2. Ontwikkelen van toekomstbestendig ondersteuningsaanbod t.b.v. nieuwe taken en nieuwe vrijwilligers. 3. Faciliteren van sportverenigingen door de Sportstichting en culturele verenigingen vanuit het Cultuurbedrijf (bijvoorbeeld bij pr en marketing, administratie, ticketing, podiumfaciliteiten) 4. Verenigingen stimuleren en faciliteren om kwetsbare doelgroepen actief te benaderen en te laten participeren. 5. Maatschappelijke voorzieningen zijn afgestemd op gebruik: a. Spreiding: per functie wordt vastgesteld op welk niveau deze het beste tot zijn recht komt: op niveau van wijk en dorp, cluster, stadsdeel, stad, regio of bovenregionaal b. Kwantiteit: afgestemd op de toekomstige behoefte (demografie) en middelen (financieel) c. Exploitatie: bezettingsgraad (frequentie, duur,
intensiteit, normering) en vrijwilligersinzet bepalen mede de gemeentelijke inzet en bijdrage d. Kwaliteit: onze inzet is gericht op een beperkter aantal duurzame voorzieningen, binnen een redelijke reisafstand e. Samenwerking: gemeente en strategische partners (bijvoorbeeld combi van diensten in wijksteunpunt, cultuurhuizen, onderwijs, zorg en corporaties) f. Financiën: onze inzet is gericht op evenwicht tussen de inkomsten en uitgaven in de begroting. De huurprijs van eigendommen moet voldoende zijn om de kostprijs te dekken. 4.3.4 Speerpunten 2013-2016 1. Vrijwilligersondersteuning nieuwe stijl 2. Betere bemiddelingen tussen aanbod van en vraag naar vrijwilligers 3. Bereiken nieuwe doelgroepen vrijwilligers. Bevorderen dialoog tussen jongeren en ouderen 4. Faciliteren van meer samenwerking tussen vrijwilligersorganisaties, netwerken, of het aangaan van (soms tijdelijke) allianties. Op deze manier wil men efficiënter werken, de schaarse middelen of functies samen benutten of kennis en expertise delen. 5. Meer publiciteit en informatie over ondersteuningsaanbod met gebruik van moderne middelen en infrastructuur. 28
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
6. Verenigingen stimuleren en faciliteren kwetsbare doelgroepen actief te benaderen en te laten participeren. 7. Onderzocht wordt of de Hanenhof opgewaardeerd kan worden.
4.4 ECONOMISCHE VOORZIENINGEN 4.4.1 Karakteristiek Geleen Centrum heeft een nieuw winkelcentrum en marktplein. Boven de winkels zijn huur- en koopwoningen en onder het marktplein ligt een parkeergarage. Door de nieuwe woningen zijn veel nieuwelingen in het centrum komen wonen. Rondom de markt en aan de Rijksweg ligt een concentratie van horecagelegenheden. Zalencentrum de Hanenhof, de bibliotheek en de muziekschool vormen samen het cultuurcluster. Veel inwoners zijn werkzaam in het centrum en op de omliggende bedrijventerreinen. Anderen werken in de dienstverlening en gezondheidszorg. 4.4.2 Interactie met burgers en maatschappelijke partners
Werkatelier 2012 Voorzieningen: Mensen hechten aan het behoud van primaire voorzieningen/winkels in de wijken. Men ziet in dat het niet realistisch is dat alle primaire levensbehoeften in elke wijk nog te koop
zijn. Men is zich ervan bewust dat de toekomst van het winkelcentrum in Geleen afhangt van de mensen zelf. “Het zou geen slecht idee zijn om van Geleen een servicecentrum te maken, waar je kan runshoppen i.p.v. funshoppen. Dat servicecentrum kan bestaan uit een gemeenteloket, bakker, kapper, apotheek, etc.” Het centrum zou zich meer richten op een andersoortige voorzieningen, op de 65+er en gaan fungeren als een ontmoetingscentrum voor mensen die via internet werken. Goede winkelvoorzieningen per stadsdeel zijn voldoende mits ze goed bereikbaar zijn. Men verwacht een gemeente die meedenkt, faciliteert en particulier initiatief maximaal ondersteunt. Werkgelegenheid: De Chemelot-campus biedt goede ontwikkelingskansen, ook voor Geleen. 29
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
Het is een van de manieren om de krimp tegen te gaan. Als we ervoor zorgen dat de nieuwe mensen binding krijgen met de gemeente Sittard-Geleen, trekt de campus ook inwoners in plaats van alleen forenzen. Internet: Het internet speelt een steeds grotere rol in onze samenleving. Dat is nu al zichtbaar in de trends van social media en het internetwinkelen. De beschikbaarheid van supersnel internet is daarom van belang. De gemeente kan inspringen op de internetontwikkelingen door het realiseren van bijvoorbeeld GeleenLive of een Wifi-netwerk. Als studenten en kenniswerkers van de Chemelot campus in de stad draadloos internet beschikbaar krijgen, vergroot dat de aantrekkingskracht van de stad ook op creatieve jongelingen die graag werken vanaf het terras. Mensen mogen echter niet afhankelijk worden van het internet doordat bepaalde voorzieningen alleen via dit medium worden aangeboden; voor mensen die moeite hebben met internet dient een loket beschikbaar te zijn.
Naast meer contact tussen de bewoners moeten ook de ondernemers van het centrum meer samenwerken. Middenstanders zijn van mening dat er gratis parkeren moet worden ingevoerd. Geopperd wordt om het centrum kleiner te maken met minder winkels en daarbij te zorgen voor een (tijdelijke) invulling van de leegstaande panden. Daarnaast wordt onderschreven dat ondernemers met de tijd moeten meegaan en inspelen op het internetwinkelen etc. 4.4.3 Ontwikkelrichtingen economie - De gemeente zet in op versterking van de stadscentra. - Horeca en winkels hebben een verzorgende functie die belangrijk is voor de leefbaarheid. Economisch draagvlak voor de wijkwinkel en het buurtcafé staat buiten de invloed van de
Werkatelier 2013 Bewoners geven aan dat de leegstand van winkels de stad ongezellig maakt. Bovendien is er in de avond niets meer te doen in de stad, waardoor mensen niet meer de straat op durven. Burgers moeten zelf actiever worden en niet alleen wachten tot de overheid actie onderneemt om het centrum aantrekkelijker te maken. 30
STADSDEELPROGRAMMA 2013-2016 STADSDEEL 2 WESTELIJK GELEEN
gemeente en wordt aan de markt overgelaten. Buurtbewoners bepalen zelf het bestaansrecht van lokale voorzieningen door er daadwerkelijk gebruik van te maken. 4.4.4 Speerpunten 2013-2016 1. Ons adagium “iedereen doet mee in de samenleving” is gericht op arbeidsparticipatie en maatschappelijke participatie. Dit laatste doel is opgenomen onder verenigingen. Arbeidsparticipatie kan alleen worden waargemaakt door in te zetten op het behouden en scheppen van werkgelegenheid (Chemelot-Campus). Nieuwe bedrijven worden uitgenodigd zich te vestigen op het Chemelotterrein. 2. Voor het winkelhart van Geleen wordt ingezet op het bestrijden van de leegstand en de versterking van de concurrentiepositie als retail verzorgingsfunctie voor het zuidelijk deel de Westelijke Mijnstreek. 3. De identiteit van wijken en kernen wordt behouden door beeldbepalende gebouwen te behouden en door leegkomende locaties aantrekkelijk te maken voor nieuwe functies. Aanvragen voor wijziging van bestemming (wonen, zorg, bedrijven) worden kritisch beoordeeld op leefbaarheid. Alleen zo kunnen wonen en ondernemen worden gecombineerd.
4. Samen met de middenstanders attractief houden van het winkelgebied in het centrum. 5. Concentratie van het winkelgebied. Samen met ondernemers, bewoners en de gemeente zorgen voor een kleiner, maar gezelliger winkelcentrum, met aandacht voor webshops. 6. De integrale centrumaanpak Sittard-Geleen is gericht op verdere concentratie van het winkelgebied. Geleen wordt het centrum van dienstverlening van de stad Sittard-Geleen.
31