De DCD survivalgids
Schrift en schrijven:
Je mag gebruik maken van een aangepaste stoel, tafel en/of voetenbankje. Je mag gebruik maken van een aangepaste pen of stift. Je mag in je eigen tempo schrijven. Als je linkshandig bent, mag je aan de linkerkant van de duobank zitten. Soms mag je gebruik maken van de pc in de klas of van je eigen laptop. Bij dictee mag je gebruik maken van invulblaadjes. Bij dictee hoef je alleen de belangrijkste woorden op te schrijven.
65
66
De DCD survivalgids
Je mag gebruik maken van een Alpha Smart. Dit is een klein notitietoestel met een toetsenbord en een typvenster.
Je hoeft niet over te schrijven van het bord, maar je mag een fotokopie maken. Na de les mag je fotokopieën maken van de notities van een klasgenoot. Je mag aangepaste schriftbladen met meer lijntjes gebruiken. Je mag die bladen opbergen in een speciale map. Je mag een eenvoudiger lettertype gebruiken om te leren schrijven. Bijvoorbeeld scriptletters in plaats van gebonden schrift.
De DCD survivalgids
Je mag je schoolagenda aan de leraar geven en om controle vragen. Om het voortschrijdend glijden bij het schrijven gemakkelijker te maken, mag je gebruik maken van een ‘skate-board’. Dit is een klein geplastificeerd kartonnetje dat je onder de pinkrand van je schrijfhand mag leggen. Dit maakt het schuiven bij het schrijven gemakkelijker. Als schrijven echt onmogelijk is voor jou, mag je gebruik maken van een programma met spraaktechnologie. Daarover moet je overleggen met je ouders en juf of meester.
Rekenen en wiskunde: Je mag gebruik maken van een aangepaste meetlat, een geodriehoek, enzovoort. Je mag gebruik maken van een aangepaste passer met draaiwieltje tussen de passerbenen. Je mag gebruik maken van een rekenrolrek.
67
68
De DCD survivalgids
Je mag de bewerkingen bij cijferen op groot ruitjespapier maken. Bij hoofdrekenen mag je de tussenstappen noteren. Bij meetkunde mag je een paar millimeter afwijken bij het juist meten en tekenen. Bij kloklezen mag je gebruik maken van een digitaal uurwerk.
Gebruik van de computer: Je mag gebruik maken van een toetsenbordrooster. Een toetsenbordrooster is een rooster dat je boven het toetsenbord plaatst en waarbij een opening is boven elke toets van het toetsenbord. Dit voorkomt dat je twee toetsen gelijktijdig kunt aantikken.
De DCD survivalgids
Je mag gebruik maken van een grote muis of rollerball / trackball. Een roller-ball is een grote muis die een grotere beweging vraagt en gemakkelijker te bedienen is.
Je mag stickers op de toetsen plakken. Dit is gemakkelijker om ze te herkennen. Je leert typen op een toetsenbord waarbij duidelijk wordt aangegeven wat voor de linker- en wat voor de rechterhand bedoeld is. Je mag je huistaken op de pc maken. Je mag een schoolagenda op de pc bijhouden. Je mag gebruik maken van een stick om werk dat je op school gemaakt hebt naar huis mee te nemen. Je mag een afzonderlijke, aangepaste typcursus volgen.
69
70
De DCD survivalgids
Lichamelijke opvoeding (gymmen-turnen) : Je hoeft niet mee te doen als er op toestellen wordt gegymd. Je hoeft dus niet over het paard (plint) te springen of over de bok, je hoeft niet op de evenwichtbalk, enzovoort. Bij toestelturnen krijg je meer hulp dan anderen. Je hoeft niet mee te doen aan evenwichtsoefeningen. Je hoeft niet deel te nemen aan groeps- en balspelen. Ondertussen moet je dan wel een taak maken met betrekking tot sport en vrije tijd.
Plastische opvoeding: Men geeft punten op de samenstelling van je werk, op vorm en kleur, en minder op afwerking. Activiteiten zoals knippen, kleuren, schilderen, enzovoort worden bij de beoordeling minder verrekend in de punten.
De DCD survivalgids
Aardrijkskunde: Je hoeft kaarten niet over te tekenen, maar mag ze kopiëren. Oriënteringen (noorder- en zuiderbreedte, ooster- en westerlengte en windroos) hoef je niet in detail te kennen.
Examens en overhoringen: Je mag de geschreven kopij mondeling toelichten met de vakleerkracht. De vragen worden vooraf voor jou voorgelezen. Je mag mondeling examen afleggen met een schriftelijke voorbereiding.
71
72
De DCD survivalgids
Muziek en muzikale opvoeding: Je wordt vrijgesteld van het bespelen van een blokfluit. Je hoeft niet met de juiste maat te kunnen meebewegen.
Tips die je het allemaal wat gemakkelijker maken Breng de boeken, mappen en schriften van éénzelfde vak in dezelfde kleur, of merk ze met een etiket van dezelfde kleur. Houd orde in je bank in de klas. Als dat niet lukt, vraag dan een afzonderlijk rekje of iets dergelijks. Deel je boekentas altijd op dezelfde wijze in, alles altijd op dezelfde plaats. Maak gebruik van een bladwijzer of een post-it in je leerboeken.
De DCD survivalgids
Voor je begint met je huistaken en lessen, leg je elke avond een lijstje aan van de taken die je moet maken. Neem dat lijstje met één van je ouders door en deel dit in met de nodige tijd voor elke taak. Kijk elke avond je schoolagenda na. Maak thuis op je kamer dezelfde orde als in je schoolbank.
73
74
De DCD survivalgids
Zoals je ziet zijn er veel STICORDI-maatregelen en we geven ze hier lang niet allemaal. Naargelang het nodig is voor jou, kun je er nog een aantal maatregelen aan toevoegen. Hieronder vind je nog plaats voor extra maatregelen. Bespreek ze dan met je ouders en de juf of meester.
Leren lezen: ................................... ................................... ...................................
Schrift en schrijven: ................................... ................................... ...................................
Rekenen en wiskunde: ................................... ................................... ...................................
Gebruik van de computer: ................................... ................................... ...................................
De DCD survivalgids
Lichamelijke opvoeding (gymmen-turnen) : ................................... ................................... ...................................
Plastische opvoeding: ................................... ................................... ...................................
Aardrijkskunde: ................................... ................................... ...................................
Examens en overhoringen: ................................... ................................... ...................................
Muziek en muzikale opvoeding: ................................... ................................... ...................................
75
76
De DCD survivalgids
De stap naar het secundair (voortgezet) onderwijs Dit is een grote stap. Je moet hier ook kiezen welke richting je gaat studeren. Vanuit de school wordt er meestal een keuzewerkboek gegeven. Hierin word je begeleid in het kiezen van een studierichting die voor jou het meest geschikt is. Als je DCD hebt, zal die keuze al iets minder ruim zijn. Kijk vooral naar je talenten, naar de dingen die je goed kunt. Maak desnoods een tekening van jezelf en zet de dingen waar je moeite mee hebt aan de ene kant en de dingen die je goed kunt aan de andere kant. Bespreek dat zeker eerst met je vader en moeder. Bekijk ook goed de beroepenwereld. Op de leeftijd van twaalf jaar heb je daar niet altijd een zeer goed zicht op. Laat daarin de juf of meester zeker ook de informatie geven die nodig is. Uiteindelijk zijn het je vader en moeder die beslissen. Ze nemen die beslissing op basis van wat ze over jou weten en wat zij denken welke keuze het meest geschikt is voor jou. Voor het secundair onderwijs (voortgezet onderwijs) zal er meer overleg moeten gebeuren tussen je ouders en de
De DCD survivalgids
verschillende leerkrachten van de school. Misschien kun je hier ook zelf een aantal dingen mee bespreken. De dienst voor leerlingenbegeleiding (CLB) kan hier zeker ook een handje helpen. In het secundair onderwijs kun je ook meer zelf uitmaken welke maatregelen er nodig zijn. Als een vakleraar vergeet dat voor een bepaalde opdracht een compenserende of dispenserende maatregel is ingesteld, mag je hem of haar daar op vriendelijke wijze attent op maken.
De juffrouw vraagt aan de klas: ‘Wie kan me zes dieren uit Afrika noemen?’ Jantje steekt zijn vinger op en zegt: ‘Vier apen en twee leeuwen.’
Jantje komt te laat op school. ‘Waarom ben je te laat?’, vraagt de juf. ‘Ik droomde over voetbal, juffrouw’, zegt Jantje. ‘Is dat een reden om te laat te komen?’, vraagt de juf. ‘Nee,’ zegt Jantje, ‘maar ze hadden verlenging!’
77