Recensie en analyse van Jojada Verrips
Sinds mijn boekpresentatie op 20 december 2014 over mijn boek " Een bloedovergoten dageraad ", heb ik letterlijk tientallen verzoeken gekregen van aanwezigen om de lezing die professor Jojada Verrips tijdens de presentatie heeft gegeven nog eens te kunnen nalezen. Tijdens deze lezing heeft hij namelijk niet alleen mijn boek gerecenseerd, maar ook geanalyseerd; hij heeft juist die aspecten eruit gehaald die ik opzettelijk in mijn verhalen had gesponnen. Het was een compliment. Het was een eer. Het was een buitengewone ervaring om een professor die je ooit les heeft gegeven, te zien en die een lezing over jouw boek geeft. En hij gaat de diepte in. Hij snijdt. Hij legt pijnlijke factoren bloot die je niet eens bloot had willen geven. En op dat moment besef je hoe persoonlijk je boek is. Hoe naakt je als het ware bent en hoe verhalen, zoals Aardedonker feitelijk symbool staan voor je ego, superego en je id en dat met name dit verhaal een metaforisch verhaal is over zinloos geweld zelf en de angst die het teweeg brengt, en hoe meisjes in rode mantels, in andere verhalen, voor ontwrichting en het verval van onschuld staan.
Er gingen tijdens de lezing duizend dingen door me heen. Hoe vereerd ik was dat iemand mijn boek uit elkaar haalde, maar ook hoe het me ontroerde en raakte en hoe ik even, heel even, weer op de Weteringschans stond. Ik kan Jojada Verrips eigenlijk niet genoeg bedanken. Hij heeft mijn boek niet alleen geanalyseerd, gerecenseerd, hij heeft er gewicht aan gegeven. Hij heeft uit de doeken gedaan waar het om ging en dat het verder ging dan de oppervlakte deed vermoeden.
Ik wil hem daarvoor bedanken want ik was, net zoals ieder ander die aanwezig was, door zijn lezing ontroerd.
1/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
Lezing van "Een bloedovergoten dageraad" door Jojada Verrips
Veel vrolijk stemmende momenten komt men in Anthonie Holslag’s nieuwste verhalenbundel E en bloedovergoten dageraad , die hier vanmiddag gepresenteerd wordt, niet tegen. Een uitzondering daarop lijkt de ‘goudovergoten’ dag op pagina 131 te vormen. Maar dan vergist men zich totaal, want juist op die dag, om precies te zijn dinsdag 3 november om een over negen, begon voor de hoofdpersoon uit het verhaal Aardedonker , Joseph, een apocalyptische nachtmerrie met een telefoontje van zijn geliefde Lydia, waarmee hij kort daarvoor naar meer smakende uren had doorgebracht.
We worden in dat verhaal meegesleept in een wilde horror carrousel volgeladen met bloeddorstige en angstaanjagende zombies of Lorenz-maniakken zoals Anthonie ze noemt, die de wereld kaal slaan en uiteindelijk ook Joseph in een donker hol onder de grond naar het leven staan. Een prachtig verhaal dat je kippenvel bezorgt en bepaalt bij de krochten van het ego en niet in de laatste plaats - de menselijke vergankelijkheid.
Heel bijzonder er in is het voorkomen van een godsdienstwaanzinnige boer, die zijn eigen vrouw aan gort schoot, zichzelf Adam noemt en zijn zwangere dochter, die eigenlijk Sophie heet, Eva. Een curieus incestueus stel, dat de lezer aan het denken zet over grensoverschrijdend gedrag.
2/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
Neen, de verhalen van Anthonie zijn niet van het soort waar je je rot om lacht.
Ze zitten boordevol met donkere en duistere kamers, kasten, kelders en kisten, kortom allerlei zwarte gaten, waarin van allerlei onheilspellends huist dat het bloed in de aderen doet stollen of er juist uit laat druipen, gebroed bij voorbeeld in de gedaante van een akelig soort roodkapjes dat op een Lorelei-achtige wijze slachtoffers maakt en mensen meesleurt naar gene zijde.
De verleiding is groot om hier nu de verhalen in de bundel stuk voor stuk te bespreken, maar dat zal ik niet doen. Wel wil ik een paar favoriete ‘stories’ noemen.
Behalve het al vermelde Aardedonker zijn dat Dossier patient “Z” en De laatste opdracht. Ik vind de formule die Anthonie gekozen heeft om het verhaal over patient “Z” te vertellen, namelijk in de vorm van een dossier, prachtig. Ten tweede sprak me natuurlijk aan, dat die “Z” van huis uit een antropoloog was die een baan had aan de universiteit en onderzoek deed in Oost Europa naar orale tradities en bij passende rituelen, een mij niet geheel onvertrouwd veld.
3/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
Tijdens het lezen kreeg ik regelmatig het idee, dat Willem de Blecourt, model had gestaan voor “Z”, want die is als geen andere bezig geweest het soort onderzoek dat “Z” verrichtte.
Ten derde en tenslotte was ik gecharmeerd van het opduiken van de kwantum mechanica, waarin “Z” zich verdiepte voor hij zich aan de antropologie waagde, omdat ik me de laatste tijd bezig houd met de vraag, wat het bestaan van Q-bits eventueel zou kunnen betekenen voor b.v. het beter verstaan van het fenomeen ambivalentie. Grappig in dit verband is, dat in het verhaal Het grote eindexamen dat je aan mij hebt willen opdragen, een professor in de kwantummechanica een hoofdrol speelt, maar dat terzijde.
De vertelling De laatste opdracht fascineerde me zeer, omdat vampirisme daarin op een heel bijzondere manier ten tonele wordt gevoerd en van nieuwe en zelfs actuele aspecten wordt voorzien, b.v. het onschadelijk maken van kwaad door onthoofding waarover vandaag de dag helaas heel wat te doen is in onze schijnbaar dolgedraaide wereld.
Hier wil ik wat betreft het noemen van afzonderlijke verhalen bij laten.
In het algemeen heeft het lezen van de bundel, zo heb ik moeten ervaren, een reeks gemoedstoestanden in me opgeroepen.
4/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
Zo merkte ik bij voorbeeld, dat ik bij bepaalde passages behoorlijk onrustig werd, omdat ze me bepaalden bij allerlei existentiële angsten, waarmee ik eigenlijk liever niet geconfronteerd wil worden en die ik daarom het liefst maar mijd. Voorts betrapte ik me zo nu en dan zelfs op heel magisch denken m.b.t. bepaalde tekstgedeelten, in die zin, dat ik vreesde dat het lezen ervan misschien wel eens datgene aan akeligs zou kunnen oproepen waarover ze handelden. Een heel bizarre ervaring, waarover ik hier verder maar zal zwijgen.
In plaats van me te verdiepen in de vraag wat Anthonie’s verhalen met mij in de richting van het irrationele en emotionele hebben gedaan, lijkt het me nu beter (om niet te zeggen veiliger) om in te gaan op een aantal kwesties en gedachten, die ze meer in het algemeen in me hebben opgeroepen.
In willekeurige volgorde zijn dat o.a. de volgende geweest:
In de eerste plaats dit. Al heel lang ben ik gefascineerd door de vraag, waarom mensen die zich overgeven aan het plegen van soms gruwelijk geweld tegen medemensen daarbij in veel gevallen lachen. Een heel sprekend voorbeeld is b.v. het lachen van de bewakers in de Abu Ghraib gevangenis op het moment waarop ze gevangenen zwaar mishandelden. Wie kent niet de foto van Sabrina Harman met een brede lach op haar gezicht als ze zich over een slachtoffer buigt en haar duim opsteekt? In een kort opstel over dit soort gelach heb ik geprobeerd duidelijk te maken, dat het hier in laatste instantie gaat om een lach, die ambivalent is, omdat men er enerzijds mensen (de slachtoffers) mee uitsluit en anderzijds andere mensen (de mede-daders) mee insluit.
5/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
Na het lezen van Een bloedovergoten dageraad, waarin geweldpleging van mensen en monsters centraal staat en moord, doodslag en verminking bij wijze van spreken aan de orde van de pagina zijn, zit ik in dit verband een beetje met een probleem. Wat is namelijk het geval? Als men er eenmaal op gaat letten, dan valt op, dat de gruwelijke hoofdrolspelers en –speelsters in Anthonie’s verhalen vrij vaak lachen, glimlachen en/of grijnzen. Kijkt u maar eens op de pagina’s 14, 34, 40, 55, 97, 104, 125, 169, 202, 229, 245, 319, 327 en 478 om er maar eens enkele te noemen, dan zult u beseffen, dat ik hier niets uit mijn duim zuig. Mijn probleem bestaat er uit, dat het lachen van Tony’s lieve vrienden en vriendinnen gecompliceerder lijkt dan ik wel heb gedacht en opgeschreven in voornoemd opstel. Ik moet dus opnieuw aan het werk.
Dan een andere zaak. In een grijs verleden heb ik me een tijdje bezig gehouden met het bestuderen van horrorfilms en wat daar in meer algemene zin voor grondstructuur in te ontwaren viel en in het verlengde daarvan wat voor eventuele morele boodschap. Bij het analyseren er van liet ik me inspireren door de manier waarop de Franse antropoloog Claude Levi-Strauss mythen van zogenaamde primitieve volken had bestudeerd. Volgens hem werden in die mythen extreme posities van samenleven of beter: "niet samenleven" geschilderd teneinde duidelijk te maken, dat die posities in werkelijkheid sociaal en moreel onhoudbaar zijn, omdat ze bij realisering chaos en destructie tot gevolg zouden hebben. Ik kwam uiteindelijk tot de slotsom, dat in het geval van horrorfilms van iets dergelijks sprake was en dat men ze daarom als moderne mythen zou kunnen beschouwen. Moderne mythen waarin niet alleen allerlei soorten angsten en vrezen tot uitdrukking zouden worden gebracht, maar waarin ook sprake is van de aanwending van het disproportionele, monsterlijke en mysterieuze om een specifiek soort morele berichten over te brengen over hoe men kan en moet omgaan met seksuele en agressieve passies en emoties.
Zo opgevat kunnen horrorfilms in zekere zin gezien worden als de opvolgers van de hel en
6/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
verdoemenis preken van weleer of, anders geformuleerd, “new means of moral orientation in a secular world ” en dus niet, zoals zovele tegenstanders van het genre, als juist de bron van veel kwaad.
Ik heb de tijd niet gehad om Anthonie’s verhalen vanuit dit perspectief te bestuderen, maar in sommige gevallen kreeg ik sterk de indruk, dat daarin bij nader inzien sprake is van precies het soort morele ondertonen en imperatieven waarover ik het hier heb. Niet zo verbazingwekkend lijkt me gezien het feit, dat hij zijn ontwrichtende ervaring met een gewelddadig trio agressievelingen door ze te schrijven heeft willen verwerken.
“Zinloos geweld heeft geen plaats in het dagelijks leven. De meisjes symboliseren dat,” schrijft hij in zijn introductie. Horror als moreel medicijn zou je bijna zeggen. Niet alleen voor hem zelf, maar ook voor zijn lezers. die hij in zijn verhalen betrekt. Overigens begrijp ik het gebruik van de uitdrukking ‘zinloos geweld,’ maar met Anton Blok die daar een prachtig stuk over schreef, ben ik van mening, dat er op de keper beschouwd geen zinloos geweld bestaat; geweld mag geen zin hebben in de ogen van de slachtoffers, maar dat heeft het wel degelijk in die van de mensen die het gebruiken, maar dat is niet onze zin, dus niet zin of sterker zinloos.
Tot slot nog een derde kwestie, die bij me op kwam naar aanleiding van het lezen van verhalenbundel. Die heeft betrekking op het feit, dat horror naar het schijnt niet echt gedijen kan zonder transgressies met betrekking tot drie fundamentele terreinen en wel seks, dood en het transcendente of wat abstracter geformuleerd de alfa en de omega van ons bestaan en de gecombineerde alfa en omega daarboven, daarnaast of daaronder. Over destructie en dood hoeven we het in verband met de bundel niet te hebben, want die twee fenomenen spetteren door het hele werk heen op je af, maar de seks en het transcendente lijken er wat kariger van af te komen, althans in mijn visie.
7/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
Maar dat wil niet zeggen, dat het transcendente en seks waar ze voorkomen oninteressant zouden zijn, want dat is geenszins het geval. Heel fascinerend is b.v. het opduiken van uitgesproken mesalliances en incestueuze betrekkingen, waarover nog heel wat te zeggen zou zijn, ware het niet dat de tijd me dat verbiedt.
Anthonie, je hebt een rijke en boeiende bundel het licht doen zien, die me niet alleen op verschillende manieren geraakt heeft, maar die me ook aan het denken heeft gezet over een aantal onderwerpen, die me al lang interesseren.Ik hoop voor jou en je uitgever, dat je werk bij een groot publiek mag aanslaan en dat je in je verdere leven gevrijwaard mag blijven van aanvallen van “Lorenz-maniakken".
Jojada Verrips 17 december 2014.
8/9
Recensie en analyse van Jojada Verrips
9/9