Arenberggebouw – Arenbergstraat 5 – 1000 Brussel Tel: 02 209 47 21 – Fax: 02 209 47 15
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsportcompetities? AUTEURS
DR. PUYPE J.
REDACTEUR
BLOEMEN D.
INSTITUUT
Katholieke Universiteit Leuven, Faculteit Bewegings- en Revalidatiewetenschappen (FaBeR)
ABSTRACT De afgelopen 20 jaar is de interesse in intermittente hoogtetraining (IHT), waarbij atleten op zeeniveau (normoxie) leven en op hoogte trainen, immens toegenomen. Door bovenop de trainingsstimulus een extra omgevingsstressor, hypoxie, toe te voegen, wordt IHT gezien als een mogelijke strategie om grotere prestatiewinsten te genereren in vergelijking met eenzelfde trainingsprogramma op zeeniveau. Echter, momenteel is er nog geen consensus bereikt omtrent een al dan niet grotere prestatieverbetering na training op hoogte in vergelijking met training op zeeniveau. Vermits bij aerobe training op hoogte het uithoudingsvermogen daalt, worden trainingen op hoogte vaak aan lagere snelheden uitgevoerd dan op zeeniveau. Dat brengt met zich mee dat potentiële trainingsadaptaties gecompromitteerd worden. Echter, het vermogen om een korte maximale inspanning op hoogte te leveren is niet aangetast. Zo hebben recentelijk 3 studies aangetoond dat sprint interval training (SIT) op hoogte de anaerobe glycolyse enerzijds en het vermogen om herhaaldelijk intensieve inspanningen te leveren (i.e. vermoeidheid uitstellen) anderzijds in grotere mate kan verbeteren als SIT op zeeniveau. Vermits ploegsporten gekenmerkt worden door het herhaaldelijk uitvoeren van intensieve arbeid, kan sprinttraining op hoogte een veelbelovende strategie zijn om de prestatie in teamcompetities te verbeteren.
Sleutelwoorden
Sprint interval training, hypoxie, anaeroob metabolisme, teamsporten
Datum
01/07/2014
Contactadres
[email protected];
[email protected]
Disclaimer: Het hierna bijgevoegde product mag enkel voor persoonlijk gebruik worden afgehaald. Indien men wenst te dupliceren of te gebruiken in eigen werk, moet de bovenvermelde contactpersoon steeds verwittigd worden. Verder is een correcte bronvermelding altijd verplicht!!!
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsportcompetities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsportcompetities? integreren
1. Hoogtetraining De mens kan zich, weliswaar binnen bepaalde
grenzen,
efficiënt
aanpassen aan acuut of chronisch zuurstoftekort. De bekende positieve effecten
van
hoogte
erythropoïese
op
(aanmaak
de rode
bloedcellen) hebben ook atleten er toe aangezet om op grote schaal gebruik
te
maken
van
hoogtetraining ter verbetering van hun uithoudingsprestatie zowel op hoogte als op zeeniveau (Berglund 1992; Levine & Stray-Gundersen, 2005). Bovendien werden er de laatste
15-20
jaar
verschillende
technologieën ontwikkeld die het mogelijk hoogte
maken te
om
simuleren
natuurlijke door
het
toevoegen van zuurstofarme lucht in normobare
(eenzelfde
condities.
Deze
vooruitgang artificiële
op
luchtdruk)
technologische het
vlak
hoogtesimulatie
hoogtetraining
meer
van maakt
toegankelijk
voor mensen die op zeeniveau wonen. Aangezien atleten op deze manier makkelijk ‘hoogte’ kunnen
in
trainingsomgeving
hun
normale
op
zeeniveau,
nam het gebruik van een ‘live high – train low’ hoogtetrainingsprotocol (waarbij op hoogte geleefd/geslapen wordt en op zeeniveau getraind wordt),
ter
voorbereiding
uithoudingscompetities, Daarenboven
kunnen
commerciële
van toe.
sommige
‘hypoxicators’
zuurstofarme lucht produceren aan voldoende hoge snelheden om zo tegemoet te komen aan de hoge longventilaties
tijdens
trainingen
aan hoge intensiteit. Vandaar dat ook ‘intermittente hypoxie training’ (IHT) een populair onderdeel is in het
trainingsprogramma
uithoudingsatleten.
In
het
van IHT
protocol, wordt hypoxie aangewend tijdens de trainingssessies terwijl er voor de rest van de tijd op zeeniveau verbleven wordt. Het eerste doel van dit IHT protocol is om de trainingsstimulus
extra
wakkeren
het
door
aan
te
mogelijks
cumuleren van positieve effecten ten gevolge van enerzijds training per se
2
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 en anderzijds hypoxie (i.e. toename
door herhaaldelijke, supramaximale
van de metabole stress op het
sprints afgewisseld met korte rust
spierweefsel). (Hoppeler & Vogt,
intervallen
2001; Vogt et al., 2001). Hierdoor
4.5min). Het is aangetoond dat een
kunnen
aantal
een
aantal
positieve
(gewoonlijk
weken
SIT
~20s-
(klein
veranderingen in de spieren teweeg
trainingsvolume) een tijdsefficiënte
gebracht worden (Hoppeler & Vogt,
strategie is om zowel de aerobe en
2001; Melissa et al., 1997; Vogt et al.,
anaerobe capaciteit in de spier,
2001;
die
alsook de maximale zuurstofopname
vervolgens kunnen leiden tot een
(VO2max) en uithoudingsprestatie in
verbeterde
dezelfde mate te verbeteren
Zoll
et
al.,
2006),
uithoudingsprestatie
(Millet et al., 2010). Echter, de
vergelijking
precieze fysiologische effecten van
trainingvolumes in een traditionele
IHT
en
uithoudingstraining (Burgomaster et
uithoudingsprestatie zijn nog niet
al., 2008; Gibala et al., 2006; Gillen &
helemaal duidelijk. Sommige studies
Gibala, 2014; Laursen & Jenkins,
uitgevoerd
2002; Skelly et al., 2014).
op
getrainden
spieradaptaties
bij
matig
tot
goed
vonden
prestatieverbetering
zowel
studies
veel
grotere
een op
hoogte als op zeeniveau, terwijl bij andere
met
in
het
prestatieverbeterend effect uitbleef (Faiss et al., 2013a; Millet et al., 2010).
3. Sprint interval training op hoogte Zoals reeds eerder aangehaald, is het momenteel nog steeds moeilijk om een duidelijk en eenduidig besluit te trekken betreffende de praktische relevantie van IHT op de fysieke
2. Sprint interval training
prestatie. Echter, recent onderzoek
Naast hoogtetraining, is ook sprint
doet uitschijnen dat de intensiteit
interval training (SIT) een vaak door
waaraan getraind wordt op hoogte
atleten gebruikte trainingsmethode
wel eens een belangrijke rol zou
om
kunnen spelen in het al dan niet tot
de
uithoudingsprestatie
te
verbeteren. SIT wordt gekenmerkt
uiting
komen
van
een
3
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 prestatieverbeterend
in
rustperiodes tussen de verschillende
eenzelfde
sprints (vb. 1:2 of 1:1), het vermogen
trainingsprogramma op zeeniveau
tijdens de laatste sprints (6x15s
(Faiss et al., 2013b; Galvin et al.,
sprintsessie) relatief meer doet dalen
2013; Puype et al., 2013; Vogt et al.,
op
2001).
(Brosnan et al., 2000).
Het is welbekend dat bij training op
Met deze achtergrond zijn we aan de
hoogte, om wille van een lager
Faculteit Bewegings-en Revalidatie
zuurstofgehalte,
wetenschappen
vergelijking
effect
met
de
hoogte
dan
op
zeeniveau
(KU
Leuven,
uithoudingsprestatie daalt (Wehrlin
Onderzoeksgroep
&
Inspanningsfysiologie) in het kader
Hallen,
2006).
Uithoudingstrainingen aldus
aan
lagere
worden snelheden
van
een
doctoraatsproject
kijken wat de effecten zijn van een
uitgevoerd dan tijdens een training
specifiek
op
trainingsprogramma
zeeniveau.
Deze
trainingsbelasting
zou
lagere mogelijke
trainingsadaptaties compromitteren.
sprint-interval
gesimuleerde
in
hoogte
(normobare
kunnen
hypoxie) op de uithoudingsprestatie
het
(zeeniveau/hoogte) en op een aantal
Echter,
vermogen om een korte (supra)maximale
gaan
markers van het aeroob en anaeroob
inspanning
(vb.
spiermetabolisme
(Puype
et
al.,
10x6s lopen, verhouding inspanning
2013). De studie werd uitgevoerd in
tot rust: 1:5 tot een hoogte van
een
~3800m; 6x15s fietsen, verhouding
(Sporting
Edge,
Sherfield
inspanning tot rust: 1:3 op ~2100m)
Loddon,
UK),
waar
te
hypoxe
zuurstofgehalte (14.5% zuurstof ~
omstandigheden is niet aangetast
3000m) als omgevingstemperatuur
(Weyand et al., 1999). Dit laat toe om
(20°C) en luchtvochtigheid (50%)
een normale trainingsintensiteit te
constant werden gehouden. (Figuur
behouden
1).
leveren
onder
tijdens
hoogtetraining.
normobare
hypoxiekamer on
zowel
Echter, het is aangetoond dat kortere
4
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 (pretest)
en
na
trainingsperiode
(posttest) voerden
proefpersonen
een
inspanningstest
(MAX)
de de
maximale gevolgd
door een 10min tijdrit (TT) uit. Dit Figuur 1: Normobare hypoxiekamer,
gebeurde op een fietsergometer,
Onderzoeksgroep inspanningsfysiologie,
zowel op zeeniveau (MAXnor, TTnor)
KU Leuven
als
In deze studie vergeleken we de effecten van 6 weken sprint interval SIT in normoxie of hypoxie op de citraat
synthase
(marker
spiermetabolisme)
aeroob
-
en
fosfofructokinase (marker anaeroob spiermetabolisme) activiteit, lactaat transporters in de spier, en de fietsuithouding. gezonde
Negenentwintig,
mannelijke
vrijwilligers
(VO2max: 54.5 ± 2.6 ml·min-1·kg-1; 18-30 jaar) ondergingen 6 weken SIT op een fietsergometer (30s sprints vs. 4.5min rest intervals, 3dagen/week, Figuur
2)
ofwel
in
normobare
hypoxie (HYP, ~3000m, n=10) ofwel op zeeniveau (NOR, ~0m, n=9). Er werd eveneens een controlegroep geïncludeerd die niet trainde (CON, n=10). De trainingsbelasting nam toe over
de
trainingsperiode:
sprints/sessie
in
week-1
sprints/sessie
in
week-6.
4
tot
9
Voor
op hoogte (MAXhyp, TThyp).
Tevens werd er, 5-6 dagen na de laatste
inspanningstest,
een
spierbiopt uit de m. vastus lateralis (m.
quadriceps)
genomen.
De
fosfofructokinase activiteit in de spier nam toe in HYP (+59%, p < 0.05), maar niet in NOR (+17%). De citraat synthase activiteit bleef gelijk in beide trainingsgroepen (Figuur 3). Vergeleken met de pretest, was het vermogen dat gefietst werd op 4mmol/l bloed lactaat zowel in MAXnor (+7%) als MAXhyp (+9%) enkel in HYP gestegen (p < 0.05) terwijl er geen veranderingen waren in NOR. VO2max in MAXnor en de TT prestatie in TTnor en TThyp waren toegenomen met +5-8% in beide trainingsgroepen (p < 0.05). De training op zich stimuleerde het eiwit MCT1 (verantwoordelijk voor co-transport van H+ en lactaat in de spiercel) met +70% (p < 0.05). In
5
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 CON waren alle metingen constant
activiteit en het vermogen op de
doorheen de gehele studie.
anaerobe
drempel
Als conclusie bij dit onderzoek
Echter,
SIT
kunnen we stellen dat 6 weken SIT
uithoudingsprestatie
in
in
zeeniveau als op hoogte in dezelfde
hetzelfde
mate, onafhankelijk of de training
hypoxie
efficiënter
vergelijking trainingsprotocol
met
was
uitgevoerd
op
zeeniveau, om de fosfofructokinase
te
verhogen.
verbeterde zowel
de op
nu in hypoxie of in normoxie plaatsvond.
6
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 Naast deze studie hebben recent nog
4. Conclusie
twee andere studies de effecten van
Vermits
sprinttraining op hoogte onderzocht
hoogte een aantal nadelen met zich
(Faiss et al., 2013b; Galvin et al.,
meebrengt (bijvoorbeeld een lagere
2013)
trainingsstimulus
(Overzicht:
Tabel
1).
Zo
uithoudingstraining
om
wille
op
van
toonden Faiss et al. aan dat 4 weken
hypoxie) is men de laatste jaren op
SIT (fietsen) op hoogte (2 sessies/
zoek
week, 3 sets van 5x10s sprints, 20s
trainingsstrategieën om efficiënter
actieve recuperatie tussen de sprints)
op hoogte te trainen.
in staat is om het aantal sprints tot
Recent hebben een aantal studies
uitputting meer te verhogen (i.e.
een
vermoeidheid
in
onderzocht waarbij “all-out” sprints
vergelijking met SIT op zeeniveau.
worden uitgevoerd op hoogte (Faiss
Zo werd het aantal sprints tot
et al., 2013b; Galvin et al., 2013;
uitputting (10s all out, 20s rust) met
Puype et al., 2013) (Overzicht: Tabel
40% verhoogd in de groep die op
1).
hoogte trainde (nl. van 9 sprints pre,
Hieruit
naar 13 sprints post), terwijl er geen
verrichten van maximale sprints
toename gevonden werd in de
onder
normoxie groep (Faiss et al., 2013b).
mogelijks de anaerobe power, alsook
Tevens vonden ook Galvin et al. bij
het vermogen om herhaaldelijk een
rugbyspelers dat SIT (lopen) op
intensieve arbeid te leveren (i.e.
hoogte
weken
vermoeidheid uit te stellen) meer
(3sessies/week, 10x6s sprints, 30s
doet toenemen dan een gelijkaardig
rust tussen de sprints) het vermogen
trainingsprogramma op zeeniveau.
om
intensieve
Vermits het uitvoeren van korte
arbeid te leveren met 20% meer deed
maximale inspanningen inherent is
toenemen als wanneer de SIT op
aan ploegsporten, kan sprinttraining
zeeniveau uitgevoerd werd.
op
(Galvin et al., 2013).
veelbelovende trainingsstrategie zijn
uit
te
gedurende
herhaaldelijk
een
stellen)
4
gegaan
nieuw
is
nieuwe
trainingsprotocol
gebleken
hypoxe
hoogte
naar
dat
het
omstandigheden
wel
eens
een
om de prestatie in teamcompetities
7
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 te verbeteren. Tevens, aangezien sprinttraining
op
hoogte
het
potentieel heeft om de anaerobe glycolyse te bevorderen, kunnen ook tal van individuele sporten waarbij de energielevering via de anaerobe glycolyse cruciaal is, zoals roeien, kajak, sprint-
judo,
zwemmen, en
boksen,
middellange
loopnummers (200m-3000m),… baat hebben bij het toepassen van deze trainingsstrategie.
8
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 Referentielijst 1. Berglund B. Highaltitude training. Aspects of haematological adaptation. Sports Med 1992: 14: 289-303. 2. Brosnan MJ, Martin DT, Hahn AG, Gore CJ, Hawley JA. Impaired interval exercise responses in elite female cyclists at moderate simulated altitude. J Appl Physiol 2000: 89: 1819-24. 3. Burgomaster KA, Howarth KR, Phillips SM, Rakobowchuk M, MacDonald MJ, McGee SL, Gibala MJ. Similar metabolic adaptations during exercise after low volume sprint interval and traditional endurance training in humans. J Physiol 2008: 586: 151-60. 4. Faiss R, Girard O, Millet GP. Advancing hypoxic training in team sports: from intermittent hypoxic training to repeated sprint training in hypoxia. Br J Sports Med 2013a: 47 Suppl 1: i45-i50. 5. Faiss R, Leger B, Vesin JM, Fournier PE, Eggel Y, Deriaz O, Millet GP. Significant molecular and systemic adaptations after repeated sprint training in hypoxia. PLoS One 2013b: 8: e56522. 6. Galvin HM, Cooke K, Sumners DP, Mileva KN, Bowtell JL. Repeated sprint training in normobaric hypoxia. Br J Sports Med 2013: 47 Suppl 1: i74-i79. 7. Gibala MJ, Little JP, van EM, Wilkin GP, Burgomaster KA, Safdar A, Raha S, Tarnopolsky MA. Short-term sprint interval versus traditional
endurance training: similar initial adaptations in human skeletal muscle and exercise performance. J Physiol 2006: 575: 901-11.
8. Gillen JB, Gibala MJ. Is high-intensity interval training a timeefficient exercise strategy to improve health and fitness? Appl Physiol Nutr Metab 2014: 39: 409-12. 9. Hoppeler H, Vogt M. Muscle tissue adaptations to hypoxia. J Exp Biol 2001: 204: 3133-9. 10. Laursen PB, Jenkins DG. The scientific basis for high-intensity interval training: optimising training programmes and maximising performance in highly trained endurance athletes. Sports Med 2002: 32: 53-73. 11. Levine BD, StrayGundersen J. Point: positive effects of intermittent hypoxia (live high:train low) on exercise performance are mediated primarily by augmented red cell volume. J Appl Physiol 2005: 99: 2053-5.
12. Melissa L, MacDougall JD, Tarnopolsky MA, Cipriano N, Green HJ. Skeletal muscle adaptations to training under normobaric hypoxic versus normoxic conditions. Med Sci Sports Exerc 1997: 29: 238-43. 13. Millet GP, Roels B, Schmitt L, Woorons X, Richalet JP. Combining hypoxic methods for peak performance. Sports Med 2010: 40: 1-25. 14. Puype J, Van PK, Raymackers JM, Deldicque L, Hespel P.
9
Sprint interval training op hoogte: voordelig voor prestatie in teamsport competities?
FaBeR – KU Leuven – juli 2014 Sprint interval training in hypoxia stimulates glycolytic enzyme activity. Med Sci Sports Exerc 2013: 45: 2166-74. 15. Skelly LE, Andrews PC, Gillen JB, Martin BJ, Percival ME, Gibala MJ. High-intensity interval exercise induces 24-h energy expenditure similar to traditional endurance exercise despite reduced time commitment. Appl Physiol Nutr Metab 2014. 16. Vogt M, Puntschart A, Geiser J, Zuleger C, Billeter R, Hoppeler H. Molecular adaptations in human skeletal muscle to endurance training under simulated hypoxic conditions. J Appl Physiol 2001: 91: 173-82. 17. Wehrlin JP, Hallen J. Linear decrease in VO2max and performance with increasing altitude in endurance athletes. Eur J Appl Physiol 2006: 96: 404-12. 18. Weyand PG, Lee CS, Martinez-Ruiz R, Bundle MW, Bellizzi MJ, Wright S. High-speed running performance is largely unaffected by hypoxic reductions in aerobic power. J Appl Physiol 1999: 86: 2059-64. 18. Zoll J, Ponsot E, Dufour S, Doutreleau S, Ventura-Clapier R, Vogt M, Hoppeler H, Richard R, Fluck M. Exercise training in normobaric hypoxia in endurance runners. III. Muscular adjustments of selected gene transcripts. J Appl Physiol 2006: 100: 1258-66.
10