DIGITALE COMPUTER C URSUS
SPREEKT U AL DE COMPUTERTAAL?
Leren in 3 stappen direct vanaf de computer | A. Beumer & A.J.M. Mul
Inleiding In de wereld om ons heen is de computer ontzettend belangrijk geworden. Wanneer alle computers ineens uitvallen zullen er heel vreemde dingen gebeuren. U leeft in een wereld waarin de computer niet meer weg te denken is. Denk aan een gewone wandeling naar de winkel om de boodschappen te doen en sta erbij stil waarvoor computers worden gebruikt. Daarnaast kunt u geen reclame op de televisie bekijken of er wordt verwezen naar “voor meer informatie ga naar www.” De cursus die u gaat volgen is een internetcursus. Dit wil zeggen dat alle lesstof op het internet staat en deze webpagina dan ook het centrale punt is. Voordeel is dat u de cursus overal kunt gebruiken. Hebt u nog niet eerder aan een computer gezeten is dat geen probleem. Dit werkboek is een routebeschrijving die u vanaf het opstarten van de computer naar het internet begeleidt en dit alles in heldere, duidelijke taal zonder “bites en bytes”. Het enige dat van u wordt gevraagd is openstaan voor een nieuwe ervaring namelijk de “Digitale Wereld” waarin u zich gaat begeven. Uiteraard hoort en leest u nieuwe begrippen, echter zijn wij er van overtuigd dat iedereen kan computeren met behulp van deze computercursus. Immers hebt u fietsen ook moeten leren en blijkt dat in zijn geheel niet moeilijk, als u maar oefent. De cursus werkt volgens een vaste structuur, elk hoofdstuk op dezelfde wijze. Hebt u geen computerervaring begin dan bij Hoofdstuk 1 Basisvaardigheden. In dat hoofdstuk worden de eerste stappen op de computer besproken. “Hoe start ik mijn computer op?”, “Wat zie ik als de computer is opgestart?” en “Hoe zet ik de computer uit?” zijn onderwerpen die in dit eerste hoofdstuk worden besproken. Weet u hoe een computer opstart en hoe u deze vervolgens uitzet begin dan bij Hoofdstuk 2 de werking van de computercursus.
In deze werkmap wordt gewerkt met werkknoppen. Er worden een drietal van deze knoppen gebruikt, te weten;
Leesstof
Oefening
Oefening in de werkmap
Lesstof op de internetcursus
Naar Computer
Leesstof voorafgaand aan een les
2
Copyright © 2009 Digitale Computer Cursus 1e druk 2009 www.digitalecomputercursus.nl Auteur Interactieve oefeningen en website Vormgeving
A. Beumer A.J.M. Mul A. Beumer
Alle rechten voorbehouden. Zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Digitale Computer Cursus mag niets van deze uitgave worden verveelvoudigd, bewerkt en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm, magnetische media of op welke andere wijze ook.
Belangrijke opmerking
Wanneer in dit cursusboek programma’s en methodes vermeld worden, gebeurt dit zonder inachtneming van patenten, aangezien ze voor amateur- en studiedoeleinden dienen. Alle informatie in dit boek werd met de grootste zorgvuldigheid verzamelt respectievelijk samengesteld. Toch zijn fouten niet helemaal uit te sluiten. Digitale Computer Cursus neemt daarom noch garantie, noch juridische verantwoordelijkheid of enige ander vorm van aansprakelijkheid op zich voor gevolgen die op foutieve informatie berusten. Wanneer u eventuele fouten tegenkomt, is de auteur dankbaar wanneer u deze doorgeeft. Wij wijzen er verder op dat de in het cursusboek genoemde soft- en hardwarebenamingen en merknamen van de betreffende firma’s over het algemeen door fabrieksmerken, handelsmerken of patentrecht beschermt zijn.
3
Inhoud Inleiding………………………………..2
Basisvaardigheden Opstarten van de computer……………………….7 Bureaublad, Pictogrammen, Taakbalk…………..9 De computermuis en toetsenbord………………11 Startmenu, Vensters en Afsluiten………………16
Het werken met de cursus Waar vind ik de cursus?……………………21 Hoe moet ik inloggen?……………………..23
1
Waar staan de lessen?...............................24 De drie stappen methode………………….25
2
Windows Ander bureaubladachtergrond…………………………………29 Bureaublad aanpassen met eigen foto………………………..30 Snelkoppeling maken…………………………………………...32 Snelkoppeling verwijderen……………………………………...33
3
Nieuwe mappen maken in “Mijn documenten”……………….34
4
Internet Onderdelen van Internet Explorer……………………37 Instellen startpagina…………………………………...40 Hoe onthoud ik leuke internetpagina’s?.....................41 Internetpagina’s zoeken………………………………42 Personen zoeken via het internet……………………43
4
Email Onderdelen Outlook Express…………47 De basishandelingen………………….50 Contactpersonen toevoegen…………52 Een bijlage versturen……………….…53
5
Office Word De basisonderdelen van Word 2003………………………55 Teksten invoeren, wijzigen en wissen……………….……58 Teksten opslaan, afsluiten en openen……………………58 Teksten selecteren, kopiëren, knippen en plakken ……..59
6
5
Onderhoud De computer is erg traag………………………………….62 Systeemherstel, uw pc terug in de tijd…………………..63 Uw gegevens kopiëren, een back-up maken………...…64
7
Verklarende woordenlijst
8
6
1. Basisvaardigheden Als u de computer aanzet komen er allemaal vreemde tekens op uw beeldscherm voorbij. Dit betekent dat het moederprogramma wordt opgestart. Dit moederprogramma heet een besturingssysteem. Het is als de motor in een auto, geen besturingssysteem geen werkende computer. Een bekend besturingssysteem is Windows. Er zijn verschillende versie van Windows. Bekende versies zijn “Windows XP” en “Windows Vista”. Een besturingssysteem zorgt ervoor dat de computer en alle programma’s die erop staan werken. Wilt u een tekst typen dan hebt u daar een programma voor die dat mogelijk maakt. Dit programma kan alleen werken als het besturingssysteem is geladen. Het besturingssysteem kunt u zien als de basis van waaruit u alle verdere handelingen met de computer kunt doen.
Leesstof Opstarten van de computer Om met de computer te gaan werken, dient deze eerst aangezet te worden. Aan de voorzijde van de computerkast vindt u de aan- en uitknop van de computer. Druk deze knop eenmaal in, zorg ervoor dat het beeldscherm aanstaat.
Reset knop, om de computer opnieuw op te laten starten. Bovenstaande afbeelding een aan- en uitknop..
Aan- en uitknop, voor het aanzetten van de computer.
7
Oefening Zoek op uw eigen computer de aan- en uitknop.
Leesstof
Computergekraak en nu? U hebt de computer aangezet en deze begint met wat geluiden en gekraak op te starten. Wacht totdat de computer geheel is opgestart. Het scherm dat u voor u ziet is het “Bureaublad”. Het “Bureaublad” kan een afbeelding zijn met een foto of een egaal gekleurde achtergrond. Op het “Bureaublad” staan een aantal kleine afbeeldingen. Deze worden “Pictogrammen” genoemd. Veel voorkomende “Pictogrammen” zijn “Deze computer”, “Mijn documenten” en de “Prullenbak”.
Bovenstaande afbeelding; het scherm dat na het opstarten van de computer op uw beeldscherm verschijnt.
8
Het bureaublad Het "Bureaublad" is het eerste beeld op uw beeldscherm nadat de computer is opgestart en klaar is voor gebruik. Het “Bureaublad” kunt u vergelijken met een bureau waaraan u een brief schrijft. Bij een fysiek bureau hebt u een schrijfblok, een opbergmap en een prullenbak staan. Dit geldt ook voor het “Bureaublad” zoals we dat kennen van de computer. Alles wat u gaat doen met de computer komt te liggen op het “Bureaublad”. Wanneer u alles hebt verwijderd zal ook alleen het “Bureaublad” weer in beeld komen. U hebt een brief geschreven aan uw eigen bureau. Daar ligt een schrijfblok, ook hebt u een artikel uit een favoriet tijdschrift gelezen dat ook op uw bureau ligt. Wanneer u het tekstblok en het tijdschrift hebt opgeruimd (afgesloten) kijkt u alleen tegen een schoon bureau. Standaard kent Windows XP een "Bureaublad" afbeelding met een groen landschap en een blauwe lucht.
Onderstaande afbeelding laat het standaard "Bureaublad" van Windows XP zien:
9
Oefenin ng
Ondersta aande hande elingen moetten in juiste volgorde v gez zet worden. Plaats P voor d de regels de getallen 1 t/m 5 in n de juiste vo olgorde: …..
U kunt een te ekst typen
…..
B Besturingssy ysteem wordt geladen
…..
S Stekkers aan ngesloten
…..
B Bureaublad v verschijnt op p het beeldsccherm
…..
A Aanen uitkn nop indrukke en
Pictogrammen Op het "Bureaublad"" staan kleine e afbeeldinge en. Dit zijn "P Pictogramme en" ook wel ““Snelkoppelin ngen” genaamd d. Het doel van v deze picttogrammen is i dat u snel een program mma kunt openen. Voorbee eld: U schrijftt elke dag ee en gedicht met m een progrramma op de e computer. Om O elke dag g vele stappe en te moeten zetten z om bijj dit program mma te kome en is niet wen nselijk. Immers hebt u ook een e schrijfblo ok op uw bure eau liggen wanneer w u veel schrijft. He et is in dit voorbeeld makkelijk om het pro ogramma als een “Snelko oppeling” op uw “Bureaub blad” te plaattsen en zo snel het program mma te kunne en openen. Vergelijk V het computeren c steeds weerr met de dagelijkse praktijk van het bureau waar u th huis aan werkkt. Ondersta aande afbeeldiing een "Burea aublad" met een e aantal "Pic ctogrammen".
“Deze co omputer”, “M Mijn documen nten”, “Prullenbak” en “Intternet explorrer” zijn in he et linker voorbeeld de pictogram mmen. Deze picctogrammen zijn makkelijjk en snel te openen vanaf het bureaublad. N.b. Zorg er in de praktijk voor d dat u niet een n bureaub blad vol met pictogrammen hebt staa an. Om een bep paald programma te wille en openen moet m u alle picttogrammen nalopen n welkke u nodig he ebt en blijkt ditt een tijdrove ende zoektoccht.
Uw bure eau thuis zall ook niet voll liggen met een e berg rommell, opdat u nie ets kunt vinde en
1 0
Taakbalk Aan de onderzijde van het bureaublad ziet u een lange balk. Dit is de “Taakbalk”. Deze “Taakblak” laat u zien welke programma’s er geopend zijn.
Voorbeeld:
U bent een tekst aan het typen en wilt als afleiding een spel “Patience” spelen. Deze beide programma’s kunnen tegelijk worden geopend. Echter kunt u maar een programma zien. Het andere programma ligt onder en is niet te zien. Aan de onderzijde van uw beeldscherm ziet u de “Taakbalk” met daarin de twee programma’s die u hebt geopend. Door op een van de programma’s in de “Taakbalk te klikken met de muis zal het onderliggende programma bovenop komen te liggen. Zo hebt u ondanks het feit dat maar een programma in beeld is toch de mogelijkheid via de “Taakbalk” te kijken hoeveel programma’s geopend zijn.
Bovenstaande afbeelding laat twee geopende programma’s zien. U kunt zien dat aan de onderzijde in de “Taakbalk” deze programma’s worden weergegeven.
U bedient de computer bijna volledig met de muis. De eerste keren dat u met de muis werkt is dit nog een onwennige ervaring. Houd echter in gedachten dat iedereen, ook kinderen, met zo’n muis heeft moeten leren werken. Bij niemand gaat dit vanzelf, het is een kwestie van veel doen. Hoe meer u de muis gebruikt, des te meer handigheid u krijgt. Computermuizen zijn er in alle soorten en kleuren. Toch hebben zij een gezamenlijke overeenkomst: alle muizen hebben tenminste twee knoppen. Een linker- en een rechtermuisknop.
De computermuis
1 1
De knop ppen hebben ieder een an ndere functie e. De belangrijkste en me eest gebruiktte knop is de e linkermu uisknop. Mett deze linkerm muisknop ge eeft u opdrac chten aan de computer, b bijvoorbeeld “Open een spellletje” of “Slu uit de computter af”. De rechttermuisknop gebruikt u om o meerdere e opties (keuz zes) te vrage en. Een voorbeeld hierva an is “Wil ik de tekkst openen, verwijderen v o afdrukken””. of De meesste muizen hebben h ook een e draaiwieltje tussen de beide knop ppen. Dit dra aaiwieltje kun nt u naar u toe of van v u af draa aien. Op uw beeldscherm m ziet u bijvo oorbeeld de tekst naar be eneden of naar boven bewegen n.
Met de muis m kunt u vijf v verschilllende dingen doen: • Aanwijzen A (beweeg g de muis ove er uw scherm m) • Klikken (de linker- of rechterm muisknop ee enmaal indrukkken) en (twee keer snel achte ereen klikken n, altijd met de d linkermuiss) • Dubbelklikke S wegen) (de linkermuis ingedrrukt houden en deze vervvolgens bew • Slepen • rechts klikke en (de rechttermuisknop eenmaal ind drukken)
De muis s vasthoude en en beweg gen Plaats de e muis naastt het toetsen nbord op een schoon, effe en oppervlakk zoals een m muismat. Hou ud de muis losjjes vast met uw wijsvinge er op de linkermuis knop p en uw duim m tegen de zijjkant. U verp plaatst de muis doo or deze te ve erschuiven. Draai D de muis niet om: ho oud de muis met het snoer van u af gericht. g Terwijl u de muis verrplaatst, word dt een aanwijzer (zie afbe eelding) op het h scherm in n de correspo onderende ricchting verpla aatst.
Als u onvvoldoende ru uimte hebt om de muis op uw bureau u of de muism mat te verpla aatsen, tilt u de d muis eenvoud dig op en zet u deze dichter bij u. Niet vastthouden tusssen twee vingers en de andere a vingers in de lucht. Niet de po ols los van de e tafel houden.
1 2
Tip Het is be elangrijk om uzelf vanaf het h begin een n goede muisgreep aan te t leren. Alleen do oor de muis in de palm van v uw hand te houden krijgt k u voldoe ende controle en kunt u de e muis nauwkeurig bewegen.
Het toe etsenbord d Met de muis m bestuurrt u bijna de hele h compute er. Wanneerr u echter ietss moet intype en doen we dit d met het toetssenbord. Hett toetsenbord d bestaat eve enals de muis uit een gro oot aantal vorrmen in vers schillende kleuren. De tekens die d op het toe etsenbord sta aan hebben voor de Ned derlandse toe etsenborden wel dezelfde e indeling. U hoeft dus nie et op een vre eemd toetsen nbord te zoeken waar de e cijfers en de e letters staan. Zo o’n indeling in i het Nederrlands heet “Q Qwerty”. De volge ende afbeeld ding laat een zogenaamd “Qwerty” toe etsenbord zien:
Ziet u vo oor het eerst een toetsenbord dan kan n dit afschrik kken. Een gro oot aantal toetsen met na aast de gebruike elijke cijfers en e letters zee er veel anderre mogelijkhe eden. U hoefft niet direct alle functies van het toetsenb bord te kenne en. De belan ngrijkste om te t kunnen we erken met he et toetsenborrd gaan we nu n bespreke en.
N Naar Comp puter Bekijk uw w eigen toetssenbord en kijk k waar de letters en cijffers bij u staa an. Vergelijkk uw toetsenb bord met die uit he et bovenstaa ande voorbee eld.
Ga daarna weer verd der met het werkboek. w
1 3
De letters met bijbehorende leestekens worden gebruikt wanneer u bijvoorbeeld een brief wilt typen. Het typen kan blind, met tien vingers, heel snel maar ook met een of twee vingers en met geduld. Het gaat met het typen niet direct om de snelheid als de letters en cijfers maar goed op het beeldscherm verschijnen.
Let op! Typt u een cijfer of letter in doe dit eenmaal met een korte tik. Houdt u een bepaalde toets wat langer ingedrukt dan zal dit direct zichtbaar zijn op uw beeldscherm. Niet een maar meerdere dezelfde tekens verschijnen. Net als met de muis geldt “Hoe meer u oefent des te makkelijker gaat het”.
Bovenstaande afbeelding laat de letters met de leestekens zien die u veel gebruikt bij het typen van een brief. De letters zijn dicht bij elkaar gebracht, niet verdeeld over het hele toetsenbord wat zoeken voorkomt.
Enkele belangrijke, veelgebruikte toetsen
Zoals u eerder hebt kunnen lezen is het niet nodig als beginnende computergebruiker alle toetsen uit het hoofd te leren. Er zijn naast de cijfers en de letters enkele toetsen die worden besproken omdat ze belangrijk zijn bij het dagelijks gebruik van de computer. Onderstaande afbeelding laat zien om welke toetsen het gaat en op welke plaats u ze vindt:
1 4
U ziet na aast de cijferrs en letters een e zestal to oetsen die we e gaan besprreken:
• • • •
• •
Backspace
e gaan. Fout hersstellen door stap terug te
Enter
Een nieu uwe regel beg ginnen onde er de bestaand de regel.
Delete
Fout hersstellen door stap naar vo oren te gaan.
Caps Lo ock
ALLE LE ETTERS IN H HOOFDLETT TERS
Shift
Een hooffdletter aan h het begin van n een zin.
Spatie
Een ruim mte tussen de e verschillend de woorden
Backspace;; U bent aan het typen en n constateertt een fout. De e laatste letter die u hebtt getypt is niet goed. De cursor (h het verticale streepje) knippert achterr de laatste le etter. U kunt door te klikken op de e toets “Backkspace” deze e verkeerde letters weghalen. Enter; U heb bt een regel getypt en wilt aan een nieuwe regel beginnen b onder de besta aande regel. Klik ee enmaal op de e “Enter” toe ets en uw currsor gaat een n regel naar beneden aan n het begin van de e nieuwe reg gel. Delete; U he ebt een fout gezien g maarr die staat midden in de te ekst. Beweeg met de pijltjes t toetsen naarr de fout en ga g ervoor sta aan. De curso or knippert dan d voor de ffout. Klik op de d toets “ “Delete” of “D Del” en de fo out zal worde en verwijderd d. C Caps Lock; Door deze toets t in te dru ukken worde en alle letterss die u typt H HOOFDLETT TER. C Controleer a altijd voor uze elf of deze to oets ingedruk kt is. Wannee er u bijvoorbe eeld een wac chtwoord moet invullen n die bestaatt uit “kleine le etters” kan dat d door “Cap ps Lock” stee eds een fout geven. De letters wo orden immerrs als hoofdle etter weergeg geven. S Shift; Aan het begin van n een zin wilt u aanvange en met een ho oofdletter. Houdt de “Shift” toets ingedrukt en n typ met de andere a hand d de letter die e u wilt. Deze e wordt weerrgegeven als s hoofdletter. S Spatie; de la ange balk op p het toetsenbord is de sp patiebalk. Do oor deze in te e drukken zo orgt u e ervoor dat err tussen de woorden w een n ruimte komt en niet alle woorden aa an elkaar worrden g getypt.
Oefenin ng
De volge ende afbeeld ding laat een toetsenbord d zien. De na amen van de toetsen die zijn gewist mag m u invullen. Probeer voo or uzelf ook de d functie va an de toets te e geven.
1 5
Startmenu Aan de linker onderzijde van het bureaublad ziet u een groene knop met de tekst “Start”. Wanneer u met de linkermuisknop op deze knop klikt opent het “Startmenu”. In de vorige paragraaf is gesproken over de programma’s die op de computer staan. Veel gebruikte programma’s kunt op het bureaublad plaatsen als snelkoppeling (pictogram). Het is niet wenselijk om alle programma’s die op uw computer staan hierop te plaatsen. U gebruikt immers niet dagelijks al deze programma’s.
Bovenstaande afbeelding laat het “Startmenu” zien. Dit is de plaats waar alle programma’s gevonden en geopend kunnen worden.
Het “Startmenu” is de plaats waar u alle programma’s vindt en kunt openen.
1 6
Wilt u het programma “Internet” openen volg dan de volgende stappen: 1. Start de computer op en wacht totdat het bureaublad in beeld is. 2. Klik met de linkermuisknop op de knop “Start” 3. Klik met de linkermuisknop op “Internet” aan de bovenzijde van het “Starmenu”
Onderstaande afbeelding laat zien welke stappen u maakt om het programma “Internet” te openen.
1 7
Oefening
Onderstaande afbeelding is een voorbeeld van een “Bureaublad”. Geef in elke ballon aan welk onderdeel van het “Bureaublad” er gevraagd wordt:
Leesstof
Minimaliseren en maximaliseren De verschillende programma's die u tegelijk kunt openen worden zoals u hebt kunnen zien ook geplaatst op de blauwe "Taakbalk". Een programma geopend op een bureaublad heet een “Venster”.
Het is mogelijk om een programma (Venster) geopend op het bureaublad te verkleinen of te vergroten. Dit heet minimaliseren en maximaliseren. Onderstaande afbeelding laat zien waar u deze knoppen kunt vinden en wat ze voor resultaat geven.
1 8
Bovenstaande afbeelding laat een “Venster” zien. Aan de rechter bovenzijde ziet u een “-teken”, een “vierkant” en een “rood kruis”.
Het minteken kunt u gebruiken om het geopende programma (in dit geval "Patience") tijdelijke naar de blauwe taakbalk te parkeren. U sluit het programma dus niet af, het staat nog steeds klaar op de taakbalk. (Klik hierop met de linkermuisknop) Het rode kruis kunt u gebruiken wanneer een geopend venster niet meer wilt gebruiken. U sluit het dan af. (Klik hierop met de linkermuisknop) Het vierkant (tussen minteken en rode kruis) kunt u gebruiken wanneer een geopend venster niet geheel beeldvullend is. Door met uw linkermuisknop hierop te klikken zal het venster volledig het beeld vullen. Wanneer u het beeld wilt verkleinen kan dat ook door middel van een klik met de linkermuisknop op dit schermpje.
1 9
De computer uitschakelen Het afsluiten van de computer gaat via het de knop Start. U kunt de computer door de aan- en uitknop aan te klikken uitzetten maar dat is niet wenselijk. Klik met de linkermuisknop eenmaal op de groene knop "Start"
Klik vervolgens met de linkermuisknop eenmaal op "Uitschakelen" bij de rode pijl.
Klik met de linkermuisknop op "Uitschakelen" bij de rode pijl. De computer zal na enige tijd afsluiten en ook het beeldscherm zal zwart worden. De computer is nu in zijn geheel uitgeschakeld.
Naar Computer Na het lezen van dit hoofdstuk herkent u de basisonderdelen van de computer die u op het beeldscherm te zien zijn. Het bewegen van de muis kan voor u een moeilijke klus zijn. Oefenen in het bewegen van de muis is hiervoor de beste oplossing.
Start de computer op en wacht totdat het bureaublad in beeld is. Schakel vervolgens de computer uit middels de besproken methode in dit hoofdstuk. Laat u niet ontmoedigen wanneer de muisbewegingen en het klikken niet direct goed gaan, van proberen kunt u leren!
2 0
2. Het werken met de computercursus
Leesstof Hoe werkt de werkmap? De cursus is een interactieve cursus die op het internet staat. De werkmap is een routebeschrijving die u wegwijs maakt op deze internetcursus. De werkmap is opgebouwd in “Blokken”. Elk “Blok” bestaat uit een hoofdonderwerp die weer in verschillende lessen is verdeeld. De werkmap en de lessen op de internetcursus gebruiken dezelfde volgorde. De werkmap is een losbladig systeem. Van elk hoofdonderwerp worden de basislessen behandeld. Op de cursuspagina vindt u echter meer lessen dan besproken in de werkmap. Dit geeft u de mogelijkheid om na het leren van de basis over een bepaald onderwerp zelf een keuze te maken uit de onderwerpen die volgen. Zo gaat u alleen datgene leren waar u interesse ligt, een cursus op maat. Elke les die volgt geeft u de mogelijkheid om de lesstof uit te printen en toe te voegen in uw werkmap. De werkmap kent een drietal onderdelen: • • •
Leesstof – schriftelijke lesstof die over het betreffende onderwerp gaat Oefening – een oefening in de werkmap die een samenvatting is van de besproken stof Computer – een verwijzing naar de internetpagina om de lesstof te bekijken en te oefenen
Waar vind ik de computercursus? De computercursus is zoals gezegd een internetcursus. Alle onderwerpen staan dus op het internet en zijn daarom overal beschikbaar. Om de cursus te kunnen vinden hebt u ook internet nodig. Start uw computer op en wacht totdat het bureaublad in beeld komt. U opent daarvoor internet. Dit kan vanaf het bureaublad of door te klikken op de knop start en vervolgens “Internet Explorer”. Uw eerste pagina van het internet, de startpagina, wordt geopend.
(zie onderstaande afbeelding, van een voorbeeld startpagina. In dit geval www.google.nl) (kijk op pagina 8 voor extra informatie)
2 1
Door te klikken achter de regel (adresregel) bij de rode pijl, wordt de tekst blauw gekleurd. U kunt direct beginnen met typen op uw toetsenbord, zonder eerst de bestaande letters te verwijderen. Typ in www.digitalecomputercursus.nl en klik op de toets “Enter” van het toetsenbord. De cursus website wordt geopend.
Zet de computer aan. Start internet op en vul in de adresregel in www.digitalecomputercursus.nl Klik vervolgens op de toets “Enter” van uw toetsenbord. Tip: zorg dat u met de muis achter de regel klikt en deze blauw wordt, begin vervolgens direct met typen van www.digitalecomputercursus.nl Nadat dit is gelukt mag u terugkeren naar het werkboek
Naar Computer
2 2
Leesstof
Inloggen om bij de lessen te komen U bent nu op de webpagina van de computercursus. Dit is door een ieder te bereiken, echter zijn de lessen beschermd. U moet eerst “Inloggen” met een gebruikersnaam en wachtwoord om toegang tot alle lessen te krijgen. Aan de rechterzijde van de website ziet u een invulveld “Inloggen”, zie onderstaande afbeelding bij de rode pijlen.
Onder “inloggen” staat “Gebruikersnaam”, een aantal zwarte bolletjes en een knop “Login”. Klik met de linkermuisknop in het invulveld naast “Gebruikersnaam” en typ daar uw gebruikersnaam. Klik vervolgens in het invulveld met de zwarte bolletjes en typ hier uw wachtwoord in. Als laatste klikt u met de muis op de knop “Login”. Hebt u de gegevens juist ingevuld dan ziet u in het midden van het scherm “Succesvol ingelogd”.
2 3
Bovenstaande afbeelding laat zien dat u “Succesvol bent ingelogd”, dit betekent dat u toegang hebt tot alle lessen
Naar Computer U hebt de cursus website op uw beeldscherm staan. Vul nu aan de rechterzijde van de website uw “Gebruikersnaam” en “Wachtwoord” in. Klik vervolgens met de linkermuisknop op “Login”. Tip: Controleer dat u de velden, waar u de gebruikersnaam en het wachtwoord invult, leeg zijn. Let ook op kleine letters en hoofdletters.
Leesstof
Waar staan de lessen?
U hebt de cursuspagina geopend en bent succesvol ingelogd. Vanuit de werkmap wordt u gevraagd de verschillende lessen te bezoeken. U ziet aan de linkerzijde een zwarte balk met een aantal blokken. Onder de blokken staan subcategorieën. Deze categorieën bevatten de lessen waar naar verwezen wordt vanuit de werkmap. Door te klikken op bijvoorbeeld “ Windows xp” opent in het midden een venster met een lijst waarin de lessen staan. (Zie onderstaande afbeelding)
2 4
Door met de muis op een van de lessen te klikken opent de inhoud van die specifieke les. Een les begint met een leesmodule over de inhoud van de gekozen les.
De drie stappen methode. Onder het leesblok staan een drietal knoppen: “Video”, “Oefening” en “Printen”. (zie onderstaande afbeelding). Elke les heeft deze indeling. Van de gekozen les bekijkt u eerst de film door te klikken met de muis op de knop “Video”. Na het bekijken van de film klikt u met de muis op “Oefening”. De oefening wordt met behulp van een gesproken stem stap voor stap doorlopen. Als laatste klikt u op de knop “Printen” om de lesstof die is behandeld uit te printen en bij te voegen in uw werkmap.
1. Video; u bekijkt het lesonderwerp met gesproken stem 2. Oefening; u oefent de les stap voor stap met behulp van een gesproken stem 3. Printen; u kunt de lesstof uitdraaien om later als naslag te gebruiken in de werkmap
Stap 1 - Video
Klik op de knop “Video”. De film opent op uw beeldscherm. Deze film laat de inhoud van de les zien. Na het bekijken van de film kunt u linksboven het venster klikken met de muis op “terug naar het keuzemenu”. U keert dan weer terug naar de les waar de drie stappen staan.
2 5
Stap 2 - Oefening
U hebt nu een beeld van de lesstof en kunt klikken met de muis op de knop “Oefening”. Een nieuw venster wordt geopend en de les wordt geladen. Wacht totdat de eerste stap wordt verteld. U krijgt bij deze stap een gesproken opdracht die uzelf mag uitvoeren. Als voorbeeld geeft de stem aan ; “Klik met de linkermuisknop op de knop Start”, u beweegt de muis naar de knop start en klikt eenmaal met de linkermuisknop. Na het doorlopen van de “Oefening” klikt u met de muis op het kruis (rechtsboven in het venster van de oefening, let op het bovenliggende venster van de oefening).
2 6
Stap 3 - Printen
U hebt nu de film en de oefening doorlopen. Wanneer u de oefening of de film nogmaals wilt doorlopen kan dit uiteraard. Wilt u de stof bewaren in uw werkmap als naslag dan kunt als derde stap klikken met de linkermuisknop op “Printen”. Een nieuw venster wordt geopend waar u de lesstof nogmaals stap voor stap in beeld krijgt.
2 7
Bovenstaande afbeelding laat een tekstdocument zien die u kunt uitdraaien als naslagwerk.
Aan de linkerbovenzijde ziet u een afbeelding van een printer (onder de ster) door hierop te klikken verschijnt een venster met daarin de naam van uw printer. Zorg dat de printer aan staat en klik in het geopende venster op de knop “Ok”. De lesstof wordt uitgeprint en kan worden toegevoegd aan de werkmap.
Naar Computer
U bent ingelogd. Ga naar de zwarte balk waar u de lessen kunt vinden en klik op “Wetenswaardigheden” onder de categorie “Internet”. Klik vervolgens op de les “Instellen startpagina”.
Bekijk de video, maak de oefening en wanneer u een printer hebt en deze aanstaat print de lesstof van deze les uit.
2 8
8. Verklarende woordenlijst @-teken (ook at-teken of apenstaart): Dit is een scheidingsteken dat wordt gebruikt in een e-mail adres om de naam van de gebruiker te scheiden van de domeinnaam van de website of provider.
A Account: Een account kan verschillende betekenissen hebben. De eerste is dat een 'account' een internetabonnement is bij een internetaanbieder. De tweede betekenis is dat een 'account' een lidmaatschap is bij een website. Achtergrondafbeelding Een achtergrondafbeelding is een foto of figuur die op het bureaublad wordt gebruikt. Acrobat Reader Dit is een programma. Het programma zorgt ervoor dat u zogenaamde PDF bestanden kunt lezen. Het is gratis te gebruiken. Adresboek: Een adresboek is een lijst met alle mensen die u heeft ingegeven met hun gegevens. In een e-mail programma is het adresboek meestal een lijst van namen met hun bijbehorende e-mail adressen. ADSL: Een manier om internet te verkrijgen. U kunt dit aanvragen en maakt dan gebruik van snel internet. U kunt gelijktijdig gebruikmaken van internet en bellen B Back-up: Een back-up is Engels voor een reservekopie. U hebt persoonlijke gegevens op de computer en maakt daar regelmatig een reservekopie van. Het is aan te raden dit op een medium buiten uw computer te doen. Een DVD of een externe harde schijf zijn daar voorbeelden van. BCC: Dit staat voor "Blind Carbon Copy". U kunt dit gebruiken wanneer u aan iemand een e-mail bericht verstuurd en tegelijk een copy aan een ander verstuurd. Zonder dat de eerste afzender dit ziet. Besturingssysteem: Een programma dat van de computer meer maakt dan een kast met electronische spullen in, het zorgt ervoor dat alle programma’s met elkaar samenwerken. Een besturingssysteem kan Windows XP, Vista zijn, maar ook Linux en Mac OS.
Bijlage: Een bijlage van een e-mail zijn één of meerdere bestanden die u toevoegt aan de e-mail. Dit kan een programma, document, figuur,... zijn.
2 9
Breedbandverbinding: Dit is op hoge snelheid surfen op het Internet. Breedband is via ADSL of kabelinternet mogelijk. Browser: Dit is een programma waarmee u op het Internet kan surfen. Voorbeeld browsers zijn Internet Explorer, Mozilla firefox en Opera. Bureaublad: Het bureaublad is het startscherm dat u ziet indien u Windows hebt opgestart. C Cancel Cancel is het Engels voor Annuleren. Annuleren betekent zoveel als dat u het niet wilt doen. U bevestigd hier dus niets mee, bij twijfel een goede keus. Cartridge Dit is een inktpatroon die in de printer zit. CC: Dit staat voor "Carbon Copy". U verstuurt een e-mail bericht en wilt een kopie sturen aan een andere afzender. Beide afzenders kunnen elkaars e-mail adressen zien. Chatten: Chatten is praten via het Internet. Veelal plaatsen waar mensen met eenzelfde interesse elkaar ontmoeten op het internet. Configureren: Configureren is zorg dragen dat de verschillende computeronderdelen met elkaar kunnen samenwerken. U geeft de computer een printopdracht en de printer voert deze uit. Cookie: Een cookie is een klein bestandje dat op je computer wordt geplaatst. Cookies worden op de computer geplaatst tijdens het surfen op internet. U kunt cookies verwijderen door de internetbestanden leeg te maken. D Downloaden: Dit is het binnenhalen van bestanden (figuren, programma's, webpagina's,...) op uw computer via het Internet. E E-mail Een e-mail is een digitale boodschap die u verstuurt via het internet. Waar u in de wereld naartoe verstuurt binnen enkele seconden is deze bezorgt.
E-mailen Dit is het verzenden van e-mails naar andere mensen.
3 0
E-mail adres Is een adres die u nodig hebt om te kunnen e-mailen en om e-mail berichten te ontvangen. Het is opgebouwd uit een naam verbonden aan het @ teken, de provider en vervolgens het landenteken. Enter: De Enter wordt gebruikt om aan te geven dat je naar een nieuwe lijn wenst te gaan in een document. Het wordt ook gebruikt om te bevestigen dat iets goed is, i.p.v. met de muis te klikken op “Ok” F Flash: Flash is gemaakt door het bedrijf Macromedia. Het is een programma dat u nodig hebt om internet websites die Flash gebruiken te kunnen bekijken. H Harde schijf: Dit is de plaats in de computer waarop uw programma’s en documenten staan. Het opslagmedium van de computer. Helpdesk: Een helpdesk is de plaats waar je terecht kan voor hulp. Http: Dit komt van Hyper Text Transfer Protocol. U ziet dit in de adresbalk staan voor www. Wanneer u zelf een website in de adresbalk zet hoeft u dit niet t etypen, maar direct www. I Internet Internet (ook wel het Net of het web genoemd) is een netwerk van vele miljoenen computernetwerken over de hele wereld. IP-adres De informatie, die u wilt uitwisselen tussen twee computers, vertrekt en komt aan bij het IP-adres van uw netwerkkaart in uw computer. J Java: Java is een programmeertaal waarmee programmaatjes worden vervaardigd die onder meer in webpagina's kunnen worden opgenomen. K
Kabelinternet: Deze verbinding gaat via de coaxkabel, die we kennen van de televisie.
3 1
L Lettertype: Het lettertype is de soort van weergave van de letters. Alle tekst die u ziet op een computer bestaan uit een bepaald lettertype. Veelgebruikte lettertypes zijn Times New Roman en Arial. Link Tijdens het surfen op internet veranderd uw muis in een handje. Wanneer dit gebeurt betekent dit een nieuwe pagina die daaronder zit. Een verwijzing naar een volgende webpagina. M Mailbox: Dit is een opslagplaats voor e-mail. Mailen: Zie e-mailen. N Netiquette: Dit is de etiquette voor het Internet. Dit zijn (ongeschreven) gedragsregels waaraan u zich houdt op het Internet. O Online / offline: Online wil zeggen dat u een verbinding hebt met het internet; u bent “Online”. “Offline” er is geen verbinding met het internet. P PC: Dit staat voor Personal Computer. U hebt een PC of een laptop. Postvak IN: Het postvak in komt u tegen in uw e-mail programma. Hier komen alle e-mails te staan die iemand anders naar u heeft verstuurd. Postvak UIT: Dit is de plaats waar alle e-mails samenkomen die moeten worden verstuurd.
Provider Een provider is een bedrijf dat aan gebruikers en bedrijven toegang biedt tot Internet.
3 2
Q Qwerty: De aanduiding Qwerty slaat op het soort van toetsenbord u hebt. De eerste 6 letters linksboven op de eerste rij van het toetsenbord vormen de naam “Qwerty” R Resolutie: De resolutie zegt geeft informatie over de kwaliteit van uw beeldscherm. Hoe hoger de resolutie des te beter het beeld. Let erbij op dat bij een hoge resolutie de letters kleiner worden. S Screensaver: Dit is een programma dat het inbranden van uw beeldscherm voorkomt. Als uw pc aanstaat, maar niet wordt gebruikt zal naar verloop de screensaver actief worden. Door de muis te bewegen is de screensaver weer weg. Scrollen: Scrollen is het naar beneden schuiven van een pagina. Dit naar beneden 'rollen' kan met de muisaanwijzer of de pijltjestoetsen op het toetsenbord gebeuren. Selecteren: Selecteren is iets aanduiden in een tekst. U klikt voor het te selecteren met de muis houdt deze ingedrukt en sleept over de tekst die u wilt selecteren. Shift-toets De shift-toets staat op je toetsenbord. De shift-toets gebruikt u in combinatie met een letter om zo een hoofdletter weer te geven. Software: Dit zijn de programma’s die op een computer staan of worden geïnstalleerd. Spam: Deze term wordt gebruikt voor ongevraagde reclame via e-mail. Startpagina Bij het opstarten van uw internet komt u op de startpagina of door t eklikken op de Home-knop.
Surfen U gaat van een internetpagina naar een internetpagina op zoek naar informatie or ontspanning. U
URL Dit komt van "Uniform Resource Location". Een URL is het adres van een website. Bijvoorbeeld www.digitalecomputercursus.nl
3 3
Update: Programma's worden regelmatig vernieuwd of gezuiverd van kleine fouten. USB: Dit staat voor "Universal Serial Bus". Een computeraansluiting die tegenwoordig zeer veel wordt gebruikt. Denk aan de aansluiting van een webcam, printer of muis. W Webcam: Een webcam is een kleine camera waarmee u via het internet elkaar kunt zien. Website: Een website is een pagina met tekst, figuren en soms ook bewegende beelden en geluid die u kunt opvragen via Internet.
WWW: Het World Wide Web. De plaats waar u via webadressen veel informative kunt verschaffen of kunt surfen.
3 4