TECHNISCH HANDBOEK
TECHNISCH HANDBOEK
Inleiding Ondervloeren a) Cement- en gipsgebonden. Vloerverwarming b) Bestaande vloerbedekkingen c) Andere ondervloeren Controle en beoordeling van de ondervloer Vlakheid Vocht(huishouding) Druk- en trekvastheid Scheurvorming Installatie aanwijzingen Algemeen Egaliseren/schuren Aanvoer en opslag van de materialen Installeren van rubbervloeren Installeren met verlijming Eisen aan de ondergrond Lijmsoorten - Banen Voorbereidingen Verlijming -Tegels Verlijming - Afdichten van de naden Thermisch lassen Kitten / koud lassen
INDEX blz. 4 5 5 6 6 6 7 7 7 7
8 8 8
8 8 9 10> 12> 14> 16 17
Installeren van geleidende vloeren (Ant 48) Algemeen Lijmen Aarding Installeren Testen Omgevingsomstandigheden
18 18 18 18 19 19
Installeren van LosLeg vloeren (LL) Ondervloer Installeren Opmerkingen
20 20 20
Installeren in cementmortel Ondervloer Egaliseren Installeren Voorzorgen
22 22 22 22
Onderhoud van Artigo rubbervloeren
24>
3
TECHNISCH HANDBOEK
INLEIDING
ONDERVLOEREN
Inleiding
De levensduur van Artigo rubbervloeren is van veel factoren afhankelijk. Belangrijk is dat het gekozen materiaal in technische zin geschikt is voor de bedoelde toepassing, de ondervloer aan de eisen voldoet, de vloeren vakkundig worden gelegd en vervolgens het juiste onderhoud wordt toegepast. Het klinkt allemaal als heel vanzelfsprekend, maar de praktijk van alledag toont vaak heel anders. In dit technisch handboek proberen wij u zoveel mogelijk informatie en richtlijnen te geven om een zo optimaal mogelijk resultaat te bereiken en te behouden. De technische ondersteuning van Artigo staat altijd klaar om u verder te helpen bij het beantwoorden van vragen en te voorkomen dat probleemstellingen tot probleem worden. De in dit boek gegeven informatie geeft de stand van zaken weer medio april 2003. Veranderingen in technische specificaties wegens productverbetering of redenen van andere strekking behouden wij ons voor. Voorts is een deel van de adviezen gebaseerd op kennis en informatie van fabrikanten van egaliseermiddelen, lijmen, kitten en schoonmaak middelen. Omdat ook daar de ontwikkelingen voortgaan, adviseren wij u dringend zich tot die respectievelijke fabrikanten te richten voor de meest actuele informatie op het gebied van vochtisolatie-, hecht-, en egalisatiemiddelen, lijmen en kitten. Onder het hoofdstuk onderhoud hebben wij ons beperkt tot het geven van algemene richtlijnen. De uiteindelijke keuze van de te kiezen onderhoudsmethodiek is niet slechts afhankelijk van de locatie en de gebruiksintensiteit, maar ook van de producten waarmee een schoonmaakbedrijf van de opdrachtgever gewend is te werken. NB: Neem ook kennis van de belangrijke algemene informatie op blz. 28
4
Ondervloeren
De eerste eis voor het realiseren van een goede, duurzame en betrouwbare vloerbedekking is een goede ondervloer. De bouwkundige en bouwfysische staat van de aan de stoffeerder ter beschikking gestelde vloer dient op een aantal elementaire kenmerken te worden onderzocht. -De vochthuishouding, nu en verwachtingen voor de toekomst. -De druk- en trekvastheid van de dekvloer. -De blijvende vlakheid van het oppervlak. -Het vochtabsorberend en blijvend lijmhechtend vermogen van de toplaag. Er kan grofweg gesproken worden van drie soorten ondervloeren: a) Cement- en gipsgebonden dekvloeren b) Bestaande vloerbedekkingen c) Andersoortige ondervloeren
a) Cement- en gipsgebonden dekvloeren Eerst is van belang vast te stellen om welke van de twee hierboven genoemde typen het gaat. De elementaire verschillen zijn de maximaal toegestane restvochtgewichten, de preparatie van de toplaag en de te kiezen hecht- en egaliseermiddelen. - Cementgebonden dekvloeren dienen qua drukvastheid te voldoen aan het toekomstig gebruik. (Een te zachte dekvloer wordt niet heftruck geschikt door het toepassen van een heftruckvaste rubbervloer...) De dekvloer moet voorts vrij zijn van scheuren, dilataties in de constructie dienen in de dekvloer te zijn doorgezet, de aanzetten en niveauverschillen dienen met egaliseermiddelen eenvoudig overbrugbaar te zijn. Het oppervlak mag niet afzanden, maar moet wel vochtabsorberend zijn. Het restvochtgewicht mag de 2,0% (CM-gemeten) niet overschrijden. Er dient op te worden toegezien dat de vloer vrijdragend en de ruimte eronder voldoende geventileerd is om toename van het vochtgewicht in de toekomst te vermijden. - Gipsgebonden dekvloeren dienen aan al de hierboven genoemde criteria te voldoen met een belangrijke uitzondering; het restvochtgewicht mag nooit hoger dan 1% zijn (of 0,5% indien lijm- of egaliseermiddel fabrikant dit vraagt!). Gipsgebonden (of Anhydriet) ondervloeren vragen speciale zorg voor tot egaliseren en/of verlijmen kan worden overgegaan. De aard van die voorbereidingen is mede afhankelijk van het opleveringsniveau van deze ondervloer (wel of niet geschuurd, bijvoorbeeld) dan wel het soort (Natuur-, synthetisch- of vliegas Anhydriet). Een goede voorbereiding en gedegen overleg met uw leverancier van egaliseer- en verlijmingproducten voor de juiste preparatie is elementair! -Let op in de dek- of ondervloer gelegde bundels van (verwarmings)leidingen. Indien deze te hoog in de vloer liggen, dan wel onvoldoende geïsoleerd zijn, kunnen zowel tijdens de installatie als later - tijdens het gebruik moeilijk- of zelfs onherstelbare schades ontstaan.
5
TECHNISCH HANDBOEK
VLOERVERWARMING
ONDERVLOER CONTROLE
Naast in de ondervloer opgenomen (verwarmings-)leidingen is er een ander belangrijk aandachtspunt: Vloerverwarming Voor de rubbervloeren kunnen worden geïnstalleerd is het belangrijk dat de verwarming enige tijd gefunctioneerd heeft. Plotselinge temperatuurschommelingen bij het opstarten kunnen de dekvloer beschadigen. Mogelijk daardoor ontstane scheuren of onthechtingen kunnen nu - voor het installeren van de bedekking - worden hersteld. Verder is ten aanzien van het installeren van rubbervloeren op vloerverwarming het volgende van belang: 1. De dikte van de dekvloer boven de verwarmingselementen dient minstens 40mm te bedragen. Dit is om een goede spreiding van de warmte in het oppervlak te bewerkstelligen. 2. Voor ingebruikname van de vloerverwarming dient de dekvloer minstens 4 weken droogtijd te hebben gehad. 3. De temperatuur met dagelijkse stappen van max. 5ºC opvoeren tot de maximaal gewenste temperatuur 4. Deze maximale temperatuur minstens 3 dagen onafgebroken handhaven. 5. Daarna de temperatuur in stappen van dagelijks 5ºC afbouwen tot kamertemperatuur is bereikt. 6. 24 uur voor aanvang van de egalisatiewerkzaamheden de verwarming uitschakelen. 24 uur na het installeren van de vloerbedekking kan de verwarming weer worden opgestart. b) Bestaande bedekkingen Alle bestaande textiele-, heterogene- en schuimvinyl- of pvc-bedekkingen dienen te worden verwijderd. -Homogene pvc- of linoleumvloeren kunnen blijven gehandhaafd mits: Deze bedekkingen over het gehele oppervlak volledig en blijvend vast zijn verlijmd, volledig en over het gehele oppervlak onbeschadigd zijn, geheel en over het gehele oppervlak zijn ontvet en ontdaan van alle vuil en wasresten, slechts voor licht gebruik zijn voorzien. -Alle zgn. zwevende vloerbedekkingen (los van de ondervloer liggend parket, laminaat of soortgelijk) is ongeschikt en dient te worden verwijderd. -Volledig aan de ondervloer bevestigde parketvloeren en planken ondervloeren dienen te worden voorzien van een geschroefd plaatmateriaal (zie bij “ andere ondervloeren”). - Keramische, natuurstenen of soortgelijke vloeren controleren op losliggende tegels of delen. Deze verwijderen en de ontstane ruimte vullen met snelcement. De totale vloer schoonmaken en ontvetten en vervolgens - overeenkomstig de voorschriften van de fabrikant - egaliseren. In alle gevallen (met uitzondering van textiele vloerbedekking) waar bestaande bedekking behouden dient te blijven is het mogelijk een Artigo LL vloer toe te passen! c) Andere ondervloeren -Houten/planken ondervloeren voorzien van een plaatmateriaal van voldoende dikte en buigsterkte. De gekozen platen dienen een glad en voldoende vochtabsorberend oppervlak te hebben. Gebruik geen vloerboard o.i.d.! De platen dienen op de ondervloer te worden geschroefd of bevestigd met zgn. schroefspijkers. Nooit nieten of spijkers gebruiken. Schroeven om de ca. 15cm rondom de plaat en gekruist diagonaal over het oppervlak. De platen niet te strak tegen elkaar leggen, zodat de naden kunnen worden uitgevuld met een elastisch blijvend vulmiddel. Na droging daarvan de naden vlakschuren. In geval van Epoxie-, polyurethane, gietasfalt, metaal of andere niet vochtabsorberende ondervloeren kunt u voor overleg contact opnemen met Artigo en/of uw leverancier van egaliseer- en lijm producten.
6
Controleren van de ondervloeren Waarvan en hoe de ondervloer ook gemaakt is, de stoffeerder dient de ondervloeren nauwkeurig te inspecteren en te beoordelen op de geschiktheid om de rubbervloeren op aan te brengen. Voldoende vlak en egaal. Twee - nogal eens verwarde - verschillende begrippen. Met behulp van een ca. 2,5 tot 3m lange starre rij of profiel zijn golvende onvolmaaktheden in de vloer vast te stellen. Onvoldoende egaalheid is veelal visueel vast te stellen of te voelen. Pukkels, kuiltjes, vervuilingen e.d. dienen te worden verwijderd of geëgaliseerd. Blijvend droog. Door middel van een CM-meting kan worden vastgesteld of de vloer voldoende droog is. Het restvochtgewicht mag de 2% bij cementgebonden dekvloeren en 0,5% bij gipsgebonden dekvloeren niet overschrijden. Zorg dat een vertegenwoordiger van de opdrachtgever bij de vochtmeting aanwezig is of maak van deze meting een schriftelijk protocol. Beoordeel of de vloer over het gehele te beleggen oppervlak voldoende vrijdragend en geventileerd is. Druk- en trekvast Na zorgvuldig schoonmaken (vegen stofzuigen) van de cementgebonden ondervloer kan met een speciaal gereedschap (maar ook met een spijker of schroevendraaier) vrij eenvoudig worden vastgesteld of de ondervloer niet te veel afzand. Alle door stukadoors en schilders achtergelaten gips-, kalk- en verfresten en ander verontreinigingen van de vloer die de hechting nadelig kunnen beïnvloeden dienen te worden verwijderd. Scheurvorming Eventuele scheurvorming (ook haarscheurtjes) in het oppervlak dienen na zorgvuldige reiniging van het oppervlak te worden beoordeeld en zonodig gesaneerd. Indien de scheurvorming door de volledige dikte van de dekvloer gaat, dient deze te worden verwijderd en opnieuw aangebracht.
Indien een ondervloer niet geheel en in alle opzichten voldoet aan gestelde eisen, kan niet met installatie van de vloerbedekking worden aangevangen.
7
TECHNISCH HANDBOEK
INSTALLATIE AANWIJZINGEN
LIJMEN
Algemeen De verantwoordelijke stoffeerder op het werk beslist - afhankelijk van en gebaseerd op de omstandigheden op het werk en eigenschappen van de ondervloer - welke methoden en hulpstoffen ter plaatse worden toegepast. Egaliseren Het verdient in vrijwel alle gevallen de voorkeur de ondervloer te egaliseren. Neem bij dat aspect in het accepteren van de ondervloer geen onnodige risico’s. Volg bij het kiezen van een egalisatiemiddel altijd de adviezen en voorschriften van de betreffende fabrikant. Gebruik de aanbevolen hechtprimers en neem bij het aanmaken van de egalisatie de juiste mengverhouding water/vaste stof in acht. Het is afhankelijk van de gekozen egalisatie hoe snel na het egaliseren u kunt beginnen met het installeren van de rubbervloeren. Schuur de egalisatie zonodig na en stofzuig na het schuren vooral zorgvuldig. Dit is belangrijk voor een goede verlijming. Levering en opslag van de materialen Een goede installatie begint met een juiste opslag van de te verwerken materialen. • Controleer of het geleverde klopt inzake hoeveelheid, kwaliteit en kleur. • In geval van tegels: Stapel niet meer dan twee pallets of 150 tegels op elkaar. • Rollen - zonder risico voor omvallen - rechtop bewaren. • Te verwerken materiaal minstens 48 uur voor installatie opslaan in de te beleggen ruimte. (min .temperatuur 18ºC) Het installeren van de rubbervloeren Installeren met lijm Te verlijmen Artigo rubbervloeren hebben een geschuurde rug. Verlijming over het volledige oppervlak is de meest gebruikelijke methode bij het installeren van rubbervloeren. Indien op deze wijze verwerkt door vakmensen verkrijgt men een zo optimaal mogelijk resultaat in zowel technisch als esthetisch opzicht. Omgevingscondities bij/voor aanvang • Een omgevingstemperatuur van tenminste 18ºC (max. 30ºC) tenminste 24 uur voor aanvang, gedurende de uitvoering en tot ten minste 24 uur na oplevering. • Een relatieve luchtvochtigheid van max. 75%. • Een geschikte ondervloer. • Restvochtgewicht in de ondervloer max. 2%. (gipsgebonden dekvloeren max. 0,5%)
8
Lijmen Lijmen van verschillende samenstelling en fabrikaat kunnen of moeten worden gebruikt, afhankelijk van de aard van de ondervloer, de omstandigheden of het toekomstig gebruik van de vloer. Volg in alle gevallen de instructies van de lijmfabrikant. Acrylaat-dispersie lijmen In water gedisperseerde acrylaatlijmen drogen door verdamping en absorptie van het water en zijn daarom geschikt voor verlijming van rubber op poreuze, vochtabsorberende ondervloeren. Deze lijmen zijn alleen geschikt voor gebruik binnen, bij te verwachten lichte of middelzware belasting op absoluut droog blijvende ondervloeren en gebruiksomstandigheden waar geen overvloedige hoeveelheden water verwacht worden bij dat gebruik of onderhoud. Tweecomponenten Epoxie lijm Opgebouwd uit een Epoxie polymeer (deel A) dat zijn hechtkracht ontleent aan een chemische reactie die ontstaat na het mengen daarvan met een harder (deel B). Dit type lijm kan worden gebruikt bij middelzwaar of zware belastingen binnen. Tweecomponenten polyurethane lijm Opgebouwd uit een polyurethane polymeer (deel A) dat zijn hechtkracht ontleent aan een chemische reactie die ontstaat na het mengen daarvan met een harder (deel B). Dit type lijm kan worden gebruikt bij middelzwaar of zware belastingen binnen. Deze lijm is ook verkrijgbaar in geleidende versies voor het verlijmen van conductieve (zgn. ESD) vloeren. Dispersie contactlijm In water gedisperseerde acrylaatlijm met toevoeging van speciale hulpstoffen. De lijm droogt “atmosferisch” d.w.z. door verdamping in de lucht van het in de lijm aanwezige water. Bedoeld voor het aanbrengen van accessoires als plinten, trapvormen, trapneuzen etc. waartoe zowel de ondergrond als het te verlijmen materiaal van lijm dienen te worden voorzien. De benodigde hechtkracht ontstaat pas na volledige verdamping van het water. Lijmfolie Van glasvezel wapening voorziene droge lijmfilm, die aan weerzijden is voorzien van een papieren schutblad. Bedoeld voor het aanbrengen van trapvormen op elke schone en droge ondergrond. Heeft geen droog (wacht)tijd en is vrijwel ongevoelig voor klimatologische en atmosferische omstandigheden tijdens de verwerking. Gebruik van lijmen Voor een juist en succesvol gebruik van de lijmen is het van extreem belang de voorschriften en adviezen van de respectievelijke fabrikanten in acht te nemen. Het gebruik van de juiste kitstrijkers, met de juiste vertanding (en het onderhoud c.q. tijdige vervanging daarvan) is van evident belang. Bij het installeren van dunne rubbervloeren verdient de toepassing van een lijm die met een fijn vertande kitstrijker
verwerkt kan worden de voorkeur. Hiermee wordt het risico van doortekening van de kitslagen voorkomen.
9
TECHNISCH HANDBOEK
BANEN - VOORBEREIDINGEN VOOR HET VERLIJMEN
1. Meet de ruimte en markeer de centraal lijnen
2. Rol de banen uit (onverlijmd), met een overlap van ca. 3.0cm. Controleer de banen op de juiste kleur en onverhoopte gebreken.
3. Zowel bij het installeren van banen als
tegels is controle op de juiste kleur en mogelijke imperfecties van belang. Het omruilen van onjuist materiaal is alleen mogelijk als het nog niet verlijmd is. Claims op verwerkt materiaal worden niet gehonoreerd.
10
4. Snij de naden, langs een stalen rei of liniaal, dubbel door met behulp van een recht mes. Snij de onderste baan niet geheel door en trek/scheur deze - van boven naar onder - weg. Zo krijgt u een perfect sluitende naad.
11
TECHNISCH HANDBOEK
ROLLEN - VERLIJMD INSTALLEREN
1. Sla de banen tot net over de helft terug. Verdeel de lijm met een kitstrijker met een juiste vertanding. Bepaal - afhankelijk van de gebruikte lijmsoort en ondervloer - het moment om de rollen voorzichtig in het kitbed te leggen. De banen voorzichtig aanwrijven om blazen te voorkomen.
2. Herhaal deze handelingen aan de andere kant van de ruimte. Let er bij het aanbrengen van de lijm goed op om geen “kit op kit” aan te brengen.
3. Nadat allen banen zorgvuldig zijn gelegd de banen walsen in de lengterichting van de banen. Besteedt extra aandacht aan de naden
12
4. Bij gebruik van een lijm met een lange droogtijd kan het nodig zijn om de naden gedurende het afbinden van de lijm te verzwaren met zandzakjes.
Aandachtpunten -Het is belangrijk om tijdens het leggen (afwerken van de naden) van de vloer de eventueel op de vloer gekomen lijmresten direct te verwijderen. Gebruik daarbij de materialen die daarvoor door de lijmfabrikant wordt aanbevolen. (Veelal water of neutrale schoonmaakmiddelen voor acrylaatlijmen of alcohol gebaseerde middelen voor tweecomponenten lijmen). - Probeer geconcentreerde druk van handen, knieën of ellebogen op de vloer tijdens het leggen te vermijden. Vermijd verkeer op de vloer gedurende de eerste 24 uur na installatie. - Dek de vloer na installatie af om schade door andere bouwactiviteiten te voorkomen.
13
TECHNISCH HANDBOEK
TEGELS - VERLIJMD INSTALLEREN
1. Meet de ruimte en markeer de centraallijnen.
2. Leg de tegels los (onverlijmd) met de centraallijnen als startpunt. Let er op dat de pijlen op de rug van de tegels in dezelfde richting wijzen.
3. Controleer of de tegels de juiste kleur hebben en vrij zijn van beschadigingen en gebreken. Snij de pastegels langs de wanden op maat.
14
4. Sla een rij tegels terug en verspreid de lijm op de vloer met gebruik van de juist vertande kitstrijker.
5. Als het kitbed legklaar is de tegels terug leggen. De tegels voorzichtig en zorgvuldig aanwrijven zodat alle lucht verdwenen is en de tegel overal contact met het lijmbed heeft.
6. Let er op dat bij noppentegels de noppen “mooi lijnen”. Bij een lijm met een lange open tijd kan het nodig zijn om de naden met zandzakjes te verzwaren.
15
TECHNISCH HANDBOEK
NADEN VAN RUBBERVLOEREN LASSEN
Lassen van de naden Artigo rubbervloeren hebben een uitzonderlijke dimensionale stabiliteit. Het lassen van de naden is om die reden dan ook niet noodzakelijk. Slechts in gevallen waar hygiënische eisen (voedings-en farmaceutische industrie, gezondheidszorg, kinderdagopvang etc.), of belasting van de vloer met extreme hoeveelheden water daarom vragen, kunnen de naden thermisch of koud worden gelast. Om bij dergelijke toepassingen ophoping van vuil en/of water in de wand/vloer aansluitingen te voorkomen kunnen de vloeren als plint tegen de wand worden opgezet. Hiervoor heeft Artigo rubberen kwartrond hollijsten in het programma. Thermisch lassen Het is noodzakelijk het lasdraad van Artigo te gebruiken (ø3.8mm) en dit te verwerken met een daartoe bedoeld hand- of automatisch lasapparaat. Volg hierbij de onderstaande richtlijnen.
1. Met een hand- of automatische frees een groef van ca.ø3,5mm tot op 2/3 van de dikte van de rubbervloer (tot een maximum van 2mm) frezen. Vervolgens goed stofzuigen. Bij het installeren van Energy niet tot in de onderlaag frezen!
2. Plaats het lasdraad in het lasapparaat en test de beste temperatuur instelling Druk de lasdraad in de groef en beweeg de lasmond met de juiste snelheid in lengterichting van de banen.
16
3. Met behulp van een hellebaardmes en afstandsplaatje het eerste deel van de overtollige bovenzijde van de lasdraad wegsteken. Het mes warm maken (met het lasapparaat of föhn) kan dit werk vereenvoudigen.
4. Zodra het lasdraad tot kamertemperatuur is afgekoeld kan met het hellebaardmes (zonder afstandsplaatje) de rest van het overtollige lasdraad worden weggesneden. Houdt het mes vlak en pas op dat het zich niet in de vloer “graaft”
Belangrijk: De kleur van het lasdraad wijkt altijd enigszins af t.o.v. de vloer.
Koud lassen Bij noppenvloeren of in omstandigheden dat thermisch lassen onpraktisch is, kunnen wij Epoxy-gebonden polymeerkit in kokers leveren. Deze worden speciaal gemaakt in de kleur van de vloer. Bedenk dat hier een levertijd van ca. twee in acht genomen moet worden. Ook deze kit zal in kleur altijd enigszins afwijken t.o.v. de vloer. Deze kit wordt op dezelfde manier aangebracht als “gewone afwerkkitten”. Handig: In geval van “versnijden”, ernstige mechanische schade o.i.d., kan deze kit ook gebruikt worden om kleine reparaties in/aan het oppervlak te verrichten.
17
TECHNISCH HANDBOEK
ELEKTRISCH GELEIDENDE (ESD) VLOEREN (ANT 48)
Installeren van elektrisch geleidende vloeren (ANT 48) (DIF in overeenstemming met IEC 6 1 340-4-1) Algemene informatie Elektrisch geleidende vloeren zijn ontworpen om te voldoen aan specifieke eisen die worden gesteld aan vloeren in operatiekamers, productie- en/of reparatieruimten van elektronische componenten en alle andere plaatsen waar bescherming tegen elektrostatische ladingen gewenst is (ESD). In de productprogramma’s van Artigo zijn vloeren die aan de belangrijkste internationale normen inzake ESD voldoen te herkennen aan de benaming ANT 48. Het is van het uiterste belang dat u de gespecificeerde eisen van uw opdrachtgever en eventuele regelgeving van hogerhand dienaangaande kent en nauwkeurig (op)volgt. Inzake de eisen aan de ondervloeren en bouwfysische omstandigheden kunt u kennis nemen van de informatie daaromtrent elders in dit handboek. Lijmen Zowel tegels als banen dienen te worden verlijmd met elektrisch geleidende lijm. (Speciaal daartoe ontwikkelde tweecomponent polyurethanelijm verdient de voorkeur). In geval van gebruik van een elektrisch geleidende acrylaatdispersie is het noodzakelijk de naden thermisch te lassen. De noodzakelijke koperband wordt veelal zelfklevend geleverd. Zoniet, verlijm dan ook deze met een geschikte elektrisch geleidende lijmsoort. Aarding Het gebruik van een elektrisch geleidende lijm draagt zorg voor een “afvoer” van elektrostatisch potentieel door middel van aarding. Koperband (10 x0.08 mm) moet in elke ruimte in een maximaal stramien van 12 x 12 m worden aangebracht indien ANT 48 rubbervloertegels of -banen worden gelegd. De koperband dient de omtrek van de ruimte op een afstand van ca. 20cm van de wanden te volgen. Breng in grotere ruimtes om de 12m eter extra koperband aan in verbinding met het band langs de wand. Aan een kant van het koperband moet een verbinding tot stand worden gebracht met een op of in de wand aangebracht aarding contactpunt.. Voor ca. elke 100m2 is een apart aansluitpunt aan aarding noodzakelijk om een goede afvoer van elektrostatische spanning te kunnen waarborgen. Het verdient aanbeveling om de aarding contactpunten en verbindingen aan de vloer uit te laten voeren door een ter zake kundige elektricien. Installeren
Als de ondervloer legklaar is (blijvend droog, druk- en trekvast, blijvend droog en schoon), eerst met smetkoord of potlood de lijnen waarlangs het koperband aangebracht wordt op de vloer uitzetten. Vervolgens de beschermfolie van lijmrug van het band verwijderen en het band met een (droge!) doek stevig op de ondervloer aanwrijven. Leg vervolgens de rubbervloer overeenkomstig de aanwijzingen zoals elders in dit boek vermeld. Gebruik - vanzelfsprekend - elektrisch geleidende lijm. De naden dienen thermisch te worden gelast indien het toekomstig gebruik daarom vraagt of als voor de verlijming gebruik gemaakt is van een acrylaatlijm. Dek de vloer vervolgens af indien nog andere (bouw)werkzaamheden in de ruimte gaan plaatsvinden, Dan wel dat er nog “bouwverkeer” over de vloer gaat.
18
Testen Na installatie de vloer een basisreiniging geven (strippen), neutraliseren met schoon water en na moppen met een neutraal reiniger. Ten minste 24uur na het nat reinigen kan de geleidende werking worden getest. De test dient telkens om de 5m2 te worden uitgevoerd. ook de aarding kontakten en de aansluitingen dienen separaat te worden getest. Het doormeten van de aarding van de vloer dient te worden uitgevoerd door een ter zake kundige elektricien of gespecialiseerde deskundige. Omgevingsomstandigheden Zoals ook eerder in dit boek vermeld dient de temperatuur in de ruimte, voorafgaand, tijdens en na de verwerking tussen 18- en 30ªC te bedragen. Voor ESD-materiaal is het specifiek belangrijk het materiaal tenminste 48 uur uitgepakt te laten acclimatiseren.
19
TECHNISCH HANDBOEK
LOS LEG VLOEREN
Het installeren van Los Leg vloeren (LL)
Artigo Los Leg (LL) rubbervloeren zijn een bijzonder product. De speciale samenstelling maakt het mogelijk de vloertegels te installeren zonder permanente verlijming. Deze groep producten (in de Artigo collectie “LL” genoemd) kan “los” worden gelegd, gebruik makend van een semi-permanente verlijming (bekend als antislip lijm, pick-up lijm, fixeer). De vloertegels blijven opneembaar. Ondervloeren Artigo LL vloeren kunnen worden gelegd op elke vlakke, druk- en trekvaste, schone en blijvend droge ondervloer. Ook op paneelvloeren, verhoogde (zgn. Acces) vloeren. Ten aanzien van restvochtgewicht kan men zich bij Artigo LL vloeren iets meer veroorloven. (restvochtgewicht max. 5% CM-gemeten). Bij verhoogde vloeren dienen de vloerplaten (ongeacht het type materiaal, zoals hout, cement etc.) geschikt te zijn om LL vloeren op te kunnen installeren. Installatie - De installatie dient te worden uitgevoerd door ter zake kundige stoffeerders. - Voor een optimale stabiliteit, de tegels 48uur voor installatie op kamertemperatuur acclimatiseren. - De temperatuur in de te beleggen ruimte 24 uur voor aanvang, tijdens en 24 uur na het leggen niet kouder dan 18-, maar maximaal 30ºC. Belangrijk Om een goed en functioneel resultaat te krijgen dient de semi-permanente lijm voldoende droogtijd te krijgen. De hoeveelheid aan te brengen lijm verschilt, afhankelijk van het fabrikaat. Alhoewel de aanwijzingen van de respectievelijke producent gevolgd dient te worden, bevelen wij een zo min mogelijke hoeveelheid lijm aan.
Bij toepassing van Artigo LL op verhoogde (zgn. acces-) vloeren dient er voor gezorgd te worden dat de naden van de tegels niet precies op de naden in de ondervloer vallen.
20
1. Meet de ruimte en markeer de centraallijnen om een legplan te maken met minimaal snijverlies.
2. Breng de semi-permanente lijm op de ondervloer aan overeenkomstig de adviezen van de
lijmfabrikant en laat de lijm voldoende drogen.
3. Start op de centraallijnen en leg de tegels op het droge kitbed rekening houdend met de door pijlen op de rug aangegeven legrichting. Snij de kanttegels op maat met een recht mes. 21
TECHNISCH HANDBOEK
CEMENTMORTEL INSTALLATIE
Het leggen van rubbervloer in cementmortel Het gebruik van cementmortel als “verlijming” voor vloeren komt in ons land niet of nauwelijks voor, terwijl het een slimme methode is om probleemstellingen te lijf te gaan. Bijvoorbeeld als de ondervloeren bloot staan aan vocht in combinatie met extreem verkeer: • Niet vrijdragende en geventileerde dekvloeren. • Ondergrondse gangen en perrons. • Looppaden buiten (wel overkapt). • Garages e.d. De Artigo cementmortel legmethode geeft - dankzij de zwaluwstaart vormige structuur van de rugzijde van de tegels - in feite een mechanische hechting aan de ondervloer! Ondervloeren De gebruikelijke ondervloer voor deze bedekking is een gewapend beton ondervloer. Voor de dekvloer adviseren wij het gebruik van 350kg/m3 Portland325, gemengd met schoon rivierzand en een zo laag als mogelijke (verwerkbare) water/cement verhouding. Het installeren dient bij voorkeur plaats te vinden binnen 15 dagen na het storten van het beton, zodat de uitharding/curing nog niet volledig heeft plaatsgevonden. Op reeds bestaande ondervloeren is het van belang dat de ondervloer absoluut schoon en vochtabsorberend is. Zonodig de dekvloer (laten) stralen. Egaliseren Indien de aangeboden ondervloer onvoldoende vlak is kan deze worden voorzien van een laag cement bestaande uit 325 en fijn zand (verhouding 2:1), te verdelen met een metalen troffel. Cementmortel installeren
De uitvoering dient plaats te vinden door terzake kundige installateurs. Indien snelle droging van het cement vereist is, is het mogelijk de cementmortel te vervangen door snelcement-soortige mortel (droogtijd ca. 24 uur). Voorzorgen Na het leggen van iedere rij tegels is het van belang de overtollige mortel op het oppervlak met een vochtige spons te verwijderen. Voorkom daarbij overmatige hoeveelheden water op het oppervlak van de tegels. Gedurende en na het leggen mag de vloer niet worden blootgesteld aan sterke zonnestraling omdat sterke thermische bewegingen in zowel de mortel als in de ingesloten lucht aan de rugzijde van de tegels, de mechanische hechting nadelig kunnen beïnvloeden. (Tip: dek de vloer af met vochtig houtzaagsel!) 48 uur na het leggen de vloer schoonmaken met een eenschijfs-machine met borstels en houtzaagsel. Bij installatie met normale mortel is de vloer na 4 dagen begaanbaar voor licht gebruik en na 10 dagen voor zwaar verkeer.
22