SIGNALENLIJST EERGERELATERD
GEWELD
Handreiking voor scholen
EERGERELATEERD GEWELD Hoe herken je als leerkracht & CLB-medewerker de 1ste signalen van eergerelateerd geweld en huwelijksdwang bij jouw leerlingen?
ACHTERGRONDINFO Familiaal geweld treft heel wat gezinnen in onze samenleving. Het komt voor in alle sociale lagen van de bevolking, bij alle levensbeschouwelijke overtuigingen en in alle culturen. Kinderen en jongeren kunnen thuis getuige zijn van geweld tussen hun ouders of ze kunnen er zelf slachtoffer van worden. Dit geweld is ontoelaatbaar en het is onze taak als samenleving om erop te reageren. Als leerkracht of CLB-medewerker kan je iets doen voor jongens en meisjes die slachtoffer worden van geweld. Je kan er mee toe bijdragen dat deze jongeren kunnen opgroeien in een geweldloze omgeving. Het is echter niet altijd gemakkelijk om te herkennen of er kinderen en jongeren uit jouw klas het slachtoffer worden van familiaal geweld. Het is belangrijk om te weten dat geweld kan voortkomen uit heel wat motieven. Zo kan het bijvoorbeeld zijn dat jouw leerling het slachtoffer wordt van eergerelateerd geweld (EGG) en/of huwelijksdwang. Dit geweld kan dezelfde en/of andere vormen aannemen dan familiaal geweld dat voortkomt uit andere motieven. Toch is het belangrijk om het onderscheid te maken want bij EGG is er sprake van een collectieve dreiging van de familie en dat betekent dat het een specifieke en gevoelige aanpak vereist: Je kan niet zomaar de familie op de hoogte stellen van je vermoedens. Deze brochure wil je wegwijs maken in het herkennen van signalen die kunnen wijzen op EGG en/of huwelijksdwang. Ze wil je handvaten bieden om gepast op dit geweld te reageren. We definiëren EGG als volgt: “Een continuüm van geweldsvormen waarbij het voorkomen of het herstellen van een schending van de seksuele of familiale eer – waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te geraken – het hoofdmotief vormt. Het kan daarbij gaan om de eer van een individu, de familie of de gemeenschap en het geweld kan uitgaan of ondersteund worden door meerdere personen en gericht zijn op meerdere slachtoffers (Van Vossole & Gilbert, 2011).”
3
Eerschade verloopt via 3 stadia1:
2. Zedelijke familie-eer in het geding
1. zoon of dochter krenkt de persoonlijkeeer van de ouder
Enkele voorbeelden:
Enkele voorbeelden:
• • • • • • • •
• • • • • • •
•
1
4
Kind krenkt familie-eer van ouders/broer Gezag trotseren (bv. klachten op school) Normale huishoudelijke taken niet vervullen Niet mee naar het land van herkomst willen Liegen over kleinigheden Slechte vrienden hebben Bepaalde tradities/geloof ter discussie stellen Allerlei vervelende familiale zaken aan de grote klok hangen …
Ermers, 2007
Zich uitdagend gedragen/kleden Niet direct naar huis komen na school/werk Niet antwoorden /geheimzinnig doen Chatten of sms-en met onbekenden ‘s avonds uit willen gaan met ‘vriendinnen’ Weigeren van een huwelijkskandidaat …
2. Zedelijke familie-eer in gevaar
Enkele voorbeelden: • • • • • • • • •
Er gaat een valse roddel of haar/hem rond Een jongeman heeft openbaar belangstelling getoond voor haar Ze flirt openlijk Ze is te westers gekleed Ze is gesignaleerd met een jongen Na een ruzie is ze een nacht niet thuis geweest Er zijn vervelende foto’s genomen en al dan niet verspreid Ze heeft seksueel contact gehad …
5
Stappenplan
In wat volgt bespreken we wat je als leerkracht of CLB medewerker kan doen als je het vermoeden hebt dat één van jouw leerlingen te maken krijgt met familiaal geweld. In de eerste stap kan je een aantal signalen opmerken die kunnen wijzen op familiaal geweld in het algemeen of EGG specifiek. Als tweede stap ga je jouw vermoedens proberen concretiseren. Tenslotte ga je contact opnemen met de leerlinge en de betrokkenen. Elk van deze stappen wordt hieronder verder uitgelegd.
6
Let wel, EGG is pas een probleem voor de familie wanneer de buitenwereld ervan op de hoogte is of er dreigt op de hoogte van te geraken. Daarom is het van uiterst belang dat je voorzichtig handelt. Verder is het belangrijk dat je je vermoedens aftoetst bij andere leerkrachten/team. Wees niet blind voor je eigen ideeën over opvoedingsstijlen, vooroordelen omtrent bepaalde etnische en religieuze gebruiken. Iedereen kijkt vanuit een eigen bril en om correct te achter halen in welke mate eer een rol speelt in dit geval is het belangrijk om jouw vooronderstellingen af te toetsen bij anderen. Een belangrijke eerste stap is dat je reageert op waarschuwingssignalen. Dat kunnen feitelijke signalen zijn, maar zeker ook signalen die ingegeven worden door intuïtie of zogenaamde ‘buikgevoelens’. Vaak heb je het wel door als er iets ‘niet klopt’ of iets onlogisch is. Neem je intuïtie (of die van je collega’s) dus ernstig en kijk nog eens goed en vanuit een andere invalshoek naar de casus. Misschien heb je ook vooroordelen en angsten. Deze lijst wil je helpen al die elementen van elkaar te onderscheiden en om zeker te zijn bij je inschatting. Onderstaande lijst kan je helpen om het probleem in kaart te brengen en je vermoedens te staven. Opgelet! Heel veel elementen in deze lijst wijzen op zich niet noodzakelijk op EGG of huwelijksdwang, maar kunnen ook op andere vormen van familiaal geweld, op psychische ziekten of op stoornissen wijzen. De context is dus heel belangrijk. Het is een lijst die alert maakt – misschien is eer wel een factor? Misschien speelt EGG mee? Kan je dit zelf niet voldoende verkennen, vraag dan advies bij het CLB, het CAW of via 1712. Zij kunnen ook een echte risicotaxatie afnemen. Schakel nooit zo maar de familie in, zonder dit af te toetsen met de betrokkene. Dan zou je het eventuele eerprobleem en de onveiligheid namelijk kunnen vergroten. Bij het laatste punt, de veiligheid, is wel onmiddellijk actie geboden!
7
Vink aan of dit signaal al dan niet aanwezig is:
* ** ***
8
= Ik twijfel of dit aanwezig is = Ik twijfel of dit aanwezig is = Dit signaal is aanwezig
*
** *** 1. Gedrag van de leerling/betrokkene De leerling heeft moeite met het leggen van contact, met oogcontact, met lichamelijk contact. De leerling loopt weg. De leerling heeft alleen een sterke binding met thuis, is geïsoleerd. De leerling heeft concentratieproblemen / woede-uitbarstingen / ingehouden woede / depressieve klachten / last van machteloosheid / een negatief zelfbeeld / vertoont vlakke emoties / is schuw / brutaal / hyperactief / teruggetrokken / neerbuigend / wantrouwend / verdedigend. De leerling stelt normafwijkend gedrag (bv zich ongepast uitkleden) of plEGGt strafbare feiten.
2. Basisvrijheid en persoonlijke integriteit De leerling mag de eigen kleren niet uitkiezen / mag geen make up gebruiken / wordt thuis verplicht al dan niet een hoofddoek te dragen of andere kledingvoorschriften na te leven. De leerling wordt sterk beperkt in zijn/haar bewegingsvrijheid. De leerling heeft geen privacy – een kamer die dicht gaat, de gsm die gecontroleerd wordt, de leerling mist de zekerheid dat er niet in zijn/haar persoonlijke spullen gesnuffeld wordt … De leerling mag niet beschikken over eigen loon/bijverdienste of er worden (door familieleden) schulden gemaakt op naam van de leerling. De leerling wordt gechanteerd met de openbaarmaking van een feit of activiteit. De leerling beschikt niet over eigen identiteitsdocumenten, visum of verblijft illegaal in het land. De leerling wordt door familieleden bewust onwetend gehouden over de eigen rechtspositie, blijkt angstig voor dingen die niet kloppen i.v.m. rechten & plichten.
9
3. Gezondheid De leerling vertoont gedragsveranderingen, bv eetstoornis, depressie, slecht slapen. De leerling zit met schaamte en schuldgevoelens De leerling wordt altijd door familie begeleid naar een arts of hulpverlener, mag niet alleen met een arts spreken. De leerling wordt onthouden van medische zorg door de familie. De leerling heeft lichamelijke klachten die wijzen op mishandeling, of seksueel misbruik/geweld. De leerling heeft lichamelijke klachten die wijzen op genitale verminking (zeer lang plassen, pijn bij het plassen, buikpijn,…). De leerling gebruikt drugs. De leerling verzoekt tot een maagdelijkheidsverklaring. De leerling is zeer jong of ongewild zwanger. De leerling verzoekt tot een geheime abortus. De leerling beschadigt zichzelf, automutileert. De leerling onderneemt (een poging tot) zelfmoord
4. Dagbesteding (school/studenten job) De leerling verandert plots van gedrag (zie ook gezondheid of gedrag). De leerling verandert van kleding, van modern naar traditioneel of andersom. De leerling spijbelt bij sport/zwemlessen, mogelijk gestimuleerd door de ouders. De leerling heeft plots verminderde schoolprestaties.
10
De leerling wordt gehaald/gebracht en/of gesurveilleerd door broers of neven op school/werk. De leerling mag niet zelfstandig reizen – geen openbaar vervoer gebruiken. De leerling mag maar beperkt deelnemen aan schooluitstapjes en moet na de schooluren meteen thuis zijn. De leerling is niet flexibel. De leerling mag geen vrijetijdsbesteding hebben. De leerling mag geen internet gebruiken, e-mailadres hebben of sociale media gebruiken (secundair onderwijs). De leerling raakt sociaal geïsoleerd / verbreekt vriendschappen zonder duidelijke reden. Hij/zij mag bv thuis geen vrienden ontvangen, hij/zij mag geen vrienden hebben van het andere geslacht. De leerling mag geen vriend(inn)en hebben buiten nichtjes/neefjes of leden uit de eigen gemeenschap. De leerling mag in de laatste jaren secundair nog steeds geen zakgeld hebben of (als hij/zij zelf verdient) geen eigen rekening of bankkaart hebben. De leerling krijgt geen toegang/toestemming tot (vervolg) opleiding/werk. De leerling leidt een dubbelleven, er is een groot verschil in gedrag tijdens of buiten de school. De leerling verlooft zich plots met een onbekende. De leerling ziet op tegen de komende vakantie. De leerling verzoekt om verlengde vakantie. De leerling keer te laat (of niet) terug uit land van herkomst. Er wordt geroddeld over een meisje of haar broers/neven hebben veel ruzie over haar
5. Het gezin De leerling heeft het over rigide regels voor meisjes.
11
De leerling vertelt over de dubbele moraal (jongens mogen meer dan meisjes). De leerling lijkt vast te zitten in een dwangcultuur/ extreem strenge opvoedingsstijl. De leerling geeft aan dat er weinig tot geen communicatie is thuis. De leerling heeft het over roddels in de gemeenschap. De leerling vertelt dat de volwassen vrouwen geen inspraak/beslissingsrecht in het gezin hebben. De leerling is angstig naar aanleiding van de dood van een ouder. De leerling heeft geen inspraak in de huwelijkspartner, geen mogelijkheid tot weigeren van de voorgestelde kandidaat. De leerling vertelt over eerdere gedwongen huwelijken in de familie / bij broer of zus. De leerling vertelt over eerder vermiste gezins-/familieleden. De leerling trouwt op jonge leeftijd. De leerling vindt echtscheiding ondenkbaar, zeker op verzoek van de vrouw. Hertrouwen is ook onmogelijk. De leerling vertelt dat geloof onbespreekbaar is thuis, een ander of geen geloof is ondenkbaar. De leerling meldt plots intensief contact tussen familieleden en/of plotse reizen naar familie – dit kan wijzen op een familieberaad. De leerling is slachtoffer van veel geroddel over zijn/haar familie. De leerling is bekend bij politie en school omwille van eerdere meldingen van familiaal geweld. De leerling heeft een afwerende houding tegenover politie en hulpverlening of de familie heeft die houding. De ouder is alleenstaand of heeft onstabiele relaties.
12
Het gezin heeft een lage socio-economische status (armoede, werkloosheid, opleidingsniveau, huisvesting). Er zijn spanningen in de partnerrelatie (van ruzies tot vechtscheiding), al dan niet met tekenen van fysiek of psychisch geweld. Het gezin is sociaal geïsoleerd en voelt zich niet gesteund door partner en/of omgeving (vrienden, familie).
6. Individuele ouderkenmerken De ouder is op jonge leeftijd voor het eerst moeder/vader geworden. De ouder vertoont kenmerken van depressie. De ouder heeft andere psychische/psychiatrische problemen. De ouder gebruikt middelen (alcohol, drugs, medicatie). De ouder heeft in zijn/haar leven opeenvolgend een of meerdere crisissen meegemaakt. De ouder is opgegroeid in een problematische opvoedingssituatie die onbespreekbaar, onverwerkt gebleven is (weinig liefde in het gezin, plaatsing, mishandeling, misbruik).
7. Kenmerken van de pedagogische interactie tussen ouder en kind De ouder heeft onjuiste of onrealistische verwachtingen van het kind die niet passen bij de (ontwikkeling) leeftijd van het kind. De ouder verwacht te veel terug van het kind. De zorg voor het kind wordt ervaren als een last. De aandachtsvragen van het kind worden niet opgemerkt, genegeerd of gesanctioneerd. De ouder interpreteert het gedrag van het kind snel of meestal als negatief.
13
De ouder gaat niet na wat het effect is van zijn/haar gedrag op het kind en toont weinig flexibiliteit in zijn/haar handelen. In opvoedingssituaties die de ouder als stressvol beleeft, komt hij/zij moeizaam tot probleemoplossend handelen. De ouder verliest snel het geduld in de omgang met het kind. Er is weinig structuur en er zijn weinig grenzen in het dagdagelijkse samenleven met het kind. De ouder volgt belangrijke adviezen in verband met het kind niet op. De ouder staat positief tegenover het gebruik van fysieke en psychologische disciplinering.
8. Crisissituaties De leerling geeft aan dat er maatschappelijke sancties (verstoting bv) te verwachten zijn. De leerling of broer/zus wordt opgegeven als vermist en actief gezocht. Er zijn eerdere meldingen van familiaal geweld, mishandeling of burengerucht op het adres van de betrokkene. De leerling wordt bedreigd of geconfronteerd met lichamelijk of seksueel geweld. De leerling is angstig voor of bedreigd met mishandeling, chantage, vrouwelijke genitale verminking, aanvallen met zuur, … De leerling pleegt zelf strafbare feiten en is in opspraak gekomen. Er is sprake van doodsbedreiging (uitgesproken of niet) of pogingen tot moord/doodslag (door familie, gemeenschap, schoonfamilie, …). Er zijn meldingen van andere misdrijven, zoals verkrachting of ontvoering. De leerling wordt bedreigt met terugsturen naar land van herkomst/familie.
14
Van zodra er van het laatste punt (8) iets is aangevinkt, neem je best contact op met de politie via het nummer 112 Indien de andere punten aangevint zijn, kun je het volgende doen: Concretiseer je vermoedens en orden de info (zie stap 2) Bel of mail het CLB voor bijstand. Ook 1712 de hulplijn voor alle geweld, misbruik & kindermishandelin (www.1712.be) kan advies bieden indien het CLB niet beschikbaar is. Het vertrouwenscentrum kindermishandeling en het CAW zitten vervat in 1712, maar kan ook rechtstreeks gecontacteerd worden. Bij crisissituaties kan u de crisismeldpunten van integrale jeugdhulp contacteren.
15
STAP 2 | CONCRETISEREN VAN JE VERMOEDENS EN ORDENEN VAN INFO
Heb je op basis van bovenstaande signaallijst het vermoeden dat eermotieven een rol kunnen spelen bij deze leerling? Probeer dan je vermoedens hierover zo concreet mogelijk te maken. Formuleer concrete aanwijzingen en zet ze op een rij (bv. maak een verslagje van alle informatie die je hebt). Een overzicht van de informatie die je reeds hebt, helpt je om de zaak duidelijk te krijgen zodat je in een later stadium gericht anderen kunt bevragen of raadplegen. Je voorkomt bovendien dat je onbedoeld zelf de problemen verergert door ondoordacht te werk te gaan of dat precaire informatie uitlekt. Onderstaand schema kan je helpen om je vermoedens en de informatie op een rij te zetten.
16
GEBEURTENIS Wat is er gebeurd? Wat is de aard en de aanleiding van het conflict? Wie zijn erbij betrokken?
GEDACHTEN Hoe denkt de betrokkene over het gebeurde? Hoe denkt hij/zij dat zijn/haar familie erover denkt? Waar maakt de betrokkene zich zorgen over? Waar is de betrokkene bang voor? Wat zijn je eigen gedachten?
GEVOEL Wat ervaart de betrokkene; schaamte, schuldgevoelens, …
GEDRAG Wat heeft de betrokkene gedaan voor, tijdens en na het conflict? Hoe heeft de familie gereageerd op wat er is gebeurd? Hebben zij acties ondernomen en welke dan? Wat heb je zelf al gedaan?
17
STAP 3 | CONTACT MET DE LEERLING OF BETROKKENE
Alledaagse handelingen en werkprocedures (bv. het contacteren van de ouders) kunnen risico’s in zich dragen en kunnen zorgen voor een escalatie van het conflict. Overleg met de leerling, hij/zij kent immers haar/zijn familie het best. Beloof echter nooit absolute geheimhouding, want dan snijd je de weg naar hulp af. Ga zorgvuldig om met informatie en houdt gevoelige informatie in eerste instantie in (zeer) beperkte kring. Schakel nooit zomaar familieleden in, zelfs zussen en nichten hebben een eigen positie en eigen belangen in een eergerelateerd conflict. Zij kunnen betrokken zijn bij het geweld. Het is mogelijk dat een casus al bekend is bij andere instanties. Probeer zoveel mogelijk informatie in te winnen. Is de familie bijvoorbeeld gekend bij de politie? Voor ondersteuning kan je ook steeds terecht op het CLB, het nummer 1712 (elke werkdag van 9uur tot 17uur) of het vertrouwenscentrum kindermishandeling.
18
Hieronder vind je enkele tips om het gesprek aan te gaan: • • • • • • • • • • • •
• • •
Zoek een rustige plek om ongestoord te kunnen praten. Bied voldoende rust en aandacht voor zijn of haar verhaal. Toon begrip. Stel de leerling op het gemak. Ga altijd uit van het individu en de situatie. Elk individu en elke situatie is uniek, onafhankelijk van cultuur, sociaal economische achtergrond of etniciteit. Hou het tempo van de leerling aan, niet alles hoeft in één gesprek. Raak hem of haar niet onnodig aan. Langdurig oogcontact kan bedreigend zijn. Benoem concreet wat je bij de leerling waarneemt of hebt waargenomen en vraag daarover te vertellen; bijvoorbeeld: ‘Ik merk de laatste tijd dat je niet met je gedachten bij de les bent, bijvoorbeeld …… vertel eens, hoe komt dat?’ Laat de jongere niet merken dat je van zijn of haar verhaal schrikt. Maak duidelijk dat je het verhaal gelooft. Vertel de leerling dat hij of zij niet de enige is die zoiets meemaakt. Doe geen negatieve uitspraken over de ouders of familie. Stel geen waarom vragen. Stel vragen als: wat is er precies gebeurd? Wie zijn er bij betrokken? Wat was de reactie van je ouders, broers, ooms, …? Wie weet ervan? Wie is de baas in de familie? Hoe denkt hij of zij erover? Is er eerder al geweld gebruikt? Wordt er gedreigd met geweld? Is er eerder al iemand met geweld bedreigd? Hoe liep dit af? Wat denk je dat er gaat gebeuren? Raak niet in paniek, maar probeer door vragen te stellen naar de feiten, zoveel mogelijk een beeld te krijgen van de situatie. Trek geen snelle conclusies en neem geen overhaaste beslissingen, maar laat je ook niet verlammen. Vraag zo veel mogelijk naar feiten: soms is iemand onterecht bang voor sancties van de familie, soms onderschat een leerling het gevaar. Probeer het risico met de betrokkene in kaart te brengen. Adviseer de leerling om de familie of de ouders niet te provoceren met kleding of in gedrag.
19
• • • • • • •
20
Vraag niet door op eer, maar op veiligheid! Ga bij de leerling ook na wie van de familie of naaste vrienden mogelijk haar of hem steunt, die achter hem of haar zal staan. Is het mogelijk dat deze persoon een bemiddelende rol kan spelen? (Regel dit niet zelf!) Wees je ervan bewust dat het geweld zich doorgaans voordoet op een kruispunt van problemen. Staar je niet blind op eer, maar breng ook ander factoren (zoals de sociaaleconomische) in kaart. Spreek waardering uit dat de leerling over zijn situatie heeft verteld en benoem dat je je kan voorstellen dat dat niet gemakkelijk is. Bespreek alle stappen met de leerling, doe niets buiten zijn of haar medeweten om, zodat hij/zij vertrouwen blijft behouden. Maak een vervolgafspraak om na te vragen hoe het thuis gaat. Stel de leerling gerust dat je discreet en in zijn/haar belang zult handelen.
Bij acuut gevaar: • • • • •
Ga na hoe acuut de dreiging is, of de leerling naar huis kan, of dat dit te gevaarlijk is. Let wel: kies alleen voor opname als het voor de veiligheid absoluut noodzakelijk is. Als opname kan voorkomen worden is dat beter, omdat de situatie daardoor nog meer op de spits drijft. De crisiscentra helpen je om deze afweging te maken. Schakel bij gevaar (in overleg met de leerling) de politie in om te overleggen over de mogelijkheden voor bescherming. Stuur de leerling in een dreigende situatie nooit naar huis zonder iets te doen. Geef in ieder geval het telefoonnummer van de politie mee, of bel de politie zelf en ga eventueel mee met de leerling naar het politiebureau. Adviseer hem of haar om alle mogelijke ‘belastende’ informatie en nummers te wissen uit de telefoon en/of computer. Maak samen een vluchtplan: o Onthoud telefoonnummers zoals 112 (politie), 106 (tele-onthaal) & 1712 (hulp bij geweld) o Zorg voor een ‘noodtas’ met: geld, kleding en spullen, kopies van belangrijke en persoonlijk papieren (paspoort, verblijfsvergunning, …) bv. bij een betrouwbare vriend of vriendin, en een reserve gsm (of simkaart) met contactgegevens en verborgen telefoonnummer. De leerling wil misschien zelf nog wel kunnen bellen, maar niet gebeld worden. o Draag iets bij je dat lawaai maakt (bv. een fluitje) om alarm te kunnen slaan indien nodig o Vlucht bij gevaar nooit in een ruimte met maar één uitgang
Neem niet zelf contact op met de familie, om bijvoorbeeld om opheldering te vragen of om een oplossing voor te stellen. Daarmee laat je immers weten dat je op de hoogte bent van de situatie en dat de leerling erover heeft gepraat op school. Daarmee is in hun ogen het risico op bekendheid van de (eventuele) ‘misstap’ in bredere kring groter geworden. De druk op de familie en de leerling neemt zo toe en het risico op geweld stijgt.
21
MATERIALEN VOOR SCHOLEN EN CLB’S
22
• • • • • • • • • • • • • • •
Website en 1712 hulplijn www.1712.be Brochure Eergerelateerd geweld. Hoe ga je hiermee om als professional? IBZ, IGVM, vzw Zijn Cahier Wat is eerbaar aan geweld? Vzw Ella: http://www.ellavzw.be/productinfo/ProductDetails?id=34 Website Movisie, wat is eer? www.watiseer.nl RespectEER, handboek voor docenten, Movisie Toolkit tegen geweld. Aanpak Eergerelateerd Geweld, Huwelijksdwang en Achterlating. Project Flying Team against Violence. Movisie Handreiking Aanpak eergerelateerd geweld in het onderwijs voor leerlingbegeleiders en andere vertrouwenspersonen, Movisie. Aan de goede kant van de eer. Methodiek- en trainingsmap, IOT, SMN & VON. Website IOT, SMN & VON: www.eervol.com Website en materialen over huwelijksdwang, Movisie: www.yourright2choose.nl Your right 2 choose! Vrije partnerkeuze en huwelijksdwang bespreken. Handleiding voor scholen. Movisie Patiëntenrechten voor jongeren Genitale verminking, handleiding voor de betrokken beroepssectoren: http://igvm-iefh.belgium.be/nl/binaries/ Guide%20MGF-NL_WEB_tcm336-152866.pdf Matkoski, S., Groenen, A., & Van Vossole, A. (2015). Risicotaxatie-Instrument Partnergeweld. Geel: Campinia Media. Van Vossole A. (2015). Risicotaxatie-instrument Eergerelateerd geweld. Geel: Campinia Media.
23
Met de steun van het Fonds New Life, beheerd door de KBS.