SLST.Ha Installatiehandleiding SILVERLINE HEAT

SLST.Ha5.000961

Installatiehandleiding SILVERLINE HEAT

Inhoudsopgave 1 Levering en benodigdheden ........................................................................................................................ 3 1.1 Levering ........................................................................................................................................................ 3 Tabel 1 ........................................................................................................................................................... 3 Tabel 2 ........................................................................................................................................................... 4 1.2 Benodigheden ........................................................................................................................................... 5 2 Installatie hellend dak ..................................................................................................................................... 6 2.1 Veiligheid ..................................................................................................................................................... 6 2.2 Tapwaterleidingen .................................................................................................................................... 7 2.3 Opslagmodule ........................................................................................................................................ 8/9 2.4 Overzicht onderdelen dakframe ...................................................................................................... 10 2.5 Installatie collector hellend dak .................................................................................................. 11/12 2.6 Installatie dakdoorvoer .................................................................................................................. 13/14 2.7 Installatie vacuümbuizen ..................................................................................................................... 15 2.2 Installatie platdak 2.2.1 Installatie frame platdak en vacuümbuizen ............................................................................... 16 2.2.2 Ballast berekening ............................................................................................................................... 17 2.2.3 Monteren leidingen ............................................................................................................................ 18 2.3 Opslagmodule 2.3.1 Vullen van het systeem ...................................................................................................................... 19 2.3.2 Aansluiten 12V systeem.................................................................................................................... 20 2.3.3 Aansluiten 24V externe pomp........................................................................................................ 21 2.4 Systeem 2.4.1 In bedrijf stellen van het systeem .................................................................................................. 22 3 Checklist oplevering 3.1 Checklist ..................................................................................................................................................... 23 4 Onderhoud 4.1 Onderhoud ............................................................................................................................................... 24 5 Technische tekening Collector ........................................................................................................................................................... 25 6 Specifiecaties Collector ........................................................................................................................................................... 26 7 Technische tekening Opslagmodule ................................................................................................................................................ 27 8 Specifiecaties Opslagmodule .................................................................................................................................................. 28 9 Opbouw Plat dak frame ................................................................................................................................................... 29

2

Installatiehandleiding Silverline Heat

1

Levering en benodigdheden

1.1

Levering De levering bestaat uit meerdere handzame dozen. Controleer of de geleverde dozen niet beschadigd zijn en de artikelnummers overeen komen met het systeem dat u heeft besteld in Tabel 1. Informeer uw leverancier bij beschadiging of ontbreken van artikelen.

Aansluitset Platdak Artikelnummer 610009

Aansluitset Plat dak Artikelnummer 610008

Collector 24V Plat dak Atikelnummer 610007



Collector 24V hellend dak Atikelnummer 610004



Opslagmodule 100L 16M Artikelnummer 610012



Tabel 1 Aantal dozen per systeem

Opvoerhoogte tot 3 meter, hellend dak HD Silverline Heat 15V 3m HD / Artikelnr 620001

1

Silverline Heat 20V 3m HD / Artikelnr 620002

1


1

1

1 1

1 1

1

Opvoerhoogte tot 4 meter, plat dak PD Silverline Heat 15V 4m PD / Artikelnr 620004

1

Silverline Heat 20V 4m PD / Artikelnr 620005

1


1

1

1 1

1 1

1

Opvoerhoogte tot 16 meter, hellend dak PD Silverline Heat 15V 16m HD / Artikelnr 620007

1


1


1

1

1 1

1 1

1

Opvoerhoogte tot 16 meter, plat dak PD Silverline Heat 15V 3m PD / Artikelnr 620010

1


1


1

1

1 1

1 1


1

3

1


Installatie- en gebruikshandleiding

1

Voeding 12 Volt / 24 Volt

1

Wakaflex

1

Collector aanvoerleiding rood L = 650cm

Collectorretourleiding blauw L = 650cm

4

Aansluitset Silverline VP Artikelnummer 610009

Afbeelding

Aansluitset Silverline VH Artikelnummer 610008

Tabel 2 Samenstelling aansluitsets

1

1

Isolatie los bijgeleverd L=650cm 2 stuks

1

Doorstroombegrenzer / restrictie

?

Kniekoppeling

2

Dakdoorvoer

1

1

Overstroomdop

1

1

Overstroomkoppeling

1

1

Vulslang geel met koppeling ¾”

1

1

Terugloop set / inclusief restrictie

1

1


1


1.2 Benodigdheden Nabij de opslagmodule dient aanwezig te zijn:

• vrij stopcontact 230 Volt. • vulkraan met 3/4G buitendraad.

Hiernaast is benodigd: Hellend dak (Silverline Heat H)

Plat dak (Silverline Heat P)

Panhaken Ballast (beton tegels 30 x 30 cm) Steeksleutel 24 mm Steeksleutel 8 en 24 mm Rolmaat Rolmaat Metaalboor 5 mm Gatenzaag of betonboor 50 mm voor plat dak Scherp mes Scherp mes Gatenzaag 30 mm Rubber mat of tegels voor bescherming dak Accuboormachine met kruiskopbit Kit t.b.v. de dakdoorvoer (bv Shell Tixophalte) Gaffertape (of vergelijkbaar) Gaffertape (of vergelijkbaar) Eventueel Gasbrander en dakbitumen

Zorg voor voldoende veiligheidsmaatregelen tijdens het werken op het dak. Gebruik een veiligheidslijn of daksteiger.


5

2 Installatie 2.1 Veiligheid

Denk aan uw eigen veiligheid en aan die van anderen:

De zonneboiler bevat elektrische onderdelen. Met uitzondering van de voeding gaat het om veilige laagspanning (12 V / 24 V), maar ga er zorgvuldig mee om: voorkom beschadiging en nat worden van elektrische isolatie en onderdelen. De warmtewisselaar en sanitairleidingen staan onder waterleidingdruk en kunnen heet worden: Zorg voor goede thermische isolatie. Koel het systeem af door warm water af te tappen. Ook de collector en aansluitleidingen kunnen heet worden. Voorkom aanrakingsgevaar door isolatie volgens de instructie en afkoeling voorafgaande aan onderhoud. Monteer de onderdelen volgens de instructies en voorkom dat ze kunnen omvallen tijdens montage en bedrijf.

Zorg voor voldoende veiligheidsmaatregelen tijdens het werken op het dak. Gebruik een veiligheidslijn of daksteiger.

6


2 Installatie 2.2 Tapwaterleidingen De tapwaterleidingen en de opslagmodule dienen in een vorstvrije ruimte geïnstalleerd te worden. Haal de steker van de tapwaterverwarmer (CV )uit het stopcontact. Draai de afsluiter van inlaatcombinatie dicht, open een warme kraan in de woning. Laat vervolgens de tapwaterverwarmer (CV) leeglopen via de spui-opening van de inlaatcombinatie. Vervang de leiding tussen de inlaatcombinatie en de tapwaterverwarmer (CV) door de tapwaterleidingen van en naar de opslagmodule. Gebruik bij voorkeur een leidingdiameter van 12 mm.

Zet de leidingen vast met muurbeugels tegen muur en vloer.

Figuur 1; Aanleg van de tapwaterleidingen

CV

Om te hoge temperaturen aan de tappunten te voorkomen kan een mengventiel of thermosstatische kraan worden gemonteerd. Informeer bij de leverancier of fabrikant van uw tapwaterverwarmer naar de aansluitvoorschriften.


7

2 Installatie 2.3 Opslagmodule Plaats de opslagmodule op een vlakke ondergrond bij het uiteinde van de tapwater leidingen. Schuin dak. Boor een gat in het dak met een diameter van 30 mm boven de aansluitingen van de collectorleidingen in verticale richting. (neem tijdens het boren de opslagmodule van zijn plaats)

- Verbind sanitair warm (figuur 3.1) met de inlaat van de tapwaterverwarmer (CV). - Verbind de santair koud met de inlaat combinatie. Figuur 3.1 - Isoleer beide leidingen. (isolatiemateriaal niet bijgeleverd). - Laat de isolatie doorlopen tot over de leiding.

Controleer of de tapwaterleidingen dicht zijn door de warmwaterkraan en het spuitventiel te sluiten en de inlaatcombinatie weer open te draaien. Ketel weer in bedrijf nemen. Zorg er voor dat de tapwatertemperatuur op 60°C staat afgesteld.

8


2 Installatie 2.3 Opslagmodule

Figuur 2. Installatievoorbeeld opslagmodule a

Figuur 3. Installatievoorbeeld opslagmodule b

Figuur 3.1 Aansluitingen

Vullen

Collector koud Collector warm

Collectorsensor

Sanitair warm

- Verbind sanitair warm met de inlaat van de tapwaterverwarmer (CV).

Sanitair koud

- Verbind de santair koud met de inlaat combinatie


9

2

Installatie vacuümbuis collector

2.4 Overzicht onderdelen dakframe

Profiel A

Profiel B

Profiel C

Profiel D

Dakhaak

Bevestigingsdop

Header

10


Klemblok

2

Installatie hellenddak

2.5 Installatie frame hellenddak

Monteer het daframe zoals onderstaand voorbeeld

B profiel

A profiel A profiel Figuur 5. Montage van het dakframe

C profiel

Schuif de dakpannen omhoog of verwijder ze waar de haken moeten worden bevestigd en plaats de haken op de positie van het dal van een pan.

Bepaald de plek waar de 4 haken moeten worden bevestigd en boor daar een gat Ø8.5 in het profiel A. Pas het frame van de collector eventueel aan in de breedte op de positie van de haken


11

2

Installatie hellend dak

2.5

Installatie frame hellend dak

Als het frame volledig met de haken op het dak is gemonteerd, bevestig dan de bovenbak aan het frame.

Zorg voor een juiste werking van het systeem door de bovenbak 0.5 graden naar de blauwe leidingkant te laten aflopen.

warm

12


koud

2


2.6

Installatie dakdoorvoer

Slijp een stuk weg uit een dakpan. Snij van de wakaflex 2 gelijke stukken van 50 cm. Leg één gedeelte apart en bevestig aan het 75 mm. ander gedeelte de doorvoertules.

175 mm.

2x gat Ø20mm Figuur 6 Wakaflex

Schuif (of plaats) de pannen weer op de originele positie en bevestig de dakdoorvoer. Schuif de wakaflex onder de pan die boven de pan ligt waar een gat in is geslepen.

warm

koud


13

2


2.6

Installatie dakdoorvoer

warm

koud

Monteer de rode en blauwe collectorleidingen en breng de buisisolatie aan op beide leidingen. Plak de wakaflex pas vast aan de pan, als de leidingen zijn doorgevoerd.

Zorg dat de leidingen ALTIJD onder AFSCHOT gemonteerd zijn (en blijven). Er moet voldoende ruimte zijn voor krimp van de rode en blauwe leiding.(max 5%)

14


2


2.7 Installatie vacuümbuizen Plaats eerst de de geleidings ringen

Plaats daarna de vacuümbuizen en draai daarna de doppen erop

Gebruik voor het monteren van de vacuümbuizen de meegeleverde contactpasta voor het metalen uiteinde van de vacuümbuizen en eventueel wat zeepsop op het uiteinde van de glazen buizen om het inschuiven te vergemakkelijken.


15

2.2 Installatie platdak

2.2.1 Installatie frame platdak en vacuümbuizen Monteer het frame. Zie voor een uitgebreide handleiding pagina 28 t/m 31 Het frame is in verschillende hoeken t.o.v het dak te monteren. De laagste stand is 35 graden. De horizontale L-profielen voor de ballast zijn nodig wanneer er met ballast tegels wordt gewerkt. Zorg ervoor dat de L-profielen niet onder de ballast uit kunnen.

L profiel 4 maal los gemonteert

ballast tegel

Monteer de bovenbak en de vacuümbuizen

Gebruik voor het monteren van de vacuümbuizen de meegeleverde contactpasta voor het metalen uiteinde van de vacuümbuizen en eventueel wat zeepsop op het uiteinde van de glazen buizen om het inschuiven te vergemakkelijken.

16


2.2

Installatie platdak

2.2.2 Ballast

Verdeel de ballast op de vierhoekpunten

Ondersteun het frame met rubber matten of tegelsdrager om lekkage van het dak te voorkomen.

Bebouwde omgeving

Bebouwde omgeving

Bebouwde omgeving

Gebied II

Gebied III

Gebied I

Gebied II

Gebied III

Hoogte (m)

Gebied I

Gebied II

Gebied III

Gebied I

Gebied II

Gebied III

Bebouwde omgeving

Gebied I

20 B V

Hoogte (m)

15 VB

2

255

207

169

225

207

169

2

337

273

222

337

273

222

3

255

207

169

283

207

169

3

337

273

222

375

273

222

4

255

207

169

321

245

169

4

337

273

222

425

324

241

5

255

207

169

350

274

169

5

337

273

222

463

362

279

6

255

207

169

378

297

169

6

337

273

222

501

394

305

7

255

207

169

402

321

169

7

337

273

222

533

425

330

8

255

207

169

421

335

169

8

337

273

222

558

444

356

9

255

207

169

435

354

169

9

337

273

222

577

470

375

10

283

231

188

454

369

188

10

375

305

248

603

489

394

11

312

255

207

468

383

207

11

413

337

273

622

508

413

12

335

274

226

482

397

226

12

444

362

299

641

527

425

24 B

5

403

6

403

7

403

8

403

7 327

9

266

403

327

266

449

327

266

266403510

327 388

266 266 266 289

510

388

289

327 5

266403555

434 327

335 266

555

434

335

6

403

327

266

601

472

365

3 327

327

Gebied I

Gebied I

327

266403449 327 327

2

Gebied III

Hoogte (m)

Gebied III

4 327

403

4

Gebied II

403

3

Gebied I

266

Gebied III Gebied III

Hoogte (m) Gebied II 327

2

Bebouwde omgeving

Bebouwde omgeving

Gebied II Gebied II

Gebied I

Bebouwde omgeving

403

24 VB

Bebouwde omgeving

403

403

327

266

601

327

266

266403669

639

327 532

266 426

639

510

396

403

327 8

266403692

563 327

449 266

669

532

426

10

449

365

297

11

494

403

327

586 403722 327

472 266

692

563

449

12

532

9

10 434

745

472

266

510

608

365 396

494

358449768

365 631

297 510

722

586

472

11

494

403

327

745

608

494

12

532

434

358

768

631

510

Minimale totale ballast per collector 15V, 20V en 24V in kg conform NVN 7250 en NEN 6702


17

2.2 Installatie platdak 2.2.3

Monteren leidingen Boor een gat van 6 cm in het dak. Monteer de rode en blauwe leiding volgens de kleurcodes op de collector. Geleid de collectorleidingen en één twee-aderige kabel van de collector door de dakdoorvoer vervolgens naar de tank. Zorg er voor dat de leidingen niet onder spanning staan maar wel onder afschot. Ondersteun de leiding indien noodzakelijk.

Plak de dakdoorvoer met kit of brand deze waterdicht vast aan het dak. Raadpleeg eventueel een erkend dakdekker. Isoleer de rode leiding geheel en de blauwe alleen aan de buitenzijde.

koud

warm

De collectorleidingen dienen vanaf de collectoren geheel onder afschot gemonteerd te zijn zodat het water door de zwaartekracht naar de tank kan stromen. (zie Figuur 8). Tevens dienen de leidingen zodanig gefixeerd te zijn dat ze niet gaan klapperen onder invloed van harde wind.

18


2.3 Opslagmodule 2.3.1 Vullen van het systeem (12V) Zorg er tijdens het vullen voor dat de gele vulslang goed word vastgehouden zodat deze niet uit de opslagmodule gestuwd kan worden.

Monteer de overstroomkoppeling (Figuur 9) en plaats er een bakje onder om het uitstromende water op te vangen. Vul de opslagmodule met schoon drinkwater via de meegeleverde vulslang. Direct stoppen met vullen als er water uit de overstoomkoppeling stroomt. Laat het overtollige water uitstromen.

Verwijder de overstroom koppeling en plaats de overstroomdop weer terug. Let op de Oring nog aanwezig is in de overstroomdop. Figuur 9. Vullen van de opslagmodule

Plaats hierna de terugloopklep en overstroomstop. Figuur 10. Terug plaatsen van de terugloop set

overstroomstop.


19

2.3

Opslagmodule 12V

2.3.2 Aansluiten 12V systeem

Snijd leidingen recht af met een scherp mes om lekkages te voorkomen.

Isoleer de rode collectorleiding. Steek de blauwe collectorleiding in de terugloop set, Figuur 11, en de rode leiding in de opslagmodule warm Figuur 11. Terug plaatsen de terugloop set

Steek de stekker van de sensorkabel van de collector aan de bovenste aansluiting op de achterkant van de opslagmodule. (De onderste aansluiting is voor de bijgeleverde voeding) Figuur 12. Aansluitingen achterzijde opslagmodule 01

02

01 sensorkabel vanaf collector 02 Adapterkabel 12V voeding

20


2.3

Opslagmodule 24V

2.3.3 Aansluiten 24V externe pomp

Snijd leidingen recht af met een scherp mes om lekkages te voorkomen.

Isoleer de rode collectorleiding. Steek de blauwe collectorleiding in de retour collector circuit 01 verbind deze door naar de externe pomp 02 vanaf de externe pomp 03 verbind men de blauwe leiding aan de achterzijde van de collector. 04 Vanaf de collector 05 komt men met de rode leiding terug naar de opslagmodule.

05

01

06

04

06

08

07

03

02

07 sensorkabel vanaf collector 08 Adapterkabel 24V voeding


21

2.4 Opslagmodule 2.4.1 In bedrijf stellen

Ontluchten van het systeem. Alleen als er geen circulatie plaats vindt na 20 min. in werking zijn van het systeem. Haal de 1 connector van de terugsloopklep los.

Verwijder de sensorkabel van de collector uit de bovenste aansluiting aan de achterzijde van de opslagmodule. Zie tekening 14. Plaats de testconnector in de aansluiting van de sensorkabel. Zie tekening 13 Figuur 13. Testconnector

Figuur 14. Aansluitingen achterzijde opslagmodule

Sensorkabel vanaf de collector Plaats hier de test connector

Steek nu de voeding van het systeem in het stopcontact en laat het systeem 1 minuut draaien.

Schakel het systeem uit door de stekker van de voeding uit het stopcontact te halen. Plaats de connector terug van de terugloop set. Verwijder de test connector en plaats de sensorkabel terug. Test het systeem op circulatie.

Bij bewolkt weer kunt u hiervoor de testconnector gebruiken. Let op! Dit mag nooit bij een buiten temperatuur beneden 30 C.

22


3

Checklist oplevering

Binnenkant woning

Is het collectorcircuit lekdicht O Collectorleidingen voldoende onder afschot O Rode collectorleiding geïsoleerd O Collectorsensor aangesloten O Tapwatertemperatuur op 60C O Pomp ontlucht O Stekker in stopcontact O Op plat dak Collectorleidingen geïsoleerd (ook blauwe) O Voldoende ballast O Dak beschermd tegen lekkage O Kabelwartels in doorvoer waterdicht O Bouten frames goed aangedraaid O Hellend dak Collectorleidingen geïsoleerd (ook blauwe) O Wakaflex aangedrukt O Dakdoorvoer waterdicht O Bewoners Nalopen checklist O Overhandigen en toelichten gebruikshandleiding O


23

4 Onderhoud Opslagmodule Jaarlijks de bedrading nalopen en de opslagmodule bijvullen zie § 2.6. In gebieden met een hoge drinkwaterhardheid (>10dH) wordt aanbevolen de opslagmodule sanitairzijdig jaarlijks te spoelen met antikalkmiddel. Collectoren Controleer de bevestiging en afdichting van de collectoren jaarlijks. Verwijder eventueel vuil of objecten die lichttoetreding verhinderen. Leidingwerk Controleer de bevestiging van het leidingwerk en of de leidingen nog goed geïsoleerd zijn en onder afschot liggen. Storingen Een indicatie van een storing is de volgende situatie: De zon schijnt op de collectoren en de opslagmodule wordt niet verwarmd. Om te controleren of het systeem nog goed functioneert, dient eerst de tank voldoende te zijn afgekoeld door het aftappen van warm water. Bij zonnig weer dient eerst minimaal 10 minuten warm water te zijn afgenomen. Hierna kan de volgende procedure worden doorlopen (de zon dient wel te schijnen): 1. Staat er spanning op het stopcontact? .................................................................................... J=2 N=13 2. Levert de voeding een spanning van 12 V? ..............................................................................J=3 N=4 3. Is de bedrading (connector voeding en collectorsensorkabel) goed aangesloten?...N=5 J=6 4. De voeding is defect. U kunt bij Solesta een nieuwe voeding bestellen 5. Sluit de bedrading goed aan. De collectorsensor is ongevoelig voor polariteit. Slaat de pomp aan binnen 10 minuten? .....................................................................................J=6 N=7 6. Voelt de rode leiding na enkele minuten warm? .............................................................................N=8 7. Plaats de test connector. Slaat de pomp nu aan? ................................................................. J=9 N=10 8. Verwijder spanning. Controleer het waterpeil en vul schoon drinkwater bij. Herstel de spanning. Stroomt er na enkele minuten warm water in de opslagmodule? ...............................N=11 J=12 9. De collectorsensor of de bedrading naar deze sensor is defect. U kunt de collector demonteren en laten herstellen door Solesta. 10. De opslagmodule is defect. Demonteren en laten herstellen door Solesta. 11. Liggen de collectorleidingen voldoende onder afschot? .............................................J=14 N=15 12. Controleer het systeem op lekkage. 13. Zorg voor spanning op het stopcontact 14. Controleer de restrictie op verstopping, deze bevint zich in de blauwe leiding onder het . terugslagklepje bovenop het opslagmodule. 15. Plaats de leidingen onder afschot en ontlucht de pomp.

24


5

Technische tekening Collector

Plat dak 01 Aan en afvoer van collectorwater let op kleurcode! leidingen 02 Ballast tegels 03 Frame 04 Sensor 6NTO1L 05 Vacuümbuis

4 5

1

2

3

Schuin dak 01 Sensor 6NTO1L 02 Vacuümbuis 03 Frame 04 Dakhaak 05 Aan en afvoer van collectorwater let op kleurcode! leidingen

1 5

2 3

4


25

6 Specificaties Collectoren / Vacuümbuizen Algemeen

Silverline V15

Silverline V20 Silverline V24

Silverline V30

W Vermogen 898 GJ Opbrengst 3.1

w 1198 GJ 3.7

w 1435 GJ 4.1

w 1793 G 5.1

Apertuur oppervlak

1,9 m²

2,25 m²

2,81 m²

1,4 m²

Minimale hellingshoek

200 200

200

200

Maximale hellingshoek

800 800

800

800

Gewicht

49 kg

Minimale temperatuur

-200c -200c

-200c

-200c

Stagnatie temperatuur

2210c 2210c

2210c

2210c

Sensor

6NTO1L

6NTO1L

6NTO1L

6NTO1L

Inhoud

0.9 ℓ

1.2 ℓ

1.44 ℓ

1.80 ℓ

Debiet

15 ℓ/h

20 ℓ/h

25 ℓ/h

30 ℓ/h

Materiaal

koper/glas

koper/glas koper/glas

koper/glas

Frame

alu zwart

alu zwart

alu zwart

65kg

78kg

108kg

Heatpipes

alu zwart

Aansluitingen Aanvoer warm

10 mm opsteek

Retour koud

10 mm opsteek

Afmetingen Lengte

1,93 m

1,93 m

1,93 m

1,93 m

Breedte

1,19 m.

1,56 m

1,86 m

2,38 m

0,1 m

0,1 m

0,1 m

Hoogte afstand pan-collector

26


0,1 m

7 05

Technische tekening opslagmodule 04

03

01

02

01 ww naar warm water bereider 02 kw sanitair koud water 03 aanvoer collectorcircuit 04 retour collectorcircuit 05 leegloopklep 06 connector collector 07 connector 12V voeding 08 warmtewisselaar RVS 09 Sensor 8NTO1L 10 Sensor 5NTO1L 11 12V pomp

560,00

06

9 08

643

07

11

10.

547


27

8 Specificaties opslagmodule Opslagmodule Isolatie buitentank Polypropyleen Binnentank Polyethylene Effectieve capaciteit 89,5 ℓ Ledig gewicht 16 kg Gewicht gevuld 116 kg Opvoerhooghte 3m / 4m opvoerhoogte externe pomp 16m Tapwater kant Capaciteit 1.5 ℓ Maximale druk 800 kPa Minimale temperatuur -300c Maximale temperatuur 800c Verbindingen 10 mm. Warmtewisselaar 5,5 ℓ (RVS 316) Pomp type 3m /4m Externe pomp type 16m

DDC 1 / DDC 1+, 12V 18W Premotech BL30

01 Sensor 8NTO1L 02 Pomp 12V 3m / 4m 03 Sensor 5NTO1L

1

2

3 0,5 0,4

Drukverlies bar

0,3 0,2 0,1 0 05

Module Capaciteit 89.5 ℓ Medium standaard tapwater Maximale druk nvt Maximale temperatuur 800c Verbindingen 10 mm. Elektrisch Voltage 12 V/DC Pomp in gebruik 11W/18W

28


10

15

9

24V systeem externe pomp

01

01 connector collector 02 connector naar pomp 03 retour collectorcircuit 04 aanvoer collectorcircuit 05 ww naar verwarmingsketel 06 kw sanitair koud water 07 aanvoer vanuit tank 08 connector sensor uit tank 09 connector voeding 24V 10 uitvoer naar collector 11 warmtewisselaar 12 Sensor 8NTO1L 13 Sensor 5NTO1L

02

03

04

05

06

11

08

12

09

10

07

13


29

9

30

Opbouw plat dak frame


9



31

8

32



8



33

SLST.Ha Installatiehandleiding SILVERLINE HEAT

Recommend Documents