Periodiek branchemagazine van FHI, federatie van technologiebranches
SIGNALEMENT DE MRI-SCAN VAN HET BEWEGINGSAPPARAAT MICHIEL WESTERMANN ZET WEER NIEUWE BEDRIJVEN NEER
3 16e jaargang juli 2007
• THEMA: ONDERWIJS & ARBEIDSMARKT • ELEKTRONICABEURS ADEMT GROEI • MEETONZEKERHEDEN CO2 EMISSIEHANDEL
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INHOUD
■ REDACTIONEEL
Veel ondernemers begrijpen er niets meer van
Rubrieken Interview Westermann ■
Algemeen management ■
4
De MRI-scan
Kort Nieuws
Regelgeving en arbeidsmarkt 10 ■
Verzekeringsplicht DGA
Milieu en duurzaamheid ■
Conjunctuur ■
■
42
16
52 53 56
(On)veiligheid
Informatie
59
53
De slag om het schaarse talent
nieuwe opzet biotech-conferentie 2007
Tekort op de arbeidsmarkt vraagt om andere aanpak personeelsbeleid
Nadruk op state-of-the-art technologie in research & productie
2
Structurele ontwikkelingen worden altijd gedragen door een veelheid van factoren. En het is de visie van de organisatie, vooral haar bestuurders, die maakt dat op de golf van de tijdgeest succesvolle voortgang wordt geboekt. Deze maanden worden binnen FHI weer wat bestuurders afgelost, met dank, na trouwe dienst. In april hadden we de lintjesregen, waaronder twee van onze gerenommeerde oud-bestuurders in het zonnetje werden gezet, Jos van Hartingsveldt en Otto Kwak.
44
Biotech-conferentie 2007
Medische Technologie ■
40
Er zit swung in de weegclub
Laboratorium Technologie
Er zijn er veel, van die YaFi’s. Of het te maken heeft met de hoogconjunctuur? Of het ligt aan de gegroeide zichtbaarheid van FHI en haar specifieke rol en aanpak? Of de uitbouw van de FHI – bureauorganisatie er mee van doen heeft?
Er zijn er veel, van die YaFi’s. Natuurlijk de beurzen, steeds intensiever en ze lijken weer aan aantrekkingskracht te winnen. De ééndaags evenementen, nog intensiever, meer inhoudelijk, kleinschaliger ook. De vervolgstappen gaan verder: consortiumvorming rond marktthema’s. In Lemmer nam dat traject weer een hoge vlucht. Systemen om inbraken te voorspellen, handheld meters om de voorraad steenkool te analyseren op vochtgehalte, you name it. Intussen brengen we fabrikanten van landbouwmachines bijeen om zich samen met onze sensorjongens te oriënteren op gezamenlijke ontwikkelingen in hun bereik. Een paar voorbeelden.
36
FHI bedrijf bouwt EduLab
VLW ■
34
Meer en beter voedsel
Industriële Automatisering ■
Snelle kennisontwikkeling bij technologiebedrijven vertaalt zich nog onvoldoende naar lesprogramma’s
Frisse techneutenclub
MinacNed ■
26
Structurele dialoog met bedrijfsleven
Devclub in Lemmer
Plot ■
39
22
24
De troepen vooruit
Development Club ■
20
Een mooie lente
Industriële Elektronica ■
DevClub in Lemmer Om de tafel: zeilen en zaken
De ondernemer en aansprakelijkheid
E&A 2007 ■
18
FHI golftournament
Nieuws van FHI partners ■
16
Is er leven na FHI?
Federatienieuws ■
Hoe elektronicavoorzitter en federatiebestuurslid Siebren de Vries zijn commitment aan FHI verwoordt. Zeilschool De Kikkert in Lemmer. Siebren presenteert een round up over de eerste drie jaar DevLab. ‘DevLab a YaFi’ is zijn titelsheet. YaFi, Yet another FHI initiative… Dank je wel Siebren, en zo was het ook bedoeld, als een oprecht ‘dankjewel’.
14
De slag om het schaarse talent
Dick Rakhorst ■
13
Internationale handel zes procent hoger
Onderwijs & arbeidsmarkt ■
13
Besluit beheer verpakkingen
YaFi, de bescheidenheid voorbij
Gang van zaken rond het besluit beheer verpakkingen en papier en karton blijft warrig
8
signalement juli 2007
signalement juli 2007
En nog een keer ‘intussen’, het lobbywerk brengt successen, waar de ziekenhuizen waarschijnlijk toch niet aanbestedingsplichtig blijken, waar de onzin van verpakkingsbureaucratie wordt erkend, waar multinationals worden ‘gestimuleerd’ hun R&D subsidies te sharen met kleinere technologiespecialisten. Als die participatietop nou ook nog vrucht draagt, de taskforce voor de arbeidsmarkt van de grond komt. Dan kan de politiek dankbaar verkiezingswinst boeken dankzij YaFi. We hoeven niet altijd bescheiden te blijven… Kees Groeneveld
3
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW MICHIEL WESTERMANN
De MRI-scan van het bewegingsapparaat Michiel Westermann zet weer nieuwe bedrijven neer Nu staat hij nog in een loods in Culemborg, het grote CAREN-apparaat waarmee revaliderende Nederlandse militairen in Doorn vanaf september hun balans kunnen gaan hervinden. Michiel Westermann, directeur van het nieuwe FHI-lid Motek-Medical, gelooft dat dit de MRI-scan van het bewegingsapparaat gaat worden. Eigenlijk is dat nog bescheiden: naast nauwkeurige diagnose kunnen patiënten met evenwichtsproblemen er namelijk ook effectief mee behandeld worden. “In 1999 werd ik in tien minuten op dit apparaat mijn evenwichtsproblemen meester,” vertelt Michiel Westermannn, die zelf twee kunstheupen heeft. Door zijn werk voor Twinning, een organisatie die innovatieve bedrijven ondersteunde, is hij in contact gekomen met Motek. De door hen ontwikkelde CAREN (computer assisted rehabilitation environment) kan onbalans van de patiënt corrigeren, waardoor de patiënt rust krijgt. Vervolgens kan de overname van het balanceren door het apparaat langzaam worden verminderd, en leert de patiënt heel gradueel steeds meer zelf in evenwicht te komen. Michiel demonstreert het principe met een dunne ijzeren staaf en balanceert die op zijn vinger. Dan zet hij deze op de bewegende ‘top’ van het apparaat. Het duurt niet lang of de zwenkingen van de staaf zijn gecorrigeerd en de staaf staat perfect verticaal, ongeacht hoe schuin de top zich beweegt.
Motion capture Via een trappetje stap je op de ‘top’: een platform van drie meter in diameter. Hieronder gaat een systeem schuil van zes assen die zes graden van vrijheid van beweging aan de top geven. In de top zelf zit een lopende band met krachtplaten die de druk van de voeten in drie richtingen meet. Gestoken in een veiligheidsharnas kan de patiënt gedurende de oefening zijn eigen bewegingen gadeslaan op een 180° breed scherm dat de top op een afstand omringt. Het helpt de patiënt zijn bewegingen
4
signalement juli 2007
signalement juli 2007
te corrigeren. Daarbij kan hij zichzelf in een geprogrammeerde context zien: bijvoorbeeld lopend over een heuvelig bospad, dat hij tegelijkertijd ook onder zijn voeten voelt. Dit alles gebeurt met behulp van drie projectoren en acht motion capture-camera’s voor de bewegingsregistratie. Deze camera’s herkennen bolletjes die op de kleren worden geklit. Voor diagnose zijn er
“Voor wie voor het land heeft gestreden is het beste niet goed genoeg” pakken vol met bolletjes waardoor artsen heel nauwkeurig en in real time bewegingen kunnen zien. Gericht en gradueel kan de behandeling dan op de bewegingen van de patiënt worden aangepast. Afhankelijk van de gewenste configuratie van het apparaat zijn er zes tot veertien servers die alle gegevens met elkaar verbinden en de programma’s goed uit laten voeren. Er staat nu een CAREN op vijf universiteiten en onderzoeksinstellingen over de hele wereld, en sinds kort ook in twee Amerikaanse revalidatiecentra. Ervaring met patiënten is tot nu vooral opgedaan in het Sheba-ziekenhuis in Tel Aviv, waar het apparaat na de gebruikelijke revalidatietechnieken word gebruikt. Er blijken kwalitatief betere resultaten mee behaald te worden dan met gewone revalidatiemethodes, en sneller en bestendiger dan normaal. Michiel verhaalt over een jonge
Israëlische vrouw die na revalidatie na een auto-ongeluk niet op haar ene been kon staan. Ze deed een oefening waar je een bootje op zee slalom langs een aantal boeien loodst en een haai trotseert, alles vergezeld door het geschreeuw van meeuwen. Het tempo wordt bepaald door voor en achteruit stappen en de bochten via het leunen op het ene of het andere been. “Ze schrok zelf dat ze ongemerkt toch op haar been kon staan. Fysiotherapeuten ervaren dat deze bewustwording, dat je wel weer op je benen kunt vertrouwen, vaak wel maanden kan duurt. Het toont het effect van multi-tasking met CAREN.” Verwacht wordt dat nu het apparaat eerder in het revalidatieproces wordt ingezet, dertig tot vijftig procent sneller resultaat geboekt gaat worden.
CAREN als ‘showpiece’ Voor het in de markt zetten van het innovatieve product kan Michiel putten uit uitvoerige ervaring als bijzonder succesvol zakenman. Hij is oprichter van Pink Elephant (nu Pink Roccade/Getronics), was lid van het bestuur van de ICT-branche-organisatie, organen die Nederland bereid maakten voor breedband en bestuurslid van onder meer Twinning. Die sporen zijn zichtbaar in zijn aanpak. Alles is uitbesteed, behalve het maken van de software, de kern van het product. Het bedrijf telt tien mensen in Nederland, en er wordt samengewerkt met ontwikkelaars in de VS en Israël. Michiel nodigt potentiële kopers uit bij de enthousiaste arts in Tel Aviv en deze laat kopers met
5
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW MICHIEL WESTERMANN
de patiënten en behandelaars spreken. Met succes: inmiddels is het apparaat aangekocht door twee Amerikaanse militaire revalidatiecentra. “Voor de mensen die voor het land hebben gestreden, is alleen het beste goed genoeg. Het nieuwe Brooke Army Medical Centre in Texas is door de twee nieuwe presidentskandidaten met veel bombarie geopend en dit was het grote showpiece. Het is een luxe uitvoering van het systeem; een top van vier meter diameter en in plaats van een scherm zit er een hele dome (ronde kap) omheen, waardoor gebruikers volledig in een andere wereld stappen.” Ook in Washington kunnen
weer om dat je iemand vindt die enthousiast is en de stap durft te nemen om zijn organisatie te overtuigen om meer dan een half miljoen te investeren, ook al is er nog geen vergoeding van zorgverzekeraars. Patiënten met evenwichtsstoornissen zijn er tenslotte erg veel.” Vanwege de hoge kosten is MOTEC bezig met de V-gait, een eenvoudigere versie van het CAREN-systeem dat rond de twee ton kost. “Dit kan veel van het systeem aan, bevat de software, een lopende band met krachtplaten en drie graden vrijheid van beweging. En daarnaast werken we aan een
“Op de entertainment markt ging het bedrijf bijna down the drain” binnenkort soldaten met geamputeerde ledematen of evenwichtsstoornissen door post-traumatic stress-disorder met een CAREN geholpen worden.
Kip en ei “Ziekenhuizen in Nederland wachten op goedkeuring van zorgverzekeraars en deze willen eerst gegevens uit klinisch onderzoek zien. Dat geeft een kip en ei-situatie, je kunt dan tenslotte nog geen onderzoek met patiënten doen. Dat is ook de reden dat we weinig Nederlandse medische producten hier als eerste geïntroduceerd zien, met uitzondering van die van multinationals die plaatsing in een ziekenhuis kunnen voorfinancieren. In andere gevallen is het meestal zo dat pas als iets zich in Amerika heeft bewezen het product hierheen komt. Gelukkig lijkt het nu wel sneller te gaan!” Het exemplaar in de hal is namelijk aangekocht door het Militair Revalidatiecentrum in Doorn. De Vrije Universiteit gaat onderzoek wijden aan de resultaten die in Doorn worden geboekt. Samen met het onderzoek dat op de andere CAREN-apparaten in Tel Aviv, Liverpool, Montreal, Washington, San Antonio, Groningen en Enschede wordt gedaan, wordt langzaam maar zeker de weg gebaand voor goedkeuring van verzekeraars. De enthousiaste arts uit Doorn schudt de collega’s in het land al wakker over de beloftes van de CAREN. “Het gaat er steeds
6
toepassing voor de CAREN waarmee het systeem een soort MRI-scan van het bewegingsapparaat wordt. In september zal de alpha-versie van dit Human Body Model (HBM) klaar zijn. Dat visualiseert wat met het gehele bewegingsapparaat gebeurt. Arts en patiënt zullen dan al de spieren kunnen zien en middels kleuren herkennen welke spieren zich aan- of juist ontspannen, en in welke mate. Net als een röntgenopname de botten toont, toont HBM real time de overdracht van krachten in het lichaam. Een ervaren arts kan dan ook zien of je te laat of te vroeg op een kracht reageert. Het is de eerste keer dat dit aan de medische wereld wordt gepresenteerd. We weten dat TNO voor deze technologie ook plannen heeft, maar wij lijken voorop te lopen.”
Entertainmentmarkt Het visionaire brein achter CAREN is de Israëliër Oshri Evan-Zohar. Vanuit Twinning hielp Michiel deze aan een investeerder. Deze stuurde het bedrijf de entertainmentmarkt op, wat niet altijd fortuinlijk was. “Het bedrijf ging bijna ‘down the drain’. Toen Oshri wegens omstandigheden drie jaar terug naar Israël moest, vroeg hij mij om op de zaak te passen. Ik deed dat twee dagen in de week en heb toen een aandeel erin genomen.” Oshri werkt nu als verantwoordelijke voor R&D vanuit Israël; Michiel werd algemeen directeur. “Ik had mazzel dat de snelste servers inmiddels snel genoeg waren geworden voor realtime. Oshri
gebruikte nog een silicon graphics computer, het grootste wat je indertijd kon krijgen, en wilde net overgaan op Linux. Ik ben toen overgestapt op een Windows platform, omdat dat is waar klanten mee werken. Ik splitste Motek op in twee bedrijven: medical en een entertainmentpoot, die ieder hun eigen broek moeten ophouden.” Twee bekende producten van Motek Entertainment zijn op televisie te zien: Vara’s ‘Café de Wereld’ en ‘De Sprookjesboom’, voor Zeppelin. Ook zijn vele computerspelen voorzien van Motek Animaties. Hoe is de relatie met FHI ontstaan? “Ik kende FHI van toen ik als bestuurder bij branche-organisatie FENIT, de voorloper van ICT-Nederland, zat. We zijn een paar maanden geleden lid geworden en meteen werd ik benaderd voor - zeer welkome hulp om subsidie te vinden voor marktonderzoek. Branchemanager Luc Knaven heeft me onlangs tal van contacten gegeven, zeer waardevol allemaal.” Wat hoopt hij verder nog aan het lidmaatschap te hebben? “Ik wil meedoen met de Medicabeurs, mogelijk juridische informatie van FHI gebruiken en deelnemen aan de exportgroep. Ik hoop ervaringen te delen van anderen met reguleringen van de Amerikaanse FDA (Federal Drug Agency), liability en het afdekken van valutarisico’s.”
“Weinig Nederlandse producten omdat ziekenhuizen wachten op verzekeraars” Dat kan inderdaad handig zijn, want nadat MOTEK Medical lange tijd ‘te innovatief’ voor de markt leek lijkt het nu in snel vaarwater te zijn gekomen. Dankzij de verkoop aan de drie militaire revalidatieoorden, de opbouw van onderzoeksresultaten wereldwijd en de ontwikkeling van eenvoudigere en goedkopere versies van het CAREN-systeem, lijkt het afwachten hoe snel CAREN zich zal gaan verspreiden over ziekenhuizen in binnen- en buitenland. Hoeveel jaar zal er nodig zijn om een MRI-scan van het bewegingsapparaat breed te introduceren? <
signalement juli 2007
signalement juli 2007
7
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ ALGEMEEN MANAGEMENT
Kort Nieuws Werkgever aansprakelijk voor thuiswerkplek
Malafide bedrijf aan de kaak gesteld via FHI-info
WBSO GROOT SUCCES De Wet bevordering speur- en ontwikkelingswerk (hierna: WBSO) is in een paar jaar tijd uitgegroeid tot een van de belangrijkste financiële stimuleringsregelingen voor bedrijven. Steeds meer bedrijven, vooral uit het midden- en kleinbedrijf, weten de weg naar de WBSO te vinden. Werden in 2005 nog 10.000 aanvragen gehonoreerd, vorig jaar waren het er al ruim 15.000. Van het totale budget kwam 69 procent terecht bij het midden- en kleinbedrijf. De evaluatie van de WBSO brengt in beeld dat bedrijven veel meer in speur- en ontwikkelingswerk investeren dan de euro’s die in het kader van de regeling beschikbaar zijn. Per ontvangen euro WBSO steken ze er nog eens zo’n € 0,72 extra in. Bron: Staatcourant.
<
Bruto minimumloon per 1 juli 2007
Via FHI heeft Defence for Children succes geboekt tegen Construct Data Verlag/Fair Guide. Deze Oostenrijkse firma verstuurt onder vals voorwendselen advertenties naar diverse bedrijven. Defence for Children heeft de Oostenrijkse overheid hierover ingelicht. Het blijkt dat meerdere bedrijven een civiele rechtszaak tegen hen zijn gestart. De rechtbank heeft Construct Data Verlag/Fair Guide meerdere keren hiervoor veroordeeld. De praktijken blijken echter toch nog steeds door te gaan. Dat het in strijd met het recht is, is een ding dat zeker is. Feit blijft dat de overheid in Oostenrijk bezig is om deze praktijken te stoppen. Bedrijven die financieel wel de dupe zijn geworden wordt aangeraden om op basis van het eigen recht een rechtszaak te starten. < Werkgevers zijn aansprakelijk voor de schade die een werknemer lijdt, als de thuiswerkplek niet op orde is. Dat blijkt uit een uitspraak van het Gerechtshof in Amsterdam.
haar thuis niet aan de eisen voldeed die daaraan mogen worden gesteld, zo stelde de werknemer. Het Gerechtshof stelde vast dat de werknemer regelmatig thuis werkte, zodat de arboregelgeving van toepassing is.
De werknemer van een pensioenbedrijf had haar werkgever aansprakelijk gesteld omdat ze ten gevolge van RSI volledig arbeidsongeschikt was geraakt.
Ergonomisch
Arbowet
De werkgever had er daarom voor moeten zorgen dat de werknemer thuis op ergonomisch verantwoorde wijze kon werken. Nu dat niet het geval was, wordt de werkgever verantwoordelijk gehouden voor de schade.
Haar RSI was veroorzaakt door het feit dat zowel haar werkplek op kantoor als bij
Bron: www.planet.nl
< Ondernemers die verzekerd zijn bij het UWV gaan eenzelfde WAO-premie betalen. Hiermee komt de zogenoemde Pemba-regeling te vervallen. Dit betekent dat het aantal werknemers dat in de WAO zit niet langer de hoogte van de premie bepaalt.
Minister Van der Hoeven opent Top Institute Food and Nutrition De brutobedragen van het wettelijk minimumloon en het minimumjeugdloon zijn per 1 juli 2007 gestegen. Voor een werknemer van 23 jaar of ouder is het bruto minimumloon bij een volledig dienstverband per 1 juli 2007: per maand
€ 1.317,00
per week
€ 303,90
per dag
€ 60,78
8
Minister Van der Hoeven van Economische Zaken heeft op 4 juni in Wageningen het Top Institute Food and Nutrition (TIFN) geopend. Binnen dit topinstituut werken bedrijven en kennisinstellingen samen aan het behouden en verder uitbouwen van de leidende kennispositie van Nederland op het terrein van voeding. Economische Zaken heeft in totaal 61 miljoen euro beschikbaar gesteld voor het topinstituut. Het bedrijfsleven en kennisinstellingen investeren een even groot bedrag. TIFN vormt de eerste fase van het Food & Nutrition Delta innovatieprogramma
WERKGEVERS BETALEN BIJ UWV VANAF 2008 GELIJKE WAO-PREMIE
van overheid en bedrijfsleven. Om te zorgen dat de nieuwe kennis ook wordt omgezet in daadwerkelijk nieuwe producten en processen, heeft Economische Zaken voor de tweede fase van dit programma voor onder andere het MKB tevens 63,5 miljoen euro beschikbaar gesteld voor innovatie in het bedrijfsleven. De eerste 44 innovatieprojecten van bedrijven zijn recent van start gegaan. Hierin nemen 47 MKB, 19 grote bedrijven en 6 kennisinstellingen deel.
Dat staat in een wetsvoorstel van minister Donner van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Daarnaast zorgt het voorstel ervoor dat er geen premieverschil komt voor volledig en duurzaam arbeidsongeschikten in de WIA. De nieuwe maatregel moet ingaan op 1 januari 2008. Bron: Ministerie van SZW.
Bron: Ministerie van Economische Zaken.
signalement juli 2007
Voor MKB-ondernemers is het vaak lastig om risicokapitaal in de vorm van aandelenkapitaal of achtergestelde leningen aan te trekken. De Groeifaciliteit - een project van het Ministerie van Economische Zaken, SenterNovem en de banken - moet hier verandering in brengen. De Groeifaciliteit biedt financiers van MKB-ondernemingen een overheidsgarantie van 500 procent voor financieringen met risicokapitaal. Het risico voor de bank of participatiemaatschappij neemt hierdoor aanzienlijk af.
Criteria
De DGA uit de loonbelasting Met ingang van 1 januari 2008 zal het loon van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) niet langer in de loonbelasting worden betrokken. De Eerste Kamer heeft een daartoe strekkend amendement recentelijk aangenomen. Het loon van de DGA zal door middel van (voorlopige) aanslagen onderworpen worden aan inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen en aan de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet. Omdat deze voorlopige aanslagen met betrekking tot het jaar 2007 niet tijdig meer kunnen worden opgelegd, treedt de wijziging pas op 1 januari 2008 in werking. Doordat de BV niet langer als inhoudingsplichtige wordt aangemerkt, bestaat de mogelijkheid om bepaalde loonbestanddelen in de eindheffing te betrekken vanaf dan niet meer. De DGA moet de desbetreffende loonbestanddelen in zijn aangifte inkomstenbelasting verantwoorden.
signalement juli 2007
Bedrijven komen voor de Groeifaciliteit in aanmerking als: • De onderneming voldoet aan de MKBtoets (zie www.senternovem.nl), • uit een toets van de geldschieter is gebleken dat het businessplan redelijke rentabiliteits- en continuïteitsperspectieven biedt, • de aanvraag niet is bedoeld om een eerder verstrekt krediet te vervangen-, • er in de laatste twaalf maanden geen bovenmatige kapitaalsonttrekkingen zijn geweest-, • de financiering alleen dient voor eigen bedrijfsactiviteiten en overnames. Ondernemingen uit onder meer de sectoren landbouw en visserij en de financiële sector komen niet voor de Groeifaciliteit in aanmerking. Bron: Checklist Ondernemen.
<
< Bron: Elsevier SalarisMagazine.
<
MKB kan makkelijker risicokapitaal aantrekken door overheidsgarantie
<
9
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
■ REGELGEVING EN ARBEIDSMARKT
Verzekeringsplicht DGA
Verzwaring concurrentiebeding
In het sociaal zekerheidsrecht oordeelt het UWV omtrent de verzekeringsplicht van een directeur-(groot)aandeelhouder (DGA) voor de Ziektewet, de WAO en de WW. Een directeur die (eventueel tezamen met echtgeno(o)t(e)) op grond van zijn aandelenbezit 50 procent of meer van de stemmen in de algemene vergadering van aandeelhouders kan uitbrengen, is niet verzekerd. Onder DGA wordt ook de bestuurder van een vennootschap verstaan, waarvan ten minste 2/3 deel van de aandelen worden gehouden door zijn bloed- of aanverwanten tot en met de derde graad.
Hierbij is van belang dat de aandeelhouder een salaris ontvangt dat niet afwijkt van andere werknemers, zijnde niet-familieleden en dat men niet meer vrijheden geniet dan de overige werknemers. Voorts is van belang in hoeverre men bemoeienis heeft met en/of invloed uit kan oefenen c.q. uitoefent op het beleid van de onderneming en er zeggenschap is over de dagelijkse gang van zaken in de onderneming. Tevens wordt de daadwerkelijke betrokkenheid bij de besluitvorming in de algemene aandeelhoudersvergadering beoordeeld. Slechts indien er sprake is van ondergeschiktheid, wordt aangenomen dat er sprake is van gezagsverhouding en dus van een verzekeringsplicht. Indien deze gezagsverhouding ontbreekt, zal het UWV geen verzekeringsplicht en derhalve geen recht op uitkering ZW, WW en WAO kunnen aannemen.
Het arbeidscontract beoogt soms ook over zijn eigen graf heen te regeren. Dat gebeurt nogal eens met geheimhoudingsplicht over en weer wanneer de arbeidsrelatie wordt beëindigd. Radicaler is het concurrentiebeding dat de werknemer verbiedt om na het einde van het dienstverband als concurrent van de ex-werkgever te gaan werken.
Bron: Juridische Actualiteiten.
De reden om een dergelijke clausule in een arbeidscontract op te nemen is op zichzelf begrijpelijk: een transfer naar de concurrent kan voor de voormalige werkgever algauw een bedreiging vormen, indien de werknemer bij zijn nieuwe werkgever hetzelfde soort werk gaat doen, en temeer als hij dat doet met dezelfde klantenkring en met de verworven specifieke kennis en vaardigheden van zijn vorige werkplek. Toch wordt de gelding van een concurrentiebeding in de arbeidsovereenkomst kritisch bekeken in de rechtspraak.
Gezagsverhouding In een familiebedrijf zijn de aandelen vaak verdeeld over diverse familieleden. De situatie van personen die een minderheidsaandelenpakket hebben in een familiebedrijf kan aanleiding geven tot het voeren van procedures over de vraag of deze personen al dan niet verzekerd zijn voor de sociale verzekeringswetten. Op grond van deze regeling zijn deze personen niet verzekerd voor de sociale verzekeringswetten, tenzij men door feiten en omstandigheden kan aantonen dat men daadwerkelijk ondergeschikt is aan de algemene vergadering van de vennootschap. Hiertoe zal moeten worden aangetoond dat deze persoon in een gezagsverhouding werkzaam is. De Centrale Raad van Beroep, de hoogste rechter op het gebied van sociale verzekeringen, beoordeelt hiertoe alle van belang zijnde feiten en omstandigheden.
Te algemeen geformuleerde concurrentiebedingen worden vaak als onredelijk bestempeld. Het is meestal de werkgever die het beding opstelt en dat zal niet op een eenzijdige manier mogen gebeuren, maar op een manier die mede rekening houdt met de belangen van de werknemer. Een concrete omschrijving zal bij toetsing eerder stand houden dan een soort beroepsverbod. Zo zal duidelijk moeten blijken voor welke werkzaamheden, in welk gebied en voor welke periode het beding is bedoeld.
Bron: Juridische Actualiteiten.
<
Oprichting besloten vennootschap (bv) eenvoudiger Het wordt makkelijker om een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid (bv) op te richten omdat de regels voor deze rechtsvorm worden vereenvoudigd. Dit levert het bedrijfsleven veel voordelen
10
op. Een en ander blijkt uit een wetsvoorstel. Ondernemers krijgen meer vrijheid bij de inrichting van kleinere ondernemingen, joint ventures en concerns, waardoor zij beter en sneller kunnen inspelen op veranderingen in de markt en hun concurrentiepositie kunnen versterken. De grotere vrijheid die
ogen behoort te zien en dat het eenmaal overeengekomen beding niet zomaar een stilzwijgende andere bezwarende context mag krijgen. Relevant is ook of bij het tot stand komen van het beding voorzienbaar was dat de arbeidsverhoudingen zouden gaan wijzigen en of werkelijk sprake is van een belemmering voor de werknemer om een nieuwe gelijkwaardige werkkring te vinden hetzij in loondienst hetzij als zelfstandig ondernemer.
ondernemers wordt geboden, blijkt vooral uit de ruimere mogelijkheden om in de statuten af te wijken van bepalingen in de wet. Voorbeelden daarvan zijn de mogelijkheid dat iedere aandeelhouder zijn eigen bestuurder benoemt, de uitgifte van stemrechtloze aandelen en meer
signalement juli 2007
gelegenheid om besluitvorming buiten de algemene vergadering te laten plaatsvinden. Daarnaast worden onnodige belemmeringen voor het bedrijfsleven in bestaande regelgeving weggenomen. Belangrijk is de afschaffing van het minimumkapitaal van 18.000 euro als startkapitaal. Ondernemers kunnen in het nieuwe systeem zelf kiezen welk bedrag zij bij de oprichting van de bv inbrengen. Dit zal naar verwachting een gunstig economisch effect hebben omdat het
signalement juli 2007
<
Met het verstrijken van de tijd kan een geldig overeengekomen concurrentiebeding ook geleidelijk steeds nadeliger worden voor de werknemer, zoals bleek uit een recente uitspraak van de Hoge Raad. Regel is dat de rechter onderzoekt of sprake is van een wijziging van de arbeidsverhouding van ingrijpende aard en of daardoor het beding aanmerkelijk zwaarder is gaan drukken. Indien het concurrentiebeding dan niet opnieuw schriftelijk wordt overeengekomen, zal het geheel of gedeeltelijk zijn geldigheid kunnen verliezen. Gedachte is dat bij een dergelijke ingrijpende wijziging van de arbeidsverhouding de werknemer de nieuw ontstane situatie afzonderlijk onder
voor kleinere en startende ondernemers makkelijker wordt om te kiezen voor een rechtsvorm met beperkte aansprakelijkheid. Het maakt investeren in de onderneming aantrekkelijker. Ook de verplichte blokkeringregeling, de bankverklaring en de accountantsverklaring bij inbreng in natura worden afgeschaft. Bron: Ministerie van Justitie.
<
11
■ MILIEU EN DUURZAAMHEID
Veel ondernemers begrijpen er niets meer van Gang van zaken rond het Besluit beheer verpakkingen en papier en karton blijft warrig
Passief
Het Ministerie van VROM is druk bezig het Besluit verpakkingen en papier en karton te handhaven. Terwijl de koepelorganisaties druk doende zijn de regeldruk te verlagen en onnodige overheidsbemoeienis uit te onderhandelen, geeft VROM geen krimp: inspecties gaan op pad om bij bedrijven te zoeken naar overtreding van onduidelijke en niet zinnige regelgeving.
verpakkingen in de toekomst gestalte gaat krijgen.
Onlangs heeft de inspectiedienst ongeveer 5.000 brieven naar bedrijven gestuurd met daarin de aankondiging dat deze bedrijven op korte termijn geïnspecteerd zullen worden of zij voldoen aan het Besluit beheer verpakking en papier en karton. Inmiddels zouden al bijna 500 bedrijven zijn geïnspecteerd.
Voor meer informatie of eventuele vragen is FHI bereikbaar onder telefoonnummer (033) 465 75 07, Joas van Lent (e-mail:
[email protected]) of voor meer informatie over het Besluit verpakkingen naar http://www.stichtingrta.nl onder ‘Besluit Verpakkingen’. <
‘vrijblijvend aanmelden’ Bedrijven die nog geen deel uitmaken van het FHI-verpakkingscluster kunnen zich nog steeds vrijblijvend aanmelden door een e-mail te sturen aan
[email protected], onder vermelding van uw bedrijfsnaam en de naam van een contactpersoon.
De wijze en het tijdstip waarop dit is gebeurd is erg onhandig en er is grote onrust ontstaan bij het bedrijfsleven. In de wetenschap dat er nog onderhandelingen gaande zijn over het dossier verpakkingen, begrijpen veel ondernemers niets meer van de gang van zaken. Op het gebied van verpakkingen is FHI nog druk in gesprek met partijen die een goedgekeurde mededeling (plan van aanpak uitvoering Besluit) hebben. De huidige handhaving wordt door FHI dan ook als buitenproportioneel aan de kaak gesteld.
Een veel gehoorde klacht is dat bureaus passief zouden zijn. Hebben wij geen last van. Van passiviteit. Wel van passieviteit. Dat zorgt ervoor dat wij ook in deze tijd een gezonde groei doormaken. Groeit u mee?
Met de VROM-Inspectie is inmiddels overeengekomen dat de bedrijven van het FHI-verpakkingscluster niet zullen worden geconfronteerd met de geplande controlebezoeken. Mocht zich desondanks toch een ambtenaar van de VROM-Inspectie bij een FHI-bedrijf melden dan is het zaak contact op te nemen met het FHI-bureau, Joas van Lent. Loek Hermans (MKB-Nederland) heeft namens de aangesloten branches minister Cramer gevraagd de handhaving op te schorten totdat duidelijk is hoe het dossier
signalement juli 2007
13
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ CONJUNCTUUR
■ CONJUNCTUUR
Internationale handel zes procent hoger
Voortdurende topproductie industrie
Het volume van de in- en uitvoer van goederen, na correctie voor werkdageffecten, was in april 6 procent groter dan in april 2006. Daarmee groeide de internationale handel minder hard dan in het eerste kwartaal. Toen was er sprake van een volumegroei van 8 procent. De invoerprijzen lagen 1 procent hoger. De uitvoerprijzen waren nauwelijks hoger dan in april 2006. Met 26,7 miljard euro was de waarde van de goederenuitvoer ruim 7 procent hoger dan een jaar eerder. De waarde van de invoer groeide met 8 procent tot 24,2 miljard euro. Hiermee is het handelsoverschot uitgekomen op 2,5 miljard euro. Dit is flink lager dan het recordoverschot van 4,2 miljard euro in maart. De invoer uit EU-landen nam meer toe dan die uit niet-EU-landen. Bij de uitvoer is juist de handel met landen buiten de Europese
Unie harder gestegen dan die binnen de EU. Dit was ook in het eerste kwartaal het geval.
ingevoerd en 13 procent meer uitgevoerd. Ook de invoer van grondstoffen is in april flink gegroeid, namelijk met 25 procent. De handel in diverse gefabriceerde goederen (zoals kleding, schoeisel, meubelen, etc.) is afgenomen. <
Vooral de handel in chemische producten is fors toegenomen. Er werd 26 procent meer
Uitvoer goederen (volume) %-mutatie t.o.v. jaar eerder 20 15 10 5 0 -5 -10
2003
2004
2005
2006
2007
Oorspronkelijk Werkdaggecorrigeerd
������������������� �������������������������������� � � � � � �� ��
����
����
����
De Nederlandse industrie blijft op volle toeren draaien. De gemiddelde dagproductie was in april bijna 6 procent hoger dan een jaar eerder. De productiegroei was daarmee net zo groot als in februari en maart dit jaar. De groei van de industriële productie is na mei 2000 niet eerder zo hoog geweest. In alle branches van de industrie is meer geproduceerd dan in april 2006. De toename in de textielindustrie was met ruim 10 procent het grootst. Ook in de metaalindustrie lag de toename van de
De seizoengecorrigeerde werkloosheid bedroeg in de periode maart-mei 2007 gemiddeld 347 duizend personen. Dit is zeven duizend minder dan in de periode februari-april. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS.
����
����
gemiddelde dagproductie duidelijk boven het gemiddelde van de industrie als geheel. Voor het bepalen van de korte termijnontwikkeling in de productie kan het beste gekeken worden naar de seizoengecorrigeerde cijfers. Omdat de seizoenvrije maandcijfers soms een wat grillig verloop vertonen, wordt hiervoor het tweemaandsgemiddelde ten opzichte van twee maanden eerder gebruikt. Na correctie voor werkdageffecten en seizoeninvloeden was de industriële productie in de periode maart-april bijna 1 procent groter dan in de periode januari-februari. <
Consumptiegroei houdt aan Nederlandse huishoudens hebben in april 2,0 procent meer besteed dan in april 2006. Aan diensten, zoals vervoer, horeca en communicatie, hebben ze 2,7 procent meer besteed. De bestedingen aan goederen waren 1,1 procent hoger. Net als in voorgaande maanden werden de bestedingen aan goederen gedrukt door het lage gasverbruik. Aan voedings- en genotmiddelen gaven huishoudens een bescheiden 0,9 procent meer uit. Ook in april namen de bestedingen aan duurzame goederen het meest toe. De groei bedroeg 6,4 procent. Dit is in lijn met de resultaten van het Consumenten Conjunctuuronderzoek van de eerste vier maanden van dit jaar. In dit onderzoek wordt onder meer gevraagd of het een gunstige tijd is
14
voor het doen van grote aankopen, zoals televisies en meubelen. Deze vraag werd per saldo positief beantwoord. De groei van de bestedingen aan diensten lag met 2,7 procent hoger dan gemiddeld in 2006. Ook
de horecagelegenheden profiteerden van de grotere koopbereidheid van de consument. De cijfers zijn gecorrigeerd voor prijsveranderingen en verschillen in de samenstelling van de koopdagen. <
Binnenlandse consumptie door huishoudens (volume) %-mutatie t.o.v. jaar eerder 8 6 4 2 0 -2 -4
Inflatie blijft gelijk De inflatie is in mei niet gewijzigd. Net als in maart en april lagen de consumentenprijzen gemiddeld 1,8 procent hoger dan een jaar eerder. Dit blijkt uit het consumentenprijsindexcijfer van het CBS. De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode is licht gestegen en kwam uit op 2,0 procent.
Benzine iets duurder
2003
2004
2005
2006
2007
De prijs van benzine is in mei gestegen. Dit had een inflatieverhogend effect. De benzineprijs lag gemiddeld 2,8 procent hoger dan een jaar eerder. In april was het prijsverschil op jaarbasis nog 0,1 procent. Daartegenover stond dat bloemen en
signalement juli 2007
signalement juli 2007
Oorspronkelijk Werkdaggecorrigeerd
Laagste werkloosheid in vier jaar
planten de inflatie drukten. Weliswaar waren deze producten gemiddeld 4,6 procent duurder dan een jaar eerder, maar in april was dat nog 18 procent.
Nederlandse inflatie iets hoger dan gemiddeld in de eurozone De Nederlandse inflatie volgens de Europees geharmoniseerde methode (HICP) is in mei uitgekomen op 2,0 procent. In april bedroeg de Nederlandse inflatie volgens de HICP nog 1,9 procent. De inflatie in Nederland is hoger dan gemiddeld in de eurozone. Volgens een voorlopige raming van Eurostat bedroeg de inflatie in de eurozone in mei 1,9 procent. <
In de periode maart-mei 2007 was 4,7 procent van de beroepsbevolking werkloos. Een werkloosheid van minder dan vijf procent is in de afgelopen vier jaar niet meer voorgekomen.
Werkloosheid zowel bij mannen als vrouwen sterk gedaald In de periode maart-mei 2007 kwam de niet voor seizoen gecorrigeerde werkloosheid uit op 353 duizend personen, 77 duizend lager dan een jaar eerder. De werkloosheid is hiermee in een jaar tijd met bijna een vijfde gedaald. Ruim de helft van de afname kwam voor rekening van de mannen. De werkloosheid onder mannen daalde met 43 duizend tot 161 duizend en kwam daarmee uit op 3,8 procent van de beroepsbevolking. Bij de vrouwen was de afname met 36 duizend personen ook groot. Het aantal daalde tot 191 duizend werklozen. In de periode maart-mei 2007 was 5,8 procent van de vrouwelijke beroepsbevolking werkloos.
Werkloosheid bij 25-44-jarige mannen onder drie procent Het laagste werkloosheidspercentage komt voor rekening van de 25-44-jarige mannen. In deze groep was 2,8 procent van de beroepsbevolking werkloos. Hiermee is het percentage vrijwel terug op het niveau van maart-mei 2002. Het ligt nog wel ruim boven het laagste punt van medio 2001, toen 1,4 procent van de mannelijke beroepsbevolking van 25-44 jaar werkloos was. <
15
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ THEMA: ONDERWIJS & ARBEIDSMARKT
■ COLUMN FREEK ROOZE
De slag om het schaarse talent
Het rendement van trainen en coachen
Tekort op arbeidsmarkt vraagt om andere aanpak personeelsbeleid Met het aantrekken van de economie en de nog altijd bestaande mismatch tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, is de slag om steeds schaarser wordend talent weer in volle hevigheid losgebarsten. Het Centraal Bureau voor de Statistiek rekende onlangs voor dat 270.000 bedrijven één of meer vacatures hebben. Niet alleen verhoogt dat de werkdruk van het zittende personeel, ook is het een rem op de groeikracht. Volgens werkgeversorganisatie MKB-Nederland mist het bedrijfsleven per honderdduizend onvervulde vacatures vijf miljard euro aan omzet. Dat is een vol procent van onze nationale economische groei. Ondanks het duidelijke probleem werken echter nog maar weinig bedrijven aan langetermijnoplossingen. ‘Ondernemers en hun HR-mensen volharden in een beleid dat primair gericht is op de inzetbaarheid’, zegt Rien Wiegeraad van PricewaterhouseCoopers: ‘Men grijpt bijvoorbeeld terug naar lapmiddelen als hogere lonen of andere extra’s. Maar dat werkt hooguit drempelverlagend. Misschien verleid je er enkele talenten mee, maar als hun werkplek hen vervolgens niet aanstaat zijn ze even gauw weer weg. Door hun positie op de arbeidsmarkt kunnen ze zich dat ook permitteren.’
Accenten Werkgevers moeten andere accenten in hun personeelsbeleid leggen. Maar hoe pak je dat aan, en hoe kun je de benodigde aanpassingen zo snel mogelijk vormgeven? Allereerst dient kritisch te worden bekeken of het bestaande talent eigenlijk wel voldoende wordt benut, aldus Rien Wiegeraad. Uit onderzoek blijkt telkens weer dat organisaties hooguit 75 procent van de in aanleg aanwezige capaciteiten van hun medewerkers benutten. ‘Veel werkgevers kennen hun medewerkers onvoldoende. Ze zijn te veel in systemen gaan denken en handelen, en die zijn dan vaak gebaseerd op de kerncompetenties die een organisatie vijf of tien jaar geleden nodig had. Intern zit ook niet iedereen op eenzelfde lijn. Doe daarom ook onder eigen mensen eens een doelgroepenonderzoek. Stel profielen op van de belangstellingssferen van medewerkers, van hun toekomstige ambities en hun hobby’s
Gestructureerd Wie desondanks toch op zoek moet naar nieuwe talenten, kan die speurtocht structureren. ‘Ga allereerst na of u wel in de goede vijver vist’, raadt Rien Wiegeraad aan. ‘Veel bedrijven durven niet af te wijken van de
Freek Rooze
In onze praktijk van verkoopondersteuning duikt een vraag als ‘Hoeveel rendement levert een training?’ geregeld op. functieprofielen of CV-eisen die ze jaren geleden hebben opgesteld. Terwijl dat in veel gevallen verstandig zou zijn. Ook dient u erop voorbereid te zijn dat er een heel nieuwe generatie instroomt.’ De jongeren die intreden op de arbeidsmarkt, hebben een heel andere opvatting over de plaats die werk in hun leven inneemt. Ze willen wel degelijk graag hard werken en carrière maken, maar het mag niet zo zijn dat deze ambities hun privéleven beheersen. Deze generatie definieert de work-life balance heel anders. Wil je ze dus binnenhalen en gemotiveerd houden, dan moet je daarop inspelen. Wel is het belangrijk dat je als werkgever duidelijk maakt dat je zulke zaken aanbiedt omdat medewerkers daardoor meer vrijheid krijgen. Je kunt het beter niet als een efficiencymaatregel presenteren. De nieuwe instromers stellen daarnaast hogere eisen aan wat tegenwoordig wel ‘zingevingsissues’ wordt genoemd. ‘Ze kiezen liever voor een bedrijf dat zijn maatschappelijke verantwoordelijkheid serieus neemt. Daarom is het goed eventuele initiatieven op dat vlak mee te nemen in de informatie die u aan sollicitanten meegeeft.’
Achterdeur Maar ook aan de achterdeur valt winst te boeken. Het aantal regretted losses (vertrekkende werknemers die men liever had gehouden) kan worden beperkt door te blijven investeren in het trainen en opleiden van oudere talenten, en door actiever in te spelen op de wensen van parttimers of medewerkers met zorgtaken. Bijkomend
16
signalement juli 2007
Die vraag is lastig te beantwoorden. Toch is hier wel onderzoek naar gedaan. Joyce en Showers van de University of Colorado testten een aantal personen op het effect van verschillende kennisoverdracht- en trainingsvormen. Ze keken vervolgens hoeveel kennis was blijven hangen en hoeveel vaardigheden nog werden toegepast. Dit deden ze kort na de training en zes maanden erna. Kort na de training bleek, via de veel toegepaste ‘traditionele’ leermethode van theorie presenteren, demonstreren, oefenen en feedback geven, van de kennis 42 procent over te zijn. Het effect op de vaardigheden was iets minder: 36 procent. Maar toen zes maanden na de training gekeken werd hoeveel effect de training had gehad op het aangeleerde gedrag in de praktijk, bleek er slechts 12 procent overgebleven te zijn.
voordeel van dat laatste is dat bedrijven zo ook toegang krijgen tot een grote groep herintredende, vaak zeer talentvolle en hoogopgeleide vrouwen. En bovendien nog beter gemotiveerd ook. ‘Eigenlijk draait alles om het vergroten van de loyaliteit van de medewerkers, en juist kleinere organisaties hebben daarin een streepje voor. Mensen kunnen zich makkelijker identificeren met een bedrijf waarvoor ze zich medeverantwoordelijk voelen. En dat gevoel is bij deze categorie bedrijven doorgaans beter ontwikkeld dan elders. De uitdaging is natuurlijk wel om dat gevoel voortdurend te blijven voeden’ aldus Rien Wiegeraad.
Joyce en Showers bekeken ook het effect van zo’n traditionele training in combinatie met on-the-job coaching. In dat geval bleek kort na de training 85 procent van de leerstof te zijn blijven hangen en 39 procent van de vaardigheden. Maar het meest verbazingwekkende was dat zes maanden erna het nieuwe aangeleerde gedrag voor 52 procent aanwezig was. Met andere woorden: het effect van de combinatie training én coaching leverde ruim vier keer zo veel rendement op!
Voor meer informatie:
Leidinggevenden zouden zelf, via coaching, het rendement van een training dus sterk kunnen opschroeven. Helaas is de praktijk weerbarstiger. Hoeveel managers kennen de stof die in de training is behandeld? En als dat al zo is, hoeveel van hen nemen de tijd voor coaching? En zijn ze ook werkelijk in staat om via coaching iemand beter te laten functioneren? Goed coachen is nu eenmaal niet gemakkelijk. Het doet een stevig beroep op een groot scala aan persoonlijke kwaliteiten. Die zijn niet bij iedereen aanwezig. Wellicht dat het daarom verstandig is om eerst eens te kijken hoe het met de coachende capaciteiten van de managers zelf is gesteld. Met de wetenschap van het bovenstaande in het vooruitzicht, kan een investering daarin meervoudig rendement opleveren
[email protected]. Meer informatie over HR-management vindt u op www.pwc.nl/hrs
[email protected] <
Bron: Inzake uw zaken.
signalement juli 2007
<
17
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INTERVIEW DICK RAKHORST
We zitten op het ‘denkterras’, de plek waar veel ideeën zijn ontstaan, ook voor de bedrijven van zoon en dochter. Vanuit zijn stoel wijst hij een kunstwerk aan. “Gemaakt van het nieuwste materiaal, vubonite, milieuvriendelijk en ‘polyester-
en jezelf kwetsbaar op te stellen (want dan willen mensen je graag helpen): dat kan niet iedereen. Je moet ervoor zorgen dat je dingen doet die een ander niet kan of heeft, want anders moet je altijd de goedkoopste zijn. Ik ben begonnen met
“Eigenlijk ben ik van nature verlegen, maar dat heb ik redelijk overwonnen.”
Is er leven na FHI?
achtig’, ontwikkeld aan de Vrije Universiteit Brussel.” Na ons gesprek zal een groep lokale ondernemers op dezelfde plek komen lunchen en praten over een idee van Rakhorst, het opzetten van een platform dat de gemeente Bernheze energieneutraal moet maken. Deze elektronicaman is zijn oude passie achterna, de natuur en alles wat ermee te maken heeft.
Ondernemer Rakhorst wijdt zich nu aan harmonie tussen kunst en natuur Twaalf jaar lang was Dick Rakhorst bestuurder bij FHI. Befaamd om zijn ideeën en zijn vermogen die lucratief te maken, stond hij aan de wieg van de DevClub. Na verkoop van zijn elektronicabedrijf zette hij samen met zijn vrouw de beeldentuin Interart op en blies hij een bedrijf in fysiotherapieapparaten nieuw leven in.
Na de verkoop van zijn elektronicabedrijf Manudax in 1986 wilde zijn vrouw - na 16 jaar, 70 uur per week ‘brieven tikken en nog veel meer ’ voor het bedrijf – weer eens met haar passie voor kunst aan de slag. Op het weiland bij hun eerder gekochte oude boerderij lieten ze vijvers graven en bouwden ze de tuin vanaf de grond weer op. “En kijk wat we nu hebben: er zitten hier zelfs ijsvogels en momenteel ook een nest met Turkse tortels en een familie grote bonte spechten.” Het is pas het laatste jaar dat hij volop met de beeldentuin bezig is. Na de verkoop van Manudax begon het namelijk al snel weer te kriebelen en beleggen is tenslotte ‘ook een probleem’. Dus zocht hij een bedrijf ‘waar je wat kunt verbeteren’ en kocht hij Uniphy, een bedrijf in elektronische fysiotherapie-apparaten, wat hij vorig jaar, zo’n twintig jaar later, verkocht. De ondernemerszoon begon 29 jaar oud zijn eigen zaak, met een diploma HTS elektronica en wat werkervaring op zak. “Eigenlijk ben ik van nature verlegen, maar dat heb ik redelijk overwonnen. Als ik denk dat iemand het antwoord weet, dan bel ik die persoon op. Als je maar open bent in je bedoelingen. Ik ben nooit een echte techneut geworden, meer een vernieuwer, met veel ideeën. Een blik techneuten kun je opentrekken, maar creatief zijn en leiding geven door mensen te motiveren
18
signalement juli 2007
signalement juli 2007
microprocessors, pc’s en toebehoren, zoals printers, toen die markt er aan kwam. Het gaat er om kansen in de markt te zien aankomen en grijpen.” “Net als zo velen was ik lange tijd teveel bezig met de beslommeringen van de dag. Ik vond het dan ook erg leuk de wereld van FHI binnen te komen, ook al was het best lastig die eerste tijd: vergaderen terwijl de zaak doordraait. Ik heb er uiteindelijk veel aan gehad en zag ook mogelijkheden, juist door die samenwerking.” Rakhorst herinnert aan de tijd van voorzitter Alfred Nijkerk. “Men was ontstemd dat de Nederlandse marine destijds de importeurs had gepasseerd door rechtstreeks spullen in de VS te kopen, na uitgebreide hulp van de importeur. FHI had het ministerie een brief gestuurd, maar Economische Zaken kende ons amper. Iedereen was zeer naar binnen gekeerd. Toen heb ik voorgesteld
Ik zei dat we het niet hoefden te doen zoals in de bouw met prijsafspraken, maar dat we ons niet voor de gek moesten laten houden.” Ook door zijn inmiddels opgebouwde contacten met Economische Zaken wist hij dat men daar zeer gecharmeerd was van de ‘innovators’ in de branche en dat men graag initiatieven ondersteunde. Hij is trots op het feit dat na zijn circa tien jaar opbouw er nu een Devclub staat die uitstekend samenwerkt, ook met universiteiten en kennisinstellingen. Zie voor meer info over de beeldentuin: www.interart.nl <
“We werden gesprekspartners.” om maar eens bij de minister (Andriessen) op bezoek te gaan. Toen dat eindelijk lukte na een aantal afzeggingen kon ik er helaas niet bij zijn, maar dat werd wel het begin van een nieuwe tijd. We werden gesprekspartners.” Rakhorst memoreert ook de opstart van een ander idee, de Devclub. Het was een tijd waarin kleine innovatieve bedrijven werden uitgespeeld door de grote bedrijven. “Op een vergadering in een wegrestaurant bij de Meern zaten deelnemers zo te schrijven dat niemand anders (oftewel mogelijke concurrentie) het kon lezen.
19
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ FEDERATIENIEUWS
■ FEDERATIENIEUWS
FHI golftournament kent mooi sponsorveld
Technologiebranches formuleren beleidsprioriteiten voor markt en overheid
Favorieten en kneuzen verheugen zich op relatiedag in Elst Arie Rolloos is de te kloppen bekerhouder van 2006. Top tien spelers van de afgelopen jaren, Christine Mendlik, Pim Wieske, Joost Timmerman, Mark van Zon en Ton Bol zullen in de zomerperiode zeker hard trainen om de FHI wisselbeker te veroveren in de negentiende editie van het jaarlijkse golftournement. Of zal er weer een verrassend nieuw duikbootachtig talent opstaan…? Op donderdag 30 augustus worden weer zo’n 160 FHI-leden en relaties verwacht voor de wedstrijd van favorieten en clinic met beginners en kneuzen. Het mag allemaal en draagt bij aan de onderlinge relaties,
een weerzien na de vakantieperiode. Het festijn heeft dit jaar de landelijke Betuwse plaats Elst als locatie, geselecteerd door de golfcommissie. Het veld aan sponsors dat zich heeft gemeld ziet er goed uit zodat de hele aankleding goed verzorgd kan worden terwijl de prijs voor deelname binnen de perken blijft; Arti ’70 Standbouw, Bits & Chips, CombiCare, Jaarbeurs Utrecht en NMi Certin als hoofdsponsors en Borrie & co, Crop belastingadviseurs, Drukkerij Van de Ridder, Graydon, JWB Creatieve Communicatie, Romex en Texim als subsponsors. Wie de uitnodiging heeft gemist kan zich inschrijven via www.fhi.nl <
Hoofdsponsors FHI Golftournament 2007:
Maak via FHI gebruik van de PSB-regeling! Er ligt 11.500 euro te wachten op slimme ondernemers Voor technologiebedrijven liggen er volop kansen in het buitenland. Door te exporteren kunnen ondernemers hun omzet verhogen, risico’s spreiden en hun concurrentiepositie verbeteren. Ook bij een aantrekkende Nederlandse markt is het belangrijk aandacht te hebben voor buitenlandse afzetmogelijkheden. Dat kan de continuïteit van het bedrijf op langere termijn zeker stellen.
Overweegt u actief te worden in het buitenland? Minder dan 100 werknemers en minder dan 30 procent omzet uit export? Dan kan FHI in samenwerking met Vanbinnenuit helpen met het aanvragen van de subsidieregeling Programma Starters Buitenlandse markten (PSB). PSB is een laagdrempelige regeling die voorziet in een tegemoetkoming in de kosten tot maximaal € 11.500,- voor bijvoorbeeld brochures, beursdeelname, marktverkenning en juridisch advies. Bovendien stelt u samen met export-
consulent Harry van de Pol van Vanbinnenuit een beknopt exportplan op, waardoor de internationale plannen structuur krijgen.
Meer informatie of PSB aanvragen? Neem dan contact op met Harry van de Pol, exportconsulent van Vanbinnenuit, (06) 51217230 of mail naar
[email protected] of Andreas Meijer van het FHI-bureau (033) 4657507. Kijk voor aanvullende informatie op http://leden.fhi.nl/. <
Onder meer de volgende FHI-leden hebben in de afgelopen periode geprofiteerd van de FHI/EVD-service, PBS: Advantech Benelux, Allied Data Technologies, Boeren Medical, CoNet Engineering, Connector, Cryo Solutions, D.A.R.E.!! Calibration, D.V.C. machinevision, Danica Nederland, De
Visiedocument van FHI goed ontvangen bij bedrijven en in Den Haag ‘Technologie in markt’ en beleid is de titel van de beleidsbrochure die FHI onlangs het licht heeft doen zien. In een bondig document van 34 pagina’s zijn niet alleen de zes beleidsprioriteiten geformuleerd waarvoor FHI federatief ‘wil gaan’.
andere stakeholders”. Het voorbereidingsproces heeft ook bijgedragen aan de invulling van de constructieve FHI-bijdrage aan het coalitieakkoord van het kabinet Balkenende. Met het verschijnen van de brochure en toewijzing van de beleidsprioriteiten aan de verschillende leden van het FHI-managementteam, is het proces van
invulling van beleid en belangenbehartiging binnen FHI nu onstuitbaar in gang gezet. De brochure ‘Technologie in markt en beleid, status, trends en beleidsprioriteiten geformuleerd door de FHI-branches’ is opvraagbaar bij het FHI-bureau, Shirley van Schaarenburg, tel: (033) 4657507 of mail naar
[email protected] <
Ook per branche is helder weergegeven wat de status is in de markt, welke trends er actueel en relevant zijn en welke specifieke beleidsprioriteiten per branche ingevuld zouden moeten worden. Federatief, op koepelniveau heeft het FHI-bestuur gekozen voor zes beleidsprioriteitvelden: onderwijs en arbeidsmarkt, innovatie in wetenschap en bedrijfsleven, openbaar aanbesteden en inkoopmacht, industriebeleid en concurrentiekracht, sociaal beleid, exportstimulering. Zowel vanuit de bij de FHI-branches aangesloten bedrijven als vanuit Haagse politieke en bestuurlijke kringen zijn positieve reacties geuit op het rapport. De brochure ‘Technologie in markt en beleid’ is de uitkomst van “het proces van inventarisatie van competenties, confrontatie met stakeholders, en definiëring van toekomstperspectieven” Dit proces heeft plaatsgevonden in de tientallen clusters van FHI-bedrijven binnen de vier branches, Industriële Elektronica, Industriële Automatisering, Laboratorium Technologie en Medische Technologie. Als zodanig heeft dat proces veel teweeg gebracht dat direct stimulerend werkte op versterking van de onderlinge netwerken en business.
Gidts & Feldman, De Koningh System Supplier, Elbanton, Electro Medico Nederland, Elproma, emv Benelux, Equip Medikey, G.M.S. Instruments, Gidts-Feldman, Imbema Van Vugt, Ingenieursbureau Gommer, Interscience, Joint Analytical Systems Benelux, Lab Services, LabWing, Liad-Electronics Breda, M & C Indumation, Magion Industrial Software Solutions, Mixe Communication Solutions, NESS Europe Omnilabo International, Pedak Meettechniek, Penko Engineering, Raster Industriële Automatisering, Remtech Nederland, RnA, Rossel Nederland, S+B Rotterdam, Sanamij, Simac QuadCore, Snijders Tilburg, Technolution, Van Vliet Medical Supply, VEM metaallurgie, Vos Instrumenten, Welmed
20
signalement juli 2007
Als document is de beleidsbrochure een momentopname “in een breder en langer traject van beleidsontwikkeling en belangenbehartiging naar de overheid en signalement juli 2007
21
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ NIEUWS VAN FHI PARTNERS
De ondernemer en aansprakelijkheid Het is een feit dat het begrip aansprakelijkheid in onze samenleving de laatste jaren zowel in de wetgeving als de jurisprudentie fors is uitgebreid en aangescherpt. De rechter heeft bovendien dikwijls absoluut geen boodschap meer aan allerlei ‘ouderwetse’ aansprakelijkheidsbeperkende bepalingen in contracten en leveringsvoorwaarden.
Een aantal vormen van bedrijfsaansprakelijkheid:
Dit heeft bij (vermeende) benadeelden een belangrijke drempel weggenomen om:
Productaansprakelijkheid
bij de producent. Hierdoor wordt voorkomen dat, bijvoorbeeld bij een faillissement van de producent, de benadeelde geen schade vergoed krijgt. Het risico van aansprakelijkheid geldt dus ook voor importeurs, handelaren en detaillisten. De wet beschermt primair de slachtoffers. Er is gepoogd middels deze wet de procedure om schade te verhalen te vereenvoudigen. Schuld speelt geen rol meer. De aanwezigheid van schade en het aantonen dat de schade veroorzaakt is door een gebrek in het product, is voldoende.
• zonodig via een gerechtelijke procedure; • forse financiële genoegdoening te eisen van degene, die fouten heeft begaan en daardoor schade heeft veroorzaakt. Deze tendens wordt alleen maar sterker.
Deze vorm van aansprakelijkheid is bij FHI-lidbedrijven de meest moeilijke vorm om te verzekeren. Sedert 1 november 1990 is de ‘wet productaansprakelijkheid’ van kracht. De basis is richtlijn 85/374/EEG, geldend binnen de EU-landen. Deze
Volgens de wet is een product gebrekkig indien het, op het moment van op de markt brengen, niet de veiligheid biedt die men ervan mag verwachten. Daarmee is gebrekkigheid een bewegend doelwit ge-
Kantoorrisicoaansprakelijkheid U kunt hierbij denken aan de aansprakelijkheid van het bedrijf indien een bezoeker van het bedrijf struikelt over een loszittende drempel en hierdoor letselschade oploopt. Doorgaans is deze vorm probleemloos te verzekeren.
Zelfs het feit dat een product voldoet aan alle van toepassing zijnde wettelijke eisen (waaronder CE) sluit niet uit dat een product in een concreet schadegeval toch als gebrekkig zal worden beschouwd. De aansprakelijkheid blijft 10 jaar, nadat het product is verkocht, van kracht.
Werkgeversaansprakelijkheid Wanneer vaststaat dat de werknemer de schade ‘in de uitoefening van zijn werkzaamheden’ heeft geleden, is de werkgever aansprakelijk voor de schade van de werknemer, tenzij de werkgever bewijst dat hij aan zijn zorgplicht heeft voldaan c.q. dat de schade in belangrijke mate het gevolg is van opzet of bewuste roekeloosheid van de werknemer. De werkgever is dus verantwoordelijk voor een veilige werkomgeving. De werkomgeving moet namelijk zodanig zijn ingericht dat een werknemer geen ongeval kan overkomen. Voorbeelden van onveilige werkomstandigheden zijn: sterk verouderde apparatuur en onoverzichtelijke obstakels op de werkvloer maar ook het niet aanbieden van preventieve veiligheidsmaatregelen.
‘de ondernemer en aansprakelijkheid’
Beroepsaansprakelijkheid Hierbij kunt u denken aan mogelijke claims naar aanleiding van wat een bedrijf beroepsmatig aan een klant adviseert (of niet adviseert of vergeten is te adviseren) en wanneer de klant naar aanleiding van dat advies schade ondervindt. • Aansprakelijkheid van de werkgever met betrekking tot werknemers/ bestuurders van motorrijtuigen.
Claimen is tegenwoordig ook in ons land ‘in’. Maar los hiervan wordt het in onze samenleving steeds vanzelfsprekender dat ‘de klant’ niet kan en mag worden opgezadeld met schade als gevolg van fouten in de dienstverlening. Wie ernstige fouten maakt, wordt daarop steeds vaker aangesproken.
22
richtlijn bepaalt het principe van objectieve aansprakelijkheid van producenten. Op basis van deze wet is de producent aansprakelijk voor schade veroorzaakt door een gebrek in zijn product. De wet geeft daarnaast de benadeelde de mogelijkheid eenieder in de keten aan te spreken. De aangesproken partij moet na een veroordeling zelf de schade zien te verhalen
worden dat van jaar tot jaar kan veranderen. Een product kan bijvoorbeeld als onveilig worden bestempeld indien: • Een bepaalde veiligheidsvoorziening ontbreekt. • Er waarschuwingen ontbreken tegen “niet in het ontwerp uitgesloten” risico’s. • De gebruiksaanwijzing onvoldoende doeltreffend is.
signalement juli 2007
De werkgever draait op voor alle kosten wanneer een werknemer tijdens zakelijke ritten (inclusief woon/werkverkeer) betrokken raakt bij een ongeval waarbij de werknemer letsel oploopt of een zaakschade heeft en waarbij geen verhaal op derden kan worden gedaan. Dit alles naar aanleiding van de uitspraak van de Hoge Raad d.d. 12 januari 2001. De ondernemer krijgt te maken met het volgende: • De motorrijtuigenverzekering (WAM) dekt wel de schade voor de passagiers, maar niet voor de bestuurder zelf. • De bedrijfsaansprakelijkheidsverzekering
signalement juli 2007
HBR Branche Verzekeringen BV is gespecialiseerd in bedrijfsverzekeringen. In elk Signalement zal zij een aantal bedrijfsrisicoaspecten behandelen. Daarnaast kunnen leden verzekeringsvragen stellen die in het Signalement zullen worden behandeld. <
(AVB) kent een algehele uitsluiting voor schade veroorzaakt met of door motorrijtuigen. • Een collectieve ongevallenverzekering vergoedt vaste bedragen, waarvan nog maar de vraag is of dit in een voorkomend geval voldoende is. Bovendien betaalt in vrijwel alle gevallen de werkgever de premie voor deze verzekering, waardoor zich een bijkomend nadeel aandient: in het nieuwe belastingstelsel is een uitkering uit een ongevallenverzekering, waarvan de werkgever de premie betaalt, namelijk progressief belast in box 1. Er dient een aparte polis voor dit risico te worden afgesloten.
Tip Controleer uw huidige aansprakelijkheidsverzekering. Daarin staat precies vermeld
welke van bovenstaande dekkingen in uw polis zijn opgenomen. Op het afgeschermde ledengedeelte van de FHI-website http://leden.fhi.nl vindt u het vervolg van dit artikel. De onderwerpen milieuaansprakelijkheid, bestuurdersaansprakelijkheid en aansprakelijkheid van gebouweneigenaren worden hier verder toegelicht. Wie niet beschikt over de inlogcodes kan contact opnemen met Nicole Eestermans van het FHI-bureau op telefoonnummer (033) 4657507.
Nadere informatie: HBR brancheverzekering Eliab Salamony of Ruud Rooker, telefoonnummer (023) 5221020. E-mailadressen:
[email protected] of
[email protected] <
23
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ THEMA: ONDERWIJS & ARBEIDSMARKT
Doekle Terpstra, voorzitter van de HBOraad, geeft een voorzet voor zijn bijdrage aan het FHI-congres dit najaar over de aansluiting onderwijs-arbeidsmarkt. Wie dan met hem in gesprek wil, komt beslagen ten ijs, dankzij een interview met Signalement. Terpstra wil een structurele dialoog tussen hogescholen |en bedrijfsleven en stelt voor om docenten en werknemers op elkaars payrol te plaatsen. Het tekort aan instroom in de technische studies blijft een lastig probleem. Het ‘eeuwige’ debat over tekort aan technici is volgens Terpstra een cultureel probleem. Aangaande het gebrek aan instroom in technische studies lijkt het bijna alsof hij de moed ervoor heeft opgegeven: “We slagen er niet in om de instroom in technische studies omhoog te krijgen. Ook dit jaar weer scoren de sociaal-agogische opleidingen hoog, zonder enige vorm van campagne, terwijl de technische opleidingen, met tal van campagnes, weer erg laag scoren. De campagnes, zoals van Jet-Net en nu ook zelfs voor lagere scholen, zijn dus niet bijster effectief. Er is gewoon een diepgeworteld imagoprobleem rondom techniek in Nederland, terwijl het de sector is met het meest innoverend vermogen. Ik vind het buitengewoon jammer. Naar mijn gevoel is de sector erg attractief en verdient juist veel aandacht van jongeren. Feit is wel dat ook de industrie er niet in slaagt om dit tussen hun oren te krijgen.”
Voorzitter HBO-raad pleit voor structurele dialoog met bedrijfsleven “Snelle kennisontwikkeling bij technologiebedrijven vertaalt zich nog onvoldoende naar lesprogramma’s”
24
Een rol voor de industrie ziet Terpstra op meer fronten. Zo stelt hij dat als de kwaliteit van de nieuwe HBO-ers niet conform de wensen van de industrie is, dit een gevolg is van een gebrekkige dialoog en daarmee doelt hij ook op het onvoldoende verantwoordelijkheid nemen van de bedrijven zelf. “We hebben elkaars taal niet begrepen. Als er overleg is tussen industrie en scholen – bijvoorbeeld regionaal, of via brancheorganisaties, en het wordt steeds beter – dan sluit het lesprogramma steeds beter aan. Wel kost implementatie tijd en voordat de resultaten van een vernieuwd les-programma bekend zijn, dan zijn we al weer vier jaar verder. Er is een tempoverschil dat het volstrekt onmogelijk maakt om leerlingen volkomen up-to-date af te leveren. Dat merken we overigens ook aan het materiaal. Apparatuur telkens vervangen kunnen de hogescholen simpelweg niet. Als bedrijven
signalement juli 2007
personeel wensen die met de nieuwste apparatuur werken, dan zal dat toch door de industrie geleverd moeten worden.” Waar ligt volgens Terpstra de oplossing? “We moeten de dialoog intensiveren. Daarnaast is het belangrijk dat docenten echt leren van het bedrijfsleven, en het liefst zelf ook in het bedrijfsleven actief zijn. Hoe kan een docent anders goed lesgeven over wat ondernemerschap nu werkelijk is? Nu worden mensen uit de industrie wel eens gevraagd voor een gastcollege of een les. Ik zou mensen uit het bedrijfsleven wel op de payrol van de hogescholen willen zien staan, en andersom: docenten die ook meedraaien in het bedrijfsleven. Het gaat om een veel opener houding tegenover elkaar. Dit is overigens iets dat in andere landen veel frequenter voorkomt en daar beter is georganiseerd dan hier. We moeten de twee gescheiden werelden van onderwijs en inkomen met elkaar verankeren, alleen dan kan Nederland haar concurrentiepositie als kennisland behouden. Ik wil dit de komende jaren met urgentie op de agenda plaatsen.”
voorhoede van ontwikkelingen in de wereld van gaming is terecht gekomen. Er wordt daar interactieve technologie ontwikkeld die overigens ook nuttig is voor andere sectoren.
Een rol voor de industrie ziet Terpstra op meer fronten. Hoe vindt Terpstra het dat Philips-topman Kleisterlee enkele maanden terug pleitte voor het binnenhalen van technici uit OostEuropa? “Daar sta ik onbevangen tegenover. Dat er een tekort van technici op de arbeidsmarkt is, is tenslotte een feit. Wat we naast de verbeterde dialoog kunnen doen, is een verbetering in de aansluiting van de MBOen HBO-routes. En verder denk ik dat het talent dat in huis is optimaal dient te worden
benut. Er zijn maar weinig ondernemers die werkelijk ‘een leven lang leren’ hebben ontwikkeld voor hun werknemers. Men heeft het potentieel van de eigen mensen onvoldoende in de gaten. Als er morgen een tekort is kan daarop geanticipeerd worden, anders krijg je inderdaad een probleem. Het is vergelijkbaar met Hoogovens in het verleden: ze waren op één onderdeel overcompleet en op een ander hadden ze een tekort. Ook nu wordt onvoldoende nagedacht over ontwikkeling van de organisatie en de kennisontwikkeling van de medewerkers.” <
Is het kwaliteitsprobleem van afgestudeerde HBO-ers de afgelopen tien jaar niet veroorzaakt doordat de overheid scholen vooral op kwantiteit van uitstroom is gaan beoordelen? “Wij worden wel degelijk permanent intensief beoordeeld op kwaliteit. Uit al die onderzoeken van onafhankelijke partijen blijkt dat ons gemiddelde rapportcijfer ruim voldoende is. Maar het kan natuurlijk altijd beter. We willen van een zeven naar een acht of negen. Daarom luisteren we goed naar de opvattingen in het werkveld dat behoefte heeft aan goed opgeleide mensen. Dat 90 procent van de afstudeerders binnen drie maanden al een baan heeft, zegt overigens niet enkel iets over het personeelstekort. En uit internationale vergelijkingen blijkt ook dat we zeker niet onder de maat presteren. Het probleem is dat de kennisontwikkeling in het bedrijfsleven erg snel gaat en zich niet vertaalt naar lesprogramma’s. Terpstra heeft ook kanttekeningen bij klakkeloos de wensen van de industrie volgen, ook de marktontwikkelingen zijn belangrijk. Een modieuze opleiding kan een doorn in het oog zijn voor een bedrijfstak die de klassieke technische vakken mist, maar het kan wel een nieuwe economische groei opleveren: “Zo zijn er modieus te noemen opleidingen ontstaan waarmee Nederland nu in de
signalement juli 2007
25
ELECTRONICS & AUTOMATION 2007
Een mooie lente en drie dagen Elektronica
De sfeer van 23 tot en met 25 mei tijdens Electronics & Automation 2007 was ronduit goed te noemen. Als je door de gangen op de beursvloer liep, was er voortdurend een positieve buzz waar te nemen. Een goede hoeveelheid bezoekers die interessante gesprekken met tevreden exposanten voerde. Als organiserende partij hoefde je het eigenlijk niet eens te vragen. Het was al duidelijk dat de sfeer over het algemeen goed was.
badges, registratiesystemen, exposantenfeest, de organisatie van de Live PIL, congressen, bezoekerswerving in het algemeen moeten leiden tot verbeteringen voor Electronics & Automation 2009. Daaraan moet natuurlijk ook de exposantenenquête bijdragen.
Menig exposant is gevraagd naar zijn bevindingen en ruim vierhonderd bezoekers hebben de bezoekersenquête ingevuld, want uiteindelijk wil je een gevoel ook rationeel maken. De bezoekers beoordeelden de beurs in 2007 met een 7,1. Dat is gegroeid van een 6,6 in 2003 en een 6,9 in 2005 naar een volwassen beursbeoordeling.
Om een specifiek onderwerp hier nog uit te lichten: de congressen. Het is toch een opvallend verschijnsel, dat circa veertig procent van de 406 respondenten op de bezoekersenquête het van belang vindt dat er tijdens de beurs congressen georganiseerd worden, terwijl circa zeven procent van de bezoekers echt naar de congressen gaat. Hoe moet je dat duiden? Komen die veertig procent bezoekers ook allemaal als er geen congressen zijn? Is het een gerechtvaardigde inspanning ook bij een beperkt aantal deelnemers in de zalen zelf?
Vanzelfsprekend kwamen deelnemers met tips, kritische opmerkingen en aanbevelingen voor de volgende keer. In die reacties zag je ook juist weer de complimenten voor de beurs in het algemeen, zoals ‘Kan het de volgende keer niet vier dagen duren?’.
De Live PIL heeft ook veel aandacht, tijd, bloed, zweet en tranen gekost, maar het directe resultaat dat zeker 1.700 bezoekers hier op af is gekomen tijdens een beursbezoek is als getal makkelijk te meten. Maar de impact, is dat de gadgets of de business?
Dat moet geen zwelgen in hosanna worden. De tips van de individuele deelnemers over doorstroming van de bezoekers, eurocafé’s,
Met de tentoonstellingscommissie: Jos van Hartingsveldt, Avnet Silica; Ton Plooy, tbp electronics; Martin van den Brandt,
26
T&M Systems; Johan van der Niet, Tech 5; Herman Tuininga, Salland electronics; Hans Zijlstra, Elincom electronics; Dirk Stans, Eurocircuits; Frank Pruschen, Comdes Componenten en Pink Hillen BBM Heraeus) werken we aan het verbeteren van de beurs om de volgende keer weer zo’n lekker gevoel in de lente te hebben … en nog iets beter. <
Dirk Stans van Eurocircuits: winnaar Marketing Communicatie Cup én winnaar StopKracht Award
signalement juli 2007
signalement juli 2007
27
Positivisme en personeelstekort rode draden tijdens seminar Het gaat goed met de elektronicabranche in België en Nederland, concludeerde dagvoorzitter Jan van den Boom op de donderdag van de beurs tijdens het seminar ‘De wereldwijde elektronicamarkt’. “De cijfers zijn ernaar. Maar nog belangrijker: het geloof in eigen kunnen is weer helemaal terug,” stelde hij. Maar tegelijk is er ook een probleem: het hoge personeelstekort in de technische hoek. “Recruitment
is een probleem, we trekken mensen aan uit Tokio, uit Colombia en uit Servië,” aldus Tim Foreman van Omron Europe (gevestigd in Den Bosch). “Ons vak moet weer sexy worden, PERSONNEL WANTED,” riep Anton Hermus van tbp electronics Belgium. “Onderdelen halen we in eerste instantie uit Nederland. Maar als we het hier niet kunnen krijgen, dan van elders,” aldus Antonio Mesquida Küsters (ASML, Veldhoven). <
Hoe programmeer je een miljard transistoren? “Voor slimheid zijn heel veel transistoren nodig”, vertelt Bart Kienhuis, assistent professor in Leiden en oprichter van Compaan Design. “We hebben geweldige ideeën voor applicaties en we hebben geweldige hardware – maar hoe krijg je die applicaties op de chip?” Een high-end FPGA bestaat uit programmeerbare hardware, software en gedistribueerd geheugen en beschikt daarvoor over meer dan een miljard transistoren. Er zijn bijna geen tools die de
Den Bosch heeft een voorbeeldfabriek Omron doet aan allerlei producten op het gebied van de industriële automatisering en heeft voor IA-producten een fabriek in Den Bosch. Die fabriek is voor het wereldwijde concern een voorbeeldfabriek. Nederland kan dus kennelijk, behalve een goed distributieland, ook een goed maakland zijn. Vanuit de thuisbasis van Omron, Japan, kwam de directie naar Den Bosch om te kijken waarom de productie hier zo goed loopt. Tim Foreman van Omron Europe BV (werkzaam in Den Bosch) noemde tijdens een seminar over wereldwijde elektronica productie de term “operationele excellentie”. Het kwaliteitsbesef is er wel van huis uit, lees: van Japan uit. Nu nog het streven om de doorlooptijd en omsteltijd te verkorten en dat te blijven doen. Het doel van Omron is nu om zo’n vijftig procent van de producten ook in Den Bosch zelf te ontwikkelen. Dat levert, met instemming van de Japanse directie, ongetwijfeld nog meer operationele excellentie op. Afstemming van product op productieproces wordt dan immers weer een stuk makkelijker. <
signalement juli 2007
designer van embedded systemen helpen om gebruik te maken van al die transistoren. Parallel programmeren voor multicoreprocessoren wordt daarom momenteel door velen gezien als de grootste uitdaging voor de computerwetenschap. Compaan Design (www.compaandesign.com) laat Matlabcode voor multicore automatisch opsplitsen in ‘kleine processortjes’, wat het toewijzen aan de echte hardware op de chip moet vereenvoudigen. <
ELEKTRONICABEURS ADEMT GROEI De beurs en conferentie Electronics & Automation 2007 trok meer bezoekers uit de elektronicahoek dan de voorgaande editie in 2005. Zowel bij de ruim 4.300 bezoekers als bij de 140 exposerende bedrijven was de stemming opperbest. “We verwachten in de komende periode acht procent omzetgroei en tien procent winstgroei”, meldde branchevoorzitter Siebren de Vries. Niet alleen over hetgeen de beursvloer bood aan Xs2HiTek, access to high tech, maar ook over het imponerende conferentieprogramma lieten de bezoekers zich lovend uit. Opvallend was dat vooral alle productiegerelateerde bedrijven bijzonder optimistisch waren. Op veel plekken in Nederland wordt productiecapaciteit uitgebreid. De enorme belangstelling voor de Live Productie Lijn op Electronics & Automation is een
verschijnsel dat daarmee samen hangt. De leveranciers van componenten constateerden dat die groei van productie nu al weer dreigt te leiden tot problemen met beschikbaarheid. Overigens werd in verschillende onderdelen van het congresprogramma aangetoond dat productie in Nederland het steeds vaker wint van ‘offshoring’, de uitbesteding naar het Oosten of andere lagelonenlanden. De flexibiliteit, technologie en betrouwbaarheid van Nederlandse en Vlaamse bedrijven weegt steeds sterker door in het voordeel van lokale productie. De volgende editie van de E&A-beurs staat gepland voor het voorjaar van 2009. Dankzij de planning van de ‘grote broer’ HET Instrument in mei 2008, wisselen de twee belangrijkste technologie-evenementen in de Benelux elkaar nu jaarlijks af in het voorjaar. <
29
Nagemaakte chips: dat is dus echt een probleem
De i van internetoplossingen
“EUROPE IS THE PLACE TO BE” Directeur Anton Hermus van tbp electronics (voorheen Alcatel Geel) deed de donderdagochtend tijdens het seminar ‘De wereldwijde elektronicamarkt’ een aantal voorspellingen: het vrachtverkeer is over vijf jaar verdubbeld, na de Olympische Spelen in 2008
Eric Geskus van Texas Instruments pakt de koe bij de hoorns: nagemaakte chips vormen een enorm probleem, een kwestie zelfs van miljarden dollars per jaar. TI deelt in het leed, hoe vaak precies deed Geskus tijdens het seminar over de wereldwijde elektronicamarkt niet uit de doeken. Wel dat TI een taskforce heeft opgezet om de namakers zoveel mogelijk op het spoor te komen en klanten bij twijfel te helpen via een uitgebreide beoordelingsprocedure. Ook is TI lid van comités die na-aperij
tegengaan. Hoe komt al die namaak op de markt? Natuurlijk gebeurt dat niet via TI zelf. Evenmin is de kans groot dat officiële distributeurs daarbij betrokken zijn. Nee, het zijn de ‘brokers’ die in actie komen als er kennelijk problemen zijn met prijs of levertijd. Dus werkt TI ook aan iets anders: het zoveel mogelijk zelf opvoeren van de capaciteit. Desalniettemin voorspelt Geskus: “Dit probleem zal blijven.” Dus blijft ‘counterfeiting’ voor zijn bedrijf ook hoog op de agenda. <
mogen we rekenen op instabiliteit vanuit Azië (“Terrorisme, politieke en economische strubbelingen”), de olie gaat naar 100 dollar per vat of misschien wel 200 dollar en van de dure dollar worden we de komende tijd
ReveNew helpt u bij het bedenken, realiseren en succesvol maken van al uw internetactiviteiten. Verder brengt Revenew de kansen en de risico’s van internetactiviteiten in beeld en realiseert internetoplossingen op maat. Hierdoor behaalt u een maximaal rendement uit uw internetinvestering. U kunt Revenew voor al uw internetactiviteiten inschakelen, zo heeft u slechts één adres op weg naar uw internetsucces.
ook niet vrolijk. Zijn positieve conclusie was: de Olympische Spelen in China worden het kantelpunt, daarna is Europa “the place to be”. Daar blijft de rust redelijk bewaard en het vrachtverkeer beperkt als we niet alles uitbesteden oostwaarts, zijnde: Azië, maar ook Oost-Europa. In die laatste regio behoudt het Nederlandse en Belgische tbp electronics overigens wel zijn partners. Maar als je inzet op hoge kwaliteit en efficiëntie, kunnen we het juist in West-Europa maken. Hermus: “Let u maar op.”
ReveNew maakt onderdeel uit van MUNTZ Marketing Communication Group. Hierdoor kunt u ook profiteren van de uitgebreide expertise van specialisten op het gebied van marketing communicatie. Neem vrijblijvend contact op of ga voor informatie naar www.revenew.nl
<
Na de Award ook de Cup naar België De vrijdag die opende met het congres over ‘De wereldwijde elektronicamarkt in Hollands/Vlaams perspectief’, eindigde glorieus voor de Vlamingen. Nadat Dirk Stans met zijn bedrijf Eurocircuits ‘s middags al de StopKracht Award van de Jaarbeurs in
ontvangst mocht nemen, bleek hij ‘s avonds ook de Marketing Communicatie Cup te hebben veroverd. Dat is de prestigieuze prijs voor het bedrijf dat de meeste bezoekers naar de beurs heeft weten te lokken. Een spannende strijd, ook al omdat er een
gewogen telling plaatsvindt, waarin het aantal vierkante meters standruimte wordt meegerekend. Eurocircuits haalde precies evenveel bezoekers binnen als Elincom, maar won doordat hun stand iets kleiner is. <
Spinnende elektronen: spannende technologie
ReveNew bv. Satelliet 8 3824 MT Amersfoort
[email protected] Tel.: (033) 4502030
Een nieuwe, veelbelovende technologie is spintronica: elektronica waarbij gebruik wordt gemaakt van de quantummechanische spin van elektronen. Deze technologie is uitermate geschikt als interface tussen elektronische signalen en magnetische dataopslag. En dat is bijvoorbeeld goed bruikbaar voor hard disk recording. Het registreren van data op harde schijven is sowieso al een techniek die zich snel ontwikkelt: “Van 1995 tot 2005 is de capaciteit van harde schijven
signalement juli 2007
met een factor 1000 toegenomen.” zegt Bert Koopmans van de TU Eindhoven. En de leeskop, die vroeger in rust moest worden geparkeerd om crashen te voorkomen, zweeft nu probleemloos op een luchtkussentje van nog maar 10 nm dik boven de schijf. “Maar”, zegt Koopmans, “het concept van het omzetten van magnetische naar elektrische informatie is veel algemener. Het wordt bijvoorbeeld ook gebruikt in de auto, in magnetische biosensoren die hele
lage concentraties van bepaalde stoffen kunnen detecteren en in een nieuw type solid state geheugen: het Magnetic Random Access Memory (MRAM).” De ‘holy grail’ voor de ontwikkelaars van deze technologie? Spintronica embedden in silicium om herprogrammeerbare logica te maken. Een andere uitdaging is het toevoegen van spintronica aan plastic elektronica, zodat bijvoorbeeld met een magnetisch pennetje op een OLED-display kan worden geschreven. <
31
HÉT INSTRUMENT 2008
‘Mensen maken kennis’ dubbelzinnig beursthema HET Instrument 2008 in de steigers als vierdaagse voorjaarsbeurs De voorbereiding voor HET Instrument 2008 is gestart. Het grootste technologieevenement voor industrie en wetenschap van de Benelux draait volgend jaar al in de week van 20 tot en met 23 mei, in het late voorjaar. Een andere ‘nieuwigheid’ is dat de beurs komend jaar geen vijf maar vier dagen zal duren, van dinsdag tot en met vrijdag. De wens van driekwart van de exposanten wordt hiermee gehonoreerd.
Thema met emotie Voor HET 2008 gekozen voor een thema dat inspeelt op de trend naar meer beleving in marketing: ‘mensen maken kennis’. Na een indringende sessie op de Euromast in Rotterdam, met uitzicht op de markt, de petrochemie aan de ene en het universitair medisch centrum Erasmus aan de andere kant, kwam dit dubbelzinnige motto op tafel. Mensen maken kennis met behulp van de technologie op HET Instrument. Mensen als Albert Einstein, Anton Philips, Marie Curie, Ronald Plasterk, Ab Osterhuis en Freddie Heineken werden groot dankzij die
technologie. Tegelijk is HET Instrument the place to be als je voor het eerst of opnieuw kennis wilt maken met mensen die kunnen helpen geld te verdienen met technologie.
gaat inschrijven, met welke omvang van de stand. En dan vervolgens kan meteen na de vakantieperiode van dit jaar gewerkt gaan worden aan de invulling.
Korting voor recidivisten
Wat gaan we ‘brengen’, hoe mobiliseren we onze principalen, hoe doen we de bezoekerswerving, hoe spelen we in op het thema, op het conferentieprogramma, op de ‘kennismakers’ die op de beursvloer gaan rondlopen, op het managementprogramma, op de noviteitenwedstrijd, op de crossmedia-marketing die FHI in voorbereiding heeft, hoe bereiden we onze standbemensing voor, hoe zorgen we goed in de Instrumentengids en in de vakbladen te komen. In november is er weer een exposantenbriefing voorzien. In december wordt de gidsinformatie verzameld. In januari komt de standindeling beschikbaar en in maart is er dan een echte ‘kick-off’ gericht op de laatste etappe van de voorbereiding.
Net als in 2006 krijgen exposanten die opnieuw deelnemen een korting van tien euro op de vierkante meter prijs voor standhuur. Het bedrag dat meer dan begroot overbleef na aftrek van alle kosten voor de editie van 2006 is door het FHI bestuur gereserveerd voor deze korting. Degenen die weer meedoen zijn degenen die het hebben opgebracht en die waarde blijken te hechten aan de continuïteit van het evenement.
Strakke planning Nu de editie van 2008 voor de zomervakantie van volgend jaar plaatsvindt, zal er stevig doorgewerkt moeten worden om alles op tijd goed voorbereid te hebben. Het is zaak in de komende maanden juli, augustus, september te beslissen hoe men
Info: Linda Dekker en Petra Bronsema. <
Ruud Goedknegt was er in 1956 al bij “Ik ben waarschijnlijk hier de enige die alle edities van HET Instrument, vanaf 1956, heeft meegemaakt”. Tussen twee happen door tijdens het exposantenfeest op 2 november 2006 vertelde Ruud Goedknegt van de firma Bester het met smaak. “In kleine zakagenda’s heb ik ook alles bijgehouden. Kan het je zo laten zien”. Een uitdaging om aan te nemen. “Kom maar op met die zakagenda, dan drukken we een pagina van 1956 af in Signalement”. Belofte maakt schuld. Ruud Goedknegt kwam zijn belofte na. Daarom nu ook die bladzijde hier in Signalement. Goedknegt schreef er nog zijn persoonlijke notities van de editie in 1956. Kijk op www.hetinstrument.nl om die impressie te delen. <
32
signalement juli 2007
INDUSTRIËLE ELEKTRONICA
Overzicht elektronica events in het najaar van 2007 ‘Binnen vijf jaar halen de leden meer dan vijftig procent van de omzet uit het buitenland.’
De toekomst (of de troepen) vooruit Elektronicabranche internationaal de boer op? In de afgelopen jaren is binnen FHI het strategieproject uitgevoerd. De branche Industriële Elektronica pakte daarin haar eigen deel. Praten over strategie klinkt soms wat hoogdravend en wordt heel makkelijk wollig. Gelukkig kom je dan uit op een rapport en een brancheledenvergadering om strategie weer praktisch te maken. In het rapport dat op 13 juni 2007 is uitgereikt en toegelicht aan de Industriële Elektronica-bedrijven staan de prioriteiten van de branche al helder geformuleerd: • Er moet brancheoverschrijvend worden geopereerd om kansen te benutten die andere disciplines kunnen meebrengen. • Opleiding en scholing moeten beter om straks nog mensen te hebben voor de groei. • Samenwerken in clusters is een must om slagvaardig in consortia te kunnen voldoen aan de marktvraag.
34
• Inspelen op milieuregelgeving maakt kansen van bedreigingen. • Internationale ambitie van de leden moet meer inhoud en ruimte krijgen. Het bestuur van de branche Industriële Elektronica was nog wat verder gaan kijken. De gehele Value Chain van de branche is gedefinieerd. Door een beeld van een waardeketen is het enerzijds mogelijk bedrijven en activiteiten te positioneren. Anderzijds leidde de discussie rond de Value Chain tot een aantal conclusies, die in een one-liner tot een internationale doelstelling kwam:
beperkt zijn tot bepaalde territoriale grenzen, zagen niet direct voordelen van een dergelijke activiteit. De visie van het bestuur leek in sommige aspecten voor de troepen uit te gaan.
‘Binnen 5 jaar halen de leden meer dan 50 procent van de omzet uit het buitenland.’
In de vergadering werd het voorstel uiteindelijk geamendeerd geaccepteerd: voor een geïnteresseerde groep leden kan collectief meegedaan worden aan een internationale beurs. Leden die buiten de nationale grenzen willen en kunnen werken wordt daarmee een extra kers op de taart geboden, naast de vele al lopende activiteiten binnen Nederland die de aanwezige leden hoog waardeerden en zeker niet wilden missen.
Tijdens de Algemene Ledenvergadering kwam het bestuur tot het voorstel, om rond één domein een collectieve marketing actie met de leden te doen op een internationaal event. De reacties waren kritisch te noemen. De aanwezige distributeurs, die veelal
De laatste jaren is er jaarlijks een nieuw event geïntroduceerd, gedacht vanuit de producten/diensten in de branche. Een collectieve internationale marketing actie zal daarin de horizon verleggen en kan een nieuwe aanvulling zijn. <
signalement juli 2007
september
november
november
D&E event
IT Room Infra
Design Tools
Datum:
Datum:
Datum:
25 september
1 november
22 november
Locatie:
Locatie:
Locatie:
Evoluon, Eindhoven
Cinemec, Ede
NH Koningshof, Veldhoven
Thema:
Thema:
Thema:
Challenges in hardware & software integration
computerruimtes van 1 tot 300 m2 werk voor specialisten
Technisch de diepte in met hands-on presentaties
Doelgroep:
Doelgroep:
Doelgroep:
Industrial Equipment OEM’ers Machinebouw Ontwikkelaars Onderwijs Medische Technologie Data/telecom Gaming
Ingenieursbureau’s Banken e.d. Overheden High-tech / Industrie Data/telecom Universiteiten Ziekenhuizen Providers
OEM’ers Ontwikkelaars Assembleurs Onderwijs R&D instituten Elektronica branche
Functies:
Functies:
Technisch management R&D management Hard- & software engineers Development engineers Project management Algemeen management Test engineers
IT manager Beheerder faciliteiten Systeembeheerder Algemeen management Technisch management
Beoogd aantal bezoekers: 150
150
Verwacht aantal deelnemers: 18
Verwacht aantal deelnemers: 16
Verwacht aantal deelnemers: 24
Software engineer Hardware engineer Technisch mgmnt. Systeemarchitect Development eng.
Beoogd aantal bezoekers:
Beoogd aantal bezoekers: 275
Functies:
Website: www.fhi.nl/designtools
Website: www.fhi.nl/itroom
Website: www.fhi.nl/d&e
signalement juli 2007
Tools
T
35
■ COLUMN PAUL PETERSEN
De dood of de gladiolen Paul Petersen De kreet komt uit de wielrennerij. Het is een haast poëtische spreuk die topsport ademt en tegelijkertijd wat cynisch, of aards als u wilt, overkomt.
DevClub in Lemmer om de tafel: zeilen en zaken
Wielrenners harken, worden eraf gereden, stoempen, hebben slechte benen en rijden dan soms in een ravijn. De dood ligt op de loer voor de sporter… maar als hij alle gevaren weet te trotseren en hij de koers wint, wacht een mooie dame met een bosje gladiolen aan de eindstreep. Topsport!
De traditionele bijeenkomst van de Development Club in Lemmer levert ieder jaar bijzondere momenten op. Het aangename wordt verenigd met het zakelijke. Daardoor wordt ieder voorjaar uitgekeken naar deze Lemmer sessie. In de zeilschoolambiance eerst werken aan de zakelijke samenwerking. Dan een nacht aan de bar en de volgende dag met elkaar onder zeil. Het bleek ook nu weer goed te werken. De DevClub wil de stap naar de markt maken. Vorig jaar is geoefend met fake-projecten. Daarbij is in kaart gebracht hoe een project zou moeten verlopen: competenties bepalen, probleemdefinitie voor de klant en voor de klant van de klant, projectaanpak bedenken en consortium vormen. Nu, in de laatste fase van de kennispositiestudie van DevClub, wordt er vooruit gekeken naar concrete nieuwe businesses. En ook voor DevClub is een aanvraag gedaan voor een Innovatie-PrestatieContract, om een en ander door te zetten naar projecten in de markt.
maar waar de garantie wordt gegeven dat er niets gestolen wordt. Als dat dan tóch gebeurt, vergoedt het beveiligingsbedrijf de schade. Een dergelijke constructie is alleen haalbaar als het risico kan worden verdisconteerd in de fee. Als de beveiligingswereld dus over goede systemen beschikt, kan zij dat risico beter inschatten. Zo wordt beveiliging gecombineerd met een verzekeringsfunctie.
‘Natte’ steenkool Functioneren van bruggen
Hightech veiligheid
Een eerste project dat in Lemmer ter tafel kwam, betreft het functioneren van bruggen zonder daarbij energie te verbruiken. Een van de grootste verbruikers daar blijkt de verlichting. En daar is met LED-technologie tegenwoordig heel veel te bereiken. Probleemeigenaar is Rijkswaterstaat. Een volgend project speelt op de veilingen van Flora Holland, waar voor miljoenen per jaar aan transportkarren zoekraakt. Er wordt al gewerkt met RFID, maar die technologie voldoet niet en er wordt naarstig gezocht hoe het allemaal beter kan. De betrokken groep bedacht in Lemmer tien oplossingsrichtingen. Het is nu een kwestie van afvinken welke er wordt geselecteerd om mee aan de slag te gaan. Uiteindelijk valt hier te denken aan een ad hoc sensornetwerk, de DevLab-oplossing met MyriaNed. Maar de verwezenlijking daarvan laat nog even op zich wachten en vóór die tijd moeten er oplossingen gevonden zijn die geld opleveren.
Een heel interessant project, waar waarschijnlijk ook het PPM-fonds bij wordt betrokken, is het voorspellen van inbraak. Hier gaat het om het geavanceerder maken en geavanceerder omgaan met de informatie waarover beveiligingsbedrijven beschikken. Want, hoe ga je om met die informatie? Welke analyses kun je er op loslaten? Hoe wordt data tot informatie waarop je voorspellingen kunt baseren? Er komt heel veel informatie binnen, maar evenzoveel informatie zit in de hoofden van mensen. Een simpel politieweetje luidt: “Het regent vandaag, dus we hebben het lekker rustig”. Of: “Het is volle maan, het wordt druk”. Hoe laat die informatie zich in kennissystemen vatten? Het bedrijf dat dit project inbracht, wil dit samen met de drie grootste beveiligingsbedrijven in Nederland gaan opzetten. Maar als anderen niet meedoen, gaat het bedrijf desnoods alleen aan de slag. Van FHI-zijde wordt bestudeerd of de overheid
36
wellicht kan participeren, als uitvloeisel van de FHI-bijdrage aan het regeerakkoord waarin wordt aangegeven dat de overheid over ministeries heen zou moeten kijken bij het zoeken naar mogelijkheden om technologie te stimuleren waarmee maatschappelijke problemen zijn op te lossen. Dit onderwerp leent zich bij uitstek om de veiligheidsdienst bij te betrekken. Overheidsbemoeienis is ook van belang omdat het project aan de grenzen van privacy raakt. Een van de partijen in Lemmer deed al veel voor defensie inzake het interpreteren van videobeelden. Al met al betreft het hier een heel interessant project, hoewel er nog veel moet worden gedaan aan probleemdefinitie. Aan betrokken partijen echter geen gebrek, de een op het gebied van sensoren, een ander op het gebied van algoritmes, een derde op de softwarematige verwerking daarvan. In de beveiligingswereld wil men uiteindelijk toe naar een business model waarbij niet meer een beveiligingsdienst wordt aangeboden,
signalement juli 2007
Een ander project, evenals het Flora Hollandproject voortgekomen uit de sessie in maart bij het Havenbedrijf, betreft het bedrijf Peterson. Dit bedrijf controleert en analyseert wereldwijd bulkgoederen in havens, om bij aflevering uitspraken te kunnen doen over de kwaliteit ervan. Het bedrijf heeft een eigen analyselab. Het probleem betreft grote partijen steenkool, waarvan het vochtgehalte moet worden vastgesteld. Peterson heeft daar ingewikkelde apparatuur voor, waarbij het steenkoolmonster eerst moet worden vergruisd waarna in het lab het vochtgehalte wordt vastgesteld aan de hand van gewichtsvergelijking. Dat is een omslachtig en ingewikkeld proces. De vraag is nu of daar een handheld apparaat voor is te ontwikkelen. In Lemmer werd al even nagedacht welke meetprincipes je daar op los zou moeten laten. En, hoe kom je in het midden van de berg voor een geschikte monstername? <
signalement juli 2007
Dat was nou ook het gevoel dat ik had bij het hele project Live Production Integration Line. Tijdens de beurs Electronics & Automation draaide de productielijn op volle toeren en hele rijen bezoekers stonden opgelijnd om de WiFi Sniffer te bemachtigen of de machines te bewonderen. Een mooie bos gladiolen voor alle deelnemers, zou je kunnen zeggen. Tijdens dit project maakte ik voor het eerst mee waar de leden van de branche iedere dag tegen aan lopen. Alle betrokken partijen werken intensief met elkaar samen, om uiteindelijk de gewenste producten gerealiseerd te krijgen. Er mag geen kink in de kabel komen. Met groot respect zag ik de rol van componentenleveranciers, die flexibel naar gewenste componenten en plotselinge alternatieven kijken. De fabrikant van de printplaten is een spin in het web tussen de ontwikkelaar, de assembleur, de leveranciers van de machines en de distributeurs van componenten. De assembleur en de ontwikkelaar sparren over de realisatie van het beoogde ontwerp, waarbij het ontwerp soms weer gewijzigd kan worden. Oh ja … en dan moeten de machines ook nog werken. De dagen voor de beurs zijn gebruikt door projectcoördinator Ton van Galen en de technici van de machineleveranciers, om de productielijn op elkaar aan te sluiten en werkend te krijgen. Je zou het ook kunnen zien als een verzameling topkoks, die hard aan het werk is in de keuken. De uiteindelijke maaltijd was fantastisch. Als u een individuele deelnemer spreekt, kan hij u misschien verhalen over het scheren langs ravijnen … het stoempen op sommige momenten … maar uiteindelijk hoop ik dat het gaat over de gladiolen. Reageren? FHI, Paul Petersen, telefoon (033) 4657507, e-mail:
[email protected] <
37
XS2HiTek, ook voor slimme sensoren in landbouwmachines Zuidberg Techniek in Ens: hefsystemen voor de hele wereld Op 22 mei, nog juist voor de beurs Electronics & Automation, vond in het kader van XS2HiTek een meeting plaats bij Zuidberg Techniek in Ens.
DevLab, Yafi, Yet another FHI initiative Hoog knuffelgehalte, moet dat nou? Tijdens de jaarlijkse meeting van DevLab bedankte voorzitter van de branche Industriële Elektronica Siebren de Vries de betrokken partijen. Via het video conference systeem van DevLab konden de studenten in Eindhoven meekijken en DevLab is nu drie jaar bezig. Momenteel wordt gezocht naar nieuwe AIO’s voor een vervolg. Er worden ook weer nieuwe plannen gesmeed. Waarschijnlijk gaat DevLab een PointOne-project gaan doen; daar wordt een project ingediend ter subsidiëring. Het DevLab-model vindt hier en daar in de wereld navolging. Zo bestaat er in de VS een organisatie die tussen bedrijven en studenten acteert op volledige non-profit basis. Zowel vanuit de overheid als vanuit bedrijven wordt daar structureel geld in gepompt. Ter vergelijking: de bijdrage van deelnemers aan DevLab bedraagt structureel 1 procent van de loonsom. Maar bij de Nederlandse overheid moet telkens opnieuw worden aangeklopt. Tijdens de jaarlijkse meeting hebben de meeste deelnemers zich gecommitteerd voor een vervolg. Andermaal kwam aan de orde dat er een eigen chip zal worden geproduceerd ten behoeve van MyriaNed. Verder wordt er hard gewerkt aan de samenwerking met Philips Research. Het opzetten van die samenwerking bevindt
38
meepraten. Ook lector Wim Hendriksen, momenteel herstellend van een ernstige ziekte, nam via het systeem deel aan het gesprek. Algemene conclusie: de startvisie is nog in orde en het doel komt steeds dichterbij, maar de uitvoering moet beter.
zich in de fase dat er projectgroepen worden gevormd voor mogelijke toepassingen van het ad hoc sensornetwerk. Overigens is geconstateerd dat DevLab met dit sensornetwerk voorop loopt in de wereld. De kunst is nu om dat zo te houden. Voorlopig is er nog een mooie voorsprong.
waardigheid. Overwogen wordt verder om de DevLab-café’s meer te structureren in besloten sessies voor de leden en open bijeenkomsten voor externe geïnteresseerden. Nu loopt dat nog door elkaar, waardoor het wel eens moeilijk is te bepalen wat wel en wat niet kan worden verteld.
Bij het signaleren van de knelpunten kwam het hoge knuffelgehalte van DevLab aan de
Over de locatie wordt momenteel nagedacht. Moet DevLab wel op de TU-Eindhoven blijven? De wisselwerking met de universiteit valt tegen. Er komt nog wel eens een hoogleraar binnenlopen, maar hooguit om zijn eigen student te spreken. De wisselwerking met Delft verloopt beter. Hans Goossens, wetenschappelijk medewerker TU Delft en begeleider van Casper Bolsman, hield op de beurs Electronics & Automation een boeiend verhaal over de Atalanta, dat hij presenteerde als het ultieme sensorplatform. De doelen die DevLab zich daarin heeft gesteld, zijn zeer ambitieus en in elk geval nog door niemand gehaald. Even afgezien van de nuttige lading blijkt alleen al het reduceren van het gewicht van de elektronica die vereist is om de Atalanta te laten functioneren, een enorme uitdaging. <
DevLab model: hier en daar in de wereld navolging orde. Dat heeft op zich zijn goede kanten, maar het is oppassen om niet te worden doodgeknuffeld. Om subsidie in de wacht te slepen wordt DevLab makkelijk gebruikt als schaamlap en opgevoerd als participerende partij zonder daarin zelf gekend te worden. Nu de lange termijnvisie naar een volgende fase schuift, wordt de controle over de communicatie nog belangrijker. Te pas en te onpas genoemd worden als participant in projecten gaat ten koste van de geloof-
signalement juli 2007
Het was de eerste XS2HiTek-bijeenkomst die specifiek was gericht op een bepaald applicatiegebied. Voorheen was een dergelijke bijeenkomst helemaal georiënteerd op het bedrijf dat als gastheer optrad, en kwamen de deelnemers doorgaans uit de keten die voor dat bedrijf iets zou kunnen realiseren. Nu betrof het een stuk of zes bedrijven met vergelijkbare behoeftes, ook in hetzelfde applicatiegebied actief, maar net niet elkaars concurrenten. Een mooie aanvulling vormden specialisten zoals Chess, Sentech, Wireless Value en Panasonic, terwijl een mooie intermediaire rol bleek weggelegd voor Kverneland. Credits verder voor
moeten functioneren; enorme robuustheid is een onontkoombare vereiste. Katalysator in de discussie bleek Kverneland Group Mechatronics, bekend van de balenpakkers en andere zaken die achter een tractor functioneren. Het bedrijf ontwikkelt, specifiek voor het gelijknamige concern maar ook voor derden, alle elektronicasystemen en beschikt zelfs over een eigen sensorontwikkelafdeling voor het geval een bepaalde sensor niet te koop is. Dat blijkt een lastige opgave, want sensoren mogen niets kosten; het potentiële productievolume is vaak niet al te groot, althans niet in vergelijking met toepassingen in automotive bijvoorbeeld; en ze moeten ook nog eens enorm robuust zijn. Daar komt nog eens bij dat de betrokkenen ‘in de business’ doorgaans weinig weten van elektronica en de elektronicaketen.
Op de titel ‘Slimme sensoren in landbouwmachines’ waren uiteenlopende spelers uit de landbouwwereld afgekomen, waaronder ERC Machinery (uienverwerking, verpakkingstechniek), Lutters (spitmachines), Machinefabriek Grisnich, Manter (uienverwerking) en Vredo Dodewaard (doorzaaimachines).
Een waardevolle bijdrage kwam van deelnemers Chess, Sentech (nog niet zo lang lid) en Wireless Value. Een onderwerp dat daarmee als vanzelfsprekend op tafel kwam: wat is er draadloos mogelijk? Zo kon worden uitgelegd waar in DevLab-verband aan wordt gewerkt, al ligt de realisatie daarvan nog ver weg. Maar Wireless Value kon aangeven wat er nu al mogelijk is. En dat is veel. De kunst is nu om vertrouwen te kweken bij bedrijven die zelf geen verstand hebben van elektronica. En daar speelt Kverneland een mooie rol, omdat het bedrijf ook ontwikkelingen doet voor die bedrijven. Zo is Zuidberg bijvoorbeeld een klant. Zo bezien is daar ook weer sprake van een keten, waarbij Kverneland de specialist is van het toepassingsgebied.
Zuidberg zelf maakt, in een verregaand geautomatiseerd productieproces, hefsystemen voor zeshonderd verschillende types tractoren, van ruw halffabrikaat tot eindproduct. Voor alle sensoren daarin moeten eigen voorzieningen worden getroffen omdat aansluiten op het bussysteem van de tractor vaak niet tot de toegestane mogelijkheden behoort. Een groot probleem vormen de omstandigheden waaronder deze hefsystemen
Het eerder genoemde Sentech was lid geworden omwille van de beurs, maar de meeting bij Zuidveld bleek een waarachtige eyeopener voor het bedrijf. Het kan hier enorm veel toegevoegde waarde leveren, zo bleek. Uit de sensorwereld was ook Panasonic aanwezig, met een specifieke bijdrage hoe lastig het kan zijn om de juiste sensor te selecteren. Welke sensor kies je bij welke applicatie? De keuzemogelijkheden
Sensoren mogen niets kosten Windesheim Hogeschool die de meeting entameerde. De school heeft goede contacten in de polder en zendt veel stagières en afstudeerders naar Zuidberg.
signalement juli 2007
zijn enorm. En voor sommige toepassingen is het lang wachten tot die ene sensor eindelijk goedkoop wordt. Soms popt zo’n component ineens op, oorspronkelijk ontwikkeld voor een heel andere toepassing. Ook dan moet echter nog maar blijken of die sensor qua bouwvorm toepasbaar is. De besproken problematiek werd doorgezet naar het congresprogramma van de beurs Electronics & Automation. Op de laatste beursdag was daar een hele ochtend gewijd aan sensortoepassingen. Zowel Kverneland als Panasonic hielden er hun verhaal. Er is afgesproken om te bekijken of het voor de betrokken bedrijven tot een InnovatiePrestatieContract kan komen, vooral gericht op sensoren. Wellicht is met een aantal van hen zelfs een DevLab-achtige aanpak mogelijk. <
Een hefsysteem van Zuidberg op de tractor: de hele wereld werkt er mee.
39
■ PLOT
■ THEMA: ONDERWIJS & ARBEIDSMARKT
Onderwijs ontmoet bedrijfsleven in het kader van testen en beproeven
PLOT blijkt frisse techneutenclub voor omgevingstechnologie
PLOT schrijft syllabus voor hogescholen
Online monitoring en het testen van kunstgras Onder de titel ‘Online monitoring’ vond bij TBP in Dirksland een PLOT-meeting plaats. Het onderwerp werd vanuit twee verschillende invalshoeken benaderd. Ton Plooij liet zien hoe alles wat er in zijn bedrijf gebeurt, wordt gemonitord. En Kees Revenberg sprak over het monitoren van triltesten in HALT-omgevingen. De termen vallen vaak: HALT(Highly Accelerated Lifecycle Test) en HASS (Highly Accelerated Stress Screening), maar slechts weinigen hebben er echt ervaring mee. Veel bedrijven vragen zich af of ze er in moeten investeren. Testen betekende tot nog toe veelal elke keer opnieuw het wiel uitvinden. Bij veel bedrijven is dat nóg zo. Maar langzaamaan krijgt testen toch steeds meer een methodologische basis. En PLOT groeit. Op de meeting in Dirksland waren weer veel nieuwe, jonge gezichten. PLOT is uit de aard der zaak een echte techneutenclub, maar de nieuwe leden staan er nog ‘fris’ in, een frisse club met
technologie die nog volop in ontwikkeling is. Het nieuwe PLOT-lid Reden kwam met een mooi praktijkvoorbeeld: het testen van kunstgras voor voetbalvelden. Het verhaal was een mooie voorzet voor PLOT-aanvoerder Dave Corben, die nu zijn idee kon inkoppen dat er maar eens kunstgras moest komen op basis van papier. “Want”, zo had hij zich laten vertellen, “Ajax speelt beter op papier”. De voorzitter heeft overigens zijn laatste vergadering voorgezeten. Harry Roossien volgt hem op. Ook werd een nieuw bestuurslid gekozen, Jacobs, een Philips-man. Tijdens de meeting in Dirksland kwam ook de voortgang inzake de samenwerking met hogescholen weer aan de orde (zie ook het artikel elders in dit nummer: ‘PLOT schrijft syllabus voor hogescholen’). PLOT wil bewerkstelligen dat er in Nederland een lector komt voor environmental testing. Daar is in eerste instantie over gesproken met Hogeschool Utrecht. En inmiddels is er een
aantal gastcolleges geweest. Ook komen er weer nieuwe. Bij de HBO-raad is gesproken over de mogelijkheden voor het onderwijs en die heeft contact gelegd met het IOP ProductCreatie en -Realisatie. PLOT is daar nu weer mee in gesprek. Het IPCR wil graag wat meer contact richting het HBO. Ook prof. dr. ir Brombacher, de reliability-goeroe die ook met PLOT is verbonden, speelt hier een rol. Op HBO Plus-niveau wordt de kennis op het gebied van environmental testing weliswaar gedeeld, bijvoorbeeld binnen PLOT, maar om dat ook weer te laten beklijven en continuiteit mee te geven, is iemand nodig die de kennis vergaart bij bedrijven en vervolgens implementeert in het onderwijs. FHI heeft inmiddels veel ervaring met wat er wel en niet goed kan gaan met lectoren en is in staat om een dergelijk proces te begeleiden. Behalve de Hogeschool van Utrecht heeft ook Saxion Hogeschool van Enschede en Deventer interesse getoond. <
Environmental Testing of the Future, Internationale conferentie bij ESA Hoe ver kun je gaan met simulatie en virtueel testen? “Environmental Testing of the Future’, is de titel van het internationale seminar dat in september bij ESA wordt georgansieerd. De subtitel van het seminar luidt: ‘Reality for reliability’. Er zijn twee parallelsessies, de één behandelt Virtual Testing, de andere ‘trends in physicaltesting’. Over virtual testing is veel discussie, want, hoe ver kun je gaan en wat kun je allemaal al waarmaken? En er blijkt al aardig wat mogelijk. Voor het seminar staat al een mooi programma. Er is veel internationale inbreng. Het deel dat
40
gaat over HALT/HASS is opgezet in samenwerking met het CEEES, waar PLOT lid van is, de Confederation of European Environmental Engeneering Societies. De CEEES-members die het seminar bezoeken, hebben de dag erna hun leden-bijeenkomst. Op de conferentie komt Philips met een verhaal over virtueel testen. Door de miniaturisering is testen op board-level eigenlijk niet meer mogelijk. Bij testen gaat het soms om het traceren van onderbrekingen op een schaal van picoseconden.
En als het gaat om RoHS, het loodvrij solderen, vraagt de klant ineens garanties. Die zijn alleen maar te baseren op duurtesten. Voorheen werd er nooit om garanties gevraagd. Nu ineens wel. Dat vraagt om versnelde levensduurtesten. Maar die moeten dan wel eerst worden ontwikkeld. Wie betaalt dat? Voor de conferentie in september staan er daarom ook verhalen op de rol vanuit de schadewereld. Dat is een nieuwe invalshoek, waarmee bepaalde investeringen zich laten rechtvaardigen. Zie www.plot.nl <
signalement juli 2007
De vereniging PLOT (PLatform OmgevingsTechnologie) is momenteel actief met het voorbereiden van een syllabus voor hoge-scholen. Via Hogeschool Utrecht kwam bij PLOT een eerste vraag binnen om een aantal cursusmodules te verzorgen op het gebied van omgevingstesten. We vragen Kees Revenberg van Maser Engineering naar de achtergronden van deze ‘ontmoeting’ tussen onderwijs en bedrijfsleven. “Inderdaad heeft de Hogeschool Utrecht gevraagd om een syllabus te maken die past in hun opleiding. Het gaat dan specifiek om het stuk van het testen en beproeven van producten. Zij willen dat inpassen in hun opleiding microsysteemtechnologie. Overigens, in het geval van testen en beproeven kun je veelal vergelijkbare technieken gebruiken, of het nu microsystemen betreft of andere producten. PLOT is een club van mensen die zich in het dagelijkse leven bezig houden met het testen en beproeven van allerhande producten. Van microsystemen tot DAF Trucks.
Maar dat de Hogeschool dan toch bij u (Maser Engineering) terecht komt, heeft te maken met uw ervaring op het gebied van microsystemen? “Nee, méér de kennis van de testmethodes die er zijn om omgevingscondities te testen waar ook microsystemen in moeten werken. Want het maakt op zich dus niet zoveel uit of het nu een microsysteem is met de technologie die daar bij hoort, of een micro-elektronisch of micro-mechanisch product. De omgeving waarin die producten moeten kunnen werken, kan gelijk zijn. En dat betekent dat je daaraan vergelijkbare eisen moet stellen.”
Even recapituleren: Hogeschool Utrecht heeft een probleem, meldt zich bij PLOT, en is toen naar u doorverwezen? “Nee, de aanvraag kwam bij het bestuur van PLOT terecht. In concreto heeft een ander lid van PLOT als gastdocent al een aantal cursusmodules, een aantal introducties gegeven op het gebied van testen en
signalement juli 2007
beproeven, omdat de aanvraag binnenkwam toen de start van die cursus al was ingepland. Een en ander heeft elkaar wat planning betreft dus enigszins overlapt, en in dit geval is dat even praktisch opgelost. Maar wij zien
lang bij de leden van PLOT om deze techniek al tijdens de opleiding bij studenten bekend te maken – met het oog op potentiële medewerkers op termijn. In elk geval is het goed dat er aandacht is voor het vakgebied waar wij ons dagelijks mee bezig houden. Die scholen hebben nu eenmaal die praktijkkennis en praktijkervaring niet. Die vind je zelden of nooit bij de opleidingsinstituten.”
Is er in Nederland genoeg kennis op dit gebied? “Er is hier zeker veel kennis: bij TNO, Estec, Dutch Space, het NLR, maar ook binnen de Philips-organisatie en andere grote bedrijven is er veel expertise en zijn er ook voldoende faciliteiten voorhanden.” die vraag bij meerdere opleidingsinstituten opkomen. En in het bestuur is afgesproken dat we er een werkgroep op gaan zetten waar ik ook bij ben betrokken. Die werkgroep gaat bekijken of we niet een wat meer generieke syllabus kunnen schrijven op dit gebied, want blijkbaar is daar bij de opleidingsinstituten interesse voor. Ik stel dat bijvoorbeeld ook vast bij de Universiteit Twente en ik weet dat een collega vanuit het PLOT-bestuur contact heeft met de hogeschool in Emmen. Er is bij scholen dus meer belangstelling om op dat gebied informatie te verkrijgen direct uit de praktijk, van ervaren professionals.”
“Tot slot: wat ik steeds meer zie gebeuren is dat testen en beproeven integraal deel gaat uitmaken van het ontwerptraject. Het ontwerp is niet klaar als het prototype werkt, maar pas als de productie op orde is. En ook dit inzicht krijgt steeds meer vaste voet: als je test en beproeft, dan ontstaat er uitval. De analyse daarvan wordt steeds belangrijker, inclusief de analyse van de uitval die bij klanten – in het veld – ontstaat.” <
Gaat u daarmee nu ook bij andere hogescholen werven? “Ik denk dat we dat wel gaan doen. Maar we moeten natuurlijk eerst die syllabus schrijven. En dan gaan we kijken of er nog meer opleidingsinstituten geïnteresseerd zijn. En dan kijken of we vanuit PLOT voldoende praktijkmensen kunnen mobiliseren om die modules ook daadwerkelijk te integreren in de opleidingsplannen van de hogescholen.”
Blijft dat liefdewerk-oudpapier of kan dat ook op commerciële basis? “Dat loopt parallel, dat moeten we nog even bekijken. Er is wel een onkostenregeling. Maar de hogescholen zitten niet zo ruim bij kas. Anderzijds is er natuurlijk ook een be-
41
■ MINACNED
■ MINACNED
Meer en beter voedsel met micro- en nanotechnologie
Studenten voeren bij FHI consultancyopdracht voor MinacNed uit
De voedingsmiddelenindustrie en de branchegroep MinacNed lijken elkaar definitief te hebben gevonden. Tijdens een intensieve vervolgsessie over Food en Nutrition op 8 mei stonden vijf projecten op de rol.
Twee groepjes studenten bevolkten acht weken lang de burelen van FHI. Hun opdracht: organiseer workshops, een op het gebied van microfluidics en een andere op het gebied van high tech equipment, waarin kennisinstellingen en bedrijven worden samengebracht om te komen tot concrete (innovatie)projecten. Signalement sprak met twee van hen, Wouter Zevenbergen en Paul Plijnaar.
Sessies als deze blijken het totale netwerk enorm te versterken. De opzet was, zoals gebruikelijk in dergelijke workshops, om in parallelle sessies projecten te definiëren en daarbij te kijken naar de competenties van de verschillende leden van MinacNed en aanvullende netwerkpartijen. De gedachte is hier om de kleinere bedrijven in die projecten te betrekken met behulp van InnovatiePrestatieContracten en grote bedrijven te laten aanhaken bij de omvangrijke programma’s die de overheid stimuleert in het kader van het sleutelgebied Food & Nutrition van het Innovatieplatform. Daarbij hoort onder meer het innovatieprogramma Food & Nutrition Delta. Een vertegenwoordiger van dat programma, de TNO’er Frans van de Berg, was bij de workshop aanwezig. Food & Nutrition is de eerste product-/ marktcombinatie die toe was aan de tweede workshop, met een duidelijke link naar de eerder gemaakte roadmap. Ook nu was het streven om te komen tot het definiëren van projecten, hoewel groepen die aangeven geen steun nodig te hebben, al gewoon aan de gang gaan. Een bijkomende doelstelling is inmiddels om, ter stimulering van ketenvorming, de uitkomsten van de verschillende deelprojecten te presenteren tijdens de Nationale MicroNano Conferentie in november. De bijeenkomst op 8 mei trok veel deelnemers uit de voedingsmiddelenindustrie. Vertegenwoordigd waren Campina, Numico en Unilever; instituten zoals NIZO, Biomade, Wageningen Universiteit, Universiteit Twente en Universiteit Utrecht; een aantal kleinere gespecialiseerde bedrijven zoals Lionix, Centric, Micronit, Nanosens, en Nanomi; en ook het FOM. Apart vermeld zij hier OMVE, die laboratoriumapparatuur bouwt voor de voedingsmiddelenindustrie en daarbij een niet onbelangrijke intermediaire rol vervult.
42
Wouter Zevenbergen, 23 jaar, woont in Utrecht, student van de Hogeschool Utrecht, derdejaars studie Technische Bedrijfskunde.
Vijf projecten werden besproken. Het eerste is de toepassing van ultrasone techniek in de procesindustrie, ten behoeve van processen zoals decontaminatie en vriesdrogen. Filtreren (het tweede onderwerp) werd in zijn algemeenheid een ‘typisch platformonderwerp’ genoemd, met zeer veel uiteenlopende, ook enabling, toepassingen. Het derde project betreft het bouwen van structuren voor emulsies en schuimen. Met high throughput screening voor microheaters, het vierde onderwerp en ingebracht door NIZO, is men al aardig op streek. De volgende stap is concrete uitvoering, waarmee voorspellende kennis kan worden opgedaan ten behoeve van micro pilot plants. Het vijfde en laatste project betreft het monitoren en aantonen van allergene stoffen in voedingsmiddelen. Met name
het Instituut voor Voedselveiligheid RIKILT is daarbij betrokken. Dit project is nog erg theoretisch en moet eerst helemaal worden bekeken op haalbaarheid. In vergelijking daarmee is het project van NIZO al bijna werkelijkheid. <
“Zoals op alle hogescholen, werken we ook in Utrecht helemaal projectmatig. Je krijgt opdrachten die je uitvoert met je projectteam. Hier ging het om een externe consultancyopdracht. We konden die óf zelf verwerven, óf kiezen uit een lijstje van de hogeschool, waarvoor je moest inschrijven en daadwerkelijk solliciteren. Met ons projectteam van vijf man hebben we voor het laatste gekozen en we zijn het, na een gesprek met Kees Groeneveld en onze externe projectbegeleider Henne van Heerden, ook geworden. Een groepje van drie kreeg het onderwerp microfluidics toegewezen, de andere twee gingen met high tech equipment aan de gang. Samen met twee anderen heb ik me beziggehouden met microfluidics. Ons werd als doel gesteld om ten behoeve van de chemische industrie een innovatieplatform op te zetten op het gebied van microfluidics. Het was hierbij de bedoeling om kennisaanbieders van microfluidics, universiteiten en TNO, samen met de chemische industrie
signalement juli 2007
signalement juli 2007
aan tafel te krijgen. Een en ander moest resulteren in een workshop, die eind juni plaatsvond. Van het onderwerp microfluidics wisten we niets. Dus moesten we ons eerst verdiepen in de theorie. Vervolgens moesten we het netwerk in beeld krijgen: welke bedrijven spelen een rol en wie zijn de stakeholders? Uiteindelijk is het natuurlijk de bedoeling om daadwerkelijk bij te dragen aan innovatie. En ja, ik heb echt het idee dat hier wat tot stand gaat komen. Nou ja, gelukt is het natuurlijk pas als de workshop van 28 juni vruchtbaar is gebleken, er interessante businesscases uit komen, bedrijven willen participeren en er projecten gaan lopen. Persoonlijk vind ik het in elk geval al belangrijk dat er weer een netwerk wordt gecreëerd. Universiteiten zoals Delft, Wageningen en Nijmegen hebben zich aangemeld, alsook TNO. Ook bedrijven als Akzo Nobel, DSM en Organon zijn gekomen. We kregen zeven, acht weken voor het hele project. In die tijd waren we twee dagen per week in Amersfoort bij FHI, een dag konden we thuis aan de slag en de andere twee dagen was er gewoon school. Zeker in het begin voelde dat als een behoorlijke druk op de ketel. Daarbij konden we wel altijd terugvallen op Henne van Heerden en op Nicole Eestermans, die bij FHI voor MinacNed het secretariaat voert.” Paul Plijnaar, 24 jaar, woont in Utrecht, student van de Hogeschool Utrecht, derdejaars studie Technische Bedrijfskunde.
“Ik heb de anderen wel enigszins aangezet om te kiezen voor juist deze consultancy-
opdracht. Eerder volgde ik de opleiding fijnmechanicatechnologie. Daarmee heb ik veel affiniteit met de bedrijven op het gebied van hightech equipment die we nu hebben bezocht. In feite zijn dat de bedrijven waar ik later wel zou willen werken. Nu kon ik er al een beetje aan ruiken. In ons team ben ik degene die technisch is onderlegd. En de collega met wie ik samen op gesprek ging, is heel sterk motiverend en communicatief ingesteld. We vulden elkaar goed aan. Onze opzet was vanaf het begin een open dialoog, we wilden nog niet meteen een concrete kant op. Wel is er een sessie met bedrijven aan vooraf gegaan om toekomstmogelijkheden af te tasten en een beeld te krijgen van de dingen waar bedrijven meer expertise van zouden willen opbouwen en welke producten daar nu bijhoren. Onze insteek was om gespecificeerd een competentiegebied af te tasten. In feite zoeken we nieuwe markten, waar hightech equipment mogelijkheden biedt, maar waar de potentiële stakeholders nog geen weet van hebben of nog nooit mee bezig zijn geweest. En dan met z’n allen om de tafel om te bekijken of daar een haalbaarheidsstudie en een businesscase uit kan komen. Ik zie dit concept echt als een grote zandbak waar iedereen samenspeelt, inclusief handjes vasthouden en schepjes uitdelen om te zien waar dat toe leidt. Ook voor ons moest de consultancyopdracht uitmonden in een workshop. Kees Groeneveld zal daar de penvoerder zijn. De respons is er. De bezochte bedrijven willen wel. Het punt is alleen dat we nu in een lastige maand zitten met veel vakantie. Maar ik merk dat als je er goed mee omgaat, dan bellen ze je toch om te laten weten dat ze naar de workshop zullen komen. Uiteindelijk moet een en ander resulteren in een roadmap met een haalbaarheidsstudie van waaruit bedrijven met elkaar een nieuwe businesscase, een nieuwe ontwikkeling starten. Of, meer algemeen, in MKB-bedrijven die meer met elkaar gaan ondernemen. Want dat is de drijfveer van MinacNed.” <
43
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
■ THEMA: ONDERWIJS & ARBEIDSMARKT
■ COLUMN EELCO VAN HARTEN
FHI bedrijf bouwt EduLab Actemium en Avans leiden nieuwe industriële automatiseerders op Het Edulab van Actemium geldt als een uniek voorbeeld van hoe een bedrijf een goede aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt faciliteert. Met behulp van een goederen-sorteerlijn en een volledig proceslab kunnen studenten de nieuwste machines hands-on uitproberen zonder dat een bedrijf zijn productie hoeft stil te leggen. Het bedrijf dat zich concentreert op system integration, heeft een vaste aanwas uit de vele betrokken stagiaires en scholencontacten.
voor hardware. We krijgen de afdankers van goede relaties. Voor het leren van een aantal basisprincipes maakt dat niet uit, maar voor het leren kennen van de enorme impact die bijvoorbeeld webtechnologie heeft op de professionele wereld en voor het kennismaken met Veldbus en Profibus, werkt het niet.” Al snel realiseerden ze zich dat machines op school veel tijd onbenut in een hoekje zouden staan en in een verplaatsbare container bleek ook niet ideaal. Langzaam ontstond het
mogelijk functionaliteiten per vierkante meter ontstaan. Tal van andere relaties waren bereid te sponsoren met ofwel technologie of kennis. Het gaat om bedragen van meestal meer dan 20.000 euro per bedrijf. Stagiaires hebben met hulp uit Actemium en soms van de sponsor zelf de lijn opgebouwd en dat duurt dan ook veel langer dan normaal.” Het proceslab werd vorig jaar geopend. Daar wordt momenteel enkel met water gewerkt. “Waar blijf je anders met je product? En we hebben zo
middelbare schoolklassen bezoeken Edulab. Zelf haalt Actemium uit deze activiteiten alleen indirect profijt. De betrokken scholen hebben er veel baat bij en bedrijven kunnen zonder inspanning meeliften op de betere voorbereiding van de jongeren op de technologische arbeidsmarkt. De ‘bureaucratie’ van subsidies is echter nooit opgezocht voor het opzetten van de activiteiten, die uiteindelijk bestaan bij de nog immer verleende gratie van het Franse moederbedrijf. Stagiaires mochten onlangs meelopen bij een PCS-7 programmeercursus van Siemens, en een specialistische cursus van ABB. Helaas zijn dit niet altijd duurzame investeringen: de huidige twee getrainde studenten kiezen voor een aanstelling bij een ander bedrijf. Van den Berg: “Dat vinden we natuurlijk jammer, zeker omdat ze goed in het werk zijn. Maar je moet dit niet doen als je denkt in termen van ‘ik stop er dit in, dus dit moet er uit komen’.” Collette: “Wellicht sturen deze stagiaires hun vrienden door of zorgen ze voor een nieuwe klant in de toekomst, en daarmee heb je er alles uit.” <
EDULAB
Peter van den Berg en Joannes Collette in het EduLab bij Actemium
Toen Peter van den Berg in 1999 de wens uitte om naast zijn baan ook deeltijd leraar te worden, was zijn baas niet welwillend. Wel kreeg deze hierdoor het idee om met scholen iets te gaan ondernemen om het tekort aan technisch personeel, dat juist toen ook nijpend was, te helpen op te lossen. “Eén van de gedachten was om betere faciliteiten te sponsoren voor MBO-scholen, want de installaties in scholen komen wij ook tegen in ‘renovatieprojecten’, vertelt Van den Berg. Joannes Collette, oud-Philipsman en nu als lector Industriële Automatisering bij Avans betrokken bij Edulab, vult aan: “Scholen hebben heel weinig geld
44
Edulabconcept en Van den Berg heeft inmiddels meer dan half tijd zijn handen vol met allerlei onderwijsprojecten. Daarmee is zijn wens uiteindelijk toch verwezenlijkt. Doelend op alles wat er staat en wat het gekost heeft zegt Van den Berg: “Als we hadden geweten dat het dit zou worden, dan waren we er misschien nooit aan begonnen.” Buurman Vanderlande Industries was bereid om het ‘ijzerwerk’ voor de sorteerlijn te verzorgen: “De directeur zei: ga maar naar onze ingenieurs. We gaven de maximale afmetingen en toen is een sorteer- en transportsysteem met zo veel
geen andere ingrediënten nodig. Maar in principe kan er elk vloeibaar product gemaakt worden: van dubbeldrank tot whisky.” Er is een tracking en tracingsysteem gebouwd en momenteel werken stagiaires aan een veiligheidssysteem, enkele ASi motormodules voor de sorteerlijn en een nieuwe besturing voor het proceslab. In de toekomst zou er nog een robot of visionsysteem bij kunnen komen, maar daar zijn nog geen concrete plannen voor. Naast zo praktisch en effectief de aansluiting met de arbeidsmarkt te verbeteren wijdt Actemium zich ook aan bewustwording bij jongeren over techniek. Ook lagere en enkele
signalement juli 2007
Gelegen in Veghel, nabij de thuishavens van Philips, ASML en Vanderlande Industries heeft Starren BV (250 medewerkers), nu deel van Actemium, te maken met heel rap leeggeviste kweekvijvers van technisch personeel. Via het Edulab zijn stevige banden met het technische beroepsonderwijs gesmeed: maar liefst 4 ROC’s, 4 HBO’s en in het vervolg ook VMBO en de TU Eindhoven maken gebruik van het Edulab. Jaarlijks bezoeken zo’n 250 leerlingen het lab, zo’n 50 studenten tenminste twee dagen en 35 stagiaires zijn er jaarlijks actief. Zeven EduLab-stagiaires gingen meteen aan het werk bij deze engineerings-poot van de Franse multinational Vinci. De vele scholencontacten zijn tot nog toe goed geweest voor zo’n 40 werknemers (op een totale populatie van 240 mensen). <
signalement juli 2007
Snurkende leden Eelco van Harten Al vele jaren ben ik actief lid van het Amersfoortse biergilde de Amervallei. Dit gilde tracht de kennis van het bierbrouwen te behouden en te verspreiden. Mijn vrije tijd mag ik dan ook graag met mijn brouwinstallatie doorbrengen om een lekker potje bier te brouwen. Natuurlijk heb ik deze installatie volledig geautomatiseerd want dat ben ik, als branchemanager industriële automatisering, aan mijn stand verplicht. Nu hebben wij als biergilde zo’n honderd leden en daarvan is een twintigtal actief lid en regelt de evenementen, lezingen en de inkoop van grondstoffen. Naast deze groep van 20 gebruikt nog eens 20-30 man extra de inkoopvoordelen en bezoekt gildeavonden. De rest is slapend lid. Juist de actieve leden ontwikkelen zich sneller, ze brouwen vaker, maken steeds betere producten en winnen nationale brouwwedstrijden. Iets vergelijkbaars zien we ook binnen de branche industriële automatisering, al is die natuurlijk niet te vergelijken met een hobbyclubje. We hebben leden die actief meedoen aan het organiseren van congressen, de beurs Het Instrument, clustermeetings, ronde tafelconferenties, lagerhuisdicussies, verkoopstatistieken, HRM en export werkgroepen, bestuurs- en commissie werk. Dan hebben we nog de leden die gebruik maken van de in- en verkoopvoorwaarden en andere collectieve operationele voordelen van de collectiviteit. Sommigen zijn snurkend lid. Dat je als groep van belanghebbenden/concurrenten meer bereikt bij zowel je klanten als in den Haag, daar is niets nieuws aan. Op dit moment is het zelfs zo dat de kamerleden van Economische Zaken ons gevraagd hebben hen te informeren over de negatieve consequenties van de nieuwe Metrologiewet. En de Christenunie heeft bij de coalitiebesprekingen met de PVDA en CDA gretig gebruik gemaakt van onze visie op het industriebeleid, net als het Ministerie van Economische zaken en, zeer recent, de leden van de Tweede kamer. Soms hoeven we niet eens te lobbyen. Dit soort signalen krijgt pas kracht als er een collectief achter staat. Wie actief is in de club heeft invloed, brengt dingen in en krijgt veel terug. Invloed, relaties, informatie en ja, soms zelfs business, omdat je net binnen de club een gouden tip krijgt of een zakelijke relatie opdoet. Je moet het ervaren om het te geloven! ■
45
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Onderbouwen van meetonzekerheden CO2-emissiehandel straks verplicht Infoblad van NEa veroorzaakt commotie Om tot een pragmatische onderbouwing van meetonzekerheden in de CO2-emissiehandel te komen, bracht de Nederlandse Emissieautoriteit (NEa) een infoblad uit dat de complexe berekeningen volgens de geldende ISO-norm omzeilt. Vanaf 1 januari 2005 is vanuit Europa het systeem van CO2-emissiehandel gestart. Dat gaat ervan uit dat bedrijven grofweg in twee stappen hun CO2-emissies kunnen reduceren. In de eerste plaats wordt er per bedrijf een hoeveelheid rechten uitgedeeld en in de tweede plaats is er de verplichting om voor elke uitgestoten ton CO2 een CO2-emissierecht, dat een ton CO2 vertegenwoordigt, in te leveren. Die combinatie zorgt ervoor dat bedrijven die méér CO2 uitstoten dan ze aan rechten hebben gekregen, rechten moeten bijkopen van een bedrijf dat minder uitstoot en daarom rechten over heeft. “Het gevolg van dat systeem is dat CO2emissie goed moet worden gemonitord”, leggen Van Lawick van Pabst en Maljaars uit. “Dat betekent niet alleen maar meten, het vraagt in feite een compleet data managementsysteem voor de manier waarop de gegevens vanuit de meetinstrumenten hun weg vinden door de organisatie, hoe daar berekeningen plaatsvinden en hoe uiteindelijk die gegevens, opgeteld, in een CO2-emissieverslag terecht komen dat elk jaar bij de Nederlandse Emmissieautoriteit moet worden ingediend.” Het systeem is bedoeld voor grote bedrijven zoals raffinaderijen, grote chemische fabrieken, elektriciteitscentrales, warmtekrachtcentrales, hulpwarmtecentrales, grote tuinders met wkk’s en bedrijven in de voedingsindustrie. De eerste periode van CO2-emissiehandel liep van 2005 tot 2007 en werd door de Europese Commissie gebruikt als een leerperiode voor het updaten van de CO2-monitoringseisen. De volgende periode loopt van 2008 tot 2012. CO2-emissie wordt berekend uit de brandstoffen en soms ook grondstoffen die door het bedrijf worden verbruikt. De gebruikte hoeveelheden worden veelal
46
Goed bedoeld van de NEa, maar niet door iedereen met gejuich ontvangen. Signalement sprak met Gerard van Lawick van Pabst en Bram Maljaars van de NEa over deze weerbarstige materie.
Bram Maljaars (foto: Jerzy Frigge) ‘ Eenvoudig de onzekerheden van flowmetingen te bepalen’
gemeten met behulp van flowmeters, al kunnen er ook andere meetinstrumenten zoals weegbruggen of zelfs peilstokken aan te pas komen. Flowmeters spelen een grote rol in het bepalen van de CO2-uitstoot bij bedrijven. In 2005 tot 2007 werden er al wel eisen gesteld aan de onzekerheid van de hoeveelheidmetingen. Maar in de CO2-monitoringsrichtsnoeren vanuit Europa, The Monitoring and Reporting Guidelines die in elke lidstaat zijn vertaald naar nationale wetgeving, stond niets over verplichtingen met betrekking tot de onderbouwing van die meetonzekerheid. Bedrijven gaven dus wel een bepaalde onzekerheid op, maar handvatten om te onderbouwen hoe ze aan dat getal kwamen, waren er nog niet. In het kader van het leerproces en het updaten van de eisen, zijn de monitoringseisen nu bijgesteld. Voor de volgende periode, dus van 2008 tot 2012, wordt verplicht dat de onzekerheid van hoeveelheidmetingen is onderbouwd in het monitoringsplan. Het monitoringsplan is een
document dat elk bedrijf dat deelneemt aan CO2-emissiehandel bij de NEa moet indienen. Het beschrijft hoe de CO2-emissie gemonitord wordt. In die context moet de kwestie over meetonzekerheden worden bekeken. “Vorig jaar beseften we dat die Monitoring and Reporting Guidelines in min of meer definitieve vorm onze kant op kwamen. Het gaat om weerbarstige materie. Aan de ene kant moeten de bedrijven een onderbouwing van de meetonzekerheden in hun monitoringsplan opnemen, aan de andere kant moeten we als NEa straks de monitoringplannen van bedrijven beoordelen, waarin wordt beschreven op welke manier zij de CO2-emissie bepalen inclusief hun onderbouwing van de meetonzekerheden. Daarom hebben we veel met bedrijven overlegd.
5168-2005, die procedures geeft om de onzekerheid te bepalen. Verder wordt verwezen naar de GUM, the Guide to the expression of Uncertainty in Measurement, eveneens door ISO gepubliceerd. Het betreft enorm omvangrijke documenten. Om te beginnen wordt er gekeken naar de bronnen van onzekerheid per instrument en de verdeling daarvan. Vervolgens moeten al die bronnen bij elkaar worden opgeteld. En dan moet de vraag worden beantwoord of en in welke mate ze elkaar beïnvloeden. Daar rolt weer een toe te passen statistische formule uit. Kortom, als bedrijven dat voor elke meter moeten doen, en sommige bedrijven hebben wel zestig, zeventig meters die een rol spelen bij de bepaling van de CO2-vracht, dan zou dat niet alleen voor die bedrijven een enorme last betekenen, maar ook voor de NEa. Want wij moeten dat allemaal beoordelen en uiteindelijk goedkeuren. Daarom hebben we als NEa besloten, overigens in samenspraak met de industrie, dat er iets pragmatisch moest komen. We
In de Monitoring and Reporting Guidelines wordt verwezen naar twee belangrijke documenten die een rol spelen bij de bepaling van onzekerheden inzake CO2emissiehandel. Het eerste is de ISO-norm
signalement juli 2007
kunnen de industrie natuurlijk niet verbieden om met de genoemde ISO-publicaties aan de slag te gaan. Maar liever hadden we een tool waarmee bedrijven, los van de normen, eenvoudig de onzekerheid van hun flowmetingen zouden kunnen bepalen. Die tool is er nu, het infoblad ‘Hoe bepaal ik meetonzekerheden voor CO2-emissiehandel’. Als je de normen toepast, begin je in feite bij Adam en Eva. Wij hanteren juist de omgekeerde methode. Een bedrijf mag volgens onze methode voor de onzekerheid van een bepaald instrument een bepaald getal hanteren. Neem een rotormeter. Van 0 tot 20 procent van het maximale meetbereik mag je de onzekerheid op 3 procent stellen. En van 20 tot 100 procent bedraagt de onzekerheid 1,5 procent, zij het onder bepaalde voorwaarden die gesteld worden aan de kalibratie en het onderhoud van de meters. We hebben een onderzoek laten doen door KIWA Gastec. Die organisatie heeft voor ons de typische meetonzeker-
Gerard van Lawick van Pabst (foto: Patrick van Berkel)
signalement juli 2007
heden van de meest gebruikte meetprincipes op een rijtje gezet, en aangegeven aan welke voorwaarden voor kalibratie en onderhoud de instrumenten moeten voldoen. Nu kunnen er in één brandstofstroom meerdere meters staan. Dus het infoblad gaat verder. Eerst wordt de onzekerheid van het instrument vastgesteld. Daarna wordt daarbij de druk- en temperatuurcorrectie bepaald. En uiteindelijk worden de onzekerheden van de verschillende instrumenten bij elkaar geteld tot een enkele onzekerheid voor de totale brandstofstroom. In vijf stappen kom je met onze pragmatische NEa-manier tot de totale onzekerheid voor een brandstofstroom. Aan het gebruik van het standaardgetal voor een meter stellen we de voorwaarde dat die meter voortaan op een bepaalde manier wordt onderhouden en aan een kalibratie- en onderhoudsregime wordt
“Als je normen toepast, begin je in feite bij Adam & Eva ” onderworpen. En daar is de commotie over ontstaan. De negatieve feedback betreft met name de technische haalbaarheid van de voorschiften die we stellen. Het infoblad biedt echter ook mogelijkheden voor bedrijven die niet zonder meer aan de voorschriften kunnen voldoen. Wij vinden dat we bedrijven hiermee een eind tegemoet komen; voorlopig zullen ze het met deze methode moeten doen. Waarschijnlijk komt er in de toekomst, als wij en de bedrijven ervaring hebben opgedaan met het gebruik van deze methode, nog wel een update. Anderzijds krijgen we juist veel complimenten over onze aanpak, met name van collega-autoriteiten in Europa, maar ook van veel bedrijven die worstelen met de onderbouwing van meetonzekerheden. Bedrijven hebben dus het recht om de veel nauwkeuriger meetmethode volgens de ISO-norm toe te passen. Dat zeggen we ook steeds tegen bedrijven die commentaar hebben. Wij hebben geprobeerd om iets pragmatisch te ontwikkelen. Als bedrijven het daar niet mee eens zijn, dan zijn er altijd nog de normen. We hebben alleen een handreiking willen doen.” <
47
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Metrologiewet kost industrie geld
Twaalf grote procesindustrieën praten over engineering van instrumentatie FHI-directeur gespreksleider benchmark-meeting bij Dow Chemicals Op verzoek van de procesindustrie leidde FHI directeur Kees Groeneveld op dinsdag 5 juni een belangwekkende ‘benchmark workshop’. Instrumentatie -en control specialisten van twaalf grote bedrijven werkten een dag lang bij Dow Chemicals in Terneuzen aan het uitwisselen van informatie en ervaringen over het verloop van design, engineering en implementatie van nieuwe of vernieuwde geautomatiseerde productieprocessystemen. De bedrijven die waren vertegenwoordigd vormden een illuster gezelschap: Aramco, Cargill, Degussa, Dow chemical, Du Pont, ExxonMobil, Laborelec, Sabic, Solvay en Yara. De grote procesindustrie heeft problemen bij het selecteren en toepassen van de juiste instrumentatie en control voor de automatisering van haar productieprocessen. De expertise van instrumentatie en control die
nodig is om de bedrijfsdoelstellingen te halen is schaars binnen de bedrijven en dreigt nog verder uitgehold te worden. Bovendien blijkt het veel instrument engineers te ontbreken aan applicatiekennis.
Tegelijk legt projectmanagement van de grote bedrijven de focus bij project lead time, initiële kosten en succesvolle start-up van productie-units. Productiemanagement legt de nadruk op operationele en onderhoudskosten. Vaak is er een structurele aanpak gericht op veiligheid en veiligheidsstandaards. Businesswise wordt gestreefd naar het optimum in productkwaliteit, productiekosten en procesflexibiliteit. Intussen blijkt het binnen de bedrijven moeilijk te zijn om een structurele aanpak te ontwikkelen om het gebrek aan expertise bij selectie en implementatie van instrumentatie en control aan te pakken. Outsourcen bij engineering contractors blijkt vaak te leiden tot suboptimalisatie. De aanwezige bedrijven spreken af meer informatie te gaan uitwisselen over hoe hun verschillende engineeringprocessen verlopen, welke rol expertsystemen daarbij (kunnen) spelen en welke kosten ‘hard’ gemaakt kunnen worden die voortkomen uit het ontbreken van een voldoende structurele kennisbasis. Binnen het verband van WIB, de organisatie van Instrument Users, waarbij de meeste bedrijven zijn aangesloten wordt als follow up gewerkt aan oplossings-/verbeteringsscenario’s. Als jarenlange partner van WIB zal de FHI branche Industriële Automatisering nauw contact houden om de leveranciers van instrumentatie en control producten en systemen de gelegenheid te bieden hun rol (nog) beter in te vullen in dit kader. <
Problemen bij het selecteren en toepassen van instrumentatie
48
signalement juli 2007
Het Ministerie van Economische Zaken ligt vanuit de industrie onder vuur om de nieuwe metrologiewet zo snel als mogelijk aan te passen. Met name voor die bedrijven die meten aan vloeistoffen anders dan water, blijkt de nieuwe metrologiewet een enorme kostenpost op te roepen. Zodra raffinaderijen en of brandstofpomphouders wijzigingen willen doorvoeren in hun bestaande meettreinen, zijn ze verplicht deze compleet te vervangen. Zeker met de nieuwe wet voor betalingsverkeer en de wet voor het gebruik van biobrandstoffen,
wordt de industrie gedwongen om versneld investeringen te doen op installaties die hun technologische en ook economische levensduur nog niet hebben bereikt. FHI, federatie van technologiebranches en VNPI, de Vereniging Nederlandse Petrochemische Industrie hebben inmiddels beiden een brief naar Economische Zaken gestuurd met het uitdrukkelijke verzoek om tot 2016 wijzigingen aan bestaande installaties toe te staan mits de functionaliteit van de installatie behouden blijft. De MID Measuring Instruments Directive opgesteld door de Europese Unie, en die door de individuele lidstaten is omgezet naar nationale wetgeving, staat
deze interpretatie niet in de weg. Tijdens het laatste MID overleg afgelopen april te Parijs bleek dat het probleem ook in andere lidstaten speelt. Op dit moment wordt onderzocht welke lidstaten problemen hebben en welke niet. Gezien de belemmerende wetgeving zien we dat de industrie voorlopig de hand op de knip houdt en geen verbeteringen kan/mag toevoegen aan hun meettreinen en daarmee nu al in sommige gevallen miljoenen euro’s per jaar mislopen. <
FHI EN NMI ORGANISEREN SAMEN TRAININGEN VOOR METROLOGIEWET Door de introductie van de Metrologiewet, ontstond binnen de leden van de platforms Vloeistofmeetwerktuigen (VMWT) en Energie behoefte aan trainingen waarmee de verschillen tussen de oude IJkwet en de nieuwe Metrologiewet kunnen worden overbrugd. In gezamenlijk overleg tussen NMI (Nederlands Meet Instituut), FHI
signalement juli 2007
en enkele leden van de platforms is de inhoud van de cursussen bepaald. De cursussen worden door NMI gegeven en zullen dit najaar nog plaatsvinden. Zo’n honderd managers, projectleiders, sales mensen en monteurs krijgen een maatwerk cursus. Zo worden de managers, projectleiders en sales mensen in één dag op de hoogte gebracht en krijgen
de monteurs een tweedaagse cursus waarin ook een praktijkgedeelte in is opgenomen. Op het aanbod van Hamer Installatietechniek zullen de cursussen bij hun pand te Apeldoorn worden gegeven. Nadere informatie kunt is opvraagbaar bij Eelco van Harten van FHI. <
49
INDUSTRIËLE AUTOMATISERING
Succesvol automatiseren van industrie vraagt technologie en vertrouwen
PROFIBUS passeert de 20 miljoen apparaten
Competente system integrators en technologieleveranciers cruciaal in ketenprojecten
PROFINET profiteert van snelle groei PROFIBUS PROFIBUS, wereldwijd de meest populaire veldbus, blijft groeien. In 2006 heeft PROFIBUS weer een record geboekt. In dat jaar zijn er 3,4 miljoen apparaten met een PROFIBUS-aansluiting verkocht. En of dat nog niet genoeg is, in april van dit jaar is de grens van in totaal 20 miljoen bereikt. Dit betekent minimaal twee keer zo veel aansluitingen als iedere andere industriële veldbus!
De branche Industriële Automatisering (her)definieerde recent haar supply chain. Met name de centrale positie van technologische dienstverleners, system integrators, blijkt hernieuwd onder de aandacht te moeten worden gebracht. Hun technologische kennis, integriteit en betrouwbaarheid vormen de sleutels tot succesvolle automatiseringsprojecten in de industrie. Het werd weer eens heel manifest toen een zeer diverse groep industriële ‘plantowners’ in gesprek ging met een aantal FHI leden uit de groep system integrators over de wijze waarop ze samen (nog) succesvoller zouden kunnen zijn in de toekomst.
Aardappels, champignons, kerosine, water en cv ketels Er verzamelde zich begin juni, op initiatief en onder leiding van FHI branchemanager Eelco van Harten, een bonte groep van bedrijven in een fraai kasteel in het centrum van Woerden. Aardappelverwekende industrie Schaap Holland was vertegenwoordigd. Lutèce, producent van champignon producten uit Noord Limburg deed mee in de discussie. Het bedrijf dat alle vliegtuigen op Schiphol van brandstof voorziet, Aircraft Fuel Supply draagt eigenlijk altijd bij aan dit soort ervaringuitwisseling binnen FHI. Nefit, producent van cv ketels en aanverwante producten was nieuw in dit gezelschap. Uit de waterwereld waren er mensen van PWN waterleidingbedrijf Noord Holland en Waterschap Rivierenland. Het bekende Total-concern completeerde de groep industriële bedrijven. Aan de andere kant van de discussielijn zaten de system integrators: Bellt, GTI, Hollander Techniek, Koldijk en Van den Akker Electric Engineering. Engineering Contractor Tebodin CCE zat er mooi tussen.
tegelijk wilt” is het stokpaardje van Miedema. Natuurlijk blijft de voeding van mobiele devices een kwetsbaar punt. Maar als je de juiste batterij bij de juiste toepassing kiest en je zorgt voor een goed herladingsysteem dan werkt alles altijd.
Ouderwets sterk, rendabel, inspirerend Veilige en werkende verbindingen garandeer je als je de juiste keuze van een protocol maakt, passend bij de applicatie. Kennis van de technologie en van de systeem integratie en betrouwbare, integere integratoren kunnen wonderen verrichten. Heeft het zin in contracten vast te leggen dat alles werkt en blijft werken? Daarover is de afgelopen jaren al heel wat afgediscussieerd tussen plantowners en system integrators. Natuurlijk heeft het zin, maar zoals bij een goed huwelijk kun je alleen op basis van vertrouwen werken. Beschaam je dit vertrouwen , dan komt het contract ook nooit uit de kast. Als je het papier tevoorschijn moet halen, dan is het kwaad allang geschied.
De mens en de MES-laag Technologie en vertrouwen, draadloze communicatie en een contract in de kast Jouke Miedema, oprichter en directeur van de firma Wireless Value is in korte tijd binnen FHI uitgegroeid tot een ware goeroe op het gebied van draadloze communicatie die ook echt werkt. Elke consument gebruikt het inmiddels thuis op de bank en is allang niet meer bang dat de buurman zijn verbinding beïnvloedt. In de industrie heerst nog steeds een ongerijmd wantrouwen, vaak gebaseerd op te hoge verwachtingen en te ambitieuze toekomstdromen. “Je kunt al heel veel betrouwbaar toepassen als je het maar met verstand doet en niet te veel
50
Als je dergelijke ingrijpende veranderingen in jouw bedrijf wilt (laten) implementeren, dan moet je de mensen die je daarvoor binnen haalt, de system integrators, wel echt kunnen vertrouwen.
Praat je met industrial system integrators, dan praat je bijna altijd over MES, Manufacturing Execution Systems. Dan praat je natuurlijk over technologie, maar alleen daarmee kom je er niet meer. MES is niet een product dat je koopt en installeert, zoals vroeger een DCS-systeem. Je hebt het nu over een MES-laag. Dat betekent dat het gaat om een complete automatiseringsinfrastructuur, met alles erop en eraan. Net als bij de beroemde en beruchte boekhoud- en ERP systemen krijg je hier dus ook te maken met verregaande organisatorische implicaties voor mensen, die nog altijd nodig blijven om een fabriek te ‘runnen’.
Frits Boddeman van GTI kan het weten. Hij is sinds de oprichting van platform ISI (Industrial System Integrators) in 1995 één van de trekkers. Bijna elk jaar heeft hij wel ten minste één zo’n meeting, ronde tafel conferentie met klanten, plantowners meegemaakt. En dit was weer één van de betere. Concurrerende system integrators die heel collegiaal allemaal hun eigen klanten meenemen naar de bijeenkomst, zonder angst dat de ander hem ‘afpikt’, dat is de kracht van de formule. Meer dan ooit was deze editie weer sterk, leverde veel op aan kennis- en ervaringuitwisseling en versterking van de onderlinge samenhang en menselijke relaties. Inspirerend dus, als vanouds, ouderwets bijna, maar tegelijk hypermodern: open innovation gericht op de toekomst. <
Groei
Edgar Küster, Profibus international
signalement juli 2007
PROFIBUS is de meest succesvolle veldbus in de geschiedenis, zegt Edgar Küster, voorzitter van de internationale PROFIBUS & PROFINET-organisatie. “Het is de marktleider, terwijl PROFINET beschikbaar is voor een compatibele toekomst. PROFINET is ontwikkeld in nauwe samenwerking met de PROFIBUS-gebruikers en sluit hierdoor nauw aan op de huidige PROFIBUS-markt. PROFINET is ook in staat om op een eenvoudige manier andere veldbussen te integreren zoals Interbus, FF, HART, DeviceNet en AS-Interface”, aldus Edgar Küster”. We zijn ervan overtuigd dat PROFINET snel het voorbeeld van PROFIBUS zal volgen, zodat het de meest succesvolle industriële Ethernettechnologie van de wereld zal zijn”. <
IO-Link - doorbraak in sensoren Een belangrijke nieuwe ontwikkeling is de introductie van IO-Link. Met IO-Link wordt het mogelijk elke sensor in het veld volwaardig te laten deelnemen aan de communicatie via PROFIBUS en PROFINET.
Wat is IO-Link?
Draadloos in evenwicht: vier mobiele hefsystemen communiceren met elkaar.
De industriële Ethernet-standaard, PROFINET, profiteert ook. PROFINET groeit tegelijkertijd mee. En dat terwijl de groei bij PROFIBUS blijft aanhouden. Dit betekent dat eindgebruikers de ‘well-proven’ PROFIBUStechnologie blijven gebruiken, maar tegelijkertijd instappen in de wereld van PROFINET. De standaard integratie van PROFIBUS in PROFINET is hiervoor zeker de reden.
Marktleider
IO-Link is een communicatievorm bedoeld voor de ‘laatste meter’ in het veld, ofwel de verbinding tussen Remote I/O-station en sensor. Met IO-Link is het mogelijk een gecombineerd schakel- en datasignaal in een cyclus van 2 ms te verzenden. IO-Link maakt het mogelijk om zonder extra bekabeling ook de laatste sensor toegankelijk te maken voor communicatie vanuit het besturingsniveau. De communicatie verloopt dus over de standaard sensor- of actuatorkabel. Ook de aansluittechniek is standaard. IO-Link is een nieuwe standaard die zorgt
signalement juli 2007
dat ‘gewone’ sensoren intelligent worden. Ze kunnen nu status- en diagnose-informatie beschikbaar stellen. Hierdoor zijn enorme kostenbesparingen tijdens het in bedrijfstellen en onderhoud te realiseren. Tijdens de vakbeurs Elektrotechniek, die van 1 tot en met 5 oktober in de jaarbeurs in Utrecht plaatsvindt, wordt deze technologie voor de eerste keer in Nederland gepresenteerd. De leveranciers van IO-Link hebben hiervoor een Multivendor opstelling ontwikkeld. Deze opstelling zal op de PROFIBUS-stand te zien zijn. <
De Nationale PROFIBUS & PROFINET dag 2007 Eendaags event op 8 november 2007 speciaal opgezet voor iedereen die werkt met PROFIBUS, PROFINET en IO-Link. Dit jaar bestaat het programma uit meer dan twintig verschillende presentaties, gericht op de procesindustrie, productieautomatisering en machinebouw. Meer informatie is te vinden op: www.nl.profibus.com. <
51
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
■ VLW
Er zit schwung in de Weegclub
Enthousiasme over nieuwe opzet Biotech-conferentie 2007 Nadruk op state-of-the-art technologie in research & productie
Tijdens de overlegvergadering van de VLW met Verispect, NMi en het Ministerie van Economische Zaken stond het punt ‘toekomst van het overlegplatform’ op de agenda. Dat klinkt zeer existentialistisch en dat was het dan ook wel een beetje.
Begin juni vond in Leiden de FHI Biotechconferentie 2007 plaats. De nieuwste technologieën voor de voedingsmiddelenindustrie, milieu, medische diagnostiek, fijnchemie en farma passeerden de revue. De conferentie, georganiseerd door FHI’s brancheorganisatie voor Laboratorium Technologie samen met veertien bedrijven, werd voor de bezoeker een groot succes.
De vraag vanuit het Ministerie van Economische Zaken of dit overleg nog wel nut heeft, werd beantwoord met een batterij aan relevante onderwerpen. De veronderstelling dat dit soort vergaderingen zou inzakken, werd op natuurlijke wijze beantwoord met een enorme schwung. Op de vergadering van 14 maart 2007 leken door dit begin opeens vier thema’s op de agenda te staan. De discussie over de toekomst werd afgesloten met een duidelijk besef, dat dit overleg levendig is en daarbij efficiënt voor alle betrokkenen.
De conferentie was opgedeeld in veertien bondige presentaties. De sprekers kwamen uit de hoek van de voedingsmiddelenindustrie, milieu, medische diagnostiek, fijnchemie en farma, de belangrijkste toepassingsgebieden van de biotechnologie. Naast het lezingenprogramma toonden leveranciers hun nieuwste technologieën en disposables.
Toezichtsbeleid Toezichtsbeleid van Verispect is zo’n ‘relevant onderwerp’. De audits en inspecties die door Verispect worden uitgevoerd resulteren in verschillende stickers. De gebruikers zien over het algemeen geen verschil tussen de verschillende controles van Verispect, “papieren” en volledige. Het imago van Verispect is zo sterk, dat een ‘samenwerker’ (een lid dat bevoegd is volledige controles uit te voeren) niet geloofd wordt wanneer hij een maand na een “papieren” controle de gebruikelijke volledige controle uit wil voeren. De leden van VLW zijn al tijden niet te spreken over de gehele gang van zaken. In de eerste plaats doet Verispect, in zijn functie als toezichthouder op de wet, iets, onvolledige inspecties uitvoeren, wat de ijkbevoegde leden niet mogen. Verder wordt de indruk gewekt dat de ijkbevoegde leden onterecht nog een controle uitvoeren, dus geld aan het kloppen zijn, terwijl zij juist voor een volledige controle komen. Ergo, de leden van VLW vrezen dat de werkwijze van Verispect de kwaliteit van het gehele systeem ondermijnt. Ook in deze discussie zat een grote hoeveelheid schwung. Verispect
52
is bezig om de communicatie te verbeteren, maar VLW wenst meer duidelijkheid dan nu aanwezig is.
Richtlijn wegen in gezondheidszorg De heer Kraus van de Inspectiedienst voor de Gezondheidszorg gaf zijn visie op inspecties in het kader van het Besluit Medische Hulpmiddelen. In 2006 is ook de richtlijn NAW (Niet Automatische Weegwerktuigen) eindelijk geïmplementeerd in dit Besluit, met een verwijzing naar de Metrologiewet. Het controlesysteem dat het Ministerie van Economische Zaken in combinatie met Verispect hanteert is volledig anders dan dat van de Inspectiedienst voor de Gezondheidszorg. De diverse zorginstellingen, apothekers, laboratoria en verzekeraars zijn daarnaast stukken minder bekend met de Metrologiewet dan met het Besluit Medische Hulpmiddelen. Het bestuur van de VLW besloot ter plekke om de diverse inkoopverenigingen te informeren over de implementatie van de NAW richtlijn en de gevolgen voor hun leden van de wettelijke plicht om alleen geijkte weeginstrumenten in te kopen.
De vergadering werd afgesloten met de echte themapresentatie over de resultaten van het toezicht van Verispect in de afgelopen vijf jaar. Er was al zoveel kruid verschoten, dat deze laatste presentatie wat korter werd gemaakt … om ook nog even te kunnen borrelen.
In zijn openingslezing gaf Rob Janssen, directeur van de Nederlandse Biotechnologie Associatie (Nabia), een beeld van het wetenschappelijke fundament onder de Nederlandse biotechnologie. Hij signaleerde een toename van biotech-activiteiten in het
bedrijfsleven naast inspanningen van de overheid om belemmerende regelgeving terug te dringen. Ontwikkelingen in de biotechnologie bieden volop kansen voor innovaties en verbeteringen in allerlei toepassingsgebieden. Biotechnologie wordt steeds vaker gebruikt voor het ontwerpen van schonere en efficiëntere productieprocessen en nieuwe, meer milieuvriendelijke producten. De gezondheidszorg zal door het nieuwste biotech-onderzoek revolutionair veranderen, is de verwachting. Zo zal symptomatische diagnose op den duur worden vervangen door preventieve en gepersonaliseerde geneeskunde. Verder kan voedselkwaliteit sterk worden verbeterd met behulp van de nieuwste biotechnologie, waarbij tegelijkertijd productie- en onderzoekskosten omlaag kunnen. En de chemie krijgt met de nieuwste biotechnologie goedkopere en groenere manieren aangereikt om organische transformaties te bewerkstelligen om zodoende te blijven voldoen aan verscherpte
milieuregelgeving. Hans Hofstraat van Philips Research en the Center for Translational Molecular Medicine sloot de conferentie af met een toelichting over de revolutionaire betekenis van moleculaire geneeskunde voor de gezondheidszorg. Uit de bezoekersenquête bleek dat het zorgvuldig geselecteerde lezingenprogramma goed gewaardeerd werd: een ruime 7,5. Een emeritus hoogleraar sprak van “een voortreffelijke opzet, inhoudelijk van goed tot zeer goed kaliber (…), een voortreffelijke dag.” Minder enthousiast bleken sommige standhouders, die zich beklaagden over het gebrek aan belangstelling voor hun stands. De interactie tussen bezoeker en exposant zal dan ook moeten worden verbeterd bij een volgende editie. De presentaties van de Biotech-conferentie zijn te downloaden via de website www.fhi.nl/biotech <
Agenda en aanverwante punten: Sinds 17 mei 2007 wordt de VLW vertegenwoordigd in het bestuur van de CECIP en wel door Vincent van der Wel als vice-voorzitter van het bestuur. Op 7 november 2007 vindt de volgende ledenvergadering en het platformoverleg plaats bij Verispect in Delft. Op 8 november 2007 is de VLW gastheer voor de werkgroep Wettelijke Metrologie van CECIP. <
signalement juli 2007
signalement juli 2007
53
LABORATORIUM TECHNOLOGIE
Laboratoriumbranche zoekt haar doelgroep op voor ledenbijeenkomst
Hordes innovatieve Life Sciences bedrijven wegnemen
Beleid en praktijk in beeld bij Radboud Universiteit
Plan van initiatiefgroep LSG voor benutten kansen van groeiende gezondheidsmarkt
De Algemene Ledenvergadering van de branche Laboratorium Technologie vond dit jaar plaats in het Huygensgebouw van de Radboud Universteit Nijmegen. Het onlangs door Koningin Beatrix geopende bouwwerk is het nieuwe onderkomen van de Faculteit der Natuurwetenschappen, Wiskunde en Informatica en biedt ook onderdak aan het NanoLAB. De bijeenkomst bood de leden de gelegenheid in de praktijk te zien wat er met hun apparatuur wordt gedaan. Na het formele gedeelte zette branchemanager Andreas Meijer de in het strategieproject geformuleerde prioriteiten uiteen Europees aanbesteden, onderwijs en arbeidsmarkt, milieuregelgeving,
industriebeleid, export en sociaal beleid. FHI-lobbyist Matthijs Spits presenteerde wat beelden uit de praktijk van het lobbyen in Den Haag: “Mensen kennen en gekend
Huygensgebouw geopend, konigin Beatrix vertrekt
worden. Voortdurend erbij zijn dat levert uiteindelijk resultaat. En schroom niet als FHI-lidbedrijf om via het bureau een
politicus uit te nodigen voor een speciale gelegenheid in het eigen bedrijf: Ze komen graag!” Wetenschapper en coördinator Hans Elemans verbaasde de zaal weer eens. Door succesvolle lobby bij Europese fondsen heeft Radboud veel kunnen investeren. En het vooruitstrevende NanoLAB is nu beschikbaar ook voor projecten met bedrijven. De dag werd afgesloten met een rondleiding over drie van de meest interessante laboratoria van de Universiteit: het NanoLAB zelf, het NMR-lab en het magnetenlab. Onder het genot van een hapje en drankje kon er rustig worden nagepraat over de opgedane indrukken en ook onderling worden gelobbyd. <
Gezondheid, milieu en analytische chemie voor evenwicht LabAnalyse 2007, donderdag 4 oktober 2007, De Kuip Rotterdam Analyse van deeltjes, stoffen en stromen is cruciaal bij vrijwel alle procesmatige verwerkingen en beheersing van materie. Er komen steeds meer nieuwe methoden beschikbaar om sneller en beter te kunnen analyseren. LabAnalyse 2007 vindt dit jaar plaats onder de titel Gezondheid en milieu, analytische chemie zorgt voor evenwicht en beoogt inzicht te geven in de reeks van mogelijkheden die er zijn om snelheid, rendement en kwaliteit van processen te verbeteren met behulp van nieuwe analysetechnieken en -methoden. Ook komen de gevolgen van nieuwe wetgeving aan bod. De sprekers komen onder meer uit de toepassingsgebieden milieu, voeding en gezondheid waar veel chemische analyse wordt toegepast. Zo zal Erik Elbers, werkzaam bij BLGG, een vooraanstaand
54
laboratorium in de agrarische sector, ingaan op geautomatiseerde monstervoorbewerking, verdunning en metaalanalyse in grond en gewas. Fake Schonewille van Analytico Milieu zal nader ingaan op de nieuwe regelgeving AS3000. “Het belangrijkste dat AS3000 op moet leveren is meer betrouwbare analyseresultaten: er komt meer aandacht voor kwaliteitszaken rond de uitvoering van analyses in milieumonsters.”
Bedrijven die deelnemen aan LabAnalyse 2007 zijn:
Op het Meeting Plaza toont een selecte groep van vooraanstaande leveranciers van laboratoriumapparatuur hun specifieke apparatuur, disposables en reagentia voor commerciële-, bedrijfs- en contractlaboratoria. Het event is gericht op diegenen die betrokken zijn bij de bemonstering en analyse en meer specifiek op medewerkers en management van laboratoria van grote ondernemingen, contract- en testlaboratoria, milieulaboratoria en onderzoeksinstellingen.
Voor nadere informatie zie www.fhi.nl/ labanalyse of neem contact op met FHI, Sjoera Goedhart, telefoon (033) 4651063, e-mail
[email protected] <
Ankersmid, Applikon Analytical, Da Vinci Europe Lab. Sol., Dionex Benelux, Gilson International, Goffin Meyvis Analytical and Medical Systems, HACH LANGE, Interscience, Omnilabo International, Salm en Kipp, Shimadzu Benelux, Varian, Waters Chromatography.
signalement juli 2007
De initiatiefgroep LSG (Life Science & Gezondheid) heeft eind mei een plan aangeboden aan het Ministerie van Economische Zaken. Dit plan behelst de oprichting van een orgaan dat innoverende biotechnologiebedrijven op het gebied van gezondheid. Dit orgaan moet onder andere met leningen bedrijven faciliteren om samen de waardeketen van onderzoek tot markt - te sluiten. Het voorstel wordt gesteund door een aantal brancheorganisaties, waaronder FHI. Terwijl de bevolking in de Westerse landen vergrijst, biedt technologie die in Nederland wordt ontwikkeld steeds meer kansen om de levenskwaliteit in de oudere jaren te bevorderen. Het is mogelijk de grootste markt van de toekomst. In plaats van de huidige ‘blockbuster’-aanpak – één medicijn voor allen met een vergelijkbare aandoening, met bijwerkingen en zonder oog voor de oorzaak ervan de aandoening – hoopt biotechnologie op moleculair niveau bij de oorzaak in te grijpen. Met nieuwe technologieën kan detectie eerder tot een diagnose leiden, waardoor behandeling tijdig ingezet kan worden. Naast farmaceutische producten en diagnose materialen gaat het om vaccins, bio informatica, cell engineering, bio-materialen en orgaanvervanging. Zo’n 55.000 mensen werken in deze sector en die levert inmiddels 3 procent van het BNP op. Met zo’n 20 procent van de werknemers actief met R&D is het bekend dat veel van de hier aanwezige kennis, op universiteiten en elders, nog niet wordt omgezet in producten. De initiatiefgroep Life Science & Gezondheid wil dit veranderen. Gezien de goede basis die er in Nederland is in de op gezondheid gerichte biotechnologie, mag het ook het maatschappelijke en economische voordeel ervan plukken, zo is het idee. Om de daarvoor benodigde stap naar de markt te zetten moeten een paar hordes in de waardeketen worden aangepakt. De initiatiefgroep wil in tien jaar zowel omzet als het aantal actieve bedrijven in de sector, verdubbelen. Concreet wordt gericht op een stijging van de jaarlijkse nieuwe instroom van vier product-leads in de klinische demonstratiefase in jaar 5, naar negen productleads. De komende jaar heeft
signalement juli 2007
LSG drie aandachtsgebieden. Omdat de meeste initiatieven door gebrek aan kapitaal geen lang leven hebben wil LSG ervoor zorgen dat voldoende kapitaal aanwezig is voor de honderd meest veelbelovende
480 miljoen euro initiatieven, waarvan ten minste twintig de klinische trialfase moeten bereiken. Dit gaat om leningen met een totaal van 480 miljoen euro, waarvan 310 miljoen euro van marktpartijen moet gaan komen. Omdat veel publiek-private-partnerschappen onvoldoende resultaat op de markt hebben opgebracht wil LSG ook samenwerkingen gaan stimuleren en dertig samenwerkingen financieel gaan steunen. Tenslotte zal LSG zich bezig houden met de algehele coördinatie van activiteiten in de sector en voor een grotere effectiviteit deze als collectief in het buitenland representeren. De initiatiefgroep – met in het bestuur vertegenwoordigers van IQ Corp, Philips Research, Organon en Octoplus - nodigt de minister uit hen te steunen met een bedrag van rond de 250 miljoen euro, vooral in de vorm van leningen. Het antwoord moet nog komen. Het is nog niet duidelijk hoeveel FHIbedrijven in de doelgroep van LSG vallen. De nadruk ligt op bedrijven met R&D-processen, dus relatief vooraan in de waardeketen. Enabling technologie zou hier onder kunnen vallen. Toch zal de hele sector baat hebben van de stimuleringsacties. Verwacht wordt dat vooral een aantal deelnemers aan de Development Club, Sensor Club en MinacNed, deel zal nemen aan activiteiten van zo’n nieuwe instelling. <
55
MEDISCHE TECHNOLOGIE
Onvoldoende ruimte voor medische innovaties
Kamervragen bediening medische apparatuur
Toegangspoort op slot voor nieuwe innovatieve medische technologie De instroom van nieuwe innovatieve medische producten in het Nederlandse vergoedingenpakket is zeer lastig, zo niet onmogelijk geworden. Dat stelt Luc Knaven van de branche Medische Technologie. Nederland loopt hierdoor het risico dat de internationale medische industrie Nederland zal overslaan bij introductie van nieuwe technologieën. Producten die in het buitenland gemeengoed zijn, komen dan niet beschikbaar voor Nederlandse patiënten/ consumenten in de thuissituatie. Luc Knaven geeft aan dat het College voor Zorgverzekeringen (CVZ) verscherpte criteria heeft opgesteld voor de beoordeling of een medisch product in aanmerking komt voor vergoeding. “Haast geruisloos is de meetlat in korte tijd een heel stuk hoger gelegd. Het gevolg is dat belangrijke nieuwe medische hulpmiddelen niet meer door de beoorde-
Aanbesteden heeft zorgsector tachtig miljoen gekost 56
ling heenkomen. Leveranciers moeten nu uitzonderlijk hoge kosten maken en complexe studieresultaten aanreiken waarmee wetenschappelijk aangetoond wordt dat een product voldoet aan de eisen van het CVZ. De opzet van dergelijke studies is zeer kostbaar of zelfs volstrekt onuitvoerbaar. De wijze waarop vervolgens de beoordeling plaatsvindt is onduidelijk. Producten die aantoonbaar een belangrijke meerwaarde voor patiënten hebben, aan alle internationale veiligheidsnormen voldoen en zelfs in de keten kostenbesparend werken, komen daardoor nu in Nederland niet op de markt. Voorbeelden hiervan zijn onder andere apparatuur voor dwarslaesiepatiënten en apparatuur voor patiënten die te maken hebben met halfzijdige verlamming na een beroerte.” “Ook voor het bestaande hulpmiddelenpakket moet worden gevreesd”,
aldus Knaven. Het CVZ heeft aangegeven dat de hulpmiddelen die nu nog worden vergoed eveneens getoetst gaan worden aan de nieuwe criteria. Het valt niet uit te sluiten dat patiënten hierdoor ineens geen recht meer hebben op vergoeding van bepaalde voorzieningen. De eerste voorbeelden van patiënten die medische apparatuur moesten inleveren zijn inmiddels bekend. FHI vindt dit een schrijnende en zorgwekkende ontwikkeling die meer aandacht moet krijgen. De brancheorganisatie roept de politiek op kennis te nemen van het probleem en de criteria voor vergoeding van nieuwe medische hulpmiddelen naar normale proporties terug te brengen. Eerder heeft FHI bij het ministerie van VWS het voorstel gedaan om een innovatiefonds op te zetten voor medische hulpmiddelen. De Tweede Kamer heeft via de motie Schippers/Agema het voorstel voor een innovatiefonds aangenomen. Knaven geeft aan dat nu haast gemaakt moet worden met de uitvoering van deze motie, omdat heel veel belangrijke medische technologie voor de thuismarkt nu tussen wal en schip dreigt te vallen. <
Recent heeft FHI, via de landelijke media, de discussie aangezwengeld over slecht geregelde opleidingstrajecten bij ingebruikname van medische apparatuur. Het opleidings- en trainingstraject is vaak het sluitstuk van de begroting. Tijdens trainingen is het medisch personeel vaak niet of maar half aanwezig. Van herhaaltrainingen is meestal helemaal geen sprake. Dit terwijl er vaak sprake is van groot personeelsverloop op afdelingen in de zorg. Door gebrekkige training en opleiding ontstaan onnodige risico’s en incidenten. Naar aanleiding van de landelijke berichtgeving zijn inmiddels kamervragen gesteld. Eerder had PVDA kamerlid Eelke vd Veen ook al kamervragen gesteld. FHI is momenteel met de betrokken veldpartijen in gesprek met als doel het opleidings- en trainingstraject beter te waarborgen. Antwoorden van minister Klink op kamervragen van het Kamerlid Agema over het bericht dat ziekenhuispersoneel niet goed weet hoe geavanceerde apparatuur moet worden bediend.
Vraag 1. Bent u bekend met het bericht 1) dat ziekenhuispersoneel niet goed weet hoe
De aanbestedingsprocedures die veel ziekenhuizen de afgelopen jaren in gang hebben gezet zijn zeer waarschijnlijk ten onrechte gevolgd en overbodig geweest. De jarenlange rechtsonzekerheid en onduidelijke regelgeving heeft de zorgsector ruim 80 miljoen euro gekost.
cassatie gegaan bij de Hoge Raad. Op 2 juni 2007 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan en het arrest van het gerechtshof te ‘s-Hertogenbosch van 18 oktober 2005 vernietigd. Een aanbestedingsplicht voor Algemene Ziekenhuizen lijkt hiermee definitief van de baan.
moeten houden met de aanbevelingen van de Hoge Raad. Het ligt in de lijn der verwachting dat met de uitspraak van de Hoge Raad het verplicht aanbesteden door Algemene Ziekenhuizen van de baan is. De kans het gerechtshof te Arnhem tot volstrekt andere overwegingen komt is erg klein.
In 2005 oordeelde het Gerechtshof van Den Bosch dat Nederlandse ziekenhuizen onder de Europese aanbestedingswetgeving vallen. Het bepalende hoger beroep had betrekking op een case tussen een leverancier en het Bredase Amphia Ziekenhuis. Het ziekenhuis is met ondersteuning van de NVZ (Nederlandse Vereniging Ziekenhuizen), in
Het gerechtshof te Arnhem zal een uitspraak moeten doen over het vraagstuk “behoeften van algemeen belang van andere dan commerciële aard” en de mate waarin de overheid via toezichthouders invloed heeft op het beleid van de instelling. Het gerechtshof te Arnhem zal bij de deels nieuwe behandeling uiteraard rekening
Jarenlang bestond er onduidelijkheid over de vraag of de zorgsector al dan aanbestedingsplichtig was. Door het juridische vacuüm van de afgelopen jaren hebben veel ziekenhuizen het zeker voor het onzeker genomen en zijn gestart met aanbestedingsprocedures. Het verplicht aanbesteden leidde tot veel bureaucratie, onwerkbare
signalement juli 2007
signalement juli 2007
geavanceerde apparatuur moet worden bediend omdat zij nauwelijks worden getraind in de bediening en werking van medische apparatuur en dat volgens het bericht een hoog percentage van de medische missers daarmee verband houdt? Zo ja, wat gaat u daartegen ondernemen en op welke termijn is het trainen van ziekenhuispersoneel in het bedienen van geavanceerde apparatuur niet langer meer een sluitpost bij het kopen van nieuwe apparatuur?
Antwoord 1. Ja, ik ken het artikel. Kennisoverdracht van fabrikanten aan specialisten en OK-medewerkers behoort zoveel mogelijk plaats te vinden voorafgaand aan het moment waarop de eerste patiënt met de nieuwe apparatuur wordt behandeld. Als een verkoper van medische apparatuur medische handelingen uitvoert in opdracht van een medisch specialist dan moet die specialist er zich van vergewissen dat de verkoper voldoende bekwaam is om die handelingen ook uit te voeren. Het is overigens niet bekend hoeveel de kans op infecties of andere complicaties toeneemt ten gevolge van de aanwezigheid van verkopers van medische apparatuur in de operatiekamers. Het verbeteren van kwaliteit en patiëntveiligheid worden speerpunten van
situaties en afremming van innovatie. FHI hoopt dat de algemene ziekenhuizen nu afscheid nemen van de aanbestedingen. De branche vindt het belangrijk dat via goede samenwerking nu snel de overgang gemaakt kan worden naar efficiënte en werkbare in- en verkoopprocessen. FHI vindt de uitspraak van de Hoge Raad positief nieuws. FHI heeft er bij de overheid jarenlang op aangedrongen duidelijkheid te geven over de aanbestedingsplicht in de zorg. De Ministeries van Economische Zaken en Volksgezondheid, Welzijn en Sport hebben deze duidelijkheid helaas nooit gegeven. De zorgsector heeft hierdoor omvangrijke kosten gemaakt aan juridisch
mijn beleid. In het besef overigens dat het de professionals en de ziekenhuizen zijn die het echte werk moeten doen. Hoewel het bewustzijn dat daarvoor optimale randvoorwaarden moeten worden gecreëerd binnen de sector sterk is gegroeid, zijn we er nog niet. Daarom voert de inspectie onderzoek naar het operatieve traject uit. De belangrijkste constateringen zullen met de zorginstellingen worden gedeeld zodat zij binnen gestelde termijnen voldoen aan de normen voor verantwoorde en veilige zorg. De inspectie zal daarna toetsen of de normen in de praktijk zijn ingevoerd en worden toepast. Zie verder mijn antwoorden op vragen van het Kamerlid Van der Veen (PvdA) over onkunde in operatiekamers(2060710230), kenmerk CZ-K-U-2759327. 1) Algemeen Dagblad, Patiënt loopt risico door onkunde in operatiekamer, 21 maart 2007. <
advies, administratieve inspanningen, opleidingen en het inhuren van externe consultancy bij aanbestedingen. FHI heeft becijferd dat de totale kostenpost ten minste 80 miljoen euro bedraagt. Met de uitspraak van de Hoge Raad dient zich nu wel de vraag aan of AWBZ gefinancierde instellingen en Academische Ziekenhuizen ook nog onder de aanbestedingsplicht vallen. Via www.fhi.nl/mt kunt u de uitspraak van de Hoge Raad en een toelichting downloaden. Voor eventuele vragen kunt u te allen tijde contact met Luc Knaven van FHI opnemen. <
57
MEDISCHE TECHNOLOGIE
■ INFORMATIE
Hoe onveilig is de zorg eigenlijk?
AGENDA 2007
‘Veiligheid in de zorg’, een hot issue. Ruim 120 belangstellenden uit zorg, inspectie, verzekeringsmaatschappijen en de medische industrie voerden recent een pittig gesprek over ouderdom, onderhoud, APK, convenanten, certificering en opleiding. En falend bestuur. Uitgangspunt én conclusie: het moet écht veiliger. De FHI branche Medische Technologie, die de bijeenkomst organiseerde, is er druk mee.
Falend bestuur Prof. Dr. Mr. Bas de Mol gooide de knuppel in het hoenderhok: “Technologie in de zorg, helpt dat? Nou, niet echt dus.” Volgens De Mol zitten we op een gevaarlijk kruispunt. “De verworvenheden van technologie in de OK zijn duidelijk, de techniek is zichtbaar. Er staat een robot te opereren. Maar we moeten niet alleen achter de techniek aanhollen. Het blijft mensenwerk, teamwork. Waarom we geen profijt hebben van de technologie in de OK? Door falend bestuur dat zich wel druk maakt over aankoop en vervanging, maar niet over onderhoud en gebruik. En al zeker niet over toezicht. Technische beslissingen worden hapsnap genomen, pennywise en pound foolish. Gebrek aan onderhoud kost mensenlevens en geld. En niet te vergeten, er zijn geen goede spelregels. De brand in Almelo? Geen instructies, geen ontruimingsplan en zie dan maar eens uit dat doolhof te komen.”
Gepimpte Toepolev Als metafoor vergeleek De Mol de zorg met de luchtvaart. “De OK kun je zien als een cockpit. Maar een piloot kan in zijn stoel spelen met zijn joystick, terwijl het vliegtuig zichzelf bestuurt. Hij landt vervolgens op een goed geoutilleerd vliegveld met hulp van de vluchtleiding. En wij? Wij besturen een gepimpte Toepolev en moeten landen op een ijsschots in Siberië.”
58
De Mol weet wat er nodig is. • Een bruikbaar markt-concept; • EPD’s (Elektronische Patientienten Dossiers); • Professioneler bestuur dat investeert in technologische innovatie.
vereist afstemming. SLA’s en trainingen zijn noodzakelijk. De leveranciers kunnen ook een bijdrage leveren aan de veiligheid in de zorg. Goede handleidingen en trainingen, en zoveel mogelijk uniformiteit in interfaces.” Wat Dr. Erik van Dieren bedoelt met “ingrijpen” blijft nog even open…
Nu ingrijpen Dr. Pieter Omtzigt Tweede Kamerlid CDA, woordvoerder nieuwe zorgstelsel en ICT in de zorg was kort en bondig: “Jullie kunnen het samen oplossen. De overheid hoeft geen wetgeving te maken om verplicht medische apparatuur te keuren. Als de leverancier zegt dat het ziekenhuis er een zooitje van maakt, dan moet hij de gebruiker maar dwingen tot een onderhoudscontract.” Schamper gelach uit de zaal: “En hoe moeten wij de gebruiker dwingen? Dan kom je als leverancier of fabrikant gewoon nooit meer aan de bak. De medisch manager instrumentele dienst Klinische Fysica van het HagaZiekenhuis, dr. Erik van Dieren vertelde wat de praktijkervaringen over de problemen van alle dag. Hij noemt zichzelf ‘hoofdaannemer APK’. Hoewel het in het Haga allemaal prima in orde is, vindt hij dat er nu ingegrepen moet worden. “Er zal altijd een risico blijven,” meent Dr. Erik van Dieren. “Nul risico is onzin. Maar een acceptabel risico
Containerbegrip Drs. Ineke Harms, is adviserend geneeskundige bij Menzis Zorg en Inkomen. Zij bekeek de veiligheid in de zorg van een andere kant. Het containerbegrip ‘kwaliteit’ rafelde ze uiteen in “patiëntveiligheid, toegankelijkheid, bejegening, doeltreffendheid, doelmatigheid en medische inhoudelijkheid.” Al deze begrippen samen bepalen volgens Drs. Ineke Harms de kwaliteit, en daarmee de veiligheid. “Menzis contracteert alleen instellingen die voldoen aan deze kwaliteitsbegrippen.” Drs. Ineke Harms beklaagde zich over de ZBC’s (Zelfstandige Behandel Centra): “Wij betalen hogere bedragen voor slechtere zorg aan een ZBC die wij tegen onze zin contracteren terwijl ze niet aan onze kwaleitseisen voldoen.”
De vuist op tafel Als iemand de onveiligheid in de zorg kent is het wel drs. Jos Kraus. Hij is Inspecteur Medische Technologie bij de Inspectie Gezondheidszorg en komt in ziekenhuizen met problemen. “Als het hoofd instrumentele dienst vindt dat een apparaat onveilig is, moet hij naar de Raad van Bestuur stappen en met de vuist op tafel slaan.” Maar de helft van de hoofden instrumentele dienst functioneert slecht, vindt hij. “Ze laten het gewoon gebeuren, terwijl ze de apparaten beter moeten onderhouden. En als er geen budget is, ga dan samen naar de RvB. Misschien moeten we een zwarte lijst gaan bijhouden.” De zaal reageert betrokken, maar om het hoofd instrumentele dienst bij het handje mee naar de RvB te nemen, gaat te ver. Het voorstel voor een Quick Scan om te inventariseren, krijgt meer steun. Drs. Jos Kraus is helder over bevoegdheden: “Alleen bekwaam is bevoegd en ieder ander blijft
signalement juli 2007
Kijk voor de meest actuele stand van zaken op www.fhi.nl/fhi/evenementen overal van af. Alleen datgene waarvoor je aantoonbaar bent opgeleid, mag je uitvoeren.”
Augustus • Golftournament 30 augustus
FHI-standpunten
September • D&E Event 25 september • Plot Conference 2007, ‘Environmental Testing of the Future’ 27 september
FHI wil gecertificeerde onderhoudsplicht voor een wettelijke verplichting waarin bepaald wordt dat onderhoud aan medische apparatuur alleen door een daartoe gecertificeerde persoon of organisatie plaatsvindt. Onderhoud conform de voorgeschreven onderhoudsintervallen en -specificaties van de medische apparatuur is een harde eis. Extern kan worden gecontroleerd of het onderhoud ook daadwerkelijk plaatsvindt. Om te voorkomen dat patiënten behandeld/ gediagnosticeerd worden met onverantwoord sterk verouderde medische apparatuur, pleit FHI voor meer transparantie en een vervangingsrichtlijn per productcategorie. FHI werkt inmiddels samen met beroepsorganisaties uit de zorg aan de opzet van een vervangingsrichtlijn per productcategorie. Ziekenhuizen dienen aantoonbaar inzicht te hebben in de opbouw en ouderdom van het medisch apparatenpark. Rapportages over de status van de medische apparaten zouden beschikbaar moeten zijn. Externe controle op correcte rapportages kan eenvoudig worden gerealiseerd. Ook zorgverzekeraars moeten inzicht krijgen in de ouderdom van de medische apparatuur en of die klopt met de vervangingsrichtlijn. Die informatie kan openbaar gemaakt worden. Veiligheid in de zorg blijft een zorg. De industrie, leveranciers van apparatuur, kan die zorg niet volledig overnemen van de ziekhuizen. Constructief meedenken en meewerken in de richting van oplossingen en risicoreductie is een uitdaging die de branche graag blijkt aan te gaan. <
signalement juli 2007
Oktober • LabAnalyse 4 oktober • Automation in Pharmaceutical Industry 9 oktober • Rondetafelconferentie Industrial Business Solutions 23 oktober November • IT Room Infra 1 november
• FHI HRM-Actualiteiten Seminar 8 november • Food Automation show 13 november • MicroNanoConferentie 15-16 november • Federatiecongres 21 november • Design Tools 22 november December • PPA Dag 6 december Maart 2008 • Sense of Contact Mei 2008 • HET Instrument 20 t/m 23 mei Najaar 2008 • HF Technology <
Overzicht internationale beurzen en congressen • Pittcon (www.pittcon.org) New Orleans (Amerika) 2 t/m 7 maart 2008 • Laborama (www.laborama.be) Brussel (België) 13 t/m 14 maart • Ilmac 2007 (www.ilmac.ch) Basel Messe (Zwitserland) 25 t/m 28 september 2007
• IPA 2008 (www.ipa-web.com) 17 t/m 20 November 2008. • Medica Düsseldorf (www.medica.de) Düsseldorf (Duitsland) 27 t/m 29 november 2007 • SPS/IPC/DRIVES 2007 Electric Automation, Systems & Components (www.mesago.de) Frankfurt (Duitsland) 27 t/m 29 november 2007<
• Biotechnica (www.biotechnica.de) Hannover (Duitsland) 9 t/m 11 oktober 2007
59
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
■ INFORMATIE
Nieuwe leden
Personalia FHI-erevoorzitter Otto Kwak werd op vrijdag 27 april verrast met zijn benoeming tot Ridder in de orde van Oranje Nassau. Burgemeester Janssen van zijn woonplaats Oud Beijerland verleende de onderscheiding ondermeer vanwege de verdiensten van Kwak voor zowel de federatie als voor de branche Industriële Automatisering en namens de branche als president van de internationale organisatie van samenwerkende automatiseringsbeurzen Wefima.
Otto kwak Voormalig voorzitter van de FHI branche voor Industriële Elektronica en nog steeds voorzitter van de beurs Electronics & Automation Jos van Hartingsveldt kon even niet op de naam komen van de burgemeester van zijn woonplaats Zwijdrecht. Avnet-collega Wim Henebiens verraste Jos met de strikvraag. Tijdens een groot feest ter ere van zijn afscheid van als Avnet-directeur in slot Loevestein benoemde burgemeester Scholten Van Hartingsveldt namens koningin Beatrix tot lid in de orde van Oranje Nassau. Zijn verdienste voor de brancheorganisatie was doorslaggevend bij de honorering van de voordracht.
gebied van weeginstrumenten.
Jeannot Kok In het bestuur van de Nederlandse brancheorganisatie voor Industriële Automatisering zijn vier nieuwe leden gekozen en benoemd door de ledenvergadering. Jan de Vries, algemeen directeur Honeywell Nederland (58 jaar), Ton Bol, algemeen directeur van ABT (52 jaar), Arnout den Hoedt, general manager van Egemin Nederland (42 jaar) en Gejan Starink, managing director van Panasonic Electric Works Sales Western Europe B.V. (55 jaar) traden aan in de plaats van de aftredende bestuursleden Chris Taling (voorzitter), Jan Willem Jongbloed (penningmeester), Joop Versteeg (bestuurslid beursbeleid) en Mark Ligthart. Bestuurslid Nico Peet heeft inmiddels de functie van penningmeester overgenomen. Uit het midden van de overige bestuursleden zal een nieuwe voorzitter worden gekozen.
Gejan Starink De Nederlandse brancheorganisatie voor Laboratorium Technologie heeft in haar ledenvergadering Wilco van Hamond, managing director van Sanbyo b.v.
Arnout den Hoedt
60
Fix Trade B.V. Postbus 65 3958 ZD AMERONGEN Lidnummer: 1501
Wilco van Harmond Harry Roossien (40 jaar) gekozen en benoemd tot lid van het branchebestuur. Hij is als zodanig de opvolger van Hans Lubbers, die zijn functie ter beschikking moest stellen omdat hij een functie is gaan bekleden buiten de laboratorium branche. In de functie van penningmeester binnen het branchebestuur is Lubbers opgevolgd door bestuurslid Bob Jan Hillen.
Giovanni Tettero
Ton Bol
Modelec Data-Industrie B.V. Postbus 181 6710 BD EDE Lidnummer: 1503 MW-Instruments Josephine Bakerstraat 57 314 JB ALMERE lidnr. 1507
Branche Laboratorium Technologie a1-envirotech Duderstädter Straße 15 D-40595 DUSSELDORF Lidnummer: 1502
Motek Medical B.V. Nieuwe Hemweg 6a 1013 BG AMSTERDAM Lidnummer: 1500. <
Aanvraag lidmaatschap Frank de Jong
Jos van Hartingsveldt
Branche Industriële Automatisering
Execom Postbus 169 6860 AD OOSTERBEEK lidnr. 150 Global Electronics B.V. Postbus 83 7160 AB NEEDE Lidnummer: 1499
Branche Medische Technologie
Jan de Vries
De algemene ledenvergadering van de Nederlandse brancheorganisatie voor Industriële Elektronica heeft Jeannot Kok, algemeen directeur van Phoenix Megatronica en van CN Rood (54 jaar) gekozen en benoemd tot lid van het branchebestuur. Kok bezet de bestuurszetel die vrij kwam door het aftreden van Rob den Hartog (Rohde & Schwarz).
In de ledenbijeenkomst van PLOT, Platform OmgevingsTechnologie is Dave Corben (Philips Applied Technologies) afgetreden als voorzitter en lid van het bestuur. Boudewijn Jacobs, manager Quality Laboratory Philips Medical Systems (37 jaar) werd gekozen en benoemd tot nieuw bestuurslid. In de functie van voorzitter wordt de rol van Corben overgenomen door Harry Roossien system engineer verification technology bij Sony Ericsson Mobile Communications International (45 jaar).
Branche Industriële Elektronica
Frank de Jong, directeur R&D van FEI Company, is voorgedragen als nieuw bestuurslid van MinacNed, de vereniging voor Microsysteem- en Nanotechnologie. Als de leden de bestuursoverdracht volgen, treedt De Jong in de vacature die ontstond door het vertrek van Jean Paul van den Heuvel van ASML. <
Door de algemene ledenvergadering van de Nederlandse brancheorganisatie voor Medische Technologie is Giovanni Tettero, directeur Medical Solutions Siemens Nederland (48 jaar) gekozen en benoemd tot bestuurslid. Tettero gaat deel uitmaken van het bestuur in de vacature die is ontstaan door het aftreden van Michel van Driessche. Vincent van der Wel, directeur van Penko Engineering, bestuurslid van de branche Industriële Automatisering en voorzitter van de VLW, Vereniging van Leveranciers van Weeginstrumenten, is gekozen en benoemd tot vice voorzitter van CECIP, de Europese organisatie van brancheorganisatie op het
signalement juli 2007
Onderstaande bedrijven hebben onlangs het lidmaatschap aangevraagd van de branche, waaronder zij vermeld staan. Mocht u bezwaar hebben tegen een bepaalde aanvrage dan dient u deze schriftelijk in te dienen bij onze ledenadministratie. Zonder enig bezwaar en goedkeuring door het betreffende branchebestuur zal de firma binnenkort ingeschreven worden in het ledenregister.
Industrial Solutions B.V. De Run 4281 5503 LM VELDHOVEN De firma doet aan ontwikkeling en engineering van industriële elektronica voor producten en systemen.
Branche Industriële Elektronica
Rutronik Elektronische Bauelemente GmbH Madame Curiestraat 2 3316 GN DORDRECHT De firma distribueert o.a. elektronische componenten.
Execom Postbus 169 6860 AD OOSTERBEEK Execom is leverancier van softwareoplossingen voor de industrie, telecommunicatie en de financiële sector.
Systematic design B.V. Motorenweg 5G 2623 CR DELFT Systematic design is een ontwerpbureau voor analoge en mixed mode IC’s. <
In memoriam Joop Drieduite Op 17 april overleed Joop Drieduite op de leeftijd van 66 jaar. Vanaf mei 1993 was hij jarenlang bestuurslid van de branche Medische Technologie. Joop was succesvol ondernemer, ondermeer geruime tijd eigenaar van het beroemde Laméris. Bovendien was hij pur sang levensgenieter en boven alles een aimabel mens, gezien in de branche een fijn mens in de persoonlijke omgang. <
signalement juli 2007
61
FEDERATIE VAN TECHNOLOGIEBRANCHES
■ INFORMATIE
■ INFORMATIE
NIEUW BIJ FHI
Vergaderfaciliteiten bij FHI te Amersfoort Voor haar leden biedt FHI de mogelijkheid tegen geringe kosten gebruik te maken van vergaderfaciliteiten.
Industriële Elektronica Fouzia Boudri, tel: (033) 465 75 07
Industriële Automatisering U kunt gebruik maken van de vergaderzalen met koffie, thee en frisdrank. Voor de kosten hiervoor: zie schema. Wanneer u gebruik wilt maken van één van de vergaderzalen, neem dan contact op met de managementassistente van uw branche. Uiteraard is de beschikbaarheid beperkt tot de periodes dat er geen branchevergaderingen zijn.
Marjoleine Haisma, tel: (033) 465 75 07
Laboratorium Technologie Sjoera Goedhart, tel: (033) 465 10 63
Medische Technologie Fouzia Boudri, tel: (033) 465 10 63. <
Personeelsbemiddeling Aantal personen: 01-10 personen 10-20 personen meer dan 20 personen
Zaalhuur per dagdeel* € 99,00 € 143,50 € 240,00
Borrel 01-10 personen 10-20 personen 20-30 personen meer dan 30 personen Lunch Bittergarnituur Beamer
Kosten € 23,50 € 47,00 € 70,00 € 93,50 Conform factuur cateraar Conform factuur cateraar € 100,00 per dagdeel
* incl. koffie/thee/frisdrank/overheadprojector
Vanuit de ledenkring Industriële Elektronica Per 1 april 2007 is de postbus met nummer 645 van T&M Systems opgeheven. Per 2 april 2007 is Contax Benelux N.V. verhuisd naar: Ter Heidelaan 54C, B-3200 AARSCHOT. Telefoonnummer: 0032-16649749, faxnummer: 0032-16649750, overige gegevens blijven ongewijzigd. Met ingang van 1 april 2007 is Advantech Benelux B.V. verder gegaan onder de naam Advantech Europe GmbH. De reden hiervoor is dat Advantech per genoemde datum als branche office valt onder het Europese hoofdkantoor gevestigd te München. Adresgegevens van de vestiging in Breda zijn ongewijzigd. Sinds 2 april is de naam Philips TASS B.V. gewijzigd in TASS B.V. De commerciële naam is TASS Software Professionals. Per 20 april is de naam van Schaffner Electrotest gewijzigd in WEE Tech. Overige gegevens zijn niet veranderd. Elproma heeft haar postbus laten vervallen. Als correspondentieadres dient nu Nijendal 42, 3972 KC in Driebergen gehanteerd te worden.
62
Per 20 juni is Chroma ATE Europe BV verhuisd naar: Morsestraat 32, 6716 AH EDE. Alle overige gegevens blijven gelijk. Unitron gaat zijn bedrijfsgebouwen in IJzendijke met 1000 m2 uitbreiden. Daarnaast wordt een bestaand gebouw aangepast waardoor nog eens 500 m2 extra productieruimte zal ontstaan. De uitbreiding is in de eerste plaats het gevolg van de sterke groei van de orderportefeuille waardoor extra productieruimte noodzakelijk is. Daarnaast heeft Unitron besloten om die activiteiten die momenteel nog in Eede, Terneuzen en Schoondijke plaatsvinden in IJzendijke samen te brengen. Unitron ontwikkelt en produceert producten voor de medische en industriële markt, waarbij elektronica centraal staat. Bij Unitron werken op dit moment ruim 50 mensen.
Advantech Europe GmbH. De reden hiervoor is dat Advantech per genoemde datum als branche office valt onder het Europese hoofdkantoor gevestigd te München. Adresgegevens van de vestiging in Roosendaal zijn ongewijzigd. Per 25 juni 2007 is Kimman Process Solutions (KPS) B.V. verhuisd naar: Dienstenstraat 25, 3161 GN RHOON. Postbus 755, 3170 AB POORTUGAAL. Telefoonnummer: 010-5030077, Faxnummer: 010-5030079. e-mail:
[email protected], internetsite: www.waterinoil.com
De onderneming LUKOtronic zoekt verkooppartners in Nederland! Ze produceert en verkoopt optische (basis: actieve infrarood-markeringen), realtime 3D-bewegingsanalysesystemen. De systemen onderscheiden zich speciaal, omdat ze draagbaar en zelfkalibrerend zijn, in een tijd van slechts 3 minuten op te stellen en klaar voor gebruik zijn en door een zeer eenvoudige bediening, door iedere onwillekeurige persoon kunnen worden bediend. De systemen kunnen worden toegepast bij onderzoek van complexe bewegingen op medisch gebied, rehabilitatie, sport, biomechanica, animatie, industrie, e.v.a. Bewegingen worden, afhankelijk van het inzetgebied, om geheel verschillende redenen gemeten. Doelen zijn de objectieve analyse, medische diagnostiek, bewegingscontrole, verloopcontrole, bewegingsoptimering, wetenschappelijke studies, routinematige vastlegging van bewegingspatronen (b.v. loopanalyse), enz... LUKOtronic Lutz-Kovacs-Electronics OEG Technologie- und Wirtschaftspark Innsbruck Eduard-Bodem-Gasse 5-7 6020 Innsbruck Austria
Medische Technologie St. Jude Medical Nederland B.V. is verhuisd naar: Standaardruiter 13, 3905 PT VEENENDAAL, Telefoonnummer: 0318 583250, faxnummer: 0318 583255 overige gegevens blijven ongewijzigd. <
Geïnteresseerden a.u.b. melden onder: Telefoon: 0043 512 363631-1 Fax: 0043 512 363631-15 E-mail: offi
[email protected] Yokogawa Process Analysers, onderdeel van Yokogawa Europe, locatie Amersfoort, zoekt een: Chemical Engineer De functie bestaat onder meer uit het doen van voorstellen voor nieuwe producten, het maken van prototypes, het toetsen van huidige applicaties op toepasbaarheid en het ondersteunen van de productie bij het produceren van nieuwe en gewijzigde producten. Het gewenste profiel: • Minimaal HBO op het gebied van analytische chemie; • Werkervaring in de R&D; • Kennis van en ervaring met projectmanagement; • Zelfstandig, pragmatisch, creatief, en een levendige persoonlijkheid, die verantwoordelijkheid neemt; Geïnteresseerde kunnen contact opnemen met Femke Beijer, e-mail: femke.beijer@nl. yokogawa.com. Voor aanvullende informatie: Henk Leijten, General Manager YPA, tel: 033-4641936. <
Roy Vervoort is sinds 1 juli binnen het FHI-bureau werkzaam als redacteur/(bedrijfs)journalist. <
COLOFON Redactie Bureau FHI André Weigand, Inkvisible Maiken Larsen, Little Sister Redactieadres Postbus 2099 3800 CB AMERSFOORT Telefoon: (033) 4657507 Fax: (033) 4616638 Internet: www.fhi.nl E-mail:
[email protected] Vormgeving MUNTZ Marketing Communication Group Druk Drukkerij Van De Ridder Advertentie verkoop Niek van Twillert, MUNTZ Telefoon: (033) 4502020 Hoewel bij deze uitgave de uiterste zorg is nagestreefd, kan voor eventuele (druk)fouten en onvolledigheden niet worden ingestaan en aanvaarden de auteurs, redactie en het bureau van FHI geen aansprakelijkheid. <
Meer informatie Rob de Gier 0117-30.73.00 www.unitron.nl
Industriële Automatisering Met ingang van 1 april 2007 is Advantech Benelux B.V. verder gegaan onder de naam
signalement juli 2007
signalement juli 2007
63
���������������������� ���������������������������������� ���������������������������
����������������������������������������������������������
�������������������������������������
���������������������������������������������������������������������������������� ��������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������� ���������������������������������������������������������������������������������� �������������������������������������������������������������������������������������������� ������������������������������������������������������������������������������������������������ ������������������������������������������������������������������������������������������������ ����������������������������������������������������� ������������������������������������������������� ���������������� ���������������������������������������������������������������������