ORTHOPEDIE
Scopische Neerplastiek Operatie aan het schoudergewricht via een kijkoperatie
BEHANDELING
Scopische Neerplastiek Binnenkort wordt u geopereerd aan de schouder. Bij deze operatie zal de arts beginnen met een kijkoperatie (artroscopie), die genoemd is naar de schouderspecialist ‘Neer’. Bij deze ingreep maken we ruimte onder het ‘schouderdak’ door een deel van het bot weg te halen. Na de operatie verblijft u één nacht in het St. Antonius Ziekenhuis. De volgende dag mag u weer naar huis.
Een normaal schoudergewricht
Een afwijkend schoudergewricht
Het schoudergewricht wordt gevormd door het schouderblad en de kop van de bovenarm (zie figuur 1). Om het gewricht heen zit een gewrichtskapsel. Daar omheen lopen spieren en pezen. Deze spieren en pezen vormen samen de ‘cuff’.
Uw schouderpijn wordt veroorzaakt doordat de cuff en de slijmbeurs bekneld raken tussen schouderkop en schouderdak als u uw arm optilt. Hierdoor raakt de slijmbeurs geïrriteerd. Tijdens de operatie wordt de slijmbeurs weggehaald. Bovendien wordt er wat bot van de onderzijde van het schouderdak gehaald, zodat er meer ruimte ontstaat voor de cuff.
Tussen de cuff en het schouderdak zit een slijmbeurs die ervoor zorgt dat de spieren en pezen soepel kunnen bewegen. Door de vorm van het schouderblad hebben de spieren en pezen maar heel weinig ruimte om te bewegen.
Voorbereiding Geruime tijd voor de opname Het is belangrijk dat u geruime tijd vóór uw opname de volgende zaken regelt: • uw vervoer naar huis. Na de operatie kunt u niet zelf rijden. • afspraken met uw fysiotherapeut. Na de operatie moet u oefenen onder begeleiding van een fysiotherapeut.
Figuur 1. Schoudergewricht 1
De opname
Enkele dagen voor de opname Vergeet niet om spulletjes mee te nemen voor een overnachting in het ziekenhuis. Neem, behalve nachtkleding en toiletspullen, ook de volgende zaken mee: • uw patiëntenpas; • de medicijnen die u thuis gebruikt.
U wordt in principe opgenomen op de dag van de operatie. De meeste patiënten verblijven één nacht in het ziekenhuis.
De verdoving De operatie vindt plaats onder algehele narcose.
De dag/ochtend voor de opname
Bovendien worden in de meeste gevallen de zenuwen naar de arm vlak voor de operatie lokaal verdoofd. Dat heeft twee voordelen: • u hebt genoeg aan een lichtere narcose. • u hebt de eerste uren/nacht na de operatie minder pijn.
De operatie gebeurt onder algehele narcose. Daarom moet u voor de operatie nuchter zijn. Dat wil zeggen: u mag een aantal uren voor de operatie niet meer eten of drinken. • Als u ‘s morgens wordt geopereerd, mag u vanaf 24.00 uur ‘s nachts niet meer eten of drinken. • Als u ‘s middags wordt geopereerd, mag u om 07.00 uur nog een licht ontbijt nemen (een kopje thee en een beschuit). Daarna moet u nuchter blijven.
De operatie Tijdens de kijkoperatie (artroscopie) verwijdert de arts de ontstoken slijmbeurs. Daardoor kan hij de ruimte tussen de cuff en het uitstekende bot van het schouderblad goed overzien, en kan hij bekijken of de spieren en pezen kalk bevatten. Deze kalkophopingen worden zo mogelijk verwijderd.
In beide gevallen mag u ‘s morgens wel uw eventuele medicijnen innemen met een slokje water.
Tot slot wordt met behulp van een frees een gedeelte van het schouderdak afgehaald (zie figuur 2). Daardoor krijgen de spieren en pezen meer bewegingsruimte, zodat zij niet meer bekneld raken. De pijnklachten zullen daardoor in de meeste gevallen verdwijnen.
Het kan zijn dat u voor de operatie even moet stoppen met bepaalde medicijnen, zoals antistollingsmiddelen (bloedverdunners). Uw arts bespreekt dat van tevoren met u.
2
U vindt het telefoonnummer in het grijze kader achter in deze folder.
Controles Twee weken na de operatie komt u naar de poli voor een eerste controle en worden uw hechtingen verwijderd. Na zes weken hebt u nog een tweede controle.
Figuur 2. Het schouderdak
Fysiotherapie na de operatie
Ontslag U kunt de dag na de operatie ’s ochtends alweer naar huis.
Na de operatie krijgt u een sling aangemeten. Dit is een band die uw arm ondersteunt en uw schouder rust geeft. Om stijfheid te voorkomen, wordt deze rust over het algemeen afgewisseld met oefeningen. U begint daar al mee op de afdeling, onder leiding van de fysiotherapeut.
Laat u rijden. U kunt nog niet zelf achter het stuur.
Als u uit het ziekenhuis bent, moet u verder gaan met oefenen. Daarom is het belangrijk dat u vóór de operatie al een afspraak maakt bij een fysiotherapeut in uw omgeving.
Complicaties Elke operatie brengt een zeker risico met zich mee. Er bestaat bij deze operatie een heel kleine kans op de volgende complicaties: • nabloeding; • infectie; • ontstekingsreactie van het kapsel; • schade aan een zenuw.
U kunt ook terecht bij de afdeling Fysiotherapie van het St. Antonius Ziekenhuis. De fysiotherapeut van het St. Antonius Ziekenhuis geeft u informatie over de oefentherapie mee voor uw behandelend fysiotherapeut.
Neem direct contact op met de Spoedeisende hulp bij: • hoge koorts en/of • ontsteking van de wondjes (rood, troebel vocht uit de wondjes, warme schouder).
De eerste 6 weken na de operatie Naarmate de pijn afneemt, mag u het dragen van de sling thuis gaan afbouwen. Vanaf de eerste dag na de operatie mag u starten met slinger- en zwaaioefeningen (figuur 3).
3
U vindt de telefoonnummers in het grijze adreskader achter in deze folder.
Figuur 3. Slinger- en zwaaioefeningen
Bij de uitbreiding van de bewegingen wordt u begeleid door een fysiotherapeut. De eerste 3 weken is het verstandig de geopereerde arm alléén te gebruiken voor lichte activiteiten onder schouderhoogte (zoals eten, wassen en schrijven). Activiteiten met uw arm boven schouderhoogte en zwaardere activiteiten onder schouderhoogte (bijvoorbeeld tillen van zware voorwerpen) moet u nu nog vermijden. Als u voldoende spierkracht en beweeglijkheid hebt opgebouwd, mag u vanaf 3 weken na de operatie deze bewegingen weer geleidelijk gaan uitvoeren. Overleg dit altijd met uw fysiotherapeut.
Vanaf 6 weken na de operatie U kunt langzaamaan weer boven schouderhoogte proberen te oefenen. U mag proberen om zwaardere activiteiten onder schouderhoogte te verrichten.
Tot slot Hebt u nog vragen over deze behandeling? Bel dan met onze afdeling Orthopedie. Hebt u vragen over de fysiotherapeutische nabehandeling? Bel dan met onze afdeling Fysiotherapie.
4
St. Antonius Ziekenhuis T 088 - 320 30 00 E
[email protected] www.antoniusziekenhuis.nl
Spoedeisende Hulp 088 - 320 33 00 Orthopedie 088 - 320 23 00 Fysiotherapie 088 - 320 77 50
Locaties en bezoekadressen
Ziekenhuizen
Poliklinieken
St. Antonius Ziekenhuis Utrecht Soestwetering 1, Utrecht (Leidsche Rijn)
St. Antonius Polikliniek Utrecht Overvecht Neckardreef 6, Utrecht
St. Antonius Ziekenhuis Nieuwegein Koekoekslaan 1, Nieuwegein
St. Antonius Polikliniek Houten Hofspoor 2, Houten St. Antonius Spatadercentrum Utrecht-De Meern Van Lawick van Pabstlaan 12, De Meern
Meer weten? Ga naar www.antoniusziekenhuis.nl
ORT 62/03-’15
Dit is een uitgave van St. Antonius Ziekenhuis