( ?VVg\Vc\ '& " hZeiZbWZg '%&%
=Zi i^_YhX]g^[i kVc YZ AK6<
8dbbZciVVg de _Z `aZY^c\ Bdd^Z bZa`bZ^h_Zh `g^_\Zc
\ZZc ed`YVa^\ j^iZga^_` 9Z V[YZa^c\hWjg`V Egd[^_iWZ\^chZa/ COV cZZbi VYk^ZoZc AK6< \ZYZZaiZa^_` dkZg
SEMINAR ‘DE FINANCIËLE JUNGLE VOOR DE STARTENDE MEDISCH SPECIALIST’ Uw bestaan als arts in opleiding zit er bijna op. Gaat u daarna als jonge klare werken in het vrije beroep? Kiest u voor een baan in loondienst in een algemeen of academisch ziekenhuis? De keuze is aan u. Om u bij deze belangrijke keuze te helpen, verzorgt Sibbing & Wateler c.s. op 9 oktober 2010 in Burgers’ Zoo te Arnhem het seminar ‘De financiële jungle voor de startende medisch specialist’. Belangrijke financiële en juridische aspecten komen deze ochtend aan bod. Uw gezin is op deze dag van harte welkom voor een bezoek aan Burgers’ Zoo.
EERSTVOLGENDE SEMINAR: 9 OKTOBER 2010
SCHRIJF U NU IN! Kijk op www.sibbing.nl voor een inschrijfformulier en meer informatie aan over het seminar. Na inschrijving ontvangt u het programma, het uitgebreide lesmateriaal en een routebeschrijving.
PRAKTIJKBEGELEIDING FINANCIËLE PLANNING ASSURANTIËN Telefoon: (0318) 544 044 - www.sibbing.nl
SIBBING & WATELER IS HOOFDSPONSOR VAN DE LVAG.
VOORWOORD
Colofon Redactie Daniël Dresden, hoofdredacteur Lisette Kunz, hoofdredacteur Daniëlle Jansen, eindredacteur Saskia Bulk Robert Minnee Janine Nuver Ralph Hartman, adviseur Redactieadres Bureau LAD public relations Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 02 F (030) 670 27 00 E
[email protected] Dagelijks bestuur LVAG Ingrid Desar, voorzitter Renske Scheenstra, vicevoorzitter Sjoerd Lagarde, penningmeester Addy van de Luijtgaarden, secretaris Annemarie van den Berg, lid Suzanne Booij, lid Laurien Daniels, lid Gabie de Jong, lid Inge de Jong, lid Monika Lens-Kerckhoffs, lid Tessa Nizet, lid Secretariaat LVAG Postbus 20058 3502 LB Utrecht T (030) 670 27 04 F (030) 670 27 00 E
[email protected] I lvag.nl
Hartje zomer, niks op tv, de staf op vakantie en beddensluiting: kortom de aios werkt 120%. Want de patiëntenzorg gaat toch echt door, ook als de baas op vakantie is. En een bed regelen kost nu minstens een uur extra. Geen komkommertijd voor aios dus! Normaal gesproken is ook politiek Nederland ’s zomers met reces. Maar dit jaar is dat anders; de kabinetsformatie is in volle gang. Misschien is tegen de tijd dat deze AIOS op je deurmat ligt het wel duidelijk of er een kabinet met of zonder Wilders gaat komen. En zoals het er nu naar uitziet, is de kans groot dat demissionair minister Klink van het CDA het ‘demissionair’ weer mag schrappen. Wilders en Klink zullen heel wat uit te vechten hebben. De Nederlandse zorg gaat, ook na de komkommertijd, een interessante periode tegemoet. Moeten alle specialisten in loondienst? En hoe loopt het af met de generieke kortingen? Ondertussen doen wij als LVAG ons uiterste best om maximaal gebruik te maken van deze politieke ‘gevechten’. Want samen met De Jonge Orde strijden wij ervoor om de invoering van het profijtbeginsel (principe dat de aios zelf (een deel van) zijn opleiding gaat betalen) van de politieke agenda’s af te krijgen. Ook geen komkommertijd voor de LVAG dus. Lees in deze AIOS de laatste ontwikkelingen. Mocht je toch wel een beetje (komkommer)tijd voor jezelf hebben weten te bemachtigen, dan ligt er weer een prachtige AIOS voor je om eens lekker door te lezen. Komkommertijd of niet, ik wens je een goede (na)zomer toe! Ingrid Desar, voorzitter LVAG
Uitgever LVAG, Utrecht Pre-press en drukwerk Drukkerij Het Centrum Utrecht BV Fotografie omslag Jeroen van den Boer Ontwerp Advertentie-exploitatie BuitenZinnen Sabine Kaim Anke Asselman Hooghiemstraplein 121 3514 AZ Utrecht T (030) 271 43 30 F (030) 271 02 65 M 06 21 81 57 88 E
[email protected] I buitenzinnen.com
Inhoud LVAG-nieuws Peildatum Opleidingsfonds Nieuwe bestuursleden stellen zich voor De Meester & De leerling Creatieve schrijvers gezocht Buitenland: Een enerverend verblijf als arts, onderzoeker en student in Oxford LVAG slaat eerste bres in profijtbeginsel Bijtanken… met ChunYu Wong E-portfolio ook schoenendoos met bewijsmateriaal? Problemen op of vragen over je werk en/of opleiding? Geneesheer: Mooie melkmeisjes krijgen geen pokdalig uiterlijk Aiosdag Column: De afdelingsburka
pag. 2 3 4 6 9 10 12 14 16 19 21 23 24
september 2010
1
VERENIGINGSNIEUWS
LVAG-nieuws In deze rubriek zet het LVAG-bestuur het belangrijkste nieuws kort voor je op een rijtje.
Kwaliteit en wetenschap Symposium Teach the aios (TTA) In de vorige AIOS kondigden we het al aan: het komende TTA wordt anders dan anders. We zullen het symposium benutten om ons vijftigjarige (!) lustrum te vieren, om jullie beter te leren kennen en om Nederland te laten zien wie de aios zijn. Daarom is het TTA verplaatst naar maart 2011. Meer weten? Houd onze website lvag.nl in de gaten! Ook in de volgende AIOS lees je meer over onze plannen. Opleidingsprijs In 2009 was dr. Robert Pierik, chirurg in de Isala klinieken in Zwolle, de eerste trotse winnaar van de Opleidingsprijs. De prijs is bedoeld om die instellingen en opleidersteams te belonen die een voorbeeld zijn voor anderen op het gebied van onder andere kwaliteit, arbeidsomstandigheden en betrokkenheid. Inmiddels zijn de nominaties voor 2010 binnen; jullie droegen ongeveer negentig opleidingen voor. Hieruit blijkt hoezeer de prijs leeft onder jullie! Benieuwd wie dit jaar het prachtige compliment van alle Nederlandse aios én een aanzienlijk geldbedrag in ontvangst mag nemen? De prijs wordt door niemand minder dan dr. Els Borst uit-
2
september 2010
gereikt. Schrijf je snel in voor de Aiosdag op zaterdag 6 november 2010!
twee jaar. Een derde fase leidt op tot een superspecialisatie en met name deze fase zou privaat kunnen worden gefinancierd.
Opleiding NFU-rapport De medisch specialist van straks De Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU) heeft recent een discussienotitie uitgebracht waarin zij verregaande wijzigingen in de opleiding tot medisch specialist voorstelt. Alhoewel de LVAG waardeert dat de NFU buiten de gebaande paden durft te denken, baren enkele voorstellen ons zorgen. De federatie stelt voor om de opleiding op te delen in een tweejarige profielregistratie (snijdend, beschouwend, ondersteunend of psychiatrie), al dan niet gevolgd door een specialistisch profiel van
Maar wat voegt het profiel toe aan de coschappen? En wat kan een arts na de profielregistratie? En wil een anios wel solliciteren naar een tweejarige opleiding? En wat is de kwaliteit van een specialist die niet zes, maar vier jaar opleiding heeft genoten? In een brief aan de NFU vroegen we te reageren op deze vragen. We wezen de federatie er bovendien op dat de LVAG pertinent tegen elke vorm van een nog grotere financiële bijdrage van aios is. We houden jullie op de hoogte. Lees de brief aan de NFU op je
Kernpunten • • • •
Het symposium Teach the aios is verplaatst naar maart 2011 in verband met het vijftigjarig bestaan van de LVAG. Op 6 november 2010 wordt de Opleidingsprijs weer uitgereikt. De LVAG heeft met succes kritiek geleverd op het plan van het profijtbeginsel. De LVAG heeft gereageerd op een voorstel van de NFU om de opleiding tot medisch specialist flink te wijzigen.
VERENIGINGSNIEUWS
Peildatum Opleidingsfonds Belangrijk! De peildatum van het Opleidingsfonds nadert weer. Op 31 oktober 2010 wordt aan de hand van de geregistreerde opleidingsplannen bij de Medisch Specialisten Registratie Commissie (MSRC) de vergoeding van het Opleidingsfonds voor heel 2011 geregeld. Zorg ervoor dat je opleidingsschema vóór 31 oktober is goedgekeurd door de MSRC. Houd daarbij rekening met een periode van zes weken die de commissie nodig heeft om je plan te beoordelen.
gemak door op onze website lvag.nl.
(Advertentie)
Arbeidsomstandigheden Profijtbeginsel In de vorige AIOS besteedden we al uitgebreid aandacht aan de dreiging van het zogenaamde profijtbeginsel. Aios zouden (een nog groter deel van) de opleiding tot medisch specialist zelf moeten gaan betalen. Een rapport van de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) vormde de basis voor deze plannen. Op pagina 12 lees je hoe de LVAG met succes kritiek leverde op het rapport zodat het profijtbeginsel nu op een duidelijk zwakker fundament staat. De komende tijd doen we, samen met De Jonge Orde, alles wat we kunnen om de plannen van de NZa verder te blokkeren.
Ken jij Lareb al? Het Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb bewaakt de veiligheid van geneesmiddelen door registratie en analyse van bijwerkingen. Als arts zul je vaak te maken krijgen met bijwerkingen. Maak daarom nu vast kennis met
Ingrid Desar, voorzitter LVAG Addy van de Luijtgaarden, secretaris LVAG
de vernieuwde website vol informatie, literatuur en inzage in onze databank.
Nederlands Bijwerkingen Centrum Lareb Goudsbloemvallei 7, 5237 MH ’s-Hertogenbosch
september 2010
3
VERENIGINGSNIEUWS
Nieuwe bestuursleden stellen zich voor Het bestuur van de LVAG verwelkomt drie nieuwe bestuursleden: Gabie de Jong, Inge de Jong en Laurien Daniels. Wie schuilen er achter deze personen en wat kun je van hen verwachten? Een korte introductie.
van arts-assistenten in het OLVG in het overleg met de vakgroep Interne Geneeskunde.
Inge de Jong
Voor de LVAG zal ik me vooral met de pr gaan bezighouden. Niet onbelangrijk gezien de roerige tijden rondom de medisch specialist (in opleiding). Met name door het profijtbeginsel – een plan om aios zelf mee te laten betalen aan hun opleiding – en het plan om de numerus fixus af te schaffen, zullen we ons nog professioneler moeten gaan opstellen.
Van 2000 tot 2006 heb ik in Leiden geneeskunde gestudeerd. Na een wereldreis, een onderzoeksperiode in Boston en een korte periode als anios te hebben gewerkt, ben ik in 2008 aan mijn opleiding tot internist begonnen in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amsterdam. Ik (28 jaar) zit nu in het derde jaar van mijn opleiding en werk momenteel in het Onze Lieve Vrouwe Gasthuis (OLVG). Ik heb me altijd graag beziggehouden met bestuurswerk. In mijn studententijd ben ik onder andere vertegenwoordiger geweest van een grote groep medisch studenten die een bijbaantje hadden bij de BIS Foundation (sinds januari 2010: Stichting NBFBIS), een stichting van de Nederlandse Transplantatie Stichting (NTS). Nu behartig ik de belangen
4
september 2010
Laurien Daniels Mijn naam is Laurien Daniels (29 jaar). Ik heb van 2000 tot 2007 gestudeerd in het Academisch Medisch Centrum (AMC) in Amster-
dam. Daarna heb ik een jaar als anios interne geneeskunde en een jaar op de intensive care (IC) gewerkt. Inmiddels ben ik in opleiding tot radiotherapeut in het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC). Tijdens mijn studie heb ik bij de MFAS (Medische Faculteit der Amsterdamsche Studenten), de studievereniging van het AMC, in een aantal commissies gezeten en een jaar bestuur gedaan. Hierbij heb ik me met name beziggehouden met de portefeuille onderwijs. Nu ben ik lid geworden van het dagelijks bestuur van de LVAG, omdat ik het belangrijk vind dat wij aios invloed hebben op de structuur en de kwaliteit van onze eigen opleiding. Ik zal naast de bestuurswerkzaamheden namens de LVAG deelnemen aan een aantal commissies die gaan over vorm en inhoud van onze opleiding tot medisch specialist. Denk daarbij aan het Etalageproject (waarin de keuzevrijheid van aios voor differentiatiestages uitgebreid wordt naar buiten de eigen regio), de Raad voor Wetenschap, Opleiding en Kwaliteit (WOK) en de Stuurgroep Implementatie Modernisering Medische Vervolgopleidingen.
vervolg op pagina 9
,6!' '!!4 /. 4/52 Reserveer de maand
maart 2011 alvast in je agenda, want Teach the Aios komt naar je toe! Wie: voor aios en anios Wat: een minisymposium Waar: in of nabij het UMC in Amsterdam (VU en AMC), Groningen, Leiden, Maastricht, Nijmegen, Rotterdam en Utrecht Wanneer: een donderdag- of vrijdagavond in maart
De LVAG bestaat 50 jaar en zet aios in de spotlights! In samenwerking met de KNMG, het CBOG en de assistentenverenigingen van de UMC’s organiseren we de Maand van de aios in maart 2011. Tijdens de Maand van de aios vindt in of nabij elk UMC een minisymposium voor aios plaats met praktische tips en antwoorden op urgente vragen. Vragen als: Wat zijn de mogelijkheden om parttime te werken? Hoe vind ik een goede balans tussen privé en werk? Moet ik straks echt voor mijn opleiding betalen? Wat bieden we? Een hele nuttige avond met tips en trucs om het beste uit je opleiding te halen zonder dat het een cursus- of weekenddag kost! Én een gezellige avond met de gelegenheid om ervaringen uit te wisselen, en te borrelen met je collega’s. Het minisymposium is één van de activiteiten tijdens de Maand van de aios. Ook op andere manieren word je in maart 2011 in het zonnetje gezet. Houd onze website de komende tijd in de gaten!
Kijk voor het programma en data op www.lvag.nl
De meester & De leerling PERSONALIA Henk Reesink, 68 jaar
Annikki de Niet, 28 jaar
WERKADRES AMC, afdeling Maag- Darm- en Leverziekten, sinds 1983
AMC, afdeling Maag- Darm- en Leverziekten, sinds 2009
STUDIE 1961-1969 geneeskunde Universiteit van Amsterdam (UvA) OPLEIDING 1979-1983 interne geneeskunde Universiteit van Amsterdam (UvA) PROEFSCHRIFT 1980 Studies on transmission and prevention of hepatitis B
BEWONDERT Organisaties waar creativiteit en originaliteit een maximale uitlaatklep hebben. ERGERT ZICH AAN Bureaucratie, ambtelijkheid KLEINE GENOEGENS Boeiende discussies tijdens een diner met een goed glas wijn
2000-2006 geneeskunde Rijksuniversiteit Groningen (RUG) Nog niet
New treatment strategies directed to viral clearance in chronic hepatitis B with a special focus on immunologic mechanisms, verwachte promotie begin 2013 Mijn vrienden en hun talenten
Arrogantie Een goed stukje muziek
GAAT IN TWEEDE LEVEN Waarschijnlijk hetzelfde met meer juridische/economische achtergrond
Architect of dj worden, zodat ik meer van mijn creativiteit gebruik kan maken
MEEST ONTSPANNENDE Beheersjacht op grote hoefdieren op de ACTIVITEIT Veluwe
Reizen en piano spelen
ONHEBBELIJKHEDEN Ongeduldigheid BESTE EIGENSCHAP Organiseren
6
september 2010
Ongeduldigheid Eerlijk
Wat maakt het vak maag-, darm- en leverziekten (MDL) zo boeiend? Reesink: Het onderzoek naar virale hepatitis heeft verbindingen met de moleculaire virologie en experimentele immunologie. Sinds ik bij de bloedbank in Amsterdam heb gewerkt (waar ik jarenlang medisch directeur was), is mijn aandachtsgebied vooral de door bloed overdraagbare infectieziekten, waaronder virale hepatitis B en C. Op dit moment is er een enorme ontwikkeling gaande op het gebied van nieuwe medicijnen die ingrijpen in de levenscyclus van het hepatitis C virus en daarmee de replicatie van het virus blokkeren. In zogenaamde early development trials (fase 1) worden deze medicijnen in het Academisch Medisch Centrum (AMC) getest op veiligheid en effectiviteit. Hierdoor zit je voor je gevoel bij de bron van nieuwe ontwikkelingen. De Niet: Naast de beschouwende geneeskunde houd ik ook van actie. Vandaar dat het vak MDL goed bij mij past. Daarnaast heb ik als arts-assistent onder andere gewerkt bij interne geneeskunde en MDL. Ik vond het denkproces rondom de diagnostiek en het vervolgens zelf uitvoeren leuk. Dit totaalplaatje geeft een bevredigend gevoel. Wat is over tien jaar de belangrijkste ontwikkeling in de MDL? Reesink: Hepatitis C zal grotendeels behandelbaar c.q. te genezen zijn middels patiëntvriendelijker behandelingen. Hepatitis B heeft een langere adem nodig, waarbij nog veel onderzoek nodig zal zijn. Nu zijn we aan het onderzoeken wat er precies gebeurt wanneer het hepatitis B virus geklaard wordt. Eigenlijk weten we daar nu nog niets van, hopelijk is daar over tien jaar meer over bekend. De Niet: Die belangrijkste ontwikkeling vindt natuurlijk plaats op het gebied van virale hepatitis. Over tien jaar kan hepatitis C misschien wel genezen worden. Bij hepatitis B is dat een ander verhaal. In een recente studie hebben we mensen met actieve hepatitis B behandeld met een combinatie van medicijnen, waardoor ongeveer een kwart van de patiënten genas. Ik verwacht dat deze combinatietherapie verder uitgebreid gaat worden, zodat dit percentage verder zal stijgen. Daarnaast zal er meer bekend worden omtrent de precieze immunologische werkingsmechanismen achter deze combinatiebehandeling. Onderzoek, onderwijs of patiëntenzorg? Reesink: De combinatie maakt het vak divers en daardoor boeiend. Vroeger was ik meer bij de patiëntenzorg betrokken. Nu ik boven de 65 jaar ben, doe ik nog twee poli’s en kan ik me meer richten op het onderzoek. De Niet: Mij lijkt de combinatie van alle drie erg leuk. In de kliniek word je meer geleefd en bepaalt het schema jouw tijd. Bij het onderzoek word je juist geprikkeld om zelf actief een plan te trekken. Voor mij staat patiën-
tenzorg bovenaan. De afwisseling met onderzoek vind ik zeer uitdagend. Tevens heb ik er lol in om enthousiaste studenten te begeleiden. Hoe omschrijf je je assistententijd? Reesink: Ik vond het een hele leuke tijd, ondanks dat ik tien jaar ouder was dan de meeste andere assistenten. Tijdens mijn assistententijd ben ik gepromoveerd. Daardoor was het in het eerste jaar erg druk. Wat me met name bijgebleven is, waren de diverse culturen tussen de paviljoens in het Wilhelmina Gasthuis (WG). Negentiende-eeuwse ruimtes met allemaal tussenverdiepingen maakten het werken bijzonder. De Niet: Voordat ik met mijn promotie begon heb ik bijna twee jaar in de kliniek gewerkt bij interne geneeskunde en op de intensive care. Een hele leerzame tijd, met name het langer volgen van patiënten, waar je bij je coschappen niet aan toe komt. Maar ook de hoeveelheid communicatielijnen binnen het ziekenhuis vond ik heel leerzaam. Soms was het ook wel moeilijk, omdat ik nog niet zo goed wist welke richting ik uit wilde.
&
Hoe omschrijf je de ander? Reesink: Annikki is prettig om mee samen te werken. Ze is goed georganiseerd en combineert een grote werkdrift met creativiteit. In mijn ogen is zij een bright student die zich breed ontwikkelt. De Niet: Hij is een echte die hard, hij gaat net zo lang door tot hij heeft bereikt wat hij voor ogen heeft. Hij heeft ondanks zijn pensioengerechtigde leeftijd veel enthousiasme en plezier in zijn werk. Hij vindt het erg leuk om jonge mensen te begeleiden en ziet ons eigenlijk als zijn ‘kinderen’. Daarnaast is hij eerlijk en humoristisch. Hoe ziet de ideale leerling resp. meester eruit? Reesink: De ideale leerling is naast onderzoek ook betrokken bij patiëntenzorg. De ideale meester moet tot zekere hoogte laagdrempelig benaderbaar zijn. Daarnaast moeten er doelstellingen geformuleerd en gerealiseerd worden middels periodieke gesprekken en afspraken om de totstandkoming van een proefschrift mogelijk te maken. De Niet: De ideale leerling is enthousiast, leergierig, kritisch en zorgvuldig. Hij moet een drive hebben om een onderwerp helemaal uit te zoeken. Daarnaast is een brede ontwikkeling erg belangrijk. De ideale meester moet het overzicht houden, stimuleren en vertrouwen geven. Tevens komt een dosis humor zeer van pas.
Robert Minnee
september 2010
7
PLAN UW TOEKOMST MET EEN MEDISCH PRAKTIJK PLAN Tijdens de masterfase of specialisatie van je medische studie is een werkweek van 70 uur geen uitzondering. Helaas stijgt je inkomen nauwelijks, terwijl het spitsuur in je leven is. Misschien wil je een huis kopen, samenwonen, trouwen of kinderen. Speciaal voor jou is er een Preferred Banker die je graag adviseert over onderwerpen als hypotheken, investeren en verzekeren.
KIJK OP ABNAMRO.NL/AIOS OF MAAK EEN AFSPRAAK MET EEN VAN ONZE PREFERRED BANKERS
VERENIGINGSNIEUWS
Mijn naam is Gabie de Jong (29 jaar) en ik ben aios chirurgie in het Universitair Medisch Centrum (UMC) St Radboud. Na een gezellige studententijd in Nijmegen, heb ik drie jaar met veel plezier promotieonderzoek gedaan naar adjuvante therapie na resectie van colorectale levermetastasen. Daarna ben ik gestart met de opleiding Heelkunde.
Gabie de Jong
Naast de dagelijkse perikelen op de afdeling heb ik het altijd interessant gevonden om te kijken hoe het Nederlandse zorgstelsel in het algemeen functioneert en welke discus-
sies de boventoon voeren. Hoe wordt de klinische praktijk beïnvloed door politieke beslissingen en op welke manier kunnen de medische professionals zorgen dat de bestuurders op de hoogte zijn van de gang van zaken en behoeftes op de werkvloer? Zo was ik een tijd lid van het KNMG Studentenplatform en voorzitter van de arts-assistentenvereniging van het UMC St Radboud. De LVAG is voor mij dus een logische vervolgstap en ik verheug mij dan ook op mijn (toekomstige) functie.
Creatieve schrijvers gezocht Ben je arts (niet) in opleiding tot medisch specialist of een (bijna) afgestudeerde coassistent? Is schrijven je passie en wil je je horizon verbreden? Kom dan bij de redactie van AIOS! Wij willen onze redactie, die bestaat uit twee hoofdredacteuren, een eindredacteur, vier redacteuren en een contactpersoon vanuit de LVAG, uitbreiden. De redactie, dus ook jij als redacteur, is verantwoordelijk voor de inhoud, vormgeving en verdere ontwikkeling van het tijdschrift. Je houdt je bezig met onderwerpen als arbeidsomstandigheden, opleiding, zorgkwaliteit, wetenschap, rechtspositie, geneeskunst en onderzoek. Je schrijft artikelen (o.a. thema-artikelen en artikelen voor vaste rubrieken) en interviews. Bij thema’s moet je denken aan financiën en werk. Wij zoeken We zijn op zoek naar een enthousiaste en creatieve a(n)ios of (bijna) afgestudeerde coassistent, die affiniteit heeft met taal en schrijven,
graag wil samenwerken en vier maal per jaar de redactievergadering in Utrecht wil bijwonen. Wij bieden Je maakt deel uit van een professionele en gedreven redactie. Je kunt je stempel drukken op het tijdschrift dat 5.500 a(n)ios lezen. Je kunt meer halen uit je schrijfkunst. Je wordt begeleid door twee hoofdredacteuren en de eindredacteur. En
je verbreedt je kennis over alles wat maar raakvlakken heeft met a(n)ios. Interesse Interesse? Mail dan zo snel mogelijk je motivatie en eventueel je cv naar
[email protected]. Meer informatie? Neem dan contact op met Lisette Kunz of Daniël Dresden, hoofdredacteuren,
[email protected] of
[email protected]
AIOS is de officiële uitgave van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in Opleiding (LVAG). Het richt zich op artsen (niet) in opleiding tot medisch specialist. Het tijdschrift bestaat naast het verenigingsnieuws uit artikelen en berichten die betrekking hebben op de maatschappelijke, rechtspositionele en economische belangen van a(n)ios in Nederland en het functioneren van de opleiding tot medisch specialist. AIOS komt vier maal per jaar uit.
september 2010
9
BUITENLAND
Een enerverend verblijf als arts, Hilde Jalving is vierdejaars aios interne geneeskunde in het Universitair Medisch Centrum Groningen (UMCG). Als onderdeel van haar opleiding liep zij stage in een National Health Service-ziekenhuis in Oxford, Engeland. Dit bleek een kennismaking met dr. Ebstein, epo-nurses en haantjesgedrag.
Hilde had zich steeds voorgenomen een deel van haar opleiding in het buitenland te doen. Toen haar vriend als onderzoeker in Oxford ging werken, was dit een stimulans om het ook écht te gaan regelen. “Zo was het extra speciaal”, licht Hilde toe.
heeft gewoond, moest er toch ook een beetje gestudeerd worden op de Engelse taal. “Mijn ‘gewone’ Engels is natuurlijk prima, maar de medische termen moest ik wel weer leren. Ik wist bijvoorbeeld niet precies hoe ik naar iemands ontlasting of mictie moest vragen.” Petje af voor de lezers die al weten hoe je dit netjes doet, namelijk: ‘Have you opened your bowels?’ en ‘Are you passing water?’!
“In Oxford is het cool om iets goed te kunnen.”
Haantjesgedrag Van april 2008 tot en met mei 2009 woonde en werkte ze in Oxford. De eerste acht maanden deed ze stages hematologie en nefrologie. “Bij hematologie werkte ik als fellow en deed ik ‘s middags poli. Bij nefrologie werkte ik meer als zaalarts.” Hilde is vooral erg onder de indruk van de theoretische kennis van de Engelse collega’s. “Zij weten echt heel veel. Mijn beeld is wel enigszins gekleurd, omdat ik in Oxford verbleef, waar topstudenten studeren en later gaan werken. Ik had daardoor snel het gevoel tekort te schieten. Ik heb heel hard zitten studeren om een beetje het gevoel te hebben dat ik het bij kon benen, qua kennis.” De grote waardering voor kennis ligt ook veel meer in de Engelse cultuur. “In Oxford is het cool om iets goed te kunnen. Er heerst haantjesgedrag”, lacht Hilde. Hoewel Hilde in haar eerste levensjaar met haar ouders naar Engeland verhuisde en daar tot haar veertiende
10
september 2010
Hiërarchie De hiërarchie in een Engels ziekenhuis is groter dan in Nederland. Er zijn verschillende lagen artsen en de consultant spreek je niet tegen. “Van mij accepteerden ze dat trouwens wel”, vertelt Hilde. “Het was me niet duidelijk of dat was omdat ik niet-Engels was of omdat ze het wel fijn vonden om eens tegengas te krijgen.” Een wekelijkse grote visite en de ochtendoverdracht tussen verschillende specialismen kennen ze in Engeland niet. Hierdoor is er geen vast moment om kritische vragen over het beleid te stellen. Elke patiënt heeft zijn eigen specialist die de beslissingen neemt en die ook voor de patiënt zorgt als hij of zij wordt opgenomen. “Het handige hiervan is dat het voor de patiënt op elk moment duidelijk is wie zijn behandelaar is.” Een voordeel van de hiërarchische structuur is volgens Hilde verder, dat je niet in het diepe wordt gegooid maar geleidelijker wordt losgelaten als jonge dokter. Je zult dan niet zo snel afknappen, zoals soms gebeurt in Nederland. “Daardoor houd je goede dokters binnen, die je anders zou verliezen, en heb je meer tijd voor verdieping”, vindt Hilde.
Epo-nurses en dr. Ebstein Het Engelse ziekenhuis waar Hilde werkte, was oud en de logistiek slecht, waardoor zaken vaak inefficiënt ver-
onderzoeker en student in Oxford liepen. “Ik moest letterlijk met mijn briefje naar de radioloog toelopen en dan smeken om een echo. Hier was je al snel een uur mee bezig. Omdat er vrij veel dokters waren en iedereen ontzettend begaan was met de patiënten, kwam het uiteindelijk wel goed.” Opvallend vond Hilde ook de specialisering van de verpleegkundigen, die veel meer carrièremogelijkheden hebben. “Er waren verpleegkundigen uitsluitend voor het inbrengen van centraal veneuze katheters, veel onderzoeksverpleegkundigen en epo-nurses die gespecialiseerd waren in de epo-voorschriften.” Hierdoor raakte het werk wel wat versplinterd en bleven de minder goede verpleegkundigen over voor het werk op de verpleegafdeling.
tjes op de verschillende colleges van de universiteit. Naast het collegeleven was er ook tijd om te genieten van andere aspecten van de Engelse cultuur. Ze vertelt verder: “We zijn regelmatig langs de rivier naar de Engelse pubs gewandeld en hebben veel geklommen en gewandeld, onder andere in Wales (Snowdonia). Bovendien ligt Oxford op slechts een uur reizen van Londen, dus ook daar waren we regelmatig voor concerten en theatervoorstellingen, zoals die van de verschillende Shakespeare Companies.”
“Je ziet wat wij in Nederland goed doen, en wat beter zou kunnen.”
Voor Hilde werkte het stimulerend dat er diverse bekendheden rondliepen in het ziekenhuis. Zo hield dokter Ebstein van het welbekende virus kantoor op de vierde verdieping! Bovendien waren de artsen zich veel bewuster van hun geschiedenis en die van de geneeskunde. “Het is goed om je te realiseren welke bijdrage je eigen land of je eigen kliniek heeft gehad”, meent Hilde.
“We waren echt een toeristenattractie!” Toeristenattractie De laatste zes maanden van haar verblijf in Oxford deed Hilde onderzoek in een laboratorium en maakte daar lange dagen. “Iedereen werkte keihard en resultaten werden pas gepubliceerd als ze ook echt goed waren. In Oxford kun je dus vier jaar promotieonderzoek doen en geen enkel artikel publiceren. Ook speelt de politiek een grote rol. Men is erg bang dat onderzoeksideeën gestolen worden.” Geweldig vond Hilde de grote hoeveelheid kennis en expertise van de tientallen toponderzoeksgroepen. Ten slotte volgde Hilde in deeltijd een tweejarige masteropleiding in Experimental Therapeutics aan de universiteit van Oxford. Hiermee was ze in Nederland al begonnen. “Vooraf was er een inauguratieceremonie, waarbij we met zo’n vierkant petje en cape door Oxford liepen. We waren echt een toeristenattractie! Ik ben inmiddels geslaagd en ga binnenkort mijn diploma halen. Dan krijg ik een luxere cape. Ook dat is hiërarchie!” Omdat Hilde juist veel met de Engelsen zelf werkte, werd ze bij hun leven betrokken. Via collega-studenten en -artsen werd ze uitgenodigd voor bijvoorbeeld eten-
Perspectief Door haar ervaringen in Engeland kan Hilde zaken nu beter in perspectief plaatsen: “Je ziet wat wij in Nederland goed doen, en wat beter zou kunnen.” Had ze eigenlijk niet langer willen blijven? “Ik mocht daar blijven om in opleiding te gaan en heb daar zeker over nagedacht. Maar werken in Nederland heeft ook veel voordelen. De werksfeer is hier iets prettiger en meer ontspannen en ik heb meer dan voldoende uitdaging. Ik heb het dus ook weer prima naar mijn zin in Nederland!” Janine Nuver
september 2010
11
VERENIGINGSNIEUWS
LVAG slaat eerste bres in fundamenten profijtbeginsel In 2009 opende de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) de discussie over de invoering van het profijtbeginsel. Dat deed zij met behulp van het consultatiedocument Marktimperfecties in de medisch specialistische zorg.
In het rapport nam de NZa aan dat er in Nederland een tekort is aan medisch specialisten, met onder meer een te sterke onderhandelingspositie van die specialisten als gevolg. Daarom deed de zorgautoriteit de aanbeveling een overschot aan medisch specialisten op te leiden door de numerus fixus af te schaffen en het aantal opleidingsplekken fors uit te breiden. De kosten van deze plannen zouden door de aios zelf moeten worden gedragen vanuit de gedachte dat het ook de aios is die de vruchten plukt van zijn opleiding. Furieus De LVAG reageerde furieus op het rapport van de NZa. Het meest verontrustende vonden wij dat de zorgautoriteit geen aandacht had voor de negatieve gevolgen van een ongelimiteerde uitbreiding van het aantal opleidingsplaatsen voor de onderwijskwaliteit voor aankomend artsen en medisch specialisten. Geneeskunde leer je tenslotte door veel te zien en te doen onder directe supervisie. Dat vereist kleinschaligheid. Bovendien beargumenteerden we uitgebreid dat de aios geen student is, maar een zorgprofessional die wezenlijk bijdraagt aan de zorgproductie. Daarnaast draagt de aios al bij aan zijn eigen opleiding. De suggestie om die bijdrage nog verder te
12
september 2010
Kernpunten •
•
•
•
Het profijtbeginsel houdt in dat de numerus fixus wordt afgeschaft, het aantal opleidingsplaatsen fors wordt uitgebreid en de aios (een deel van) zijn opleiding zelf moet betalen. De LVAG heeft boos gereageerd op een rapport met deze plannen van de NZa, omdat het ten koste gaat van de onderwijskwaliteit en de aios al bijdraagt aan zijn eigen opleiding. De plannen van de NZa zijn genuanceerd: 1. De opleidingskwaliteit moet gewaarborgd worden. 2. Het aantal geneeskundestudenten mag toenemen, zonder afschaffing van de numerus fixus. 3. Het opleidende ziekenhuis en de overheid zouden een deel van de opleiding van de aios moeten financieren; de geldstroom moet wel goed gecontroleerd worden. De NZa wil toch geleidelijk tot invoering van deze plannen komen, samen met De Jonge Orde; doet de LVAG er alles aan om hierover verder te onderhandelen.
verhogen vonden wij ronduit stuitend. Resultaat De reactie van de LVAG bleef niet onopgemerkt bij de NZa. In het uiteindelijke visierapport, dat recent werd gepresenteerd, is een forse nuancering aangebracht in de oorspronkelijke standpunten. Alhoewel de zorgautoriteit nog altijd pleit voor het opleiden van meer artsen en medisch specialisten, wordt het waarborgen van de opleidingskwaliteit nu als expliciete voorwaarde gesteld bij uitbreiding van de opleidingscapaciteit. Daarbij is het afschaffen van de numerus fixus
niet langer het streven. De NZa adviseert nu om slechts het aantal geneeskundestudenten uit te breiden. Dit stelde de LVAG ook al eerder voor in haar reactie op het rapport. Verder merkt de zorgautoriteit herhaaldelijk op dat de opleiding tot arts en medisch specialist een beroepsopleiding is met weinig ander toekomstperspectief. Deze opmerking zien wij als argument tégen een ongebreidelde uitbreiding van de opleidingsinstroom. Ook over het profijtbeginsel denkt de NZa nu minder lichtvoetig. Ze beseft zich dat het alleen kans van slagen heeft als de aios er zeker
VERENIGINGSNIEUWS
van is dat zijn investering ruimschoots kan worden terugverdiend. Bovendien werkt zij een alternatief scenario uit waarin het ziekenhuis, dat profiteert van de productie van aios, de opleiding deels uit eigen middelen financiert. Verder doet de zorgautoriteit hier een uitspraak die van de LVAG zelf had kunnen komen: het opleiden van voldoende medisch specialisten is van dusdanig groot publiek belang dat de overheid de bekostiging van de opleiding in elk denkbaar scenario met subsidies zal moeten borgen. Tot slot besteedt de NZa in haar plannen voor een transparantere financiering van de opleidingen weer aandacht aan de zogenaamde beauty contest: het principe waarbij instellingen op basis van de geboden prijs en kwaliteit al dan niet mogen gaan opleiden. De kritiek van de LVAG: er zijn geen goede criteria om de opleidingskwaliteit te meten en we zijn bezorgd over een situatie waarin alleen de prijs nog telt. De NZa neemt deze kritiek serieus. In de nieuwe voorstellen zal niet de goedkoopste aanbieder ‘winnen’, maar kunnen alleen die instellingen die een zeker kwaliteitsniveau halen, te waarborgen door het visitatiesysteem, kans maken op een opleidingssubsidie. Valkuilen Mogen we dan nu op onze lauweren rusten? Helaas niet. Het rapport bevat namelijk nog altijd een paar voor aios zeer nadelige aanbevelingen. Zo wordt er een voorstel uitgewerkt waarin de verantwoordelijkheden van opleidingsinstellingen enerzijds en de subsidieverlener anderzijds duidelijker worden. Dit is een vertaling van onze oproep om de besteding van het geld uit het Opleidingsfonds strenger te controleren. De NZa stelt voor dat de subsidieverlener, nu het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
een prestatiecontract afsluit met elk umc en alleen aan die universitair medische centra subsidies uitkeert. De umc’s zijn vervolgens verantwoordelijk voor de verdere verdeling van aios en subsidies over de andere instellingen. Weliswaar houdt dit voorstel de verhoudingen duidelijk en overzichtelijk, maar de LVAG vreest dat de umc’s in de verleiding komen ten minste een aantal opleidingen waar minder animo voor is uitsluitend nog academisch aan te bieden. Er dreigt dan een verlies aan verbredingsmogelijkheden omdat bij de meeste specialismen de problematiek in een perifeer ziekenhuis anders dan in een umc. Een ander heikel punt ligt nog altijd op het gebied van het profijtbeginsel. Hoewel de NZa nu een stuk minder stellig is over de wenselijkheid en onafwendbaarheid hiervan, heeft een systeem van geleidelijke invoer nog altijd haar voorkeur. Daarbij zouden instellingen met de beste opleidingskwaliteit en vakgebieden met de meeste animo als eerste een bijdrage van de aios mogen gaan heffen. Vreemd, want de NZa had eerder in het rapport geconcludeerd dat het ontbreekt aan goede instrumenten om de opleidingskwaliteit te meten… Bovendien getuigt het voorstel van de NZa van onvoldoende inzicht in
de praktijk; ziekenhuizen en aios moeten maar onderling uitvechten wie welk deel van de eigen bijdrage betaalt. De aios bevindt zich immers in een sterk afhankelijke positie en zal niet in staat zijn effectief te onderhandelen. Conclusie Al met al is de LVAG erin geslaagd om de plannen van de NZa op cruciale punten te nuanceren en de invoering van voor aios bijzonder ongewenste maatregelen, zoals het profijtbeginsel, te vertragen. Dat is geen geringe prestatie. De dreiging van het profijtbeginsel is echter nog niet geweken. We zullen dus alert moeten blijven. De LVAG en De Jonge Orde zijn daarom een intensieve samenwerking aangegaan, om op alle mogelijke manieren de stem van de aios te laten horen. We zullen de NZa in elk geval alvast wijzen op de tegenstrijdigheden in het rapport wat betreft het meten van opleidingskwaliteit. Tevens zullen we aandacht vragen voor de slechte onderhandelingspositie van aios ten opzichte van de opleidingsinstelling. Ingrid Desar, voorzitter LVAG Addy van de Luijtgaarden, secretaris LVAG
Abonnementen AIOS is het tijdschrift van de Landelijke Vereniging voor Medisch Specialisten in opleiding (LVAG). Het wordt vier keer per jaar uitgegeven en is gratis voor alle aios in Nederland. Als u AIOS niet ontvangt , neem dan contact op per email
[email protected]. Abonnementen: Nederland € 18,15 incl. btw. Overig buitenland € 25. Losse nummers € 5,67 incl. btw, excl. verzendkosten. Abonnementen kunnen op elk gewenst tijdstip ingaan. De eerste abonnementsperiode loopt tot het eind van het kalenderjaar. Daarna wordt het abonnement telkens stilzwijgend met een jaar verlengd. Opzeggingen dienen ten minste twee maanden voor de aanvang van een nieuwe abonnementsperiode te worden gericht aan het redactie-adres. Oplage: 5.600 ISSN: 0928-611X Jaargang 21 © 2010 LVAG. Alle rechten voorbehouden. Artikelen geven de mening weer van auteurs en niet noodzakelijkerwijs van LVAG c.q. AIOS. Niets uit dit tijdschrift mag openbaar worden gemaakt door middel van druk, microfilm of welke wijze dan ook, zonder toestemming van de uitgever.
september 2010
13
BIJTANKEN
… met ChunYu Wong
ChunYu Wong, 27 jaar oud, werkt sinds een half jaar als arts-onderzoeker bij de afdelingen Nierziekten en Heelkunde in het Leids Universitair Medisch Centrum aan zijn promotie. Zijn droom is om ooit chirurg te worden. Naast zijn werk is hij drummer in de band Carwash-XL.
Als ik ChunYu ontmoet, begint hij direct enthousiast te vertellen. “Van mijn tiende tot mijn twaalfde jaar heb ik drumles gehad. De leraar stuurde mij richting LatijnsAmerikaanse muziek, die ik toen niet leuk vond. De buren kregen een kindje, dus kon ik niet meer goed oefenen. Een aantal jaren heb ik niet gespeeld, tot het
stuntfeest in de eindexamenklas.” Er zou een bandje optreden met een drummer, die ineens niet kon. De andere bandleden kwamen erachter dat ChunYu ook drum speelde. “Ik had al zes jaar niet gespeeld en had geen podiumervaring. Ik was hartstikke nerveus. Gelukkig ging het uiteindelijk heel goed.”
“Het is een muzikaal genot om samen te spelen.” Van Diffusion tot Carwash-XL “Vanaf 2000 ben ik samen met de gitarist en toetsenist van het toenmalige bandje verder gegaan”, vertelt ChunYu. “Onze band heette Diffusion, omdat we allerlei soorten muziek speelden. Elke zaterdag speelden we muziek uit de oude doos in een oefenruimte.” Via geplaatste advertenties werd de band al snel uitgebreid met onder anderen een bassist en een zanger. “Vanaf 2001 ging het heel snel: een bureau deed onze public relations en regelde onze optredens. We traden zo’n vijf keer per maand op en speelden covermuziek uit de Top 40, van oude tot nieuwe nummers.” De laatste tijd is het aantal optredens helaas wat minder geworden. De zanger, zangeres en toetsenist treden ook op als trio Carwash. Zij hebben regelmatig optredens. “Een trio inhuren is goedkoper dan een hele band. Om een beetje mee te liften met hun succes, hebben we recent onze naam veranderd in Carwash-XL, zeg maar de grote versie van Carwash. Zo hopen we weer wat meer optredens krijgen.”
14
september 2010
Optredens door het hele land “We hebben door het hele land opgetreden, van Drenthe tot Limburg en zelfs een keer in Duitsland op een legerbasis voor Britse militairen”, geeft ChunYu aan. “Het laatste grote optreden was op Koninginnedag in 2010 in Utrecht, waar we samen met Thomas Berge op het podium stonden. Een jaar eerder traden we tijdens Koninginnedag zowel in Arnhem als in Utrecht op. Zulke optredens zijn wel stoer. Het streelt je ego als iedereen uit zijn dak gaat.” Ondanks dat ChunYu veel plezier beleeft aan het samen musiceren, geeft hij aan dat studie en werk voorgaan. “Ik heb het prima kunnen combineren met mijn coschappen en ook nu tijdens mijn promotieonderzoek. Toen ik als anios heelkunde werkte, had ik het erg druk en kwam het goed uit dat we niet zo vaak optraden. Tegenwoordig oefenen we niet zo vaak, alleen indien nodig vlak voor een optreden. Dan repeteren we gelijk zo’n drie uur, vooral nieuwe nummers, zodat we ons repertoire kunnen aanpassen aan het publiek. Zo houd je het ook interessant voor jezelf. Thuis kan ik niet oefenen, want ik heb geen drumstel.” Tijdens zijn studie geneeskunde heeft ChunYu nog drie jaar drumlessen gehad. “Ik gaf ook zelf drumles. Dat was erg leuk en vooral leerzaam voor mezelf. Het is grappig dat elk kind zijn eigen gebruiksaanwijzing heeft.”
“Het streelt je ego als iedereen uit zijn dak gaat.” Mensen vermaken “Het is leuk om voor, tijdens en na een optreden met de bandleden om te gaan”, vertelt ChunYu. “We hebben samen veel lol. Het is een muzikaal genot om samen te spelen en er wat van te maken. Ik ben een perfectionist. Alles moet goed gaan tijdens een optreden. Ik ben extreem geconcentreerd en wil geen fouten maken. Als drummer leid je tenslotte de boel. Een optreden is meestal erg dynamisch: er gebeuren dingen die je niet vooraf kunt bedenken. Daar moet je wel op in kunnen spelen. Of het nou weinig of veel mensen zijn, het gaat erom dat je hen vermaakt.” ChunYu geeft aan dat hij en de bandleden niet optreden voor het geld, omdat ze elkaar dan te vaak zien. “Mijn belangrijkste doel is lol maken.” De favoriete drummer van ChunYu is Simon Phillips van de band Toto. “Ik vind hem een technisch zeer begaafde drummer en hij is bescheiden. Ik kopieer niet echt van
hem, maar probeer er wel dingen uit te halen en toe te passen in mijn eigen spel. Zo luister ik ook goed naar drummers van andere bands die wij coveren.”
Genieten van deze periode ChunYu lacht: “Mijn vriendin is de zangeres van de band en het trio. We wonen ver van elkaar vandaan, dus de optredens brengen ons bijeen. Ik vind het leuk om deze hobby met haar te delen. Mijn ouders vinden het super dat ik iets met mijn muzieklessen doe.” Vroeger kwamen zij weleens bij de optredens kijken, net als vrienden van ChunYu. Tegenwoordig niet meer. “We treden niet altijd in de buurt op of het zijn besloten feesten. Ik hoop dat we binnenkort weer meer optredens krijgen. Ik wil nog even van mijn privéleven genieten voordat ik begin met mijn opleiding. Anders zou ik dit allemaal moeten missen.”
“De wetenschap en patiëntenzorg gaan voor.” “Het zou wel jammer zijn als ik niet meer kan drummen. Ik hoop dat we nog lang doorgaan!”, roept ChunYu. “Op heel hoog niveau spelen gaat niet meer. De wetenschap en de patiëntenzorg gaan voor. Wel zou ik in gelegenheidsbandjes willen spelen, zoals vorig jaar tijdens het chirurgencabaret. Het is een leuke verrijking van het leven.”
Lisette Kunz Bronnen 1. diffusion.nl 2. triocarwash.nl
september 2010
15
VERENIGINGSNIEUWS
E-portfolio ook schoenendoos met bewijsmateriaal? Waarschijnlijk ben je al helemaal vertrouwd geraakt met het papieren portfolio. Dit zal waarschijnlijk bestaan uit een multomap met een hoop papierwerk, een soort schoenendoos met bewijsmateriaal. Daarmee moet je dan naar je opleider. Ga daar maar eens je voortgang uit opmaken.
In de huidige tijdgeest lijkt deze papieren rompslomp nogal verouderd en zou invoering van een digitaal portfolio (liefst landelijk per wetenschappelijke vereniging) zeker uitkomst kunnen bieden. Sommige wetenschappelijke verenigingen maken al gebruik van een e-portfolio. De meeste andere wetenschappelijke verenigingen hebben inmiddels de keuze gemaakt om hier ook op over te gaan. Ze zitten in de oriëntatiefase: welk systeem is geschikt voor hun vereniging. Systemen Op de markt van e-portfolio’s voor de medische vervolgopleidingen worden momenteel drie grote systemen aangeboden: • ePASS (electronic Portfolio Assessment and Support System) van de Universiteit van Maastricht; • Vrest; • Xaurum dat ook GAIA (Gemeenschappelijke Accreditatie Instituut Applicatie) voor de registratie van specialisten voert.
Van schoenendoos naar slim softwaresysteem? Zolang wetenschappelijke verenigingen nog geen definitieve keuze gemaakt hebben, kunnen wij aios nog invloed uitoefenen op ons systeem naar keuze. Daarom heeft de LVAG een demoversie van de drie bekendste systemen laten testen op gebruiksvriendelijkheid. In totaal beoordeelden twintig aios verdeeld over negentien verschillende specialismen het gebruiksgemak van de drie e-portfolio. Alle respondenten maakten reeds gebruik van een portfolio. De meerderheid gebruikt nog het papieren portfolio (89%). Bij allen bestaat de wens over te gaan naar het digitale portfolio, met een sterke voorkeur voor één systeem per specialisme.
16
september 2010
Hierbij dient nadrukkelijk rekening gehouden te worden met het feit dat bij Vrest en ePASS twee demoversies beschikbaar waren (één voor de beschouwende en één voor de snijdende specialismen). De demoversie van Xaurum daarentegen
Kernpunten • • • •
Daarnaast zijn er nog enkele systemen die lokaal of per specialisme in internationaal verband ontwikkeld zijn (bijvoorbeeld ESTRO specifiek voor de radiotherapie).
Van de drie beschikbare systemen, scoort ePASS het best (zie tabel 1 op pagina 18): 84% van de respondenten zou hun wetenschappelijke vereniging dit systeem aanbevelen. 47% zou Vrest aanbevelen en 29% Xaurum. Beschouwende specialismen hebben vooral voorkeur voor ePASS (88%), gevolgd door Vrest (44%) en Xaurum (43%). De snijdende specialismen prefereerden ook ePASS (70%) en Vrest (67%) maar niet Xaurum (0%).
•
•
Het e-portfolio is de digitale opvolger van het papieren portfolio. Er zijn drie belangrijke systemen getest door aios, namelijk ePASS, Vrest en Xaurum. De testen zijn uitgevoerd op demoversies, waardoor niet alle mogelijkheden beschikbaar waren. ePASS is gebruiksvriendelijk; in Vrest kan je je verrichtingen goed invullen; Xaurum is het goedkoopste en is aangesloten bij de MSRC. Beschouwende specialismen geven de voorkeur aan ePASS, gevolgd door Vrest en Xaurum; bij de snijdende specialismen scoort ePASS het beste, gevolgd door Vrest. Het zal blijken of het e-portfolio de privacy voldoende kan waarborgen.
Health
Locatie Domus Medica, Utrecht
Kosten
Hoe staat het met uw eHealth?
Lid KNMG of NVEH € 50 Geen lid € 100 20% vroegboekkorting bij aanmelding vóór 27 september 2010.
Congres van en voor artsen over zorg op afstand
Aanmelden www.knmg.nl/congres/ehealth
Accreditatie
Voor veel artsen is eHealth nog een ver-van-mijn-bed show. Terwijl ICT-toepassingen in de zorg steeds
ABC1 en ABMS: 4 punten.
dichterbij komen. Voorlopers onder de artsen kennen
Voor AbSg is accreditatie
de winst van zorg op afstand.
aangevraagd.
Zij delen op dit congres graag hun ervaringen met collega’s. Een huisarts die via internet een specialist consulteert:
werkt dat? Patienten die via internet hun ziekenhuisgegevens inzien:
kan dat? Stel dat ik eHealth gebruik:
wie betaalt dat?
eHealth congres 27 oktober 2010
VERENIGINGSNIEUWS
was specifiek ingericht voor de interne geneeskunde. Hierdoor was een belangrijk criterium voor veel snijdende specialismen (het invoeren van verrichtingen) niet zichtbaar. Voor- en nadelen demo’s Het meest genoemde nadeel van Xaurum is dat het te beperkte mogelijkheden heeft. Andere nadelen die aios noemden, waren matige lay-out en gebruikersvriendelijkheid. Sommigen vonden het systeem juist wel heel overzichtelijk en gebruikersvriendelijk.
lismen, namelijk overzichtelijk, compleet en het eenvoudig uploaden van bestanden. Genoemde nadelen bij Vrest waren onder andere een onoverzichtelijk beginscherm, geen ‘terugknoppen’ en dat veel stappen genomen moesten worden om gegevens in te voeren. De nadelen van ePASS waren onder meer een matige en enigszins onoverzichtelijke lay-out (terwijl anderen de lay-out weer heel overzichtelijk vonden), het omslachtig invoeren van verrichtingen en dat het invoeren van publicaties niet mogelijk was.
De genoemde voordelen van Vrest en ePASS kwamen overeen bij de beschouwende en snijdende specia-
E-portfolio versus papieren portfolio In de vragenlijst waren enkele vragen opgenomen over het gebruik van een digitaal portfolio ten opzichte van een papieren versie. Als belangrijkste voordelen van het e-portfolio noemden aios de overzichtelijkheid en inzichtelijkheid (13x), het vermijden van papieren rompslomp (5x) en het overal toegankelijk zijn van het portfolio (3x). Daarnaast vonden de respondenten het gebruik ervan onder andere eenvoudig, effectief en professioneel. Wel wordt gevreesd voor de extra tijd die nodig is om gegevens in te voeren. Andere nadelen die aios noemden, zijn de onmogelijkheid om alles digitaal in te vullen
Tabel 1. Overzicht van de antwoorden van de enquête in een schaal van 1 tot 6, waarbij 1=onmogelijk/zeer slecht en 6 = zeer eenvoudig/uitstekend.*
1 2
Hoe is het invoeren van je persoonsgegevens? Hoe gaat het invoeren van je opleidingsgegevens en opleidingsschema/persoonlijke opleidingsplan?
XAURUM 4,8
VREST 4,9
ePass 5,0
3,2
4,8
4,8
3
Hoe gaat het invoeren van wetenschappelijke activiteiten/publicaties en gevolgde cursussen?
3,5
4,2
4,7
4
Hoe is het invoeren van documenten als KPB/ osats / 360° feedback / zelfreflectie / voortgangsgesprekken etc.?
4,4
4,5
5,1
5
Hoe gaat het inzien van de eerder ingevoerde beoordelingsformulieren?
4,7
4,6
5,0
6
Hoe gaat het invoeren van verrichtingen?
2,4
3,9
4,8
7
Hoe gaat het opzoeken van eerder ingevoerde verrichtingen en het verkrijgen van een overzicht hiervan?
2,9
3,9
5,3
3,9
4,0
4,5
3,9
4,5
5,2
3,8
4,6
5,0
3,8
4,4
4,9
8 9 10
Is het mogelijk om supervisoren/opleiders te autoriseren voor het invoeren van gegevens in jouw portfolio en/of mee te communiceren via het portfolio? Hoe is de indeling en overzicht van het portfolio (bijv. gebruik van knoppen)? Algemene gebruiksvriendelijk van dit portfolio?
Totaal
* Participerende aios waren afkomstig van de volgende specialismen: anaesthesiologie, cardiologie, cardiothoracale chirurgie, dermatologie, interne geneeskunde, keel-, neus- en oorheelkunde, longziekten, maag-, darm- en leverziekten, medische microbiologie, neurochirurgie, neurologie, oogheelkunde, orthopedie, plastische chirurgie, radiologie, radiotherapie, reumatologie, revalidatiegeneeskunde en urologie.
18
september 2010
VERENIGINGSNIEUWS
(zo wordt het bewijs van deelname aan cursussen/congressen in een papieren versie uitgereikt en zal dus moeten worden gescand), de beperkte privacy (supervisoren hebben ook toegang tot het e-portfolio) en de afhankelijkheid van de actieve participatie van de opleider(s). En wat te doen als het hele systeem crasht… Conclusie Het digitale portfolio van Vrest is volledig en ondersteunt het bijhouden van het aantal verrichtingen. ePASS ondersteunt ook het bijhouden van verrichtingen en stoelt op een onderwijskundige filosofie. Het digitale portfolio van Xaurum heeft zeer lage kosten, is aangesloten op data van de MSRC (Medisch Specialisten Registratie Commissie), maar doet in gebruik wel ‘spartaans’ aan. Uit de gebruikerstest volgt dat qua gebruiksgemak er een voorkeur
bestaat voor ePASS. Het systeem van Vrest scoort vooral bij de snijdende specialismen goed. Xaurum wordt, mogelijk vanwege de internistische opbouw van de demoversie, vooral gewaardeerd door beschouwende specialismen. Een aandachtspunt blijft natuurlijk dat ieder systeem voldoende waarborging van privacy moet kunnen bieden. In een opleidingssetting biedt een portfolio je vooral de gelegenheid de voortgang van je eigen ontwikkeling te bewaken en hierover te reflecteren. Wij als aios beslissen over het inzagerecht van ons portfolio en/of (delen) van het portfolio moeten worden gewist (aan het einde van de opleiding). De ervaring zal moeten uitwijzen of hiermee de privacy voldoende gewaarborgd kan worden.
Referenties 1. Claire Tochel, Alex Haig, Anne Hesketh, Ann Cadzow, Karen Beggs, Ian Colthart, Heather Peacock. ‘The effectiveness of portfolios for postgraduate assessment and education: BME Guide no. 12’. Medical Teacher, 2009; 31: 299-318. 2. Jan van Tartwijk, Erik Driessen. ’Portfolios for assessment and learning: AMEE Guide no. 45’. Medical Teacher, 2009; 31: 790801. 3. Erik Driessen, Jan van Tartwijk, Cees van der Vleuten, Val Was. ‘Portfolios in medical education: why do they meet with mixed success? A systematic review’. Medical Education, 2007; 41: 12241233. 4. Erik Driessen ‘Portfolio critics: do they have a point?’. Medical Teacher, 2009; 31: 279-281.
Renske Scheenstra, vicevoorzitter LVAG
Problemen op of vragen over je werk en/of opleiding? De LVAG vertegenwoordigt aios en anios in verschillende gremia. Hierdoor zijn wij in staat problemen waar je op je werk en/of tijdens je opleiding tegenaan loopt, bij de juiste personen aan te kaarten. Heb je vragen over of problemen op één of meerdere van onderstaande gebieden? • • • • •
werktijden en regelgeving (bijvoorbeeld: parttime werken en zwangerschapsverlof); opleidingsfonds en toewijzing van opleidingsplaatsen; problemen tijdens de opleiding en/of met de opleider; regelgeving van medisch specialistische vervolgopleidingen; de vernieuwde opleidingsplannen en kwaliteitsindicatoren van opleidingen.
Neem dan contact op met een van de leden van het dagelijks bestuur of ons secretariaat: per telefoon (030) 670 27 05 of per e-mail
[email protected].
september 2010
19
ADVERTORIAL ADVERTORIAL
Verhoogd risico op
arbeidsongeschiktheid AIOS hebben te maken met verhoogde risico’s op arbeidsongeschiktheid. Niet alleen qua werkdruk, ook op andere vlakken blijkt dat AIOS meer gevaar lopen arbeidsongeschikt te raken dan anderen. Wat zijn deze risico’s en wat kun je eraan doen?
Depressie Recent Amerikaans onderzoek toonde aan dat AIOS tijdens hun opleiding meer depressieve kenmerken ontwikkelen dan anderen. 740 AIOS uit 13 opleidingsziekenhuizen werden vanaf het begin van hun opleiding gevolgd. Het aantal dat voldeed aan de criteria volgens de PHQ-9 steeg van 3,9% voor aanvang tot 25,7% tijdens de opleidingsperiode. Financiële onzekerheid Er is sprake dat AIOS een nog groter deel van de opleiding zelf moet betalen (profijtbeginsel), waardoor de studieschuld verder oploopt. Tegelijkertijd staan de inkomens van medisch specialisten ter discussie. Ontwikkelingen die onzekerheid geven over de financiële toekomst. Werkdruk De Europese Overgangsregeling bepaalt dat AIOS tot augustus 2011 een werkweek van 52 uur hebben. Zelfs voor jonge mensen een hoge werkbelasting. Risico is dat er te weinig tijd overblijft voor ontspanning en het privé-leven. Parttime werk Een andere ontwikkeling is de toename van het aantal vrouwen in de beroepsgroep. Dit leidt tot een grotere vraag naar parttime banen en werk in loondienst. De werkomgeving van de medisch specialist is hier nog niet goed op toegerust. Preventie van arbeidsongeschiktheid Bovengenoemde aspecten kunnen makkelijk leiden tot arbeidsongeschiktheid. Het is belangrijk uw inkomen veilig te stellen mocht u voor korte of langere tijd uitvallen.
Daarvoor zijn bij meerdere arbeidsongeschiktheidsverzekeraars beroepsopleidingverzekeringen te sluiten. Uitval voorkomen is echter nog beter. Door vroegtijdig signaleren en ingrijpen is dat in veel gevallen mogelijk. Arbeidsongeschiktheidsverzekeraar Movir heeft een exclusieve preventie samenwerking met ICAS. Een onafhankelijke organisatie die gespecialiseerd is in coaching en counseling voor vrije beroepen. Alle Movirverzekerden, dus ook AIOS met een Beroepsopleidingsverzekering, hebben recht op deze dienstverlening. ICAS-diensten ICAS heeft uitgebreide preventie toegesneden op de behoeften van medici. Hier kunnen Movir-verzekerden kosteloos telefonische en online counseling krijgen. Daarnaast heeft ICAS veel tools waarmee gezondheid en welzijn kunnen worden getoetst en waar mogelijk verbeterd. Een greep uit het aanbod: • Samenwerkingsscan (bedoeld voor onderlinge samenwerking en conflicthantering) • MBTI-scan (meer inzicht in eigen gedragsvoorkeuren en valkuilen, wat leidt tot beter functioneren) • Online voedingscoach (Mens sana in corpore sano) • VitaliteitsMonitor (inzage in persoonlijke energie- en stressbronnen) • Effectief vergaderen Deze tools reiken concrete handvaten om de gezondheid en welzijn te bevorderen. Want iedere arts weet: voorkomen is beter dan genezen. Dat geldt zeker voor arbeidsongeschiktheid! Meer weten? Kijk op www.Movir.nl of op www.icas.nl/movir.htm
GENEESHEER
Mooie melkmeisjes krijgen geen pokdalig uiterlijk Hoewel Edward Jenners onderzoek een basis legde voor de preventieve geneeskunde en de immunologie, werd hij slachtoffer van cartoons, vooroordelen en conservatisme. Het verhaal van pokken gaat over mooie melkmeisjes, goede medische observaties en uiteindelijk het uitroeien van deze mutilerende ziekte. Het vroegste bewijs van pokken stamt uit de periode van de Egyptische dynastieën (1570-1085 v. Chr.), zoals op het gemummificeerde hoofd van Ramses V. Pokken werden in 1518 na Chr. door de Spaanse en Portugese conquistadores (veroveraars) geïntroduceerd in de Nieuwe Wereld (Midden- en Zuid-Amerika). Dit veroorzaakte een decimering van de populatie en de val van de rijken der Azteken en Inca’s.
have smallpox for I have had cowpox. I shall never have an ugly pockmarked face.”
In de achttiende eeuw kwam de ziekte pokken, ook wel variola (Lat.: varus, litteken) genoemd, veel voor en vormde een belangrijke doodsoorzaak. De behandelmethoden bestonden uit kwik, zilver, kamfer en Chinese thee, wat logischerwijs weinig tot geen soelaas bood. Via variolatie werd een milde vorm van het pokkenvirus geïnoculeerd. Althans, naar men hoopte een mild virus, omdat de virulentie van het ingebrachte materiaal moeilijk te controleren was. Bovendien konden de dragers na variolatie het virus verder verspreiden. Het middel was dus soms erger dan de kwaal.
“Why think?” In deze premoderne behandelmethoden leek verandering te komen. Edward Jenner (1749-1823) werd geboren in Gloucestershire in het westen van Engeland. Op achtjarige leeftijd onderging hij zelf variolatie. In zijn jeugd hoorde hij een melkmeisje zeggen: “I shall never
Jenner ging naar het St. George’s Hospital te Londen, om bij John Hunter chirurgie en anatomie te gaan studeren. Hunter leerde hem tevens de wetenschappelijke methode die hij als volgt samenvatte: “Why think? Why not try the experiment?” Hunter en Jenner bleven levenslang vrienden. Op 23-jarige leeftijd ging Jenner na afronding van zijn studie terug naar zijn geboorteplaats, waar hij een praktijk als plattelandsdokter begon.
“Why think? Why not try the experiment?” In 1788 werd Gloucestershire getroffen door een pokkenepidemie. Gedurende deze uitbraak bemerkte Jenner dat mensen die in aanraking waren gekomen met koepokken daarna geen pokken kregen. Koepokken veroorzaakten een mild ongemak, bestaande uit jeuk en enkele
september 2010
21
GENEESHEER
pustels, die na een paar dagen weer verdwenen. Daarentegen veroorzaakten pokken ernstige misvormingen en blindheid. Het virus doodde vaak het slachtoffer. Jenner was altijd al gefascineerd door “the rural old wives tale” dat melkmeisjes geen pokken konden krijgen. Het romantische beeld was dat de mooie melkmeisjes door hun blootstelling aan koepokken immuun waren voor de misvormingen door pokken. Jenner concludeerde dat waarschijnlijk de pus uit de blaasjes hen beschermde. Deze gedachte bracht hem tot het belangrijkste onderzoek uit zijn leven. Moordenaar Op 14 mei 1796 kwam Sarah Nelmes bij Jenner op consult. De diagnose luidde koepokken (en niet pokken). Sarah bevestigde dat een van haar koeien dezelfde ziekte had. Jenner bedacht dat als hij iemand zou injecteren met de ziektekiemen van de koepokken, het lichaam een afweer zou opbouwen tegen het pokkenvirus. Dat laatste virus wilde hij dan later injecteren. Hij moest iemand kiezen die nog niet met pokken in aanraking was gekomen. Hij koos James Phipps, de achtjarige zoon van een plaatselijke boer. Hij legde aan de vader uit dat, mits zijn theorie klopte, James nooit pokken zou krijgen. De boer ging akkoord met de proef. Jenner bracht wat pus uit een blaar uit Sarah’s hand in bij James. Vervolgens kreeg het jonge proefkonijn een milde vorm van koepokken. Daarna moest getest worden of James beschermd was tegen het dodelijke pokkenvirus. Dit was het gevaarlijkste onderdeel van het experiment. Als James zou overleven, dan had Jenner een manier gevonden ter preventie van pokken. Als James zou overlijden aan pokken, dan was Jenner een moordenaar. Zes weken nadat hij de koepokken had ingebracht bij James, injecteerde Edward Jenner het pokkenvirus. Zoals Jenner had geanticipeerd, maar ook zeker tot zijn grote opluchting, kreeg James geen pokken. Hij was nu immuun tegen pokken.
“Hij kreeg te horen dat zijn ideeën te revolutionair waren.” Jenner stuurde in 1797 een artikel over dit experiment naar Philosophical Transactions van de Royal Society, maar hij kreeg te horen dat zijn ideeën te revolutionair waren en dat meer bewijs nodig was. Wandaad Jenner experimenteerde op enkele andere kinderen, onder wie zijn eigen elf maanden oude zoon. In 1798
22
september 2010
publiceerde hij zijn resultaten met 23 patiënten in een boek van 75 pagina’s, getiteld An inquiry into the causes and effects of the variolae vaccinae, a disease known by the name of cowpox. Jenner ondervond aanvankelijk veel weerstand. Hij werd zelfs belachelijk gemaakt in satirische cartoons. Hierin ontsproten enkele koeien uit mensen die net met koepokken gevaccineerd waren. De kerk was tegenstander van vaccinatie, omdat ze het walgelijk en ongoddelijk vond om iemand te inoculeren met materiaal uit een lager wezen. De Londense medici konden niet accepteren dat een plattelandsdokter zo’n belangrijke ontdekking had gedaan. Een andere oorzaak van vooroordelen en conservatisme jegens Jenners doorbraak was contaminatie. Dit werd veroorzaakt door het gebruik van dezelfde meisjes voor zowel variolatie als vaccinatie. Ook kon vervuiling ontstaan door een veel schokkender oorzaak. In 1799 vaccineerde William Woodville circa zeshonderd personen met gecontamineerde koepokken, waarin hij pokkenmateriaal had toegevoegd. Deze wandaad, bedoeld om Jenner in een kwaad daglicht te zetten, veroorzaakte enkele ernstige pokkengevallen en minstens één dode. Enkele chirurgen die variolatie uitvoerden, zagen Jenners methode van vaccinatie als een bedreiging voor hun inkomen. Ten slotte kregen sommige gevaccineerde mensen jaren later toch nog pokken, wat tegenstrijdig zou zijn met Jenners hypothese van permanente immuniteit. Men wist destijds echter nog niet dat de vaccinatie tegen pokken iedere vijf tot tien jaar herhaald moest worden.
Fortune and fame Het tij keerde snel. Zo rapporteerde Jenner dat in 1801 al meer dan honderdduizend mensen in Engeland waren gevaccineerd. De procedure verspreidde zich vervolgens als een lopend vuurtje over de rest van de wereld. Jenner zond het vaccin naar president Thomas Jefferson, in wiens familie achttien mensen werden gevaccineerd. De president schreef vervolgens in een brief: “Medicine has never before produced any single improvement of such utility…You have erased from the calendar of human afflictions one of its greatest. Yours is the comfortable reflection that mankind can never forget that you have lived.” Ondanks alle eer die Jenner ten deel viel, bleef hij hier nuchter onder, zoals blijkt uit een brief aan zijn vriend en leermeester John Hunter. “Shall I, who even in the morning of my days sought the lowly and sequestered paths of life, the valley and not the mountains; shall I now my
miljoen stierven. In dat jaar lanceerde de World Health Organization (WHO) een campagne om pokken uit te roeien. Het plan was om iedereen in risicovolle landen te vaccineren. De grootste probleemgebieden waren Zuid-Amerika, Afrika en India. Vele medische teams reisden naar de meest afgelegen gemeenschappen. Het laatste gerapporteerde geval was in Somalië. Op 26 oktober 1977 herstelde Ali Maow Maalin van de ziekte. Na een periode van watchful waiting voor nieuwe gevallen stelde de WHO in 1980 vast: “Smallpox is dead!” Daarmee was Jenners wens die hij zo’n twee eeuwen eerder kenbaar had gemaakt, uitgekomen. Zo schreef hij destijds: “I hope that some day the practice of producing cowpox in human beings will spread over the world. When that day comes, there will be no more smallpox.”
evening is fast approaching, hold myself up as an object for fortune and fame? Admitting it as a certainty that I obtain both, what stock should I add to my little fund of happiness? [...] And as for fame, what is it? A gilded butt, forever pierced with the arrows of malignancy.” Terroristen Variolatie werd in Engeland in 1840 verboden en in 1853 werd vaccinatie met koepokken verplicht gesteld. In de twintigste eeuw kwamen er wereldwijd nog steeds meer dan driehonderd miljoen mensen om het leven door deze massamoordenaar. In 1967 waren er zo’n vijftien miljoen gevallen van pokken per jaar, van wie twee
“Het is te hopen dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie geen materiaal in handen is gevallen van terroristen.” De WHO-campagne heeft pokken van de aardbodem weggevaagd. In twee laboratoria zijn samples van het pokkenvirus bewaard gebleven, in Siberië en in de VS. Het is te hopen dat na het uiteenvallen van de Sovjet-Unie geen materiaal in handen is gevallen van terroristen. Daniël Dresden
Aiosdag Weet jij al in welke werkvorm je straks wilt gaan werken? In dienstverband of in vrij beroep? Of toch liever bij een universitair medisch centrum? En wat moet je weten over bijvoorbeeld de verschillende cao’s, goodwill, de Arbeidsvoorwaardenregeling Medisch Specialisten in algemene ziekenhuizen (AMS) en de Honoreringsregeling Academisch Medisch Specialisten (HAMS) en de maatschapovereen-
komst? Aan dit soort prangende vragen wordt tijdens de opleiding tot medisch specialist nauwelijks tot geen aandacht besteed. Terwijl dit juist zo belangrijk is ter voorbereiding op een toekomst als medisch specialist. Op zaterdag 6 november organiseren De Jonge Orde, de Orde van Medisch Specialisten en de LVAG voor de zeventiende maal de lan-
delijke Aiosdag. Hier krijg je alle informatie waarvan een aankomend medisch specialist op de hoogte moet zijn. Kortom, bereid je goed voor op je volgende stap als medisch specialist! En kom zaterdag 6 november 2010 naar de landelijke Aiosdag!
september 2010
23
COLUMN
De afdelingsburka Saskia Bulk is in opleiding tot klinisch geneticus. In deze column en op Twitter als @doktersaskia houdt ze je op de hoogte van haar frustraties en genoegens als aios.
Elke afdeling heeft een eigen dresscode. In mijn coschap neurologie ben ik ooit naar huis gestuurd omdat ik een paar All Stars aan had. Bij chirurgie kreeg ik juist de tip om gympen aan te trekken, omdat alleen gympen na een 24-uursdienst nog aan mijn voeten zouden passen. Ik vond chirurgie überhaupt wel prettig, omdat ik nooit hoefde na te denken over wat ik aan zou trekken. Wit shirt, wit hesje, witte broek en een witte jas. En alles met een flitsend ziekenhuislogo. Überhaupt waren de meeste vakken wel prettig: altijd een witte jas, en ik hoefde me nooit druk te maken over wat ik aantrok. De witte jas verbergt toch alles, behalve mijn All Stars, dus. Voor iemand die ’s ochtends minstens een uur nodig heeft om te besluiten wat aan te trekken, heb ik een verkeerde carrièrekeuze gemaakt. Ik heb vrijwel het enige medisch specialisme met een (bijna absoluut) verbod op witte jassen uitgekozen: de klinische genetica. Dat is heel erg onpraktisch. Waar laat ik mijn stethoscoop, pennen, meetlint en fototoestel? Deze essentialia kan ik meenemen in een tasje, wat ik dus overal laat slingeren. Waar laat ik mijn piepers (en vandaag heb ik er al twee)? In mijn broekzakken, aan mijn riem of in mijn decolleté (ja, daar hangen ze vandaag)? Uiteindelijk heeft het gebrek aan een witte jas een veel belangrijker nadeel. Ik krijg bij mijn beoordelingsgesprekken commentaar op de kleur van mijn strings en de lengte van mijn rokken. Ik heb ooit, eenmalig, een wat kort rokje aangetrokken, op een dag dat ik geen patiëntencontacten had. Drie jaar later krijg ik nog steeds bij elke beoordeling commentaar op mijn uiterlijk. En die string was niet eens van mij (een van mijn collega’s bukte in het zicht van haar supervisor), maar aangezien ik ook die ene keer dat rokje aanhad…
24
september 2010
Bij mijn laatste gesprek mocht ik als enige van de assistenten ook geen spijkerbroeken meer aan. Die schijnen niet representatief genoeg te zijn. Nu zit ik in een crisis. Wat kan ik nog aantrekken, waarbij ik terugvechtende peuters met een ontwikkelingsachterstand en hypermobiele volwassenen kan onderzoeken, maar waarin mijn bazen geen commentaar meer leveren op mijn kleding of de plek van mijn piepers. Mijn collega’s hebben me getroost: we hebben een afdelingsburka besteld.
Voor de kroon op uw onderzoek Gildeprint is specialist in het drukken van proefschriften, wetenschappelijke publicaties en boeken. Wij zijn meer dan 25 jaar de drukker van afstuderenden en promovendi van universiteiten in heel Nederland. Vraag ‘Het drukken van proefschriften en wetenschappelijke publicaties’ aan. Een behartigenswaardig boekwerkje over alles wat bij het drukken van uw proefschrift aan de orde komt.
Javastraat 123 7512 ZE Enschede
Postbus 40100 7504 RC Enschede
T 053 4800530 F 053 4304777
[email protected] www.gildeprint.nl
LVAG.nl: dé informatiesite voor aios Hoe zit het met de arbeids- en rusttijden van aios? Hoe is de beloning in umc’s en algemene ziekenhuizen geregeld? Wat is het laatste nieuws over het Opleidingsfonds? Op deze – en nog veel meer – vragen vind je antwoorden op lvag.nl.
De site van de LVAG is er voor jou!
LANDELIJKE AIOSDAG VOOR AANKOMEND MEDISCH SPECIALISTEN Zaterdag 6 november 2010 - Domus Medica, Utrecht Stel je eigen programma samen Je kunt kiezen uit de volgende workshops: • Werken als universitair medisch specialist
• Kwaliteit ver van je bed? Nee!
• Werken als medisch specialist in dienstverband
• Financiering in de gezondheidszorg
• Werken als medisch specialist in vrij beroep:
• Pensioenen vrij beroep
contracten & goodwill • Psychiater in vrije vestiging en dienstverband
• Pensioenen dienstverband • Deeltijdwerken
• Onderhandelen over een goed dienstverband
Meld je aan op www.dejongeorde.nl/aiosdag