Uitgave van KNMG en VvAA, onder redactie van Medisch Contact
Serious Gaming Student, maar ook patiënt Hoe ga je om met agressie?
1 Arts in Spe mei 2011
2
mei 2011
Colofon
mei 2011 nummer 2
Redactie: Ben Crul, Evert Pronk, Joost Visser, hoofdredactie Cathri van de Haar, Kees Klaver, Lieke de Kwant, Chris Linssen, eindredactie Bibian Harmsen, vormgeving en beeldredactie Hanna van de Wetering, webredactie Sophie Broersen, Robert Crommentuyn, Heleen Croonen, Roselien Herderschee (stagiair), Henk Maassen, Eva Nyst, Simone Paauw, journalisten Mirjan van Beuge, Sandra van Kooten, Monique Tieleman, Anneke Wintraaken, secretariaat
Spelend wijs: serious games in het curriculum
8
Op een spelcomputer kun je volkomen veilig allerlei medische vaardigheden oefenen. Serious games vinden schoorvoetend hun weg in de opleiding. Roselien Herderschee en Shannon Plaxton
Aan dit nummer werkten verder mee: Anouk Brinkman, Gert van Dijk, Aart Hendriks, Clasine de Klerk, Lisanne Konings, Hilde van der Meer, Yvette Mol, Marloes de Moor, Shannon Plaxton, Margriet Veldhuis, Twan van Venrooij, Marion Vlemminx, Reina Zijlstra Redactieraad: Janneke Bins, Wendelien van der Gaag, Judith Hanemaayer, Louise Konijn, Charlotte Kruydenberg, Yvette Mol, Shannon Plaxton, Alexandra de Rotte, Mink Schinkelshoek, Joyce Struik, Tom Witteveen (studenten), Stephanie Gerke Meijsen, Selma Jacobs, Maaike Wijnen (VvAA), Sophie Querido (KNMG) Redactieadres: Mercatorlaan 1200, postbus 20052, 3502 LB Utrecht. tel: 030 2823 384 E-mail:
[email protected]; www.artsinspe.nl Druk: Senefelder Misset; oplage 21.000 Uitgever: Reed Business Advertentieverkoop: Mark Miedema, 020 5159 794,
[email protected]; Marcel de Roode, 020 5159 768,
[email protected] ISSN: 1871-3181 Jaargang: 7 De redactie is onafhankelijk en werkt op basis van het redactiestatuut van Medisch Contact. De artikelen die worden afgesloten met de logo’s van de KNMG, het studentenplatform en VvAA verschijnen onder directe verantwoordelijkheid van hun besturen. Het is niet toegestaan om, zonder voorafgaande toestemming van de redactie, gepubliceerde artikelen of gedeelten daarvan over te nemen, te (doen) publiceren of anderszins openbaar te maken of te verveelvoudigen.
Arts in Spe thuis ontvangen? Kijk op www.artsinspe.nl en word gratis studentlid van de KNMG.
cover: De Beeldredaktie, Kick Smeets
Een goede dokter
12
Is het voor lichamelijk onderzoek nodig dat een patiënt zich uitkleedt? Zo maar een vraag waaruit blijkt dat je als dokter in veel situ aties te maken krijgt met ethische afwegingen. Gert van Dijk, Yvette Mol, Lisanne Konings en Clasine de Klerk
Normale werktijden en ruimte voor onderzoek
16
De nucleair geneeskundige moet een voorliefde hebben voor het onderzoeken van plaatjes van brein, skelet en organen. Het werk van de radiotherapeut is heel planbaar en biedt veel ruimte voor onderzoek. Aantrekke lijk van deze twee specialismen is dat ze goed zijn te combineren met een normaal gezins leven. Anouk Brinkman
Ervaringen van Future Leaders Health
20 Met z’n tienen gingen ze naar Afrika
om zich met tien Tanzaniaanse studenten te bekwamen in leiderschapskwaliteiten. Terug in Nederland komen de verhalen los: ‘Hoe vaker ik het aan mensen vertel, hoe meer ik me reali seer hoe bijzonder het was’. Margriet Veldhuis
4 Arts in Spe mei 2011
De medisch student als patiënt
22 Druk bezig om te leren hoe je moet
genezen. Maar hoe is dat als je zelf ook aan de andere kant staat, als chronische patiënt? Drie geneeskundestudenten vertellen erover: vaak is het ronduit confronterend. Lisanne Konings, Yvette Mol en Marion Vlemminx
Studeren in de hoogste versnelling
28 Studenten die te lang over hun studie
doen kosten de samenleving veel geld. De over heid heeft dus een stevige stok achter de deur gezet om studievertraging tegen te gaan. Hoe pakt dat uit? Marloes de Moor
Agressie de baas
33 Dat je in de zorg te maken kunt krijgen met agressie, verbaast niemand meer. Maar hoe moet je erop reageren? Dat hangt af van de soort agressie. Er blijken drie vormen te zijn. Reina Zijlstra
20
Rubrieken Hoofdredactioneel
6
Kort kort kort
6
Agenda
7
Kwik
14
Zoekplaatje
24
Studentenvoordeel
26
Videowedstrijd
27
De leukste bijbaan
31
Niet ongelukkiger door uitloting
16 28 8 16
36 Top-dj Armin van Buuren wilde eigenlijk
geneeskunde studeren, net als zijn vader. Maar hij werd uitgeloot. Met vader Joep deelt hij een passie voor muziek. ‘Het dj’en zit in de genen van de Van Buurens’, vertelt Armin. Twan van Venrooij
12
Europese zwarte lijst de oplossing?
38 Met je Nederlandse dokterstitel kun je
22
ook in andere EU-lidstaten aan de slag. Disfunc tionerende artsen maken daar echter ook graag gebruik van. Minister Schippers denkt dat met een zwarte lijst te kunnen verhinderen. Aart Hendriks en Hilde van der Meer
33
Arts in Spe mei 2011 5
ort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-k
Filmpje, filmpje
Een schuin diagnosticerend oog
hoofdredactioneel
W
at wil je later worden? Door veel van jullie zal in een ver verleden ‘dokter’ geantwoord zijn. Soms nog vóór de befaamde ‘brandweerman’. Maar dat op het thema ‘dokter’ nog vele variaties mogelijk waren, had niet ieder artsje in spe van toen op het netvlies. Een witte jas was toch een witte jas? Zo onbelangrijk als het indertijd was, zo belangrijk is het nu. Jullie moéten kiezen, je profileren en solliciteren. Heb je eenmaal beet, dan zit je de rest van je leven aan je keuze vast. Doorgaans. De coschappen vormden voor mij ooit het ‘kijken en vergelijken’, evenals de verhalen van artsen (in opleiding). Internet als informatiebron bestond nog niet. En dus was er ook geen artsinspe.nl. Nu vind je daar onder beroepskeuze in de linkerbalk alle medische vervolgopleidingen. Alles wat je na ‘dat beloof ik’ zou kunnen gaan doen. Wat ontbreekt mag je op je eigen manier invullen. Letterlijk en voor elkaar: in de vorm van een filmpje. Met je eigen smartphone, je eigen script, je eigen dokter(s), je eigen creatieve montage. Bioscoopkwaliteit wordt niet gevraagd. Laat via en met ‘jouw dokter’ (van aios tot professor) aan je medestudenten zien wat diens beroepskeuze inhoudt. Een beetje zendingswerk mag best. Bij voldoende kwaliteit komt jouw inzending sowieso online in die zijbalk. Laat zien dat je meer kunt dan studeren en coschappen lopen. Win je productiekosten ruimschoots terug. Meer weten? Ga naar blz. 27 of www. artsinspe.nl/videowedstrijd. Veel succes en bedenk dat een deadline – 1 augustus in dit geval – altijd sneller nadert dan je dacht.
Ben Crul, arts & hoofdredacteur
[email protected]
Verlossing door nierdonatie
6 Arts in Spe mei 2011
de gang van de hoofdpersoon langs het ziekenhuispersoneel zo realistisch dat je op het einde nauwelijks meer twijfelt aan het waarheidsgehalte van de hele operatie. Tussen de vaak lichtelijk absurde gesprekjes met professoren, coördinatoren en maatschappelijk werkers door, analyseert de donor zijn eigen motieven, om tot de conclusie te komen dat zijn donatie niet zo onbaatzuchtig is als het lijkt. Hij houdt het op een anarchistische actie uit doodsverlangen die hem ook nog eens van zijn depressie heeft verlost. Er zijn echter ook andere interpretaties mogelijk. Zo worden de verschillende delen ingeleid door citaten uit het gedeelte Louteringsberg van Dantes goddelijke komedie en is de roman verdeeld in 33 hoofdstukken – de leeftijd waarop Jezus Christus zijn leven voor het zielenheil van de mensheid gaf. MH A.H.J. Dautzenberg, Samaritaan, Contact, 256 blz., 19,95 euro.
Zie voor agenda en tickets: www.hollandfestival.nl
Beeld: Georg Soulek
Schrijver A.H.J. Dautzenberg vertelde op 5 april bij Pauw en Witteman over zijn ‘altruïstische nierdonatie’. Nu heeft deze schrijver de schijn tegen als het om sterke verhalen gaat – hij zoog onder meer interviews met Arnon Grunberg en de zanger van metalband Motörhead volledig uit zijn duim. Pauw en Witteman verklaarden echter met eigen ogen de littekens gezien te hebben. En of het nu echt gebeurd is of niet, Dautzenberg heeft in ieder geval een interessante roman geschreven over een altruïstisch donor. Dat boek, Samaritaan, bestaat volledig uit dialoog, een kunstgreep die verrassend goed uitpakt. De hoofdpersoon doet mee aan een dominoprogramma: hij levert vrijwillig een nier aan een hem onbekende ontvanger en de partner van de ontvanger doet vervolgens hetzelfde. Dit ruilprogramma bestaat echt en Dautzenberg beschrijft
www.twitter.com/bencrulMC
Van 2 tot en met 26 juni vindt in Amsterdam het jaarlijkse Holland Festival plaats, een groot internationaal festival met theater, dans en muziek uit binnen- en buitenland. Dit jaar vol met geneeskundige subtiliteiten. Zo gaat toneel- en scenarioschrijver Spalding Gray in de film Gray’s Anatomy op zoek naar een alternatieve behandeling van een oogkwaal, hetgeen een humoristische zoektocht oplevert. En er zullen dokters ten tonele verschijnen. Al is het in de toneelstukken van Anton Tsjechov veelal de wodkafles die je als eerst ziet, en de dokter die daar vervolgens onlosmakelijk mee verbonden is. In de marathonvoorstelling De Russen! (met o.a. Halina Reijn), gebaseerd op zijn werk, is dat niet anders. Personages gekweld door ziekte, maatschappij en onbevredigd verlangen zijn typerend voor de stukken van schrijver Tennessee Williams. Ook van zijn stukken zijn bewerkingen te bewonderen. Un Tramway behoeft een schuin diagnosticerend oog. Is hoofdpersoon Blanche nu gewoon af en toe hysterisch of is hier toch sprake van een persoonlijkheidsstoornis? Het Holland Festival opent met Mea Culpa, een hommage aan regisseur Christoph Schlingensief. In januari 2008 werd bij hem longkanker geconstateerd. Naast het indrukwekkende boek Zo mooi als hier kan het in de hemel niet zijn, schreef Schlingensief twee producties over de verwarring, angst en gevolgen die de ziekte voor hem had. In augustus 2010 overleed hij op 49-jarige leeftijd. Maar er is ook vrolijk nieuws: studenten krijgen korting op alle voorstellingen. Nog nooit in Carré geweest? Voor 15 euro (in plaats van 60!) zit je met je collegekaart eerste rang bij de Broadway-musical Fela! Dat heeft dan weer minder met geneeskunde te maken, maar er moet ook tijd zijn voor ontspanning. Toch? RH
kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-kort-
Dokter onder de armen In 1935 werd de arts Carlo Levi naar het zuiden van Italië verbannen; zijn politieke activiteiten bevielen het toenmalige fascistische regime niet. Hij hield er een dagboek bij, dat hij later gebruikte om een schitterend boek te schrijven over zijn verblijf in dat achtergebleven gebied. Christus kwam niet verder dan Eboli heet het, en het geldt als een klassieker. Het boek werd onlangs heruitgegeven in Nederlandse vertaling. Levi, die aanvankelijk van plan was om in ballingschap te gaan schilderen, pakt een beetje tegen wil en dank zijn doktersvak toch maar op. Zo leert hij zijn tijdelijke streekgenoten kennen en hun gevecht met onder andere hartziekten, trachoma en malaria. Hij verliest na verloop van tijd zijn superioriteitsgevoel ten opzichte van deze boerse mensen, die hem als een soort medische tovenaar gaan zien. Het boek wordt daarmee een statement over het belang van public health en tegen de verwaarlozing van het Italiaanse zuiden. We zien ook hoe iemand in zijn rol van arts kan groeien. HM Carlo Levi, Christus kwam niet verder dan Eboli, Nieuw Amsterdam, 304 blz., 16,95 euro
Health games Ook de gezondheidszorg profiteert van de populariteit van games, preciezer gezegd van serious health games (zie ook blz. 8 en MC 19/2011: 1176). Op www.izovator-healthgames.nl staan er een heleboel bij elkaar, gerangschikt naar thema. Je vindt er games die helpen bij het voorkómen van lichamelijke en psychische klachten, games met een therapeutische werking (pijnbestrijding bijvoorbeeld), games die gebruikt worden om iemands vaardigheden of competenties te meten en games die de bedoeling hebben iemand iets te leren. Bijvoorbeeld: hoe neem je bepaalde medicijnen in? HM www.izovator-healthgames.nl
Orgaanroof Dat zie je niet vaak, een film die online in première gaat. Claustrofobia van Bobby Boermans is zo’n film. Vanaf eind deze maand, zo is de belofte, kan iedereen deze thril-
ler over orgaanroof geheel gratis bekijken. Niet alleen op de laptop, maar ook op smartphone of iPad. Het verhaal: Eve (26) is een rustig, ietwat verlegen meisje dat een appartement in Amsterdam deelt met Suzy. Sinds kort hebben ze een nieuwe buurman: Alex (31), een medisch student met de ambitie om chirurg te worden. Als Suzy verdwijnt lijkt er niets aan de hand; ze heeft er een gewoonte van gemaakt om bij nieuwe vriendjes te blijven slapen. De volgende dag ontdekt Eve bij thuiskomst dat de stroom is uitgevallen. Ze probeert in de meterkast de elektriciteit weer in te schakelen, en heeft te laat door dat er iemand achter haar staat. De indringer steekt een injectienaald in haar nek en alles wordt zwart. HM
agenda
www.claustrofobia.nl
Zon, ziektes en enge d ieren Wie als student of toerist verre landen bezoekt, kan zomaar een tropische ziekte oplopen. Hoe je jezelf daar zoveel mogelijk tegen kunt beschermen, lees je in Hoe blijf ik gezond in de tropen, een uitgave van het Koninklijk Instituut voor de Tropen (KIT), waarvan de eerste editie al verscheen in 1969. Sindsdien volgde herdruk op herdruk, altijd weer geactualiseerd. Voor de laatste editie werkte het KIT nauw samen met de Onderafdeling Infectieziekten, Tropische Geneeskunde en Aids van het AMC. Auteur is Piet Kager, een internist met tropenervaring in Zaïre en Kenia. Hij behandelt de hele waaier aan voorbereidingen die je moet treffen, de ziekten die je kun tegenkomen (malaria, wormen, darminfecties, huidziekten enz.), en uiteraard medicatie en vaccinaties. Er is extra informatie over het vóórkomen van ziekten, per land gerangschikt in overzichtelijke kaartjes en schema’s. Ook geeft het boek informatie over zon, hygiëne, kleding en, jawel, enge dieren. HM P. Kager, Hoe blijf ik gezond in de tropen, KIT, 142 blz., 14,50 euro
7 juni Congres: Het internationale s tudentencongres Iscoms staat in het teken van biomedisch onderzoek. Kosten: 10-40 euro Waar: Universitair Medisch Centrum Groningen Info: www.iscoms.nl
8 juni Workshop: In deze workshop staat zowel het schrijfproces als het uit eindelijke product – een heldere wetenschappelijke publicatie – centraal. Kosten: Coassistenten: 50 euro (KNMGleden), 75 euro (niet-leden) Waar: Domus Medica Utrecht Info: www.artsinspe.nl/agenda
20 juni Workshop: De workshop Coassistent & Carrière ondersteunt je bij het maken van een bewuste keuze voor een vervolgopleiding. Kosten: Speciaal voor coassistenten bieden KNMG en universiteiten de workshop gratis aan. Waar: Erasmus Medisch Centrum Rotterdam Info: www.knmg.nl/loopbaanbureau
Tot 1 juli Wedstrijd: Leo Meijlerprijs voor de beste scriptie over geneesmiddelenveiligheid. Kosten: geen Waar: n.v.t. Info: www.artsinspe.nl/agenda
15-19 augustus Summerclass: De Summerclass is een week lang in de breedste zin van het woord kennismaken met de orthopedie. Kosten: 70 euro, inclusief overnachtingen, evenementen en onderwijs. Waar: Lijm en Cultuur te Delft Info: www.summerclassorthopedie.nl Kijk voor meer actuele leuke en nuttige studentenactiviteiten op
www.artsinspe.nl/agenda
DBC, DBE, DBS? Een medische afkorting vind je snel op www.artsinspe.nl/afkortingen
tip
Arts in Spe mei 2011 7
Spelend s erious_games_in het_curriculum Het klinkt aanlokkelijk: je studieboeken verruilen voor een spelcomputer. Spelenderwijs nieuwe kennis en vaardigheden opdoen, daar gaat het om bij serious games. En hoewel de langetermijneffecten nog niet bekend zijn, komen er steeds meer toepassingen. Roselien Herderschee en Shannon Plaxton
e
en asgrauwe huid, piepende ademhaling en benauwd. Als deze patiënt de eerste hulp wordt binnengereden, constateer je als coassistent meteen drie symptomen die bij COPD zouden kunnen passen. Terwijl je de anamnese afneemt, vul je de lijst in je hoofd aan en bedenk je of jouw differentiaaldiagnose klopt. Eigenlijk is het net een spel. Een soort Tetris dat, als je de juiste stukjes met elkaar combineert, tot de correcte diagnose leidt. Helaas kun je, anders dan bij een spelletje Tetris, niet op ‘retry’ klikken als je er even niet uitkomt. Bij serious games kan dat volgens Marlies Schijven wel. Zij is chirurg in het AMC en houdt zich bezig met de toepassing van serious games in het ziekenhuis. ‘Je moet in een game linksom kunnen, rechtsom en op allerlei manieren
8 Arts in Spe mei 2011
het verhaal kunnen uitspelen. Belangrijk is de vrijheid om te ontdekken en je eigen fouten te maken.’ Serious games kunnen volgens haar een brug slaan tussen de theoretische en de praktijkjaren. ‘Als je begint als assistent moet je alle informatie maar zien op te pikken, onthouden en toepassen. Als je niet bent getraind in praktische vaardigheden’, zegt ze, ‘gaat het in de kliniek eerst vier keer mis. We zijn momenteel bezig om een deel van die leercurve op te vangen met behulp van serious games.’ Wat is een serious game? Officieel gaat het om een spel dat behalve vermaak nog een ander doel heeft, zoals kennis overbrengen, maar in de praktijk is het lastig om de term te definiëren. Tel je een medische app voor je telefoon mee, een traditioneel bordspel, of gaat het alleen om computerspellen die gebruikmaken van virtual reality? ‘Op
wijs: beeld: De beeldredaktie, Kick Smeets
een serieuze manier spelprincipes toepassen bij het overdragen van kennis, het behandelen van patiënten of het aanleren van vaardigheden, daar gaat het om bij serious games’, legt Sabine Wildevuur uit. Wildevuur studeerde geneeskunde en communicatiewetenschap en werkt nu als hoofd Creative Care Lab bij medialab Waag Society in Amsterdam, waar ze zich bezighoudt met projecten op de grens tussen zorg, maatschappij, technologie, nieuwe media en internet. Als je naar recent onderzoek kijkt – chirurgen die gamen, opereren nauwkeuriger en sneller dan hun niet-gamende collega’s, zo blijkt, en bovendien hebben action-based video games positieve effecten op cognitieve vaardigheden en visuele aandacht – zou je je haast afvragen waarom gamen niet standaard in het medische curriculum zit.
Homo ludens ‘Spel moet ernst zijn, om spel te zijn!’ De Nederlandse historicus Johan Huizinga wijdde er in 1938 een heel boek aan: Homo ludens, de spelende mens. Volgens hem is onze hele cultuur gebaseerd op spel. ‘Cultuur begint niet als spel en uit spel, maar in spel.’ Spel is overal terug te vinden en volgens Wildevuur zou de geneeskundeopleiding daar geen uitzondering op moeten zijn. Uit onderzoek blijkt dat studenten op hun 21ste gemiddeld 20.000 uur hebben gespendeerd aan e-mailen, 10.000 uur met hun telefoon in de weer zijn geweest, 20.000 uur tv hebben gekeken, 10.000 uur hebben doorgebracht met het spelen van games en minder dan 5.000 uur hebben gelezen. Dit gegeven moeten worden gebruikt in het curriculum. ‘Er is tijd en aandacht nodig voor games in
Arts in Spe mei 2011 9
het medische curriculum’, meent Wildevuur. ‘Zo maken steeds meer faculteiten gebruik van het skillslab waar via simulatie vaardigheden worden aangeleerd. Een voordeel is dat je geen patiënten nodig hebt tijdens het oefenen en dat iedere handeling kan worden gemeten.’ De meeste studenten bezoeken het skillslab echter op zijn vroegst in hun coschappen.
Sneeuwpoppen en pinguïns ‘Gamen kan gebruikt worden voor simulatie, voorlichting, preventie of behandeling’, legt Wildevuur uit. Games for health dragen letterlijk bij aan betere gezondheidszorg.
‘Het moet niet zo zijn dat een computerspel de snijzaal vervangt’ Ze ondersteunen bijvoorbeeld een bepaalde therapie, zoals SnowWorld, een virtual reality game waarin brandwondenslachtoffers zich in een besneeuwd landschap tussen sneeuwpoppen en pinguïns wanen, en zo minder pijn ervaren. Voor implementatie in het geneeskundecur-
Birth Birth (Bringing ICT and research to Healthcare) is een game waarin je als student (of als verloskundige, verpleegkundige of gynaecoloog) zowel veelvoorkomende als zeldzame gynaecologische casussen ‘oefent’ waarmee je tijdens het coschap gynaecologie te maken krijgt. Het doel is om het aantal medische fouten tijdens een bevalling te verminderen. Je kunt de game thuis op de spelcomputer spelen en ook zijn er al faculteiten die de game aanbieden. Doordat je je kennis al in de virtuele praktijk hebt toegepast, knikken je knieën wellicht een stuk minder als de gynaecoloog op ok vraagt welke medische instrumenten jij zou gebruiken voor een keizersnede of hoe je handelt als er bij de moeder een fluxus optreedt. (www.birthplay.com)
10 Arts in Spe mei 2011
riculum komen vooral de subvarianten games for training en games for education in aanmerking. Traininggames zijn erop gericht om zorgprofessionals en studenten bepaalde vaardigheden aan te leren. ‘Zoals het aanleggen van een centrale lijn, of het uitvoeren van laparoscopische operaties’, verheldert Schijven. Sinds april oefenen alle aiossen chirurgie in het AMC met Simendo, een laparoscopische simulatieomgeving waarin je leert opereren. ‘De hele chirurgiestaf staat erachter; er gaan geen studenten meer de ok in voordat ze deze beproeving hebben doorstaan.’ Toch zijn de initiatieven op het gebied van serious games in de gezondheidszorg beperkt en is er vooralsnog weinig contact tussen ziekenhuizen onderling. Schijven: ‘We delen wel kennis, maar het is nog pionierswerk.’
Geen interesse ‘Nederland heeft goede gameontwikkelaars’, zegt Wildevuur, ‘maar het is erg lastig om spellen voor zorgtoepassingen te maken. Dit heeft deels te maken met financiën – zo’n game is ontzettend duur –, maar ook met onze cultuur. En artsen hebben geen interesse. Totdat het nut bewezen is, willen ze er niets mee; maar om dat nut te bewijzen moet je er juist mee aan de slag!’ Daarom vindt Schijven het zo belangrijk dat de Simendo eerst veelvuldig wordt getest. Pas als games bewezen effectief zijn, trekt volgens haar de scepsis over serious gaming weg. ‘Je moeten laten zien dat mensen die met de game zijn opgeleid, beter zijn dan mensen die op de reguliere manier zijn opgeleid.’
Spel of snijzaal Naaznien Hassankhan, eerstejaars geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen, heeft niets met games. ‘Ik vind een potje Singstar of Mariokart best leuk, maar verder trekt het mij niet. Ik denk dat het vooral boeiend is voor studenten die in hun vrije tijd al in de gamewereld zitten. Mensen die niet gamen, zullen niet snel voor hun studie aan zo’n spel beginnen.’ Op zich staat Naaznien wel open voor het fenomeen, al blijft ze sceptisch: ‘Als aanvulling op het programma wil ik het best proberen. Ik kan me voorstellen dat het leuker is dan droge stof leren. Maar het moet niet zo zijn dat een computerspel de snijzaal vervangt: ik doe liever de gewone practica, dat geeft een veel beter gevoel van de werkelijkheid.’ Volgens Esther Barsom, tweedejaars aan de Universiteit van Amsterdam, is serious gaming een middel om studenten extra te motiveren en beter voorbereid de praktijk in te sturen. Ze verwacht dat serious gaming in de toekomst een belangrijke rol gaat spelen in de opleiding. ‘Het lijkt
Healing Blade Healing Blade: The Infectious Disease Card Battle Game lijkt op het eerste gezicht veel op andere ruilkaartspellen, zoals Yu-Gi-Oh of Magic. Als je eenmaal begint te spelen, merk je echter al snel dat er meer achter zit: de fantasywezens en stoere helden die op de kaarten zijn afgebeeld, dragen allemaal namen van pathogenen respectievelijk antibiotica en het is aan de speler om tegen elke ziekteverwekker het juiste antibioticum in te zetten (zie MC 51-52/2010: 2799 voor een recensie). Het spel is bedacht door twee Amerikaanse artsen (en zelfbenoemde gamenerds): Francis Kong en Arun Mathews – tevens oprichters van het bedrijf Nerdcore Learning. ‘Ik kreeg het idee tijdens een discussie over het juiste antibioticum voor een patiënt’, zegt Mathews. ‘De avond ervoor had ik Mass Effect gespeeld en ik realiseerde me plotseling dat er veel overeenkomsten zijn tussen de beslissingen die je in zo’n spel neemt en het medische besluitvormingsproces. Waarom zouden we dat soort vaardigheden niet op een abstracte manier kunnen oefenen, in de vorm van een aantrekkelijk spel?’ Serious gaming sluit aan bij de manier waarop studenten leren, en het competitieve element maakt het extra aantrekkelijk. Speciaal voor de lezers van Arts in Spe heeft hij nieuws: ‘We zijn druk bezig met het ontwikkelen van een digitale versie van Healing Blade voor iPhone, iPad en het Android-systeem. De release zal in de herfst van dit jaar plaatsvinden.’
me de oplossing om studenten ervaring te laten opdoen met instrumenten die je anders in de eerste drie jaar alleen maar van plaatjes kent. Met serious gaming neem je als het ware een voorsprong. Natuurlijk neemt dat niet weg dat één patiënt ooit je eerste zal zijn, maar die opgedane ervaring is mooi meegenomen. De echte finetuning vindt dan plaats in de kliniek.’ ‘Wat je jezelf moet afvragen, is: waar is behoefte aan?’, zegt Wildevuur. ‘Ik nodig studenten bij dezen uit om met ideeën te komen en hun mening te geven. Vind je het allemaal complete onzin? Mag ook, maar laat dat dan weten! Ik roep niet dat serious gaming dé oplossing is, maar ik denk dat we breed moeten kijken naar wat mogelijk is.’
technologische mogelijkheden. Nieuwe technologie leidt tot nieuwe toepassingen, waar we nu nog helemaal niet aan denken. Door innovatieve technieken zoals augmented reality (een laag over de werkelijkheid) nemen de mogelijkheden van serious gaming toe en met de komst van apps wordt het voor artsen en studenten steeds makkelijker om zelf met een product te komen. Vooralsnog komt het in het basiscurriculum vooral aan op het eigen gameinitiatief van de student, maar als het aan Wildevuur en Schijven ligt, worden serious games in de toekomst net zo verplicht als tentamens.
Continue ontwikkeling Er is veel gaande op het gebied van serious gaming en dit zal ongetwijfeld gevolgen hebben voor (toekomstige) artsen en patiënten. Binnen de cognitieve wetenschappen onderzoekt men inmiddels met fMRI welke delen van de hersenen geactiveerd worden bij gaming, en wat de implicaties hiervan zijn. Want een belangrijke vraag blijft: heeft serious gamen ook echt effect? Het lijkt er wel op, in elk geval wat de korte termijn betreft, maar het zal nog jaren duren voordat we het nut van serious games wetenschappelijk kunnen evalueren, en dan nog blijven er ongetwijfeld discussiepunten bestaan. Wat is je nulmeting, bijvoorbeeld? Daarnaast is de toekomst afhankelijk van de
Heb jij een idee voor een serious game die goed aansluit bij het geneeskundecurriculum? Of zie je juist totaal geen toepassings mogelijkheden? Geef je mening op www.artsinspe.nl of mail naar Sabine Wildevuur:
[email protected]. Zij is betrokken bij de Toekomstverkenning Serious Gaming van de Stichting Toekomstbeeld der Techniek (STT), die in oktober zal verschijnen.
game over
Arts in Spe mei 2011 11
Een goede dokter Ethiekonderwijs in de geneeskundeopleiding
Of je nu huisarts, chirurg of verzekeringsarts bent: m orele vraagstukken kom je als arts elke dag tegen. Daarom k rijgen geneeskundestudenten vanaf het eerste jaar onderwijs in ethiek. Dat brengt ze niet alleen kennis bij, maar ook vaardigheden en een morele houding. Gert van Dijk, Yvette Mol, Lisanne Konings, Clasine de Klerk
W
ie aan geneeskundestudenten vraagt waarom ze juist deze studie hebben gekozen, krijgt vaak als antwoord ‘om mensen te helpen’. Dat klinkt eenvoudig, maar in de praktijk van alledag is het niet altijd even makkelijk om te bepalen hoe je als arts mensen het best kunt helpen. Wat bijvoorbeeld als de partner van een demente vrouw per se wil dat de vrouw drie keer per week gedialyseerd wordt, terwijl jij twijfelt of ze daar nog bij gebaat is? Wat als een stel vraagt om ivf, terwijl jij denkt dat ze niet in staat zijn om een kind op te voeden? Veel geneeskundestudenten denken bij ethiek aan ‘grote’ vraagstukken als euthanasie en abortus:
die hun medicijnen niet willen nemen, terwijl ze zonder die medicijnen niet kunnen functioneren. Overal en altijd kun je tegen morele dilemma’s aanlopen. Een voorbeeld daarvan is een vermoeden van kindermishandeling.
‘Ethiek in de geneeskunde vind ik interessant. Beslissingen nemen bij een medisch-ethische kwestie kan namelijk niet alleen op basis van wetenschappelijke onderbouwing. Je geweten speelt ook een rol. Het eerste wat dan in me opkomt, is euthanasie. En natuurlijk de moeilijke kwesties, bijvoorbeeld iemand die het niet meer ziet zitten en dood wil, maar de familie wil dit niet. Daarnaast moet ik ook gelijk denken aan abortus provocatus en stamceltherapie.’
Ook dagelijkse situaties zijn moreel geladen. Hoe spreek je over patiënten met andere artsen? Hoe behandel je patiënten: als een alwetende dokter of als een vriend op voet van gelijkheid? En doe je altijd wat de patiënt vraagt of vind je dat artsen ook een eigen verantwoordelijkheid hebben? Ook tijdens een gesprek op de poli komt ethiek om de hoek kijken. Hoe stel je een anamnese zonder de patiënt onnodig ongerust te maken? Is het voor lichamelijk onderzoek nodig dat de patiënt kleding uittrekt? En hoe ga je om met een patiënt die jou een vraag stelt terwijl je rustig in de stad aan het winkelen bent? Zo heeft ieder onderdeel van de geneeskunde te maken met zijn eigen morele vraagstukken.
Ruud Simons, tweedejaars geneeskundestudent UvA
Het klopt dat ethiek soms over dergelijke grote vraagstukken gaat. Maar als je eenmaal rondloopt in de praktijk, zul je merken dat morele vraagstukken veel vaker voorkomen dan je in eerste instantie denkt. Op de intensive care zul je familieleden tegenkomen die langer willen doorgaan met de behandeling van hun geliefde dan jij verantwoord acht. En bij psychiatrie stuit je op patiënten
12 Arts in Spe mei 2011
‘Kindermishandeling ben ik een aantal keer tegengekomen tijdens mijn coschap kindergeneeskunde. Ik vind het beroepsgeheim niet heilig. Bij een sterk vermoeden van kindermishandeling of seksueel misbruik heb jij de morele (zorg)plicht als arts om actie te ondernemen!’ Victor Harmse, zesdejaars geneeskundestudent Erasmus Universiteit
Dagelijkse situaties
Gereedschap Voor morele dilemma’s bestaan doorgaans geen richtlijnen die je simpelweg kunt volgen. Ook aan wetten heb je meestal niet veel houvast, omdat deze slechts een algemeen kader geven waarbinnen je als arts veel ruimte hebt om een eigen afweging
beeld: corbis
te maken. Doordat voor ethische problemen meestal geen richtlijnen bestaan, ervaren sommige studenten ethiek wel eens als ‘vaag’. Ethiek kan je namelijk niet vertellen wat je in een bepaalde situatie moet doen, zoals een vak als cardiologie dat vaak wel kan. De kern van een moreel dilemma is immers dat er geen juiste ‘oplossing’ is die je met gericht onderzoek zou kunnen vinden. Ethiek kan je wel gereedschap in handen geven waarmee je een moreel dilemma kunt aanpakken, zodat je tot een onderbouwde, beargumenteerde oplossing kunt komen. Zo kan ethiek je leren om feiten van meningen te onderscheiden, morele problemen te herkennen en die helder onder woorden te brengen en vervolgens systematisch te analyseren en te presenteren. Zelfs als er een richtlijn is, zoals voor euthanasie of voor kindermishandeling, dan nog zul je als arts in een specifieke situatie een eigen inschatting moeten maken. Iedere situatie is immers verschillend en de werkelijkheid is altijd net iets ingewikkelder dan richtlijnen kunnen beschrijven. Daarom moet je als arts niet alleen in staat zijn om morele dilemma’s
te herkennen en te beoordelen, maar ook moet je er een beargumenteerd standpunt over kunnen innemen. En over dat standpunt moet je vervolgens verantwoording kunnen afleggen tegenover de patiënt, diens naasten, je vakgenoten en de samenleving. Voor zeer complexe situaties zijn in veel instellingen multidisciplinaire ethische commissies ingesteld, die kunnen adviseren bij ‘moeilijke’ verzoeken om ivf of euthanasie. Deze commissies bestaan doorgaans niet alleen uit medici, maar ook uit verpleegkundigen, maatschappelijk werkers, ethici en geestelijk verzorgers. Sommige commissies komen op vaste tijden bij elkaar, anderen alleen als er een casus wordt aangemeld.
Morele houding Morele vraagstukken zijn een centraal onderdeel van de geneeskunde. Daarom is in het Raamplan beschreven dat de arts de bekwaamheid heeft ‘de geneeskunde op een ethisch verantwoorde manier te beoefenen’. Deze competentie valt onder de CanMeds-competentie ‘professionaliteit’, die onder
Arts in Spe mei 2011 13
kwik andere aan de arts de eis stelt dat die in staat is om te reflecteren op het eigen handelen. Om studenten deze competentie bij te brengen, wordt in de opleiding op verschillende manieren aandacht besteed aan ethiek. Op de meeste faculteiten begint het ethiekonderwijs in het eerste jaar en loopt het door tot in de coschappen en de eventuele specialisatiefase daarna. Het zwaartepunt ligt doorgaans in de masterfase, omdat studenten dan zelf in de klinische praktijk geconfronteerd worden met morele vraagstukken.
‘Ethiek is in de geneeskunde heel erg aanwezig, omdat je met mensen werkt. Maar ik vraag me af hoe vaak ik die grote dilemma’s echt zal meemaken. Juist de kleinere ethische kwesties kom je, denk ik, vaak tegen. Ik zou in ieder geval proberen de casus zo min mogelijk persoonlijk te maken, handvatten zoeken in wat is voorgeschreven en bij collega’s advies vragen. Zodat je persoonlijke voorkeur of mening zo min mogelijk een rol speelt en je een beslissing altijd kunt verantwoorden. Maar is het niet juist zo dat je nooit weet wat je zou doen, behalve als je werkelijk voor die keuze komt te staan?’ Linde van Veenendaal, derdejaars geneeskundestudent Universiteit Utrecht
Hoewel de diverse faculteiten verschillende accenten leggen, is het onderwijs in ethiek doorgaans gericht op houding, kennis en vaardigheden. Om een goede arts te kunnen zijn, is allereerst een morele houding van belang. Dat betekent niet dat je de hele dag ingewikkelde dingen zegt, maar wel dat je je bewust bent van het feit dat geneeskunde doordrenkt is van morele vraagstukken, en dat je gevoelig bent voor de morele aspecten van een specifieke situatie. Een morele houding betekent ook dat je je bewust bent van je eigen normen en waarden over verschillende vraagstukken en dat je bereid bent om daarover met anderen op respectvolle wijze in gesprek te gaan. Naast een morele houding is ook kennis van ethiek onontbeerlijk. En kennis betekent in dit geval niet alleen dat je weet hebt van belangrijke ethische theorieën; je bent ook op de hoogte van actuele maatschappelijke discussies over bijvoorbeeld euthanasie, kindermishandeling of invriezen van eicellen. Om die kennis in praktijk te brengen, is morele vaardigheid nodig. Dit doe je bijvoorbeeld door het formuleren, onderbouwen en verdedigen van een eigen standpunt in belangrijke maatschappelijke discussies en klinische situaties. Het integreren van houding, kennis en vaardigheden in de complexe medische praktijk stelt hoge eisen aan de arts en het is dan ook niet iets wat je in een of twee dagen leert. Maar naarmate je meer ervaring krijgt, zul je waarschijnlijk merken dat ‘moreel handelen’ je steeds eenvoudiger afgaat. En hopelijk zul je dan ook merken dat ethiek niet vaag is, maar & Studentenplatform essentieel voor een goede dokter. Gert van Dijk is ethicus bij de KNMG en het Erasmus MC.
14 Arts in Spe mei 2011
Ik kies voor het grote geld Geschiedenis was je favoriete vak op school, toch koos je geneeskunde. Puur uit fascinatie voor het menselijk lichaam of speelde het vooruitzicht op een riant salaris ook mee? En hoe zit het met je specialisatiekeuze? Lonkt de dikke portemonnee van de chirurg?
Meta van Lanschot, vierdejaars, Groningen ‘Tegen de tijd dat ik een specialisatie ga kiezen, weegt geld vast wel mee. Maar wat er bij het specialisme komt kijken, wat voor invloed de keuze op je leven heeft, hoeveel vrije tijd je over houdt; dat zijn natuurlijk factoren die veel belangrijker zijn. In eerste instantie ben ik geneeskunde gaan doen omdat ik het leuk vind en dat moet zo blijven.’
Lisanne Stolwijk, vijfdejaars, AMC Amsterdam ‘Nee, daar hou ik me totaal niet mee bezig. Ik zal blij zijn als ik een specialisme ontdek dat me ontzettend leuk lijkt. Ik vind het vele malen belangrijker dat ik iets doe waardoor ik met plezier naar mijn werk ga, dan dat ik me daar naartoe moet slepen “omdat het nu eenmaal zo lekker verdient”. Dat houdt geen mens vol.’
Thomas Hulst, derdejaars, Rotterdam ‘Natuurlijk is er niets mis met veel geld verdienen en is het belangrijk dat je een veilige toekomst hebt, maar daar hoef je je als arts sowieso niet veel zorgen om te maken. Na je afstuderen moet je nog zeker veertig jaar werken en die tijd kan je maar beter zo goed mogelijk besteden. Ik vind het belangrijker dat ik plezier in mijn werk heb en dat er afwisseling in zit, dan dat ik er heel veel geld mee verdien.’
Charlotte Nusman, vierdejaars, AMC Amsterdam ‘Je moet een specialisatie kiezen waar je je op dat moment goed bij voelt. Geld mag bij die beslissing geen rol spelen. Maar ik wil natuurlijk wel goed verdienen later!’ RH
Wil je ook eens je mening geven in deze r ubriek? Mail dan je naam en telefoonnummer naar
[email protected]
Normale werktijden en ruimte voor onderzoek Nucleaire geneeskunde en radiotherapie krijgen weinig aandacht in het curriculum. Maar wie ermee in aanraking komt, is meestal verkocht. Dat deze specialismen vooral binnen kantooruren werken, is een bijkomend voordeel. Anouk Brinkman
I
Nucleaire geneeskunde ‘Ik ben verliefd geworden op de plaatjes’, stelt Ronald van Rheenen, aios nucleaire geneeskunde in het Universitair Medisch Centrum Groningen resoluut. Maar het was geen liefde op het eerste gezicht. Zoals het vak voor de meeste collega’s op de afdeling geen eerste keus was. Simpelweg omdat het zo onbekend is. Buiten een dagje nucleaire geneeskunde tijdens een keuzevak radiologie, zag Van Rheenen tijdens de studie niets over het vak voorbijkomen. Bovendien wilde hij kinderarts worden en werkte anderhalf jaar als anios op de afdeling Kindergeneeskunde. Maar na een tijdje sloeg de verveling toe. ‘Ik kreeg bijvoorbeeld een zuigeling met een infectie op de afdeling. De eerste dag stel je de diagnose en zorg je voor passende medicatie, dat is binnen drie uur gebeurd. Daarna ligt de patiënt nog een week in het ziekenhuis voor observatie.’
‘Ik ben verliefd geworden op de plaatjes’ Van Rheenen bezocht in die tijd een lezing van Anton Rijnders, een vooraanstaand nucleair geneeskundige van het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem. ‘Hij vertelde met zoveel vuur en passie over het vak; dat gaf voor mij de doorslag.’ Inmiddels is Van Rheenen al twee jaar aios op de afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming van het UMCG en voelt zich als een vis in
16 Arts in Spe mei 2011
De opleider
Jan Pruim is opleider op de afdeling Nucleaire Geneeskunde en Moleculaire Beeldvorming van het UMC Groningen.
Wat is het kenmerkende van dit specialisme? ‘Ik noem mezelf de generalist onder de specialisten. Op het ene moment overleg je met de longarts, het andere moment met een cardioloog of een orthopeed. Je weet redelijk veel van elk specialisme om de beelden te kunnen interpreteren. De beelden die we maken, geven niet alleen de organen weer, maar ook hoe ze functioneren. Dat is dus een stapje verder dan de radiologie, die zich voornamelijk richt op de anatomie en verstoringen daarin. De drempel naar wetenschappelijk onderzoek is laag, zo’n 60 tot 70 procent van de nucleair geneeskundigen is gepromoveerd. Dat is veel in vergelijking met andere specialisten.’
Wat voor competenties en vaardigheden heb je nodig? ‘Medisch handelen is van groot belang. Je moet begrijpen wat de problemen van een cardioloog zijn en weten wat je doet bij de toediening van radioactieve stoffen. Ook communicatie is dus belangrijk. Je bent altijd multidisciplinair bezig en voert naast overleg met verschillende medisch specialisten ook overleg met bijvoorbeeld scheikundigen en apothekers.’
Klopt het beeld dat studenten hebben met de realiteit? ‘Helaas is dit kleine specialisme weinig bekend onder studenten. Ik vond het zeer pijnlijk om te lezen dat in de special van het NTvG over beeldvorming, het woord nucleair geneeskundige maar één keer voorkwam, namelijk in het voorwoord. Als zelfs de redactie van het NTvG ons vak niet oppikt, dan weet ik niet waar ik met mijn zendingswerk moet beginnen. Tijdens de opleiding geneeskunde wordt vooral gefocust op grote specialismen en is maar beperkt ruimte voor ons vak. Daarom proberen we wel zichtbaar te zijn binnen de andere vakken, bijvoorbeeld door PET-scans voorbij te laten komen tijdens colleges.’
Hoe ziet een werkdag eruit? ‘’s Ochtends hebben we eerst overleg en daarna wordt de verslaglegging ter hand genomen. Dan beoordeelt de nucleair geneeskundige of de gemaakte opnames van voldoende kwaliteit zijn, of dat er aanvullende opnames nodig zijn. In die periode is er meestal ook een kort gesprek met de patiënt voor aanvullende anamnestische gegevens. In de loop van de middag zijn er een of meerdere multidisciplinaire patiëntenbesprekingen. De aiossen zitten voor 80 procent achter de computer om de beelden te beoordelen. We streven ernaar om aan het eind van de dag de onderzoeken van vorige dag en het grootste gedeelte van dezelfde dag af te ronden.’
het water. ‘Ik ben ooit geneeskunde gaan studeren omdat ik de werking van het menselijk lichaam zo interessant vind. De mogelijkheden van de nucleaire geneeskunde sluiten helemaal daarbij aan. De plaatjes die we bekijken, zijn een weergave van waarom ik voor dit vak heb gekozen.’
Aios nucleaire geneeskunde Ronald van Rheenen (zittend) en opleider Jan Pruim Beeld: De Beeldredaktie, Henk Veenstra
Scans beoordelen De nucleair geneeskundige móet ook wel een beetje verliefd worden op die beelden, want het grootste deel van de dag bestaat uit het beoordelen van planaire, SPECT- en PET-scans. Tegenwoordig vaak in combinatie met CTscans of soms een MRI-scan. In een zwak verlichte ruimte bekijken vooral aiossen twee- en driedimensionale beelden van brein, skelet en organen. Dat kan een minpunt zijn. ‘Als je echt behoefte hebt aan veel klinisch patiënten contact, dan valt dit specialisme tegen. Je spreekt wel patiënten om meer achtergrondinformatie over de klacht te krijgen, maar daar blijft het meestal bij. De patiënten die je ziet, zijn hier poliklinisch’, aldus Van Rheenen. ‘Aan de andere kant is het relatief gemakkelijk om binnen
Arts in Spe mei 2011 17
de nucleaire geneeskunde onderzoek te doen. De scans zijn alle data die je nodig hebt en daarmee proberen we voortdurend nieuwe kennis en inzichten te krijgen.’ Zo is onlangs in onderzoek aangetoond dat het herpessimplexvirus ten grondslag kan liggen aan schizofrenie. Tot nu toe was het alleen mogelijk om dat postmortaal te onderzoeken. Binnen de nucleaire geneeskunde is op dit moment een tracer in ontwikkeling om in-vivo-onderzoek te doen. ‘Probeer je eens voor te stellen wat voor impact dat kan hebben op deze patiënten!’
Radiotherapie Anders dan de meeste collega’s kwam aios Esther Troost al vroeg in aanraking met radiotherapie. Tijdens haar studie draaide ze 4,5 jaar nachtdiensten op de afdeling Radiotherapie van de Eberhard Karls Universität in Tübingen. Troost raakte gefascineerd door de medische en technische aspecten die het vak te bieden heeft. ‘En je hebt
Geven en nemen In het Groningse ziekenhuis zijn op dit moment twee opleidingsplaatsen nucleaire geneeskunde beschikbaar. Dat het niet gemakkelijk is om kandidaten te vinden, wil niet zeggen dat iedereen die voor de deur staat direct kan beginnen. De vakgroep wil dat aiossen ieder op hun eigen manier een steentje bijdragen aan het team. Het is geven en nemen. ‘Het komt de werksfeer ten goede’, legt Van Rheenen uit. ‘Ik weet niet meer precies wat ik toen dacht wat mijn bijdrage zou zijn, maar nu weet ik het wel: ik ben organisatorisch sterk en ook in de communicatie naar anderen ben ik goed.’
Aios radiotherapie Esther Troost (zittend) en opleider Jan Willem Leer. Beeld: de Beeldredaktie, Koen Verheijen
18 Arts in Spe mei 2011
‘Het is een jong vakgebied met veel ruimte voor onderzoek’
echt patiënten met een hulpvraag. Niet alleen een hoge bloeddruk of een lage suikerspiegel, maar ook patiënten die écht ziek zijn. Doordat ze vaak voor langere tijd onder behandeling zijn, bouw je een intensieve band met patiënten op. Ik denk dat het niet erg is als je sommige patiënten in je achterhoofd houdt, daar leer je ook heel veel van. Maar je moet het ook weer los kunnen laten.’ Het werk als aios op de afdeling Radiotherapie van het UMC St Radboud in Nijmegen begint dagelijks met een multidisciplinair ochtendoverleg, maar ziet er daarna elke dag anders uit. ‘We doen een halve dag poli voor patiënten die in het verleden zijn bestraald. Daarnaast hebben we een hele dag per week eerste gesprekken met nieuwe patiënten, waar we per persoon een uur de tijd voor nemen. Daarnaast zie ik een dag patiënten die door mij worden behandeld en bereiden we de bestraling voor nieuwe patiënten voor. Verder wisselen we elk halfjaar van stage bij de verschillende aandachtsgebieden. Zo volg ik op dit moment de stage gastro-intestinale tumoren.’ En buiten de dagelijkse gang van zaken krijgen de aiossen
De opleider
Jan Willem Leer is opleider en afdelingshoofd Radiotherapie van het UMC St Radboud in Nijmegen.
Wat is het kenmerkende van dit specialisme? ‘Je hebt altijd te maken met een ernstig zieke groep patiënten. Sommige mensen vinden dat een nadeel, ik vind het een voordeel. Daarnaast is bestraling de enige behandelmethode die wij gebruiken. Dat is aan de ene kant heel beperkt, maar aan de andere kant juist heel breed, want je past het in het hele lichaam toe. Behandelingen zijn altijd multidisciplinair, daardoor heb je met alle tractussen van de geneeskunde te maken.’
Wat voor competenties en vaardigheden heb je nodig? ‘Vanwege de multidisciplinaire samenwerking moet je goed kunnen communiceren, maar dat geldt ook voor de gesprekken met de patiënt. Je moet er ook tegen kunnen dat alle patiënten kanker hebben. Ik waarschuw studenten altijd: als je iemand bent die problemen mee naar huis neemt, dan ga je het hier niet redden. Ik heb een aantal keer aiossen gehad die daarom zijn afgehaakt.’
Klopt het beeld dat studenten hebben met de realiteit? ‘Studenten hebben geen goed beeld van wat radiotherapie is. Ze denken dat het veel met natuurkunde en wiskunde te maken heeft, maar daar hebben we fysici voor op de afdeling. Het heeft juist een groot psychosociaal aspect, je hebt veel en voor langere tijd contact met patiënten. Als we een rondleiding geven tijdens het blok oncologie op de opleiding geneeskunde, wordt het idee over de wiskundige ook krachtig bijgesteld.’
Hoe ziet een werkdag eruit? ‘Op dit moment ben ik naast opleider ook afdelingshoofd en door de exponentiële toename van administratieve belasting, kan ik me voorstellen dat dit in de toekomst niet meer wordt gecombineerd. Ik sluit bijna iedere dag aan bij het ochtendrapport. Dan bespreken we met verschillende disciplines de patiënten die de volgende paar dagen een bestraling krijgen. Vandaag heb ik achtereenvolgens overleg als managementteamvoorzitter, nascholing voor orthopeden op het gebied van radiotherapie, een kennismaking met een promovendus, vergadering met het college van bestuur, overleg met de chef de clinique en afsluitend een vergadering over de financiering van de nieuwbouw. Dan is het halfzes. En kan ik op tijd naar huis vanavond.’
een keer in de maand theoretisch onderwijs op de hei. Voorheen gebeurde dat wekelijks op de werkvloer, maar daar bleek door piepers en andere storingen in de praktijk weinig van terecht te komen.
Weinig spoedgevallen Buiten de piepers heeft radiotherapie weinig te maken met spoedgevallen. Alle bestralingen zijn planbaar. Net als nucleaire geneeskunde een ideaal vak om het gezinsleven mee te combineren. Of om in het geval van Troost onderzoek te doen, want ook daarvoor is de drempel in de radiotherapie laag. ‘Juist omdat het een jong vakgebied is, is er veel ruimte voor onderzoek’, aldus Troost. ‘Ook al zit je nog 100 procent in de opleiding, je kunt het goed combineren met onderzoek.’ En om dezelfde reden is radiotherapie nog volop in ontwikkeling. ‘Er zijn veel ontwikkelingen op ICT-gebied, waardoor we steeds preciezere bestraling kunnen doen. Ook kunnen we in
de toekomst steeds meer met gepersonaliseerde geneeskunde. De vooruitgang is ongekend.’
Goede binnenkomer Voor volgend jaar heeft het Radboud inmiddels een bescheiden stapeltje gegadigden voor een opleidingsplaats. ‘Eerst waren we blij als we überhaupt nieuwe kandidaten hadden, nu kunnen we gelukkig kiezen. Het is een voordeel als we iemand kennen, bijvoorbeeld van het meelopen tijdens de coschappen. Het helpt ook als je een artikeltje hebt geschreven of een voordracht hebt gedaan. Dat hoeft niet hoogdravend te zijn, als er maar uit blijkt dat je interesse hebt voor het vak.’ Interesse in de onderzoeksgebieden van het Radboud en een bezoekje aan de website van de afdeling zorgt voor een goede binnenkomer tijdens het sollicitatiegesprek. En vanzelfsprekend moet de nieuwe aios in het team passen.
Arts in Spe mei 2011 19
Ervaringen van Future Leaders Health Eerste groep studenten terug uit Tanzania
Tien medisch studenten hebben in Afrika samen met tien Tanzaniaanse studenten twee weken lang gewerkt aan hun persoonlijke en leiderschapskwaliteiten. ‘Heel confronterend, maar enorm leerzaam.’ Margriet Veldhuis
Z
e zijn maar net een maand terug als ik ze spreek: de deelnemers aan Future Leaders Health. Edin Hajder, zesdejaars student geneeskunde in Groningen en Renée Walhout, zesdejaars student geneeskunde in Utrecht vertellen graag over hun ervaringen in Tanzania. Net als mentor Kees in ’t Veld. Wat was hun reden om zich op te geven? Hajder: ‘Zowel de inhoud van het progamma als het feit dat het in Afrika was, sprak me aan. Ik vind het belangrijk om je naast je studie zo breed mogelijk te ontwikkelen. En sinds ik een paar jaar geleden twee coschappen heb gelopen in Afrika, ben ik besmet met het Afrika-virus.’ Mentor In ’t Veld herkent dat: ‘Aan het begin van mijn medische loopbaan was ik al eens in Afrika geweest. En
Edin Hajder (rechts); het project kwam overeen met zijn verwachtingen
20 Arts in Spe mei 2011
als je er eenmaal bent geweest, laat Afrika je niet meer los. Toen ik de advertentie van VvAA zag, waarin ze een mentor zochten, wist ik meteen: dat wil ik doen.’ Voor Walhout lag het iets anders. Ze was ook al eens voor een coschap in Malawi geweest, maar als het in Amerika of Australië was geweest, had ze het ook gedaan: ‘Toen ik de advertentie zag was ik in het vijfde jaar van mijn studie. En ik was net aan het denken: wat wil ik hierna? Wat vind ik belangrijk? Er stond dat het programma bedoeld was voor mensen die niet alleen medische zorg willen bieden, maar zich ook op andere vlakken willen ontwikkelen.’
Intensief Kwam het project overeen met hun verwachtingen? Ja, zeggen ze alle drie volmondig. Hajder: ‘Het was een heel bijzondere ervaring. Het begon al met de selectieronde. Je moest twitteren en een blog bijhouden en een filmpje maken over jezelf. Dat was enorm leerzaam. En Afrika zelf was fantastisch. Je wordt geconfronteerd met vragen als: wat geeft me energie? Wie wil ik zijn? Wat is belangrijk voor mij? Dat klinkt misschien zweverig, maar zo heb ik het niet ervaren. Het was juist heel concreet. Zo heb ik twee gesprekken gehad met mijn coach. Dat was heel persoonlijk. Ik vergeet die gesprekken nooit meer.’ Walhout heeft soortgelijke ervaringen: ‘Ik ben net terug en het moet nog een beetje bezinken. Hoe vaker ik het aan mensen vertel, hoe meer ik me realiseer hoe bijzonder het was. Het is echt ongelooflijk hoeveel je kunt zien en doen en ervaren in twee weken.’ Hajder: ‘Elke morgen begon met een presentatiesessie. Je moest in het midden van de groep gaan staan, en bijvoorbeeld een heel droge tekst op verschillende manieren overbrengen: zelfverzekerd of vrolijk, of juist met mededogen. Door gebruik te maken van de klank van je stem, gezichtsuitdrukking en je lichaamshouding. Heel confronterend, maar enorm leerzaam.’
Renée Walhout: ‘Hoe meer mensen we spraken, hoe meer we ons realiseerden hoe complex het is.’
Achterdocht Na die ochtendsessie was het tijd voor het werken aan een case van Amref Flying Doctors. Daartoe werd de groep in vieren gesplitst. Iedere groep ging naar een ander dorp. Walhout: ‘De vraagstelling van mijn groep was: hoe kun-
Wat is FLH?
Future Leaders Health (FLH) is een leiderschapsprogramma voor medisch studenten, opgezet door VvAA en trainingsbureau Better Future in samenwerking met Amref Flying Doctors. Op kosten van VvAA volgen tien Nederlandse en tien Afrikaanse studenten twee weken lang een leiderschapstraining in Tanzania, Afrika. Doel is bouwen aan een gezondheidsnetwerk in Afrika en tegelijk studenten de kans geven zich persoonlijk te ontwikkelen.
Wie?
Edin Hajder, zesdejaars geneeskunde, Groningen; Eline van der Sluis, vierdejaars fysiotherapie, Utrecht; Jan Willem Boldingh, vierdejaars geneeskunde, Groningen; Johanneke Tummers, eerstejaars SUMMA geneeskunde, Utrecht; Michael de Neree tot Babberich, vierdejaars geneeskunde, Amsterdam; Regien Berendschot, vierdejaars verloskunde, Maastricht; Renée Walhout, vijfdejaars geneeskunde, Utrecht; Rosemarijn van Dis, sinds september: dierenarts, Utrecht; Tamara Paff, sinds maart: basisarts, Leiden; Thomas Gresnigt, vijfdejaars geneeskunde, Groningen
Waar & wanneer?
Van 12 februari tot en met 27 februari waren de FLH-studenten in Mkuranga in Tanzania. De mentoren kwamen een week na de studenten aan. Het gebied Mkuranga bestaat uit ongeveer 102 kleine dorpjes. Het grenst aan de kust en ligt ten zuiden van Dar es Salaam. Het is het armste district van Tanzania.
nen we de communicatie tussen dorp en lokale overheid verbeteren. Dat klinkt saai, maar we vertaalden het in: hoe kan het dorp krijgen wat het nodig heeft? Hoe meer mensen we spraken, hoe meer we ons realiseerden hoe complex het is. Maar we zagen ook dat het probleem vooral is dat iedereen op iedereen zit te wachten. Het dorp wacht op de overheid, en die wacht op initiatief van het dorp. En er was veel achterdocht over en weer. Het is natuurlijk naïef om te denken dat je dat in twee weken kunt veranderen. Maar we hebben ze wel met elkaar aan het praten gekregen.’ Mentor In ’t Veld beaamt dat: ‘Ze hebben iedereen om de tafel gekregen: de dorpelingen, het dorpshoofd, het districtsbestuur en Amref. Dat was eigenlijk voor het eerst.’
Facebook Vol lof zijn de drie deelnemers ook over de deelname van de groep geneeskundestudenten uit Tanzania. In ’t Veld: ‘Zij waren onmisbaar in het geheel. Zij konden natuurlijk tolken, maar hun rol ging veel verder. De mix van Nederlandse en Afrikaanse mensen gaf een bijzondere dynamiek aan de groep.’ Datzelfde heeft Walhout ervaren: ‘De Tanzanianen wisten hoe je mensen het beste kunt benaderen, wat de beleefdheidsnormen en gebruiken zijn. En het was vooral heel gezellig. We hebben echt een bijzondere tijd met elkaar gehad.’ En Hajder vult aan: ‘Je denkt in eerste instantie dat de Tanzanianen anders zullen zijn. Maar uiteindelijk bleek iedereen hetzelfde. Ze hadden ook Facebook, wilden ook het nieuwste mobieltje en klaagden over de tentamendruk. Net als wij.’ Ze zouden iedereen het programma aanraden, is de conclusie. Hajder: ‘Je investeert tijd, maar het proces dat je doormaakt, is het meer dan waard.’
Arts in Spe mei 2011 21
De medisch s tudent als patiënt Van zelf ziek zijn kun je een betere arts worden Ziek zijn als geneeskundestudent. Een verkoudheid, een flinke griep of een gebroken pols. Allemaal heel gewoon. Maar hoe ervaren medisch studenten een chronische ziekte? Ben je extra gemotiveerd of zakt de moed je juist sneller in de schoenen? Lisanne Konings, Yvette Mol, Marion Vlemminx
22 Arts in Spe mei 2011
beeld: imagestate
A
ls geneeskundestudent ken je natuurlijk vele chronische ziektes. Het wordt alleen een heel ander verhaal als het opeens niet meer over ‘een patiënt’ gaat, maar over jezelf. Daarover is vorig jaar het boek Dokter is ziek van Gonny ten Haaft verschenen. Zij interviewde voor haar boek artsen, verpleegkundigen en managers die ziek zijn of zijn geweest. Ten Haaft concludeerde dat de verwachting dat deze zieke hulpverleners mondig, kritisch en actief zijn, wordt overschat. Zo schrijft ze dat zieke hulpverleners het onverwacht moeilijk vinden om voor zichzelf op te komen.1 Geldt dit ook voor zieke geneeskundestudenten? Uit onderzoek blijkt dat ruim de helft van de medische studenten persoonlijke ziekte-ervaringen heeft tijdens de opleiding.2
Afhankelijke positie Er is maar weinig onderzoek bekend over de effecten van een (chronische) ziekte op geneeskundestudenten. Woolf e.a. onderzochten de verschillende aspecten hiervan. Zij concluderen dat ernstige ziekte-ervaring gepaard gaat met meer spanning en angst in vergelijking met gezonde geneeskundestudenten tijdens de opleiding.3 Ook zien zij dat geneeskundestudenten die zelf ziek zijn geweest vaak minder goede resultaten behalen en dat pas afgestudeerde artsen in dezelfde situatie zich minder vaak klaar voelen om aan het werk te gaan.3 Uit hetzelfde onderzoek en uit het boek van Gonny ten Haaft blijkt verder dat het van dichtbij meemaken van ziekte (dus ook bijvoorbeeld bij ouders of een partner), artsen en studenten een heel andere kijk op hun werk geeft.1 3 Zo geven artsen aan dat studenten met een persoonlijke ziekte-ervaring meer volwassen zijn en dat zij zich vaak goed kunnen verplaatsen in een patiënt. Verder denken zij beter te kunnen communiceren met hun patiënten. Een duidelijk positieve weerslag dus op hun attitude. Dit beaamt Marloes: ‘Liever ben je natuurlijk geen pa-
Marloes is 22 jaar. Na een periode van vage buikpijnklachten werd drie jaar geleden de diagnose ziekte van Crohn vastgesteld. ‘Voordat de diagnose werd gesteld, was ik naar de huisarts gegaan met de vraag of mijn klachten niet verklaard konden worden door de ziekte van Crohn. Hij vroeg terloops of ik ook bang was voor dikkedarmkanker. Hij was zeker bang voor het “syndroom” dat voorkomt bij geneeskundestudenten: ziektes op jezelf gaan betrekken. Dat vond ik echt onzin.’
tiënt, maar het is zeker een goede bijkomstigheid dat je deze ervaringen als patiënt mee kunt nemen in je eigen opleiding tot arts. Je maakt het van de andere kant mee. Zo merkte ik dat je als patiënt toch in een erg afhankelijke
Bij Iris (21 jaar) werd op 11-jarige leeftijd het syndroom van Turner ontdekt. ‘Als ik nu terugkijk is er wel wat aan te merken op de zorg. Vooral bij de eerste onderzoeken was de bejegening niet vriendelijk. Het was net alsof ik in een fabriek beland was. Wat dat betreft is mijn kinderarts een voorbeeld voor mij: een vriendelijke gezellige man die je op je gemak stelde en duidelijke uitleg gaf.’
positie zit, waarin goede communicatie zeer belangrijk is. Ook merkte ik hoe frustrerend het kan zijn als zorgverleners niet objectief lijken te zijn. Bas: ‘Ik heb gemerkt dat het doel van arts en patiënt vaak erg verschillen.’ Zo was er een moment waarop hij veel bijwerkingen had van de voorgeschreven statines. ‘Ik kreeg heftige spierpijn, en dat terwijl ik graag veel sport. Ik ben gestopt met de medicatie, ondanks dat de arts het hier niet mee eens was. Maar als patiënt ga ik op dit moment voor de beste kwaliteit
‘Het blijft vreemd om zowel student als patiënt te zijn’ van leven.’ Blijkbaar vindt een geneeskundestudent het niet altijd moeilijk om voor zichzelf op te komen.
Vakjargon De communicatie en omgang tussen arts en patiënt verschuift vaak als blijkt dat de patiënt een bepaalde mate van medische kennis heeft. Dit zie je bijvoorbeeld terug in het gebruik van meer vakjargon in de gesprekken, vermelding in het medisch dossier van de persoonlijke achtergrond en zelfs meer overleg over de behandeling. Bas vindt ook dat hij anders wordt benaderd: ‘Mijn internist gebruikt meer vaktermen en legt alles nog wat duidelijker uit. Aan de andere kant heb ik in het ziekenhuis zelf minder uitleg nodig, omdat ik het wel begrijp.’ Iris heeft een andere ervaring: ‘De arts is nog steeds hetzelfde, hij gebruikt geen vakjargon en legt alles duidelijk uit. Ik blijf de patiënt, want ik ga “naar de dokter”, maar het is wat minder mysterieus dan vroeger. Al heb ik wel het gevoel dat mijn studie geneeskunde de afstand tussen mij en de arts wat heeft verkleind.’
Confronterend Toch blijft het natuurlijk erg vreemd om zowel student als patiënt te zijn. Vaak is het ronduit confronterend. Marloes: ‘Ik weet eigenlijk “te veel” van mijn ziekte: de
Arts in Spe mei 2011 23
Ook Bas (23 jaar) heeft al veel meegemaakt in de gezondheids zorg. Bij hem werd op 6-jarige leeftijd het syndroom van Alport, een collageendeficiëntie, vastgesteld. ‘Ik ben door mijn studie extra gaan beseffen dat Alport een zware ziekte is en dat ik waarschijnlijk ooit een niertransplantatie nodig zal hebben. Het gevolg is dat ik gezonder ben gaan leven: minder feesten, absoluut niet meer roken, gezonder eten en meer sporten. Al blijf ik nog steeds een student.’
Zo zoek ik nu alles op over mijn klachten en medicijnen. Patiënt zijn is vervelend, maar ik leer er wel veel van.’ Marloes: ‘Als “gewone” patiënt geef je jezelf gemakkelijker over aan de door de arts voorgestelde behandeling, maar als geneeskundestudent zoek je zelf nog wat op. Je stelt jezelf vaker vragen als: hoelang wil ik doorgaan met deze behandeling? Wat zijn de effecten op korte en lange termijn? Wat zijn de bijwerkingen? Al hecht ik nog steeds veel waarde aan de visie van mijn behandelend arts.’
Meerwaarde
behandelingen, prognose en complicaties van de ziekte van Crohn. Dan staan de plaatjes van perianale fistels en abcessen je helder voor ogen. Tijdens college denk je als gezonde geneeskundestudent nog: jemig, je zult dit maar hebben. En dan moet je leren relativeren op het moment dat de diagnose gesteld wordt.’ Ook voor Iris zijn de colleges confronterend, omdat de informatie dan wel erg dichtbij komt. ‘Zeker toen bleek dat ik een verwijde aorta had, spookten direct alle mogelijke gevolgen door mijn hoofd. Al probeer ik niet te lang stil te staan bij mijn klachten.’ Daarnaast weet je als geneeskundestudent als geen ander waar je de juiste en meest recente literatuur over jouw ziekte kunt vinden. Bas herkent dit: ‘Ik heb meerdere malen een klaplong gehad, wat nog nooit aan het syndroom van Alport gekoppeld was. Ik ben toen gaan zoeken en heb meerdere patiënten met Alport én een klaplong gevonden. De geneticus bevestigde vervolgens dat collageen 4a5 ook in het longweefsel voorkomt. Ik merk dat ik sinds mijn geneeskundestudie kritischer ben geworden.
Al met al ondervinden geneeskundestudenten met een chronische ziekte hiervan niet alleen negatieve maar zeker ook positieve effecten, zoals meer inlevingsvermogen en een betere communicatie met patiënten. Het zelf ‘patiënt zijn’ kan dus van meerwaarde zijn voor je ontwikkeling als arts. We willen je bijna aanraden: ga zelf eens Studentenplatform een week in het ziekenhuis liggen! Beleid & Advies Opleiding & Registratie Medisch Contact & Artsennet
Om privacyredenen zijn de namen van de patiënten gefingeerd.
Voetnoten 1. http://www.dokterisziek.nl 2. Roberts LW, Warner TD, Lyketsos C, Frank E, Ganzini L, Carter D. (2001) Perceptions of academic vulnerability associated with personal illness: A study of 1,027 students at nine medical schools. Comprehensive Psychiatry. Vol. 42 (1): 1-15. 3. Woolf K, Cave J, McManus IC, Dacre JE. (2007) ‘It gives you an understanding you can’t get from a book.’ The relationship between medical students’ and doctors’ personal illness experiences and their performance: a qualitative and quantitative study. BMC Medical Education. 7:50. Doi:10.1186/1472-6920-7-50.
Zoekplaatje Hoofdpijnklachten Een 68-jarige mevrouw is al enkele jaren onder controle voor hoofdpijnklachten. Om de oorzaak te vinden wordt uiteindelijk besloten tot een FDGPET/CT scan. Wat is hier aan de hand? a. normaal b. atherosclerose c. vasculitis Het antwoord vind je op www.artsinspe.nl/zoekplaatje Met dank aan dr. J. Pruim, nucleair geneeskundige, UMC Groningen
24 Arts in Spe mei 2011
Studentenvoordeel De IENS DinerDagen komen eraan! Van 20 t/m 26 juni eet je voordelig bij de lekkerste restaurants van Nederland. Tijdens de eerste landelijke editie van de IENS DinerDagen bieden restaurants een driegangendiner of -lunch aan voor 20, 25 of 30 euro. In welke prijscategorie een restaurant meedoet, is afhankelijk van de gebruikelijke menuprijzen. In totaal doen er zeker 400 restaurants in heel Nederland mee. Om een onvergetelijke ervaring te garanderen, doen alleen de best gewaardeerde restaurants op iens.nl mee. Ook bij sterrenzaken als Aan de Poel in Amstelveen en Niven in Rijswijk eet je tijdens de IENS DinerDagen met korting. Zij rekenen wel een supplement van 10 euro per ster. Dit culinaire festijn is dé gelegenheid om met je vriend, vriendin, dispuut of een stel vrienden voordelig bij een toprestaurant te eten! Een tafel reserveren kan vanaf woensdag 25 mei op www.dinerdagen.nl. Wil jij de drukte voor zijn en met voorrang reserveren? Schrijf je dan in voor de IENS-nieuwsbrief op www.dinerdagen.nl. Alvast veel plezier tijdens de IENS DinerDagen! Word nu gratis lid van VvAA of update je gegevens en krijg het IENS-boekje met de leukste eetadressen in de zeven grote studentensteden cadeau!
VvAA en North Sea Jazz 2011 De afgelopen twee jaar heeft VvAA met veel succes de VvAA North Sea Jazz Night georganiseerd. Deze avond speciaal voor (para)medici bleek een schot in de roos. Een fantastische avond in het teken van muzikaal en culinair genieten, maar ook van bekenden ontmoeten en bijpraten. Naar aanleiding hiervan hebben we veel reacties en suggesties ontvangen. Een veelgehoorde suggestie was om een dergelijke opzet breder te trekken dan jazz. Met andere woorden: organiseer jaarlijks een grootschalig evenement exclusief voor leden met elk jaar een andere insteek. Dit zijn we nu verder aan het uitwerken. Wat betekent dit dan voor 2011? Tijdens dit overgangsjaar komt er geen speciale VvAA North Sea Jazz Night. Wel hebben we een mooie aanbieding voor je. Dit jaar vindt het North Sea Jazz festival plaats op 8, 9 en 10 juli. Speciaal voor VvAA-leden hebben wij voor elke dag een geselecteerd aantal kaarten beschikbaar tegen een tarief van 74 euro (excl. 10% servicekosten). Een korting van 15 euro op de reguliere prijs van een toegangskaartje. Kijk voor het programma op www.northseajazz.com en maak jouw keuze. Wil je van dit aanbod gebruikmaken, dan kun je jouw kaarten (max. 4 per lidmaatschapsnummer) bestellen via www.vvaa.nl/nsj. Let op: de kaarten voor dit speciale tarief zijn alleen via de VvAA-website te bestellen. Het betreft een geselecteerd aantal kaarten, daarom hanteren wij het principe ‘wie het eerst komt...’ Wij wensen je alvast veel plezier!
26 Arts in Spe mei 2011
Videowedstrijd
Chirurg, huisarts, internist? Wat wil jij worden? Benader een arts van je favoriete specialisme en maak er een filmpje over van maximaal 3 minuten. Stuur de video in voor 1 augustus 2011. 1ste prijs: € 1000 2de prijs: € 750 3de prijs: € 500 4de t/m 14de prijs: € 250
www.artsinspe.nl/videowedstrijd
Arts in Spe mei 2011 27
Studeren in de
hoogste versnelling Extra studiejaren gaan veel geld kosten Een bestuursjaar, vrijwilligerswerk in Afrika of een extra bijbaantje, straks zit het er misschien niet meer in. Als de kabinetsplannen doorgaan, kost elk jaar dat je extra studeert namelijk 3000 euro. Hoe voorkom je studievertraging en dus
S
torenhoge schulden? Marloes de Moor tudenten die langer over hun studie doen, kosten de maatschappij veel geld. Om die reden besloot staatssecretaris van Onderwijs Halbe Zijlstra het mes te zetten in de kosten die een studievertraging met zich mee brengt. Elk jaar dat je extra studeert, betaal je (naar verwachting vanaf 2012) 3000 euro bovenop je collegegeld. Bovendien vervalt het recht op de ov-studentenkaart. Universiteiten krijgen een boete van 6000 euro voor iedere langstudeerder. Alleen voor studenten met een functiebeperking wordt een uitzondering gemaakt. Zij hebben recht op een
Studievertraging heeft meestal niets te maken met te veel feesten extra jaar prestatiebeurs en één extra uitloopjaar. Geen halve maatregelen. Wie overweegt een bestuursfunctie, een tweede studie of vrijwilligerswerk te gaan doen, zal er rekening mee moeten houden dat er nog maar één jaar speling is. Je moet dus zeker weten dat je de rest van je studie nominaal kunt doen en niet ziek wordt of een been breekt.
Toewijding Het merendeel van de geneeskundestudenten studeert
28 Arts in Spe mei 2011
volgens Marjolein Pouw, studieadviseur bij het VUmc, wel op tijd af. ‘Geneeskundestudenten staan bekend om hun toewijding. Als je voor geneeskunde kiest, weet je dat je een lange aanloop hebt voordat je begint met werken. De studenten hebben zich dus al gebonden aan een lange studietijd en vaak al in een vroeg stadium nagedacht over belangrijke vragen als “wat kan ik aan en wat wil ik?” Maar dit betekent niet dat dat in de praktijk ook altijd zo gaat.’ Ook Lucia Creveld, studieadviseur geneeskunde en medische informatiekunde aan de UvA, is van mening dat het voor de meeste studenten haalbaar moet zijn de studie op tijd af te ronden. Toch is het niet altijd te voorkomen dat je vertraging oploopt. Studievertraging heeft in veel gevallen niets te maken met luiheid of te veel feesten, maar veel vaker met persoonlijke omstandigheden, met beperkingen als dyslexie of nevenactiviteiten zoals een bestuursfunctie. Recent onderzoek van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) onder 3500 studenten wijst uit dat bij 23 procent ziekte de oorzaak is, 25 procent heeft een verkeerde studiekeuze gemaakt. Binnen de studierichting ‘gezondheid’ overschrijdt 59 procent van de studenten de nominale duur van de studie met gemiddeld 11 maanden. Daar vallen ook andere studies dan geneeskunde onder.
Gatenkaas Bij Roel, die inmiddels is afgestudeerd, zorgde een combinatie van factoren ervoor dat hij uiteindelijk negen jaar over zijn studie deed. ‘Ik ben ooit begonnen met psychologie, richting neuropsychologie. De studie bleek echter heel fysiologisch en wetenschappelijk te zijn.
beeld: Thinkstock, bwerking AIS
Neuroloog leek mij een mooie praktische invulling van neuropsychologie, dus ik besloot ook nog geneeskunde te gaan studeren. Maar helaas raakte ik in de knoop en liet her en der vakken vallen. Mijn studievoortgang werd een gatenkaas. En ik had in het tweede jaar psychologie al vertraging opgelopen vanwege een hernia.’ Een zwaar ongeluk waarbij zijn pols verbrijzelde, maakte het er niet beter op voor Roel. Hij onderging een aantal operaties en kreeg complicaties. Studeren was onmogelijk, waardoor hij zich genoodzaakt zag om zijn studie psychologie te laten vallen. Toen hij ook nog vier maanden moest wachten op zijn coschappen, liep hij nog meer vertraging op. ‘Ik raakte in de financiële problemen. Het geld was op. Ik had wel extra geleend bij DUO (Dienst Uitvoering Onderwijs), maar moest toch 15 tot 20 uur per
week gaan werken om mijn studie te kunnen financieren.’ Roel loste het op eigen houtje op, maar adviseert studenten die met studievertraging kampen om snel contact op te nemen met de studiebegeleider: ‘Vaak zijn studenten zich niet bewust van de hulp die er is en eventuele potjes waarvan je gebruik kunt maken. Ik kwam er bijvoorbeeld pas later achter dat ik vanwege mijn ongeluk compensatie had kunnen krijgen.’
Tijdelijk uitschrijven Ook Maartje Schipper, derdejaars geneeskunde aan de Universiteit Utrecht raakte door ziekte achterop met haar studie. ‘Aan het eind van het eerste jaar kon ik daardoor een vak niet afmaken. Vervolgens werd mijn vader ziek en zag ik in het tweede jaar weer geen kans het over te doen.
Arts in Spe mei 2011 29
Tips
• Doe geen medisch gerelateerde studie als je uitgeloot bent. • Bedenk op tijd of je de studie wel leuk genoeg vindt, zodat je nog kunt switchen. • Geef eerstejaarsvakken voorrang; als je die niet op tijd afrondt, loop je later studievertraging op.
• Volg colleges opnieuw, ook al heb je ze eerder gevolgd; dat is de beste studiemethode. • Volg een training snellezen of mindmappen om je studievaardigheden te verbeteren. • Benut de eerstvolgende (her)tentamenkans om te voorkomen dat je later onder druk staat bij je allerlaatste kans.
• Neem tijdig contact op met je studieadviseur en vraag om hulp als je je tentamens niet haalt of andere problemen hebt.
• Doe een eventuele stage of vrijwilligerswerk in de zomer, zodat die niet binnen je studietijd vallen. • Leen liever wat meer dan dat je een of twee bijbanen hebt die ten koste van je studie gaan. • Meld bijzondere omstandigheden bij de studieadviseur of de studentendecaan in verband met eventuele uitzonderingen op de overgangsregels en een mogelijke (financiële) ondersteuning bij studievertraging.
Ik kon mijn coschappen niet lopen, omdat ik dat ene vak nog niet had. Toen heb ik nog een jaar bestuurswerk bij MSFU Sams gedaan. Hierdoor liep ik in totaal anderhalf jaar studievertraging op.’ Maartje hoopt erop dat ze haar bachelor haalt, want in dat geval heeft de nieuwe regeling geen consequenties voor haar. Als het onverhoopt niet lukt, zal ze veel geld moeten betalen. ‘Ik zou niet weten waar ik dat vandaan moet halen. Misschien kunnen mijn ouders het aan mij lenen, maar 3000 euro is natuurlijk veel geld.’ Ze raadt andere studenten aan om alle vakken zoveel mogelijk binnen hetzelfde collegejaar te doen, hoewel dat niet altijd mogelijk is. ‘Als je toch vertraging oploopt, zou je je bijvoorbeeld tijdelijk kunnen uitschrijven. Je verliest dan je studiefinanciering, maar hoeft geen 3000 euro te betalen.’ Het besluit van de regering vindt ze onrechtvaardig: ‘Veel studenten wisten niet dat deze regeling er kwam, zij zijn nu al bezig en worden gedupeerd. Bovendien kosten lang-
Mark Rutte heeft zelf acht jaar gestudeerd
studeerders bij geneeskunde de overheid niet veel extra geld. Ze volgen geen vakken meer, maar doen alleen een tentamen dat toch al gegeven werd.’
Snellezen Om te voorkomen dat je te lang studeert, is het verstandig
30 Arts in Spe mei 2011
om in een vroeg stadium rekening te houden met eventuele tegenvallers. Uitgelote studenten die een jaar een andere opleiding willen gaan doen, kunnen volgens Lucia Creveld beter niet voor een medisch gerelateerde studie kiezen, want dat jaar telt gewoon mee. De faculteit geneeskunde aan het VUmc biedt in het eerste jaar de training Speedlearning (waaronder snellezen en mindmappen) aan, om de studievoortgang in het begin al te bevorderen. Pouw: ‘Bij geneeskunde moet je vaak grote lappen stof en veel details lezen. Zulke trainingen helpen je om daar vlot mee om te gaan.’ Als je twee keer achter elkaar een tentamen niet haalt, is dat een signaal. Creveld adviseert om in zo’n geval niet te blijven aanmodderen, maar meteen hulp van de studie adviseur te zoeken, zodat je geen tijd verspilt. Desondanks is het onmogelijk om alles in eigen hand hebben. Het kan gebeuren dat je een been breekt bij het skiën, de ziekte van Pfeiffer oploopt of dat een naaste ziek wordt. Je zult dan extra geld moeten lenen of sparen om die grote bedragen te kunnen betalen. Lichtpuntje is dat volgens het nieuwste voorstel van Zijlstra langstudeerders die met hun studie beginnen als de regeling ingaat, tijdelijk drie jaar langer geld kunnen lenen. Ook blijft het collegegeldkrediet bestaan. Verder is een meerderheid in de Tweede Kamer ervoor om studenten die een jaar uittrekken voor een bestuursfunctie bij bijvoorbeeld een studie- of studentenvereniging te ontzien bij de langstudeerdersregeling. Roel zou met de nieuwe regeling nooit arts zijn geworden. Hij betreurt het voornemen van de regering: ‘Mark Rutte heeft zelf acht jaar gestudeerd en is gekomen waar hij nu is doordat hij actief was bij de JOVD. Deze regeling zorgt ervoor dat het studenten met enige maatschappelijke betrokkenheid onmogelijk wordt gemaakt iets naast hun studie te doen. Dat vind ik triest.’
leukste bijbaan
Botten uitnemen voor hergebruik Joost Fikkers (25), vierdejaars geneeskunde in Leiden, is explanteur bij Bislife, een non-profitorganisatie gespecialiseerd in het uitnemen van donorweefsel z oals botten, hoornvliezen en hartkleppen. ‘Het was wel even wennen. Ik zie altijd mensen die vrij jong zijn gestorven.’ Henk Maassen Wat doe je? ‘Ik ben hoofdexplanteur voor botten en als zodanig medisch verantwoordelijk voor de hele operatie bij een botdonatie. Als er een melding komt, ga ik met een team naar de ok van het ziekenhuis waar de donor zich bevindt. Eerst checken we of hij of zij voldoet aan alle eisen. Zijn er bijvoorbeeld grote open wonden, dan kan het wegens infectierisico niet doorgaan. Twee mensen snijden, twee mensen pakken botstukken aan en verpakken ze steriel in zakken. We leggen bovenarmen en benen open. We halen de proximale humerus eruit, en uit het been halen we bijna alles: een deel van de heupkop, femur, tibia, fibula en een aantal pezen van het onderbeen, zoals de achillespees. De kale grote botten gaan voor verwerking naar de VS en Duitsland. Daar worden ze omgezet in bruikbaar materiaal voor orthopeden. De pezen worden schoongemaakt voor hergebruik, vaak voor kruisbandreconstructies.’
Hoe vaak moet je uitrukken?
lijke anatomie goed kennen en je leert respectvol met lichamen omgaan.’
Lijken zijn geen probleem? ‘Nou, in het begin was het wel even wennen. De maximumleeftijd van een mannelijke botdonor is 55, en van een vrouwelijke 45. Dus ik zie altijd mensen die vrij jong zijn gestorven. Meestal gaat het om ongevallen of plotse hartdood, soms om suïcide.’
Is dit werk goed te doen naast je studie? ‘Al mijn collega’s zijn lid van een studentenvereniging en doen ook nog aan sport. Maar je moet wel eens een nachtje doortrekken. Als ik tentamen heb, neem ik dan ook geen diensten.’
Het verdient zeker leuk? ‘Ja, dat kun je wel zeggen. Ik heb vorig jaar mijn studiefinanciering stop moeten zetten omdat ik over de limiet heen ging.’
‘Explantatie van hartkleppen en botten gebeurt een keer of zes per maand, maar dan ben ik er wel zes tot acht uur mee bezig. Gemiddeld heb ik tien diensten per maand.’
Hoe word je explanteur? ‘Tweemaal per jaar is er een sollicitatieronde. Om in aanmerking te komen is een propedeuse geneeskunde plus een rijbewijs vereist. Iedereen krijgt een interne opleiding van zes maanden waarin je zoveel mogelijk diensten doet. Je moet bij minimaal tien explantaties betrokken zijn. Verder zijn er allerlei klasjes, onder andere over steriel staan, hechten, snijden en contra-indicaties. Je kunt in de loop van een paar jaar doorgroeien tot senior- en hoofdexplanteur. Bij elke stap omhoog hoort een nieuw opleidingstraject.’
Iets geleerd wat je straks als arts kunt gebruiken? ‘Je leert communiceren doordat je afspraken moet maken met het ziekenhuis en artsen moet bellen. Verder oefen je praktische vaardigheden zoals incisies zetten en hechten. Je leert de mensebeeld: beeldredaktie, Arno Massee
Arts in Spe mei 2011 31
Agressie de baas Herken de eerste signalen en voorkom escalatie Op een zeker moment krijg je ermee te maken: een briesende vader die wil dat zijn zoontje heel snel geholpen wordt of een patiënte die precies weet wat goed voor haar is en geen genoegen neemt met de behandeling die jij voorstelt. Reina Zijlstra
U
it een studie onder kinderartsen blijkt dat 78 procent wel eens met agressie te maken heeft gehad. Het meest komt verbale agressie voor (75%) en vooral dokters met weinig werkervaring hadden ermee te maken (63% in het voorgaande jaar). Uit een poll van de vereniging voor SEH-verpleegkundigen (NVSHV) blijkt dat 31 procent van hen weleens overwogen heeft om te stoppen vanwege agressie. ‘Ik vind dat veel’, reageert Frans de Voeght, voorzitter van de vereniging en zorgmanager SEH Medisch Centrum Haaglanden. Met name op de SEH’s doen zich incidenten met agressief gedrag voor, maar of je nu op een SEH werkt of als huisarts, lontjes kunnen overal opbranden en je kunt maar beter weten hoe je het vuur moet doven, voordat de boel in je gezicht ontploft.
Risico van het vak Angelique van Gaalen, verpleegkundig specialist op de SEH van Medisch Centrum Haaglanden, begon zich na enige tijd op de SEH steeds onveiliger te voelen. ‘Agressie
‘Ik kon het niet meer opbrengen om steeds weer te worden uitgescholden’ werd toen, zo’n twintig jaar geleden, gezien als een risico van het vak’, vertelt ze. ‘In mijn beleving werd ik dagelijks geconfronteerd met een agressie-incident. Ik was stukken jonger en kon het niet meer opbrengen om steeds maar
weer uitgescholden te worden, terwijl ik alleen maar de patiënten wilde helpen.’ Ze besloot te vertrekken. Inmiddels is er echter veel veranderd. Ze is ruim tien jaar geleden teruggekeerd en voelt zich door de genomen maatregelen veel veiliger. ‘Er is continu beveiliging op de afdeling en die wordt ook preventief ingezet bij alcohol intoxicatie of psychische problematiek. Een sluissysteem en bewakingscamera’s dragen bij aan het veiligheidsgevoel. Daarnaast is personeel geschoold in agressiehantering. De patiëntenaantallen zijn flink toegenomen, maar ik ervaar veel minder agressie en voel me nu stukken veiliger dan twintig jaar geleden.’ Maar wat als je ondanks al die beveiliging toch geconfronteerd wordt met oplaaiende emoties, vlammende ogen, dreigende vingertjes? Om een heetgebakerd persoon op de juiste manier te kunnen benaderen, moet je begrijpen waar agressie vandaan komt.
Oorzaken van agressie Als je de verschillende oorzaken van agressie leert herkennen, weet je welke aanpak op dat moment het beste werkt en kun je escalatie voorkomen. De Arbowet verplicht ziekenhuizen scholing aan te bieden, vertelt zorgmanager Frans de Voeght. De invulling hiervan verschilt per ziekenhuis. Ook tijdens je opleiding zul je agressietrainingen krijgen, zodat je weet waarop je moet letten en wat je kunt doen. Kathy de Vries, trainer en adviseur in Omgaan met Agressie & Veiligheidsbeleid bij verschillende ziekenhuizen en zorginstellingen, onderscheidt drie vormen van agressie: frustratieagressie, instrumentele agressie en de impulsieve vorm van agressie. Frustratieagressie ontstaat bijvoorbeeld als je lang moet wachten, niet weet waar je aan toe bent. De frustratie richt zich op de organisatie of omstandigheden en komt veelal
Arts in Spe mei 2011 33
voort uit angst of onmacht. Dit wordt ook wel reactieve agressie genoemd. Het is de meest voorkomende vorm, die te voorkomen is door goede organisatie en op tijd duidelijkheid scheppen. Zo kwam het volgens Angelique van Gaalen zo’n twintig jaar geleden geregeld voor dat patiënten met een niet-acute zorgvraag de toegang tot de SEH geweigerd werd en naar een doktersnachtdienst werden verwezen. Dat lieten weinig patiënten zich natuurlijk zonder morren vertellen. ‘Nu wordt niemand meer weggestuurd en door triage zien we alle mensen binnen vijf minuten.’ Instrumentele agressie, ook wel proactieve agressie genoemd, is vaak meer berekenend, op de persoon gericht en heeft daardoor meer impact. In de interactie tussen hulpverlener en patiënt kan een machtsstrijd ontstaan, die gepaard gaat met intimiderend gedrag. In deze tijd van ‘de mondige patiënt’, die vaak op internet al het nodige heeft opgezocht, is het volgens adviseur Kathy de Vries juist belangrijk de patiënt als gelijkwaardige te behandelen. ‘Het zou goed zijn als dokters veel meer leren inspelen op de kennis die er over en weer is in plaats van afstand te creëren.’ Bij de impulsieve vorm van agressie gaat het om mensen
Een SEH-bezoeker zette een mes tegen haar buik die onvoorspelbaar gedrag vertonen onder invloed van alcohol of drugs, of als gevolg van een stoornis of ziekte, vaak in combinatie met middelen, vertelt De Vries. Met deze vorm van agressie kreeg Angelique te maken toen een niet onbekende bezoeker van de SEH, met psychiatrische en verslavingsproblematiek, een mes tegen haar buik zette en vroeg ‘of er nog wat te opereren viel vandaag’. Hij was onder invloed van cocaïne. Een collega belde de beveiliging terwijl Angelique op hem inpraatte. De beveiliger wist de patiënt van haar weg te praten en hem het mes afhandig te maken. ‘Deze vorm van agressie is veel minder voorspelbaar, maar het is belangrijk dat je het herkent’, zegt Kathy de Vries. ‘Dat maakt je interactie heel anders.’
Grenzen bewaken Bij de trainingen die ze geeft, kijkt Kathy de Vries ook met de deelnemers naar hun stijl van reageren. ‘Je kunt de persoon tegenover je niet veranderen, maar je kunt wel kijken naar wat je zelf kunt doen om de agressie in goede banen te leiden.’ Zo is het bij frustratieagressie van belang de frustratie niet te dempen, zegt ze, maar mee te buigen en een zekere ruimte te geven aan de agressie. De patiënt zal uiteindelijk kalmeren en daarna is vaak wel weer een gesprek te voeren. Bij de andere twee vormen is het veel
34 Arts in Spe mei 2011
meer zaak dat je grenzen stelt. ‘Het is belangrijk dat je goed leert aan te voelen waar het grensoverschrijdend wordt. Dit ligt voor iedereen anders. Je moet vooral goed voelen en weten waar jouw grenzen liggen.’ Volgens De Vries denkt men bij agressie vooral aan gedrag dat heel duidelijk zichtbaar en voelbaar is: fysiek dreigen, schelden. Maar denigrerende opmerkingen zijn ook al een vorm van agressie. Daarbij is sprake van veel subtielere grensoverschrijdingen. ‘Een opmerking als “Waar heb jij je opleiding genoten?”, met andere woorden: “Je komt zeker pas kijken”, kan al een grens overgaan. Als je op zulke eerste signalen goed weet te reageren, kun je de agressie al voor zijn. Benoem wat je hoort en ziet bij de ander, dan heb je veel meer invloed op het gesprek.’ Mensen hebben vaak al te veel toegelaten voor ze een grens aangeven, merkte De Vries tijdens haar trainingen in ziekenhuizen. ‘Frustraties zijn al opgehoopt in het team. Men heeft het er met elkaar wel over, maar niet met de patiënt en uiteindelijk verschuift de regie. De patiënt bepaalt wat gezegd kan worden en er staat geen team meer dat bepaalt wat er wel en niet kan op een afdeling. Vaak ga je er individueel heel goed mee om, maar het is belangrijk dat de organisatie achter de medewerker staat in geval van agressie. En daar horen duidelijke afspraken bij over veiligheid. Wie doet wat, als grenzen worden overschreden?’ Je moet je niet alleen bewust zijn van je eigen grenzen, maar ook weten dat je leidinggevende en collega’s je serieus nemen en achter je staan, ondervond Angelique destijds. Na het incident met het mes werd de patiënt naar huis gestuurd met niet meer dan de boodschap dat hij dit nooit meer moest doen. ‘Het ergst vond ik dat de meeste collega’s zoiets hadden van “O, hij is het maar, die is toch ongevaarlijk”, terwijl ik hem in de ogen had gekeken en zag dat hij behoorlijk onder invloed was en daardoor onberekenbaar.’ ‘Het onderwerp agressie hoort bespreekbaar te zijn binnen de organisatie’, meent ook zorgmanager Frans de Voeght. De nazorg verschilt volgens hem per ziekenhuis. ‘In sommige ziekenhuizen zijn er zogenaamde BOTteams (BedrijfsOpvangTeams) en in andere ziekenhuizen gaan medewerkers naar maatschappelijk werk.’ Na het incident ging Angelique gewoon verder met werken; nazorg kwam niet bij haar op. Toch is het van belang niet te negeren wat agressie met je doet. ‘Ik merk dat hulpverleners bij een incident vaak denken dat zij iets niet goed hebben gedaan, dat het aan hen ligt’, zegt Kathy de Vries. ‘Trek, als zich een situatie met agressie voordoet, vroegtijdig aan de bel bij je team en je leidinggevende. Bedenk wat jij nodig hebt om je veilig te voelen en te blijven voelen.’
beeld: het Wonderlab
Arts in Spe mei 2011 35
Niet ongelukkiger door uitloting
Armin van Buuren: top-dj in plaats van arts Als dj Armin van Buuren niet was uitgeloot, was hij net als zijn vader Joep geneeskunde gaan studeren. Dan had hij waarschijnlijk onvoldoende tijd over gehad om als dj een sterrenstatus te bereiken. Een gesprek met
D
beide Van Buurens. Twan van Venrooij e één heeft 10 miljoen luisteraars, de ander 800. Maar Armin en Joep van Buuren hebben allebei evenveel passie voor muziek en het maken van radio. Waarschijnlijk was Armin van Buuren dus ook als hij arts was geworden wel iets met muziek gaan doen. Het is echter onwaarschijnlijk dat hij dan als dj dezelfde mate van succes had bereikt. Armin van Buuren is door een van de toonaangevende bladen in de dancewereld al vier jaar op rij uitgeroepen tot ’s werelds beste dj. Voor Armin was de uitloting voor geneeskunde destijds een grote teleurstelling. De inschrijving voor de geneeskundeopleiding is vergelijkbaar met het doen van een bod op een huis, stelt hij. ‘In je hoofd heb je dat huis al helemaal ingericht. Maar met lotingsnummer 4007 maak je vrijwel geen kans. Achteraf gezien was dat misschien wel goed, omdat ik anders nooit geworden was wat ik nu ben.’ Joep van Buuren, voormalig huisarts in Koudekerk aan den Rijn en nu opleidingscoördinator justitiële genees-
‘Af en toe weten we niet eens waar hij op de aardbol uithangt’ kunde en KNMG-accrediteur, was verrast door de keuze van Armin om geneeskunde te gaan studeren. Misschien was het daarom voor hem geen enorme tegenvaller dat Armin werd uitgeloot. ‘Wel vond ik het erg vervelend dat
36 Arts in Spe mei 2011
je afhankelijk bent van een notariële trekking. Daar hangt als het ware iemands hele leven vanaf. Bij Armin is het uiteindelijk heel anders gelopen. Hij is niet ongelukkiger geworden doordat hij geen arts is geworden.’
Keiharde business Tijdens de studie rechten, die Van Buuren volgde nadat hij was uitgeloot, nam zijn dj-carrière steeds grotere vormen aan. Maar al ruim voordat hij aan deze studie begon, timmerde hij hard aan de weg als dj. Vader Van Buuren heeft nooit zorgen gehad over de muzikale loopbaan van zijn zoon. Joep: ‘Ik ben zelf een enorme muziekfanaat. Hij heeft het niet van een vreemde. Wel verbaasde ik me bij elke stap in zijn carrière over de vorm die dit aannam. Hij had op 16-jarige leeftijd zijn eerste hit in Engeland. Er kwamen cd’s en platen. Terwijl ik met de praktijk bezig was, ging dat maar door. En hij ging steeds meer verre reizen maken. Als hij bijvoorbeeld in New York zat, waren wij hier thuis helemaal opgewonden en belden we hem regelmatig op. Nu weten we af en toe niet eens meer waar hij ergens op de aardbol uithangt.’ ‘Ik sta nog steeds stomverbaasd als ik de massa’s mensen zie voor zijn dj-booth’, vertelt Van Buuren. ‘Met T-shirts met zijn naam erop. Het is eigenlijk verbazingwekkend dat je dat soort dingen steeds gewoner vindt.’ Toch zou Armin niemand adviseren om ‘het vak in te gaan’. ‘Het is keiharde business waarin het moeilijk is om je hoofd boven water te houden. Ik ben blij dat ik mijn studie heb afgerond, omdat ik dan altijd iets heb om op terug te vallen.’
Radioshow Naast dj op de dansvloer is Armin van Buuren (net als zijn vader) ook radio-dj. Iedere week luisteren miljoenen men-
Armin van Buuren (boven) en zijn vader (rechts) delen een passie voor muziek en maken allebei een radioprogramma. Beeld Armin: ANP, vader: de Beeldredaktie, Floren van Olden
sen naar zijn radioshow A state of trance, die in een groot aantal landen te beluisteren is. ‘A state of trance is een ode aan het genre trance waarin ik iedere week probeer om de luisteraar het laatste en het nieuwste te brengen’, vertelt Van Buuren. ‘Als je elke week naar A state of trance luistert, hoor je 80 tot 90 procent van de platen die ertoe doen op de dansvloer. Dat vind ik een heel grote verantwoordelijkheid en ik ben me daar ook erg van bewust.’ Van Buuren besteedt dan ook veel tijd aan het luisteren van nummers. ‘Ik selecteer alles zelf, ik mix zelf en ik presenteer ook nog steeds zelf. Het komt voor dat labeleigenaren mij letterlijk smeken om hun plaatjes te draaien, maar ik zou de Van Buuren-eer tekort doen als ik niet naar mezelf zou luisteren. Dat gaat soms zelfs zover dat ik platen van mezelf niet draai, simpelweg omdat ik ze niet goed genoeg vind.’
Dj-genen Joep van Buuren maakt ook radio. Rondo Rijnwoude, een programma bij de lokale omroep, brengt op zondagavond twee uurtjes klassieke muziek. Uit een onderzoek blijkt dat Rondo Rijnwoude wekelijks 800 luisteraars trekt. Hij is natuurlijk wel jaloers op de 10 miljoen luisteraars van zijn zoon. ‘Het leuke is het enthousiasme waarmee hij radio maakt’, vindt Armin. ‘Dat herken ik heel erg bij mezelf. Ik heb niet zo veel met klassieke muziek, maar als hij gaat uitleggen waarom hij het mooi vindt, begrijp je de muziek ineens en ga je het ook mooi vinden.’ Na de schietpartij in Alphen aan den Rijn paste Joep van
Buuren het programma aan. ‘Ik herinnerde me dat de Australische componist Peter Sculthorpe een muziekstuk had gemaakt over eenzelfde soort schietpartij in Tasmanië. Dat heb ik gebruikt. Daarna heb ik met de gedachte aan de moeder van de dader het Stabat Mater gedraaid; een liturgisch gebed over een moeder die lijdt aan het lijden van haar zoon.’ ‘Het dj’en zit in de genen van de Van Buurens’, concludeert Armin. ‘De essentie van het dj’en is het willen vertellen van een verhaal en het enthousiasme over muziek willen delen met anderen. Dat herken ik erg goed en komt rechtstreeks van mijn vader vandaan.’ Armin van Buuren werd op Koninginnedag benoemd tot Officier in de Orde van Oranje-Nassau vanwege zijn bijdrage aan de wereldwijde promotie van de Nederlandse dancemuziek.
Arts in Spe mei 2011 37
Europese zwarte Slechte artsen wijken uit naar het buitenland Binnen de Europese Unie kunnen artsen vrij eenvoudig hun beroep ook in een andere lidstaat uitoefenen. Veel ambitieuze dokters maken hiervan gebruik. Maar ook hun disfunctionerende collega’s, zo bleek onlangs. Minister Schippers bepleit de invoering van een Europese zwarte lijst, een voorstel dat volgens haar wordt gesteund door haar Europese collega’s. Aart Hendriks en Hilde van der Meer
H
et is alweer bijna veertig jaar geleden dat op Europees niveau een begin is gemaakt met het op elkaar afstemmen van de medische beroepsopleidingen en de onderlinge erkenning van diploma’s. Dat is goed voor iedere arts in spe die straks in het buitenland wil gaan werken. Omdat het Nederlandse artsendiploma overal in de EU wordt erkend, is het betrekkelijk eenvoudig om elders als arts
Hulp aan een patiënt met een abortusverzoek is in sommige lidstaten regelrecht strafbaar aan de slag te gaan. Deze Europese beroepsmobiliteit is onlangs echter in een kwaad daglicht komen te staan. Het bleek dat ook disfunctionerende artsen, waaronder artsen tegen wie tuchtrechtelijke maatregelen waren genomen, naar het buitenland waren uitgeweken om daar hun beroepspraktijk voort te zetten. Zo is een vaatchirurg, die vanwege zijn functioneren door twee Nederlandse ziekenhuizen was weggestuurd, thans werkzaam in een Schots ziekenhuis. En een oud-neuroloog uit Twente, die jarenlang
38 Arts in Spe mei 2011
verkeerde diagnoses heeft gesteld, werkte gewoon als medisch specialist in Duitsland. Nederland sprak er schande van. En tegelijkertijd waren we misschien ook wel bezorgd dat disfunctionerende artsen uit andere EUlidstaten ongestoord toegang krijgen tot de Nederlandse zorgmarkt.
Beroepsbeperkende maatregelen De vraag is nu hoe het best kan worden voorkomen dat artsen die in het land van herkomst geheel of gedeeltelijk de bevoegdheid is ontzegd om als arts te werken, elders gewoon weer aan de slag kunnen gaan. Er is hierbij een belangrijke rol weggelegd voor de zogenaamde bevoegde autoriteiten. In de huidige situatie is het zo dat een uit het buitenland afkomstige arts zich met zijn artsendiploma moet melden bij de bevoegde registratieautoriteit in het land waar hij zich wil gaan vestigen. Wil je je als EU-burger met een Europees artsendiploma vestigen in een andere EU-lidstaat, dan wordt je artsendiploma in het land waar je je wilt gaan vestigen in principe automatisch erkend. Wel moeten de autoriteiten op dat moment nagaan of tegen de betrokkene in het land van herkomst geen beroepsbeperkende maatregelen van kracht zijn. Een voorbeeld: een Nederlandse arts die in Zweden wil gaan werken, krijgt in dat kader vanuit Nederland een papiertje mee, een zogenaamde Certificate of Current Professional Standing (CCPS), waarmee hij zich in Zweden moet gaan melden. Als deze arts ziet aankomen dat de
lijst de oplossing? tuchtrechter hem gaat doorhalen in het register, kan hij voor het verschijnen van de uitspraak nog even snel zo’n certificaat aanvragen. En wordt de arts vervolgens vier maanden later op last van de tuchtrechter doorgehaald in het BIG-register, dan weet de Nederlandse autoriteit niet waar de arts is gebleven, omdat men niet bijhoudt dat hij naar Zweden is vertrokken.
Stigmatiserend effect Minister Schippers van VWS heeft in dit kader onlangs aangekondigd bij haar Europese collega’s aan te dringen op een Europese ‘zwarte lijst’ van ernstig disfunctionerende artsen. Zo’n lijst is een soort openbaar register
waarin is aangetekend tegen welke artsen beroepsbeperkende maatregelen zijn getroffen. Hoewel de bewindsvrouw naar eigen zeggen bijval heeft gekregen voor dit voorstel, zijn de buitenlandse collega’s van minister Schippers naar verluidt bepaald niet eensgezind over dit idee. Ook de KNMG ziet de nodige haken en ogen. Er zijn aanzienlijke verschillen tussen de EU-lidstaten voor wat betreft de soort beroepsbeperkende maatregelen, de instanties die daartoe kunnen overgaan en de redenen waarom daartoe wordt besloten. Het behulpzaam zijn van een patiënt met een abortus- of euthanasieverzoek is in sommige lidstaten regelrecht strafbaar, maar wordt in andere lidstaten gerekend tot het takenpakket van een arts. Kortom, er zal altijd moeten worden nagegaan waarom iemand op de zwarte lijst staat en of het ‘delict’ ook in het nieuwe land van vestiging de getroffen maatregel rechtvaardigt. Van een zwarte lijst gaat een enorm stigmatiserend effect uit en het realiseren van zo’n lijst in Europees verband gaat lang duren.
Verbetering IMI-systeem De KNMG pleit daarom voor een verbeterd IMI-systeem (Interne Markt Informatie), een Europees online systeem voor informatie-uitwisseling tussen bevoegde autoriteiten. De bevoegde autoriteiten zouden dit systeem standaard moeten gebruiken. Een verbetering zou zijn als de naar Zweden uitgeweken arts uit ons voorbeeld zijn CCPS niet op papier zou meekrijgen, maar dat hij het Nederlandse BIG-register het CCPS via het IMI-systeem naar de Zweedse autoriteit zou laten sturen. Dan zou de Zweedse autoriteit via datzelfde IMI-systeem vier maanden later over de doorhaling bericht kunnen worden. De bevoegde autoriteiten van het nieuwe land van vestiging, Zweden in ons voorbeeld, zullen dan – op basis van alle relevante gegevens – moeten beslissen of die beroepsbeperkende maatregel ook voor het eigen grondgebied moet gelden. Het IMI-systeem moet daarvoor dus wel worden verbeterd. De boodschap moge duidelijk zijn. Het is een groot goed dat artsen, gebruikmakend van de regels van de EU, ook elders makkelijk hun vleugels kunnen uitslaan. Het is echter in ieders belang dat het vrije personenverkeer geen dekmantel wordt voor disfunctionerende artsen om binnen Europa te shoppen. Het nemen van betere beschermende waarborgen is dan ook noodzakelijk, zo tonen de twee recente Nederlandse zaken aan. Het uitbouwen van het IMI-systeem geniet de voorkeur boven de invoering van een Europese zwarte lijst. Beleid & Advies Opleiding & Registratie Medisch Contact & Artsennet
beeld: Thinkstock
Arts in Spe mei 2011 39