Nr. 43
Afgiftekantoor: Brussel X – Amonis Magazine – Erkenningsnummer: P404054
M
A
G
A
Z
I
N
E
Sociale verplichtingen Het dilemma van de starter
Groepsverzekering en IPT Nieuwe belasting op hoge premies
Tweemaandelijks September - Oktober 2013 www.amonis.be
Nieuwe belastingmaatregelen Gevolgen voor uw aanvullend pensioen?
Assistent en doctoraatstudent “Als psychiater luister je meer naar je patiënt”
EDITO
© Jan Pollers
De fiscaliteit in al haar vormen
De fiscaliteit in ons land verandert sneller dan het weer. Bepaalde evoluties zijn in alle discretie doorgevoerd, en ons team is continu stand-by om elke onaangename verrassing te vermijden. Wij willen oplossingen bieden voor de opgelegde beperkingen om zo over het welzijn van al onze leden te waken, of ze nu jong of ervaren zijn. De zoektocht naar fiscale oplossingen blijft dus een brandend actueel onderwerp, te meer daar het zo ingewikkeld wordt. We wijden er enkele artikels aan in de komende Amonis Magazines van dit jaar. Het laatste kwartaal van het jaar is effectief een geschikt moment voor dit thema, en het is best om er op tijd aandacht aan te besteden en zo alle pistes aan bod te laten komen, de beste opportuniteiten te selecteren, overhaaste beslissingen te vermijden en geen enkele belangrijke stap over te slaan. Het is duidelijk dat de fiscaliteit kan knagen aan de rentabiliteit van een investering. Het geboden rendement wordt dus een element dat aan belang wint om dit verlies te compenseren. Dit rendement moet echter samengaan met een evenwichtig risicobeheer om een optimaal resultaat te bereiken op de lange termijn. Dat is de doelstelling van Amonis, en de gevoerde strategie heeft eens te meer haar vruchten afgeworpen in 2012.
Tom Mergaerts
Dr. H. Van Dijck
Chief Executive Officer
Voorzitter van de Raad van Bestuur
Korte berichten
Sommaire Inhoud
Groepsverzekering & IPT
4. Zoom
Nieuwe belastingheffing op de kapitalen vanaf 1 juli 2013
Het dilemma van de starter
De belasting voor elke opname vóór 65 jaar, vroeger 16,5%, is verhoogd tot 20% op 60 jaar en tot 18% op 61 jaar (behalve als u dit kapitaal opvraagt de dag van uw wettelijk pensioen, wat nu nog mogelijk is maar dat niet meer zal zijn vanaf 2016). Het gaat over kapitalen opgebouwd met bijdragen van de werkgever of van de vennootschap. De aanslagvoet van 10% wordt behouden op kapitalen die zijn opgebouwd met de bijdragen door werknemers. Opnames tussen 62 en 65 jaar blijven belast aan 16,5%. Dit is ook het geval na 65 jaar als u niet actief gebleven bent tot de wettelijke pensioenleeftijd. Was u wel actief tot 65 jaar, dan blijft u genieten van het voorkeurtarief van 10%. De berekeningsbasis van deze belasting is niet aangepast: gegarandeerd kapitaal (exclusief winstdeelnames) na berekening van de RIZIV-taks van 3,55% en de solidariteitstaks (maximum 2%). ••
Premies gestort door de vennootschap
60 tot 61 jaar zonder opname wettelijk pensioen 60 jaar
61 jaar
20%
18%
62 tot 64 jaar
16,5%
Nieuwe belasting op hoge premies
8. VAP Amonis Nieuwe maatregelen: gevolgen voor uw aanvullend pensioen?
Door de loontrekkende
≥ 65 jaar, ≥ 65 jaar, zonder met activiteit tot activiteit tot 65 jaar 65 jaar
16,5%
6. Werken in een vennootschap
10%
10. Ontmoeting
≥ 60 jaar
“Als psychiater luister je meer naar je patiënt”
10%*
*De premies gestort door de loontrekkende voor 1 januari 1993 worden belast aan 16,5%.
Rendement van uw groepsverzekering of IPT Uw groepsverzekering of IPT afgesloten bij Amonis brengt 3,25% op in 2012. ••
Erratum - Amonis Magazine nr. 42 Blz 4, punt 2 - Tandartsen Punt 2 dient vervangen te worden door:
© iStockphoto
- Tandartsen: u moet aan een georganiseerde wachtdienst deelnemen en een bepaalde aantal uren continue bijscholing volgen. Deze bijscholing is verplicht voor het behoud van uw erkenning. ••
3.
Sociale verplichtingen
Het dilemma van de starter Als starter, staat u voor enkele belangrijke vragen. Wordt u loontrekkende of zelfstandige? Welke formaliteiten gaan hiermee gepaard en wat betekent dit voor uw inkomen, pensioen en sociale bescherming?
D
e belangrijkste vraag die starters aan het begin van hun loopbaan moeten beantwoorden, is of ze zelfstandige worden of in loondienst gaan werken. In het laatste geval zal u een arbeidscontract afsluiten en komt u onder het gezag van een werkgever te staan.
Vrijheid, gepaard met plichten Als zelfstandige daarentegen heeft u heel wat meer vrijheid. Maar alle verplichtingen inzake sociale bescherming liggen wel
Vragen rond uw aanvullende sociale bescherming? Uw Amonis-specialist kan u helpen bij de verschillende te ondernemen stappen alsook bij de keuze van betrouwbare partners. Contacteer ons op 0800/96.119 om een afspraak te maken. We maken samen de balans op van uw persoonlijke situatie en bezorgen u een praktische gids voor starters.
4.
M A G A Z I N E
bij u. De wettelijke bescherming bij ziekte of ongeval van een zelfstandige is minder uitgebreid dan van een loontrekkende. Dit statuut vereist dus een bijkomende bescherming waar u ook weer helemaal zelf voor instaat. Wie als zelfstandige aan de slag gaat, zal ook na enkele jaren moeten kiezen of hij dat als natuurlijke persoon voortdoet, dan wel in een vennootschap. In het eerste geval is er geen duidelijke scheiding tussen uw privébezit en wat tot uw vennootschap behoort. In een vennootschap – voor zorgverleners zal dat meestal een BVBA zijn – zijn u en de vennootschap twee verschillende, juridische persoonlijkheden. Het belangrijkste gevolg daarvan is dat de vennootschap uw professionele activiteit uitoefent en de RIZIV-attesten invult. U werkt voor de vennootschap en krijgt daarvoor een vergoeding als zelfstandige beheerder.
Administratieve last Zoals we al aanhaalden, brengt de keuze voor het zelfstandigenstatuut wel heel wat administratieve verplichtingen met zich mee. - U zal zich via een ondernemingsloket moeten inschrijven in de
KruispuntBank voor Ondernemingen (KBO). - U staat ook zelf in voor uw sociale bijdragen en u zal zich dus moeten inschrijven bij een sociaalverzekeringsfonds. In ruil voor die bijdragen krijgt u recht op een ziekte- en invaliditeitsverzekering, een wettelijk pensioen, kinderbijslag, moederschapsverlof en dienstencheques voor moederschapshulp, en een faillissementsverzekering. - Tegelijk met uw aansluiting bij een sociaalverzekeringsfonds, moet u zich ook aansluiten bij een ziekenfonds of een mutualiteit. Heel wat sociale verzekeringsfondsen werken trouwens nauw samen met bepaalde ziekenfondsen, zodat u dat in één keer kan regelen. Ziekenfondsen bepalen zelf de diensten die ze aanbieden alsook hun tarieven. Dit varieert dan ook van de ene organisatie tot de andere. Goed vergelijken is dus de boodschap. Hoeveel u betaalt aan sociale bijdragen hangt af van uw inkomen. Omdat dat inkomen als starter nog niet gekend is, wordt dit de eerste drie jaar berekend op een forfaitair bedrag (zie ons artikel in Amonis Magazine nr 42, p10).
Zoom
Naast al deze verplichte administratieve stappen moet u ook een reeks niet verplichte maar belangrijke verzekeringen niet uit het oog verliezen. Bovendien zijn ze fiscaal aftrekbaar. - Burgerlijke beroepsaansprakelijkheid: zeker voor zorgverstrekkers is deze eigenlijk onmisbaar. Als u geen verzekering hebt bij een beroepsfout, loopt u immers het risico dat uw privébezit wordt aangeslagen. Volgens de wet kan schade die veroorzaakt werd door een professionele fout nog tot twintig jaar na de fout aangegeven worden. Als loontrekkende zal uw werkgever in principe een verzekering voor u afsluiten, maar aarzel niet te vragen of dat het geval is en of die alle gevallen dekt. - Gewaarborgd inkomen: de Belgische sociale zekerheid is, in vergelijking met
heel wat andere landen, een schitterend vangnet. Toch is ze niet meer dan dat, een vangnet. Indien u langdurig ziek bent of een ongeval hebt gehad, zal dit net u niet terug katapulteren naar uw oude inkomen. Bij uw ziekteverzekering geldt bijvoorbeeld een ‘carensmaand’. Tijdens de eerste maand dat u ziek bent en u niet kan werken (en u dus ook geen inkomen heeft), ontvangt u geen uitkering. En dat terwijl de medische kosten natuurlijk snel kunnen oplopen. - VAPZ: wat we schreven over de sociale zekerheid, geldt ook voor de pensioenen die de overheid uitkeert. Wanneer u na uw pensionering uw gebruikelijke levensstandaard wil behouden, is een VAPZ (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen) dan ook een goed idee. Hiermee kan u tot maximaal 3.472,05 euro per jaar (maximum voor 2013, jaarlijks geïndexeerd) sparen voor de opbouw
van een bijkomend pensioen. Ook deze bijdragen vormen beroepskosten die volledig aftrekbaar zijn van uw inkomsten. Loontrekkenden hebben ook toegang tot de VAPZ maar moeten geconventioneerd zijn. - Individuele pensioentoezegging (IPT): als u in vennootschap werkt, is ook een groepsverzekering onder de vorm van een IPT aangeraden. Die wordt door uw vennootschap in uw naam afgesloten, en helpt u een tweede ‘appeltje voor de dorst’ op te bouwen. Uw vennootschap betaalt de premies, en mag ze aftrekken van haar belastingen, op voorwaarde dat ze bepaalde grenzen niet overschrijdt. Weet wel dat het fiscaal voordeliger is om eerst het maximum in een VAPZ te storten en dan aan te vullen met een groepsverzekering. Aarzel niet onze Amonis-specialisten te contacteren (zie kadertekst), ze kunnen u daar ook mee helpen. ••
© Corbis
Aanvullende sociale bescherming
5.
Groepsverzekering en Individuele Pensioentoezegging
Nieuwe belasting op hoge premies Uiteindelijk heeft de regering Di Rupo geen beperking van de premies voor groepsverzekering of IPT ingevoerd. Maar de hoogste premies worden nu extra belast.
U
weet vast wel dat er een wettelijke limiet bestaat voor de bijdragen in het kader van de tweede pijler (Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen of VAPZ, de groepsverzekering en de Individuele Pensioentoezegging). Voor het sociaal VAPZ bedraagt de limiet 9,4% van het belastbaar inkomen, met een maximum van 3.472,05 euro (in 2013). Om aftrekbaar te blijven moeten de premies voor groepsverzekering en Individuele Pensioentoezegging voldoen aan de bekende ‘80%-regel’. Kort samengevat, bepaalt deze regel dat het totaal van het wettelijk pensioen en de aanvullende pensioenen van de tweede pijler niet hoger mag zijn dan 80% van het laatste loon.
De Wijninckx-bijdrage De regering heeft een nieuwe taks ingevoerd. Zelfstandigen die hun activiteit uitoefenen in een vennootschap behouden de mogelijkheid om een groepsverzekering of een Individuele Pensioentoezegging af te sluiten, met als enige beperking de 80%-regel. Ze moeten voortaan in bepaalde gevallen wel een aanvullende bijdrage betalen: de Wijninckx-bijdrage, genoemd naar de senator die het wetsvoorstel heeft ingediend om de pensioenen voor de openbare sector te beperken.
6.
M A G A Z I N E
Overgangsfase en definitief stelsel
zodra deze een nog te bepalen drempel overschrijdt. Hoe die drempel zal worden bepaald, is nog niet duidelijk, maar in principe zal het oorspronkelijke idee worden gevolgd dat het maximale wettelijke pensioen van de openbare sector als referentie wordt genomen.
De programmawet waarmee deze bijdrage wordt ingevoerd, voorziet in twee stelsels: - Een overgangsfase, die loopt van 2012 (bijdragejaar 2011) tot 2015 (bijdragejaar 2014). Een vennootschap die voor de groepsverzekering of IPT van de bestuurder een jaarlijkse premie van meer dan 31.212 euro per jaar (bedrag 2013) stort, moet de Wijninckx-bijdrage van 1,5% betalen op het deel van de bijdrage dat deze drempel overschrijdt. - Het definitieve stelsel, dat strenger is, en op 1 januari 2016 van kracht wordt. Vanaf die datum is de bijdrage van 1,5% van toepassing op de hele premie,
In de praktijk Om de bijdragen te bepalen gaat het nieuwe systeem uit van de database van de aanvullende pensioenen, DB2P, die wordt beheerd door SIGeDIS, een vzw die valt onder de Rijksdienst voor Pensioenen. De verzekeraars zijn verplicht om elk jaar aan te geven hoeveel er jaarlijks aan premie is betaald voor de aanvullende pensioenen van de tweede pijlers van elke werknemer. Vanaf 2013 (bijdragen
Pas op voor boetes! Voor het bijdragejaar 2012 (premies betaald in 2011) moest u de bijdrage uiterlijk op 28 februari 2013 hebben gestort op de rekening van de RSZ. Trage betalers, opgelet: vanaf 1 maart 2013 wordt een toeslag van 1% per maand geheven op het bedrag dat nog niet betaald is. Als u nog niet hebt voldaan aan uw verplichtingen, wacht daar dan niet langer mee.
Werken in een vennootschap
© Corbis
“De hoogste premies voor een groepsverzekering of IPT worden extra belast”
2012) moet dit bedrag uiterlijk op 30 juni worden opgegeven. Als de vennootschap die de premies heeft gestort de bepaalde drempel overschrijdt, zal SIGeDIS een specificatie van de verplichte heffing sturen. De onderneming moet die heffing voor 31 december betalen aan het RSVZ. In 2012 (premies van 2011) moest de Wijninckx-bijdrage worden betaald aan de RSZ en werd de uiterste datum voor betaling verschoven naar 28 februari 2013. De bijdrage van 2013, berekend op basis van de premies van 2012, moet wel worden betaald voor 31 december 2013.
En na 2016? Wat gebeurt er aan het eind van de overgangsfase? Op dit moment is dat nog niet helemaal duidelijk. Het principe van de bijdrage is aangenomen in de programmawet en het is dus niet waarschijnlijk dat de volgende regering de maatregel terug zal draaien. Maar de betreffende Koninklijke Besluiten zijn nog niet genomen. We zullen u zeker op de hoogte houden van de ontwikkelingen in dit dossier, zodra we meer nieuws hebben. ••
Wenst u advies? Wilt u weten of de Wijninckxbijdrage van toepassing is op uw situatie? Vraagt u zich af of u zich houdt aan de 80%-regel? Aarzel niet om contact op te nemen met een van onze adviseurs op 0800/96.119.
7.
Nieuwe belastingmaatregelen
Gevolgens voor uw aanvullend pensioen? De regering blijft de tweede pijler fiscaal bevoordelen, maar toch zullen bepaalde budgetmaatregelen gevolgen hebben voor uw VAP. Een korte bespreking.
S
inds de regering Di Rupo is aangetreden, werden allerlei fi scale maatregelen getroffen die de belasting op spaartegoeden hebben verhoogd. Deze verhoging van de fi scale druk treft vooral de derde pijler, maar enkele van deze maatregelen hebben ook gevolgen voor VAP kapitalen. Wat zijn die gevolgen?
Nog niet met pensioen? Dan hebben we goed nieuws: vooralsnog blijven de regels voor de aftrekbaarheid van de bijdragen voor uw Amonis-VAP onveranderd. Uw bijdragen blijven aftrekbaar als beroepsuitgaven voor zover de totale jaarlijkse
Wenst u persoonlijk advies? Wilt u meer informatie over uw VAP of over de mogelijkheden als u met pensioen gaat? Neem contact op met een van onze adviseurs op 0800/96.119.
bijdragen niet hoger zijn dan 9,4% van uw netto belastbaar beroepsinkomen, met een maximum van 3.472,05 euro per jaar (bedrag 2013 voor sociaal VAP.). Dat verandert dus niet. U kunt elk jaar ongeveer 60% van de gestorte bedragen terugkrijgen, in de vorm van een verlaging van uw belasting en sociale verzekeringsbijdragen als zelfstandige. Vergeet ook niet dat u dit voordeel behoudt als u daarnaast nog een groepsverzekering of individuele pensioentoezegging afsluit. Voor deze twee voorzieningen geldt een specifieke regel, de ‘80%-regel’, die bepaalt dat het aanvullend pensioen gevormd door uw VAP en deze verzekeringen niet hoger mag zijn dan 80% van uw laatste loon als het wordt toegevoegd aan uw wettelijk pensioen.
Gepensioneerden: belastingheffing op het kapitaal Vanaf 1 januari 2014, wordt de solidariteitstaks die al van toepassing is op de groepsverzekeringkapitaal ook op VAP kapitalen toegepast. Deze taks komt bovenop de RIZIV-heffing van 3,55% en bedraagt maximum 2%. - 0% als het kapitaal lager is of gelijk aan 2.478,94 euro;
8.
M A G A Z I N E
- 1% als het kapitaal tussen 2.478,95 euro en 24.789,36 euro bedraagt; - 2% als het kapitaal groter is dan 24.789,36 euro. Daarna wordt uw basiskapitaal (uw stortingen gekapitaliseerd aan het basisrendement), net als vroeger, belast volgens het stelsel van de fictieve rente. Volgens deze formule moet u elk jaar het equivalent van een klein deel van uw basiskapitaal aangeven. Dit fictieve bedrag wordt toegevoegd aan uw inkomsten en net zoals die inkomsten belast. Het percentage dat u moet aangeven en het aantal jaren waarin u die aangifte moet doen, hangen af van uw leeftijd bij opname van uw VAP bij Amonis.
Leeftijd bij pensioen
%
Aantal jaren
60 jaar
3,5%
13 jaar
61-62 jaar
4%
13 jaar
63-64 jaar
4,5%
13 jaar
5%
10 jaar
65 jaar
Als u blijft werken tot u 65 wordt en u uw VAP bij Amonis niet eerder opneemt,
VAP Amonis
Stijging van de roerende voorheffing Zodra u uw pensioenkapitaal hebt ontvangen, kunt u het opnieuw bij Amonis investeren, die het u dan in maandelijkse rentes zal storten. Indien u voor deze laatste oplossing kiest, zal u elk jaar slechts 3% van uw nettokapitaal aangeven. In januari 2013, heeft de regering de roerende voorheffi ng die op dit bedrag wordt berekend van 15% naar 25% opgetrokken, net zoals dat voor de meeste investeringen het geval is. ••
Wat kunt u doen met uw Amoniskapitaal na uw pensionering? Veel mensen vragen zich af wat ze het beste met hun geld kunnen doen, als hun Amonis kapitaal wordt uitgekeerd. Amonis biedt verschillende formules aan, die zijn afgestemd op de verschillende situaties. Het kapitaal opvragen. U ontvangt in één keer het totaal van uw individuele rekening na aftrek van de belastingen. Deze oplossing is ideaal als u onmiddellijk over uw geld wenst te beschikken. Een rente ontvangen. In dit geval wordt uw kapitaal in maandelijkse rente omgezet, ter aanvulling op uw wettelijk pensioen. - Als u kiest voor een niet-overdraagbare lijfrente, ontvangt u deze tot u overlijdt. - Als u kiest voor een overdraagbare lijfrente, zal de door u aangewezen begunstigde na uw overlijden een percentage van uw lijfrente ontvangen (maximaal 66%). - Als u kiest voor een rente met een vaste looptijd, krijgt u deze rente tijdens de gekozen periode, tussen 10 en 30 jaar. Als u overlijdt voordat deze periode is verstreken, wordt het resterende kapitaal in uw nalatenschap gestort. De lijfrente beantwoordt een nood aan financiële zekerheid voor uzelf en eventueel uw begunstigde tijdens uw hele rustpensioen. De vaste termijnrente biedt u financiële zekerheid gedurende een vast aantal jaren alsook de garantie dat het saldo van uw spaargeld aan uw erfgenamen wordt gestort bij vroegtijdig overlijden. Combinatie van rente en kapitaal. U kunt ook een deel van uw kapitaal opvragen en het saldo laten omzetten in een maandelijks bedrag.
© Corbis
zal de belasting aanzienlijk lager zijn; u wordt dan slechts belast op 80% van uw basiskapitaal.
Assistent en doctoraatstudent
"Als psychiater luister je meer naar je patiënt" Een specialisatie geneeskunde doen, valt dat tegenwoordig nog een beetje mee? We vroegen het aan Thomas Pattyn (26), psychiater in opleiding.
T
homas woont in een studentenstraat in Antwerpen Zuid. In oktober vorig jaar begon hij aan een specialisatie in de psychiatrie. Waarom psychiatrie? “Eerlijk gezegd, ben ik niet met volle overtuiging aan geneeskunde begonnen. Ik had even goed voor informatica kunnen gaan. Maar mijn beide ouders zijn huisarts, en zij hebben mij ervan overtuigd dat het artsenberoep toch een praktisch vak is met grote werkzekerheid.”
Holistische aanpak “Het heeft drie jaar geduurd voor geneeskunde echt mijn ding werd. Pas in het vierde jaar met de lessen psychiatrie begon ik er echt voor te gaan. Voordien deed ik gewoon mijn examens mee. De klinische vakken vond ik eerder droge materie. Je bekijkt de organen, doet
laboratoriumtesten, en aan de hand daarvan pas je de behandeling aan. De psychiatrie gaat voor een meer holistische aanpak. Je praat meer met je patiënten, je luistert naar wat zij willen dat er beter gaat.”
Doctoraat en specialisatie combineren Opvallend: Thomas combineert zijn opleiding met een doctoraat. “Daarmee ben ik geen uitzondering. De meeste kandidaat-specialisten die een doctoraat willen doen, beginnen daar nu bij het begin van hun assistentenopleiding mee. In mijn lichting aan de Universiteit Antwerpen bijvoorbeeld zijn we met zes aan de opleiding psychiatrie begonnen. Twee van hen doen wetenschappelijk onderzoek.”
Sui generis: beperkte sociale bescherming Als specialist in opleiding valt Thomas onder het sui generisstatuut. Hij is werknemer van het ziekenhuis, maar zijn sociale bescherming is minder groot. “In vergelijking met een gewone werknemer ben ik even goed beschermd tegen ziekte en invaliditeit, en heb ik ook recht op ouderschapsverlof en kinderbijslag. Aan de andere kant heb ik geen recht op een werkloosheidsvergoeding, tellen mijn stagejaren niet mee voor mijn pensioen, en krijg ik geen vakantiegeld en geen dertiende maand.”
10.
M A G A Z I N E
Ontmoeting
VAPZ en gewaarborgd inkomen
© Frédéric Raevens
Thomas koos ervoor om zijn beperkte sociale bescherming uit te breiden met een VAPZ en een gewaarborgd inkomen. Hij financiert die met zijn sociale voordelen van het RIZIV. “Ik heb er nooit aan getwijfeld of ik dat wel zou doen. Artsen kunnen ook een ongeval krijgen of ziek worden. Meer zelfs, ze krijgen vaker dan gemiddeld een burn-out of een depressie. Amonis is een van de weinige financiële instellingen die deze geestelijke ziekten heeft opgenomen in zijn dekking bij het gewaarborgd inkomen, weliswaar op voorwaarde dat je minstens vijf jaar aangesloten bent. De adviseur van Amonis heeft met mij de balans van mijn persoonlijke situatie en behoeften opgemaakt zodat ik de beste keuze kan maken.”
Anderhalf jaar langer studeren Tijdens de eerste drie jaar van zijn doctoraat werkt Thomas voltijds aan de universiteit Antwerpen, de volgende drie jaar zal hij zijn proefschrift in zijn vrije tijd moeten afwerken. “Door het doctoraat zal mijn opleiding tot psychiater anderhalf jaar langer duren dan het normale traject: 6,5 jaar in plaats van 5 jaar”, geeft Thomas aan.
Klassen in paniekstoornissen Voor zijn proefschrift onderzoekt Thomas of het mogelijk is om paniekstoornissen op te delen in verschillende subtypes. Zijn promotoren zijn prof. dr. Bernard Sabbe en dr. Filip Van Den Eede. “Het klinische beeld van paniekstoornissen kan duidelijke symptomatische verschillen tonen: bijvoorbeeld, een cardiorespiratoir subtype met hart- en ademhalingsklachten, en een cognitief subtype met angsten om controle te verliezen. In mijn onderzoek kijk ik of deze subtypes ook biologisch verschillen. De uiteindelijke bedoeling is de behandeling beter te kunnen afstemmen op wat patiënten echt nodig hebben.”
Groot psychisch lijden “Want jammer genoeg duurt het vaak te lang voor patiënten de juiste behandeling krijgen. Vaak zien ze eerst hun huisarts en hun
cardioloog voor het duidelijk wordt dat het eigenlijk om een paniekstoornis gaat. Terwijl paniekstoornissen een groot psychisch lijden veroorzaken. De patiënten functioneren in hun gezin of op het werk, maar ze vrezen voortdurend dat ze plots een paniekaanval krijgen. Veel patiënten gaan eronder door. Het geld voor mijn onderzoek komt van een erfenis van een collega-arts. Hij leed zelf aan paniekstoornissen en is door zelfdoding om het leven gekomen.”
Geen contact met patiënten Door zijn doctoraat ziet Thomas voorlopig weinig patiënten, enkel zij die aan zijn onderzoek willen meewerken. “Klinisch werk mag je niet combineren met een doctoraat. Dat is jammer, want contact met de patiënt is natuurlijk de kern van het beroep.” Het voordeel is dan weer dat hij voorlopig geen nachtdiensten op zijn bord krijgt.
Wettelijke arbeidsduur Toch is Thomas als bestuurslid van de Vlaamse Vereniging voor Assistent-Psychiaters betrokken bij de impact van de wet op de wettelijke arbeidsduur voor artsen. “Uit een recente enquête bij specialisten in opleiding bleek duidelijk dat het een lastige situatie is. Sommige zorginstellingen zetten stagiairs onder druk om meer dan 48 uur per week te werken, of zelfs meer dan 60. Aan de andere kant zien heel wat assistenten daar weinig graten in: ze stellen zich collegiaal op en vinden dat ze zo meer ervaring kunnen opdoen tijdens hun stage.”
Toekomst Tot slot: hoe ziet Thomas zijn toekomst? “Zoals vele collega’s zal ik waarschijnlijk in een psychiatrisch centrum werken, en ’s avonds in mijn privépraktijk nog patiënten zien. Anderzijds zou ik ook graag in het wetenschappelijk onderzoek verder gaan. We zien wel wat het wordt. De beslissing ligt nog enkele jaren voor mij.” ••
11.
Starters: onze adviseurs tot uw dienst! Moet u wettelijke sociale zekerheidsbijdragen storten? Wat moet u weten op fiscaal vlak? Wat zijn de verzekeringen die u beslist moet afsluiten?
Zelfstandige of loontrekkende
© Corbis
Vraag een persoonlijke balans van uw situatie
Vraag ons advies op het moment dat u het beste uitkomt en ontvang onze startersgids met tips voor het opstarten van een praktijk: 0800/96.119. M A G A Z I N E