Richtlijn Publicatiejaar Organisatie Auteur(s) Instellingen waarvan de auteurs afkomstig zijn Thema Doelen Populatie
Vindplaats
Strategies to prevent central line-associated bloodstream infections in acute care hospitals 2008 Society for Healthcare Epidemiology of America (SHEA) & Infectious Diseases Society of America (IDSA) Marschall, J., Mermel, L., Classen, D., et al. Society for Healthcare Epidemiology of America (SHEA) & Infectious Diseases Society of America (IDSA) Preventie van bacteriëmie tengevolge van centrale katheters in ziekenhuizen met acute zorg Bieden van aanbevelingen voor een goede praktijkzorg m.b.t. de preventie van bacteriëmie tengevolge van centrale katheters Kinderen en volwassenen met een centrale veneuze katheter, inclusief poortkatheters, geïmplanteerde katheters met of zonder ballon en dialysekatheters, in ziekenhuizen met acute zorg Website van National Guideline Clearinghouse: http://www.guideline.gov Directe link: http://www.guideline.gov/content.aspx?id=13395&search=bloodstream+infectio ns+in+acute+care+hospitals
BASIC PRACTICES FOR PREVENTION AND MONITORING OF CENTRAL LINEASSOCIATED BLOODSTREAM INFECTION (CLABSI): RECOMMENDED FOR ALL ACUTE CARE HOSPITALS
1. BEFORE INSERTION
BASIS PRAKTIJKVOERING VOOR PREVENTIE EN CONTROLE VAN BLOEDSTROOMINFECTIES GEASSOCIEERD MET CENTRALE VENEUZE KATHETERS (CLABSI): AANBEVOLEN VOOR ALLE ZIEKENHUIZEN MET ACUTE ZORG
1. VÓÓR HET INBRENGEN
- Educate healthcare personnel involved in - Leid gezondheidszorgverleners die betrokken zijn the insertion, care, and maintenance of bij het inbrengen, zorg en onderhoud van centrale central venous catheters (CVCs) about veneuze katheters (CVCs) op m.b.t. de preventie central line-associated bloodstream van bloedstroominfecties tengevolge van centrale infection (CLABSI) prevention (A-II) veneuze katheters (CLABSI) (A-II)1 (Sherertz et al., (Sherertz et al., 2000; Eggimann et al., 2000; Eggimann et al., 2000; Coopersmith et al., 2000; Coopersmith et al., 2002; Warren et 2002; Warren et al., 2003; Warren et al., 2004). al., 2003; Warren et al., 2004). o Include the indications for catheter o Dit moet indicaties voor kathetergebruik, use, appropriate insertion and adequaat inbrengen en onderhoud, het maintenance, the risk of CLABSI, risico op CLABSI en algemene strategieën and general infection prevention voor infectiepreventie omvatten. strategies. 1
De niveaus tussen haakjes hangen samen met de bewijskracht van de onderliggende wetenschappelijke evidentie. Voor meer informatie kan u zich richten naar de originele richtlijn.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
1
o Ensure that all healthcare personnel involved in catheter insertion and maintenance complete an educational program regarding basic practices to prevent CLABSI before performing these duties. o Periodically assess healthcare personnel knowledge of and adherence to preventive measures. o Ensure that any healthcare professional who inserts a CVC undergoes a credentialing process (as established by the individual healthcare institution) to ensure their competency before they independently insert a CVC.
2. AT INSERTION
o Verzeker dat alle gezondheidszorgverleners die betrokken zijn bij het inbrengen en het onderhoud van katheters een opleidingsprogramma vervolledigen m.b.t. basis praktijkvoering om CLABSI te voorkomen alvorens ze dergelijke taken uitvoeren. o Beoordeel periodiek de kennis van de gezondheidszorgverleners over de preventieve maatregelen en ga na in welke mate ze zich eraan houden. o Verzeker dat elke gezondheidszorgverlener die een CVC inbrengt een proces doorloopt waarbij ze een soort ‘credit’ kunnen behalen (zoals uitgewerkt door de individuele gezondheidszorginstelling) om er zeker van te zijn dat ze bekwaam genoeg zijn alvorens zelfstandig een CVC in te brengen.
2. BIJ HET INBRENGEN
- Use a catheter checklist to ensure - Gebruik een katheterchecklist om te verzekeren adherence to infection prevention dat men zich bij het inbrengen van de CVC aan de practices at the time of CVC insertion (B-II) praktijkvoering voor infectiepreventie houdt (B-II) (Berenholtz et al., 2004; Tsuchida et al., (Berenholtz et al., 2004; Tsuchida et al., 2007). 2007). o Use a checklist to ensure and document compliance with aseptic technique. CVC insertion should be observed by a nurse, physician, or other healthcare personnel who has received appropriate education (see above), to ensure that aseptic technique is maintained.
o Gebruik een checklist om te verzekeren en te documenteren dat de aseptische techniek toegepast wordt. Het inbrengen van een CVC zou geobserveerd moeten worden door een verpleegkundige, een arts of andere gezondheidszorgverleners die een adequate opleiding gevolgd hebben (zie hierboven), om te verzekeren dat de aseptische techniek wordt toegepast.
o These healthcare personnel should be empowered to stop the procedure if breaches in aseptic technique are observed.
o Deze gezondheidszorgverleners zouden in staat moeten zijn om de procedure stop te zetten indien tekortkomingen in de aseptische techniek geobserveerd worden.
- Perform hand hygiene before catheter - Zorg voor handhygiëne vóór het inbrengen of het insertion or manipulation (B-II) (Yilmaz et manipuleren van de katheter (B-II) (Yilmaz et al., al., 2007; Boyce & Pittet, 2002; Rosenthal, 2007; Boyce & Pittet, 2002; Rosenthal, Guzman, & Guzman, & Safdar, 2005). Safdar, 2005). o Use an alcohol-based waterless o Gebruik alcoholische ontsmettingsmiddelen
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
2
product or antiseptic soap and water. o Use of gloves does not obviate hand hygiene.
(geen waterige oplossing) of antiseptische zeep en water. o Handschoenen zijn geen vervanging voor handhygiëne.
- Avoid using the femoral vein for central - Vermijd de vena femoralis als centrale veneuze venous access in adult patients (A-I) toegang bij volwassen patiënten (A-I) (Lorente et (Lorente et al., 2005; Goetz et al., 1998; al., 2005; Goetz et al., 1998; Merrer et al., 2001). Merrer et al., 2001). o Use of the femoral access site is associated with greater risk of infection and deep venous thrombosis in adults. Increased risk of infection with femoral catheters may be limited to overweight adult patients with a body mass index higher than 28.4 (Parienti et al., 2008). Femoral vein catheterization can be done without general anesthesia in children and has not been associated with an increased risk of infection in children (De Jonge, Polderman, & Gemke, 2005).
o Bij volwassenen is toegang via de vena femoralis geassocieerd met een groter risico op infectie en diepe veneuze tromboses. Een verhoogd risico op infectie bij katheters in de dij kan beperkt zijn tot zwaarlijvige volwassen patiënten met een body mass index groter dan 28.4 (Parienti et al., 2008).
o Several nonrandomized studies show that the subclavian vein site is associated with a lower risk of CLABSI than is the internal jugular vein, but the risks and benefits in light of potential infectious and noninfectious complications must be considered on an individual basis when determining which insertion site to use.
o Verschillende gerandomiseerde onderzoeken tonen aan dat katheterisatie via de ondersleutelbeenslagader in vgl. met de inwendige halsader geassocieerd is met minder risico op CLABSI. Bij het bepalen van de insteekplaats van de katheter moeten de risico’s en voordelen op het vlak van potentiële besmettende en niet-besmettende complicaties echter op individueel niveau bekeken worden.
o The use of peripherally inserted central venous catheters (CVCs) is not an evidence-based strategy to reduce the risk of CLABSI. The risk of infection with peripherally inserted CVCs in intensive care unit (ICU) patients approaches that with CVCs placed in the subclavian or internal jugular veins (Safdar & Maki, 2005).
o Het gebruik van perifeer ingebrachte CVCs om het risico op CLABSI te verminderen, is niet gebaseerd op wetenschappelijke evidentie.
Een katheterisatie in de vena femoralis kan bij kinderen zonder algemene anesthesie gebeuren en is niet geassocieerd met een verhoogd risico op infectie bij kinderen (De Jonge, Polderman, & Gemke, 2005).
Het risico op infectie bij perifeer ingebrachte CVCs is vergelijkbaar met het risico van CVCs die ingebracht werden in de ondersleutelbeenslagader of de inwendige halsaders bij patiënten op de afdeling voor intensieve zorg. (Safdar & Maki, 2005).
- Use an all-inclusive catheter cart or kit (B- - Gebruik een katheter kit waar al het nodige II). (Berenholtz et al., 2004) materiaal in zit (B-II). (Berenholtz et al., 2004) o A catheter cart or kit that contains all o Er moet op alle afdelingen waar CVCs necessary components for aseptic ingebracht worden een katheter kit beschikbaar catheter insertion is to be available and en makkelijk toegankelijk zijn die alle nodige easily accessible in all units where CVCs componenten omvat voor het aseptisch NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
3
are inserted.
inbrengen van een katheter.
- Use maximal sterile barrier precautions - Gebruik een maximaal aantal during CVC insertion (A-I) (Mermel et al., voorzorgsmaatregelen om steriliteit te garanderen 1991; Raad et al., 1994; Hu et al., 2004; bij het inbrengen van de CVC (A-I) (Mermel et al., Young, Commiskey, & Wilson, 2006). 1991; Raad et al., 1994; Hu et al., 2004; Young, Commiskey, & Wilson, 2006) o Use maximal precautions.
sterile
barrier
The patient is to be covered with a large sterile drape during catheter insertion.
o Gebruik een maximaal aantal voorzorgsmaatregelen om steriliteit te garanderen. Een masker, hoofddeksel, steriele schort en steriele handschoenen moeten gedragen worden door alle gezondheidszorgverleners die betrokken zijn bij de procedure voor het inbrengen van katheters. De patiënt moet bedekt worden met een groot steriel laken tijdens het inbrengen van katheters.
o These measures must also be followed when exchanging a catheter over a guidewire.
o Deze maatregelen moeten ook gevolgd worden bij het wisselen van een katheter over een voerdraad.
A mask, cap, sterile gown, and sterile gloves are to be worn by all healthcare personnel involved in the catheter insertion procedure.
- Use a chlorhexidine-based antiseptic for - Gebruik een antisepticum gebaseerd op skin preparation in patients older than chloorhexidine voor het voorbereiden van de huid two months of age (A-I) (Maki, Ringer, & bij patiënten ouder dan twee maanden (A-I) (Maki, Alvarado, 1991; Garland et al., 1995; Ringer, & Alvarado, 1991; Garland et al., 1995; Humar et al., 2000; Chaiyakunapruk et al., Humar et al., 2000; Chaiyakunapruk et al., 2002). 2002). o Before catheter insertion, apply an alcoholic chlorhexidine solution containing a concentration of chlorhexidine gluconate greater than 0.5% to the insertion site. The antiseptic solution must be allowed to dry before making the skin puncture. Chlorhexidine products are not approved by the US Food and Drug Administration for children younger than two months of age; povidoneiodine can be used for children in this age group.
o Breng, vóór het inbrengen van een katheter, een alcoholische chloorhexidine oplossing met een concentraat van chloorhexidine gluconaat groter dan 0.5% aan op de insteekplaats. De antiseptische oplossing zou moeten kunnen drogen vooraleer er een huidpunctie uitgevoerd wordt. Bij kinderen jonger dan twee maanden worden producten op basis van chloorhexidine niet goedgekeurd door de US Food and Drug Administration; povidonjodium kan gebruikt worden bij kinderen binnen deze leeftijdscategorie.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
4
3. AFTER INSERTION
3. NA HET INBRENGEN
- Disinfect catheter hubs, needleless - Desinfecteer de katheterhub, naaldloze connectors, and injection ports before connectoren en injectiepoorten vóór accessing the catheter (B-II) (Salzman, kathetergebruik (B-II) (Salzman, Isenberg, & Rubin, Isenberg, & Rubin, 1993; Luebke et al., 1993; Luebke et al., 1998; Casey et al., 2003). 1998; Casey et al., 2003). o Before accessing catheter hubs or o Reinig de katheterhubs en injectiepoorten met injection ports, clean them with an een alcolholisch chloorhexidine preparaat of alcoholic chlorhexidine preparation or 70% alcohol alvorens ze te gebruiken om 70% alcohol to reduce contamination. besmetting te verminderen. - Remove nonessential catheters (A-II) - Verwijder katheters die niet nodig zijn (A-II) (Lederle et al., 1992; Parenti et al., 1994). (Lederle et al., 1992; Parenti et al., 1994). o Assess the need for continued o Beoordeel dagelijks de nood aan verdere intravascular access on a daily basis intravasculaire toegang tijdens de during multidisciplinary rounds. multidisciplinaire controlerondes. Verwijder Remove catheters not required for de katheters die niet langer nodig zijn. patient care. - For nontunneled CVCs in adults and - Vervang, bij volwassenen en adolescenten met adolescents, change transparent dressings niet-getunnelde CVCs, transparante verbanden en and perform site care with a verzorg de insteekplaats met een antisepticum chlorhexidine-based antiseptic every 5 to gebaseerd op chloorhexidine om de 5 tot 7 dagen, 7 days or more frequently if the dressing is of frequenter als het verband bevuild, los of soiled, loose, or damp; change gauze vochtig is. Vervang de gaasverbanden om de 2 dressings every 2 days or more frequently dagen of frequenter als het verband bevuild, los of if the dressing is soiled, loose, or damp (Avochtig is (A-I) (Maki et al., 1994; Rasero et al., I) (Maki et al., 1994; Rasero et al., 2000). 2000). - Replace administration sets not used for - Vervang toedieningsleidingen die niet gebruikt blood, blood products, or lipids at worden voor bloed, bloedproducten of vetten intervals not longer than 96 hours (A-II) binnen de 96 uur (A-II) (Gillies et al., 2005). (Gillies et al., 2005). - Perform surveillance for CLABSI (B-II) - Houd toezicht op de aanwezigheid van CLABSI (B(Gastmeier et al., 2006). II) (Gastmeier et al., 2006). o Measure unit-specific incidence of o Ga de incidentie van CLABSI na op elke CLABSI (CLABSIs per 1,000 catheterafdeling (CLABSIs per 1000 dagen dat de days) and report the data on a katheter ingebracht is) en rapporteer de regular basis to the units, physician gegevens regelmatig naar de afdeling, de arts and nursing leadership, and hospital en verpleegkundige leiding en naar de ziekenhuisbestuurders die toezicht houden administrators overseeing the units. over de afdelingen. o Vergelijk de incidentie van CLABSI met o Compare CLABSI incidence with vroegere gegevens voor elke afdeling en met historical data for individual units nationale incidentiescores. and with national rates. o CLABSI wordt bij een groot aantal patiënten o CLABSI has been documented in met CVCs vastgesteld die zich niet op de large numbers of non-ICU patients
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
5
with CVCs. Surveillance for CLABSI in these settings requires additional resources (Vonberg et al., 2006; Marschall et al., 2007; Edwards et al., 2007).
intensieve zorgafdeling bevinden. Toezicht op CLABSI vereist in deze omgevingen bijkomende hulpmiddelen (Vonberg et al., 2006; Marschall et al., 2007; Edwards et al., 2007).
- Use antimicrobial ointments for - Gebruik antimicrobiële zalf voor de insteekplaats van katheters voor een hemodialyse (A-I) (Levin et hemodialysis catheter insertion sites (A-I) al., 1991; Zakrzewska-Bode et al., 1995; Riu et al., (Levin et al., 1991; Zakrzewska-Bode et al., 1998; Lok et al., 2003; Fong, 1993). 1995; Riu et al., 1998; Lok et al., 2003; Fong, 1993). o Bij patiënten met een voorgeschiedenis van o Povidone-iodine or polysporin herhaaldelijke CLABSI tengevolge van ointment should be applied to Staphylococcus aureus zou zalf op basis van hemodialysis catheter insertion povidonjodium of polysporin aangebracht sites in patients with a history of moeten worden op de insteekplaats. recurrent Staphylococcus aureus CLABSI. o Mupirocinezalf zou niet aangebracht mogen o Mupirocin ointment should not be worden op de insteekplaats omwille van de applied to the catheter insertion risico’s van de weerstand van mupirocine site due to the risks of mupirocin en de schade aan polyurethane katheters. resistance and damage to polyurethane catheters.
4. ACCOUNTABILITY
4. VERANTWOORDELIJKHEID
- The hospital's chief executive officer and - De bestuurder van het ziekenhuis en het senior management are responsible for managementteam zijn verantwoordelijk voor het ensuring that the healthcare system verzekeren dat het gezondheidszorgsysteem een supports an infection prevention and infectiepreventie en controleprogramma control program that effectively prevents ondersteunt dat effectief de incidentie van CLABSI the occurrence of CLABSI. vermindert. - Senior management is accountable for - Het managementteam is aansprakelijk voor het ensuring that an adequate number of verzekeren dat er een adequaat aantal opgeleide trained personnel are assigned to the personeelsleden aangesteld wordt voor het infection prevention and control program. programma voor infectiepreventie en controle. - Senior management is accountable for - Het managementteam is aansprakelijk voor het ensuring that healthcare personnel are verzekeren dat gezondheidszorgverleners in staat competent to perform their job zijn om hun jobverantwoordelijkheden na te responsibilities. komen. - Direct healthcare providers (such as - Directe gezondheidszorgverleners (zoals artsen, physicians, nurses, aides, and therapists) verpleegkundigen, verpleeghulpen en and ancillary personnel (such as therapeuten) en ondersteunend personeel (zoals housekeeping and equipment-processing huisbewaarders en personeel verantwoordelijk personnel) are responsible for ensuring voor het voorzien van het nodige materiaal) zijn that appropriate infection prevention and verantwoordelijk voor het verzekeren dat control practices are used at all times geschikte infectiepreventie en controle altijd
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
6
(including hand hygiene, standard and isolation precautions, cleaning and disinfection of equipment and the environment, aseptic technique when inserting and caring for CVCs, maximal barrier precautions, appropriate site selection, and daily assessment of the need for a CVC).
uitgevoerd wordt (inclusief handhygiëne, standaarden isolatievoorzorgsmaatregelen, reiniging en ontsmetting van materiaal en de omgeving, aseptische techniek bij het inbrengen en de zorg voor CVCs, maximale voorzorgsmaatregelen om de steriliteit te garanderen en dagelijkse beoordeling van de nood aan een CVC).
- Hospital and unit leaders are responsible - De leidinggevenden van het ziekenhuis en de afdelingen moeten ervoor zorgen dat hun for holding personnel accountable for personeel de verantwoordelijkheid draagt voor their actions. hun acties. - The person who manages the infection - De persoon die het programma voor infectiepreventie en controle leidt, moet ervoor prevention and control program is zorgen dat er een actief programma responsible for ensuring that an active geïmplementeerd wordt om CLABSIs te program to identify CLABSIs is identificeren, dat gegevens over CLABSIs implemented, that data on CLABSIs are geanalyseerd worden en regelmatig meegedeeld analyzed and regularly provided to those worden aan degenen die informatie over het who can use the information to improve verbeteren van kwaliteitszorg kunnen gebruiken the quality of care (e.g., unit staff, (bijv. personeel van de afdeling, clinici en clinicians, and hospital administrators), administratief ziekenhuispersoneel) en dat and that evidence-based practices are praktijkvoering, gebaseerd op wetenschappelijke incorporated into the program. evidentie, toegevoegd wordt aan het programma. - Individuals responsible for healthcare - Om CLABSIs te voorkomen, moeten de personeelsleden die verantwoordelijk zijn voor de personnel and patient education are opleiding van gezondheidszorgverleners en accountable for ensuring that appropriate patiënten een geschikte training en training and educational programs to opleidingsprogramma’s ontwikkelen en prevent CLABSIs are developed and beschikbaar stellen voor het personeel, patiënten provided to personnel, patients, and en familieleden. families. - Personnel from the infection prevention - De personeelsleden die betrokken zijn bij het programma voor infectiepreventie en controle, and control program, laboratory, and mensen uit het laboratorium en op ICT, moeten information technology departments are ervoor zorgen dat er systemen beschikbaar zijn om responsible for ensuring that systems are het programma om overzicht te houden te in place to support the surveillance ondersteunen. program.
5. SPECIAL APPROACHES FOR THE PREVENTION OF CLABSI
5. SPECIALE BENADERINGEN PREVENTIE VAN CLABSI
VOOR
DE
- Perform a CLABSI risk assessment. These - Voer een risicobeoordeling voor CLABSI uit. Deze special approaches are recommended for speciale benaderingen zijn aanbevolen voor use in locations and/or populations within gebruik op plaatsen en/of bij populaties binnen the hospital that have unacceptably high het ziekenhuis die onaanvaardbaar veel CLABSIs
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
7
CLABSI rates despite implementation of the basic CLABSI prevention strategies listed above.
vertonen, ondanks de implementatie van de basisstrategieën voor preventie van CLABSI die hierboven werden opgesomd.
- Bathe ICU patients older than two months - Laat patiënten op de intensieve zorgafdeling die of age with a chlorhexidine preparation on ouder zijn dan twee maanden dagelijks baden in a daily basis (B-II) (Bleasdale et al., 2007). een chloorhexidine preparaat (B-II) (Bleasdale et al., 2007). o Chlorhexidine products are not o Producten op basis van chloorhexidine approved by the US Food and Drug worden door de US Food and Drug Administration for children Administration niet goedgekeurd voor younger than two months of age gebruik bij kinderen jonger dan twee but are used at some institutions maanden, maar ze worden in sommige for cleaning CVC insertion sites or instellingen gebruikt voor het reinigen van as a sponge dressing for children in de locaties waar CVCs ingebracht worden of this age group. als een compressieverband bij kinderen binnen deze leeftijdscategorie. o A povidone-iodine preparation o Bij kinderen jonger dan twee maanden, en should be used to clean CVC in het bijzonder bij pasgeborenen die insertion sites for children younger weinig wegen, zou er een than two months of age, especially povidonjodiumpreparaat gebruikt moeten low-birth-weight neonates. worden om de insteekplaats te reinigen. - Use antisepticor antimicrobial- - Gebruik CVCs die met antiseptische of impregnated CVCs for adult patients (A-I) antimicrobiële middelen geïmpregneerd zijn voor (Maki et al., 1997; Raad, Darouiche, & volwassen patiënten (A-I) (Maki et al., 1997; Raad, Dupuis, 1997; Veenstra et al., 1999; Darouiche, & Dupuis, 1997; Veenstra et al., 1999; Darouiche et al., 1999; Hanna et al., 2003; Darouiche et al., 1999; Hanna et al., 2003; Hanna Hanna et al., 2004; Rupp et al., 2005). et al., 2004; Rupp et al., 2005). o The risk of CLABSI is reduced with some currently marketed catheters impregnated with antiseptics (e.g., chlorhexidine-silver sulfadiazine) or antimicrobials (e.g., minocyclinerifampin). Consider the use of such catheters in the following circumstances: Hospital units or patient populations have a CLABSI rate higher than the institutional goal, despite compliance with basic CLABSI prevention practices. Patients have limited venous access and a history of recurrent CLABSI. Patients are at heightened risk for severe sequelae from a CLABSI (e.g., patients with recently implanted intravascular devices, such as a prosthetic
o Het risico op CLABSI wordt verkleind door sommige katheters die geïmpregneerd zijn met antiseptica (bijv. chloorhexidinezilversulfadiazine) of antimicrobiële middelen (bijv. minocycline-rifampicine) die momenteel op de markt zijn. Overweeg dergelijke katheters in volgende omstandigheden: Op afdelingen van ziekenhuizen of bij patiëntenpopulaties die meer CLABSI’s hebben dan het institutioneel doel, ondanks het opvolgen van de basisinstructies voor de preventie van CLABSI. Bij patiënten met een beperkte veneuze toegang en een voorgeschiedenis van herhaaldelijke CLABSI. Bij patiënten met een verhoogd risico op ernstige bijwerkingen van een CLABSI (bijv. patiënten met onlangs geïmplanteerde intravasculaire apparaten, zoals een prothetische
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
8
heart valve or aortic graft).
hartklep of een aorta transplantaat).
o These catheters are not approved by the US Food and Drug Administration for use in children. Preliminary data suggest that antimicrobial-impregnated catheters appear to be safe and may hold promise for pediatric ICU patients (Chelliah et al., 2007; Bhutta et al., 2007).
o Deze katheters zijn niet goedgekeurd door de US Food and Drug Administration voor gebruik bij kinderen. Voorlopige gegevens suggereren dat katheters die geïmpregneerd zijn met antimicrobiële middelen veilig blijken, ook bij pediatrische patiënten op de intensieve zorgafdeling (Chelliah et al., 2007; Bhutta et al., 2007).
- Use chlorhexidine-containing sponge - Gebruik compressieverbanden doordrenkt met dressings for CVCs in patients older than 2 chloorhexidine voor CVCs bij patiënten ouder dan months of age (B-I) (Garland et al., 2001; twee maanden (B-I) (Garland et al., 2001; Levy et Levy et al., 2005; Ho & Litton, 2006). al., 2005; Ho & Litton, 2006). o Consider the addition of such a dressing in the following circumstances: Hospital units or patient populations have a CLABSI rate higher than the institutional goal, despite compliance with an evidence-based prevention bundle. Patients have limited venous access and a history of recurrent CLABSI. Patients are at heightened risk for severe sequelae from a CLABSI (e.g., patients with recently implanted intravascular devices, such as a prosthetic heart valve or aortic graft).
o Overweeg het gebruik van een dergelijk verband in de volgende omstandigheden:
o Do not use chlorhexidinecontaining sponge dressings for low-birth-weight neonates.
o Gebruik geen compressieverbanden doordrenkt met chloorhexidine voor pasgeborenen die weinig wegen.
Op afdelingen van ziekenhuizen of bij patiëntenpopulaties die meer CLABSI’s hebben dan het institutioneel doel, ondanks het opvolgen van de basisinstructies voor de preventie van CLABSI. Bij patiënten met een beperkte veneuze toegang en een voorgeschiedenis van herhaaldelijke CLABSI. Bij patiënten met een verhoogd risico op ernstige bijwerkingen van een CLABSI (bijv. patiënten met onlangs geïmplanteerde intravasculaire apparaten, zoals een prothetische hartklep of een aorta transplantaat).
- Use antimicrobial locks for CVCs (A-I) - Gebruik antimicrobiële afsluitsystemen voor CVCs (Carratala et al., 1999; Henrickson et al., (A-I) (Carratala et al., 1999; Henrickson et al., 2000; 2000; Safdar & Maki, 2006; Labiola, Crott, Safdar & Maki, 2006; Labiola, Crott, & Jadoul, & Jadoul, 2008; Saxena, Panhotra, & 2008; Saxena, Panhotra, & Naguib, 2002). Naguib, 2002). o Antibiotic locks are created by filling the lumen of the catheter with a supraphysiologic concentration of an antimicrobial solution and leaving the solution in place until the catheter hub is
o Antibiotische afsluitsystemen worden gemaakt door het lumen van de katheter te vullen met een suprafysiologisch concentraat van een antimicrobiële oplossing en de oplossing ter plaatse te laten totdat er opnieuw toegang is tot de
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
9
reaccessed. Such an approach can reduce the risk of CLABSI. Because of concerns regarding the potential for the emergence of resistance in exposed organisms and the potential for systemic toxicity from leakage of the lock solution into the bloodstream, use antimicrobial locks as a preventative strategy only for the following: Prophylaxis for patients with limited venous access and a history of recurrent CLABSI. Patients who are at heightened risk for severe sequelae from a CLABSI (e.g., patients with recently implanted intravascular devices such as a prosthetic heart valve or aortic graft).
katheterhub. Een dergelijke benadering kan het risico op CLABSI verkleinen. Gebruik antimicrobiële afsluitsystemen als een preventiestrategie, vanwege de problemen i.v.m. het mogelijk optreden van weerstand in de blootgestelde organismen en de mogelijkheid op systemische toxiciteit door lekken van de oplossing uit het slot in de bloedstroom, enkel voor het volgende: Profylaxis bij patiënten met een beperkte veneuze toegang en een voorgeschiedenis van herhaaldelijke CLABSI. Bij patiënten met een verhoogd risico op ernstige bijwerkingen van een CLABSI (bijv. patiënten met onlangs geïmplanteerde intravasculaire apparaten, zoals een prothetische hartklep of een aorta transplantaat).
6. APPROACHES THAT SHOULD NOT BE CONSIDERED A ROUTINE PAT OF CLABSI PREVENTION
6. AANPAK DIE NIET BESCHOUWD MAG WORDEN ALS EEN ROUTINEMATIG ONDERDEEL VAN PREVENTIE VAN CLABSI
- Do not use antimicrobial prophylaxis for - Gebruik geen antimicrobiële profylaxis voor het short-term or tunneled catheter insertion inbrengen van een getunnelde katheter of een or while catheters are in situ (A-I) (McKee katheter voor korte termijn of als er reeds een et al., 1985; Ranson et al., 1990; Sandoe et katheter geplaatst is (A-I) (McKee et al., 1985; al., 2003; Van de Wetering et al., 2005). Ranson et al., 1990; Sandoe et al., 2003; Van de Wetering et al., 2005). o Systemic antimicrobial prophylaxis o Systemische antimicrobiële profylaxis is niet is not recommended. aanbevolen. - Do not routinely replace CVCs or arterial - Vervang CVCs of arteriële katheters niet catheters (A-I) (Eyer et al., 1990; Cobb et routinematig (A-I) (Eyer et al., 1990; Cobb et al., al., 1992; Cook et al., 1997). 1992; Cook et al., 1997). o Routine catheter replacement is o Routinematige vervanging van katheters is not recommended. niet aanbevolen. - Do not routinely use positive-pressure - Gebruik naaldloze connectiesystemen met needleless connectors with mechanical mechanische kleppen die gebruik maken van valves before a thorough assessment of positieve druk niet routinematig vooraleer er een risks, benefits, and education regarding beoordeling van risico’s, voordelen en een proper use (B-II) (Maragakis et al., 2006; opleiding omtrent accuraat gebruik is voorzien (BField et al., 2007; Salgado et al., 2007; II) (Maragakis et al., 2006; Field et al., 2007; Rupp et al., 2007). Salgado et al., 2007; Rupp et al., 2007). o Routine use of the currently o Routinematig gebruik van op de markt marketed devices that are gebrachte hulpmiddelen die geassocieerd associated with an increased risk of zijn met een verhoogd risico op CLABSI is
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
10
CLABSI is not recommended.
7. UNRESOLVED ISSUES
niet aanbevolen.
7. ONOPGELOSTE KWESTIES
- Nurse-to-patient ratio and use of float - Het aantal verpleegkundigen dat beschikbaar moet nurses in ICUs (Fridkin et al.,1996; Robert zijn per aantal patiënten en het gebruik van et al., 2000; Stone et al., 2007). roterende verpleegkundigen op intensieve zorgafdelingen (Fridkin et al.,1996; Robert et al., 2000; Stone et al., 2007). o Observational studies suggest that o Observationele onderzoeken suggereren there should be a nurse-to-patient dat er een verpleegkundige-patiënt ratio ratio of at least 2 : 1 in ICUs where zou moeten zijn van tenminste 2 : 1 op nurses are managing patients with intensieve zorgafdelingen waar CVCs and that the number of float verpleegkundigen patiënten met CVC nurses working in the ICU verzorgen en dat het aantal roterende environment should be minimized. verpleegkundigen dat op een intensieve Formal recommendations await zorgafdeling werkt, zo laag mogelijk the results of interventional trials. gehouden zou moeten worden. Voor formele aanbevelingen worden de resultaten van interventionele onderzoeken afgewacht. - Intravenous therapy teams for reducing - Teams die instaan voor intraveneuze therapie voor CLABSI rates (Miller et al., 1996). het verminderen van het aantal CLABSIs (Miller et al., 1996). o Studies have shown that an o Onderzoeken hebben aangetoond dat een intravenous therapy team team dat instaat voor intraveneuze therapie responsible for insertion and en verantwoordelijk is voor het inbrengen maintenance of peripheral en het onderhoud van intraveneuze intravenous catheters reduces the katheters het risico op risk of bloodstream infections bloedstroominfecties vermindert (Soifer et (Soifer et al., 1998). However, few al., 1998). Er zijn echter weinig studies have been performed onderzoeken uitgevoerd omtrent de impact regarding the impact of van teams die instaan voor intraveneuze intravenous therapy teams on therapie op het aantal CLABSIs. CLABSI rates. - Surveillance of other types of catheters - Toezicht op andere soorten katheters (bijv. (e.g., peripheral arterial catheters) (Maki, perifere arteriële katheters) (Maki, Kluger, & Kluger, & Crnich, 2006; Esteve et al., Crnich, 2006; Esteve et al., 2007). 2007). o Peripheral arterial catheters have o Perifere arteriële katheters zijn niet not been included in most inbegrepen in de meeste surveillance systems, although they bewakingssystemen, alhoewel ze are associated with a risk of geassocieerd zijn met een risico op bloodstream infection. Future bloedstroominfectie. Toekomstige surveillance systems may need to bewakingssystemen moeten mogelijks include bloodstream infections bloedstroominfecties geassocieerd met associated with these types of deze soorten katheters opnemen.
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
11
catheters. - Estimating catheter-days for determining - De incidentie van CLABSI bepalen door een incidence density of CLABSI. schatting te maken het aantal katheterdagen. o Surveillance can be facilitated in o In instellingen met een beperkt aantal settings with a limited workforce personeelsleden kan de controle by estimating the number of vergemakkelijkt worden door een schatting catheter-days (Tokars et al., 2007; te maken van het aantal katheterdagen Klevens et al., 2006). (Tokars et al., 2007; Klevens et al., 2006).
NURSING GUIDELINES PROJECT UCL (ECOLE DE SANTE PUBLIQUE) – UNIVERSITEIT GENT (VERPLEGINGSWETENSCHAP)
12