jaargang 17 / nr 59 / december 2008
Silvia Terribili, radiomaker:
‘De geur van de studio maakt me enthousiast!’ In dit nummer o.a: • Open school, betrokken ouders pag. 3 • S paanse Hagenaar Aurelio Alonso pag. 6 • V rouwen ontdekken hun kracht pag. 7 • A chterbandag pag. 8
Silvia Terribili is geboren in Amelia (Terni) in Umbrië in Italië en is sinds 1980 in Nederland. In Nederland voltooide zij haar doctoraalscriptie over Rembrandt, studeerde af in Italië en kwam weer terug naar Nederland. Ze is getrouwd, moeder van Mario en Laura en werkt in Amsterdam. Ze is een van de initiatiefnemers van Radio Onda Italiana, die dit jaar vijftien jaar bestaat, presenteert iedere week een programma en is ook betrokken bij Radio Cicada, de opvolger van Radio Zera. Ze vertaalt, acteert, zingt, presenteert en is politiek actief. Maar het liefst zit zij in de radiostudio. De geur van de studio maakt haar enthousiast!
Silvia Terribili, radiomaker: ‘We misten de stem en de muziek van de Zuid-Europeanen op de radio.’
In 1980 ben je naar Amsterdam gekomen om je doctoraalstudie over Rembrandt af te ronden. Hoe heb je deze tijd in Amsterdam beleefd? ’Toen ik als student naar Amsterdam kwam was ik zeer leergierig, maar ook nieuwsgierig. Die eigenschap heb ik trouwens nog steeds. Ik wilde alles zien en wilde overal naar toe. Alles te weten komen over de Nederlandse kunst, in het bijzonder over Rembrandt. Ik sloot mij ook aan bij de Amsterdamse studentenradiozender ‘De Vrije Keijzer’ en maakte programma’s over culturele, maar ook maatschappelijke onderwerpen. Met veel culturele bagage om mijn scriptie af te ronden vertrok ik na een jaar weer naar Italië om af te studeren. In mijn hoofd speelde toen al de gedachte om na mijn afstuderen terug te keren naar Amsterdam.’
Het is maandagavond en ik zit met Silvia Terribili in studio 3 van Salto in Amsterdam. Iedere week presenteert zij een Italiaanstalige uitzending met muziek, informatie over culturele evenementen en live interviews over verschillende onderwerpen. ’Het interviewen heb ik in mijn jeugd in Italië geleerd. Toen ik veertien was moesten we van de godsdienstleraar mensen vragen stellen over God. Ik ging op pad met zo’n ouderwetse bandrecorder en stelde vragen aan de caissière van de plaatselijke supermarkt. Ik stond verbaasd hoeveel zij wist van God en hoe zij God zag in haar leven. Later, toen ik achttien was, werkte ik vrijwillig bij de plaatselijke radio en kreeg lessen in het interviewen. Wat ik me herinner van de lessen van de ervaren radiomakers is, dat je moest lachen en je stem goed moest gebruiken. Niemand ziet je, maar horen doen ze je wel, was hun advies.’
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
2
Daarna ging alles razendsnel. Je werd verliefd, trouwde, kreeg kinderen en ging werken in Amsterdam. Wanneer en waarom ben je met je vrienden begonnen met het opzetten van een Zuideuropese radio in Amsterdam? ’We misten de stem en de muziek van de Zuid-Europeanen op de radio en later op de televisie in Amsterdam. Wel was er een vereniging ZERA, die op gemeentelijk niveau de belangen behartigde van de Zuideuropese gemeenschappen in Amsterdam. We hebben toen met een aantal actievelingen Radio Zera opgericht. Ook Radio Onda Italiana was een onderdeel van dit initiatief. We hebben veel tijd en energie gestoken in het aanvragen van zendtijd bij de lokale zendgemachtigde, het opbouwen van de Zuideuropese radioorganisatie en het produceren en presenteren van uitzendingen in de verschillende Zuideuropese talen en het Nederlands. We waren zo trots toen de eerste radio-uitzending de lucht in ging. Ik ben geloof ik nog de enige actieve radiomaker uit die tijd.’ Hoe is het verder gegaan met Radio Zera en met Radio Onda Italiana in het bijzonder?
‘In de afgelopen jaren hebben we verschillende periodes gehad, hoogtepunten, maar ook dieptepunten, waarbij het voortbestaan van Radio Zera op het spel stond. Maar altijd was er wel iemand die zijn of haar schouders er onder zette en Radio Zera uit het moeras trok. Ik denk aan Betta Plebani en later aan Inez de Fluiter. Nu is Renee van Vlaardingen de spil waar alles om draait bij Radio Cicada, de opvolger van Radio Zera. De stichting Quelli di Astaroth, een hechte club van Amsterdamse Italiaanse kunstenaars en creatievelingen, vormt de basis van Radio Onda Italiana Amsterdam. Dat we dit jaar vijftien jaar bestaan is voornamelijk te danken aan de inzet van deze Italiaanse Amsterdammers. En dat mag ook wel eens gezegd worden. Ik ben er trots op!’ Die actieve Italiaanse Amsterdammers hebben op 30 november met een groot feest het vijftienjarig bestaan gevierd van Radio Onda Italiana. Hoe zie je de toekomst van de Italiaanse Radio in Amsterdam? ’Ik denk en weet het wel zeker, dat Radio Onda Italiana een goede toekomst tegemoet gaat. We hebben zeer actieve (Italiaanse) radiomakers: Roberto Bacchilega, Nello Allocca Booms, Hedy Luchtmeyer, Gino Calenda di Tavani, Barbara Summa, Marina Vizzinisi, Alma Anselmi, Sebastiano Gentile en Fabio Testini. Zij maken iedere maandag en dinsdag een Italiaans en Nederlandstalig programma. Ikzelf merk dat ik steeds enthousiaster wordt om radioprogramma’s te maken met interviews met (Italiaanse) personen, die mijn persoonlijke nieuwsgierigheid prikkelen. Hier wil ik mee doorgaan, maar ook de landelijke en Europese politiek trekt mij aan’. // Boudewijn Sittrop Radio-uitzendingen Radio Onda Italiana: maandag en dinsdag van 20.00 tot 21.00 uur op wereldFM van Salto: 104.6 Kabel, 99,4 ether.
www. ondaitaliana.org
De opvatting dat opvoeden een gedeelde verantwoordelijkheid is van ouders en van de school, hoor je tegenwoordig vaak. Maar wat die gedéélde verantwoordelijkheid precies betekent is niet helder. Wie doet wat? En wat doen ouders en school samen? Hoe vaak en waarover moeten ouders en scholen met elkaar overleggen? Het is voor zowel ouders als leerkrachten vaak niet duidelijk wie precies welke verantwoordelijkheid heeft. Wat echter wél duidelijk is, is dat wederzijdse betrokkenheid onmisbaar is. Ouders willen natuurlijk weten hoe het hun kind op school vergaat en omgekeerd hechten scholen er belang aan te weten hoe het thuis gaat met hun leerlingen. Er is veel winst te behalen in het contact tussen ouders en school en dan niet alleen als het - vanuit de ouders gezien - om het eigen kind gaat of - vanuit de school gezien - om het gebruikelijke contact over het welbevinden en de resultaten van een kind.
Open school, betrokken ouders Formele inspraak Het kunnen meepraten en meebeslissen over zaken die op school gebeuren, bestaat in Nederland al tientallen jaren. Elke school heeft een ouderraad en een medezeggenschapsraad, waarin ouders hun stem kunnen laten horen. Wat vaak blijkt is dat allochtone ouders een drempel ervaren om deel te nemen aan dergelijke raden. De ouders zijn onbekend met de mogelijkheden en onzeker over wat zij zouden kunnen bijdragen. Toch onderschatten deze ouders hun toegevoegde waarde. Kennis van culturele verschillen in de opvoeding of een aangepaste benaderingswijze voor ouders met een andere etnische achtergrond kunnen voor de scholen van groot belang zijn. Bovendien zijn er naast de officiële organen waarin ouders een rol kunnen spelen, veel meer mogelijkheden om als ouder betrokken te zijn bij de school. Veel scholen hebben tegenwoordig klankbordgroepen die uit ouders bestaan. Daarbinnen worden veel onderwerpen besproken die ouders, leerlingen en school aangaan. Vroeger ging het misschien over het huishoudboekje van
Staatssecretaris Sharon Dijksma bij het landelijke congres van ‘Platform Allochtone Ouders & Onderwijs’, 31 mei 2008
de school en over de buitenschoolse activiteiten, tegenwoordig gaat het ook over omgangsvormen, veilig internetten, sociale vaardigheden, pesten, gezonde voeding in de kantine, etc. Zaken die veel dichter bij de opvoeding van de kinderen liggen.
Openheid van beide kanten Natuurlijk hebben veel ouders het in deze tijd erg druk: ze houden het gezin draaiend en werken daarnaast vaak buitenshuis en soms ‘s avonds. Juist daarom is het belangrijk dat de opvoedingstaken onderwerp van gesprek zijn tussen ouders en school en dat zij daarover regelmatig en open communiceren. De verwachtingen van de school kunnen het beste al bij het intake gesprek of de eerste ouderavond helder gecommuniceerd worden. Daarna zou het contact op verschillende manieren onderhouden moeten worden. Dus niet alleen schriftelijk met standaardinformatie maar ook telefonisch en intensief als er problemen zijn. Een huisbezoek is bijvoorbeeld een uitstekende manier voor een open en informele kennismaking die tegelijkertijd het wederzijdse begrip vergroot.
OUDERS DOE(N) MEE! Manifest betrokkenheid allochtone ouders bij school Wij, de LOM-samenwerkingsverbanden, doen een oproep aan ouders (van verschillende etnische afkomst) om zich actief in te zetten voor het vergroten en versterken van hun betrokkenheid bij het onderwijs aan hun kinderen en de samenwerking aan te gaan met de lokale Platforms Allochtone Ouders en Onderwijs in de 31 gemeenten waar die actief zijn. Het is van belang dat allochtone leerlingen zich optimaal kunnen ontplooien. Ouders spelen een belangrijke rol als het gaat om het stimuleren en ontwikkelen van de talenten van hun kinderen. Ouders willen ook een succesvolle onderwijsloopbaan voor hun kind. Vorming en opvoeding van leerlingen in het onderwijs is daarom een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders en onderwijsperso-
Copyright Mladen Pikulic, Project PAOO - FORUM 2008
Ouders kunnen hun betrokkenheid niet alleen tonen door aanwezig te zijn op vaste momenten zoals ouderavonden maar ook door deelname aan de verschillende activiteiten op of rondom de school. Tegenwoordig zijn scholen verantwoordelijk voor het regelen van veel zaken buiten de lessen om waarbij ouders als vrijwilliger hard nodig zijn. Denk maar eens aan ouders die begeleiden bij het overblijven, bij activiteiten na schooltijd of bij het voorlezen. Al dit soort bijdragen zijn niet alleen van onschatbaar belang voor het reilen en zeilen op school, maar ze vergroten ook de betrokkenheid van ouders bij de school, die immers samen met de ouders de opvoeding van de kinderen voor haar rekening neemt.
Ouders doe(n) mee! De betrokkenheid van allochtone ouders bij de school van hun kinderen is een prioriteit voor Lize en alle samenwerkingsverbanden van het Landelijk Overleg Minderheden (LOM). Daarom participeren wij in het project ‘Platforms Allochtone Ouders & Onderwijs’ dat in de 31 grote steden de deelname van allochtone ouders aan ouder- en medezeggenschapsraden wil vergroten. Daarnaast proberen deze lokale platforms de onderlinge betrokkenheid van scholen, gemeente, welzijns instellingen en migrantenorganisaties te vergroten. De LOM-samenwerkingsverbanden willen zich extra inzetten om de ouderbetrokkenheid te vergroten. In dat kader zal het LOM binnenkort het manifest ‘Ouders doe(n) mee’ aanbieden aan staatssecretaris Dijksma van Onderwijs. We hopen dan van harte op uw aanwezigheid om die betrokkenheid zichtbaar te maken. // Dimitris Grammatikas
Meer informatie: www.paoo.nl
3
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
Zaterdagavond: college Versterking van de eigen culturele identiteit is een middel om beter in de Nederlandse samenleving te kunnen integreren. Vanuit die invalshoek wordt sinds oktober van dit jaar in Rotterdam een collegereeks aangeboden aan Servische jongeren die hun kennis van de Servische geschiedenis, cultuur en taal willen bijspijkeren. Een jaar lang komen daarom gerenommeerde gastdocenten uit Servië naar Rotterdam om over de meest uiteenlopende onderwerpen te onderwijzen. Verschillende thema’s zoals de Servische taal en letterkunde, kunst en cultuur, geschiedenis en staatkunde komen daarbij aan bod. De collegereeks bestaat uit lezingen die twee keer per maand op de zaterdagavond worden aangeboden. Gezien de belangstelling kan er nu al van een succes worden gesproken. De cursisten, allemaal achttien jaar of ouder, zijn enthousiast en verbazen zich in de meeste gevallen over het feit hoe weinig ze van huis uit over hun eigen achtergrond hebben meegekregen.
Mladi jongeren met ambassadeur Miranda Sidran
Mladi BiH De Bosnische jongerenorganisatie Mladi BiH heeft op zaterdag 8 november 2008 in de grote zaal van De Balie in Amsterdam een culturele netwerkbijeenkomst georganiseerd. Meer dan 300 bezoekers, voornamelijk jongeren met hun roots in Bosnië-Herzegovina, hebben genoten van een cultureel programma dat bestond uit poëzie, cabaret, een jongerenforum, dans en muziek. Almedina Ademovic, voorzitter van Mladi BiH, presenteerde het programma en had de nieuwe ambassadeur van Bosnië-Herzegovina, mevrouw Miranda Sidran, speciaal voor deze bijeenkomst uitgenodigd. Amra en Amar Mustafic droegen gedichten voor van Aleksa Santic, Mustafa Hadziibrahimovic had een gedeelte van het boek ‘Dervis i smrt’ van Mesa Slimovic vertaald, Ajtana Mujovic en Adnan Malkoc droegen het gedicht ‘Sarajevo’ van Izet Sarajlic voor en Edela Smajlovic en Haris Avdic toonden zich ware cabaretiers met de sketch ‘De macht van Pita’. Het jongerenforum, waar o.a. Ernad Cilacevic van het Lize-bestuur aan deelnam, werd afgesloten met een optreden van de folkloregroep ‘Zlatni Ljiljan’ uit Arnhem. Het optreden van accordeonist Nihad Hrustanbegovic en violiste Melika Hadzic was het hoogtepunt van de avond. Met een wervelende muzikale performance kregen zij het publiek zo enthousiast dat een langdurig staand applaus hen ten deel viel. De ambassadeur complimenteerde het bestuur en de leden van Mladi BiH en hoopte dat het een jaarlijks terugkerende netwerkbijeenkomst zou worden.
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
4
Zo was er veel interesse voor de novemberlezing van dr. Branimir Jovanovic, directeur van het centrum ‘Tesla’ in Belgrado, die verhaalde over de wereldberoemde Servische wetenschapper Nikola Tesla (1856-1943), die met zijn uitvindingen in Amerika er onder andere voor heeft gezorgd dat we nu elektriciteit in onze huiskamer hebben. Naast de genoemde thema’s vormen catecheselessen en levensbeschouwelijke onderwerpen een belangrijke pijler van de cursus. Ten tijde van het communisme in voormalig Joegoslavië was dit aspect naar de privé-sfeer verdrongen, maar nu de Orthodoxie openlijk in Servië beleden kan worden, willen ook Servische jongeren in Nederland meer te weten komen over het geloof en de manier hoe dat in het alledaagse leven invulling kan krijgen. De cursisten krijgen daarom onder andere colleges over het belang van een parochiale gemeenschap, het huwelijk en het gezin, de orthodoxe missie in relatie tot de uitdagingen van de informatiemaatschappij, alsook over identiteit. Deze cursus wordt aangeboden door de Servisch-Orthodoxe Kerk te Rotterdam en heeft naast een onderwijzende functie ook tot doel de Servische jongeren in Nederland met elkaar te verbinden en te stimuleren om tot vrijwilligerswerk en organisatievorming over te gaan.
Voor vragen en aanmelding: Goran Kovacevic, e-mail:
[email protected]
Matra/KPA bijeenkomst voor Kroaten Op initiatief van Helena Kosec en Thea Petric vond op zondag 16 november 2008 een themabijeenkomst plaats voor de Kroatische gemeenschap in Nederland over het Matra/KPA project. Matra/KPA staat voor Maatschappelijke transformatie en kleinschalige plaatselijke activiteiten. De Nationale Commissie voor Internationale Samenwerking en Duurzame Ontwikkeling (NCDO), waar het project Matra/ KPA onder valt, wordt door het Ministerie van Ontwikkelingssamenwerking gefinancierd voor het ondersteunen van kleinschalige projecten, die gericht zijn op de versterking van het maatschappelijk middenveld en organisatieopbouw in de Matralanden. Dat zijn ondermeer Bosnië-Herzegovina, Servië, Kroatië, Macedonië en Montenegro. Aanvragen voor projecten op het gebied van o.a. volkshuisvesting, onderwijs, welzijn, milieu, gezondheidszorg, arbeid en sociaal beleid komen in aanmerking voor subsidie.
Aaman Sulchan van Matra/KPA was uitgenodigd om informatie te geven over de mogelijkheden om in aanmerking te komen voor subsidie. In het zevenjarige bestaan van het Matra/KPA project zijn er voor Kroatië tien projecten financieel ondersteund. Tijdens de goedbezochte bijeenkomst werden met de aanwezigen afspraken gemaakt om een aantal projecten voor Kroatië te ontwikkelen en een vervolgbijeenkomst te organiseren.
Meer informatie: dhr. Aaman Sulchan, e-mail:
[email protected], www.ncdo.nl/matra
EU-Kaapverdië conferentie Op zaterdag 11 oktober organiseerde Stichting Avanço in samen werking met de NCDO, de deelgemeente Delfshaven en COS Rijnmond & Midden Holland de eerste EU-Kaapverdië conferentie in de Raadzaal van deelgemeente Delfshaven in Rotterdam. De EU-commissie heeft in oktober 2007 besloten om een akkoord te sluiten met Kaapverdië om de relatie tussen de EU en Kaapverdië te stimuleren. De conferentie, die vooral was gericht op de tweede generatie Kaapverdianen, stelde deze groep in de gelegenheid om op EU-niveau te praten met enkele invloedrijke sleutelfiguren: dhr. Roberto Rensi van de Europese Commissie uit Brussel en de heer Jorn van der Meer van het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken. Na het rondetafel interview dat voor werd gezeten door Prof. Dr. Van Hasselt, waren de aanwezigen nog niet geheel verzadigd en werd al snel duidelijk dat een vervolg op deze conferentie gewenst was.
Daarna verdeelden de aanwezigen zich over een drietal workshops: ondernemen in Kaapverdië, maatschappelijke projecten en het EUKaapverdië platform/stages. De verschillende workshops werden gegeven door ervaringsdeskundigen. Er is veel informatie uitgewisseld over de diverse mogelijkheden op de verschillende gebieden. Aan het einde van de dag werden de bevindingen uit de workshops gepresenteerd. Tijdens de afsluitende borrel werd volop nagepraat en werden visitekaartjes uitgewisseld. Met een vervolgconferentie in het vooruitzicht, werd de dag afgesloten en kon er worden terug gekeken op een geslaagde bijeenkomst.
De klant denkt mee Sinds 2003 zijn er bij het UWV en het CWI cliëntenraden actief. In de cliëntenraden zitten nu eens geen professionals maar, zoals het woord cliëntenraden al zegt, de uitkeringsgerechtigden zelf. Cliëntenparticipatie is medezeggenschap voor uitkeringsgerechtigden. Per 1 januari 2009 gaan UWV en CWI fuseren tot het WERK-bedrijf: voor alles wat te maken heeft met een (tijdelijke) uitkering, werkeloosheid, arbeidsongeschiktheid en reïntegratie naar passend werk. Na de fusie zijn er nog 11 regionale raden en één landelijke raad. In elke cliëntenraad zitten 16 personen, die allemaal ‘klant’ zijn van wat nu nog UWV en CWI zijn: mensen die een uitkering hebben, op zoek zijn naar passend werk of gebruik maken van reïntegratiefaciliteiten. Een cliëntenraad geeft gevraagd en ongevraagd advies aan de directie van het eigen regiokantoor over alles wat te maken heeft met de dienstverlening
Tijdens de drukbezochte EigenWijze Blend-it Beurs op zaterdag 8 november in Utrecht bezocht minister Ella Vogelaar, zes dagen voor haar aftreden, de presentatie van het project ‘Zoet & Zout’ van Lize en het ZID Theater.
Zoet Zout
Ook Sten Fierant van het project EigenWijze Buurten van de Wijkalliantie was aanwezig. Monica Moreno Diniz en Sebo Bakker hebben de minister uitgebreid geïnformeerd over dit community art project, waaraan bewoners van verschillende generaties en van verschillende culturen uit Amsterdam Nieuw West deelnemen. De bewoners gaan op ontdekkingsreis naar eetrituelen en verhalen uit diverse windstreken. Door middel van theater, dans en muziek worden verhalen uitgewisseld die de dialoog tussen generaties en culturen stimuleren. Het project wordt door het ministerie van VROM, Directie Inburgering en Integratie gefinancierd in het kader van het Europees Jaar van de Interculturele Dialoog. De feestelijke afsluiting van het project vindt eind januari 2009 plaats in Amsterdam. Hiervoor hebben wij de nieuwe minister van Wonen, Wijken en Integratie, Eberhard van der Laan, al uitgenodigd.
Informatie over ‘Zoet & Zout’ bij Monica Moreno Diniz, e-mail:
[email protected]
en de behandeling door het UWV en CWI (straks dus het WERK-bedrijf). Het gaat dan om uw ervaringen als klant. Een cliëntenraad geeft bijvoorbeeld haar mening over de brieven en folders en over hoe de keuringen verlopen. Ook beoordeelt de cliëntenraad nieuwe plannen, bijvoorbeeld toen besloten werd om WW-werkbriefjes ook per computer te kunnen invullen. Misschien heeft u belangstelling om zelf deel te nemen in een cliëntenraad. Dat is mogelijk. De samenwerkingsverbanden van het Landelijk Overleg Minderheden kunnen werkzoekenden en uitkeringsgerechtigden voordragen voor een zetel in een cliëntenraad. De belangrijkste voorwaarde is dat u niet alleen vanuit uw eigen ervaring praat maar ook op de hoogte bent van de ervaringen van andere migranten en in staat bent om signalen van andere uitkeringsgerechtigden te verzamelen en te ‘vertalen’ naar bruikbare adviezen over de dienstverlening. Een cliëntenraad is er niet voor individuele problemen maar juist voor de problemen die meerdere mensen ondervinden. Praktische eisen zijn ondermeer voldoende Nederlands kunnen lezen en spreken (schrijven is minder belangrijk, er is een secretaris) en om
kunnen gaan met e-mail en internet. Verder is het van belang om in grote lijnen iets te weten van de Nederlandse sociale zekerheid, of op zijn minst geïnteresseerd zijn om er wat van te leren. Tot slot: u moet een uitkering ontvangen van het UWV en/of ingeschreven zijn als werkzoekende of gebruik maken van reïntegratiefaciliteiten. Voor de landelijke raad wordt HBO werk- en denkniveau gevraagd. Onkosten worden vergoed en de benoeming is in principe voor drie jaar. We zijn op zoek naar mensen die het interessant vinden om deel te nemen in zo’n raad: één voor de landelijke raad en daarnaast één persoon voor elk van de volgende regio’s: - Groningen Leeuwarden Assen Hoogeveen; - Utrecht Almere Amersfoort Hilversum; - Hengelo Zwolle Apeldoorn Enschede; - Den Haag Leiden Alphen aan den Rijn; - Breda Roosendaal Terneuzen Zierikzee Walcheren; - Arnhem Nijmegen Ede Tiel; - A lkmaar Den Helder Haarlem IJmond Zaanstreek.
Nadere informatie bij Lize, Gonnie Kaptein, 030 - 233 21 00, e-mail:
[email protected]
5
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
Spaanse Hagenaar Aurelio Alonso:
’Mij kan je wakker maken voor stroopwafels en haring’ Aurelio Alonso is in 1966 in Cartagena in het zuiden van Spanje geboren en woont en werkt sinds tien jaar in Nederland, eerst in Leiden en daarna in Den Haag. ’Ik ben vrijgezel en kwam niet voor de liefde naar Nederland, maar om met een EU-beurs in een laboratorium te werken in Leiden.’ Hij heeft biologie en diergeneeskunde gestudeerd en werkt nu bij een Amerikaans bedrijf, dat ook producten maakt voor de Spaanse markt. Zijn passie is de Spaanse dans, de Sevillanas (een aan de Flamenco gerelateerde dansvorm), de Paso Doble en de Keltische dans en muziek uit Galicië. Als teenager heeft hij de Sevillanas geleerd van Spaanse dansers in El Puerto de Santa Maria in Cadiz. Nu geeft hij zelf dansles in Nederland en België en treedt hij op met de groep ’España y Olé’ van Raquel Pico Duboy.
Door het beroep van zijn vader verhuisde het gezin van Aurelio Alonso om de twee jaar van woonplaats. ’Ik heb hele goede herinneringen aan mijn jeugd en het verhuizen van de ene naar de andere plaats is voor mij nooit een probleem geweest. Ik heb het zelfs als positief ervaren: weer een nieuwe school en nieuwe vrienden.’ Voor zijn komst naar Nederland wist Aurelio erg weinig van Nederland. Alleen van televisie en van verhalen van vrienden die in Nederland met vakantie waren geweest. ‘Toen ik met de trein aankwam op het station in Leiden, zag ik op het plein de glinstering van de zon op de vele fietssturen. Dat waren die lichtjes die ik vanuit de trein zag.
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
6
Indrukwekkend.’ In Leiden werd hij echter direct geconfronteerd met de gewoonte van de Nederlanders om alles te regelen en schoon te houden. Hij kreeg een boete van de gemeente omdat hij zijn vuilniszak niet op de juiste dag buiten had gezet. ‘Ik kon niet geloven dat in een land als Nederland alleen maar een keer per week het vuilnis werd opgehaald. In Spanje doen ze dat elke dag.’ Na jaren van wonen en werken in Nederland voelt Aurelio zich inmiddels thuis in Nederland, met name in Den Haag, een grote stad die niet chaotisch is en waar veel van zijn vrienden wonen. Hij houdt van Nederland en de Nederlanders. ‘Het weer in Nederland is prima. Ik hou niet zo van zon en warmte en de Neder landers zijn zo netjes, zo precies en zo stipt. Je kan mij wakker maken voor stroopwafels en haring. Heerlijk!’
Meer dan werk alleen Naast zijn werk heeft Aurelio één passie: de Spaanse dans! De Sevillanas, de Paso Doble en de Keltische dans uit Galicië. ’Twee jaar geleden ben ik lid geworden van
de Galicische vereniging ’O Lar Galego’ in Rotterdam, waar ze een dansgroep ‘Rosalia de Castro’ hebben. Ik begon met het leren van de Galicische dansen en ik vond het steeds leuker worden. Een jaar later leerde ik doedelzak spelen, een muziekinstrument dat de basis vormt voor de Galicische dansen en ik ben er aan verslaafd geraakt.’ Zijn vrienden zijn van alle nationaliteiten. Velen van hen waren eerst zijn leerlingen op de Sevillanas cursus en daarna is het contact blijven bestaan. Met de Spaanse groep ‘España y Olé’ organiseert hij nu Spaanse en Latino-getinte feesten. ‘Wij vinden het leuk om met andere mensen onze cultuur te delen en hen mee te laten genieten. Tijdens onze feesten wordt veel gedanst; de verschillende typische dansen uit Spanje en Latijns-Amerika. Sangria en tapas verhogen de sfeer. Mensen van alle leeftijden en verschillende nationaliteiten komen naar onze feesten.’ Tenslotte heeft Aurelio enkele tips voor (Spaanse) nieuwkomers in Nederland. ‘Leer de Nederlandse taal, iets wat ik nog niet gedaan heb. Misschien ben ik een beetje lui geweest. Verder is het belangrijk om mee te doen in de samenleving zonder je culturele roots te vergeten. En natuurlijk moet je naar onze Spaanse feesten komen.’ // S oledad Ortiz Molero & Boudewijn Sittrop
Vrouwen ontdekken hun kracht Binnen het Landelijk Overleg Minderheden neemt Lize deel aan het project 1001 Kracht door op lokaal niveau empowermenttrainingen aan Zuideuropese vrouwen aan te bieden. Het doel van het project is de activering van vrouwen uit etnische minderheden en het bevorderen van hun maatschappelijke participatie via vrijwilligerswerk. Tevens is het de bedoeling de toegankelijkheid van vrijwilligersorganisaties voor deze groep vrouwen te vergroten en de vrijwilligersorganisaties te doen interculturaliseren. Vrijwilligerswerk wordt hierbij gezien als een mogelijkheid om door te stromen naar vervolgtrajecten die de positie van de vrouwen in de samenleving versterken. Bijvoorbeeld door het volgen van een taalopleiding of het leggen van contact met het CWI voor het vinden van een betaalde baan.
uitoefenen maar daarvoor moet ik wel de taal beter beheersen. Naast de taallessen die ik volg in het kader van de inburgeringcursus biedt vrijwilligerswerk de kans om het geleerde in de praktijk te brengen en de taal te oefenen.’ Ook in Rotterdam, waar een groep Kaapverdiaanse en Bosnische vrouwen aan de training heeft meegedaan, bleek het verbeteren van de taal de grootste wens. Naar aanleiding hiervan wordt nu geprobeerd om deze vrouwen te koppelen aan een taalmaatje. Het project 1001 Kracht is een ambitieus project waarbij de empowermenttrainingen niet het einddoel vormen maar onderdeel uitmaken van een breder proces. Een proces waarbij het creëren van kansen het uitgangspunt is, zodat de vrouwen hun kwaliteiten verder kunnen ontwikkelen en inzetten. Kwaliteiten die niet verloren mogen gaan. // Monica Moreno Diniz
Met de empowermenttraining hoopt Lize veranderingsprocessen bij vrouwen in gang te zetten die te maken hebben met bewustwording van de eigen mogelijkheden en capaciteiten. Tegelijkertijd wordt met de training gewerkt aan zelfontwikkeling op het gebied van competenties en vaardigheden. Vrouwen worden tijdens de training ondersteund in het verkrijgen van een beter inzicht in wie ze zijn en wat ze willen bereiken. Vervolgens schrijven zij zich in bij de lokale vrijwilligerscentrale en worden zij op basis van hun interesses en behoeften gekoppeld aan een vacature of vervolgtraject. Inmiddels hebben in 2007 en 2008 in totaal 75 Zuideuropese vrouwen deel genomen aan trainingen in Amsterdam, Utrecht en Rotterdam. Lidia Villegas Zuleta (links op de foto) is een van de vrouwen die afgelopen juni in Amsterdam heeft meegedaan. Geïnspireerd door de training is zij zelf trainingen gaan geven aan Spaans talige vrouwen in Casa Migrante, een vrijwilligersorganisatie voor Spaanstaligen. ‘De deelnemende vrouwen hebben weinig zelfvertrouwen, vooral in de beginperiode van hun verblijf in Nederland vormt de taal een groot probleem en ontstaat het risico op sociale uitsluiting. Tijdens de empower-
menttraining ging er bij mij een lampje branden: dit kan ik ook!’ Er bleek veel behoefte aan een dergelijk initiatief want de belangstelling was erg groot. Bovendien maakte het veel emoties los, vertelt Lidia, die zelf ruim drie jaar in Nederland woont. ‘Bij elke bijeenkomst raakte er wel iemand ontroerd, op een gegeven moment hadden de zakdoekjes een prominente plek op tafel gekregen en maakten ze onderdeel uit van de training. De vrouwen zijn het niet gewend om zichzelf centraal te stellen en uiting te geven aan hun wensen en verlangens.’ Kathleen Pastran die Casa Migrante regelmatig bezoekt, herkent dit en betreurt het dan ook dat ze niet heeft kunnen deelnemen aan de empowermenttraining. ‘Ik zou graag vrijwilligerswerk willen doen, ik denk dat het een goede manier is om jezelf te ontwikkelen en een bijdrage te leveren aan de wereld om je heen.’ Lidia doet veel vrijwilligerswerk bij Casa Migrante maar ziet een grote meerwaarde in het doen van vrijwilligerswerk bij een Nederlandse organisatie. ‘Het leren van de Nederlandse taal is voor mij prioriteit nummer één. Voordat ik in Nederland kwam, begeleidde ik gehandicapte kinderen en gaf les aan kinderen met leerstoornissen. Het liefst wil ik mijn beroep hier in Nederland ook
Op basis van de aanbevelingen van de voormalige adviescommissie PaVEM (Participatie van Vrouwen uit Etnisch Minderheden), is in 2007 het project 1001 Kracht van start gegaan. Met de ondersteuning van maar liefst vier verschillende ministeries (VROM, OCW, SZW en VWS), zijn zes gemeenten begonnen met het opzetten en het uitvoeren van het project. Naast de gemeenten zijn ook vrijwilligers organisaties en -centrales, migrantenorganisaties en maatschappelijke organisaties betrokken bij het bereiken van de doelen van het project. Het project 1001 Kracht bestaat uit vijf deelprojecten: 1. Scholing en EVC; 2. Doorstroom naar betaald werk; 3. Activering van allochtone vrouwen; 4. Verkleuring van vrijwilligersorganisaties; 5. Bundeling van kennis en uitwisseling. Lize organiseert komend jaar nog trainingen in Utrecht en Nijmegen. Vrouwen uit deze steden die geïnteresseerd zijn in deelname, kunnen contact opnemen met Monica Moreno Diniz, e-mail
[email protected]. Meer informatie: www.vrijwilligerswerk.nl
7
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
Achterbandag
9 november 2008 De jaarlijkse achterbandag van Lize vond dit jaar plaats op een nieuwe locatie. Niet bij Instituto Cervantes in Utrecht, niet in Hotel van der Valk in Breukelen, maar bij het Nieuwegein’s Business Center. Een modern en open gebouw, waar alle ruimte was om elkaar te ontmoeten, geïnformeerd te worden over de activiteiten van Lize, om deel te nemen aan de workshops en lekker te eten. Het thema van dit jaar was ’samenwerken’. Het kenmerk van Lize is immers dat elf verschillende Zuideuropese gemeenschappen met elkaar samenwerken. Meer dan 150 Zuid-Europeanen kwamen met de trein of auto naar Nieuwegein om deel te nemen aan de achterbandag. De bezoekers werden verwelkomd door Isabella Magioncalda, voorzitter van Lize. Joan Kensmil van de Directie Inburgering en Integratie van het ministerie van Wonen, Wijken en Integratie (VROM) maakte voor de eerste keer kennis met de achterbandag van Lize. Tijdens de achterbandag van vorig jaar hadden verschillende bezoekers gevraagd om wat meer te laten zien van wat Lize nu precies doet en wat er is bereikt. In een gecombineerde visuele en mondelinge presentatie werd antwoord gegeven op deze vragen.
Lizebulletin / nr 59 / december 2008
8
Voor vragen over dit blad of andere zaken: Lize Postbus 14065 3508 SC Utrecht tel. 030 233 21 00 fax 030 232 25 71 e-mail
[email protected] www.lize.nl Kopij voor het Lize bulletin kan gestuurd worden naar bovenstaand adres. Eindredactie: Gonnie Kaptein Bijdrage: Predrag Vitkovic Foto’s: Lize, Silvia Terribili, Aurelio Alonso Vormgeving: C&P Communicatie
’s Middags namen de bezoekers deel aan een ISSN 1571-6384 van de zes workshops. Laura Kerszenblat leidde een workshop waar het ‘wij-gevoel’ centraal stond en Giovanni Massaro en Dimitris Grammatikas lieten de deelnemers een televisie-item maken. Herman Obdeijn en Ernad Cilasevic spraken met de deelnemers over hun eigen Zuideuropese geschiedeniscanon, terwijl Anna Maria Andriol in een Lagerhuisdebat de deelnemers activeerde met prikkelende stellingen. Het project ‘Zoet & Zout’ van Lize en het ZID Theater werd door Karolina Spaic en Monica Moreno Diniz gepreLize behartigt bij de landelijke overheid senteerd en de deelnemers kregen de de belangen van personen afkomstig uit gelegenheid om te vertellen over hun eetgewoonten en eetrituelen. ‘Bewegen’ Bosnië-Herzegovina, Griekenland, Italië, was het motto van de workshop van Kaapverdië, Kroatië, Macedonië FYR, Elly Smits, die de deelnemers kennis liet Montenegro, Portugal, Servië, Slovenië en maken met de Amerikaanse Country Spanje en hun nakomelingen. Line Dance. Het programma werd Lize maakt deel uit van het Landelijk Overleg afgesloten met een presentatie van Minderheden dat de belangen behartigt van alle activiteiten in de workshops en alle doelgroepen van het rijksintegratiebeleid. een borrel. Tenslotte wilde iedereen Lize vervult met haar kennis van en haar relatie nog even met elkaar praten en met de Zuideuropese gemeenschappen een afspraken maken. Lize kan terugbeleidsbeïnvloedende rol bij de overheid. zien op een geslaagde achterLize functioneert tevens als informatiemakelaar bandag. tussen overheid en achterban. In haar belangen In november 2009 wordt, in behartiging zoekt Lize de balans tussen het belang plaats van de achterbandag, van de achterban en het politiek haalbare. Om haar het 20 jarig bestaan van Lize kerntaak uit te voeren, voert Lize regelmatig overleg gevierd. Nu al iets om naar uit met de minister van integratiebeleid, bewindslieden, te kijken. ambtenaren en leden van de Tweede Kamer. Daarnaast werkt Lize nauw samen met andere landelijke partners.