Software User Manual Gebruikershandleiding MARS2 - SCHIP
MARS2 release Versienummer Datum Status Authors Owner
1.2 1.7 2014-06-02 Final IBM RWS
© 2014 RWS
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Documentversies: Versie 0.1 1.0
Datum 13 december 2010 27 januari 2011
Auteur BSI, ILI ILI
1.1
7 februari 2011
GGI
1.2 1.3
29 juni 2011 3 november 2011
FS JWU
1.4
13 december 2012
DDA
1.6
December 20, 2013
DDA
1.7
2014-06-02
DDA
Commentaar Initiële versie Opmerkingen verwerkt en “common” stukken toegevoegd RWS opmerkingen verwerkt RWS lay out Aanpassingen n.a.v. versie 0.9.4 Updates voor mars r1.1 Aanpassingen voor release 1.1.4 section A1.1.10 Update for 1.2 and JSTD
Review GGI
Stijl EHE
Versienummer: 1.7 Pagina 2 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Inhoud 1 1.1 1.2 1.3 1.3.1 1.3.2 1.3.3
INLEIDING 6 Identificatie 6 Systeemoverzicht 6 Documentoverzicht 7 Doel van het document 7 Documentstructuur 7 Aanwijzingen voor het lezen
2
GEREFEREERDE DOCUMENTEN
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6
SOFTWARE SAMENVATTING 9 Softwareapplicatie 9 Softwareomgeving 9 Softwareorganisatie en overzicht van de besturing 10 Onvoorziene gebeurtenissen en alternatieve ‘states and modes’ van de besturing 11 Beveiliging en privacybescherming 11 Assistentie en aanmelden problemen 11
4 4.1 4.1.1 4.2 4.3 4.4
TOEGANG TOT DE SOFTWARE Initieel gebruik software 12 Installatie en set-up 12 Toegangscontrole 12 Initiëren van een sessie14 Stoppen en opschorten van werk
5 5.1 5.1.1 5.1.2 5.2 5.3 5.3.1 5.3.2 5.3.3 5.4 5.4.1 5.4.2 5.4.3
Handleiding schipsysteem 16 Basisbegrippen 16 Hiërarchische projectstructuur 16 Reisstructuur 16 Overzicht van de mogelijkheden 17 Algemene aanwijzingen 18 Tabellen 18 Invoerschermen 19 Mogelijkheden per gebruikersrol 19 Beheer 19 Beheren gebruikers 19 Beheren scheepsconfiguraties 20 Beheren locaties 21 5.4.3.1 Bekijken van een locatie 21 Beheren projecten/contracten/percelen 22 Beheren reizen 24 5.4.5.1 Bekijken van een reis 24 Monitoren baggerproces 28 Voorbereiding baggeren 29 5.5.1.1 Activatie perceel 29 5.5.1.2 Activatie perceelschip 29 5.5.1.3 Activatie scheepsconfiguratie 29 Tonen procesgegevens 31
5.4.4 5.4.5 5.5 5.5.1
5.5.2
7 8
12
15
Versienummer: 1.7 Pagina 3 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.6.2 5.6.3 5.6.4 5.7 5.7.1 5.7.2 5.7.3 5.8
5.5.2.1 Procesgrafiek 32 5.5.2.2 Kaart 33 5.5.2.3 Procesgegevens 34 5.5.2.4 Alarmen 35 Wijzigen/toevoegen procesgegevens 37 5.5.3.1 Invoeren handpeilingen 37 5.5.3.2 Invoeren verletten 38 5.5.3.3 Reset status 39 5.5.3.4 Reisnummer aanpassen 40 5.5.3.5 Invoeren opmerkingen (weer) 5.5.3.6 Invoeren opmerkingen (overig) Uitvoeren systeemcontrole 43 Procedure waterreis 44 5.6.1.1 Waterreis 44 5.6.1.2 Omgekeerde waterreis 46 5.6.1.3 Bepaling leegschip 48 Theoretisch leegschip bepaling 49 Ballasttankcontrole 53 Zuigkopdieptecontrole 55 Offline database synchronisatie 56 Voorbereiden offline synchronisatie op wal Offline synchronisatie op schip 57 Offline synchronisatie op wal 58 Rapportage 58
6 6.1 6.2
OPMERKINGEN Afkortingen 59 Begrippen 59
7
Eisen aan wachtwoorden
5.5.3
5.6 5.6.1
41 42
56
59
60
Versienummer: 1.7 Pagina 4 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Versienummer: 1.7 Pagina 5 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
1
INLEIDING
1.1 Identificatie Dit document beschrijft de mogelijkheden en het gebruik van het MARS2 Schip Systeem door verschillende typen RWS- en aannemergebruikers. 1.2 Systeemoverzicht Het MARS2 systeem is bedoeld om de activiteiten van baggerschepen die onder contract van RWS varen te kunnen registreren en visualiseren. Dit gebeurt door het plaatsen van een speciale server op elk baggerschip (het Schip Systeem), die van een aantal sensoren op het schip de gegevens uitleest, opslaat en verwerkt. Elk Schip Systeem is gekoppeld aan een MARS2 Wal Systeem. Op dit Wal Systeem worden voor elk schip een aantal basisgegevens ingevoerd, zoals scheepsconfiguraties, projecten, contracten en percelen. Deze gegevens worden met de Schip Systemen gesynchroniseerd, waar de aannemer ze gebruikt om aan te geven wat de huidige scheepsconfiguratie is en onder welk perceel het schip vaart. Tijdens een baggerreis worden de sensorgegevens continu uitgelezen en verwerkt. Tijdens het verwerken worden de gegevens ook aan de ingestelde scheepsconfiguratie en het perceel gekoppeld. Alle gegevens worden vervolgens periodiek naar het Wal Systeem verstuurd. Door de koppeling met de scheepsconfiguratie en het perceel kunnen er met de gegevens op de wal diverse controles en analyses worden uitgevoerd en kan o.a. worden bekeken in hoeverre aan de gestelde contracteisen is voldaan. In het volgende schema worden de MARS2 systeemcomponenten en hun relaties weergegeven.
Versienummer: 1.7 Pagina 6 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
1.3
Documentoverzicht
1.3.1 Doel van het document Dit document dient als leidraad bij het gebruik van het MARS2 Schip Systeem door een aantal verschillende typen gebruikers, te weten: · · · · · · ·
RWS-MARS Support Group RWS-MARS Projectleider RWS-MARS Opzichter RWS-MARS Toetser RWS-MARS Beheerder Aannemer Beheerder Aannemer
1.3.2 Documentstructuur In hoofdstuk 3 wordt een overzicht gegeven van het MARS2 Schip Systeem en de plaats ervan in het MARS2 systeem als geheel. Vervolgens wordt in hoofdstuk 4 beschreven hoe de toegang tot de software is geregeld. Hoofdstuk 5 beschrijft in detail welke mogelijkheden het systeem heeft en hoe deze mogelijkheden kunnen worden benut. Ten slotte bevat hoofdstuk 6 een overzicht van alle afkortingen en begrippen in dit document.
1.3.3 Aanwijzingen voor het lezen Een algemeen overzicht van het systeem en zijn functionaliteit wordt gegeven in paragraaf 1.2, in hoofdstuk 3 en in paragraaf 5.1 en 5.2. Om bekend te raken met de bediening van het systeem kunnen daarnaast hoofdstuk 4 en paragraaf 5.3 worden gelezen. Paragraaf 5.4 en verder bevat de volledige naslag voor zowel de monitor-, de beheer- als de rapportagefunctionaliteit.
Versienummer: 1.7 Pagina 7 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
2
GEREFEREERDE DOCUMENTEN
Verkorte naam [SCOM]
Volledige naam SCOM MARS2 Installatiehandleiding NL.doc
Versienummer: 1.7 Pagina 8 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
3
SOFTWARE SAMENVATTING
3.1 Softwareapplicatie Het MARS2 Schip Systeem is primair bedoeld om de baggeractiviteiten van schepen te monitoren die onder contract van RWS varen. Dit monitoren gebeurt door middel van het uitlezen van een aantal sensoren op het schip. De meetdata van deze sensoren wordt opgeslagen en gekoppeld aan de actieve scheepsconfiguratie en perceel/schip combinatie (’perceelschip’), waardoor de meetwaarden kunnen worden geïnterpreteerd en gecontroleerd. De hiervoor benodigde basisgegevens (scheepsconfiguraties, projecten, contracten, percelen enzovoorts) dienen vooraf te worden aangemaakt op het MARS2 Wal Systeem. Door de koppeling met het schip worden de voor het schip relevante gegevens vervolgens periodiek gesynchroniseerd met het betreffende MARS2 Schip Systeem. Wanneer de basisgegevens eenmaal beschikbaar zijn op het schip, dient de aannemer een scheepsconfiguratie, perceel en perceelschip te activeren voor het uitvoeren van een baggerreis (in het vervolg ‘reis’ genoemd). Dit zorgt ervoor dat de eerder genoemde interpretatie en controle kan worden uitgevoerd. De geïnterpreteerde gegevens kunnen vervolgens op het schip worden bekeken (zie paragraaf 5.5.2). Ook kunnen er op het schip nog extra gegevens aan de reis worden toegevoegd (paragraaf 5.5.3) en kunnen er systeemcontroles worden uitgevoerd (paragraaf 5.6). Om de meetgegevens van het schip ook op de wal te kunnen analyseren, worden deze gesynchroniseerd met de wal. Zie hiervoor [HANDLEIDING_WAL].
3.2 Softwareomgeving Zowel het MARS2 Wal Systeem als het MARS2 Schip Systeem kan op afstand benaderd worden via een webbrowser. Ondersteunde webbrowsers zijn Firefox (minimaal versie 3.5) en Internet Explorer (minimaal versie 8).
Versienummer: 1.7 Pagina 9 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
3.3 Softwareorganisatie en overzicht van de besturing De gebruikersinterface (tabs, menu’s, knoppen, en dergelijke) van het MARS2 Schip Systeem is als volgt opgebouwd: ▼ Monitor ► Grafiek ○ Instellingen ○ Beeldvullend ► Kaart ○ Overzicht ► Reisacties ○ Handpeilingen ● Wijzigen ● Toevoegen ● Verwijderen ○ Verletten ● Wijzigen ● Toevoegen ○ Opmerkingen (overig) ○ Opmerkingen (weer) ○ Reset status ► Systeemcontroles ○ Waterreis uitvoeren ○ Leegschip bepalen ○ Ballasttank controle ○ ZKD controle ► Alarmen ► Logboek ▼ Beheer ► Reizen ○ Bekijken ● Exporteren ● Valideren ● Herberekenen ○ Verwijderen ○ Kopiëren ► Schepen ○ Bekijken ● Scheepsconfiguraties ■ Bekijken □ Importeren □ Valideren □ Waterreisnorm berekenen ■ Wijzigen ■ Toevoegen ■ Verwijderen ■ Kopiëren ○ Wijzigen ○ Toevoegen ○ Verwijderen ► Projecten ○ Bekijken ● Contracten ■ Bekijken □ Aannemers
Versienummer: 1.7 Pagina 10 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
□ □
► Locaties ○ Bekijken ► Aannemers ► Gebruikers ○ Bekijken ► Synchroniseren ▼ Rapportage
Contactpersonen Percelen ♦ Bekijken ◊ Perceellocaties ◊ Perceelschepen • Bekijken • Activeren ♦ Activeren ♦ Reizen bekijken van perceel
Vanaf paragraaf 5.4 wordt elk onderdeel van bovenstaande structuur in detail besproken.
3.4
Onvoorziene gebeurtenissen en alternatieve ‘states and modes’ van de besturing Wanneer er een onvoorziene fout optreedt tijdens het bedienen van het systeem via de webbrowser, zal dit kenbaar worden gemaakt door een specifieke foutmelding op het scherm.
3.5 Beveiliging en privacybescherming Elke gebruiker van het systeem dient op het systeem in te loggen met zijn/haar eigen gebruikersnaam en wachtwoord. Hiermee wordt voorkomen dat RWSgebruikers en aannemers elkaars gegevens kunnen inzien of manipuleren.
3.6 Assistentie en aanmelden problemen Voor hulp bij het oplossen van problemen en voor het melden van problemen met het MARS2 systeem kan contact opgenomen worden met de RWS MARS Support Group.
Versienummer: 1.7 Pagina 11 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
4 4.1
TOEGANG TOT DE SOFTWARE Initieel gebruik software
4.1.1 Installatie en set-up Volg de instructies in document [SCOM] om het MARS2 Schip Systeem te installeren. 4.2 Toegangscontrole Elke gebruiker van het MARS2 systeem dient een eigen account te hebben. Deze kan door een MARS2 beheerder of een aannemer beheerder worden aangemaakt; zie ook paragraaf 5.4.1. Bij het aanmaken van een account wordt een specifieke rol aan de gebruiker gekoppeld, die de gebruiker in staat stelt om de vereiste werkzaamheden op het systeem uit te voeren. Alle delen van het systeem die niet voor het uitvoeren van een rol benodigd zijn, worden door het systeem afgeschermd. Binnen MARS2 worden de volgende gebruikersrollen onderscheiden: · RWS MARS Support, de gebruiker met de meeste rechten; · RWS MARS Beheer, voor het beheer van RWS gebruikers; · RWS MARS Projectleider, heeft subset van rechten van MARS Support; · RWS MARS Opzichter, heeft subset van rechten van projectleider; · RWS MARS Toetser, rechten vergelijkbaar met opzichter; · Aannemer Beheer, voor het beheer van aannemergebruikers; · Aannemer, bedient schip. Daarnaast verschillen gebruikersrechten nog per type installatie (wal of schip). Aan boord van het schip zijn alleen wijzigingen mogelijk die direct met het baggerproces te maken hebben; het wijzigen van bijvoorbeeld reizen of projectlocaties is aan boord niet mogelijk. De volgende tabel geeft aan wat de rechten zijn per gebruiker per werkzaamheid.
Versienummer: 1.7 Pagina 12 van 60
Gebruikers
Inloggen
Aannemers
Schepen
Scheepsconfiguraties
Locaties
Projecten / Contracten / Percelen
Reizen
Baggerproces monitoren
Systeem controleren
Toevoegen Bekijken Wijzigen Verwijderen Op walsysteem Op scheepssysteem Toevoegen Bekijken Wijzigen Verwijderen Toevoegen Bekijken Wijzigen Verwijderen Toevoegen Bekijken Wijzigen Verwijderen Toevoegen Bekijken Wijzigen Verwijderen Toevoegen Bekijken Wijzigen Verwijderen Bekijken reisgegevens Herberekenen reisgegevens Kopiëren reisgegevens Verwijderen reis Toevoegen reis Wijzigen reisnummer Exporteren reisgegevens Valideren reis Bekijken procesgegevens Wijzigen procesgegevens Invoeren/wijzigen handpeilingen Invoeren/wijzigen verletten Invoeren/wijzigen opmerkingen Reset systeemstatus Waterreis Bepalen TLS
•
• • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • • •
• • • • • •
Toetser
RWS MARS
Aannemer
Beheer
Opzichter Aannemer
RWS MARS
Projectleider
Beheer RWS MARS
Support RWS MARS
RWS MARS
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
• • • • • • • • • •
• •
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
• • • • • • •
•
•
•
•
•
• • • • • • • •
•
•
• • • • • • • • •
• • • • • •
• • • • • • • •
• • • • • • • •
• • • • • • • • • •
Versienummer: 1.7 Pagina 13 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
• • • • • Ballasttankcontrole • • • • • Zuigbuiskopdieptecontrole • DB-synchronisatie Offline synchronisatie Ook wordt er bij het aanmaken van een account een wachtwoord ingesteld, dat moet worden opgegeven bij het inloggen. Het wachtwoord heeft een beperkte geldigheid die afhankelijk is van de rol van de gebruiker. LET OP: De gebruikersnaam en het wachtwoord van elk account zijn strikt persoonlijk en dienen NOOIT aan andere gebruikers te worden gegeven. Elke gebruiker dient er zelf zorg voor te dragen dat deze (vaak concurrentiegevoelige) gegevens niet in handen van anderen vallen. Wanneer het wachtwoord is verlopen, dient de gebruiker zelf een nieuw wachtwoord op te geven. Dit gebeurt in een apart scherm dat direct na het inloggen wordt weergegeven. De geldigheidsduur van en eisen aan wachtwoorden staan beschreven in 7. 4.3 Initiëren van een sessie Om een gebruikerssessie op het MARS2 Schip Systeem te starten, zijn de volgende zaken benodigd: · een gebruikersaccount (zie paragraaf 4.2); · de URL waarop het MARS2 Schip Systeem benaderbaar is; · een pc met netwerktoegang tot het MARS2 Schip Systeem, met hierop een ondersteunde webbrowser geïnstalleerd (zie paragraaf 3.2). Om toegang te krijgen tot het systeem moet de webbrowser worden gestart. Open hiermee vervolgens de URL van het MARS2 Schip Systeem. Er verschijnt nu een loginpagina waarin de gegevens van de gebruikersaccount kunnen worden ingevuld:
Versienummer: 1.7 Pagina 14 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Klik vervolgens op de knop ‘log in’ om de sessie te starten.
4.4 Stoppen en opschorten van werk Om de sessie te stoppen klikt u op de link ‘uitloggen’. Deze link bevindt zich rechts bovenin het scherm:
Wanneer het uitloggen is voltooid, wordt het inlogscherm weer getoond. De sessie is nu beëindigd.
Versienummer: 1.7 Pagina 15 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5 5.1
Handleiding schipsysteem Basisbegrippen
5.1.1 Hiërarchische projectstructuur Deze paragraaf beschrijft hoe baggerwerkzaamheden worden uitgevoerd volgens een hiërarchische projectstructuur, met projecten, contracten, percelen en aannemers. De basisprincipes van de projectstructuur zijn: · een project bevat een of meerdere contracten; · een contract bevat een of meerdere percelen; · een contract is aan een of meerdere aannemers gekoppeld, een aannemer kan ook aan een of meerdere contracten gekoppeld zijn; · een perceel is aan een of meerdere schepen gekoppeld, een schip kan ook aan een of meerdere percelen gekoppeld zijn; · een perceel is aan een of meerdere locaties gekoppeld, een locatie kan ook aan een of meerdere percelen gekoppeld zijn. Voor elke gekoppelde locatie wordt een verrekenmethode en een verrekeneenheid gedefinieerd; · er is behoefte om parameters te definiëren per perceel per schip: dit wordt ingevuld door de zogenaamde ‘perceelschip’ entiteit; · tijdens baggeractiviteiten wordt aan boord een perceel geselecteerd. Bij de selectie van een perceel zijn ook het project en het contract zichtbaar. Vanaf dit moment worden de uitgevoerde reizen aan dit perceel gekoppeld; · aan een contract kan ook een projectleider gekoppeld worden. Een contract kan een of meerdere projectleiders hebben en een projectleider kan een of meerdere contracten beheren.
5.1.2 Reisstructuur Een ‘gewone reis’ bestaat over het algemeen uit een volledige baggercyclus van bijvoorbeeld laden, volvaren, lossen, leegvaren. Daarnaast kan een reis ook bestaan uit een systeemcontrole, bijvoorbeeld een waterreis of theoretisch leegschip (TLS) bepaling. Een gewone reis is onderverdeeld in sessies die in twee typen voorkomen: · laadsessie, waarin materiaal geladen wordt (bijvoorbeeld zuigen of grijpen); · lossessie, waarin materiaal gelost wordt (bijvoorbeeld storten of walpersen). Het is mogelijk dat een gewone reis meerdere laadsessies of meerdere lossessies bevat. Een gewone reis bevat wel altijd ten minste één laadsessie en één lossessie.
Versienummer: 1.7 Pagina 16 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.2 Overzicht van de mogelijkheden Na het inloggen op het MARS2 Schip Systeem wordt het volgende scherm getoond. Merk op dat de inhoud van het scherm per gebruikersrol verschilt; zie ook paragraaf 5.3.3.
Figuur 1: Monitorscherm In dit scherm zijn de volgende onderdelen te zien: ·
een statusregel met in het midden de scheepsnaam, rechtsbovenin een link ‘uitloggen’ en een taalicoon in de vorm van een vlaggetje. Door op de taalicoon te klikken kan de weergegeven taal van de sessie worden gewijzigd (Nederlands of Engels). Het klikken op de ‘uitloggen’ link zorgt ervoor dat de gebruikerssessie wordt beëindigd (zie ook paragraaf 4.4);
·
een tabblad ‘monitor’; Hiermee kunnen de (geïnterpreteerde) meetgegevens van de huidige reis worden bekeken. Ook kunnen er evt. gegevens aan de reis worden toegevoegd en systeemcontroles worden uitgevoerd. Dit tabblad wordt voor de meeste gebruikersrollen als eerste weergegeven na het inloggen; indien een ander tabblad actief is (zie hieronder) dan kan de inhoud van dit tabblad worden weergegeven door op de ‘monitor’ link te klikken. Zie verder paragraaf 5.5.;
·
een tabblad ’beheer’ met daaronder een menu voor het bekijken, activeren en/of beheren van reizen, scheepsconfiguraties, projecten, locaties, aannemers en gebruikers en (offline) synchroniseren. Dit tabblad wordt voor de rol ’aannemer beheer’ als eerste weergegeven na het inloggen; indien een ander tabblad actief is dan kan de inhoud van dit tabblad worden weergegeven door op de ’beheer’ link te klikken. De precieze inhoud van dit menu is afhankelijk van de rol die de gebruiker heeft gekregen bij het aanmaken van het account en wordt beschreven vanaf Versienummer: 1.7 Pagina 17 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
paragraaf 5.4.; ·
een tabblad ’rapportage’. De inhoud van dit tabblad kan worden weergegeven door op de ’rapportage’ link te klikken. In paragraaf 5.8 wordt de rapportagefunctionaliteit verder beschreven.
5.3 Algemene aanwijzingen Door op een menutekst aan de linkerkant te klikken (bijv. ‘Gebruikers’) wordt in het rechterdeel van het scherm een detailscherm geopend. In het geval van Beheer is dit in de meeste gevallen een tabel (bijv. een overzicht van alle gebruikers).
5.3.1 Tabellen Veel van de detailschermen in MARS2 bevatten één of meer tabellen, bijv. voor het beheren van reizen en het beheren van locaties. Elke lijst in de MARS2-applicatie is op dezelfde manier opgebouwd: · Een aantal knoppen bovenaan de tabel. Met deze knoppen kunnen de elementen in de tabel worden gemanipuleerd en bekeken, bijv. door toevoegen of bekijken. Sommige knoppen worden pas actief nadat er een element uit de tabel is geselecteerd of als aan bepaalde extra voorwaarden is voldaan. Deze voorwaarden staan steeds vermeld bij de detailbeschrijvingen verderop in dit hoofdstuk. · Een regel met daarin het aantal getoonde en totaal aantal elementen en uiterst rechts een aantal links voor navigatie tussen pagina’s met elementen. Deze regel is alleen zichtbaar indien het aantal elementen groter is dan 20. Als dit het geval is, worden standaard de eerste 20 elementen van de tabel weergegeven. Om naar een ander deel van de tabel te gaan, kan op één van de links aan de rechterkant worden geklikt, waarbij elk nummer naar een specifiek deel van de tabel gaat (bijv. ‘2’ voor elementen 21 t/m 40). De ‘<<‘, ‘<‘, ‘>‘ en ‘>>‘ links gaan resp. naar het begin van de tabel, 1 pagina terug, 1 pagina vooruit en naar het einde van de tabel. · Een eerste rij met daarin de kolomnamen. De kolommen waarop gesorteerd kan worden zijn uitgevoerd als link (onderstreept); door hierop te klikken wordt de weergegeven tabel aflopend gesorteerd op de waarden in deze kolom. Door een tweede keer op een sorteerbare kolom te klikken wordt de tabel oplopend gesorteerd. · Een rij met velden waarmee gefilterd kan worden. Door een tekst of selectie in te voeren in één of meer velden en vervolgens op de knop ‘filter’ te klikken, wordt de weergegeven tabel gefilterd op de (combinatie van) ingevoerde waarden. Hierbij geldt het volgende: o voor filters op tekstvelden worden alleen de rijen getoond waarvan de veldwaarden de ingevoerde tekst bevatten (bijv. het filter ‘way’ op een scheepsnaam laat ook het schip ‘Gateway’ zien als deze in de tabel voorkomt); o voor filters op numerieke, selectie- of datumvelden worden alleen de rijen getoond waarvan de veldwaarden exact gelijk zijn aan de ingevoerde tekst. Door op de knop ‘Alles’ te klikken wordt de filtering weer verwijderd en worden alle elementen weer weergegeven. · Een aantal rijen met daarin de gegevens van de elementen. Elk van deze rijen kan worden geselecteerd, waarna er met behulp van de knoppen bovenaan de tabel een actie op kan worden uitgevoerd, bijv. ‘Bekijken’.
Versienummer: 1.7 Pagina 18 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
·
In sommige gevallen is het ook mogelijk om meer dan één rij te selecteren, bijv. bij reizen. Eventuele acties worden dan op alle rijen tegelijk uitgevoerd. Een ‘Filter’- en ‘Alles’-knop onderaan de tabel voor het aan- resp. uitzetten van de filtering.
5.3.2 Invoerschermen Voor het invoeren van gegevens (bijv. bij het aanmaken van een nieuwe scheepsconfiguratie op de wal) worden invoerschermen gebruikt. Deze bevatten standaard invoervelden zoals tekstvakken, keuzelijsten, selectievakjes, enz. Voor elk invoerveld geldt dat het invullen ervan optioneel is, tenzij het veld gemarkeerd is met een sterretje (‘*’); in dat geval is het invullen van het veld verplicht. Verder geldt voor alle datumvelden dat de invoer moet voldoen aan het formaat jjjjmm-dd (bijv. 2010-12-16 voor 16 december 2010). Elk invoerscherm bevat ook een ‘Opslaan’- en een ‘Annuleren’-knop. Wanneer op de ‘Opslaan’-knop wordt geklikt, zal het systeem de invoer valideren en worden eventuele fouten in de invoervelden aangegeven door deze roodomrand te maken. Ook zal er bovenaan het scherm een beschrijving gegeven worden van de fout(en). Indien de validatie succesvol was, zal de ingevoerde informatie worden toegevoegd aan het systeem en wordt er teruggekeerd naar het vorige scherm.
5.3.3 Mogelijkheden per gebruikersrol De tabel in paragraaf 4.2 geeft voor elke gebruikersrol weer welke beheeractiviteiten er kunnen worden uitgevoerd. Hierbij geldt het volgende: · wanneer een gebruiker door zijn rol een bepaalde activiteit niet mag uitvoeren (bijvoorbeeld het verwijderen van een gebruiker vanuit de rol ’MARS Support’) dan wordt de desbetreffende knop bovenaan de lijst (‘verwijderen’) niet weergegeven; · wanneer een gebruiker door zijn rol helemaal geen activiteiten kan uitvoeren op een categorie (bijvoorbeeld beheren van reizen vanuit de rol ’MARS Beheer’ ), dan wordt de gehele categorie niet weergegeven in het ’beheer’ tabblad.
5.4
Beheer
5.4.1 Beheren gebruikers Het beheren van gebruikers gaat via het beheerscherm, menu ‘gebruikers’. Het beheren van gebruikers is alleen mogelijk voor de rollen MARS beheer en aannemerbeheer. Deze rollen hebben volledige toegang tot het bekijken, wijzigen, toevoegen en verwijderen van RWS gebruikers respectievelijk aannemergebruikers. LET OP: Een MARS beheerder kan geen aannemergebruikers beheren; andersom kan een aannemerbeheerder ook geen RWS gebruikers beheren. Merk op dat RWS gebruikers ook op het MARS2 Wal Systeem kunnen worden aangemaakt; deze worden vervolgens automatisch met het schip gesynchroniseerd.
Versienummer: 1.7 Pagina 19 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 2: Scherm beheer gebruikers
Figuur 3: Toevoegen/wijzigen gebruiker MARS2 hanteert een strikt wachtwoordbeleid; de regels hiervoor worden beschreven in 7.
5.4.2 Beheren scheepsconfiguraties Aan boord van het schip kunnen scheepsconfiguratie alleen geactiveerd en bekeken worden, niet toegevoegd, gewijzigd of verwijderd.
Figuur 4: Overzicht scheepsconfiguraties Zie paragraaf 5.5.1.3 voor de procedure voor het activeren van een scheepsconfiguratie. Kies de knop ‘bekijken’ voor het bekijken van de scheepsconfiguratie. Een scheepsconfiguratie ziet er bijvoorbeeld als volgt uit.
Versienummer: 1.7 Pagina 20 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 5: Bekijken scheepsconfiguratie 5.4.3 Beheren locaties Aan boord van het schip kunnen locaties alleen bekeken worden, niet toegevoegd, gewijzigd of verwijderd. Een locatie wordt gebruikt om aan de aannemer aan te geven waar hij zijn baggerwerkzaamheden moet uitvoeren. Een locatie bestaat uit minimaal 3 coördinaatpunten (bestaande uit één easting (X) en één northing (Y)) waarmee een vlak gedefinieerd kan worden.
5.4.3.1 Bekijken van een locatie Stappen om een locatie te bekijken: 1. Kies tabblad ‘beheer’ en vervolgens ’locaties’ (figuur 6).
Figuur 6: Lijst van locaties
Versienummer: 1.7 Pagina 21 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
2. Selecteer de gewenste locatie en kies knop ‘bekijken’ (figuur 7).
Figuur 7: Bekijken locatie 3. Kies knop ’terug naar lijst’ om naar de lijst met locaties terug te keren.
5.4.4 Beheren projecten/contracten/percelen Aan boord van het schip kunnen projecten alleen bekeken worden; contracten en percelen kunnen alleen geactiveerd worden, niet toegevoegd, gewijzigd of verwijderd. Zie paragraaf 5.5.1.1 voor de procedure voor het activeren van contracten en percelen. Een lijst van projecten kan worden getoond via het beheerscherm, menu ‘projecten’.
Figuur 8: Lijst van projecten Kies de knop ‘bekijken’ voor het bekijken van een project. Hiermee worden de details van het project getoond.
Versienummer: 1.7 Pagina 22 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 9: Bekijken project Via het project kan ook het contract bekeken worden. Selecteer hiervoor een contract en druk op knop ‘bekijken’.
Figuur 10: Bekijken contract Via het contract kan het perceel bekeken worden. Selecteer hiervoor een perceel en druk op de knop ‘bekijken’.
Versienummer: 1.7 Pagina 23 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 11: Bekijken perceel 5.4.5 Beheren reizen Aan boord van het schip is het niet mogelijk om reizen te wijzigen, reizen kunnen alleen worden bekeken.
5.4.5.1 Bekijken van een reis Klik op ‘Beheer’ en vervolgens ‘Reizen’ om de lijst met alle bekende reizen te openen. Indien nodig kan hier ook op specifieke kolommen gesorteerd en gefilterd worden (zie paragraaf 5.3.1).
Figuur 12: Overzicht reizen Selecteer vervolgens een reis en klik op ‘Bekijken’ om de gegevens van een specifieke reis in te zien. Versienummer: 1.7 Pagina 24 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Deze knop opent rechts een nieuw scherm met algemene gegevens over de reis, een aantal knoppen en daaronder een set tabbladen voor alle reisdetails, zoals samenvatting(en), sessies en verletten. Met de knop ‘Terug naar lijst’ wordt teruggegaan naar de lijstweergave van alle reizen.
Figuur 13: Reisdetails Hieronder worden de diverse tabbladen verder toegelicht.
Tabblad ‘Samenvatting’ Dit tabblad bevat een aantal extra gegevens over de reis als geheel, zoals de perceelinstellingen, de reisstatus en een aantal (berekende) reiswaarden zoals TDS, beunvolumeverlies, berekend volume zand, verrekeneenheid en berekenmethode. Merk op dat er meerdere tabbladen met samenvattingen kunnen zijn als er meerdere reizen tegelijk worden bekeken. Om deze reden wordt het reisnummer altijd achter de naam van het tabblad gezet.
Tabblad ‘Sessies’ Het tabblad ‘Sessies’ bevat een tabel waarin de gegevens van alle laad- en lossessies worden weergegeven. De tabel kan worden gesorteerd op locatiecode, type sessie, begintijd en eindtijd.
Versienummer: 1.7 Pagina 25 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Tabblad ‘Grafiek’ In het tabblad ‘Grafiek’ bevinden zich naast de grafiek zelf ook nog een tweetal knoppen. De eerste knop ‘Instellingen’ opent een pop-upscherm waarin kan worden aangegeven: · voor welke grootheden een lijn moet worden getoond; · of de schaal ervan automatisch moet worden bepaald; · welke minimum- en maximumwaarden er gebruikt moeten worden; · welke begin- en eindtijd moet worden gebruikt (standaard is dit de begin- en eindtijd van de gehele reis). De tweede knop ‘Beeldvullend’ opent het grafiekscherm over de gehele breedte van de webbrowser. Ook het beheermenu wordt verwijderd. Om weer terug te keren naar de andere reisgegevens en het menu kan de ‘Back’button van de webbrowser worden gebruikt.
Tabblad ‘Kaart’ In dit tabblad bevindt zich een kaart van Nederland waarin de locaties van alle sessies zijn opgenomen. Door in de grijze vierkanten te klikken die over de kaart liggen, kan op een specifiek deel worden ingezoomd. Ook geeft een blauwe lijn aan wat de route is die binnen de reis is afgelegd. Als op de kaart is ingezoomd, verschijnen er bovenaan de kaart een knop ‘Overzicht’ en een drietal keuzeknoppen. Met behulp van de knop ‘Overzicht’ kan weer volledig worden uitgezoomd. Met de keuzeknoppen kan worden bepaald welke locaties er moeten worden weergegeven (geen locaties, alleen projectlocaties of alle actieve locaties).
Tabblad ‘Opmerkingen (overig) en Opmerkingen (weer)’ Deze tabbladen bevatten een lijst van alle (weer)opmerkingen die bij de geselecteerde reis horen. Ook zijn er twee knoppen zichtbaar, waarmee een opmerking kan worden aangepast respectievelijk toegevoegd.
Tabblad ‘Verletten’ Dit tabblad bevat een overzicht van alle verletten die tijdens de reis zijn opgetreden. Met de knoppen ‘Wijzigen’ en ‘Toevoegen’ kunnen handmatig verletten worden aangepast respectievelijk toegevoegd.
Tabblad ‘Handpeilingen’
Versienummer: 1.7 Pagina 26 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Onderaan dit tabblad bevindt zich een lijst van handpeilingen die tijdens de reis zijn uitgevoerd. Met de aanwezige knoppen kunnen handpeilingen worden toegevoegd, bewerkt en verwijderd. Boven de lijst bevinden zich verder nog een aantal velden met totalen. Deze totalen zijn berekend op basis van de beschikbare handpeilingen in de lijst. Indien voor de berekening van een totaal geen handpeilingen beschikbaar zijn, wordt de waarde 0 weergegeven.
Tabblad ‘Systeemcontroles’ Hierin bevindt zich een lijst van alle tijdens de reis uitgevoerde systeemcontroles, met daarbij de datum van uitvoering en of aan de systeemcontrole is voldaan (Ja/Nee).
Versienummer: 1.7 Pagina 27 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5 Monitoren baggerproces Het monitoren van het baggerproces houdt in dat er een actuele weergave van verschillende parameters, die met het baggeren te maken hebben, wordt getoond. Dit zijn · · · · ·
(onder andere): diepgang, trim en waterverplaatsing van het schip; geografische positie, snelheid, locatie en eigenschappen van locatie; niveau, volume, massa, trim en dichtheid materiaal in de beunen; berekende effectieve hoeveelheid zand of effectieve hoeveelheid droge stof; niveau, volume, massa, dichtheid van water in de ballasttanks.
Het monitoren van het baggerproces is toegestaan voor de rollen: aannemer, opzichter, toetser, projectleider en MARS support. Het tonen van de procesgegevens gebeurt via het monitorscherm. De verschillende panelen kunnen van grootte worden veranderd door de scheidingslijn tussen de panelen met de muis te slepen. In de volgende paragraaf zullen eerste de handelingen voor de voorbereiding van het baggeren worden besproken, daarna wordt verder ingegaan op het monitoren van het baggerproces.
Versienummer: 1.7 Pagina 28 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.1 Voorbereiding baggeren Voordat een reis binnen het baggerproces kan starten, moet een aantal gegevens gekozen en geactiveerd worden. Het kiezen en activeren is toegestaan voor alle gebruikersrollen, behalve voor de rollen MARS beheer en aannemerbeheer. De te kiezen en te activeren gegevens zijn: · het perceel waaraan gewerkt wordt; · het perceelschip waaraan gewerkt wordt, dit zijn scheepsspecifieke instellingen voor het gekozen perceel; · de scheepsconfiguratie, dit zijn gegevens over de geometrie van het schip en de sensoren aan boord van het schip. De gekozen gegevens worden pas actief bij de aanvang van een nieuwe reis. Wanneer er al een reis bezig is, dan zal deze dus afgemaakt worden met de gegevens die bij aanvang van die reis actief waren.
5.5.1.1 Activatie perceel Een perceel kan geactiveerd worden via het beheerscherm. Een perceel kan alleen geactiveerd worden wanneer deze de status ’goedgekeurd‘ heeft. Activeer het gewenste perceel als volgt: · ga naar het beheerscherm en kies het menu ’projecten; · selecteer het huidige project en kies de knop ’bekijken’; · selecteer het huidige contract en kies de knop ‘bekijken’; · activeer het gewenste perceel door middel van de knop ’activeren’. Na het doorlopen van deze stappen kan direct het perceelschip geactiveerd worden, zie de volgende paragraaf.
5.5.1.2 Activatie perceelschip Een perceelschip bevat scheepsspecifieke instellingen voor het perceel. Een perceelschip kan alleen geactiveerd worden wanneer deze de status ‘goedgekeurd’ heeft. Activeer het gewenste perceelschip als volgt: · selecteer het, in de vorige paragraaf, geactiveerde perceel en kies de knop ’bekijken’; · activeer het gewenste perceelschip door middel van de knop ‘activeren’.
5.5.1.3 Activatie scheepsconfiguratie Een scheepsconfiguratie bevat gegevens over de geometrie van het schip en de sensoren aan boord van het schip.
Versienummer: 1.7 Pagina 29 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Wanneer er maar een goedgekeurde scheepsconfiguratie beschikbaar is, dan wordt deze automatisch geactiveerd en is handmatige activatie dus niet nodig. Activeer de gewenste scheepsconfiguratie als volgt: · ga naar het beheerscherm en kies het menu ‘scheepsconfiguraties’; · activeer de gewenste scheepsconfiguratie door middel van knop ’activeren’.
Versienummer: 1.7 Pagina 30 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.2 Tonen procesgegevens Tijdens het baggerproces worden procesgegevens getoond in het monitorscherm. Het monitorscherm is verdeeld over een aantal panelen: · de procesgrafiek linksboven toont actuele meet- en reisgegevens in grafische vorm, daarnaast is het hiermee ook mogelijk een geografische kaart te tonen, reisacties uit te voeren en systeemcontroles te starten; · het alarmpaneel linksonder toont de actuele alarmen; · het procespaneel aan de rechterzijde toont actuele meet- en reisgegevens in numerieke vorm. Rechtsboven in het monitorscherm wordt de complete systeemstatus getoond. Deze geeft door middel van drie kleuren de huidige status aan: · rood; er is een fout actief, het systeem functioneert niet correct; · geel; het systeem functioneert correct, maar bepaalde items vertonen een verdacht karakter (er zijn alarmen actief); · groen; het systeem functioneert correct.
Figuur 14: Voorbeeld monitorscherm, met linksboven de procesgrafiek (TDS, waterverplaatsing, systeemstatus), linksonder het alarmpaneel met een aantal actieve alarmen en rechts het procespaneel
Versienummer: 1.7 Pagina 31 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.2.1 Procesgrafiek Onder tabblad ‘grafiek’ wordt een grafiek getoond van actuele en berekende procesgegevens. Via de knop ‘instellingen’ kan de set van getoonde gegevens aangepast worden.
Figuur 15: Instellingen procesgrafiek
Voor elk te tonen gegeven in de grafiek zijn de volgende instellingen mogelijk: · lijn tonen; wanneer aangevinkt, dan wordt het betreffende gegeven getoond. · auto schaal; wanneer aangevinkt, dan wordt de verticale schaal automatisch aangepast aan de actuele minimum- en maximumwaarde van het gegeven. · min/max; wanneer auto schaal niet aangevinkt is, dan kan hierin respectievelijk de minimum- en maximumwaarde van de verticale schaal opgegeven worden. De instelling ‘aantal minuten tonen’ geeft het bereik van de horizontale tijdschaal aan. De knop ‘beeldvullend’ maakt de procesgrafiek groter zodat deze beeldvullend wordt. Selecteer het monitorscherm opnieuw om de grafiek weer te verkleinen.
Versienummer: 1.7 Pagina 32 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.2.2 Kaart Het tabblad ‘kaart’ toont kaartmateriaal. Kaarten kunnen op twee niveaus worden getoond, namelijk in een overzichtskaart en een aantal detailkaarten. In de kaarten wordt de track van het schip in de huidige reis getoond. De overzichtskaart toont het totale gebied waarin baggerwerkzaamheden voor Rijkswaterstaat plaatsvinden (bijvoorbeeld de Nederlandse kust).
Figuur 16: Voorbeeld overzichtskaart
De detailkaarten kunnen worden getoond door in de overzichtskaart op een van de kleinere grijs omrande rechthoeken te klikken. Op de detailkaarten worden locaties en gebieden getoond in de vorm van doorzichtige blauwe vlakken. In het midden van elk vlak wordt de locatiecode getoond.
Versienummer: 1.7 Pagina 33 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 17: Voorbeeld detailkaart
De volgende opties zijn selecteerbaar bij het tonen van de detailkaart: · ‘geen locaties tonen’; · ‘alle actieve locaties tonen’, toont alle locaties ongeacht of deze actief zijn voor het huidige project; · ‘alle projectlocaties tonen’, toont alleen locaties die actief zijn in het huidige project.
5.5.2.3 Procesgegevens Het procespaneel aan de rechterzijde van het monitorscherm toont de actuele procesgegevens in numerieke vorm, verdeeld in verschillende gegevensgroepen. De volgende gegevensgroepen worden getoond: · ‘voorkeur’(optioneel), details van een instelbare set gegevens; · ‘reis’, details over de huidige reis; · ‘TDS/m3, details’ of volumes/massa’s gebaggerd materiaal in de huidige reis; · ‘waterverplaatsing’, details over de waterverplaatsing van het schip en de sensoren die hierbij betrokken zijn; · ‘beun’, details over de lading in de beun(en) en de sensoren die hierbij betrokken zijn; · ‘ballasttank’, details over de vulling van de ballasttank(s) en de sensoren die hierbij betrokken zijn;
Versienummer: 1.7 Pagina 34 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
·
‘datastring’, de ruwe meetgegevens die aan het systeem worden aangeleverd.
De groep ‘voorkeur’ is instelbaar wat betreft getoonde gegevens. De set van gegevens die binnen deze groep getoond wordt, kan worden aangepast in het beheerscherm, menu item ’procespaneel’. In dit scherm zijn twee kolommen met gegevens te zien, namelijk gegevens die toegevoegd kunnen worden (linkerzijde) en gegevens die al toegevoegd zijn (rechterzijde). Door op het [+] tekentje te klikken wordt het gegeven toegevoegd en door op het [-] tekentje te klikken wordt het gegeven weer verwijderd. Bevestig uiteindelijk de gegevens door te klikken op de ‘OK’ knop.
5.5.2.4 Alarmen Het alarmpaneel toont de actuele alarmen. Wanneer er een of meerdere alarmen actief zijn, toont het icoon voor het alarm de ernst van het alarm; geel voor een waarschuwing en rood voor een fout. Alarmen worden elke vijf seconden ververst. De algemene systeemstatus is gekoppeld met de ernst van de actieve alarmen: · wanneer er een foutalarm actief is, dan wordt de systeemstatus ook ‘fout’; · wanneer er geen foutalarm actief is, maar wel een waarschuwingsalarm, dan wordt de systeemstatus ‘waarschuwing’; · wanneer er geen alarm actief is, dan wordt de systeemstatus ‘functioneert optimaal’.
Versienummer: 1.7 Pagina 35 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Mogelijke alarmen zijn: Alarm Fout in sensor server. CRC fout in datastring aannemer. Fout formaat datastring aannemer. Geen gegevens ontvangen. Illegale waarde in datastring voor sensor. Sensorwaarde ontbreekt voor sensor. Communicatiefout tijdens database-synchronisatie. Database-synchronisatiefout. TLS is niet uitgevoerd. TLS is te oud. Berekening van X mislukt door ontbrekende data. Berekening van X gedegradeerd door ontbrekende data. Extrapolatie vanuit de carene/beun/ballasttank tabellen. Locatie niet gevonden. Beunvolumeverlies kon niet nauwkeurig bepaald worden. Onverwachte aannemerstatus. Alternatief leegschip bepalingsmoment gebruikt. Er is geen kiesbare scheepsconfiguratie. Er is geen scheepsconfiguratie geselecteerd. Scheepsconfiguratie is ongeldig. Er is geen actief perceel geselecteerd.
Mogelijke oplossing Controleer instelling TCP poort van de sensor server. Controleer verbinding/bekabeling die datastring aanlevert. Controleer of inhoud datastring aan IDD_SHIP voldoet. Controleer instelling netwerkverbinding (IP adressen, TCP poort). Controleer sensor en/of min/max waarde sensor in scheepsconfiguratie. Controleer of meetwaarde wordt gestuurd en/of deze aanwezig is in scheepsconfiguratie. Controleer wal-schip netwerkverbinding. Controleer wal-schip netwerkverbinding. Voer een TLS uit. Voer een TLS uit. Controleer juiste werking sensors. Controleer juiste werking sensors. Controleer juiste werking carene-/beun/ballasttank-sensoren. Controleer of op de juiste locatie wordt geladen/gelost. Zorg dat toestand ‘volvaren’ lang genoeg duurt. Controleer baggerstatus in datastring. Zorg voor voldoende water in de beun. Zorg dat een kiesbare scheepsconfiguratie beschikbaar is aan de wal en deze naar het schip wordt gesynchroniseerd. Kies een scheepsconfiguratie. Controleer de scheepsconfiguratie. Kies en activeer een perceel.
Tabel 1: Overzicht mogelijk alarmen
Versienummer: 1.7 Pagina 36 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.3 Wijzigen/toevoegen procesgegevens Het wijzigen en toevoegen van gegevens tijdens een reis kan worden uitgevoerd via het tabblad ‘reisacties’ van het procespaneel in het monitorscherm. Het wijzigen en toevoegen van gegevens is toegestaan voor alle gebruikersrollen, behalve MARS beheer en Aannemerbeheer. Gegevens die gekoppeld zijn aan een reis kunnen alleen gewijzigd of verwijderd worden wanneer de status van de reis dit toestaat. Wanneer een reis bijvoorbeeld al gevalideerd is, dan kunnen verletten niet meer gewijzigd worden.
Figuur 18: Overzicht reisacties voor wijzigen / toevoegen procesgegevens
5.5.3.1 Invoeren handpeilingen Een handpeiling kan ingevoerd worden via de knop ’handpeilingen’ onder tabblad ‘reisacties’ van in het monitorscherm. Naast de voorwaarden voor het wijzigen van een reis zoals genoemd in paragraaf 5.5.3, kan een handpeiling alleen gewijzigd of verwijderd worden wanneer deze door dezelfde gebruiker is aangemaakt als de huidige ingelogde gebruiker.
Figuur 19: Overzicht bestaande handpeilingen
Versienummer: 1.7 Pagina 37 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Stappen voor het toevoegen van een handpeiling: 1. kies de knop ‘toevoegen’ voor het invoeren van een handpeiling; 2. kies een type handpeiling (zand of slib); 3. vul de algemene peilgegevens in (reis, beunnummer, datum, peilmethode); 4. voeg de meetgegevens van de peiling bakboord, stuurboord en druk op Enter om meer peilingen toe te voegen; 5. kies de knop ’opslaan’ om de peilgegevens te bevestigen en op te slaan. In het geval van een leegpeiling of een niveaupeiling is er de mogelijkheid om naast de algemene peilgegevens ook een schatting van de rest (bij een leegpeiling) en een percentage slib (bij een niveaupeiling) in te vullen. Voor type zand, kun je een vol en een leeg peiling invoeren, voor type slib kun je zowel een volle, leeg en een niveau peiling invoeren.
Figuur 20: Scherm toevoegen/wijzigen slib
5.5.3.2 Invoeren verletten Een verlet kan ingevoerd worden via de knop ’verletten’ onder tabblad ’reisacties’ in het monitorscherm.
Versienummer: 1.7 Pagina 38 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 21: Overzicht verletten
Stappen voor het toevoegen van een verlet: 1. kies de knop ’toevoegen’ voor het invoeren van een verlet; 2. vul de verletgegevens in en bevestig met de knop ’opslaan’;
LET OP: de tijdspanne van een verlet moet binnen de reis vallen.
Figuur 22: Scherm toevoegen/wijzigen verlet 5.5.3.3 Reset status De systeemstatus van de huidige reis kan teruggezet worden naar leegvaren via de knop ‘reset status’. Een reset van de systeemstatus is een procedure die alleen in uitzonderlijke situaties wordt gebruikt, bijvoorbeeld wanneer de systeemstatus om de een of andere reden niet meer overeenkomt met de werkelijkheid. De knop is alleen actief onder bepaalde voorwaarden. De voorwaarden waaronder deze knop actief is, zijn: · de aannemerstatus moet gelijk zijn aan Leegvaren; · de systeemstatus moet ongelijk zijn aan Leegvaren. De gevolgen van het indrukken van de knop zijn:
Versienummer: 1.7 Pagina 39 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
· · ·
de huidige reis wordt afgebroken; de systeemstatus gaat terug naar Leegvaren; een nieuwe reis wordt gestart.
5.5.3.4 Reisnummer aanpassen Het reisnummer kan aangepast worden door middel van de knop ’reisnummer’ in het monitorscherm, tabblad ’reisacties’. In tegenstelling tot de overige wijzigingen die in dit hoofdstuk zijn beschreven, kan deze actie alleen uitgevoerd worden door de aannemer.
Versienummer: 1.7 Pagina 40 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.3.5 Invoeren opmerkingen (weer) Opmerkingen over het weer kunnen worden ingevoerd via de knop ’opmerkingen (weer)’ onder tabblad ‘reisacties’ in het monitorscherm.
Figuur 23: Overzicht opmerkingen (weer)
Stappen voor het toevoegen van een opmerking (weer); 1. kies de knop ‘toevoegen’ voor het invoeren van een opmerking (weer); 2. vul de gegevens van de opmerking in en bevestig met de knop ’opslaan’.
Figuur 24: Scherm toevoegen/wijzigen opmerking (weer)
Versienummer: 1.7 Pagina 41 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.5.3.6 Invoeren opmerkingen (overig) Overige opmerkingen kunnen worden ingevoerd worden via de knop ’opmerkingen (overig)’ onder tabblad ‘reisacties’ in het monitorscherm.
Figuur 25: Overzicht opmerkingen (overig)
Stappen voor het toevoegen van een opmerking (overig); 1. kies de knop ’toevoegen’ voor het invoeren van een opmerking (overig); 2. vul de gegevens van de opmerking in en bevestig met knop ’opslaan’.
Figuur 26: Scherm toevoegen/wijzigen opmerking (overig)
Versienummer: 1.7 Pagina 42 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.6 Uitvoeren systeemcontrole Aan boord van het schip kunnen een aantal systeemcontroles uitgevoerd worden, te weten: · waterreis; · theoretisch leegschip bepaling (hierna TLS genoemd); · ballasttankcontrole; · zuigkopdieptecontrole. Systeemcontroles kunnen bekeken en gestart worden vanuit het monitorscherm, tabblad ‘systeemcontroles’. Het uitvoeren van systeemcontroles is toegestaan voor alle gebruikersrollen, behalve MARS beheer en aannemerbeheer.
Figuur 27: Scherm toevoegen/wijzigen opmerking (weer)
Een systeemcontrole procedure bestaat uit een aantal stappen. De eerste stap is steeds het invoeren van algemene gegevens over de systeemcontrole. In de laatste stap wordt steeds een overzicht van de systeemcontrole getoond. De tussenliggende stappen kunnen automatisch doorlopen worden wanneer aan een bepaald criterium wordt voldaan (bijvoorbeeld wanneer het binnen/buiten niveauverschil een bepaalde waarde bereikt), maar kunnen ook handmatige stappen zijn waarbij door de aannemer gegevens ingevuld moeten worden of waarin resultaten bevestigd moeten worden. De systeemcontroles worden in de volgende paragrafen verder besproken.
Versienummer: 1.7 Pagina 43 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.6.1 Procedure waterreis Een waterreis procedure wordt gestart door middel van de knop ’waterreis uitvoeren’. Een waterreis procedure kan pas worden gestart, wanneer vlak daarvoor een TLS bepaling is uitgevoerd. De procedure waterreis bestaat uit de volgende onderdelen: · een waterreis, waarbij de beunen worden gevuld met water, het resultaat hiervan is het zuigrapport; · optioneel een omgekeerde waterreis, waarbij de beunen worden leeggepompt, het resultaat hiervan is het rapport omgekeerde waterreis; · een leegschip bepaling. Het uiteindelijke resultaat van al deze onderdelen is het rapport waterreis.
5.6.1.1 Waterreis Een waterreis begint met het invullen van algemene gegevens.
Figuur 28: Start waterreis
De volgende figuur geeft een overzicht van de activiteiten gedurende een procedure waterreis.
Versienummer: 1.7 Pagina 44 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Versienummer: 1.7 Pagina 45 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 29: Activiteitendiagram waterreisprocedure, met daarin (in blauw) de omgekeerde waterreis en bepaling leegschip
Figuur 30: Voortgang waterreis
5.6.1.2 Omgekeerde waterreis Na het uitvoeren van de waterreis binnen de procedure waterreis, wordt een keuze gegeven om de waterreis af te ronden met een bepaling leegschip, of om omgekeerde waterreis uit te voeren. De volgende figuur geeft een overzicht van de activiteiten gedurende de omgekeerde waterreis.
Versienummer: 1.7 Pagina 46 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Versienummer: 1.7 Pagina 47 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 31: Activiteitendiagram omgekeerde waterreis
Figuur 32: Voortgang omgekeerde waterreis
5.6.1.3 Bepaling leegschip Zowel na de ‘gewone’ waterreis als na de omgekeerde waterreis wordt een bepaling leegschip uitgevoerd. De volgende figuur geeft een overzicht van de activiteiten gedurende de leegschip bepaling binnen de procedure waterreis.
Versienummer: 1.7 Pagina 48 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 33: Activiteitendiagram leegschipbepaling binnen waterreis 5.6.2 Theoretisch leegschip bepaling De procedure voor een theoretische leegschip bepaling wordt gestart door middel van de knop ‘leegschip bepalen’. Deze procedure bestaat uit de volgende stappen: 1. invoer algemene gegevens TLS procedure; 2. controle beginvoorwaarden TLS; 3. controle voorwaarden gedurende bepaalde tijd en bepaling TLS; 4. tonen en bevestigen van de uitgerekende theoretische massa leegschip.
Versienummer: 1.7 Pagina 49 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 34: Start TLS procedure
Figuur 35: Voortgang TLS bepaling
De volgende figuren tonen de verschillende stappen van de TLS procedure in meer detail.
Versienummer: 1.7 Pagina 50 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 36: Activiteitendiagram beginvoorwaarden starten TLS
Versienummer: 1.7 Pagina 51 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 37: Activiteitendiagram bepaling TLS
Versienummer: 1.7 Pagina 52 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.6.3 Ballasttankcontrole De procedure voor een theoretische leegschip bepaling wordt gestart door middel van de knop ’ballasttank controle’. Deze procedure bestaat uit de volgende stappen: 1. invoer algemene gegevens systeemcontrole; 2. meting volume ballasttank met lege ballasttank(s); 3. meting volume ballasttank met volle ballasttank(s).
Figuur 38: Start ballasttankcontrole
Versienummer: 1.7 Pagina 53 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 39: Resultaat ballasttankcontrole
Versienummer: 1.7 Pagina 54 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.6.4 Zuigkopdieptecontrole De procedure voor zuigkopdieptecontrole wordt gestart door middel van de knop ‘ZKD controle’. Deze procedure bestaat uit de volgende stappen: 1. invoer algemene gegevens zuigkopdieptecontrole, zoals de eigenschappen van de sensor en de meetwaarde van de aan dek ijking; 2. invoer meetwaarde wanneer de zuigkop zich op een bepaalde diepte bevindt, het systeem berekent na een druk op de knop ‘berekenen’ hieruit de corresponderende diepte van de ijksensor en vergelijkt deze met de diepte die in de datastring wordt aangeleverd; 3. bovenstaande stap kan worden uitgevoerd voor verschillende dieptes.
Figuur 40: Start zuigkopdieptecontrole
Versienummer: 1.7 Pagina 55 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 41: Invoer meetwaarde ijksensor
5.7 Offline database synchronisatie In MARS2 worden gegevens op regelmatige tijdstippen automatisch online (via het netwerk) gesynchroniseerd tussen de schepen en het walsysteem. Daarnaast biedt het MARS2 Systeem ook de mogelijkheid tot een offline databasesynchronisatie. Deze offline synchronisatieprocedure bestaat uit de volgende stappen: 1. aan de wal wordt een offline synchronisatie gestart. Het resultaat hiervan is een bestand (datafile A) met basisgegevens voor een specifiek schip dat bijvoorbeeld op een USB-stick wordt geplaatst; 2. op het schip wordt het bestand (datafile A) van de USB-stick ingelezen. Op zijn beurt genereert het systeem op het schip een bestand met reisgegevens (datafile B) voor het walsysteem dat weer terug op de USB-stick wordt geplaatst; 3. terug op de wal wordt het bestand van het schip (datafile B) ingelezen en verwerkt. Het genereren, invoeren en uitvoeren van deze synchronisatiebestanden is alleen toegestaan voor gebruikersrol MARS Support.
5.7.1 Voorbereiden offline synchronisatie op wal De eerste stap in de offline synchronisatie is het aanmaken van datafile A op het walsysteem. Ga hiervoor in het beheerscherm naar menu ‘synchroniseren’. Selecteer bij ‘1 – Databasesynchronisatie’ de naam van het schip en druk op de ‘OK’-knop. Datafile A kan hierbij op een USB-stick worden gezet.
Versienummer: 1.7 Pagina 56 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
Figuur 42: Aanmaken datafile A op het walsysteem Merk op dat het eventueel ook mogelijk is om deze stap over te slaan. In dat geval worden alle reisgegevens van het schip in datafile B opgeslagen (zie hieronder) en zullen de basisgegevens op het schip (scheeps-, project- en gebruikersgegevens) niet worden ververst. Dit heeft daarom niet de voorkeur en dient alleen in noodgevallen te gebeuren!
5.7.2 Offline synchronisatie op schip De tweede stap in de offline synchronisatie is het verwerken van datafile A en het genereren van datafile B op het schipsysteem. Op het schip kan datafile A worden ingevoerd via het beheerscherm, menuoptie ‘Synchroniseren’. Druk op de ‘Browse’-knop om datafile A te selecteren. Indien dit bestand niet kon worden aangemaakt (zie de paragraaf hierboven) kan direct op de ‘OK’-knop worden gedrukt.
Figuur 43: Verwerken datafile A, genereren datafile B op het schipsysteem
Na het indrukken van de ‘OK’-knop wordt het offline databasesynchronisatiebestand (datafile A) verwerkt en wordt een bestand met scheepsgegevens (datafile B) aangemaakt. De webbrowser zal vervolgens vragen om dit bestand op te slaan. Hiervoor kan weer een USB-stick worden gebruikt.
Versienummer: 1.7 Pagina 57 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
5.7.3 Offline synchronisatie op wal De derde stap in de offline synchronisatie is het invoeren in het walsysteem van de gegevens die op het schip zijn gemaakt (datafile B). Ga hiervoor in het beheerscherm naar menu ‘Synchroniseren’. Selecteer bij ‘2 – Database van schip uploaden’ het datafile B-bestand via de ‘Browse’-knop en druk op de ‘OK’-knop, zie Figuur 42.
5.8 Rapportage Rapportages kunnen worden gemaakt via het rapportagescherm, dat weergegeven wordt door op de tab ‘Rapportage’ te klikken. Het maken van rapportages op het schip is toegestaan voor alle gebruikersrollen.
Figuur 44: Voorbeeld van overzicht rapporten in het rapportagescherm
Stappen voor het maken van een rapportage: 1. kies een voorgedefinieerd rapport uit het menu aan de linkerzijde (bijvoorbeeld het Reisrapport); 2. kies in de dialoog in het midden van het scherm het schip waarvoor een rapportage gemaakt moet worden; 3. kies de overige gegevens (dit verschilt per rapportage) en bevestig met OK. De rapportage wordt getoond; 4. (optioneel) klik één van de iconen aan om de rapportage te exporteren naar Microsoft Excel-formaat, Microsoft Word-formaat of PDF.
Versienummer: 1.7 Pagina 58 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
6
OPMERKINGEN
6.1 Afkortingen Een overzicht van gebruikte afkortingen.
Afkorting MARS2 SMZ SUM TDS TLS ZKD
Betekenis Monitoring And Registration System versie 2 Soortelijke Massa Zand Software User Manual Tonnen Droge Stof Theoretisch Leeg Schip Zuigkopdiepte
6.2 Begrippen Een overzicht van gebruikte begrippen.
Begrip Contract Perceel
Perceellocatie
Perceelschip
Project Scheepsconfiguratie
Sensor Software
Uitleg Koppeling van aannemers, contactpersonen en percelen gedurende een bepaalde tijd (de looptijd). Verzameling van perceellocaties, perceelschepen, bestekhoeveelheden en constanten voor het kunnen uitvoeren van berekeningen. Koppeling van een specifieke locatie aan een perceel, met daarbij de berekenmethode (geladen/gelost) en verrekeneenheid (TDS/m3) die moeten gelden voor deze perceel-locatie combinatie. Koppeling van een specifiek schip aan een perceel met daarbij specifieke toleranties die moeten gelden voor deze perceel-schip combinatie. Verzameling van bij elkaar behorende contracten. Verzameling van grootheden die van belang zijn om de meetwaarden van de sensoren op het schip te kunnen interpreteren. Voorbeelden van deze grootheden zijn beunvolumes, maten van het schip en sensorposities. Apparaat dat een bepaalde waarde meet op het schip, bijv. hoogte, druk of positie. Verzamelnaam voor besturings- en toepassingsprogramma’s
Versienummer: 1.7 Pagina 59 van 60
SUM MARS2 Gebruikershandleiding schip
7
Eisen aan wachtwoorden
De eisen die binnen MARS2 gesteld worden aan (nieuwe) gebruikersnamen en wachtwoorden zijn: · rol: Aannemer, Aannemerbeheer: o lengte wachtwoord is minimaal acht karakters; o wachtwoord verloopt nooit; o wachtwoord moet bestaan uit minimaal een cijfer en een hoofdletter; o aantal foutieve inlogpogingen: onbeperkt. · rol: MARS Support, MARS Projectleider, MARS Opzichter, MARS Toetser: o lengte wachtwoord is minimaal acht karakters; o geldigheid van 90 dagen; o wachtwoord moet minimaal bestaan uit een combinatie van cijfers, hoofdletters, kleine letters en leestekens; o het nieuwe wachtwoord moet niet gelijk zijn aan de laatste twaalf wachtwoorden; o aantal foutieve inlogpogingen: 5. · rol: MARS Beheer: o lengte wachtwoord is minimaal vijftien karakters; o geldigheid van 30 dagen; o wachtwoord moet minimaal bestaan uit een combinatie van cijfers, hoofdletters, kleine letters en leestekens; o het nieuwe wachtwoord moet niet gelijk zijn aan de laatste twaalf wachtwoorden; o aantal foutieve inlogpogingen: 5.
Versienummer: 1.7 Pagina 60 van 60