24-10-2012
Op 24 oktober jl. vond het Creative LAB van UDesign plaats in De Hogeschool Utrecht. Dit Creative LAB richtte zich op het project RAAK-MKB Ontwerpen voor zorgverleners. De ruim 50 aanwezigen waren zowel ontwerpers, studenten van de Hogeschool Utrecht, Saxion Enschede, Hogeschool voor de Kunsten Utrecht, zorgverleners en onderzoekers. Tijdens de lezingen kregen zij inzicht in de meest actuele stand van zaken op het gebied van ontwerpen voor de (thuis)zorg, dilemma’s die hier zijn en de kansen die hier volop liggen. Tijdens de workshops werden zes productideeën ontwikkeld en vol enthousiasme gepitcht. Dit verslag vat zowel de presentaties als de workshops kort samen. De productideeën zijn inzichtelijk gemaakt en verwerkt in de bijgevoegde posters. Welkom en introductie Joke van Beek (bestuur UDesign) heet iedereen van harte welkom en geeft een korte uitleg over het project RAAK-MKB ‘Ontwerpen voor Zorgverleners’. Binnen dit project zoeken Saxion, Hogeschool Utrecht, Panton, Carinova, Industrial Design Centre en UDesign ontwerpkansen om thuiszorgverleners en mantelzorgers hun werk efficiënter en effectiever te laten doen. Voorzitter van UDesign Robert-Jan Hofhuis legt vervolgens kort uit dat UDesign een netwerkfunctie vervult om kennisinstellingen, ontwerpers en producenten te verbinden via diverse activiteiten zoals cafés, meet-ups bij bedrijven, creative labs en natuurlijk de website www.udesignplaza.nl. Siny Vink
Toelichting op RAAK-MKB Ontwerpen voor Zorgverleners door Karin van Beurden Lector Product Design, Karin van Beurden van Saxion, is penvoerder van dit RAAK-project. Het project borduurt voort op een eerder RAAK-project: “De Vitale Oudere”, dat werd afgerond met de 55plustoolbox (www.55plustoolbox). Dit is een inspiratiebron voor ontwerpers en marketeers die willen ontwerpen voor 55-plussers. Er staan scenario’s in die zo typerend zijn voor de 55-plus doelgroep. Een 55-plusser die zich in een spagaat bevindt van het wel nodig hebben van hulpmiddelen of aangepaste producten, maar het nog niet wil erkennen (bijv. het niet kunnen vinden van het gaatje in de shampoofles). Ook bevat de 55plustoolbox heel concrete ontwerpmethodieken voor ouderen, zoals de ouderen inlevingstool. Ouderen kunnen zich vaak moeilijker bewegen door stijve spieren en gewrichten. Voor ontwerpers is dit vaak moeilijk om zich voor te stellen. Daarom heeft Saxion een tool gemaakt met materialen waarmee je jezelf een ouderenpak kunt aanmeten. Hiermee wordt je beperkt in je bewegingen zodat je je volledig kunt inleven in de oudere doelgroep. RAAK-MKB Ontwerpen voor Zorgverleners richt zich op de doelgroep thuiszorgverlener (professioneel en mantelzorgers). Het eindproduct van dit project wordt een toolbox, vergelijkbaar met de 55plustoolbox. Het project kent vier werkpakketen, heeft een looptijd van twee jaar en is nu halverwege. De stand van zaken van alle werkpakketten werd gepresenteerd. Dit is puntsgewijs kort samengevat en geeft u een inzicht in de sub-projecten.
Inzicht krijgen in de doelgroepen professionele thuiszorgverleners en mantelzorgers
Via uitgebreid desk- en veldonderzoek door studenten zijn de belangrijkste issues geïdentificeerd waar zorgverleners mee kampen. De noodzaak van dergelijk doelgroepenonderzoek bleek hoog, omdat zorgverleners altijd heel tevreden zijn, hard werken en niet aangeven dat er problemen zijn. Als ontwerper mag je dat niet zomaar aannemen, maar moet je het zelf gaan ondervinden in de praktijk. Uit het onderzoek bij professionele thuiszorgverleners kwamen vooral de volgende issues naar voren:
Karin van Beurden
Tillift die is ontwikkeld voor zorginstellingen, maar thuis gebruikt moet worden.
Onveilige situaties in huizen, bijvoorbeeld gevaarlijke trappetjes.
Ongewenst gedrag door cliënten.
De niet altijd ideale omgeving waarin gewerkt moet worden.
Thuiszorgverlener
Angst om verkeerdere medicijnen toe te dienen (bleek de grootste angst onder mantelen thuiszorgverleners
Omgang met familie en huisdieren is niet altijd gemakkelijk (ook met allochtone cliënten)
Steunkous aantrekhulp, die tot twintig keer per dag gebruikt wordt door de thuiszorgverlener, is nog altijd niet gebruiksvriendelijk.
Uit het onderzoek onder mantelzorgers bleek dat er drie soorten mantelzorgers te onderscheiden zijn: 1. Ouders zorgen voor het kind 2. Kind zorgt voor de ouders (meestal oudste dochter) 3. Partner zorgt voor partner Onder mantelzorgers bleek een grote machteloosheid en frustratie te heersen door al het “gedoe eromheen”. Zoals: hulpmiddelen die verkeerd geleverd worden en de administratieve rompslomp dat erbij komt kijken. Zij zouden graag, als er iets verbeterd moet worden, minder willen regelen en meer medewerking krijgen. De rapporten uit het doelgroepenonderzoek staan op: www.saxion.nl/ovz . Deze site zal de komende tijd continu aangevuld worden met materiaal uit de sub-projecten.
Ontwikkelen van een toolbox met onderzoeksmethodieken voor gebruikersgericht ontwerpen
Karin roept ontwerpers op mee te doen aan het onderzoek dat we nu uitvoeren binnen dit werkpakket: het interviewen van ontwerpers om te inventariseren welke methoden ze al gebruiken wanneer ze ontwerpen voor de zorg en in welke nieuwe methoden ze geïnteresseerd zijn. Er wordt een creatieve en inzichtelijke interviewtechniek met kaarten gebruikt en het wordt uitgevoerd door studenten van de Hogeschool Utrecht. Geïnteresseerden kunnen zich melden bij
[email protected]
Diverse ontwerpcases met gebruikers
Binnen het project worden diverse cases opgepakt. Zoals communicatie met allochtone cliënten in de thuiszorg, planningssystemen, tillift en steunkous aantrekhulp. Bij de ontwikkeling van de steunkousaantrekhulp heeft een student eerst onderzocht hoe de hulp momenteel gebruikt wordt en wat er niet optimaal aan is. Vervolgens zijn kritische gebruiksscenario’s geschetst en momenteel worden diverse nieuwe concepten ontwikkeld en getest met gebruikers om te bewijzen of de nieuwe hulp ook daadwerkelijk een verbetering is.
Web-based toolbox
Alle verzamelde informatie en resultaten van de werkpakketten worden geschikt gemaakt voor de webbased toolbox. Deze biedt ondersteuning aan MKB en ontwerpers die producten en/of diensten willen ontwikkelen of verbeteren voor de thuiszorg. De toolbox wordt een website waarin een aantal ontwerpvragen op grond van verkennen, productontwikkeling, marketing, productie en vermarkten is uitgewerkt naar informatie, tools en cases. Daarnaast wijst Karin iedereen op World Usability Day op 8 november. Op diverse plaatsen in de wereld werd stilgestaan bij deze dag, en ook namens het project werd een ludiek evenement georganiseerd in MediaPlaza in Utrecht. Tijdens de meeting worden verschillende ontwerp- en onderzoeksmethodieken voor ontwerpen voor de zorg toegelicht. Tevens werd er tijdens die bijeenkomst een voorproefje gegeven op de web-based toolbox. Mocht u een verslag van deze enerverende middag willen ontvangen, stuur dan een e-mail naar
[email protected].
Ontwerpen voor de zorg door Ingeborg Griffioen Ingeborg is mede-eigenaar van ontwerpbureau Panton, een bureau dat zich specialiseert in medische innovaties. Ingeborg vertelt dat zij dit bureau is begonnen wegens haar passie voor de zorg, en de bijdrage die ze met haar ontwerpen kan leveren aan de kwaliteit van zorg en leven. Iedereen die bij haar in dienst is, heeft deze passie. Bij Panton werken 10 mensen. 50% Van de opdrachtgevers zijn zorginstanties, 40% fabrikanten en 10% overheid- of adviesbureaus. Ingeborg’s grote boodschap luidt: “Waar de passie zit moet je aan de slag gaan”, en het rendeert om daar veel tijd in te steken. Vervolgens onthult Ingeborg een aantal issues waar rekening mee gehouden moet worden wanneer je ontwerpt voor de zorg, namelijk:
Passie voor gebruiksvriendelijkheid en effectiviteit Het product levert maar een kleine bijdrage aan de totale oplossing. Een product in de zorg is namelijk altijd onderdeel van een groter geheel, en dat moet de ontwerper meenemen
Sterk zijn in verbeteren van complexe, delicate interactie. Je moet als ontwerper bereid en creatief zijn om in gesprek te raken met de doelgroep over bijzondere thema’s. Panton
Als ontwerper voor de zorg moet je flexibel en praktisch zijn. Je moet inspringen waar nodig.
Winnen van kwaliteit van het leven. Als ontwerper voor de zorg is je innovatie niet per se zichtbaar op straat
Vervolgens presenteert Ingeborg casussen die bovenstaande receptuur illustreren.
Meetbus voor het Sophia Kinderziekenhuis
Het SKZ blijft de baby’s met het Downsyndroom die in dat ziekenhuis geboren worden, monitoren in de loop der jaren om vast te stellen of ze de juiste pijnmedicatie krijgen. Het is echter onmogelijk dat die kinderen frequent naar Rotterdam komen. Daarom wilde het SKZ met de meetapparatuur naar de kinderen komen. Panton werd gevraagd een “meetbus” te ontwerpen en daarom bouwde Panton een Citroen HY om tot een
meetbus met allerlei geavanceerde apparatuur. De bus ziet er heel leuk uit en het wordt voor de kinderen een soort spel om de meetmomenten te ondergaan. Zo zit er een “meetpoes” in de bus met een sensor in de staart die de metingen verricht. De bus werd zelfs als zo leuk ervaren dat de kinderen er niet meer uit wilden! Naast de bus ontwierp Panton ook een stripverhaal dat de kinderen voorbereidt op hun komst naar de bus en een website voor ouders.
Bodimove
Panton ontwierp een elegant product voor mensen die niet lang kunnen staan. De bestaande hulpmiddelen voor deze doelgroep zien er niet zo charmant uit en Panton maakte het product design zo dat mensen het graag en met trots met zich mee dragen.
Buitenspelen voor de Nederlandse Stichting voor het Gehandicapte Kind
NSGK wilde een leuke attractie verzorgen voor kinderen op de Buitenspeeldag 2011 op het NDSM-eiland en dan vooral geen springkussens. Panton dacht na over hoe de gehandicapte kinderen blij gemaakt konden worden. Ze bedachten een spel waarbij de kindjes met een beperking
Ingeborg Griffioen
juist stoer waren, en alleen dit soort kindjes mocht meedoen aan het spel. Kinderen zonder handicap kregen juist een handicap, door bijvoorbeeld een houten been, of een bril met slecht zicht. Er was een compleet pirateneiland, met rolstoelen die een piratenschip werden. Het effect was dat er veel awareness bij gezonde kinderen ontstond, over dat kinderen met een handicap altijd een verhaal hebben. Conclusie: Ontwerpen voor de zorg is iets compleet anders dan klassiek productontwerp. Ingeborg geeft tot slot nog vier eigenschappen weg voor een succesvol ontwerper in de zorg:
Optimistisch en creatief blijven: dingen die niet altijd leuk zijn, zoals gehandicapt zijn als kind, moet je positief weten te benaderen.
Goed kunnen luisteren en je verdiepen in de doelgroep. Loop mee in de zorg.
Succesvol ontwerper
Experimenteren en documenteren: Je moet gewoon dingen uitproberen!
Samenwerken met andere disciplines: je kunt het als ontwerper namelijk niet alleen, en vooral niet binnen de zorg.
De dagelijkse praktijk van de thuiszorg door Siny Vink Siny Vink is tactisch manager bij Carinova, een zorgorganisatie met ongeveer 5000 medewerkers in het oosten van het land. Ze bieden woonzorg, intramurale zorg en thuiszorg. In een week als deze ontvangen 4000 personen thuiszorg van Carinova. Siny vertelt dat er twee redenen zijn waarom Carinova mee doet aan dit project: er komen steeds meer ouderen bij die erg graag thuis willen blijven wonen en er komt steeds minder zorgpersoneel op de arbeidsmarkt. Carinova is ervan overtuigd dat technologie en nieuwe, gebruikersgerichte producten nodig zijn om dit gat te dichten. Siny is zelf verpleegkundige geweest en kan zich daarom goed inleven in de zorgverlener. In haar dagelijkse werkzaamheden als manager, is dit erg waardevol. Siny Vink
Siny’s definitie van thuiszorg is:
het helpen van mensen met dingen die ze zelf niet meer kunnen. Dat zijn dingen als wassen en steunkousen aandoen, maar tegenwoordig ook chemotherapie en dialyse thuis geven. vraaggericht maar niet vraag gezwicht. De medewerkers gaan ver, maar kunnen niet alles doen wat de cliënt zou willen. werken in een heel gevarieerde werkomgeving werken in teams, maar waar dat normaal betekent dat je samen koffie drinkt, is dat in thuiszorg zeker niet zo. De verpleegkundigen in een team zien elkaar niet, ze werken bij de cliënt thuis en hebben slechts af en toe overleg op kantoor. efficiënt plannen. Er wordt steeds efficiënter gepland waardoor er nog minder tijd over is voor vergaderen. administratieve last: er is geen overleg tussen collega’s, dus thuiszorgmedewerkers moeten heel goed documenteren wat ze allemaal doen. Ze moeten de handelingen op kantoor opschrijven maar ook bij de cliënt thuis. De administratieve last is het geen waar de medewerkers het meest last van hebben. werken bij de cliënt thuis. Je bent als medewerker in iemands huis, je bent daar op bezoek. De huizen variëren van dorpshuisjes tot villa’s. Het is niet altijd schoon en in sommige gevallen ontbreken heel voor de hand liggende zaken zoals bijvoorbeeld een toilet. Als zorgverlener moet je dan creatief en pragmatisch kunnen handelen.
Hulpmiddelen zien te gebruiken. De meeste hulpmiddelen zijn ontworpen voor gebruik in instellingen, maar niet voor de thuissituatie
Tot slot concludeert Siny dat producten en diensten die voor de thuiszorg ontworpen worden, moeten voldoen aan de volgende eisen:
veiligheid medewerker bevorderen medewerker moet efficiënt en effectief zorg kunnen verlenen slimme ICT-oplossingen:
(daar wordt in de thuiszorg nog maar weinig gebruik van gemaakt, omdat de gemiddelde leeftijd van de medewerkers 50 jaar is en zij kunnen niet gemakkelijk met technologie omgaan. In de toekomst neemt dit probleem hopelijk af.)
er zal een plek ontworpen moeten worden waar zorgverleners elkaar kunnen ontmoeten, ook al is dat niet face to face.
Kortom; genoeg uitdagingen voor ontwerpers!
Emotionele beleving van ruimten en ruimtelijke communicatie door Paul Wilke Paul Wilke is conceptual architect bij LASENZO Communicating Spaces en zit in het bestuur van UDesign. Paul laat zien dat hij heel actief is. Hij is ook lid van Mood Partner, dat zich richt op multisensorische middelen die een ruimte beter kunnen laten communiceren. Paul legt het concept van Communicating Spaces uit aan de hand van een foto van een paleis: in een paleis is de beleving en daardoor het gedrag van mensen heel anders dan op een bazaar in Marokko. In ontwerp moet je rekening houden met de beleving die de gebruiker wil ervaren. Schuim in shampoo heeft bijvoorbeeld geen nut. Echter, consumenten blijken dit wel te willen ervaren. Zij associëren schuim met een betere werking. Dus stoppen de fabrikanten wel schuim in de shampoo. Hetzelfde geldt voor de Senseo; het geluid dat dit apparaat maakt heeft geen functie. Het zou ook geluidloos kunnen werken, maar consumenten associëren het gerammel met het gezellige geluid van een espresso-apparaat en derhalve maakt de Senseo wel geluid.
Paul Wilke
Vervolgens laat Paul een aantal cases van LASENZO zien die het concept ‘communicating spaces’ nog beter illustreren.
Sedus: een beursinterieur dat dusdanig ontworpen werd dat het de bezoeker uitlokt om vragen te stellen
DOMO: deze fabrikant wilde op een beurs liever niet dat kleine klanten naar hen toe kwamen. Daarom is een stand ontworpen die wel pompeus was, maar niet arrogant en alleen “grote klanten” naar de stand gelokt werden.
Orgatec: Voor deze opdrachtgever moest een ruimte gecreëerd worden waar mensen lang met elkaar konden communiceren en misschien eens over iets anders gingen praten dan producten. Daarom werd een ruimte van 6 bij 24 meter omgetoverd tot een cafésetting met een bar en een diep rode kleur waardoor mensen dicht op elkaar moesten zitten en er een goede sfeer ontstond.
Moodoffice: LASENZO heeft door de inrichting in kantoren motivatie bij medewerkers weten te creëren en de betrokkenheid weten te vergroten. Als je de emotionele mens gaat bedienen werpt het
zijn vruchten af! Je kunt ook denken aan een moodwall en een multisensing wand.
Welcome Tisch: Voor de Mercedes showroom is een ontvangstruimte gecreëerd die gasten een rustmoment moet laten ervaren. Misschien komt de cliënt wel uit de drukte en is hij of zij nog helemaal niet bereid een auto te kopen. Wanneer hij/zij eerst even koffie drinkt in de ontvangstruimte kan diegene mentaal eerst even landen.
Tot slot herhaalt Paul waarom het zo belangrijk is voor de zorg te ontwerpen: de groeiende zorgvraag, gebrek aan personeel en de huidige hulpmiddelen die niet ontworpen zijn voor gebruik in de privésetting. Workshop (18.45-20.30u) De aanwezigen gaan in de workshop zelf aan de slag met het uitwerken van een productidee voor de thuiszorg. Lector Anita Cremers licht zes thema’s toe:
Verbetering huidige hulpmiddelen: Bestaande hulpmiddelen zijn niet optimaal afgestemd op professionele thuiszorgverleners. Opdracht: “Bedenk hoe bestaande hulpmiddelen voor thuiszorgverleners verbeterd kunnen worden
Hulpmiddelen voor mantelzorgers: Hulpmiddelen zijn ongeschikt voor andere gebruikers dan professionele thuiszorg. Opdracht: “Bedenk hoe bestaande hulpmiddelen voor mantelzorgers verbeterd kunnen worden of ontwerp een nieuw product”
Optimale communicatie tussen professionele zorgverlener, cliënt en mantelzorgster: Communicatie over cliënt tussen verschillende stakeholders is niet optimaal. Opdracht: “Bedenk een product voor verbetering van de communicatie tussen zorgverlener, cliënt en mantelzorg”
Veilig gebruik van hulpmiddelen: Zorgverleners maken niet altijd veilig gebruik van hulpmiddelen (ergonomie, overbelasting). Opdracht: “Bedenk een product dat veilig gebruik van hulpmiddelen garandeert”
Emotionele beleving van hulpmiddelen: Cliënten maar ook zorgverleners zijn mogelijk bang dat ze het hulpmiddel niet goed gebruiken, taken niet goed verdelen, maar ook hoe het hulpmiddel eruit ziet kan beangstigend zijn. Opdracht: “Bedenk hoe hulpmiddelen in de thuiszorg positief emotioneel beleefd kunnen worden”
Zorgomgeving en woonruimte: Hulpmiddelen zijn vaak ongeschikt om in de thuissituatie te plaatsen en gebruikt te worden. Opdracht: “Bedenk hoe woonomgeving en thuiszorghulpmiddelen zo optimaal mogelijk op elkaar afgestemd kunnen worden”
Anita licht vervolgens het posterformat toe dat tijdens de workshop ingevuld kan worden. Zes multidisciplinaire teams, bestaande uit minstens 1 student, een ontwerper en een onderzoeker, gaan aan de slag. Na 45 minuten gaan de teams hun ideeën aan elkaar pitchen. De uitgewerkte ideeën zijn verwerkt in posters en zijn, naast de gemaakte foto’s van alles pitches, hierna te vinden.