Sinds het uitbrengen van de vernieuwde Citospellingtoetsen in 2006 hebben veel leerkrachten en intern begeleiders zich vragen gesteld over de inhoud van deze toets. Cito heeft zich altijd tegen wetenschappelijk verantwoorde kritiek verdedigd. Inmiddels is toch de komst van een zogenoemde derde generatie spellingtoetsen aangekondigd. Maar ook daarin blijft het meerkeuzedeel in ieder geval voor groep 6, 7 en 8 gehandhaafd. Naar aanleiding van analyses van resultaten van de huidige Cito-spellingtoets versus het traditionele dictee maakt Lidy Peters - leerkracht, intern begeleider en leesspecialist -, duidelijk wat professionals uit de onderwijspraktijk tegen de inhoud van de toets hebben. Tekst: Lidy Peters ‘Moet ik nu fout gespelde woorden gaan oefenen met mijn leerlingen?’ Zo reageerde een collega van mij in 2006 op de door onze school aangeschafte nieuwe spellingtoets. Ik herinner me de discussies in de koffiekamer goed. Daarbij ging het niet om weerstand tegen een verandering, zoals die zich voor kan doen wanneer er ‘voor de zoveelste keer’ naar aanleiding van een nieuw inzicht om nieuw handelen wordt gevraagd. Leerkrachten leken vooral het gevoel te hebben dat hun, vaak jarenlange, praktijkervaring met spellingonderwijs in strijd was met de inhoud van de nieuwe toets. Dit waren de discussieonderwerpen: - Spellingvaardigheden leer en toets je niet door foute spelling aan te bieden. - Het in mindere mate beheersen van de vaardigheid begrijpend lezen en beheersing van woordenschat vergroot het aantal fouten. - Het meerkeuzedeel van de toets maakt de leerkracht niet duidelijk wat het spellingprobleem van de leerling is. - De score van het dictee (start van de toets) wordt opgeteld bij de score van het meerkeuzedeel (vervolg 2); is dat niet het optellen van appels en peren? Want waar voorheen de oude SVS-toetsen (Schaal Vorderingen in Spellingvaardigheid) uitsluitend uit woorddictees bestonden, bestaat de vernieuwde toets uit twee delen. Alle leerlingen starten met een dictee. In groep 4 en 5 krijgen de leerlingen met een lage score nog een dictee (vervolg 1) en leerlingen die goed scoren krijgen een meerkeuzetoets (vervolg 2) waarin foute spelling herkend moet worden. Vanaf groep 6 krijgen alle leerlingen in het tweede deel een meerkeuzetoets. In 2010 stuitte ik in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek op het artikel ‘De nieuwe spellingtoets ter discussie’ (Schraven J., Bosman A., Eekhout van, T.) waarin een studie werd beschreven naar de vraag ‘of de keuze die het Cito heeft gemaakt om ter toetsing van de spellingvaardigheid een onderdeel van het dictee te vervangen door een meerkeuzetoets, verantwoord is’. José Schraven, auteur van ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’, Truus van Eekhout, remedial teacher en intern begeleider, en Anna Bosman, professor aan de Radboud Universiteit in Nijmegen gespecialiseerd in lezen en spellen, waren bij mijn weten de eersten die de in het onderwijs levende kritiek op de spellingtoets niet alleen ondersteunden maar met hun onderzoek ook aantoonden. In juni 2010 verscheen een verkorte versie van hun studie, bedoeld voor leerkrachten, als artikel in JSW. In september 2010 antwoordde Cito-medewerkster Anja de Wijs in het Tijdschrift voor Orthopedagogiek
met het artikel ‘Kritiek op toetsen spelling steunt op losse gronden’, dat vervolgens in oktober 2010 in hetzelfde tijdschrift weer beantwoord werd door Bosman, van Eekhout en Schraven met het artikel ‘De Cito-spellingtoets: onze bezwaren nader toegelicht’. En tenslotte, althans voorlopig, verscheen in Praxis bulletin nr. 4, 2013 een artikel van Cito-toetsdeskundige Judith Hollenberg. ‘Optimaal zicht op spelling’ gaat over ‘hoe u na de afname van de toets Spelling meer informatie uit de toets kunt halen én hoe u deze informatie kunt verfijnen.’ Terwijl wetenschappers de kritiek van leerkrachten ondersteunen en niet-onafhankelijke toetsdeskundigen al die kritiek blijven weerleggen, laten de professionele praktijkdeskundigen, de leerkrachten, zich jammer genoeg zelden horen. Ib’ers, zoals Van Eekhout, kunnen echter een cruciale rol spelen in niet alleen een zogenoemd spellingverbetertraject maar ook in de besluitvorming om ja dan nee met de spellingtoets door te gaan. Daarbij is het van groot belang om, in samenwerking met het team, zichtbaar te maken wat er precies fout gaat bij het meerkeuzedeel uit de spellingtoets. Uitgangspunt hierbij is dat de spellingtoets gebruikt wordt om te kunnen zien of het beeld dat de professionele leerkracht al van de leerling heeft, overeenkomt met de objectieve landelijke normering. Daar waar de foutenanalyse afwijkt van de observaties van de leerkracht kan deze interventies toevoegen, aanpassen of loslaten.
Naar aanleiding van de wisselende maar regelmatig te lage spellingresultaten in verschillende groepen zijn wij op school in 2009 gestart met een verbetertraject spelling. Er werd een Stuurgroep Spelling samengesteld, een spellingprotocol ontwikkeld en we schakelden externe hulp in bij het versterken van de door ons gebruikte spellingmethode Taaljournaal. In groep 1 en 2 werden de map Fonemisch Bewustzijn 1 en Klankkast 2 geïmplementeerd en schoolbreed het directe instructiemodel. De stuurgroep voerde klassenconsultaties uit aan de hand van een checklist, de ib’ers verzorgden een studiedagdeel over attitude, kern, voorwaarden en aanpak met betrekking tot het spellingonderwijs, en het spellingprotocol werd naar aanleiding van al deze acties in 2012 weer geactualiseerd. Naar aanleiding van de eerdergenoemde artikelen, zocht ik hulp en ondersteuning bij Schraven en Bosman, wat leidde tot het in 2013 dubbel afnemen van de M-toetsen spelling. Dit resulteerde in de volgende actie: de spellingtoetsen werden afgenomen zoals Cito heeft bedoeld: het startdeel aan de hele groep, vervolg 1 voor wie dat nodig heeft. Vervolg 2 werd echter aan de hele groep afgenomen zoals Cito heeft bedoeld en vervolgens als gewoon dictee. Om te bepalen in welke mate de meerkeuzeafname en het dictee een indicatie geven van de spellingvaardigheid van de leerlingen werden beide scores met elkaar vergeleken. Er deden in totaal 151 leerlingen mee: 42 uit groep 4, 47 uit groep 5, 30 uit groep 7 en 32 uit groep 8.
Waar iedereen het over eens is, het wordt zelfs zo in de handleiding van de Citospellingtoets geformuleerd; ‘spellen is het uit je hoofd op kunnen schrijven van woorden.’ Over het meerkeuzedeel hebben leerkrachten dan ook als eerste kritiek: het is niet functioneel om leerlingen die nog middenin de ontwikkeling van het aanleren en toepassen van spellingcategorieën zitten, ook te toetsen op het corrigeren van spellingfouten. Tweede punt van kritiek luidt dus dat zowel het vinden als het niet vinden van de fout op geen enkele manier laat zien dat de leerling het betreffende woord foutloos uit het hoofd kan opschrijven. En tenslotte hebben veel leerkrachten bezwaar tegen het feit dat de analyse van de toets 1 2
Huijbregts, S., Förrer, M., CPS Uitgave van Eduniek, gebaseerd op map Fonemisch Bewustzijn
zoals Cito deze aanbiedt weer een controledictee tot gevolg kan hebben. Waarom dit dubbele werk voor leerkracht en leerling terwijl het zoveel eenvoudiger kan? ‘Meer informatie uit de toets halen en deze verfijnen’ (Hollenberg, 2013) betekent in de praktijk helaas dat de leerkracht geen correct beeld krijgt van het echte spellingsprobleem dat de leerling mogelijk nog heeft. Dat de redenering van Cito om fouten in het meerkeuzedeel als categoriefout te beschouwen een niet te volgen dwaalweg is, wordt gestaafd in onderzoekstabellen die hier apart te bekijken zijn. Als een leerling de fout in de meerkeuzetoets (kolom 1) niet herkent (kolom 2), wil dat nog niet zeggen dat hij het betreffende woord in het dictee fout schrijft. Als een leerling in de meerkeuzetoets het goede antwoord (kolom 3) wel gevonden heeft, wil dat nog niet zeggen dat hij het woord in het dictee goed schrijft. Tevens is het de vraag of het omcirkelen van het goede antwoord op de meerkeuzevraag werkelijk laat zien dat de leerling de fout heeft herkend. Fout niet gevonden in meerkeuzetoets (kolom 2) Een paar voorbeelden van leerlingen die de fout niet gevonden hebben in de meerkeuzetoets. Tabel 4 (groep 4): Fout woord: swak. Door 11 leerlingen niet gevonden in de meerkeuzetoets maar in het dictee schrijven deze 11 leerlingen het woord goed. Wat weet de leerkracht nu? Dat 11 leerlingen nog niet in staat zijn de spellingfout te herkennen. Voor Cito maken deze leerlingen echter een categoriefout. Tabel 5 (groep 5): Fout woord: boodschapen. Door 27 leerlingen is de fout niet gevonden in de meerkeuzetoets. Van deze 27 zijn er 11 die in het dictee het woord goed schrijven. Voor Cito maken deze leerlingen echter een categoriefout. Tabel 6 (groep 7): Fout woord: betrauwbaar. Door 9 leerlingen is de fout niet gevonden in de meerkeuzetoets. Van deze 9 zijn er 8 die in het dictee het woord goed schrijven. Voor Cito maken deze leerlingen echter een categoriefout. Dus volgens Cito zou de leerkracht deze leerlingen allemaal moeten gaan remediëren op de betreffende categorie terwijl ze die in het dictee beheersen.
Fout wel gevonden in meerkeuzetoets (kolom 3) Een paar voorbeelden van leerlingen die de fout wel hebben gevonden in de meerkeuzetoets. Tabel 6 (groep 7) Fout woord: mamoet. De fout is door 10 leerlingen niet gevonden (kolom 1) dus door 20 leerlingen wel. Van die 20 schrijven 8 leerlingen het woord in het dictee fout. Voor Cito beheersen deze leerlingen echter de categorie. Tabel 7 (groep 8): Fout woord: narsissen. De fout is door 7 leerlingen niet gevonden (kolom 1) dus door 25 leerlingen wel. Van die 25 leerlingen schrijven 9 leerlingen het woord in het dictee fout. Voor CITO beheersen deze leerlingen echter de categorie. Dus volgens CITO zou de leerkracht deze leerlingen niet hoeven te remediëren op de betreffende categorie terwijl ze die in het dictee niet beheersen of een andere spellingsfout in het woord maken.
Door de dubbele afname konden in deze tabellen de tegenstrijdigheden goed zichtbaar gemaakt worden. We kwamen tot twee conclusies: De toets laat de leerkracht onvoldoende zien waar het specifieke spellingprobleem van de leerling zit; De toets toetst twee verschillende vaardigheden die bij elkaar worden opgeteld en wij betwijfelen (zie Bosman, Schraven en Eekhout) of de toets betrouwbaar en valide genoemd kan worden. Daarnaast hebben we naar aanleiding van de in beeld gebrachte fouten en na controle van nagekeken dictees ook nog de volgende vermoedens: - Leerlingen worden mogelijk beïnvloed door de aangeboden foutieve spelling: ze herkennen de fout niet en imiteren in het dictee de door hun als ‘goed bevonden’ foute spelling; - Net zoals leerlingen worden mogelijk ook leerkrachten beïnvloed door de aangeboden foutieve spelling (waarvan bij herkenning het antwoord goed is) want de geïmiteerde foutieve spelling in het dictee wordt soms bij het nakijken niet als fout herkend. Directie, ib’ers en het team kwamen eensluidend tot de conclusie: exit Cito-spellingtoets.
Elke school die kritisch staat tegenover de Cito-spellingtoets en zijn verantwoordelijkheid echt wil nemen naar leerlingen die nog volop bezig zijn met het aanleren van de juiste spelling, zal zichzelf dit afvragen.Hoewel dun gezaaid, Cotan-genormeerde alternatieven zijn er wel of onderweg: 1. Pi-dictee Nadelen: - handmatig analyseren - gebruiksonvriendelijk analyseformulier - geen werkwoorddictee Voordelen: - woorddictee - zuivere analyse op categorie - gebruiksvriendelijker analyseformulier van ZLKLS (‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’) kan het analyseformulier vervangen 2. Nieuwe spellingtoets uitgeverij Boom Nadeel: - komt op de markt begin schooljaar 2014-2015 Voordelen: - woorddictee + voor 6 t/m8 werkwoorddictee - zuivere analyse op categorie - digitale verwerking van analyse 3. Cito-spellingtoets 3e generatie Nadelen: - meerkeuzevragen met foute spelling - geen zuivere analyse op categorie - analyse levert leerkracht onjuiste/onvolledige informatie op - risico op onjuiste interventies - dubbel werk door 2e controledictee - geen werkwoorddictee Voordelen: - meerkeuzedeel groep 4 en 5 vervalt - digitale verwerking van analyse
Aan de hand van deze afwegingen hebben wij besloten in zee te gaan met de nieuwe spellingtoets van Uitgeverij Boom. Tussentijds blijven wij een ‘dubbele afname’ doen: behalve het meerkeuzedeel zoals bedoeld door Cito wordt eerst het meerkeuzedeel ook als dictee afgenomen. Dit is dubbel werk voor leerlingen en leerkrachten maar levert de leerkrachten wel de juiste informatie op die duidelijk maakt welke interventies toegepast moeten worden. Wij hopen in schooljaar 2014-2015 met de nieuwe toets van uitgeverij Boom te kunnen starten. Daarnaast zijn we dit schooljaar gestart met de invoering van ‘Zo leer je kinderen lezen en spellen’, een lees- en spellingdidactiek die op elke lees/spellingmethode kan worden toegepast en door onderzoek van de Radboud Universiteit Nijmegen bewezen heeft de spellingresultaten zowel in het PO als SBO sterk te verbeteren. Tijdens het laatste inspectiebezoek (september 2013) hebben wij de inspecteur deelgenoot gemaakt van onze kritiek op de Cito-spellingtoets, ons verbetertraject op het spellingonderwijs en de daarin genomen besluiten. Dit heeft niet geleid tot een negatief commentaar. Het is in het inspectierapport met bevindingen als positief voorbeeld genoemd van een evaluatie van opbrengsten waarvan de conclusie tot een verbetertraject leidt.
-
De nieuwe spellingtoets ter discussie, Schraven, J.L.M., Bosman, A.M.T. & Eekhout, van, T., Tijdschrijft voor orthopedagogiek, 49 (2010), 75-86 Vragen en antwoorden, de nieuwe Cito spelling toets, Schraven, J.L.M., Bosman, A.M.T. & Eekhout, JSW 10 juni (2010) Kritiek op toetsen spelling steunt op losse gronden, Wijs, de, A., Orthopedagogiek: onderzoek en praktijk, 49 (2010), 370-377 De Cito Spelling toets: onze bezwaren nader toegelicht, Schraven, J.L.M., Bosman, A.M.T. & Eekhout, Orthopedagogiek: onderzoek en praktijk, 49 (2010) Optimaal zicht op spelling, Hollenberg, J., Praxisbulletin jrg. 31, nr. 4 (2013)
De eerste vier artikelen zijn ook te vinden op www.annabosman.eu