Sport-Fysiotherapie R. de Vries en Medische Trainings Therapie Kerkweg 45a 4102 KR Zijderveld Telefoon 0345 - 642618
Fax 0345 - 641004 E-mail
[email protected] Internet www.fysiodevries.nl/
Frozen shoulder
Uw arts of fysiotherapeut heeft als oorzaak voor uw schouderklachten geconstateerd, dat er sprake is van een frozen shoulder. Dit betekent letterlijk ‘bevroren schouder’ en deze benaming duidt op de beperking van de beweeglijkheid van de schouder. Tevens treedt hierbij pijn op tijdens bewegen. De aandoening ontwikkelt zich meestal tussen het veertigste en zeventigste levensjaar en komt vaker voor bij vrouwen dan bij mannen. Het lijkt vaak alsof de aandoening plotseling ontstaat, terwijl de klacht zich langzaam heeft ontwikkeld, zonder dat u het merkt. Dit komt omdat de mens aanvankelijk erg goed in staat is de beperkte beweeglijkheid te compenseren door de bewegingen anders uit te voeren. Schiet deze compensatiemogelijkheid tekort, dan wordt de klacht openbaar. Anatomie van de schouder De schouder is een complex gewricht en bestaat uit het gewricht tussen de schouderkom, die vast zit aan het schouderblad, en de schouderkop, het bovenuiteinde van de bovenarm. Daarnaast spelen de volgende gewrichten ook een rol: de gewrichten tussen sleutelbeen en enerzijds het borstbeen en anderzijds tussen sleutelbeen en schouderblad. Het glijvlak tussen schouderblad en borstkas en de halswervelkolom en het hoge deel van de borstwervelkolom spelen ook een rol bij de complexe bewegingen van de schoudergordel. 1. bovenarm 2. schouderblad 3. sleutelbeen 4. proc. coracoideus a. gewricht tussen sleutelbeen en borstbeen b. gewricht tussen sleutelbeen en schouderblad c. gewricht tussen schouderblad en bovenarm d. glijvlak tussen schouderblad en borstkas e. wervels in overgangsgebied hals- en borstwervelkolom Ontstaan van een frozen shoulder Om de botuiteinden bij elkaar te houden bevindt zich om het gewricht een kapsel. Bij een frozen shoulder treedt vaak een ontsteking op van dit kapsel, die resulteert in een verkorting van het gewrichtskapsel en hierdoor bewegingsbeperking en pijn. Vaak gaat aan deze ontsteking een inklemming van structuren, die zich onder de schouderkap bevinden, vooraf. Deze inklemming heet officieel impingement.
R. de vries - sportfysiotherapeut
Kerkweg 45a -Zijderveld
Spieren rond de schouder Er zitten twee spiergroepen rond het schoudergewricht. De ene groep (de diepere en kortere spieren) heeft als functie de schouderkop te stabiliseren in de kom. De andere spieren (de oppervlakkige en langere) voeren de grotere bewegingen uit. De eerste groep spieren zijn erg belangrijk, omdat de kop van het schoudergewricht relatief erg groot is t.o.v. de kleine kom van het schouderblad en hierdoor is de schouder in principe een erg instabiel gewricht. Als deze diepere spieren niet goed functioneren, óf door krachtsverlies, óf door een verminderde coördinatie (goed samenspel van de spieren onderling), wordt het schoudergewricht instabiel en vatbaar voor inklemmingsklachten, waarna op de lange duur een frozen shoulder kan ontstaan. 1. acromion 2. lig. coracoacromiale 3. proc. coracoideus 4. lig. coracohumerale 5. m. subscapularis 6. m. infraspinatus 7. m. teres minor
Op de afbeelding hierboven ziet u ook de verwijzing naar banden (lig.) die ook aan de stabiliteit van de schouder bijdragen. Daarnaast bevinden zich in het schoudergewricht nog enkele slijmbeurzen. De functie van een slijmbeurs is het bufferen van krachten die op structuren werken, die ingeklemd kunnen raken. Hiervoor is een slijmbeurs opgebouwd uit een soort zakje, gevuld met een taai slijm. Bij forse inklemming kan ook een irritatie van zo’n slijmbeurs (ontsteking) optreden. We spreken dan van een bursitis. 5. slijmbeurs onder de deltoideusspier en de schouderkop
Oorzaken voor het ontstaan van een frozen shoulder Als iemand valt op een gestrekte arm treedt er inklemming op van de structuren onder de schouderkop en kan een slijmbeursontsteking ontstaan. Soms treedt er langzamerhand een irritatie op van andere structuren onder de schouderkap door bewegen met een instabiel gewricht. Soms treedt het op door een vaak herhaalde beweging, waardoor irritatie is ontstaan van slijmbeurs of pezen. Dan noemt men dit secundair (het gevolg van een andere aandoening). Vaak is de reden voor het ontstaan van een frozen shoulder onduidelijk, mede als gevolg van het langzaam ontstaan hiervan.
R. de Vries - sportfysiotherapeut
Kerkweg 45a - Zijderveld
Het voorkomen van een frozen shoulder bij schouderklachten Veel bewegen is het belangrijkste wat u zelf kunt doen. Om meerdere redenen heeft bewegen een gunstige invloed. Ten eerste worden het gewrichtskapsel en de spieren beter doorbloed. Daarnaast heeft bewegen een positieve invloed op de vloeistof die zich binnen het gewrichtskapsel bevindt. Deze wordt door bewegen minder taai en smeert het gewricht daardoor beter. Door zo nu en dan de eindgrenzen van een beweging op te zoeken, worden de spieren en het kapsel op rek gebracht en de beweeglijkheid van de schouder onderhouden. Therapie Uw fysiotherapeut zal door passieve bewegingen (door hem of haar uitgevoerd, zonder dat u bewust meebeweegt) de ontstane bewegingsbeperking trachten op te heffen. Vaak wordt vooraf een vorm van warmtetherapie toegepast (kleipakking of UKG) teneinde de weefsels hierop voor te bereiden. Het is van groot belang, dat u de opgegeven oefeningen goed uitvoert. Verkeerd uitvoeren van de oefeningen kan meer klachten veroorzaken. Uw fysiotherapeut zal u hieromtrent instrueren. Zoals eerder is genoemd, is het van belang de spieren van rond de schouder te stabiliseren. Om dit te bewerkstelligen zal u actief moeten oefenen tegen een zekere weerstand. Deze weerstand kunt u, in overleg met uw fysiotherapeut, m.b.v. gewichten instellen. Deze gewichten kunt u m.b.v. een touw aan een katrol omhoog trekken. Een dergelijke installatie noemen we een pully. Hieronder volgen een aantal mogelijke oefeningen m.b.v. de pully. Van belang is dat u de bewegingen in een rustig tempo uitvoert en naar de eindgrens van een richting beweegt. Verder moet u er op letten dat u zuiver in de schouder én schoudergordel beweegt en dus met de romp niet meebeweegt maar deze fixeert. Het is verstandig iedere oefening minstens tien tot twintig keer uit te voeren. Probeer deze serie nu drie keer te herhalen. Met dagelijks oefenen zal u de beste resultaten bereiken. Oefeningen met de pullyinstallatie Oefening 1. Op de afbeelding ziet u deze oefening met twee pullyinstallaties. Wanneer u oefent met één pullyinstallatie moet u er op letten, dat u naast de pullyinstallatie zit met de te oefenen schouder aan de zijde van de pullyinstallatie. Beweeg nu de arm gestrekt naar voren. Probeer niet mee te draaien met de romp.
R. de Vries - sportfysiotherapeut
Kerkweg45a - Zijderveld
Oefening 2. Beweeg de handvaten, zittend voor de pullyinstallatie, naar achteren waarbij de ellebogen gebogen mogen worden. Door met de buik tegen het opklapbare deel van het bankje te steunen weet u zeker dat u niet met de romp meebeweegt naar achteren.
Oefening 3. Trek met gestrekte armen de handvaten omhoog door de schouders op te trekken. De nadruk van deze oefening ligt op de teruggaande beweging waarbij u de schouderspieren weer moet ontspannen.
R. de Vries - sportfysiotherapeut
Kerkweg 45a - Zijderveld
Zoals al eerder is genoemd is het belangrijk om naast het versterken van de verschillende schouderspieren (stabiliseren van het schoudergewricht), de mobiliteit (bewegelijkheid) van de schouder te onderhouden of verbeteren. Dit kan uw fysiotherapeut bij u doen, maar u zult thuis ook zelf moeten oefenen. Een mooie methode voor het mobiliseren (verbeteren van de beweeglijkheid) van de schouder is de oefentherapie volgens Codman. Hierbij wordt gebruik gemaakt van zwaai-, en slingeroefeningen. Voordelen van deze methode zijn het gevoel van ontspanning dat ontstaat en het feit dat de zwaartekracht geen beperkende factor op het mobiliseren kan zijn. Als eerste moet u een brede spreidstand aannemen, waarbij u met de handen op uw knieën afsteunt. Op deze manier ontstaat er voor uw lichaam voldoende slingerruimte. Laat nu de aangedane arm in de vrije ruimte hangen. Om goed te kunnen zwaaien en slingeren is het noodzakelijk dat u goed kunt ontspannen. Probeer dus eerst de arm te laten hangen, waarbij een zwaar en vermoeid gevoel van uw arm moet ontstaan. Laat uw arm vervolgens hele kleine cirkeltjes draaien, die steeds iets groter worden. De bewegingen, die met slechts een minimum aan spieractiviteit moeten worden uitgevoerd dienen ingezet te worden vanuit de schouder. Naast het uitvoeren van deze circumductiebewegingen kunt u ook in het horizontale en het verticale vlak bewegen. Het zwaaien en slingeren vindt dan voor of naast het lichaam plaats. Probeer alleen bij de opzwaaiende beweging spieren aan te spannen en de arm bij de teruggaande beweging zoveel mogelijk te ontspannen en los te laten.
R. de Vries - sportfysiotherapeut
Kerkweg 45a - Zijderveld