SPAANSE PYRENEEËN
Periode:
14-20 november 2009
Reisorganisatie:
Tekst & foto's: Caroline Walta ©
Aftrap ZATERDAG 14 NOV - Na een goede reis landen we volgens planning om 14.30 uur op het vliegveld van Barcelona. Ik tuur naar buiten. Heerlijk, hier schijnt de zon. Een ekster en kokmeeuw vliegen voorbij, die kunnen alvast op de lijst. Hoewel het mij niet te doen is om het aantal vogelsoorten, hoop ik er deze reis wel veel te zien. Mijn wenssoorten zijn de imposante lammergier en de vlinderachtige rotskruiper, zeldzame verschijningen die niet voorkomen in Nederland (al zijn ze in een ver verleden wel eens naar ons land afgedwaald). In de aankomsthal worden we verwelkomd door onze gids, Godfried Schreur. Voor enkelen van ons is het een weerzien, na een eerdere BirdingBreak in Extremadura (voorjaar 2008). Voor mij is deze deskundige en enthousiaste gids één van de redenen waarom ik voor deze reis naar de Spaanse Pyreneeën heb gekozen. Buiten staat het busje voor de deur, maar het is passen en meten voor onze bagage en wij zelf (8 reizigers plus gids) aan boord zijn. Godfried rijdt over de snelweg A2 richting Huesca. Vlak voor de stad Lleida ontdekt hij in een veld langs de weg een groep grazende vogels. Het zijn kleine trappen. We nemen de afslag en gaan kijken. Als we er staan, komen er meerdere bij. In de vlucht vallen de grote witte vleugelvlakken op. Sommige mannetjes hebben nog resten van hun zwarte kraag, maar de meeste zijn al in winterkleed. In de zomer eten de vogels insecten en leven ze in paartjes; in de winter staat er gras en graan op het menu en foerageren de vogels in een groep. In totaal tellen we op het veld een indrukwekkende 250-300 vogels. Toch gaat het niet goed met de kleine trap. Ze broeden in graanland, maar nu het importeren van graan voordelig(er) is, wordt graanvervangen door grasveld voor het vee. Nadat we uitgebreid van deze grote groep vogels hebben genoten, rijden we een mooie zonsondergang tegemoet. Andere vogels die wij onderweg zien: aalscholver, blauwe reiger, kleine zilverreiger, graspieper, witte kwikstaart, zanglijster, ekster, torenvalk, turkse tortel (vooral bij de dorpjes) en (zwarte of gewone) spreeuwen. In ons hotel, Hostería De Guara worden we gastvrij ontvangen. Het ligt landelijk, aan de rand van het dorp Bierge (autonome regio: Aragón, provincie: Huesca, streek: Somontano). Deze plaats is een uitstekende uitvalsbasis voor onze bezoeken aan het (beschermde) natuurgebied Sierra de Guara. Het hotel stamt uit 2000 en is sfeervol ingericht in warme kleuren met donker houten meubilair. De kamers zijn ruim en schoon. Je kijkt uit over het groene glooiende landschap, of de Pyreneeën met hun besneeuwde bergtoppen. 's Avonds genieten we van een heerlijk diner. De wijn uit de regio is inbegrepen en past perfect bij de verse en locale ingrediënten van de maaltijd. Er is veel aandacht voor de dieetwensen. We voelen ons hier zeer welkom.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 2
Kleine trappen tellen
Op weg naar ons verblijf
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 3
Onderbroekenlol ZONDAG 15 NOV - Normaal is het Spaanse ontbijt bescheiden (een toastje olie of jam), maar hier is de tafel ook gedekt met yoghurt, diverse soorten muesli, kaas en vers fruit. Voor de koffiedrinkers is het kopje 'solo' een flinke binnenkomer. Zeer puur en sterk (tip: als je een koffie wilt zoals wij in Nederland gewend zijn, bestel dan een 'Americano'). Sommigen beginnen dus enigszins stuiterend aan de ochtendwandeling rond het hotel. Op de antenne van ons verblijf kwetteren twee zwarte spreeuwen. Later zien we in de achtertuin ook gewone spreeuwen met hun gestippelde verenkleed. De pannendaken herbergen groepen huismussen en in de (moes)tuin scharrelen merel, roodborst, zwartkop, vink, koolmees, pimpelmees en winterkoning. In de bomen rondom zien en horen we putter, Europese kanarie, kneu, groenling en grauwe gors. De landelijke omgeving is een waar vogelparadijs. We zien de eerste roofvogels, een vale gier, slechtvalk in spectaculaire duikvlucht, een rode wouw, buizerd, en sperwer. Langs de glooiende hellingen vliegt een paartje raaf. In de boomgaard laat een grote lijster zich goed bekijken. De koperwieken horen we voornamelijk overvliegen. We krijgen een groep rotsmussen in de kijker, met hun opvallend gestreepte koppatroon. Vanaf een hek kijkt een graszanger nieuwsgierig toe. We lopen verder naar de kijkhut van waaruit je op een gierenvoederplaats kijkt. Sinds de Europese wet uit 2007 die het verspreiden van besmettelijke dierziekten moet voorkomen, mogen boeren hun kadavers niet meer op hun land laten liggen. Hierdoor trokken honderden hongerige gieren weg uit de Pyreneeën, op zoek naar voedsel (in deze periode bereikten ze zelfs Nederland). Nu worden er op vaste plekken, maar op onregelmatige tijden, kadavers gelegd. Een vreemde werking van de regel: de gieren hangen als 'tamme vogels' rond bij de voederplaats en een dierziekte kan juist gemakkelijker verspreid worden, omdat kadavers van plek naar plek worden gereden in plaats van dat ze op het land blijven liggen waar o.a. de gieren ze 'opruimen'. Bij de voederplaats zit inderdaad een tiental vale gieren in door hun uitwerpselen afgestorven bomen te wachten op een maal. 's Middags gaan we met het busje naar het dorp Alqueazar, aan de rand van een kloof. Het dorp stamt uit de middeleeuwen en is in deze authentieke stijl gerestaureerd. Een waar plaatje. Op het hoogste punt ligt een moors kasteel dat na verovering door de Christenen tot klooster is omgedoopt. De kloven zijn ontstaan uit een scheur in de aardkorst, waarna wind en water (in dit specifieke geval de rivier Vero) de kloof verder hebben gevormd. Wat een natuurgeweld moet hieraan ten grondslag liggen. We turen de wanden af, op zoek naar de alpenheggemus en rotskruiper. De eerstgenoemde krijgen we in de kijker. Alleen de enige 'rotskruipers' die we zien, zijn alpinisten die -weliswaar gezekerd- maar eigenhandig langs de wand omhoog klauteren. Op onze terugweg door het dorp zien we op de pannendaken een paartje zwarte roodstaart (de gekraagde roodstaart is al op trek richting het zuiden) en een grote gele kwikstaart. Als we bij de bus zijn aangekomen, spot Godfried een langszwevende lammergier, maar die verdwijnt plagerig achter de bergtoppen.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 4
Ideale ligging
Zicht op Bierge Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 5
Grauwe gors
(Uit)kijken naar nieuwe soorten Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 6
Middeleeuws Alqueazar
“Rotskruiper” Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 7
Rond 15.30 uur wandelen we de route Tozal de Mallata, die ons het zien van prehistorische rotstekeningen belooft. De plek blijkt echter afgesloten met een hek. Maar... wij krijgen intussen de lammergier in beeld. De vogel zit op een rots te rusten. De regio Aragón is van groot belang voor deze zeldzame aaseter, want de 67 paren die er broeden, zijn de helft van de Europese populatie. De vogel is gespecialiseerd in het opruimen van botresten van een kadaver. Ze breken de botten (bijv. door ze vanuit de lucht te laten vallen) en smullen van het beenmerg. De lammergier is een indrukwekkende verschijning in de lucht, want een grote volwassen vogel heeft een vleugelspanwijdte van maar liefst 2.75 m. Hiermee is 'onze vliegende deur', de zeearend, een kleintje (2.40 m). Nadat we de vogel hebben bewonderd, wandelen we terug. In de naaldbomen en struiken zien we pimpelmees, kuifmees, staartmees (in Spanje een donkerder variant), goudhaan en vuurgoudhaan. Vreemd genoeg vinden we langs het pad een gekleurde herenonderbroek en nadat we hebben bekeken of het niet de maat is van één van onze mannelijke medereizigers, nemen we 'm mee voor het afval. De sfeer in de groep is gezellig, ontspannen en met dus alle ruimte voor humor.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 8
Herfstkleuren
Rustende vale gieren Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 9
Vliegende kerstboom MAANDAG 16 NOV - Op deze zonovergoten dag rijden we naar het stuwmeer Calcon bij de plaats Aquas. Wederom scannen we een rotswand af in de hoop op de rotskruiper. Al vanaf mijn jeugd vind ik dit één van de meest bijzondere vogels uit het vogelboek: "kan op rotswanden (...) door overwegend grijs en zwart verenkleed verbazingwekkend onopvallend zijn, maar wanneer de vogel zich vliegend verplaatst, zijn brede ronde vleugels met prachtige rood, zwart en wit getekende bovenzijde zichtbaar." Alleen vermeldt het boek eveneens: "leeft op ontoegankelijke plaatsen en is moeilijk waar te nemen." In de winter, als het boven in de bergen kouder wordt, daalt de vogel af en dat is hét moment om hem te kunnen zien. Alleen het is nog geen gemakkelijke opgave, want het afspeuren van de enorme rotswand is vermoeiend voor de ogen en pijnlijk voor de nek. Gelukkig zijn we met velen en biedt de telescoop uitkomst. De zon straalt uitbundig op de wand en een zich verplaatsende schaduw verraadt een vogeltje. Ja, daar zit 'ie! O, vliegt nu weg. Daar, een paar meter naar links. Gaat hij weer, een klif hoger. Nee, nu bij die donkere stenen. Verder naar rechts... Het is een beweeglijk beestje. Als hij tegen de wand zit 'gekleefd', valt de vogel nauwelijks op, maar als hij zijn vleugels beweegt of opvliegt, spat het karmijnrood je tegemoet. Er verschijnt een tweede vogel op de rots. Plotseling vliegen ze op en dartelen in de lucht om elkaar heen. Wij genieten van het schouwspel van zwartgrijs, helderwit en dieprood. Zoals in het boek wordt beschreven, lijkt de rotskruiper inderdaad op een fladderende vlinder. Wat een geweldige ervaring om deze verschijning na al die jaren op papier, nu in het echt te zien! Langs de wand scheren rotszwaluwen. Vanuit de struiken in het dal klinkt het gekras van kleine zwartkoppen en het 'lu-lu' van een boomleeuwerik. In het stuwmeer zitten niet zoveel vogels, een dodaars, wilde eenden en... wat is dat? Een man mandarijneend. Deze staat niet op onze vogellijst, dus zie hier onze eerste 'bijschrijfsoort'. Nadat we bij de bus nog één blik hebben geworpen op de rotswand, rijden we naar Santa Cilia bij het dorp Panzano. Godfried heeft namelijk vernomen dat op deze gierenvoederplaats slachtafval gestort zal worden. Als we aankomen, cirkelen al honderden vale gieren boven de plek. Het is een hele kunst hier die enkele lammergier in te ontdekken. Onze bedreven gids spot een monniksgier. Dit is één van de vogels die onlangs in Catalonië is (her)geïntroduceerd. Op de gierenvoederplaats zelf zitten slechts enkele gieren, want er is blijkbaar een karig maal gestrooid en er liggen alleen nog wat botjes. Zelfs een paar rondstruinende raven lijkt ernaar te kijken met een blik van 'is dit alles?!' Dan krijgen we er oog voor en spotten we de ene na de andere lammergier. Eén juveniel en één volwassen exemplaar hebben we langere tijd in de kijker. Helaas lijken ze wel een kerstboom, want ze hebben aan iedere poot een brede ring, in elke vleugel een gekleurde clip en dan ook nog een zender op de rug . Onze gids geeft ons na het zien van een foto in een mail een extra toelichting: "Soms is het moeilijk jezelf ervan te overtuigen dat dit soort onderzoeken de soort ten goede komen. Maar het is vaak toch wel zo. Dankzij kleurringen, wingtags en zenders komen we veel te weten over de ecologie van de gemerkte soorten en die kennis wordt weer ingezet voor de bescherming. Maar, ik ben het met jullie eens. Soms gaan ze wel erg ver met het opofferen/belasten van een individu in naam van de wetenschap."
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 10
Hangende rotskruiper
Wat een plaatje! Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 11
Bij het stuwmeer van Calcon
Vale gieren boven Santa Cilia
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 12
Juveniele lammergier met wingtags vliegt op van voederplaats
Lammergier met zender Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 13
Vanaf een open plek hebben we geweldig zicht op de omgeving en de laag langsvliegende gieren. We houden hier een picknick, onze eigen voederplaats. Het hotel heeft wederom een voortreffelijke lunch voor ons bereid: een salade, een broodje, thee, water, limonade, vers fruit en een snack voor de namiddag. We gaan op onze jas zitten, maar al gauw gaan ook de truien uit. Het lijkt wel lente, of... zomer. Dit is genieten. Zelf kom ik nauwelijks aan eten toe, omdat ik mijn blik niet kan losmaken van de gieren die zo dichtbij zweven. Ze zullen geen schoonheidsprijs winnen, maar door hun krachtige uitstraling en overweldigende vlucht, kan ik mijn ogen nauwelijks van ze afhouden. Na de lunch maken we een kleine wandeling in de omgeving, waarbij de steenarend zich laat zien. Twee volwassen vogels en één juveniel, te herkennen aan de nog witte stuit. Eén van de volwassen vogels doet een baltsvlucht, waarbij hij meerdere malen een indrukwekkende duikvlucht maakt. Later zien we één van de arenden vanaf een stronk aan de rotswand toekijken. We zien ook een jagende sperwer die zich gedraagt als een havik (of een jagende havik die eruit ziet als een sperwer...). Als we terugrijden, ziet Godfried langs de weg een dood vogeltje liggen. Het is een mannetje cirlgors die net aangereden moet zijn. We nemen de gelegenheid zijn gekleurde verenkleed en de ingenieus samengestelde vleugels van dichtbij te bewonderen. Niettemin zien wij deze mooie verschijning liever levend.
Dode cirlgors
Aan het slot van de dag maken we een facultatief uitstapje naar Abiego, een plek met bewaard gebleven fossiele hoefdiersporen. Bij onze aankomst fladdert een provençaalse grasmus op uit het struikgewas, laat zich even zien, maar verdwijnt dan spoorloos in een wirwar van takken. Als we onder het genot van onze meegekregen thee naar de zonsondergang kijken, vliegt een grote V trompetterende kraanvogels over ons heen. Een prachtige afsluiting van een heerlijke dag.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 14
Fossiele hoefdiersporen bij Abiego
Genieten van de mooie zonsondergang
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 15
Vreemde vogel op de piste DINSDAG 17 NOV - Vandaag gaan we de hoogte in, naar de Pyreneeën. De gehele bergketen is zo'n 435 kilometer lang. De hoogste top is ongeveer 3.400 meter boven zeeniveau. Maar zó hoog gaan wij niet. Tussendoor stoppen we bij een waterval van Santa Elena. Hier moet toch een waterspreeuw zitten? Nee, er zitten er... drie. Alleen zitten ze geen moment stil. In het snelstromende water zijn ze druk bezig met het zoeken naar voedsel, kleine waterdiertjes. Eén van de vogels geeft een demonstratie, gaat helemaal kopje onder en komt verderop weer boven. Hij hipt op een steen en de waterdruppels rollen van zijn lijfje. Zijn diepbruine verenkleed met witte borst mag op de tekening in het vogelboek opvallend zijn, zo op de keien in de waterval is het een uitstekende camouflage. Hij moet even bewegen, wil je hem zien. Verderop vormen diverse struiken het begin van een gemengd bos. Hier laat een zwarte mees zich goed zien en horen. Onze oren vangen verder de roep op van een grote bonte specht en een groep overvliegende sijsjes. Een tjiftjaf/fitis is te beweeglijk en zwijgzaam om met zekerheid de soort te kunnen vaststellen. Maar aangezien de fitis naar het zuiden trekt, is de kans het grootst dat dit een tjiftjaf is. Onze volgende stop is een cafetaria in de plaats Formigal. We kijken uit over de alpine bergweiden en besneeuwde hellingen. Onze trip gaat verder naar een hoogte van 1.794 meter, bij de grenspost tussen Spanje en Frankrijk, Portalet. Een groep van zo'n 40 alpenkraaien komt aangevlogen en strijkt met hun kenmerkende duikvlucht neer in de vallei. Met hun lange kromme rode snavel prikken ze in het gras om plotseling weer met z'n allen op de wieken te gaan en acrobatisch rond de berghellingen te zwieren. Dan zien we dat er ook twee alpenkauwen bij zijn. Zij zijn wat kleiner van formaat, hebben een meer 'merelachtig' gezicht en een gele snavel. Als we in de lucht naar een lammergier turen, komt er hoger een V van 10 aalscholvers over. Godfried legt uit dat deze (relatief lage) bergpas veelvuldig gebruikt wordt bij de trek van noord naar zuid en andersom. Bij de bus lunchen we, deze keer met een smakelijke salade van rijst met brood en weer een lekkere versnapering. Intussen kijken we naar een eenzame snowboarder die een poging doet zijn kunsten te vertonen. Het is wel een beetje vreemde vogel, want er liggen maar een paar hoopjes sneeuw. Dit is vermoedelijk ook de reden dat onze zoektocht geen sneeuwvink oplevert. Waarschijnlijk is het hoog in de bergen nog warm genoeg om niet te hoeven afdalen en zijn er beneden onvoldoende mensen in de ski-oorden om een 'graantje' van mee te pikken. In het dorp zien we wel vinken in de sneeuw, maar we kunnen geen sneeuwvink noteren. De vos die we over een helling zien lopen is geen vogel, maar mag als extraatje toch op de lijst. We dalen af naar de waterval, om daar nu verder het bos in te gaan. Dat levert een kortsnavelboomkruiper op, een vuurgoudhaan en een drietal kuifmezen. Bij de bus sluiten we de wandeling af met een kopje thee. Op de terugreis vliegt er een gaai langs en op een elektriciteitspaal zit een ooievaar. De meeste van z'n soortgenoten zijn al naar het zonnige(r) zuiden afgereisd. Tot ze in het voorjaar terugkeren naar één van de vele ooievaarsnesten die wij onderweg zien.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 16
Aan de voet van de waterval een…
… waterspreeuw
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 17
Kerstkaart
Alpenkraaien Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 18
Dáár wel sneeuw
De grens is bereikt Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 19
'Op één been over de vlakte' WOENSDAG 18 NOV - De dag begint weer met een overheerlijk ontbijt en buiten wacht een warme blauwe lucht. We rijden richting de plaats Barbastro, langs de rivier Cinca. Onderweg zien we eindelijk houtduiven. Voor Chalamera stoppen we bij een hoge klif. Rotszwaluwen, rode wouw en een slechtvalk trakteren ons op hun vliegkunsten. We spotten hier ook de eerste kauwen en zwarte kraaien van de reis. In het veld verderop scharrelen vier koereigers tussen de (hoe toepasselijk) grazende koeien. Ze doen zich tegoed aan de insecten die voor het vee wegspringen. Aan de rand van de akker loopt een man fazant. Vanuit een pluk riet klinkt de luide zang van een cetti's zanger, een klein bruin vogeltje dat zich moeilijk laat zien. Een heggemus roept en mannetje cirlgors zingt vanaf een hoge struik, waardoor we deze vogels wel in de kijker krijgen. Er komt een Spaanse vogelaar aangereden, die Godfried een paar tips geeft. Wij vervolgen onze tocht naar Los Monegros, de steppen. Dit is een uitgestrekt boomloos landschap met grote graanvelden, waar de temperatuur in de zomer kan oplopen tot 45 graden. Weer een heel ander terrein en dus met heel andere vogelsoorten, zoals hoenders en leeuweriken. We stappen uit om een stukje te lopen, waarbij groepjes kleine kortteenleeuweriken ons telkens voor gaan. Alleen duiken ze steeds weg tussen de polletjes op het veld, zodat we ze moeten determineren in de vlucht met hun pruttelende roep. Verder is het is een hele uitdaging het verschil te ontdekken tussen de kuifleeuwerik en de theklaleeuwerik, die allebei een puntige kuif hebben. Ook de roep lijkt op elkaar. De 'kuif' zit meestal niet op zo'n hoge post als de 'thekla', alleen wat vinden zij nou hoog?! Welkom bij vogelskijken voor gevorderden. Over de kalanderleeuwerik is geen onduidelijkheid, het is een forse verschijning en in de lucht zijn z'n donkere ondervleugels en de vleermuisachtige vlucht kenmerkend. Andere vogels die we zien, zijn roodborsttapuiten (man en vrouw), een (gewone) grasmus en een jagende zuidelijke klapekster (een andere vorm dan de 'gewone' noordelijke). In het gebied staan diverse stenen ruïnes, waarop we tot drie keer toe een zonnende steenuil ontdekken. Het is tevens een handige uitkijkpost voor de rode patrijs, ook drie stuks. We gaan verder met dit aantal, want na een intensieve speurtocht vanuit de bus, verschijnt eindelijk het zwartbuikzandhoen in beeld. Met drie schuifelen ze over een wat groenere glooiende helling. Als je ze zo ziet, kun je je nauwelijks voorstellen dat het snelle en sterke vliegers zijn. In de ochtend en avond vliegen ze grote afstanden, op zoek naar drinkplaatsen. De lucht trilt van de warmte, maar we kunnen de hoenders toch goed bekijken. Dan is het tijd voor onze traditionele picknick. We zitten bij elkaar in het veld lekker te eten van de salade en belegde stokbroden. In de verte zweeft een stipje, dat steeds dichterbij komt. Een vale gier. Het lijkt wel of hij ons komt bekijken, want hij cirkelt laag over ons heen en door de telescoop staan we letterlijk oog in oog. Al gauw verschijnt er nog een gier, en nog één, en nóg één. Uiteindelijk cirkelen er zes vale gieren boven onze picknickplek. Als ze (blijkbaar) tot de conclusie zijn gekomen dat er niets te halen valt, verdwijnen ze weer in het blauwe luchtruim. Heel bijzonder. Wij vervolgen onze rit naar het dorpje Villanueva, waar volgens de tip grielen zitten, alleen hebben wij op dat moment te weinig tijd om het gehele gebied uit te kammen.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 20
Klif bij Chalamera
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 21
In de lucht zo blauw, een rode wouw
Koereiger doet zijn naam eer aan Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 22
Uitleg over de zwartbuikzandhoenders
Rode patrijs door de telescoop Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 23
We gaan door naar de plaats Sariñena met het grootste natuurlijke zoetwatermeer van noord Spanje. Daar kunnen we eenden en andere watervogels op onze lijst bijschrijven: wilde eend, krakeend, wintertaling, kuifeend, slobeend en dodaars. Er vliegt een groepje kieviten en één grote zilverreiger over. In de plas landt een gezelschap grauwe ganzen, er dobberen geelpootmeeuwen (de zilvermeeuw is geen Spaanse bewoner) en kokmeeuwen (al volop in winterkleed). De rietgors doet zijn naam aan. Vanaf de oever galmt de speenvarkenachtige roep van de waterral en de explosieve zang van de cetti’s zanger. Het gaat schemeren en van alle kanten komen bruine kiekendieven in paartjes aan om een slaapplaats in het riet te zoeken. Ze suizen rustig over ons heen. Langs de horizon trekt een enorme zwerm spreeuwen. Welterusten allemaal! Wij rijden terug door een aardedonker landschap met goed gecamoufleerde afslagen (bij Bespén rechtsaf?!), waardoor het een wat toeristischer route wordt dan voorzien. Maar we weten, de planning van een vogelaar loopt altijd wat uit. Bovendien levert het leuke cryptogrammen op ('gekroonde éénvierde lengtemaat'; 'wat doet de waard voordat hij het café sluit'; 'verander vee in zet dat geeft pret'; en nog vlak voor vertrek onder de rook van de luchthaven: 'slecht volk in de lucht'*).
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 24
Steenuil komen we regelmatig tegen
Watervogels
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 25
Gieren voeren en gorzen missen DONDERDAG 19 NOV - Vandaag onze laatste vogeldag, aan de voet van de Spaanse Pyreneeën. We bezoeken het stuwmeer van Vadiëllo. Waar zijn de vogels? Als we verder lopen, wordt even terug op de grond een stel vogeltjes ontdekt. Het zijn drie alpenheggemussen. Deze vogels zijn volgens de boeken niet schuw en we lopen er voorzichtig naar toe. Helaas gaan ze tóch op de wieken. We besluiten wat kruimels te strooien om ze te lokken. Blijkbaar houden ze niet van gezonde granenrepen, want ze komen er niet op af. Wij vervolgen onze wandeling en kijken uit over de bergtoppen. Daar zitten vale gieren. Als ze zo stil op de rotsen zitten, vallen ze nauwelijks op. Maar hoe langer je kijkt, hoe meer je er ziet. Een lammergier komt aangevlogen en landt op een klif. Daar ligt nog een oude prooi, waarvan hij af en toe zit te peuzelen. Zijn witte onderveren zijn eigenlijk crèmekleurig, waardoor ook deze vogel nagenoeg wegvalt tegen de rotsen. De veren krijgen deze kleur door het baden in ijzerhoudend zand. We kijken lang naar deze imposante verschijning, die net als wij, lijkt te genieten van de warme najaarszon. Het duurt niet lang voor de vale gieren het luchtruim kiezen. Ze laten zich van de rots vallen en zweven sierlijk rond de bergtoppen. Er lijkt een systeem in te zitten en na enige tijd cirkelt de groep als eenheid hoger en hoger. Op zoek naar een kadaver of een groepje picknickende vogelaars. Wij wandelen terug en -hoera- we komen de alpenheggemussen tegen. Weliswaar niet bij de kruimels, maar we krijgen ze goed in beeld. Daarentegen ben ik te laat om het slangetje te zien dat voor onze rijdende bus langs schiet. Godfried geeft aan dat het uitzonderlijk is, want in de winter houden ze zich goed verscholen. Maar nu schijnt de zon uitbundig en gaat het reptiel op jacht. Er zijn nog genoeg insecten (wij zien veel vliegjes, sprinkhanen, waterjuffers/libellen, we hebben zelfs krekels gehoord en ik ben tweemaal gestoken door een mug). Na een korte koffie/thee/chocopauze in een café, rijden we naar het kasteel Monte Aragon bij het dorp Quicena. Aan de voet gaan we er even uit. Even?! Het is er een waar walhalla van vogels, die allemaal op hun eigen wijze de talrijke insecten achterna jagen. Het begint met twee mooie zwarte tapuiten en een zuidelijke klapekster. Een groep prachtig gekleurde europese kanaries en kneutjes. Een paar roodborsttapuiten en een provençaalse grasmus. Dan verschijnt tevens de blauwe rotslijster. Heel bijzonder is dat we zien hoe hij een kleine braakbal uitspuugt. Nog bijzonderder is dat ik bij het toeval heb vastgelegd op foto. Al dat vogelskijken maakt hongerig en hier gaan we picknicken. Deze keer worden we verwend met een Spaanse tortilla (hartige taart met ei en aardappel). Voor de carnivoren onder ons is er een bakje met worst bijgevoegd. Godfried snijdt de tortilla en we staan likkebaardend in een kring. Dan zien we in de verte een vale gier. Hij zweeft gauw dichterbij. Dan verschijnt er een tweede. En een rode wouw. En nóg één. Zelfs met het blote oog zie je ze naar ons gluren. Na de ervaring bij de picknick op de steppen vind ik het geen toeval meer. Volgens mij nemen de vogels van kilometers afstand waar dat er ergens gegeten wordt en komen ze poolshoogte nemen. Maar ook deze keer zien ze kennelijk dat er niks van hun gading bij zit (al strooien we nog wat worstjes) en na een paar minuten zijn ze verdwenen.
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 26
Bij het stuwmeer van Vadiëllo
Ready for take-off
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 27
Alpenheggemus poseert
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 28
We naderen kasteel Monte Aragon
Gieren en wouwen komen op onze picknick af
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 29
We gaan het wat hogerop zoeken en met de bus of lopend, klimmen we naar het kasteel. Het is meer een ruïne, maar het lijkt erop dat delen zijn/worden gerestaureerd. Een prima plek voor de rotsduiven (ja, nu échte).Terwijl de één van ons kijkt of er niet ergens een eenzame prins is achtergebleven (ik noem geen namen, omdat ik het ben), de ander zich stort op de geschiedenis van de stenen, de volgende voelt of een gesloten deur misschien toch open is en de meesten gewoon genieten van het overweldigende uitzicht, spot onze gids de grijze gors die nog op onze lijst ontbrak. Ondanks een uitgebreide zoektocht zijn zowel gors als prins niet gevonden. Vervolgens rijden we naar de uitlopers van het stuwmeer Sotoñera. Een gebied dat normaal gesproken onder water hoort te staan, is nagenoeg droog. Vanuit de kijkhut Alberca de Alboré vangen we in één blik vier soorten roofvogels: bruine kiekendief (vrouw, zit in het gras), blauwe kiekendief (man) die uit een boom een sperwer én smelleken opjaagt. Verderop zien we een torenvalk. Klaarblijkelijk hebben de roofpieten het te druk met elkaar, een geluk voor rondrennende de iberische haas (dit is een andere soort dan die in Nederland, met meer grijze vacht en zwarte oorpunten). Nadat er al een kleine groep kraanvogels (waarvan één met gebroken poot) is gearriveerd, maar bij de landing uit ons zicht is verdwenen, zien we twee kraanvogels. In een klein plasje water staan ze zich te poetsen, wel enigszins op hun hoede als wij ze gade slaan. Het is een prachtig tafereel, mede door de warme kleur van de ondergaande zon en een vleugje mysterieuze mist. Bij de bus sluiten we deze mooie dag af met een kopje thee en een ambachtelijke empanada (luchtig deeg gevuld met -in ons geval- zoete vruchten).
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 30
Vale gier wil ook lunch
Maar blauwe rotslijster heeft genoeg gehad
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 31
Tussen de ruïnes van het kasteel
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 32
Zicht op de kraanvogels bij zonsondergang Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 33
Spanje, meer dan strand VRIJDAG 20 NOV - De tijd van gaan is gekomen. Het is nog een hele klus om alle bagage in de bus te krijgen, want de koffer van onze gids moet er nu ook bij. Er wordt druk gepuzzeld, een koffer in een koffer en de was in plastic tasjes onder de passagierstoelen (niet verwarren met je lunch, die in een gelijksoortig zakje zit!). We zouden natuurlijk geen BirdingBreak'ers zijn, als we de tijd niet tot het uiterste zouden benutten en (letterlijk) naast het vliegveld duiken we nog een natuurgebied in: de delta van de rivier Llobregat. Ondanks de oorverdovende herrie van de opstijgende vliegtuigen, zit het er vol vogels. Hier zien we dan eindelijk onze steltlopers: kieviten, goudplevieren, bonte strandlopers en watersnippen. In het riet zit een groep ringmussen, aan de oever slaapt een witgat en struint een waterpieper. Nu kunnen ook de meerkoet en waterhoen op de lijst. Op een houten vlonder zit een rustende kaspische beekschildpad. Als klap op de vuurpijl zien meerdere van ons nu de ijsvogel. We sluiten de trip exotisch af met een groep langsvliegende monniksparkieten, afkomstig uit de stad Barcelona. In de rij op de luchthaven vullen we onze soortenlijst aan met de laatste waarnemingen. We komen op het mooie aantal van 112 vogelsoorten. Het gaat ons zeker om de kwaliteit en niet de kwantiteit, maar het is altijd leuk in een periode verschillende vogeltypen te zien en dat kan prima in Spanje. We hebben ervan genoten dat we alle soorten goed hebben kunnen waarnemen: zwevend, jagend, etend, slapend... Spanje herbergt een scala aan landschappen, van de besneeuwde bergtoppen via beken, meren, bossen, weides en wetland tot de uitgestrekte steppen. En vanuit het vliegtuig zagen wij zelfs nog een stukje strand . Met dank aan: De avontuurlijke oprichters van BirdingBreaks.nl, mijn gezellige medereizigers, de gastvrije 'hotelzussen' Ana en Eva en bovenal: onze geweldige gids Godfried Schreur. Of het nu vliegt, kruipt, groeit, bloeit, stroomt of ergens in een ver verleden uit de aardkorst is ontstaan, hij weet ervan. Vol enthousiasme deelt hij zijn kennis, in zo ongeveer elke taal. De vogels van de Spaanse Pyreneeën, 112 soorten lieten zich zien en horen (voor het eerst de lammergier en rotskruiper in mijn kijker... zoveel mooier dan op de plaatjes in het vogelboek ) Thuisfront en mams, dank je wel voor de lieve zorg voor het knapste vogeltje van allemaal. Mijn vogelmaatjes van de Haagse Vogelbescherming. Starrevaart... hut of geen hut, ik kom eraan! 'Goudvinkjes', bedankt voor de voorverkenning ;-). *) Tot slot voor de (niet-) puzzelaars onder ons, de oplossing van de cryptogrammen (pag 20&24): 'kwartelkoning', 'tapuit', 'plevier', 'vliegtuig' en de titel... 'steppen'. Caroline Walta
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 34
Ana & Eva
Aan tafel! Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 35
Past het?
Laatste lijstactie op het vliegveld
Adiós Spanje
Spaanse Pyreneeën 14-20 nov 2009
door: Caroline Walta
pagina 36