SEMINARIE GD&A ADVOCATEN VRIJDAG 27 APRIL 2012
1
Kantoorvoorstelling / dienstverlening
GD&A Advocaten
2
Advocaten
Advocaat-vennoten ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Cies Gysen Bert De Keyser Tom Swerts Koen de Puydt Thomas Ryckalts Gitte Laenen Steven Michiels
+ 20 advocaat-medewerkers
4
Specialisaties
Administratief recht Overheidsopdrachten en PPS Fiscaal recht Stedenbouw en ruimtelijke ordening Milieu Vastgoedrecht Bedrijfsrecht
5 cellen
5
Kantoren
Mechelen
◦ Antwerpsesteenweg 16-18, 2800 Mechelen ◦ Tel. 015/40.49.40 ◦ Fax 015/27.62.76
Brussel
◦ Wolvengracht 38, 1000 Brussel ◦ Tel. 02/410.10.66 ◦ Fax 02/410.39.71
Samenwerkingsverband
◦ Odigo Advocaten te Hasselt
[email protected] www.gdena-advocaten.be
6
Klanten
Publiek
Semi publiek
Privaat
◦ + 130 lokale besturen en hun verzelfstandigde entiteiten (AGB’s, OCMW-verenigingen …) ◦ Vlaamse Gemeenschap afdeling binnenlandse zaken ◦ Intergemeentelijke samenwerkingsverbanden (…) ◦ Ziekenhuizen ◦ Huisvestingsmaatschappijen ◦ NV’s Publiek Recht (…) ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
bedrijven aannemers, projectontwikkelaars, studiebureau’s, banken, architecten (…)
7
Dienstverlening Onze dienstverlening is gebaseerd op volgende basisprincipes:
Gespecialiseerd Kwalitatief Stipt Persoonlijk Realistisch Bereikbaar Oplossingsgericht Vanuit een lerende organisatie en een lerend partnership
UNIEK en AUTHENTIEK!
8
Missie Op basis van een loyale, transparante en zelfstandige samenwerking tussen innovatieve specialisten met verantwoordelijkheidszin willen wij de Vlaamse marktleider worden in administratief en publiek fiscaal recht waarbij wij binnen een realistische tarifiëring lokale besturen en bedrijven praktisch bruikbare, wetenschappelijk onderbouwde, stipte diensten verlenen met persoonlijk engagement en betrokkenheid waarbij een marktconform rendement van de aandeelhouders nagestreefd wordt en waarbij de advocaten en medewerkers zichzelf binnen een lerende organisatie kunnen ontplooien met aandacht voor de uitstraling van het kantoor en ons beroep.
9
Lokale besturen Als belangrijkste speler op de markt van de lokale besturen bieden wij een full-service (onder meer) op het vlak van:
verzelfstandiging/samenwerking vergunningen belastingen rechtspositie optimalisaties aansprakelijkheid (…)
11
Overheidsopdrachten GD&A Advocaten helpt U in het ganse proces van de wetgeving overheidsopdrachten inzake:
aankoop- en opdrachtencentrales; redactie bestekken; begeleiding gunningstraject; rechtsbescherming (tem UDN Raad van State); betwistingen inzake uitvoering van opdrachten; schadeclaims; verstrekken van opleidingen; (…)
13
Fiscaliteit Onze cel fiscaliteit ondersteunt U bij:
fiscale optimalisaties (bv. BTW); adviseringen rond financieringstechnieken procedures rond lokale en regionale belastingen; het bekomen van rulings; (…)
14
16
Ruimtelijke ordening / milieurecht Wij hebben (niet limitatief) aantoonbare ervaring verworven aangaande:
Vergunningsprocedures; Uitvoeringsplannen; Handhaving; Onteigening; (…)
Vanuit ons netwerk en jarenlange praktijk trachten wij maximaal bemiddelend een maatschappelijke consensus te bereiken.
18
Ondernemingsrecht Bedrijven kunnen bij ons terecht voor:
overnames/overdrachten; herstructureringen; redactie overeenkomsten/verbintenissenrecht; mededinging; vergunningen; vastgoed; evaluatie/beheer intellectuele eigendomsrechten; (…)
19
Legal interim management
Team Outsourcing Public (TOP)
Team Outsourcing Business (TOB)
Strategische partners
Probis ◦ ◦ ◦ ◦
Acasiastraat 8, 2440 Geel Tel. 014 58 58 00
[email protected] www.probis.be
Q&A Advisors Public Sector ◦ ◦ ◦ ◦
Durmakker 25, 9940 Evergem Tel. 09 258 84 39
[email protected] www.qaq.be
20
Impact van het materialendecreet (B.S. 28.02.2012) Tom SWERTS Advocaat-vennoot
22
Afvalbeleid top Europa
Europese regelgeving
◦ eind 2008 kaderrichtlijn voor het beheer van afvalstoffen goedgekeurd (Richtlijn 2008/98/EG) goedgekeurd
Decreet betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen (Materialendecreet) van 23 december 2011 Besluit van de Vlaamse Regering tot vaststelling van het Vlaams reglement betreffende het duurzaam beheer van materiaalkringlopen en afvalstoffen uitvoeringsbesluit (VLAREMA)
Materialendecreet en VLAREMA in werking 1 juni 2012 Afvalstoffendecreet en VLAREA Materiaal(art. 3, 21° MD) ◦ “elke stof die wordt of is ontgonnen, gewonnen, geteeld,
verwerkt, geproduceerd, verdeeld, in gebruik genomen, afgedankt of opnieuw verwerkt, of elk voorwerp dat wordt geproduceerd, verdeeld, in gebruik genomen, afgedankt of opnieuw gebruikt, inclusief de daaruit ontstane afvalstoffen”
Afvalstof (art. 3, 1° MD)
◦ “elke stof of elk voorwerp waarvan de houder zich ontdoet,
voornemens is zich te ontdoen, of zich moet ontdoen”
Verwijdering en verwerking afvalstoffen vergunningsplichtig
In- en uitvoer gereguleerd
Afvalstoffenregister
Identificatieformulieren transport
Gemeenten nog steeds zorgplicht voor beheer huishoudelijke afvalstoffen
Cassatiearrest C.10.0148.N van 17 december 2010 ◦ Inzameling via containers privaat terrein
Monopolie inzameling? ◦ Wettelijke bepalingen respecteren ◦ + Expliciet gereglementeerd
Vrijheid van handel en nijverheid ◦ Andere dan de wekelijkse ophaalbeurten
‘Einde afval’-fase Vijftredige materialenladder Uitbreiding producentenverantwoordelijkheid Registratie vervoerders en kwaliteitsborgingssysteem Gemeentelijke afvalbelasting Centraal meldpunt groenafval …
Afbakening : wanneer afvalstof een nieuwe grondstof Labels : ‘bijproduct’ en ‘einde-afval’
◦ Secundaire grondstoffen ◦ MD randvoorwaarden ◦ VLAREMA specifieke milieucriteria bepaalde afvalstromen
Meststof/bodemverbeterend middel Bouwstof Bodem Kunstmatige afdichtingslagen met waterglas Non-ferrometallurgie Materialen uit de ferro-industrie voor gebruik in de cementindustrie
Herkomst en samenstelling ◦ Omslagpunt niveau producent
Grondstoffen en grondstofverklaring ◦ i.t.t. secundaire grondstoffen en gebruikscertificaten
Grondstof (verklaring) materiaal niet onder afvalstoffenwetgeving maar onder productwetgeving (REACH) Beleidskader door decreet – specifieke criteria per materiaalstroom ◦ Europa v.b. schroot voor ijzer – en staalindustrie ◦ Lidstaten
Verder gebruik is zeker Geschikt rechtstreeks gebruik zonder speciale behandeling Integraal onderdeel productieproces Verder gebruik rechtmatig
Al dan niet Europese EoW criteria voorhanden
Afvalhiërarchie – leidraad voor uitbouwen afvalbeleid (ook lokaal) ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Preventie (voorkomen) Voorbereiding voor hergebruik (nuttig toepassen) Recycling (nuttig toepassen) Andere nuttige toepassingen (nuttig toepassen) Verwijdering (verwijdering)
Realisatie ◦ Planningsinstrumenten (preventieprogramma’s, uitvoeringsplannen, …) ◦ Economische instrumenten (subsidies, heffingen, …) ◦ Regelgevende instrumenten (vergunningen, registraties, …)
Afwijken – gemotiveerd
Artikel 21 MD
Om preventie, hergebruik, recyclage en andere nuttige toepassingen van afvalstoffen te stimuleren kan de Vlaamse Regering maatregelen nemen om ervoor te zorgen dat iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroepsmatig producten ontwikkelt, vervaardigt, behandelt, verwerkt, verkoopt of invoert (producent van het product), een uitgebreide producentenverantwoordelijkheid draagt.”
Verder dan directe klant Operationeel of financiële verantwoordelijkheid voor het beheer van afvalstoffen
Invullen verplichtingen recht beroep te doen op 3-den Samenwerking gemeenten huishoudelijke afvalstoffen verplicht ◦ Producentenverantwoordelijkheid – zorgplicht ◦ Billijke vergoeding
Registratieplicht ‘inzamelaars, afvalstoffenhandelaars en –makelaars’ (‘overbrengers’ afvalstoffen) Gemeenten en verenigingen van gemeenten die huishoudelijke (of vergelijkbare) afvalstoffen inzamelen van rechtswege geregistreerd Kwaliteitsborgingssysteem – gevaarlijke afvalstoffen
◦ Lokale besturen meestal niet (e.v.t. vervoer asbestcement containerpark naar verwerkingsinstallatie) ◦ Kwaliteitsmanagementsysteem zoals ISO 9001 ◦ Klein gevaarlijk afval eigen werking (verfborstels) niet
Mogelijkheid tot intergemeentelijke inning - Artikel 26, 2e lid MD
“De gemeenten verhalen, (…), de kosten van het beheer van huishoudelijk afval op afvalproducenten. De gemeente kan haar verzelfstandigde entiteiten of intergemeentelijk samenwerkingsverbanden ertoe machtigen die kosten te innen, ook als ze in de vorm van belastingen en retributies worden verhaald. (…)”
Geharmoniseerde berekeningsmethodiek ◦ Principe vervuiler betaald, vertrekkende van de werkelijke kosten van de specifieke dienstverlening ◦ Vlarema kostenposten op waarmee de gemeente rekening moet houden bij het berekenen van de gemeentelijke afvaltarieven ◦ Bijdragen ingevolge de uitgebreide producentenverantwoordelijkheid, de opbrengst van afvalstromen en de subsidies van het Vlaamse Gewest in mindering
Minimum- en maximumtarieven -Harmonisering (variabele) ◦ Huisvuil en grofvuil bij huis-aan-huisinzameling en de stromen zuiver steenpuin en grofvuil op containerparken Huisvuilzak 60 liter 0,75 euro en 2,25 euro
◦ Toekomst Meer afvalfracties Min en max naar elkaar toe
◦ OVAM kan opvragen ◦ Timing
Art. 4.4.4., 1° lid VLAREMA
“1°
organisch-biologisch composteerbaar afval, dat vrijkomt: a) In natuurgebieden en kleine landschapselementen b) Bij aanleg en onderhoud van tuinen, plantsoenen, parken en vergelijkbare groenaanplantingen; c) Bij onderhoud van wegbermen en waterlopen; 2° deelfracties van bovengenoemde afvalstromen.”
Doorgeven Praktische regeling via Ministerieel Besluit
Overheidsopdrachtenwet 2006 en KB Plaatsing 2011: wat verandert er voor besturen en ondernemers?” Stéphanie TAELEMANS Advocaat
39
40
KB Plaatsing (B.S. 09.08.2011) = vervanger van KB van 08.01.1996 en bepaalt voorschriften van overheidsopdrachten in de klassieke sectoren voor wat betreft de fase tot aan de toewijzing van de opdracht.
Inwerkingtreding van KB is afhankelijk van inwerkingtreding van Overheidsopdrachtenwet van 15 juni 2006 – wellicht midden 2012, op voorwaarde dat ook andere KB’s uitgevaardigd zijn, zoals KB voor de nutssectoren en KB voor de uitvoeringsfase
41
Opdrachtdocumenten :
-
Wedstrijddocumenten Concurrentiedocument
Open en beperkte procedure
Plaatsing - Gunning - Sluiting
Verbintenistermijn i.p.v. gestanddoeningstermijn
Kandidaat - Inschrijver – Opdrachtnemer
MAAR : Het KB heeft het nog altijd over de aanbestedende overheid ondanks uitrbreiding van het toepassingsgebied :
-
Artikel 2, 1° Overheidsopdrachtenwet 2006 : « Rechtpsersonen opgericht met het specifieke doel te voorzien in behoeften van algemeen belang die niet van industriële of commerciële aard zijn en wiens werkzaamheden in hoofdzaak gefinancierd worden door overheden, de Staat, territoriale lichamen of publiekrechtelijke instellingen » zullen voortaan integraal onder het toepassingsgebied van de Overheidsopdrachtenwet 2006 vallen.
42
Het KB Plaatsing behoudt dezelfde drempelbedragen om te bepalen of een opdracht al dan niet Europees bekendgemaakt moet worden: ◦ werken (5.000.000 euro), ◦ diensten (130.00 – 200.000 – 400.000 euro), ◦ leveringen (130.00 – 200.000 – 400.000 – 200.000 euro)
De drempelbedragen voor de toepassing van de onderhandelingsprocedure mét en zonder bekendmaking worden substantieel aangepast : • • • •
85.000 euro voor alle opdrachten 130.000 euro – 200.000 euro voor de financiële diensten 200.000 euro voor de diensten voor onderzoek en ontwikkeling 8.500 euro voor de opdrachten gesloten met een aanvaarde factuur
43
BEDRAG
PROCEDURE
Lager dan 8.500 euro (goed te keuren)
OPZB met aanvaarde factuur
Lager dan 85.000 euro (goed te keuren)
OPZB (anders dan aanvaarde factuur)
Lager dan 200.000 (leveringen en diensten of 600.000 (werken) (geraamd)
OPMB
Hogere bedragen
Specifieke toepassingsvoorwaarden
44
Art. 23 wet: Standaard gunningsprocedures
1. Aanbesteding Gunningscriteria? Onderhande len?
Keuze: open of beperkte procedure
Gunning aan
2. offerte
3.Onderhand- 4.Concurrenti elingsproc. e-dialoog
Prijs
Prijs + andere
Prijs/ andere
Prijs + andere
NOOIT
NOOIT
NA indiening offertes
VOOR indiening offertes / bestek
Openbare/ beperkte
Algemene/ beperkte
Laagste regelmatige offerte (art. 24
Economisch voordeligste offerte (art. 25
Open/beperkt (behalve: vereenvoudig de OPMB)
Open/ beperkte
45
Vereenvoudigde Onderhandelingsprocedure met bekendmaking (NIEUW) ◦ Definitie: één fase zoals open procedures, zonder voorafgaande selectie (art. 2§1, 3° KB ). ◦ Toepassingsgebied: art. 2§1,3° KB juncto art.105§2 KB: idem OPMB => onder Europese drempels en onder 600.000 euro voor werken)
46
Concurrentiedialoog : reeds in werking getreden. Een aanbestedende overheid kan de conc.dialoog slechts aanwenden voor bijzondere complexe opdrachten, wanneer ze objectief niet in staat is de technische middelen te bepalen die aan haar behoeften kunnen voldoen of te beoordelen wat de markt te bieden heeft op het vlak van technische, financiële of juridische oplossingen en van oordeel is dat de toepassing van de open of beperkte procedure het onmogelijk maken de opdracht te plaatsen.
Elektronische aankoopmechanismen: • Dynamisch aankoopsysteem (art. 125 tot 129) • Elektronische veiling (art. 130 tot 135)
47
Aankoop – en opdrachtencentrale Raamovereenkomst: De praktijk, waarbij de aanbestedende overheid een ovk sluit met één of meer aannemers, leveranciers of dienstverleners met het doel gedurende een bepaalde periode de voorwaarden inzake de te gunnen opdrachten vast te leggen, wordt nu ook formeel uitgewerkt voor overheidsopdrachten gegund in de klassieke sectoren.
48
Marktverkenning:
Variante :
Het KB erkent de geldigheid van de praktijk waarbij de aanbestedende overheden de evolutie van de producten en technieken op de markt volgen. Een technische dialoog tussen AOH en inschrijvers wordt mogelijk, zolang de mededinging wordt gerespecteerd.
•
Verplichte varianten Facultatieve varianten Vrije varianten
Opties :
• •
•
Verplichte opties Vrije opties
Percelen:
•
De aanbestedende overheid kan het minimale niveau bepalen van de kwalitatieve selectiecriteria voor elk perceel afzonderlijk. Inschrijvers die offertes voor meerdere percelen indienen, kunnen hun voorkeursvolgorde voor de gunning van deze percelen vermelden, voor zover het vereiste minimale niveau wordt gehaald.
49
•
•
•
•
Afdeling 9 van het KB Plaatsing « Prijsvastelling, prijsbestanddelen en prijsherziening » Prijsherziening: Voortaan moet ook voor de opdrachten voor leveringen en diensten een prijsherzieningsclausule worden voorzien. De herziening moet de werkelijke kostprijsstructuur weerspiegelen. Indien dit niet mogelijk is mag gebruik worden gemaakt van de gezondheidsindex, de index van de consumptieprijzen of een andere passende indexformule. De prijsherziening KAN een vaste, niet-herzienbare factor bevatten, die de aanbestedende overheid bepaalt in functie van de specificiteit van de opdracht. De prijsherzieningsregeling is niet van toepassing op opdrachten waarvan het geraamde bedrag lager is dan 120.000 euro en op opdrachten, ongeacht het bedrag ervan, waarvan de initiële uitvoeringstermijn korter is dan 120 werkdagen of 180 kalenderdagen.
50
Prijsonderzoek: • Onder het regime van het KB Plaating 2011 is het doorvoeren van een prijzenonderzoek verplicht ongeacht de aangewende gunningswijze. • De inschrijvers moeten op verzoek van de aanbestedende overheid tijdens de procedure alle nodige inlichtingen verstrekken om dit prijzenonderzoek mogelijk te maken.
Actualia onteigeningsrecht ‘Naar een snellere en betere besluitvorming?’ Johan GEERTS Advocaat
51
52
1.
Onteigening ten algemenen nutte – een inleiding
2.
Nieuwigheden Vlaamse onteigeningsreglementering
3.
Actuele problematieken bij onteigening 1.
Quasi-onteigening
2.
Onteigening en zelfrealisatie
3.
Planologische neutraliteit
Een inleiding
53
54
Definitie: “De onteigening is de gedwongen en definitieve overdracht van het eigendomsrecht op initiatief van de overheid”
Geen onteigening: ◦ Opeising = roerende goederen/ tijdelijk; ◦ (wettelijke) erfdienstbaarheden van openbaar nut= geen eigendomsoverdracht VCRO Rooilijndecreet duinendecreet
55
Artikel 16 Grondwet: Niemand kan van zijn eigendom worden ontzet dan ten algemenen nutte, in de gevallen en op de wijze bij de wet bepaald en tegen billijke en voorafgaande schadeloosstelling.
Onteigeningsvoorwaarden: ◦ ◦ ◦ ◦ ◦ ◦
Algemeen nut noodzaak Habilitatie Wettelijke procedure Billijke en voorafgaande schadeloosstelling Hoogdringendheid (wet van 1962)
56
Hoogdringendheid: gewijzigde rechtspraak RvS nr. 218.855 11 april 2012: Hoogdringende procedure vrederechter = uitzondering => motiveren
“De reden om toepassing te maken van de uitzonderingsprocedure van de wet van 26 juli 1962, die een geringere rechtsbescherming biedt dan bij de gewone onteigeningsprocedure (…) moeten op grond van de motiveringswet in het bestreden onteigeningsbesluit zelf uitdrukkelijk zijn opgenomen. Er kan enkel met die redengeving rekening worden gehouden”.
57
Administratieve onteigeningsprocedure (gemeente)
Gemeenrechtelijke procedure onteigeningsmachtiging Vlaams minister Binnenlands Bestuur: Onteigeningsbesluit 14 oktober 2011 Omzendbrief BB 2011/5 dd. 14 oktober 2011 Wet van 27 mei 1870
Bijzondere procedures:
Vlaamse Codex Ruimtelijke ordening (VCRO) Rooilijndecreet Economische expansie (Programmadecreet 19 december 2003, art. 73 e.v. - nieuw decreet ruimtelijke economie in voorbereiding)
Gerechtelijke onteigeningsprocedure
o De ‘gewone’ procedure Rb eerste aanleg: wet van 17 april 1835 o De procedure bij hoogdringendheid vrederechter: Wet van 26 juli 1962
58
1. 2. 3.
4. 5. 6.
7. 8. 9. 10.
Principiële onteigeningsbeslissing gemeenteraad (Voor)ontwerp project Onteigeningsplan en schattingsverslag Samenstelling onteigeningsdossier (verplichte documenten) Laatste formeel minnelijk bod Voorlopige onteigeningsbeslissing gemeenteraad Openbaar onderzoek Definitieve onteigeningsbeslissing gemeenteraad Aanvraag tot het bekomen van een onteigeningsmachtiging Gemotiveerde onteigeningsmachtiging Vl Minister Binnenl. Bestuur
59
1. 2. 3. 4. 5.
6. 7. 8.
9. 10.
Verzoekschrift Vredegerecht Dagvaarding eigenaars Verschijning ter plaatse voor de Vrederechter + plaatsbeschrijving gerechtsdeskundige Provisioneel onteigeningsvonnis= eigendomsoverdracht Storting provisionele onteigeningsvergoeding depositoen consignatiekas + hypothecair getuigschrift Betekening stortingsbewijs e.a. => inbezitstelling Neerlegging deskundigenverslag voorlopige onteigeningsvergoeding Terechtzitting na deskundigenverslag Vonnis voorlopige onteigeningsvergoeding Herzieningsprocedure
60
GwH 8 december 2011 nr. 186/2011 rechtsplegingsvergoeding
◦ De in het ongelijk gestelde eigenaar/ onteigende is GEEN RPV verschuldigd (fase vrederechter). ◦ De kosten en erelonen van een advocaat houden rechtstreeks verband met de onteigening en dienen aldus te worden vergoed. ◦ Artikel 16 GW verzet zich er niet tegen dat deze kosten dmv de rechtsplegingsvergoeding forfaitair worden vergoed.
Cass. 5 mei 2006:
◦ vergoedbaarheid kosten technisch raadsman
Nieuwigheden Vlaamse reglementering
61
62
Wet van 17.04.1835 op de onteigening ten algemene nutte = ‘Gewone’ gerechtelijke onteigeningsprocedure
Wet van 27.05.1870 houdende vereenvoudiging van de administratieve formaliteiten inzake onteigening ten algemenen nutte; = Administratieve procedure (gemeenrechtelijke onteigening) Wet van 10.05.1926 tot instelling van een rechtspleging bij dringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte; Wet van 26.07.1962 betreffende de rechtspleging bij hoogdringende omstandigheden inzake onteigening ten algemenen nutte = onteigening bij hoogdringendheid (Vrederechter)
63
Decreet van 13 april 1988 tot bepaling van de gevallen en de modaliteiten waarbij de Vlaamse regering kan overgaan tot onteigeningen ten algemenen nutte inzake de gewestelijke aangelegenheden. Besluit van de Vlaamse Regering van 14 oktober 2011 inzake onteigeningen ten algemenen nutte ten behoeve van de gemeenten, de provincies, de autonome gemeentebedrijven, de autonome provinciebedrijven, de OCMW’s, de intergemeentelijke samenwerkingsverbanden en de provinciale ontwikkelingsmaatschappijen VERVANGT: ‘onteigeningsbesluit van 19.12.1991 Omzendbrief BB 2011/5 van 14 oktober 2011 inzake onteigeningne ten algemenen nutte ten behoeve van lokale overheden VERVANGT: Omzendbrief BA-99/01 dd. 23.02.1999 Omzendbrief HV 96/01 betreffende onderrichtingen inzake het verlenen van ministeriële instemming voor onteigeningen in het kader van huisvestingsprojecten
Decreet dd. 10 december 2010 = Invoeging Artikels 192 ter-192 quater in het gemeentedecreet – aanstelling landmeters
64
Afschaffing van de instemming van de functioneel bevoegde minister: enkel de minister voor Binnenlands Bestuur machtigt lokale besturen tot onteigening. De instemming van de functioneel bevoegde minister is niet langer vereist (BVR 10 oktober 2011)
Eén loket: Een onteigening gekoppeld aan een gemeentelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) wordt gemachtigd door de Minister voor binnenlands bestuur (art. 2.4.4§2 VCRO)
65
Vanaf 1 maart 2012 worden de onteigeningsdossiers behandeld door de provinciale afdelingen. De dossiers ter machtiging van onteigeningen moeten dan ook daar worden ingediend en niet meer op de centrale afdeling
66
OnteigeningsProcedure
Machtiging
Gemeenrechtelijke onteigening
Binnenl. Best.
Onteigening + gemeentelijk RUP
Binnenl. Best.
Onteigening NA gemeentelijk RUP
Binnenl. Best.
Onteigening + provinciaal RUP
Ruimtelijke Ord.
Onteigening NA provinciaal RUP
Binnenl. Best.
Onteigening NA gewestelijk RUP
Binnenl. Best.
Onteigening + rooilijnplan
Binnenl. Best.
Onteigeningsproc. = procedure RUP Oneigening NA rooilijnplan
Binnenl. Best.
Opmerking
Onteigeningsproc. = procedure RUP
decreetswijzig. Op komst
Behalve private buurtwegen: Vl. min. RO (wet 10.04.1841) wijziging om komst
67
Gemotiveerde onteigeningsbeslissing Onteigeningsplan Openbaar onderzoek Advies gewestelijk stedenbouwkundig ambtenaar Bodemattesten Schattingsverslag Begrotingsregeling Andere adviezen
ALLE INFO: http://binnenland.vlaanderen.be/onteigeningen
68
69
Voorstel 35: integreer onteigeningsplannen maximaal in de RUP-procedures. (een sectoraal onteigeningsplan kan immers niet worden vastgesteld in strijd met een definitief vastgesteld RUP dat een verordenend plan is). Voorstel 36: vereenvoudig grondig de problematiek van de Ministeriële machtigingen tot onteigening en tussenkomsten van functioneel bevoegd Ministers binnen de onteigeningsproblematiek en dit zowel voor onteigening door de Vlaamse overheid als deze voor lagere besturen.
70
Voorstel 37: versoepel de toelaatbaarheidsvoorwaarden voor de hoogdringende procedure
Voorstel 38: ondersteun de aankoopcomités
Voorstel 39: oprichting van een Vlaams aankoopcomité?
71
Voorstel van decreet dd. 31 januari 2012: Aan artikel 16 van de hoogdringende onteigeningswet dd. 26 juli 1962 wordt een vierde lid toegevoegd:
‘De vordering tot herziening kan niet leiden tot een vermindering van de door de vrederechter toegekende voorlopige vergoedingen’
Quasi-onteigening
72
73
Erfdienstbaarheid van openbaar nut: Een onroerende eigendomsbeperking die door of krachtens de wet in het algemeen belang wordt opgelegd. VS Quasi-onteigening: Dermate zware beperking van het beschikkingsrecht van de eigenaar dat elk nut verloren gaat, evenwel zonder formeel verlies van eigendom.
74
Erfdienstbaarheid ◦ ◦ ◦ ◦
Eigendomsbeperking Opgelegd door of krachtens de wet Algemeen nut Doorgaans geen vergoeding
Onteigening ◦ ◦ ◦ ◦
(544 BW)
(art 16 Grondwet)
Eigendomsoverdracht Opgelegd door of krachtens de wet Algemeen nut Billijke en voorafgaande schadevergoeding
75
Klassieke leer Cass.: GEEN vergoedingsplicht bij eigendomsbeperking ◦ Geen eigendomsontneming => art 16 GW nvt ◦ Art. 544 laat beperking toe
Arrest GwH 19 april 2012 nr. 55/2012: WEL vergoedingsplicht bij quasi-onteigening ◦ Artikel 16 GW is niet van toepassing. ◦ Beginsel van gelijke verdeling van openbare lasten => art. 10 en 11 grondwet.
76
CONCLUSIE arrest GwH 19 april 2012 nr. 55/2012:
“Krachtens het beginsel van de gelijkheid van
de burgers voor de openbare lasten kan de overheid evenwel niet zonder vergoeding lasten opleggen die groter zijn dan die welke een persoon in het algemeen belang moet dragen”
Zelfrealisatie
77
78
Artikel 2.4.3 §2, tweede lid VCRO:
“Wanneer de voorgenomen onteigening de ordening tot doel heeft van een gedeelte van het grondgebied dat bestemd is om verkaveld te worden met het oog op het oprichten van gebouwen voor huisvestings- of handelsdoeleinden, kan of kunnen de eigenaar of eigenaars die meer dan de helft van de oppervlakte van de in dat gebied begrepen gronden bezitten, vragen om, binnen de termijnen en onder de voorwaarden die de overheid heeft bepaald en voor zover ze er blijk van geven de nodige middelen te bezitten, belast te worden met de uitvoering van de voor die ordening vereiste werken en ook met de herverkavelings- en ruilverkavelingsverrichtingen. De aanvraag, vermeld in het tweede lid, moet, op straffe van verval, worden ingediend binnen drie maanden na de bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het besluit tot goedkeuring van het onteigeningsplan”.
79
Artikel 2.4.3 §2, vierde lid VCRO:
“Wanneer de onteigening de ordening tot doel
heeft van een gedeelte van het grondgebied dat krachtens een gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan daartoe aangeduid is, kan de eigenaar of kunnen de eigenaars onder de voorwaarden bepaald in het tweede en derde lid, vragen om met de uitvoering van de ordeningswerken te worden belast”.
80
Art. 2.4.3 §2, vijfde lid:
“In gevallen als bepaald in het tweede en het vierde lid zal de onteigenende overheid, op verzoek van de personen die met de ordening van de strook zijn belast, de daartoe vereiste onroerende goederen onteigenen, wanneer de onderhandse verkrijging daarvan onmogelijk is gebleken”.
81
Raad van State 4 december 2011: tussenarrest inzake zelfrealisatie => eindarrest verwacht: ◦ Vraag tot zelfrealisatie vanwege onteigende ◦ Geen reactie DUS: onwettigheid onteigening
Planologische neutraliteit
82
83
Artikel 2.4.6 §1, eerste lid VCRO:
“Bij het bepalen van de waarde van het onteigende perceel wordt geen rekening gehouden met de waardevermeerdering of vermindering die voortvloeit uit de voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan, voorzover de onteigening wordt gevorderd voor de verwezenlijking van dat ruimtelijk uitvoeringsplan”.
84
Arrest GwH dd. 8 december 2011, nt. 186/2011: bevestigt de grondwettigheid van dit principe
“Aangezien het door de realisatie van het ruimtelijk uitvoeringsplan middels de onteigening is dat de waarde van het onroerend goed ook daadwerkelijk wordt beïnvloed, is het billijk dat bij de vaststelling van de onteigeningsvergoeding geen rekening wordt gehouden met de waardevermeerdering of -vermindering die uit de verwezenlijking van die doelstelling voortvloeit”.
85
Pauze
Vernieuwde samenwerkingsmogelijkheden tussen gemeente en OCMW Laurent VAN ROSSOM Advocaat
86
Tendens: groeiende gemeente-OCMW
tussen
Groenboek Vlaamse Regering: stimuleren van samenwerking
Bestaande juridische samenwerkingsvormen
87
samenwerking
barrières
ingrijpen door decreetgever
voor
88
A. Algemeen ◦ Pro samenwerking: Samenhang op het vlak van politiek en financiën Verhoogde transparantie voor de burger;
Schaalvergroting waardoor efficiëntiewinsten kunnen ontstaan;
◦ Contra samenwerking: politisering sociaal beleid; Het verdwijnen van duidelijk loket voor de OCMW-klant; Een versnippering middelen waardoor minder slagkracht ontstaat; Verschillende kernopdrachten van gemeente en OCMW:
89
B. wettelijk vandaag
verankerde
samenwerkingsmogelijkheden:
◦ Samenhang tussen Gemeente-OCMW via Gemeentedecreet en OCMWdecreet:
Leden OCMW-raad (art. 6 OD); Samenroeping OCMW-raad door burgemeester en bijwonen OCMW-raad door burgemeester (art. 30 en 41 OD); Verdagen agendapunten OCMW-raad (art. 42 OD); Aantal schepenen GR bij aanduiding ondervoorzitters OCMW-raad;(art. 56 OD); Cumul functies secretaris en financieel beheerder (art. 75 OD); Zelfde RPR voor personeel gemeente en OCMW(art. 104 OD); Rol gemeente inzake de financiering, planning en financieel beheer OCMW (art. 144 e.v. OD); Beheer OG OCMW door gemeente (art. 198 e.v. OD); Inrichting gemeenschappelijke ombudsdienst (art. 204 OD); Oprichting van OCMW verenigingen goedgekeurd door GR (art. 219,220,224,237,239 en 244 OD); Controle door CBS op OCMW’s (art. 253,254,255 en 257 OD); Sluiten van beheersovereenkomsten tussen gemeente en OCMW (Titel IX GD); Voorzitter van het OCMW in CBS (verplicht vanaf 2013);
◦ Decreet Lokaal sociaal beleid (2004): “Sociaal Huis”
90
C. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden via de wijzigingen aan het Gemeente- en OCMW decreet ◦ Krachtlijnen van de wijzigingen: OCMW en gemeenten blijven twee aparte rechtspersonen; het strategisch sociaal beleid bij GR, de OCMW blijft bevoegd voor uitvoering van dat sociaal beleid; meer ruimte voor verzelfstandiging; optimalisering lokaal beheer en management; nieuwe samenwerkingsmogelijkheden niet verplichtend
91
C. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden via de wijzigingen aan het Gemeente- en OCMW decreet ◦ Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden: concreet 1. Samenstelling OCMW-raad 2. Agenda OCMW-raad 3. Cumul functie secretaris en financieel beheerder 4. Managementteams 5. Personeel: terbeschikkingstelling statutairen en overdracht statutairen/contractuelen 6. nieuwe OCMW-voorzitter bij onbestuurbaarheid gemeente 7. Werving en selectie personeel
92
C. Nieuwe samenwerkingsmogelijkheden via de wijzigingen aan het Gemeente- en OCMW decreet ◦ Terbeschikkingstelling en overdracht van personeel A) Ter beschikkingstelling/detachering statutair personeel
Aanvulling op terbeschikkingstelling contractueel gemeentepersoneel en OCMW personeel (Wet 24 juli 1987 en Organieke OCMW wet 1976) Uitzend bestuur blijft juridisch werkgever
B) Overdracht statutair personeel
Behoud loopbaan/rechten overdragend bestuur Bevordering/interne mobiliteit bij nieuw bestuur RPR nieuw bestuur
C) Overdracht contractueel personeel
Idem overdracht statutair personeel Instemming nodig van contractant Geen nieuwe aanwervings- of selectieprocedure Enkel voor contracten onbepaalde duur
93
Bevoegdheidsverdelende regels artikel 5§1, II, 2° BWHI
Beleid maatschappelijk welzijn naar behoudens federale uitzonderingen:
Gemeenschapen,
◦ De regeling over het bestaansminimum; ◦ Een aantal fundamentele beginselen van de OCMW wet 1976, welke het onderste vangnet van de sociale zekerheid uitmaken; ◦ De regeling op het ten laste nemen van steun;
Gemeenschappen: zo rekening houden met 3 principes: ◦ 1. elke gemeente moet bediend worden door een OCMW; ◦ 2. het OCMW heeft publieke rechtspersoonlijkheid; ◦ 3. de benaming OCMW moet behouden blijven;
94
Dus: De gemeenschapswetgever is wél bevoegd om de
Conclusie: een fusie gemeente – OCMW is in de huidige
OCMW’s te integreren met de gemeente, zolang maar een aparte rechtspersoonlijkheid (naam) en de daarmee gepaard gaande autonomie behouden blijft.
stand van de regelgeving niet mogelijk.
Enkel de federale overheid zou hiertoe kunnen overgaan door de artikelen 1 en 2 van de organieke OCMW wet in die mate te wijzigen dat de gemeente alle taken van het OCMW waarneemt.
95
Quid ? ◦
Voorwaarden: ◦
Enkel ter uitvoering van een welomschreven opdracht (deeltaak) die tot het taakgebied van de OCMW-sector behoort, alsook voor interne taken en voor leidinggevende, staf-, experten managementfuncties.
Voor samenwerking relevante kenmerken: ◦ ◦
Vorm van externe verzelfstandiging (conform OCMW-decreet): publiekrechtelijke vereniging
Ook andere openbare besturen, zoals gemeenten, kunnen erin deelnemen; De beheersorganen van zulke verenigingen kunnen aldus worden bevolkt door zowel gemeenteraadsleden als leden van de OCMW-raad, zonder dat de OCMW per se een meerderheidspositie moet bekleden in deze vereniging;
Interessant vanwege: ◦ ◦ ◦ ◦
OCMW’s kunnen psychologische veiligheid vinden in de nomenclatuur OCMW-vereniging; OCMW’s kunnen hun structuur en sociale dienst behouden; Gemeente kan tegelijkertijd zichzelf een meerderheidspositie waarborgen en zo de facto de ondersteunende diensten overnemen in een gekend publiekrechtelijk kader dit mogelijks zelf BTW voordelen in zich kan dragen;
96
Wijzigingen aan Gemeente- en OCMW decreet:
behoud huidige organieke kader, mét invoering verschillende inhoudelijk hefbomen ter bevordering van de samenwerking.
Positief: respect voor lokale autonomie besturen die keuze kunnen maken uit verschillende samenwerkingsmogelijkheden
Al bij al mager beestje ?
Voor volledige integratie is men afhankelijk van federale wetgever
Verhaalbaarheid van advocaatkosten in het kader van een administratieve aanvechting van een vergunningsbeslissingen en het toenemende belang van de natuurtoets bij dergelijke vergunningsbeslissingen Karin LIECKENS Advocaat
97
1. Toenemend belang van de natuurtoets bij vergunningverlening
Schema 1. 2. 3 4. 5. 6.
Inleiding Natuurtoets
Ratione materiae Ratione loci Vermijdbare schade Schorsings- en/of vernietigingsgrond
Toegenomen aandacht voor de natuur Vergunningverlening bv. realisatie project aanspraak op resterende open ruimte potentiële dreiging voor biodiversiteit, habitatstructuren,… Invoering natuurtoets
Definitie “In het geval van een vergunningsplichtige activiteit, draagt de bevoegde overheid er zorg voor dat er geen vermijdbare schade aan de natuur kan ontstaan door de vergunning of toestemming te weigeren of door redelijkerwijze voorwaarden op te leggen om de schade te voorkomen, te beperken of, indien dit niet mogelijk is, te herstellen.” (Art. 16 van het Decreet van 21 oktober 1997 betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu)
Integratiebeginsel
Soorten ◦ Algemene natuurtoets (art. 16) ◦ Verscherpte VEN-natuurtoets (art. 26bis) ◦ ‘Passende beoordeling’ SBZ (art. 36ter)
Individuele besluitvorming van besturen ◦ Vergunningverlening sensu lato ◦ Meldings- of kennisgevingsplichtige activiteiten ◦ NIET: plannen of programma’s
Minimumvereiste: risico op vermijdbare schade
Vlaams Gewest Ongeacht bestemming Ongeacht verenigbaarheid met planologische bestemming: bv. bouw containerterminal in gebied voor
milieubelastende industrie gepaard gaand met ontbossing (RvS nr. 189.801, 27 januari 2009)
Buiten natuurgebieden of buiten de groene en geelgroen ingekleurde bestemmingsgebieden (RvS nr. 204.673, 3 juni 2010)
= schade die kan worden vermeden door de activiteit op een andere wijze uit te voeren ≠ de exploitatie op een andere locatie inrichten (RvS nr. 165.664, 7 december 2006)
Bewijslast: aanvrager
Geen weigeringsverplichting Maatregelen opleggen om schade te - voorkomen; - beperken; of - herstellen Bv. boscompensatie (cf. volgende slide)
Bv. boscompensatie, i.c. 2x de te rooien oppervlakte.
Aantonen“ of de bebossing de op het betrokken terrein aan
de natuur berokkende schade kan worden geneutraliseerd” (RvS nr. 189.801, 27 januari 2009).
Nakoming moet blijken “zoniet uit het bestreden
(RvS nr. 213.379, 20 mei 2011) bv. advies Natuurpunt Risico: schorsing/vernietiging
besluit zelf, dan uit de stukken van het dossier”
Toenemende aandacht voor de natuur ~ toenemend belang natuurtoets Natuurtoets geldt in gans het Vlaamse Gewest Minimumvereiste: risico op ontstaan van vermijdbare schade Motiveringsvereiste
2. De verhaalbaarheid van advocatenkosten voor de Raad van State en de Raad voor Vergunningsbetwistingen
Schema 1. Inleiding 2. Forfaitaire RPV: kenmerken 3. Administratieve procedure en de verhaalbaarheid van advocatenkosten 4. Grondwettelijk Hof – ongelijke behandeling? 5. Van integraal naar forfaitair 6. Besluit
In het gelijk gestelde partij Procedure tot schorsing/nietigverklaring administratief rechtscollege (RvS, R.Vergb.) Kosten en erelonen advocaat verhalen quid? Dubbele procesgang Voorheen: integrale vergoeding (art. 1382 BW) Thans: rechtspraak Grondwettelijk Hof
Art. 1022 Ger.W. (i.w. 1/1/2008): “De
Kenmerken
rechtsplegingsvergoeding is een forfaitaire tegemoetkoming in de kosten en erelonen van de advocaat van de in het gelijk gestelde partij (…)
◦ Forfaitair ◦ ‘Volledige’ dekking (art. 1022, 6e lid Ger.W.) ◦ Kosten en erelonen advocaat. Niet onderhandelingen, aanmaningen, aangetekende zendingen, telefoonkosten,…
Parlementaire voorbereiding: “een gelijkaardige
Toekenning door RvS / R.Vergb.?
regeling zal worden uitgewerkt voor administratieve geschillen”
◦ Lex specialis derogat lex generalis (artikel 30, §§ 5-7 RvS-wet en artikel 66 van het algemeen procedurereglement; 4.8.26 VCRO). ◦ Dubbele procesgang
Grondwettelijk Hof 16.07.2009 Ongelijke behandeling: forfaitaire RPV (art. 1022 Ger.W.) – integrale vergoeding (art. 1382 BW)? “De verwijzende rechter zou de toepassing van [art. 1022, 6e lid Ger.W.] niet kunnen weren zonder een onverantwoord verschil in behandeling in het leven te roepen ten aanzien van een partij die in het gelijk wordt gesteld in een geschil met een administratieve overheid naargelang zij heeft geopteerd voor een beroep tot nietigverklaring voor de Raad van State of voor een vordering voor een justitiële rechter.”
Implicatie
Nietigverklaring bestuurshandeling ≠ in geld waardeerbare vordering (cf. art. 3 KB 26.10.2007) Minimum
Basisbedrag
Maximum
€82.50
€1.320
€11.000
Verhoging/verlaging in functie van: ◦ ◦ ◦ ◦
Financiële draagkracht Complexiteit procedure (!) Contractueel bepaalde vergoeding Kennelijk onredelijk karakter
Art. 1022 Ger.W. sensu stricto niet van toepassing op administratieve procedure MAAR: arrest Grondwettelijk Hof Rechtspraak zal volgen: integrale vergoeding forfaitaire vergoeding Dubbele procesgang blijft Voorstel de lege ferenda: einde aan anomalie bv. RPV op niveau administratief rechtscollege
Overheidsopdrachten en groepsaankoop – verzoenbaar of niet? Gitte LAENEN Advocaat-vennoot
11 9
-
-
120
Groepsaankoop / samenaankoop / gemeenschappelijke aankoop / … Vraagzijde aan de zijde van de ‘klanten’ wordt verenigd teneinde te kunnen genieten van de schaalvoordelen van de leveranciers/dienstverleners (lagere prijzen, betere voorwaarden, gedeelde kosten, …)
12 1
1.
2.
3.
Bestuur treedt op als “aankoopcentrale / opdrachtencentrale”; Bestuur treedt louter op als ‘makelaar’ in opdracht voor derden (particulieren) Bestuur treedt op voor zichzelf én voor derden-particulieren;
12 2
Art. 2,4°, Overheidsopdrachtenwet 2006:
“Een aanbestedende overheid in de zin van 1° die : leveringen of diensten verwerft die bestemd zijn voor aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten (aankoopcentrale = centrale
verwerft zelf, in eigen naam en voor eigen rekening, L/D/ die bestemd zijn voor andere AO’s)
OF overheidsopdrachten of raamovereenkomsten plaatst met betrekking tot werken, leveringen of diensten bestemd zijn voor aanbestedende overheden, overheidsbedrijven of aanbestedende entiteiten (opdrachtencentrale = centrale gunt, voor andermans rekening, opdrachten of sluit raamovereenkomsten mbt W/L/D/ die bestemd zijn voor andere AO’s);”
12 3
Aankoopcentrale • gunningsprocedure
uitvoering
gunning Contractuele band
Deelnemende besturen •Bestuur x
•Bestuur y •…
opdrachtnemer
12 4
Opdrachtencentrale •gunningsprocedure
Contractuele band
Deelnemende besturen •Bestuur x •Bestuur y •….
gunning
uitvoering opdrachtnemer
12 5
Toepassingsvoorwaarden?
Kan voor alle opdrachten; Overheid is zelf te kwalificeren als een “aanbestedende overheid” (gemeente, OCMW, …); Vrijstelling voor deelnemers (AO’s) om zelf een gunningsprocedure te organiseren (art. 15 Overheidsopdrachtenwet 2006); Rechtsvorm van de centrale: contractueel en/of rechtspersoon (meestal non-profit)? Voorafgaande instemming deelnemende besturen = aangewezen; Quid aansprakelijkheid van de centrale? Quid deelname private partners/particulieren als deelnemers?
12 6
Evaluatie?
In de praktijk interessant in het kader van schoolboeken, kantoormateriaal, medicijnen, meubilair,… Nuttige toepassing in combinatie met de raamovereenkomst; Onderworpenheid aan de wetgeving inzake overheidsopdrachten, want het gaat over een ‘overheidsopdracht’ (ovk ten bezwarende titel voor W/L/D tussen AO en derde – bestemd voor patrimonium AO’s);
12 7
-
-
Bestuur treedt op als loutere tussenpersoon en is geen contractspartij – eventueel aanstelling van een private onderneming (vb. iChoosr); Ten gunste van particulieren en professionelen; Middels het houden van een online-veiling – verschillende stappen: - Inschrijvingsperiode - online inschrijven bundeling; - Veiling – kwaliteitsvereisten – biedingen leveranciers/dienstverleners (bv. gedurende één dag); - Acceptatieperiode – na informeren bepalen inschrijvers vrij of ze willen instappen of niet;
12 8
Evaluatie - Geen overheidsopdracht – overheid koopt niet aan voor zichzelf; - Onderworpenheid aan WMPC 06.04.2010 ? - Vroeger: ‘verkoper’ / nu: ‘onderneming’ = alle natuurlijke of
rechtspersonen die op duurzame wijze een economisch doel nastreven – ‘economische activiteit’ = het aanbieden van goederen of diensten op een bepaalde markt ; - Overheidsinstelling = ‘onderneming’ voor wat betreft activiteiten die buiten hun wettelijke taak van algemeen belang vallen, want in concurrentie met andere marktspelers = in concreto toetsing – quid organisatie van groepsaankoop? – quid ingeval van een eenmalig aanbod?;
- Schending van WMPC 06.04.2010? – zie evolutie rechtspraak (Vz Kh Antwerpen, 19 november 2008; Vz Kh Oudenaarde, 29 januari 2009; HvB Gent 29 maart 2010, TGR 2010, p. 144-148; NJW 2011, nr. 234, p. 24-27) - Gemeenten/provincies; - OCMW’s (??) - Artikel 95 WMPC verbiedt elke met de eerlijke handelspraktijken strijdige daad waardoor een onderneming de beroepsbelangen van één of meerdere andere ondernemingen schaadt of kan schaden
12 9
Wat indien overheid groepsaankoop organiseert zowel met het oog op de verwerving van eigen leveringen/diensten als met de bedoeling om op te treden als makelaar voor derden? = geen aankoop- en opdrachtencentrale, want niet enkel ten gunste van aanbestedende overheden; = niet louter makelaar, want ook verwerving voor eigen patrimonium = overheidsopdracht ?
13 0
Kantoor te Mechelen
Kantoor te Brussel
Antwerpsesteenweg 16-18 B-2800 MECHELEN +32 15 404940 +32 15 276276
[email protected] www.gdena-advocaten.be
Wolvengracht 38 B-1000 BRUSSEL +32 2 410 10 66 +32 2 410 39 71
[email protected] www.gdena-advocaten.be