SCHOOLPLAN 2015- 2019 BASISSCHOOL DE REGENBOOG
‘BETROKKEN LEREN GEEFT ZIN’
INHOUDSOPGAVE 1.Inleiding
3
2. Visie
4 2.1. Visie op onderwijs
4
2.2 Visueel beeld specifieke schoolkleur
4
2.3 . Visie SPO CONDOR
9
2.4 Visie op culturen SPO Condor
9
2.5 . Visie op leidinggeven:
11
2.6 Visie vanuit de maatschappelijke omgeving
11
2.7 . Strategische kaart SPO Condor
11
3.1: Wat wilden we, wat hebben we bereikt en wat worden onze nieuwe doelen
13
3.1.1.Onderwijskundig
13
3.1.2 Personeel
16
3.1.3 Kwaliteitzorg
16
3.1.4 Klant en omgeving
16
3.1. 5 Materieel en huisvesting
17
4.Hoofddoelen
18
5.Strategisch beleidskader
19
5.1. Onderwijskundig beleid
20
5.2. Personeelsbeleid
24
5.3 Kwaliteitsbeleid
25
5.4 Klant en omgeving
26
5.5 Materieel en huisvesting
26
5.6 Financieel beleid
27
6. TOTAALOVERZICHT VAN BELEIDSVOORNEMENS & PLANNING
28
Onderwijskundig beleid
28
Kwaliteitsbeleid
29
Personeel
29
Klant en omgeving
29
Bijlages
30 bijlage 1 Burgerschapvorming
30
Bijlage 2 Toetsen en beoordelen op de Regenboog
34
Bijlage 3 Overzicht gebruikte methodes
36
bijlage 4 Freinetkenmerken van een FREINETSCHOOL ( en bijbehorende indicatoren)
37
bijlage 5Kkangoeroeklassen
39
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
2
1.INLEIDING Het schoolplan 2015-2019 van basisschool de Regenboog; een document dat richtinggevend is voor het schoolbeleid in de komende vier jaar. In dit document worden de ambities van de school beschreven. Er is te lezen wat de visie van de school is, en hoe vanuit deze visie het onderwijs wordt vormgegeven. Deze visie moet zichtbaar en merkbaar zijn voor kinderen en ouders. Daarom is in het document zo concreet mogelijk beschreven hoe er gewerkt wordt op school en wat de speerpunten voor de komende vier jaar zijn. Bij het schrijven van dit schoolplan zijn verschillende beleidsplannen van de afgelopen vier jaar gebruikt, zoals het schoolplan 2010-2014, de jaarplannen, de kwaliteitskaarten, het tevredenheidsonderzoek, verschillende audits en het inspectierapport. De doelen voor de komende vier jaar zijn specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch en tijdgebonden (SMART-methodiek). Ze kunnen goed geëvalueerd worden en zullen zo bijdragen aan een resultaatgerichte aanpak.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
3
2. VISIE 2.1. VISIE OP ONDERWIJS Over onderwijs en opvoeden bestaan veel verschillende opvattingen. In dit schoolplan wordt toegelicht volgens welke principes er op basisschool de Regenboog wordt gewerkt. Het onderwijs is gestoeld op de opvattingen van de Franse onderwijspedagoog Celestine Freinet. Dit onderwijsconcept kenmerkt zich door een betekenisvol aanbod en het werken vanuit ervaringen van kinderen. Freinet behoort tot de zogenoemde traditionele onderwijsvernieuwers. Veel van zijn opvattingen zien we echter terug in de huidige opvattingen over goed onderwijs. In dit hoofdstuk is te lezen wat de kern is van de visie van de school, en hoe deze visie concreet vorm krijgt. Met regelmaat is hierbij de term ‘technieken’ te lezen, deze term wordt gebruikt voor specifieke freinetwerkvormen als bijvoorbeeld ’drukken’ of ‘vergaderen’.
2.2 VISUEEL BEELD SPECIFIEKE SCHOOLKLEUR Als verbeelding van de visie wordt een cirkel gebruikt, opgebouwd uit verschillende lagen. De cirkel symboliseert de samenhang tussen alle aspecten die benoemd worden. In de kern wordt weergegeven wat het belangrijkste uitgangspunt is. In de daarop volgende laag worden begrippen genoemd die richting geven aan het onderwijs op de Regenboog. De buitenste cirkel laat zien welke werkvormen, methodieken, materialen en middelen we gebruiken om het onderwijs concreet vorm te geven. De cirkel geeft onderwijskundig duidelijk richting aan het handelen van het team. Voor (nieuwe ) ouders en andere belangstellenden is de cirkel als beeld niet sterk genoeg. We zijn de afgelopen jaren op zoek gegaan naar een beter beeld. We hebben aan kinderen, ouders en team gevraagd welke elementen van ons onderwijs kenmerkend zijn voor onze school. Dit is weergegeven in een mindmap. Er is natuurlijk een grote overlap in beide beelden, de cirkel vraagt echter wat meer achtergrondinformatie. Daarom wordt er in de volgende tekst meer uitleg gegeven over de begrippen die in de cirkel genoemd worden.
DE KERN: Betrokkenheid Onze missiezin is: ‘betrokken leren geeft zin’ De kern van het onderwijs op de Regenboog is namelijk de betrokkenheid van kinderen. Kinderen komen tot ‘echt’ leren als zij zich betrokken voelen bij de activiteiten die zij (op school) ondernemen. Binnen het ervaringsgerichte onderwijs wordt dit leren ’waarachtig leren’ genoemd. Betrokkenheid ontstaat niet zomaar. Het gevoel van competentie heeft een grote invloed op de betrokkenheid. Als een kind met activiteiten bezig is die te moeilijk of te gemakkelijk voor hem zijn, zal de betrokkenheid laag zijn. Als een kind zich niet competent voelt, zal er weerstand zijn tegen het leren. Ook relaties zijn van invloed op de betrokkenheid van kinderen. Relaties tussen kinderen onderling én tussen het kind en de leerkracht. Als het kind vertrouwen heeft in de leerkracht, zich goed voelt in de groep, zich uitgedaagd en veilig voelt, zal het kind gemakkelijker betrokken zijn bij het werk wat hij doet. Als de leerkracht het kind goed kent, weet de leerkracht waar het kind door geboeid, geraakt wordt. Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
4
Een andere factor die van grote invloed is op de betrokkenheid is het gevoel van autonomie. Een kind wil voelen dat hij ertoe doet, wil serieus genomen worden als een autonoom persoon. Hij wil zichzelf leren kennen en hij wil ook dat de ander hem kent. Hij wil gekend worden in wat hij kan. Het aanbod moet afgestemd zijn op zijn mogelijkheden. De aspecten ‘relatie’, ‘competentie’ en ‘autonomie‘ laten een grote samenhang zien. De mate waarin een kind zich competent voelt, zal bijvoorbeeld voor een groot deel beïnvloed worden door de mate waarin een kind zich autonoom voelt en door de relatie die hij heeft met medeleerlingen en leerkrachten. Op de Regenboog is het onderwijs zo ingericht dat er een grote mate van betrokkenheid mogelijk is. Leerkrachten zijn zich bewust van de invloed van de aspecten: ‘autonomie’, ‘relatie’ en ‘competentie’.
HET ONDERWIJS IS GERICHT OP: Brede ontwikkeling: Een kind komt als kleuter op de basisschool en verlaat deze als (bijna) puber. In de tijd dat een kind op de basisschool zit gebeurt er veel, het kind maakt een sterke ontwikkeling door. Op de Regenboog wordt het als kerntaak gezien het kind te begeleiden in het opdoen van kennis en ervaringen op een manier die past bij de ontwikkeling van kinderen. Vanzelfsprekend zijn hierbij de door de overheid gestelde kerndoelen bepalend. Op de Regenboog wordt vanuit de principes die in dit schoolplan beschreven zijn gewerkt aan: Nederlands, Engels, Rekenen/wiskunde, Oriëntatie op jezelf en de wereld, Kunstzinnige oriëntatie en Bewegingsonderwijs. Vanuit de visie van de school is het belangrijk dat een kind leert hoe de wereld in elkaar steekt, dat hij zichzelf en anderen leert kennen, dat hij zijn mening leert vormen, dat hij goed is toegerust op reken- en taalgebied, dat hij leert zich beeldend uit te drukken, etc. Het onderwijs is daarom met nadruk gericht op de brede ontwikkeling. Hiermee wordt aangesloten bij de vraag vanuit de maatschappij (en daarbij van bijvoorbeeld het bedrijfsleven) naar actieve en creatieve burgers. In het e huidige onderwijsklimaat is er veel aandacht voor de zogenaamde 21 eeuwse vaardigheden. Er is door verschillende organisaties in de westerse wereld onderzoek gedaan naar de vraag: ‘Wat moeten jongeren nu leren om optimaal voorbereid te zijn op de samenleving in de 21ste eeuw?’ Naast een goede beheersing van taal en rekenen en de kernvakken, zijn de competenties samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden van belang. Ook een betrokken, ondernemende en nieuwsgierige houding komt van pas. Voor een freinetschool geen nieuw uitgangspunt! De aandacht voor de brede ontwikkeling is terug te zien in het onderwijsaanbod, maar ook in de verschillende ruimtes in de school. Het schoolgebouw is speciaal ontworpen voor het brede aanbod binnen het freinetonderwijs. Iedere klas heeft (rustige) werkplekken in de klas. Maar het leren blijft niet beperkt tot de klas; er zijn ook werkplekken op de gangen voor bijv. beeldende vorming, er kan gewerkt, gebouwd en gespeeld worden op de zolders. Iedere klas heeft een tuin, een kookgelegenheid, een digibord en een werkbank. Er is een speelzaal en er is veel ( groene) ruimte om de school. Deze inrichting zorgt voor een rijke leeromgeving. Kinderen worden actief gestimuleerd om zo veel mogelijk gebruik te maken van de bijzondere mogelijkheden die de school biedt. Het opdoen van kennis en ervaringen is niet voor ieder kind even vanzelfsprekend en gemakkelijk. Een aantal kinderen heeft meer zorg nodig om tot een goede ontwikkeling te komen. Het onderwijs op de Regenboog is erop gericht kinderen die meer zorg nodig hebben te signaleren en hulp te bieden. Dit geldt voor kinderen die gedrags- en leerproblemen/stoornissen hebben en voor kinderen die meer begaafd zijn dan het gemiddelde kind. Deze zorg beperkt zich niet tot de basisvaardigheden rekenen, lezen en schrijven maar is (zoals het hele onderwijsaanbod op de Regenboog) gericht op de brede ontwikkeling. Ervaringen van kinderen: Werken vanuit betrokkenheid vraagt om werken met ervaringen van kinderen. Kinderen zijn sterker betrokken als ze zelf ervaren en als hun ervaringen gebruikt worden in het onderwijs. Kinderen leren de hele dag door, dit ‘alledaagse’ leren wordt ook wel incidenteel leren genoemd. Het vormt op de Regenboog een belangrijke basis en bron. Door interventies van leerkrachten wordt het incidentele leren omgezet in intentioneel leren; een kind wordt bewust gemaakt van de leerervaring. Deze manier van omgaan met ervaringen van kinderen is terug te zien in het handelen van leerkrachten, maar ook in bijvoorbeeld het onderwijsaanbod en de leeromgeving op de Regenboog. Kennis en ervaringen delen: Het is een eenvoudig en bekend gegeven dat kinderen veel leren van elkaar. Op de Regenboog wordt dit gegeven bewust gebruikt, leerkrachten maken de leerervaringen van kinderen zo sterker en breder. Dit leren van elkaar zien we terug in het samenwerken bij verschillende vakken en in het presenteren van het werk aan elkaar. Hierbij speelt ICT een belangrijke rol. Het maken van presentaties en teksten op de computer zorgt ervoor dat het delen van kennis op een eigentijdse manier kan gebeuren. De samenleving en de leefwereld van de kinderen: Een school is geen eiland en dat wil de Regenboog ook beslist niet zijn. Kinderen leren niet alleen op school, maar overal en altijd. Deze ervaringen worden even serieus genomen als ‘het leren aan een tafeltje, in een klas’. De samenleving wordt zoveel mogelijk in school gehaald en de kinderen gaan er vaak op uit. De directe leefomgeving van de kinderen is daarbij de belangrijkste bron. Als we kinderen willen opvoeden tot actieve, betrokken deelnemers aan de maatschappij, moeten ze de Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
5
maatschappij wel kennen. De kinderen nemen op een actieve manier deel aan de organisatie op school. Vanuit een democratisch/ socratisch overleg worden beslissingen genomen over bijvoorbeeld regels die in de klas gelden ( zie ‘klassenvergaderingen’). Binnen het Freinetonderwijs is burgerschapsvorming dan ook al heel lang een essentieel onderdeel van het onderwijsaanbod (zie bijlage 1.) Op de Regenboog kijken we vanuit een levensbeschouwelijk perspectief naar de wereld om de kinderen heen. We behandelen de inbreng van ieder individueel kind met respect. Vanuit het werken aan de brede ontwikkeling, is er aandacht voor spirituele vaardigheden als verwonderen, verbinden, vertrouwen, verbeelden, communiceren, vieren en omgaan met tradities. De leefwereld van de kinderen bepaalt voor een groot deel welke ervaringen kinderen mee naar school nemen. Ouders hebben daar vanzelfsprekend een grote plaats in. Het is voor kinderen fijn en vertrouwd als ze ervaren dat hun ouders een betrokken aandeel hebben in het schoolleven. Hoe dichter de school bij de ouder staat en de ouder bij de school, hoe beter de samenwerking verloopt en hoe beter ouders en school elkaar kunnen vinden als partners in opvoeding en onderwijs. Daarom nodigen we iedere ouder uit om op zijn of haar manier actief mee te denken en te werken op school. Ouders hebben hier natuurlijk hun eigen verantwoordelijkheid in. Maar door ouders een duidelijke plaats te geven en ze serieus te nemen als partners hopen we dat alle ouders zich betrokken voelen. Er is minstens twee maal per jaar een klassenraad in iedere groep. Ouders worden dan uitgenodigd om samen met de andere ouders en de leerkracht te spreken over zaken die in de groep leven. Daarnaast worden ouders natuurlijk met regelmaat op de hoogte gehouden over de ontwikkeling van hun kind. Verder zijn ouders ook onderdeel van het onderwijs als het gaat over het ondersteunen bij feesten, het uitvoeren van activiteiten als koken, in de tuin werken, actief zijn in PR, medezeggenschapsraad of oudervereniging enz. Kinderen maken met regelmaat gebruik van ouders als ‘bron’, bijvoorbeeld bij het maken van studies over verschillende beroepen of hobby’s. Kwaliteit: Wij leveren kwaliteitsonderwijs. Dat doen we door te werken vanuit een duidelijk visie. Binnen het team is duidelijk welke uitgangspunten leidend zijn. Deze zijn opgenomen in de visiecirkel. We zijn kritisch op ons handelen en op ons aanbod. Met regelmaat wordt bekeken of we nog steeds de juiste koers volgen. We werken doelgericht aan verbetering van het onderwijs. De manier waarop dat in de komende vier jaar gebeurt, wordt beschreven in hoofdstuk 5. Om te beoordelen of we het juiste aanbod geven, is het erg belangrijk om de ontwikkeling van kinderen te volgen. Dat doen we door observaties, analyse en beoordelen van het werk van kinderen en door het afnemen van methodegebonden toetsen en Cito-toetsen. De samenhang tussen deze vormen van beoordelen en toetsen wordt vormgegeven in de toetscirkel (zie bijlage 2) Samenhang: Alles wat tot nu toe is beschreven, laat een grote samenhang zien en is van invloed op elkaar. De samenhang in de kern (betrokkenheid, relatie, competentie en autonomie) is al eerder beschreven. Maar ook in het verdere onderwijsaanbod en het pedagogisch en didactisch handelen op de Regenboog is een duidelijke samenhang te zien. Het is bijvoorbeeld niet mogelijk onderwijs te geven gericht op de brede ontwikkeling van kinderen, zonder de ervaringen van kinderen mee te nemen. Er kan geen kwaliteit geleverd worden als niet de juiste middelen ingezet worden, etc. Alle leerkrachten weten vanuit welke visie en opvattingen er gewerkt wordt. Dat geeft samenhang in de pedagogische en didactische aanpak, door alle leerjaren heen. Leerkrachten bieden de leerstof zoveel mogelijk in samenhang aan. Kinderen leren verbanden zien en ervaren en doorzien daarmee hoe zaken samenhangen. Dit is een heel belangrijk aspect van leren.
HOE GEVEN WIJ VORM AAN HET ONDERWIJS De buitenste cirkel laat zien welke werkvormen, methodieken, materialen en middelen gebruikt worden om het onderwijs op de Regenboog vorm te geven. Groepsinstructies: De vakinhouden van rekenen, aanvankelijk en technisch lezen, spelling, begrijpend lezen, schrijven, Engels, topografie en verkeer komen aan de orde tijdens groepsinstructies. Voor het lezen, begrijpend lezen, rekenen en spelling wordt er met groepsplannen gewerkt waarbij kinderen op een afgestemde manier in een groepje instructie krijgen. Bij deze instructies wordt met uitgegeven methodes gewerkt ( zie bijlage 3). In alle klassen is een digibord of touchscreen aanwezig, dit wordt interactief ingezet om het methodisch aanbod te versterken De vrije tekst als hart van het taalonderwijs: Het centrale uitgangspunt van het taalonderwijs op de Regenboog vormt de ‘vrije tekst’: het verhaal van de kinderen. Alle kinderen van vier tot en met twaalf jaar vertellen, of zodra ze dit zelf kunnen, schrijven hun eigen verhalen in hun verhalenschrift. Ze ervaren zodoende dat schrijven en lezen functioneel inzetbaar zijn als communicatiemiddel. Het prikkelt de kinderen zelf te gaan schrijven om zo hun beleving te delen met anderen. De kinderen lezen hun verhaal aan elkaar voor. Elke week wordt er een verhaal gekozen, besproken en vermenigvuldigd. Alle verhalen worden gebundeld in een Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
6
klassenboek waarvan elk kind een exemplaar mee naar huis krijgt. Tijdens de tekstbespreking wordt behalve naar inhoud ook heel expliciet naar woordgebruik, zinsbouw, stijl en interpunctie gekeken. Er wordt gestreefd naar functioneel taalonderwijs: behalve hun eigen verhaal schrijven de kinderen ook een weekverslag; schrijven ze in het klassendagboek; maken ze albums van gezamenlijke studies en corresponderen ze met andere scholen en kinderen (onder andere via e-mail). In de onderbouw vormt het taalonderwijs het hart, door taal leren de kinderen de wereld om hen heen benoemen. Thema’s uit de belevingswereld van de kinderen staan centraal, daardoor is er een grote betrokkenheid van de kinderen bij het onderwijs. Leerkrachten zorgen voor de balans tussen methodisch en ervaringsgericht werken. Hierbij worden de ‘tussendoelen beginnende geletterdheid’ van het Expertisecentrum Nederlands gevolgd. De taalactiviteiten in de hogere groepen zijn gebaseerd op de leerlijnen uit ‘Dat’s andere taal’*. Uitgangspunt voor de taalactiviteit kan de tekstbespreking van die week zijn, maar ook een studie of kringactiviteit kan aanleiding zijn voor een taalactiviteit. Daarbij worden de Taalklappers gebruikt. Deze zijn gebaseerd op de uitgave Dat’s andere taal’*. Drukken Het drukken heeft traditioneel een belangrijke plaats in het freinetonderwijs. Het oorspronkelijke doel (kennis delen en verspreiden) kan nu goed bereikt worden door gebruik te maken van een tekstverwerkingsprogramma en digitale manieren van verspreiden. Het drukken heeft voor ons echter nog steeds een belangrijke functie: het wordt nu vooral ingezet om teksten van kinderen illustratief te ondersteunen. Door deze illustratie gaat de tekst meer tot de verbeelding spreken en krijgt de tekst een andere waarde. De tekst met illustratie vormt een mooi geheel en spreekt het esthetisch bewustzijn van kinderen aan. De gekozen tekst van de week wordt vermenigvuldigd en op ieder exemplaar wordt de illustratie gedrukt. Zo kan er ieder kind in de klas aan het einde van het jaar een mooi boek met verhalen van de klas mee naar huis nemen. Als inspiratiebron voor het drukken wordt de uitgave ‘Mooi werk’* gebruikt. Groepsverslagen Met grote regelmaat (afhankelijk van de groep eenmaal per week, tot minimaal eenmaal per maand) wordt er verslag gedaan van de activiteiten in de klas. In sommige groepen wordt er ook een klassendagboek bijgehouden. Kinderen kunnen in het verslagen teruglezen waar ze aan gewerkt hebben, ouders blijven op een zinvolle manier op de hoogte. Levend rekenen Bij het rekenen gebruiken we zo vaak mogelijk realistische rekenervaringen van kinderen. Naast de methodelessen ( Wereld in getallen), zijn er rekenactiviteiten, die we ’Levend rekenen’ noemen. Hierbij wordt de uitgave ‘Dat telt’* gebruikt, waarin functionaliteit en de ervaringswereld op de voorgrond staan. Kinderen krijgen zo oog voor het mathematische facet in hun omgeving, onderkennen de functionaliteit van het rekenen in de dagelijkse praktijk, leren oplossingsmethoden zien en durven rekenproblemen aan te pakken. Werken met de klassenkas is een belangrijk onderdeel van het levend rekenen. Iedere klas krijgt aan het begin een bedrag aan euro’s. In de klassenvergadering wordt beslist wat er met het geld gebeurt. Vanaf groep 5 wordt de kas door de kinderen beheerd, waar nodig met ondersteuning van de leerkracht.
Studies Kinderen komen met hun verhalen, ervaringen en vragen op school; deze bieden hun en de leerkrachten de uitdaging om verdieping en ordening aan te brengen. De onderwerpen die aan bod komen zijn over het algemeen te plaatsen in het gebied van het kerndoel ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’. Er zijn drie studies te onderscheiden: 1. De individuele studie Vanaf groep 4 (en soms ook eerder) maken kinderen studies over onderwerpen die ze, in overleg, zelf kiezen. Een studie wordt gemaakt volgens een stappenschema. De eerste stap is dat kinderen opschrijven wat ze al weten van een onderwerp. Bij de tweede stap formuleren kinderen hun vragen (wat wil ik nog meer weten?). Stap 1 en 2 samen vormen een studieblad dat aan de klas wordt gepresenteerd. Daarna gaan de kinderen op zoek naar de antwoorden op hun vragen. Van de antwoorden wordt een verslag gemaakt. Dit kan een album zijn, maar ook andere vormen zijn toegestaan. Het resultaat wordt aan de klas gepresenteerd en kan aanleiding zijn voor een klassikale les over het onderwerp. De stappen zijn in een uitgebreide vorm vastgelegd in het zogenaamde ‘studievolgboekje’. De eisen die aan de studie worden gesteld en de hoeveelheid studies per jaar zijn afhankelijk van het leerjaar en de mogelijkheden van het kind. Het werken aan de studie wordt ingepland op het werkplan. 2. De ministudie. Vanaf groep 5 wordt de vertelkring gebruikt als bron voor onderwerpen voor de ministudies. Tijdens de kring komen zes kinderen aan de beurt. Eén kind is voorzitter en één kind notuleert. Uit de zes verhalen wordt een onderwerp gekozen voor een ministudie. De klas bedenkt vragen over het onderwerp, die door twee kinderen verder worden uitgediept. Zij kiezen vijf vragen uit en zoeken tijdens werkplan de antwoorden. Aan het eind van de week wordt de ministudie gepresenteerd. 3. Gemeenschappelijke studies. Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
7
In alle leerjaren gaan de leerkrachten in op onderwerpen die uit de groep komen. Deze onderwerpen worden dan uitgewerkt op het niveau van de groep. Bij gemeenschappelijke studies ( onderwerp wordt bestudeerd door de hele groep) is het aanbod het meest leerkracht gestuurd. Er wordt geprobeerd zoveel mogelijk verschillende werkvormen te gebruiken. De leerkrachten kunnen hiervoor onder andere gebruik maken van de mediatheek, de methodes ‘De grote reis’ en ‘Bij de Tijd’ en musea, maar ook instituten als de Heemtuin en het MEC (Milieu Educatie Centrum), die voor elke groep met regelmaat een leskist of excursie verzorgen. Voor alle studies geldt dat de leerkracht bekijkt en vastlegt aan welke onderwerpen gewerkt is. Mochten er bepaalde (tussen) doelen niet aan de orde komen, dan kan de leerkracht passende onderwerpen inbrengen.
Hoekenwerk: In de groepen 1 tot en met 4 wordt ‘hoekenwerk’ gedaan. Kinderen kiezen activiteiten met behulp van een planbord. De activiteiten lopen uiteen van timmeren tot werken in de leeshoek, de constructiehoek, etc. Het hoekenwerk is een voorbereiding op het werkplan in groep 5 tot en met 8. Werkplan: Vanaf groep 5 wordt er minimaal vijf maal per week met een werkplan gewerkt. Tijdens de werkplanuren werken de kinderen aan hun studies, het schrijven van teksten, werken ze in de werkhoeken, etc. Per groep wordt er afgesproken wat de kinderen kunnen inplannen. De kinderen maken deze planning zelfstandig voor de werkplantijden van één week. Als voorbereiding hierop wordt er in groep 1 tot en met 4 gewerkt met een planbord. De activiteiten worden door de leerkracht gevolgd. Presenteren Het delen van ervaringen en kennis is een van de punten waarop het onderwijs op de Regenboog zich richt. Daarom neemt presenteren een belangrijke plaats in. Zoals al eerder beschreven, worden de studies van kinderen gepresenteerd. Door de inzet van ICT-middelen, gebeurt dit op een eigentijdse manier. Er is een leerlijn ‘presenteren’ waardoor de ontwikkeling van kinderen gevolgd kan worden. Iedere groep kent het onderdeel ’Laten zien’; kinderen laten werk (tekeningen, timmerwerk, etc.) aan elkaar zien, ze stellen vragen aan elkaar en waarderen elkaars werk. In de ‘Meesterwerkenklapper’ worden extra bijzondere werken verzameld. Kinderen kunnen deze klapper gebruiken als bron. Ook worden er muurkranten gemaakt van studies, die vaak op de gang Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
8
worden gehangen zodat ook andere klassen en ouders kunnen zien wat er leeft en speelt, en wat er geleerd is. Bij de onderbouw wordt veel gebruikgemaakt van fotoverslagen, die leveren een herkenbaar beeld op voor ouders en kinderen. Een aantal keren per jaar wordt er een presentatie van het werk gehouden voor ouders tijdens de kinderpodia. Ook dan worden er studies gepresenteerd en wordt er ander werk tentoongesteld en gepresenteerd. Tijdens het gympodium wordt aan de ouders getoond wat er allemaal geleerd is op het gebied van bewegingsonderwijs. Tweemaal per jaar worden ook andere belangstellenden uitgenodigd om werk van de kinderen te komen bekijken, tijdens de ‘Thee en Tentoonstelling’. Klassenvergaderingen In groep 1 en 2 worden thema’s die met het groepsklimaat te maken hebben (Welke regels worden er gehanteerd? Hoe gaan we met elkaar om? etc.) centraal besproken in de klas. Kinderen hebben een duidelijke inbreng. Ook in de vormgeving spelen kinderen een grote rol. De regels kunnen bijvoorbeeld vastgelegd worden door een fotocollage of een poster. In de groepen 3 tot en met 8 vindt er wekelijks een klassenvergadering plaats. Tijdens deze vergadering komen voorstellen en felicitaties aan de orde en worden er klachten van kinderen behandeld. De kinderen zitten deze vergaderingen zelf voor en er worden notulen gemaakt. Ze krijgen deze vaardigheden aangeleerd vanaf groep 4/5. De leerkracht bepaalt welke ondersteuning een groep nodig heeft bij dit proces. Taken en hoeken Kinderen zijn mede verantwoordelijk voor het op orde houden van hun omgeving. Tijdens de ‘Taken en hoekentijd’ controleren kinderen of de klas en de omgeving goed opgeruimd is. Kinderen krijgen bij toerbeurt de verantwoordelijkheid voor een werkhoek, en voor de klas. Ze spreken kinderen die in de betreffende hoek gewerkt hebben aan op eventuele rommel. Als er zaken zijn die ze willen veranderen kunnen ze dit als agendapunt inbrengen in de vergadering. Door deze manier van werken benadrukken we de samenhorigheid en verantwoordelijkheid voor de eigen leeromgeving. Rijke leeromgeving Een van de uitgangspunten van onze school is het werken aan een brede ontwikkeling. Dat vraagt om een uitdagende leeromgeving. Er is in iedere klas een timmerhoek, een drama/danshoek, een schooltuin, een digibord en een kookgelegenheid. Er zijn rustige werkplekken en plekken waar je fijn samen kunt werken. Iedere klas heeft een zoldertje met daarop extra werk-, knutsel- en speelruimte voor de kinderen. Verder zijn er kasten met een techniekaanbod en een mediatheek. Een omgeving bieden is op zich niet genoeg. Door het onderwijsaanbod en de verschillende activiteiten die opgenomen zijn in hoekenwerk en werkplan, krijgen kinderen de ruimte om ook echt gebruik te maken van de rijke leeromgeving. *Literatuur: Nicolai J., e.a, . De Freinetwerker. Valthe 2006 Nicolai J., e.a, . Dat telt. Valthe 2010 Broersma R., e.a. Dat’s andere taal. Valthe Janssen-Vos F., Basisontwikkeling in de onderbouw. Assen 1997 Dijkstra R, Munnik C. de , De adaptieve basisschool. Utrecht 2007 Herpen M. van , Ervaringsgericht onderwijs, Antwerpen 2006
2.3 . VISIE SPO CONDOR Vier culturen zijn het fundament voor ‘Leren leren doen we samen’, de missiezin van de stichting primair onderwijs Condor (SPO Condor), het bestuur waaronder de Regenboog valt. De culturen zijn: de zelfverantwoordelijke cultuur, de samenwerkende cultuur, de reflecterende cultuur en de resultaatgerichte cultuur. Deze vier culturen spelen een belangrijke rol om als lerende organisatie de centrale doelstelling en hoofddoelen te bereiken.
2.4 VISIE OP CULTUREN SPO CONDOR Zelfverantwoordelijke cultuur: Leren komt pas tot zijn recht in een zelfverantwoordelijke cultuur met 'een krachtige leeromgeving'. SPO Condor legt daarom verantwoordelijkheid ook laag in de organisatie. Binnen gestelde kaders krijgen werknemers de ruimte te experimenteren en eigen oplossingen te bedenken. Het probleemoplossend vermogen van de organisatie wordt hierdoor vergroot. Samenwerkende cultuur: In een samenwerkende cultuur werken teams aan een gezamenlijk doel, waarbij de bijdrage van ieder teamlid van belang is. Ieder teamlid is aanspreekbaar op zijn/haar bijdrage aan het gezamenlijke doel. De dialoog is daarbij een belangrijk middel. Niet alleen het product staat centraal, maar ook het proces. Hoe verliep het allemaal, wat kunnen we de volgende keer beter of anders doen? Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
9
Reflecterende cultuur; Reflecteren is een middel om stil te staan bij het eigen denken en handelen. Reflectie is noodzakelijk om het eigen functioneren en dat van anderen op een kritische wijze te onderzoeken en indien nodig bij te sturen. Hierdoor ontstaan zelfsturende teams. Resultaatgerichte cultuur: Binnen een resultaatgerichte cultuur schakelen we verstand en gevoel bewust in voordat we aan het werk beginnen. Vandaaruit formuleren we onze doelstellingen ‘smart’ en zetten die om in actie. Het resultaat van de acties nemen we bewust en precies waar door te meten. We controleren of het beoogde resultaat op effectieve wijze is bereikt. Hierdoor kunnen we bijsturen, vervolgacties kiezen en het werkgedrag aanpassen. We leren op deze manier van het leren. Dit brengt ons terug bij onze missie ‘Leren leren doen we samen’. Hoe zie je deze culturen terug op de Regenboog? Een leeromgeving is krachtig als zowel kinderen als leerkrachten werken vanuit het motto: ‘Leren leren doen we samen’. Op de Regenboog zijn de verschillende culturen daarom zowel op leerkrachtniveau als op leerlingniveau terug te zien. In het aanbod voor de kinderen wordt er ruimte gemaakt voor zelfverantwoordelijk handelen, samenwerken en reflecteren. Kinderen leren vaardigheden die hierbij belangrijk zijn. Door kinderen bewust te maken van hun eigen leerproces ervaren ze dat ze invloed uit kunnen oefenen op hun eigen resultaten. Op teamniveau wordt zoveel mogelijk gebruik gemaakt van elkaars kwaliteiten. Teamleden krijgen de ruimte om samen te werken, hun verantwoordelijkheid te nemen en te reflecteren op hun handelen. Het aanbod is gericht op de brede ontwikkeling. Door samen te kijken naar de resultaten die gehaald worden en deze te analyseren, zijn teamleden verantwoordelijk voor hun aandeel in het leerproces van de kinderen.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
10
2.5 . VISIE OP LEIDINGGEVEN: SPO Condor werkt vanuit de besturingsvisie van Carver. Deze visie gaat uit van de opvatting dat het rendement van een organisatie het hoogst is wanneer alle betrokkenen veel ruimte krijgen om te werken vanuit een eigen verantwoordelijkheid. Op schoolniveau is dit terug te zien op de Regenboog op de manier waarop het management (directeur, intern begeleider) het team aanstuurt. Zelfverantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid zijn erg belangrijk, zeker omdat het team klein is. Er worden voorwaarden geschept waardoor teamleden zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren. Hiervoor zijn duidelijke kaders nodig. Procedures en protocollen worden daarom zo helder mogelijk vastgelegd in een kwaliteitshandboek. Het vertrekpunt is gelijkwaardigheid tussen team en management, waarbij iedere geleding andere verantwoordelijkheden kent. Een van de verantwoordelijkheden van het management is het monitoren van de opbrengsten, het stellen van doelen hierin, het maken van verbeterplannen en het aansturen van het team om de gestelde doelen ook daadwerkelijk te verwezenlijken. Ook hierbij wordt uitgegaan van de zelfverantwoordelijkheid van de individuele teamleden. Het management is verantwoordelijk voor het scheppen van een veilig klimaat, waarbinnen er vertrouwen is naar elkaar. Op klassenniveau is deze manier van leidinggeven terug te zien in de manier waarop leerkrachten omgaan met kinderen. Kinderen hebben een duidelijke inbreng inde klassenorganisatie, bijvoorbeeld door de klassenvergadering. Ook hier is een sprake van gelijkwaardigheid, met verschillende verantwoordelijkheden. De leerkracht is diegene die zorgt voor een basis van vertrouwen en veiligheid.
2.6 VISIE VANUIT DE MAATSCHAPPELIJKE OMGEVING Vanuit de freinetpedagogiek is er veel aandacht voor burgerschapsvorming. Kinderen worden voorbereid om te kunnen deelnemen aan de maatschappij op een betrokken en kritische wijze, waarbij het niet alleen over rechten gaat, maar zeker ook over plichten. Op freinetscholen wordt met een open blik naar de maatschappij gekeken. Er wordt gekozen voor cultuurbeschouwing; waarden en normen komen binnen via concrete verhalen en situaties die zich aandienen. Het onderwijs moet volgens de visie van freinetscholen kinderen niet klaarmaken voor de maatschappij, het onderwijs moet kritische kinderen leveren die in staat zijn een nieuwe maatschappij te creëren. Dergelijk onderwijs is niet normenvrij. Freinetscholen staan niet los van de wereld maar in de wereld. Burgerschapsvorming zit in het DNA van een freinetleerkracht. De klassenvergaderingen en ook het onderdeel ‘Taken en hoeken', waarbij kinderen zelf verantwoordelijk zien voor hun klassenomgeving, zijn freinettechnieken die duidelijk herkenbaar zijn in ons onderwijs. Kinderen ontwikkelen op de Regenboog een goede beheersing van taal, rekenen en de kernvakken, competenties als samenwerken, creativiteit, ict-geletterdheid, communiceren, probleemoplossend vermogen, kritisch denken en sociale en culturele vaardigheden.
2.7 . STRATEGISCHE KAART SPO CONDOR SPO Condor heeft zijn visie compact weergegeven in een strategische beleidskaart. Het hart van de strategische kaart is uiteraard het kind (midden van de kaart). Stichting primair onderwijs Condor heeft als missiezin ‘Leren leren doen we samen’. De stichting draait/werkt/draagt zorg voor leerlingen en personeel (bovenste balk). Dit gebeurt vanuit vier culturen (bovenste vier groene ovalen). Onze teams en de individuele leerkracht ontwikkelen voortdurend ten dienste van het onderwijs/het kind en zichzelf (gele vlakken naast het hart van de kaart). Het onderwijs binnen Condor vanuit deze culturen en deze ontwikkelende teams en leerkrachten geven antwoorden aan ouders, kinderen en de omgeving (drie groene rechthoeken onderaan). Dit wordt vormgegeven in ‘Zeggen wat je doet, doen wat je zegt, laten zien wat je gedaan hebt’ (onderste gele balk). In de twee rode balken aan de zijkant staat weergegeven wat SPO Condor bij het realiseren daarvan nodig heeft.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
11
3.DE AMBITIES VAN DE SCHOOL 3.1: WAT WILDEN WE, WAT HEBBEN WE BEREIKT EN WAT WORDEN ONZE NIEUWE DOELEN In hoofdstuk 4 en 5 worden de doelstellingen voor 2015-2019 beschreven. In dit hoofdstuk wordt een globale beschrijving gegeven van de ambities die de Regenboog heeft nagestreefd de afgelopen 4 jaar, er wordt kort beschreven wat er bereikt is, en wat de ambities voor de komende 4 jaar zijn.
3.1.1.ONDERWIJSKUNDIG Eigenaarschap van leren De afgelopen schoolplanperiode ( 2010-2015) is er op onderwijskundig gebied veel aandacht geweest voor het afstemmen van afspraken tijdens de instructies. Aanleiding hiervoor waren de audits zorg. Omdat er in heterogene groepen gewerkt wordt, is het belangrijk dat kinderen goed zelfstandig kunnen werken en dat ze zich daar verantwoordelijk voor voelen. We hebben gekeken welke vaardigheden kinderen daarvoor moeten hebben en aan welke voorwaarden de omgeving moet voldoen. In het inspectierapport van 2012 is de opmerking opgenomen dat de kinderen ‘vanuit een grote mate van rust en orde werken, ook als zij niet deelnemen aan de instructie, zeer geconcentreerd en met een grote mate van zelfstandigheid’. Dat is de praktijk die we dagelijks ervaren. We zien echter wel een verschil in werkhouding bij eigen gekozen werk en bij werk dat meer leerkracht- en leerstof gestuurd is. Kinderen werken wel rustig maar stellen niet altijd hoge eisen aan hun werk. We willen hier graag nog een slag slaan door de kinderen nog explicieter te laten ervaren dat ze eigenaar zijn van hun eigen leren. Het stimuleren van de brede ontwikkeling is een van de uitgangspunten van de Regenboog. In 2014/2015 zijn er twee audits afgenomen op bestuursniveau, beide gericht op de brede ontwikkeling. Uit beide audits is gebleken dat de eigen inbreng en de eigen verantwoordelijkheid van kinderen een duidelijke plaats hebben in de dagelijkse onderwijspraktijk. Beleidsmatig kunnen deze aspecten sterker beschreven worden. In de komende periode wordt dit uitgewerkt in het beleidsplan:’ Eigenaarschap van leren bij kinderen’. Opbrengsten De opbrengsten van het taal- en rekenonderwijs zijn voldoende tot goed. We zien de scores bij begrijpend lezen gemiddeld iets lager worden. Ze zijn nog steeds ruim voldoende en het is te vroeg om hierbij te spreken van een trend. We willen echter proactief handelen door het aanbod ‘begrijpend lezen’ goed te analyseren en te verbeteren. Het verbetertraject ‘Spelling’ wat al eerder ingezet is, wordt in 2015-2016 dit schooljaar afgesloten met de invoering van een nieuwe spellingmethode. De opbrengsten van spelling zullen tijdens de implementatie van deze methode goed gevolgd worden. Wat betreft het aanbod van de expressieve vakken zijn we bezig geweest met een bovenschools project gericht op het in kaart brengen van het aanbod op school ( de cultuurkast) Dit traject is nog niet afgesloten. Verder hebben we ons gericht op het muziekaanbod. Door een donatie van de oudervereniging hebben we nieuwe instrumenten en een muziekkast kunnen kopen. Verder is er onderzocht welke methode het beste bij ons past. Er is gekozen voor muziek ‘Moet je doen’, aangevuld met digitaal materiaal van ‘Eigen-wijs’. Het invoeren van deze methode is nog niet afgerond. Freinettechnieken Op het gebied van de freinettechnieken hebben we de afgelopen periode een kwaliteitsslag gemaakt door het invoeren van het studievolgboekje en de leerlijn presenteren. In de groepen 4 tot en met 8 wordt met het studievolgboekje en de leerlijn presenteren gewerkt. Om tegemoet te komen aan de kinderen die met weinig expliciete begeleiding kunnen werken, wordt er in de komende periode een studiestappenkaart ontwikkeld. In de afgelopen periode zijn er kwaliteitskaarten voor de freinettechnieken geschreven. Nog niet alle technieken die op school ingezet worden zijn uitgewerkt, dat gaat de komende jaren gebeuren. Het werken met de freinettechnieken en de kwaliteit hiervan wordt met regelmaat besproken op de teamvergaderingen. Wat betreft de sociale veiligheid is er de afgelopen periode veel maatschappelijk veel aandacht geweest voor pesten en de gevolgen hiervan. Op de Regenboog wordt er gehandeld van het gedachtegoed van Célestin Freinet en is er van oudsher al veel aandacht voor het welzijn van kinderen en de verantwoordelijkheid die kinderen en leerkrachten hierbij hebben voor elkaar. Onze aanpak is gericht op het voorkomen van pestgedrag, dit is beschreven in een beleidsstuk. De komende periode wordt dit besproken met de oudervereniging en de medezeggenschapsraad.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
13
Afstemmen Als team hebben we een nascholing gevolgd die gericht is op het mediëren tussen leerstof en de leermogelijkheden van een kind. Hiermee willen we nog beter afstemmen op de leerbehoefte van kinderen. Het theoretische kader is nu bekend. De uitdaging ligt in de komende periode om deze theorie in de praktijk toe te passen. Dit gebeurt door lesbezoeken bij elkaar af te leggen en daarbij te kijken naar het toepassen van de principes van het mediërend leren. Gezonde school Het accent op gezonde school beleid op de Regenboog ligt op voeding en sociale veiligheid. Er wordt op school veel gekookt en we hebben schooltuinen. Een logisch gevolg is dat kinderen leren over gezonde voeding en dat de school hier keuzes in maakt. Er is een 10-uurtjes afspraak met de ouders en er wordt met regelmaat een overblijfrestaurant gehouden. Kinderen koken een gezonde lunch voor alle overblijvers en ze krijgen smaaklessen. Leerlingenondersteuning en begeleiding De kern van de huidige ondersteuning op de Regenboog is dat er wordt aangestuurd op een handelingsgerichte manier van werken. Hierbij gaat het om het samen (leerling, ouders, leerkracht, Ib-er en interne/externe deskundigheid) benoemen van een oplossing en daar ook aan werken. Er zijn twee soorten ondersteuning: 1. Basisondersteuning
2. Extra ondersteuning 1. Basisondersteuning Het overeengekomen niveau van basisondersteuning is inmiddels vastgesteld door Stromenland. Stromenland is een netwerkorganisatie die functioneert vanuit het uitgangspunt “decentraal wat kan, centraal wat moet”. Vanuit dit perspectief heeft het samenwerkingsverband zes regionale ondersteuningsplatforms waarin het reguliere en het speciaal onderwijs zijn vertegenwoordigd. (Beleid van Stromenland is op te vragen bij stichting SPO Condor) Voor de basisondersteuning zijn de schoolbesturen verantwoordelijk. Zij garanderen elkaar dat basisondersteuning op hun scholen op het afgesproken niveau wordt gerealiseerd. Zij stimuleren, ondersteunen en controleren hun eigen scholen in het behalen van de gewenste kwaliteit van basisondersteuning. Er wordt dan gepraat over een kwaliteitsgarantie. De kwaliteit van basisondersteuning wordt door de onderwijsinspectie beoordeeld. Basisondersteuning is het minimale niveau van ondersteuning dat door iedere school, binnen iedere klas, door elke leerkracht wordt gerealiseerd. Het gaat hierbij om de door het samenwerkingsverband afgesproken preventieve en licht curatieve interventies die: eenduidig geldend zijn voor het gehele samenwerkingsverband, binnen de ondersteuningsstructuur van de school uitgevoerd worden, onder regie en verantwoordelijkheid van de school vallen, waar nodig met inzet van expertise van andere scholen, soms met inzet van ketenpartners, zonder indicatiestelling op het overeengekomen kwaliteitsniveau planmatig worden uitgevoerd. De basisondersteuning van de Regenboog bestaat uit de volgende kwaliteitsaspecten: Basiskwaliteit De leerkrachten zijn in staat de vereiste leerstofinhoud en leeraanpak aan te bieden binnen een efficiënte planning middels effectief en passend didactisch en pedagogisch handelen. Preventieve en lichte curatieve interventies De school stemt begeleiding en ondersteuning aan leerlingen af op de verschillende onderwijsbehoeften van de leerlingen (bijv. dyslexie, of een aanpak voor het begeleiden en/of sturen van gedragsproblemen). Onderwijsondersteuningsstructuur De school gebruikt bij hun begeleiding en onderwijsondersteuning een samenhangend systeem dat de mogelijkheid biedt om samen te werken met andere organisaties en specialisten. Planmatig werken De school gaat na welke onderwijsbehoefte leerlingen hebben, welke opvoedingsondersteuninsgbehoefte ouders hebben en welke ondersteuningsbehoefte leerkrachten hebben. De school organiseert hierop een passend onderwijs- en ondersteuningsarrangement. Evaluatie en bijstelling horen uiteraard bij planmatig werken.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
14
2. Extra ondersteuning Als de basisondersteuning van een leerling niet meer voldoende is, zal er extra ondersteuning ingezet moeten worden. De inzet van deskundigheid en voorzieningen worden bekostigd door het ondersteuningsplatform GHUM. Het ondersteuningsplatform GHUM (Groesbeek, Heumen, Ubbergen en Millingen) maakt deel uit van het Samenwerkingsverband Passend Onderwijs Stromenland (Beleid van ondersteuningsplatform is op te vragen bij stichting SPO Condor) Arrangementen De handelingsgerichte ondersteuning die een leerling nodig heeft wordt op de Regenboog vastgelegd in een arrangement. In een arrangement worden leerlingkenmerken gecombineerd met omgevingskenmerken (wat kenmerkt deze school, met deze klasgenoten, onder begeleiding van deze leerkracht, opgroeiend in deze gezinssituatie). Een arrangement beschrijft vijf onderdelen: de inzet deskundigheid de aanwezigheid van voorzieningen en middelen de mate van nodige aandacht en tijdsinvestering de mogelijkheden van het gebouw de samenwerking met partners. Een arrangement in de basisondersteuning wordt door de Regenboogzelf en zonder indicatie uitgevoerd. Deze zijn voornamelijk terug te lezen in de groepsplannen. Voor de overige ondersteuning is een vorm van indicatie nodig. We spreken dan van handelingsgerichte diagnostiek, gericht op de specifieke onderwijsbehoefte. Waar voorheen uitgegaan werd van de beperking van een leerling, zetten we nu de onderwijsbehoefte van de leerling centraal. Ondersteuningsroute De groepsleerkracht is in eerste instantie verantwoordelijk voor het leren van alle kinderen in zijn/haar groep. De behoeften van kinderen zijn verschillend. Het is de taak van de groepsleerkracht, collega’s, intern begeleider en directie aan deze verschillende behoeften tegemoet te komen. Wanneer nodig kan er ondersteuning aangevraagd of geadviseerd worden. De diverse interne en externe ondersteuningsrichtingen zijn in onderstaand schema te zien:
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
15
Meer informatie over deze leerlingenondersteuning is te vinden in het schoolondersteuningsprofiel
3.1.2 PERSONEEL De Regenboog is een kleine school. Dit heeft als consequentie dat er veel zaken gerealiseerd moeten worden met een klein groepje mensen. Het team is goed opgeleid en ingesteld op het werken met een kleine groep mensen. De kracht van het team zit in het ondersteunen van elkaar en het zien en gebruiken van ieders kwaliteiten. Er is geïnvesteerd in het leren van elkaar door met name de freinetaanpak met regelmaat op de agenda te zetten. De freinetcoördinatoren hebben daar een actieve rol in gespeeld. Het leren van elkaar wordt in de komende periode uitgebreid door meer intervisiemomenten te realiseren. De afgelopen jaren is er wat scholing betreft specifiek aandacht geweest voor het afstemmen van het onderwijsaanbod op de mogelijkheden tot leren van kinderen ( mediërend leren). Ook hier wordt ingezet op leren van elkaar door observaties door teamleden.
3.1.3 KWALITEITZORG Binnen de kwaliteitszorg is de afgelopen periode veel aandacht geweest voor het volgen van de prestaties van de leerlingen, en het verbeteren van het aanbod waar nodig. De interne begeleider stuurt het team aan in het volgen van de leerlingen en het verbeteren van de kwaliteit van het aanbod aan de kinderen. Door het maken van groepsplannen en groepsoverzichten op de vakgebieden rekenen, lezen, begrijpend lezen en spelling is de betrokkenheid van leerkrachten bij dit proces vergroot. Directie en intern begeleider en leerkrachten werken nauw samen bij het volgen van de leerlingen. Na iedere toetsperiode worden de resultaten bekeken. Na de eindtoetsen wordt er een analyse gemaakt en er wordt n.a.v. de analyse evt. een verbetertraject opgezet, samen met de leerkrachten. De leerkrachten zijn actief betrokken bij de uiteindelijke vormgeving van het traject. Leerkrachten zijn zich bewust zijn van de resultaten van hun groep en de samenhang tussen de resultaten en het onderwijsaanbod dat de kinderen krijgen. Er is een digitaal kwaliteitshandboek waarin geldende procedures worden vastgelegd, deze procedures komen met regelmaat terug in besprekingen met het team. Door directie en de interne begeleider wordt gevolgd of de procedures op de juiste manier gehanteerd worden, of de procedures handzaam en juist zijn. Waar nodig worden de procedure aangepast. Er zijn nu een aantal procedures op genomen, in de komende jaren zal het handboek steeds verder uitgebreid worden. Eens in de vier jaar wordt er een tevredenheidsonderzoek afgenomen onder leerlingen, ouders en team van de Regenboog. Het laatste onderzoek stamt van 2014. Zowel bij de ouders als bij de kinderen als bij het team was de gemiddelde score hoog (cijfer 8). Er zijn niet echt grote aandachtspunten voor de nabije toekomst te noemen. Het is natuurlijk wel zaak om deze kwaliteit te blijven behouden. In het beleid zal er dus regelmatig aandacht moeten zijn voor reflectie op de aspecten die gemeten zijn in het tevredenheidsonderzoek. De kwaliteitszorg is volgens de inspectie op alle scholen van SPO Condor op hoog niveau. De school brengt zijn kwaliteit in beeld door een beleidsstuk (kwaliteitskaart Condor), waarin integraal de normen, doelen, succesindicatoren en procedures zijn uitgewerkt. Zowel op school- en stichtingsniveau wordt: via uniforme projectplannen structureel aan verbeteronderwerpen gewerkt. met dezelfde meetinstrumenten gewerkt. via een vaste structuur gewerkt van data verzamelen, analyseren, conclusies trekken en nieuwe doelen en succesindicatoren formuleren. cyclisch aan kwaliteitszorg gewerkt. De audits ‘zorg’, ‘kerntaken leerkracht’ en ‘specifiek schoolkleur’ zijn uitgevoerd door Condor en hebben bijgedragen tot een beter beeld van de kwaliteit van de school en worden door vertaald naar nieuwe beleidsvorming.
3.1.4 KLANT EN OMGEVING Een van de uitgangspunten van het freinetonderwijs is dat leren niet alleen op school plaatsvindt, maar overal en altijd. Dit geeft aan dat de leefomgeving een belangrijke plaats inneemt in het onderwijs. Ook in de dagelijkse praktijk is de inbreng van ouders belangrijk. Samenwerken is hierbij het belangrijkste gegeven. In 2015 is de ouderraad van de Regenboog omgezet in een oudervereniging. In samenwerking met de oudervereniging wordt er in de komende periode een beleidsplan ‘ouderbetrokkenheid ‘geschreven. Samenwerken met de omgeving geeft mogelijkheden die passen bij de uitgangspunten van het freinetonderwijs, het geeft ook mogelijkheden om het onderwijs op de Regenboog te profileren. De gemeente
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
16
Heumen is aan het vergrijzen. Het leerlingenaantal van de Regenboog groeit (ondanks de krimp). Er is de afgelopen jaren hard gewerkt door het team, de P.R-commissie en de directie aan de profilering van de school. De school is op verschillende manieren positief onder de aandacht gebracht bij potentiele ouders. Dit heeft geleid tot een sterke aanwas van leerlingen. Omdat de krimp in geboortes aanhoudt blijft een goed P.R. beleid noodzakelijk. Dat doen we door goede voorlichting te geven, maar ook door samenwerking te zoeken met plaatselijke instellingen en organisaties. Een belangrijke partner hierbij is de kinderopvang. In Malden zijn meerder organisaties actief. Met alle organisaties wordt regelmatig contact onderhouden. Directe samenwerking is er met KION, er is een kinderdagverblijf gehuisvest van KION in het gebouw van de Regenboog. KION verzorgt ook het overblijven op school. De meeste ouders op de Regenboog die gebruik maken van VSO of BSO nemen deze af bij KION.
3.1. 5 MATERIEEL EN HUISVESTING In het huisvestingbeleid van de gemeente Heumen zijn meerdere opties opgenomen wat betreft de huisvesting van de Regenboog. Een van deze opties is nieuwbouw. In de komende jaren zal er beslist moeten worden of de Regenboog onderdeel gaat worden van een eventueel nieuw te bouwen Brede School (samen met basisschool de Vuurvogel en kinderdagverblijf, TSO, VSO en BSO van KION) De beslissing zal afhangen van verschillende factoren, zowel onderwijsinhoudelijk als strategisch. Onze school biedt op dit moment de leeromgeving die past bij onze uitgangspunten en is specifiek ontworpen voor onze vorm van onderwijs. Freinetonderwijs vraagt een rijke leeromgeving. Dat zal in een eventuele nieuwe omgeving weer het geval moeten zijn. De plannen zijn nog in een pril stadium, als de plannen verder vorm krijgen wordt er een werkgroep geformeerd vanuit team en ouders.
3.1. 6 FINANCIEEL BELEID De school maakt personele en materiële kosten. De personele kosten worden bovenschools beheerd. Dit betekent dat SPO Condor meerjarenbegrotingen, jaarbegroting en jaarrekeningen worden gemaakt. De school krijgt ieder jaar een personeelsbudget toegekend. Dit bestaat uit de volgende componenten: - het volledige personele budget dat het ministerie aan de school toekent. - 30% van het budget “Personeel en Arbeidsmarkt” - de school gebonden zorggelden, vanuit het samenwerkingsverband Passend Onderwijs Binnen dit budget en de kaders vanuit SPO Condor m.b.t. de verhouding ondersteunend onderwijs personeel, onderwijs personeel en directie zet de school zijn personeel in. M.b.t. de materiële kosten maakt de financieel medewerker van SPO Condor de meerjarenbegroting. Samen met de directeur van de school wordt er jaarlijks een begroting gemaakt. De begroting wordt gemaakt n.a.v. de uitgave het jaar ervoor en de beschikbare middelen voor het komend jaar. De financiële medewerker levert maandelijks management rapportage aan, zodat de directeur inzicht heeft in de uitgaven lopend het schooljaar. De financiële stafmedewerker maakt de jaarrekening en deze wordt door de accountant gecontroleerd. De kosten m.b.t. het onderhoud van de scholen worden bovenschools geregeld. Alle scholen dragen hiervoor een vast percentage van de materiële kosten af. De stafmedewerker onderhoud maakt vanuit onderhoudsmeerjaren-planningen per school jaarlijks een onderhoudsplan.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
17
4.HOOFDDOELEN In dit hoofdstuk worden de hoofddoelen genoemd waaraan het team en het management van de Regenboog de komende vier jaar gaan werken. De concrete uitwerking van deze doelen is te vinden in hoofdstuk 5.
Het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs, v.w.b. het overeenkomen van de eindopbrengsten met de leerlingpopulatie. Kritische succesindicator: a) Eindopbrengsten: -In 2015 tot en met 2019 halen alle groepen 8 op de eindtoets een gemiddelde schaalscore boven de ondergrens inspectienorm behorende bij onze scholengroep -In 2015 tot en met 2019 zijn alle opbrengsten van de eindtoets (taal, rekenen, WO) voldoende volgens de norm van de kwaliteitskaart van Condor b) Tussenopbrengsten: -In 2015 tot 2018 is er een stijgende lijn te zien wat betreft de tussenopbrengsten van spelling, in 2019 is deze voldoende volgens de kwaliteitskaart van Condor -In 2015 tot en met 2019 zijn de tussenopbrengsten van begrijpend lezen, rekenen en lezen voldoende volgens de inspectienorm Het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs, v.w.b. de kerntaak van de leerkracht. Kritische succesindicator: a) Afstemming: De kenmerken van het mediërend leren zijn zichtbaar in het handelen van de leerkracht. b) Pedagogisch en didactisch handelen: Het passend inzetten van tablets en touchscreens gericht op de brede ontwikkeling Het aanbieden van kwalitatief goed onderwijs, v.w.b. doelgericht werken. Kritische succesindicator: a) Opbrengsten: Er wordt een leerlingvolgsysteem (portfolio) ontworpen en ingevoerd gericht op brede ontwikkeling De schoolspecifieke kwaliteit is herkenbaar vormgegeven. Kritische succesindicator: a) Pedagogisch en didactisch handelen: Er zijn kwaliteitskaarten gemaakt voor alle freinettechnieken Het bieden van kwalitatief goede leerlingenzorg. Kritische succesindicator: Bij de Condor zorgmeting (instrument 2-meting) in 2014 wordt op alle vier de aspecten een voldoende gescoord.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
18
5.STRATEGISCH BELEIDSKADER Het beleid van basisschool de Regenboog omvat meer dan de hoofddoelen. In dit hoofdstuk wordt het beleidskader van het schoolplan gedetailleerd uitgewerkt in de volgende onderdelen: 5.1 Onderwijskundig beleid 5.2 Personeelsbeleid 5.3 Kwaliteitsbeleid 5.4 Sturing en organisatie 5.5 Klant en omgeving 5.6 Materieel en huisvesting 5.7 Financieel beleid
Om het schoolplan verder vorm te geven is het van belang om zicht te hebben op het volgende proces: Waar staan we nu (data verzameling kwaliteitszorg, evaluatie oude strategisch beleidsplan en trends)? Wat willen we bereiken (doelen)? Hoe meten we dat (succesindicatoren)? In dit hoofdstuk zal er per onderdeel worden teruggekomen op deze drie punten. De evaluatiegegevens zijn uit verschillende bronnen afkomstig: 1. 2. 3.
Data vanuit kwaliteitsinstrumenten Kwaliteitskaart van de Regenboog Inspectie Tevredenheidonderzoek ouders, leerlingen, leerkrachten Auditing Schoolkleur Auditing kerntaken leerkrachten MIP/MOP TeamrollenIPB (integraal personeelsbeleid) Financiële jaarverslagen en begrotingen Zorgplan Evaluatie schoolse projectplannen Actiepunten vanuit de evaluatie oude schoolplan Kansen vanuit trends
Evaluatiegegevens komen voort uit exacte metingen (harde data) en ervaringsmetingen (tevredenheidsonderzoeken) Beleidsvorming vindt plaats vanuit de volgende focus: Borging: consolideren van bestaand beleid (waar nodig verder verfijnen / uitwerken van beleid op grond van opgedane ervaringen) Vernieuwing: starten van nieuwe initiatieven. Vanuit onderstaande items beschrijven we de bestaande situatie, de nieuwe doelen en de daaraan gekoppelde succesindicatoren. Deze ordening sluit aan bij het beleidsstuk ‘Kwaliteitszorg’, waarin uitvoering proces en inhoud van de kwaliteitszorg beschreven wordt.
Onderwijskundig
Personeel
Klant & omgeving
Materieel Huisvesting
Financieel
Sturing & Organisatie
Kwaliteitsbeleid
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
19
5.1. ONDERWIJSKUNDIG BELEID 5.1.1. Pedagogisch en didactisch handelen Waar staan we nu? a) Aanbod meer/hoogbegaafde kinderen Er is een beleidsplan geschreven wat betreft het aanbod voor meer- en hoogbegaafde kinderen. Ons aanbod is divers en rijk, we willen dit meer zichtbaar maken door denkniveaus ( Bloom) te koppelen aan de theorie van de meervoudige intelligentie ( Gardner) b) Afstemming Het team heeft een nascholing gevolgd op het gebied van mediërend leren. c) Wat betreft het volgen van de sociaal emotionele ontwikkeling werken we met SCOL. d) Begrijpend lezen: Er is een divers aanbod in begrijpend lezen. Er is niet vastgelegd hoe de instructie is. e) ICT: Er wordt gewerkt met verschillende ICT-middelen ter ondersteuning van het onderwijs. Er zijn digiborden ( of touchscreens in iedere klas) en computers. Er zijn geen tablets. f) Engels: In groep 7/ 8 wordt met een methode Engels gewerkt. In groep 1/ 2 tot en met groep 6 is er in 2014 geëxperimenteerd met het invoeren van Engels, niet door middel van een vaststaande methode maar door het aanbieden van diverse activiteiten ( liedjes, spelletjes, boekjes ) in het Engels g) Culturele vorming: Er is een zogenaamde ‘cultuurkast ‘ontworpen. Hiermee kan het aanbod van culturele vorming vastgelegd worden. Er is een onderzoek geweest naar een passende muziekmethode en deze is aangeschaft. h) Eigenaarschap van kinderen: Uit de audit: ‘Schoolkleur’ en ‘Kerntaken van leerkrachten’ (uitgevoerd door Condor in 2014-2015) blijkt dat de eigen inbreng en de eigen verantwoordelijkheid van kinderen in de praktijk op de Regenboog voldoende tot goed terug te zien is. Beleidsmatig kan dit beter vastgelegd worden. i) Freinet: -We voldoen aan minstens 75% van de freinetkenmerken( zie bijlage) -Er wordt jaarlijks een aanbod Levend rekenen gedaan - Er is een Meesterwerkenweek geweest -Er zijn kwaliteitskaarten gemaakt wat betreft het Freinetaanbod -Voor studies maken kinderen gebruik van studievolgboekjes j) Gezonde school Er is beleid gemaakt op het 10- uurtje. Verder is er een start gemaakt met het overblijfrestaurant. Er is ondersteuning van de GGD geweest bij het uitvoeren van het gezondheidsbeleid. Doelen: a) Aanbod meer/hoogbegaafde kinderen Door middel van een matrix wordt duidelijk gemaakt welk denkniveau en welke intelligentie centraal staat bij de diverse activiteiten in het onderwijs aanbod b) Afstemming: De kenmerken van het mediërend leren zijn zichtbaar in het handelen van de leerkracht. c) Sociaal emotionele ontwikkeling: Er is een vertaling gemaakt van de uitkomsten van de scollijsten op groepsniveau. d) Begrijpend lezen: Er is een aanpak/methode begrijpend lezen gekozen e) ICT: Beleidsplan ICT opstellen en uitvoeren ( in ieder geval gericht op het passend inzetten bij de brede ontwikkeling van tablets en touchscreens) f) Engels: Aanbod Engels schoolbreed vastleggen en uitvoeren g) Culturele vorming: Meesterwerken 4 x per jaar op agenda Meesterwerken week 1 maal per jaar Cultuurkast 4 x per jaar op agenda
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
20
Muziekmethode invoeren h) Eigenaarschap van kinderen Beleidsstuk Eigenaarschap van kinderen opstellen en uitvoeren i) Freinet: -Er is in alle groepen een aanbod Levend rekenen -We voldoen aan minstens 75% van de freinetkenmerken( zie bijlage) -Er zijn kwaliteitskaarten gemaakt voor wat betreft het Freinetaanbod -Het werken met de kwaliteitskaarten Freinet wordt met regelmaat besproken op de teamvergadering -De studievolgboekjes zijn geactualiseerd en verder ontwikkeld j) Er is een beleidsplan gezonde school opgesteld en uitgevoerd -Thema ‘Voeding’ is opgenomen in beleidsplan gezonde school: -10-uurtje -traktaties -overblijfrestaurant -Thema ‘Pesten’ is opgenomen in beleidsplan gezonde school Succesindicatoren: a) Aanbod meer/hoogbegaafde kinderen a. 1 -4 maal beoordeelt het team tijdens intervisie het aanbod aan de hand van de matrix Bloom/Gardner N.a.v. deze bijeenkomst worden verbeterpunten opgesteld a. 2-De matrix is opgenomen in het beleidsplan MHB A.3-Afspraken over het aanbod/ werkwijze op schoolniveau n.a.v. de intervisie bijeenkomsten zijn opgenomen in het beleidsplan MHB en vastgelegd op een kwaliteitskaart b) Afstemming: b.1 - Er is beschreven welk concreet gedrag er ingezet wordt n.a.v. de nascholing ‘mediërend leren’ b.2 - Teamleden beschrijven in hun POP eigen leervraag wat betreft mediërend leren en leggen hun niveau vast ( 0-meting) b.3 - 2 maal per jaar wordt er een peer observatie uitgevoerd gericht op het in d.1 en 2 beschreven gedrag, gericht op eigen ontwikkelingsvraag b.4- In collegiaal intervisie worden ontwikkelpunten besproken en wordt gewerkt aan de eigen ontwikkelingsvraag b.5- na 1 schooljaar is er bij alle leerkrachten groei in de vaardigheden volgens eigen meting ( 1meting) en volgens ib/directie c) Sociaal emotionele ontwikkeling: Er is een vertaling gemaakt van de uitkomsten van de scollijsten op groepsniveau d) Begrijpend lezen: In 2019 zijn de resultaten van spelling voldoende volgens de inspectie- en de Condornorm e) ICT: In 2019 worden er tablets ingezet als ondersteuning bij het onderwijsaanbod (gericht op de brede ontwikkeling) f) Engels: In 2018 is er in alle groepen een aanbod Engels. In groep 1 tot en met 7 niet methode gebonden, in groep 7/8 methodegebonden g) Culturele vorming: -Er is ieder jaar een ‘Meesterwerkenweek’ -Iedere groep levert 4 maal per jaar een’ Meesterwerk ’voor de ’Meesterwerkenklapper’ -Het aanbod culturele vorming wordt 1 maal per jaar geëvalueerd en aangepast ( cultuurkast) -Het aanbod culturele vorming wordt 4 maal per jaar besproken op de teamvergadering h) Eigenaarschap van kinderen De score op de audits ‘Schoolkleur’ en ‘Kerntaken leerkrachten’ is groen op 90 % van de onderdelen wat betreft: ‘Eigen inbreng van kinderen’ en ‘Eigen verantwoordelijkheid van kinderen’ i) Freinet -Er is in alle groepen een aanbod Levend rekenen -We voldoen aan minstens 75% van de freinetkenmerken( zie bijlage) -Er is een kwaliteitskaart van alle freinettechnieken die op school ingezet worden
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
21
-De kwaliteits kaarten Freinet komen jaarlijks terug op TV -De studievolgboekjes s zijn geactualiseerd -Er is een goede lay- out van de studievolgboekjes -Er is een vervolg gemaakt op de studies studievolgboekjes in de vorm van een studiestappenkaart j) Gezonde school -alle kinderen nemen alleen fruit mee als 10-uurtje -traktatiebeleid staat op papier -score op tevredenheidsonderzoek wat betreft sociale veiligheid is groen zowel bij ouders als kinderen 5.1.2. Opbrengsten (leerresultaten) Waar staan we nu? a) Eindopbrengsten: -In 2014 en 2013 is de score van de eindtoets CITO boven de ondergrens (voor onze scholengroep) geweest. In 2011 en 2012 onder de ondergrens. Er is toen een verbeterplan opgesteld waarbij o.a. gekeken is naar de voorbereiding op de eindcito. In 2014 en 2015 is de score boven de ondergrens geweest. Opvallend is de grote spreiding in resultaten. Het gegeven dat de groepen 8 klein zijn en één zeer laag of zeer hoog scorende leerling meteen invloed heeft op het gemiddelde is hierbij van invloed. -De opbrengst van de verschillende onderdelen van de eindcito zijn in 2014 allemaal boven het Condorgemiddelde geweest en hoger dan in de afgelopen jaren. Hieruit kan niet de conclusie getrokken dat op schoolniveau de scores stijgend zijn, de groep is te klein om dat te kunnen stellen. Als we de gemiddelden van de afgelopen 3 jaren bekijken, is de gemiddelde eindscore 538,7 dit is boven de ondergrens. Rekenen (42,2) en studievaardigheden (29,4) scoren groen bij de Condornormering. Taal (72,2) en WO (62,7) geel. Bij deze laatste twee onderdelen is de score licht dalend. b) Tussenopbrengsten: De tussenopbrengsten van 2013-2014 zijn gedaald in vergelijking met 2009-2012. Rekenen en begrijpend lezen scoren groen op de Condornorm, lezen geel ( hier is met name een daling te zien). Spelling rood. Wat de inspectienorm betreft zijn alle scores voldoende, behalve de score van DMT Eind groep 4, die is onvoldoende. c) Spelling: De opbrengsten van spelling zijn onvoldoende. Er is een verbeterplan spelling. Er zijn al interventies geweest op het bieden van de juiste instructies. d) Opbrengsten sociaal-emotionele ontwikkeling: De opbrengsten van de sociaal-emotionele ontwikkeling worden gemeten met behulp van de SCOLlijsten. De opbrengsten waren op het meetmoment van de inspectie in 2012 goed. e) Trendanalyse Er wordt gewerkt met trendanalyses als sturingsinstrument. f) Verslaglegging van de ontwikkeling van kinderen; Dit wordt gedaan door 2 maal per jaar een rapport te schrijven. Het rapport geeft een beeld van de ontwikkeling van kennis van vaardigheden van de kinderen. Het is met name een product gericht verslag met enkele procesgerichte onderdelen. Het is geschreven voor de ouders. Kinderen en ouders hebben geen ruimte om hun bevindingen weer te geven. g) Ontwikkeling volgen: Op de Regenboog wordt gewerkt met een methodegebonden aanbod (rekenen, spelling, aanvankelijk lezen, begrijpend lezen, topografie) en een niet-methodegebonden aanbod (aanbod in groep 1/2, taal, alle vakken binnen het gebied ‘Oriëntatie op jezelf en de wereld’). Wat betreft het nietmethodegebonden OJW aanbod worden er middelen gebruikt (klapper WO) om de ontwikkeling te volgen, maar deze zijn niet toereikend. Ze zijn niet gemakkelijk te gebruiken, en de registratie van de resultaten is onvoldoende. h) Toetsen en beoordelen: Er is een toetskalender, verder is er geen schoolbeleid wat betreft toetsen en beoordelen.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
22
Doelen: a) Eindopbrengsten: Er wordt ingezet op behoud van de scores van de eindtoets. Hiervoor worden de afspraken die in het verbeterplan ‘Eindtoets’, wat betreft de voorbereiding gehandhaafd. Verder verbetering van de eindscore rekenen. Voor rekenen wordt een verbeterplan gemaakt wat zich vooral richt op het aanbod. b) Tussenopbrengsten: -Er is een verbeterplan Spelling geschreven, een van de interventies is de aanschaf van een nieuwe spellingmethode -De opbrengsten van begrijpend lezen worden goed gevolgd, mochten de tussenresultaten ook in 2014-2015 dalen, dan wordt er in 2015-2016 een verbeterplan opgesteld c) Spelling: Verbeteren spelling door implementeren spellingmethode d) Opbrengsten sociaal-emotionele ontwikkeling: Er worden normen vastgelegd met bijbehorende acties n.a.v. de scores van de SCOL-lijsten, op groepsen individueel niveau. e) Trendanalyse De eigen inbreng en de verantwoordelijkheid van leerkrachten bij het aansturen van de opbrengsten wordt vergroot. f) Verslaglegging van de ontwikkeling van kinderen: Er wordt een leerlingvolgsysteem (portfolio) ontworpen en ingevoerd gericht op brede ontwikkeling g) Ontwikkeling volgen: Er wordt een middel gekozen waarmee aanbod, doelen en resultaten voor ten minste één onderwijsgebied (buiten het methodegebonden aanbod) vastgelegd kan worden. h) Toetsen en beoordelen: Er is vastgelegd hoe er beoordeeld en getoetst wordt, welke inbreng kinderen daarin hebben. Succesindicatoren: a) Eindopbrengsten: -In 2015 tot en met 2019 halen alle groepen 8 een gemiddelde schaalscore boven de ondergrens behorende bij onze scholengroep -In 2015 tot en met 2019 zijn alle opbrengsten( taal, rekenen, WO, voldoende volgens de norm van de kwaliteitskaart van Condor b) Tussenopbrengsten: -In 2015 tot 2019 is er een stijgende lijn te zien wat betreft de tussenopbrengsten van spelling, in 2019 is deze voldoende volgens de kwaliteitskaart van Condor -In 2015 tot en met 2019 zijn de tussenopbrengsten van begrijpend lezen voldoende. c) Spelling: In 2019 zijn de resultaten van spelling voldoende volgens de Condornorm d) Opbrengsten sociaal-emotionele ontwikkeling: In 2015 is vastgelegd wat de normering en de vervolgstappen zijn op groeps- en individueel niveau in de hantering van de SCOL-lijsten. e) Trendanalyse: In 2015-2019 wordt er met trendanalyses gewerkt in de aansturing van de doelstelling voor de resultaten van spelling, technisch lezen, rekenen, en begrijpend lezen. Er is in beleid vastgelegd wie welke taken en verantwoordelijkheden heeft hierin ( leerkrachten, IB-er, directie) f) Verslaglegging van de ontwikkeling van kinderen: Er wordt in ten minste één groep met een middel gewerkt om de brede ontwikkeling vast te leggen ( portfolio). g) Ontwikkeling volgen: Er wordt in ten minste één groep met een middel gewerkt om de brede ontwikkeling te volgen ( nietmethode gebonden aanbod) h) Toetsen en beoordelen: Alle op school gehanteerde toets- en beoordelingsvormen zijn opgenomen in de toetscirkel ( beleid Toetsen en beoordelen)
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
23
5.1.3. Leerling ondersteuning/zorg Waar staan we nu? a) Volgens het laatste toezicht van de onderwijsinspectie is het zorgaanbod en de organisatie van de zorg voldoende tot goed, volgens de 1-meting zorg ( Condor) is de organisatie van de zorg matig b) We hebben een ondersteuningsprofiel en werken met groepsplannen en ontwikkelingsperspectieven. c) Er is een aanbod MHB op school, vastgelegd in een beleidsplan. Daarnaast biedt SPO Condor onderwijs voor meer-/hoogbegaafden in kangoeroeklassen aan ( zie bijlage 5). We hebben enkele leerlingen die hier gebruik van maken d) Samen met het bovenschools zorgteam onderzoeken de Regenboog de onderwijsbehoefte in een vroegtijdig stadium en wordt met ouders gezocht naar effectieve ondersteuning. Dit noemen we arrangeren. Vanuit het arrangeren zijn in het schooljaar 2014-2015 de eerste arrangementen uitgevoerd. e) De invoering van Passend Onderwijs is gestart. De Regenboog heeft een SOP. SPO Condor vormt samen met het SPOG een onderwijsplatform i.h.k.v. Passend Onderwijs. Dit wordt GHUM genoemd (Groesbeek, Heumen, Ubbergen en Millingen) f) Er is een start gemaakt met het maken van ontwikkelingsperspectieven Doelen a) b) c) d) e)
f)
De organisatie van de zorg is duidelijk vastgelegd SOP en ondersteuningsprofielen zijn actueel Het aanbod MBH is actueel en passend Kinderen krijgen het juiste zorgarrangement Integraal versterken van kwaliteit binnen de Regenboog om Passend Onderwijs vorm te geven door: * de vaardigheden m.b.t. het bieden van basisondersteuning in de klas van leerkrachten vergroten. * evalueren en doel bijstellen d.m.v. het groeidocument m.b.t. het ondersteuningsaanbod. * mogelijkheden passend onderwijs vertalen naar arrangementen waarbij leerling, leerkracht en ouders meer betrokken worden. De ontwikkelingsperspectieven moeten aansluiten bij de uiteindelijke uitstroom in groep 8.
Succesindicatoren a) Op alle indicatoren inspectie wat betreft zorg is voldoende tot goed gescoord Op alle indicatoren 2-meting zorg is voldoende tot goed gescoord b) SOP is jaarlijks aangepast Ondersteuningsprofielen zijn jaarlijks aangepast c) Kinderen en ouders scoren > 3.5 op tevredenheid Kangoeroeklas d) Gemiddeld ligt het verwijzingspercentage van de Regenboog m.b.t. SBAO en SO in de periode 2015 – 2019 onder het landelijke gemiddelde. e) Integraal versterken van kwaliteit binnen SPO Condor om Passend Onderwijs vorm te geven, door: * uit de 2-meting zorg blijkt dat 80% van de leerkrachten op de Regenboog voldoende ondersteuningsaanbod in de klas kan realiseren. * uit de 2-meting zorg blijkt dat 80% van de leerkrachten het groeidocument volgens de recente afspraak gebruiken * 75% van de uitgevoerde arrangementen realiseren de vooraf gestelde doelen. f) 80% van het vastgestelde ontwikkelingsperspectief in groep 6 sluit aan bij het niveau van uitstroom in groep 8.
5.2. PERSONEELSBELEID Waar staan we nu? Het personeelsbeleid is opgenomen in het beleidsplan IBP. Dit plan wordt uitgevoerd. Er is een gesprekscyclus gericht op het functioneren en ontwikkelen van personeel. Alle personeelsleden schrijven een persoonlijk ontwikkelingsplan. De doorgaande lijn is moeilijk te volgen in het (papieren) portfolio. Er is een digitaal portfolio ontworpen door SPO Condor. Er is een nieuwe CAO
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
24
Doelen: De doorgaande lijn van beoordelen en ontwikkelen kan op een gemakkelijke manier gevolgd worden. Het taakbeleid is volgens de nieuwe cao opgezet en uitgevoerd Succesindicatoren: 80% van de teamleden heeft hun digitale portfolio juist ingevuld Bij 100% van de teamleden is de beoordeling door de directie juist ingevuld in het digitale portfolio. 80% van de teamleden is tevreden over taakbeleid ( in 2019)
5.3 KWALITEITSBELEID Waar staan we nu? a) Het beleidsstuk ‘kwaliteitszorg’, op stichtingsniveau Het kwaliteitsbeleid waarborgt dat de resultaten van de school integraal en over alle deelgebieden helder in beeld worden gebracht, om van daaruit conclusies, aanbevelingen en interventies te formuleren. Kwaliteitsbeleid is binnen SPO Condor een cyclisch proces. Documenten waar de school gebruik van maakt zijn: * Kwaliteitskaart stichting Condor * Inspectiebeoordeling * Auditing Zorg * Auditing ‘kerntaken’, ‘specifieke schoolkleur’ en ‘zorg’. * Evaluatie schoolse projectplannen * IPB (integraal personeelsbeleid) * Teaminventarisatie (teamrollen) * Tevredenheidonderzoek ouders, leerlingen, leerkrachten, omgeving. * Meerjaren investeringsplan (M.I.P.) en meerjaren onderhoudsplan (M.O.P.) * Financiële jaarverslagen, meerjarenbegroting *Kwaliteitszorg freinetonderwijs b) Kwaliteitshandboek de Regenboog Op de Regenboog wordt sinds 2010 gewerkt met een kwaliteitshandboek. Procedures en protocollen worden daarin opgenomen. Alle geldende procedures en protocollen zijn vastgelegd. c) Het beleidsdocument Kwaliteitszorg freinetonderwijs is deels uitgevoerd, de freinetkenmerken ( zie bijlage 4) zijn onderzocht Doelen: a) Het beleidsstuk ‘kwaliteitszorg’, op stichtingsniveau -Kwaliteitszorg te blijven verfijnen d.m.v. integraal monitorings- en verantwoordingsdocumenten. De data, die daaruit voortvloeien analyseren, conclusies trekken, en vertalen naar nieuwe doelen en succesindicatoren. -De audit ‘kerntaken leerkrachten’ (veiligheid, zelfverantwoordelijkheid, evenwichtig aanbod en eigen inbreng leerlingen) uit te breiden met het aspect ‘talent ontwikkeling’. b) Kwaliteitshandboek de Regenboog -Procedures en protocollen voortvloeiend uit nieuw beleid worden opgenomen in het kwaliteitshandboek -Het kwaliteitshandboek is actueel c) De kwaliteit van het freinetaanbod wordt gemeten m.b.v. het document Kwaliteitszorg freinetonderwijs. Succesindicatoren: a) Het beleidsstuk ‘kwaliteitszorg’, op stichtingsniveau - Kwaliteitszorg wordt door de inspectie als goed beoordeeld. -In 2018 worden de audits ‘kerntaken leerkrachten’ (inclusief talent ontwikkeling) en ‘specifieke schoolkleur’ uitgevoerd. De instrumenten zijn uiterlijk 01-01-2018 geüpdatet en talent ontwikkeling is toegevoegd. 3.80% van in het beleidsstuk genoemde instrumenten zijn ingezet en vertaald naar nieuwe doelen en succesindicatoren. b) Kwaliteitshandboek de Regenboog -Alle nieuwe beleidsafspraken zijn opgenomen in het kwaliteitshandboek
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
25
c)
-Er zijn geen gedateerde beleidsafspraken opgenomen in het kwaliteitshandboek >75 van de freinetkenmerken zijn terug te vinden in ons onderwijs
5.4 KLANT EN OMGEVING Waar staan we nu? a) Ouders en kinderen Uit het tevredenheidsonderzoek 2014 blijkt dat zowel ouders als kinderen zeer tevreden zijn over de school ( beide score > dan 8) b) Marktaandeel Er is in de afgelopen jaren stevig geïnvesteerd in het sterker maken van de positie van de Regenboog wat betreft het leerlingen aantal. I.s.m. een actieve groep ouders ( de PR commissie) zijn er een aantal acties uitgezet Voorlichting over ons onderwijs aan medewerkers/leidinggevende van kinderdagverblijven /peuterspeelzalen Samenwerking met kinderdagverblijven/peuterspeelzalen met name met Drakesteijn ( KION gehuisvest in de Regenboog) Ouders actief betrekken in mond-tot-mond reclame Actief beleid wat betreft berichtgeving in de media Activiteiten ontplooien die extra media-aandacht trekken Dit alles heeft er toe geleid dat het aantal aanmeldingen fors gestegen is in vergelijking met vorige jaren. We moeten echter actief blijven werven om deze groei vast te houden. De intensieve samenwerking met de PR-commissie van school moet doorgang vinden in 2015-2019 Doel: a) Ouders en kinderen Ouders en kinderen zijn tevreden over de kwaliteit van het onderwijs op school, zowel wat didactische als pedagogische aspecten betreft. b) Marktaandeel De groei van het leerlingen continueren Succesindicatoren: a) Ouders en kinderen Score tevredenheidsonderzoek 2018 is op of > dan 7.5 b) Marktaandeel Aantal aanmeldingen > dan 2014-2015
5.5 MATERIEEL EN HUISVESTING Waar staan we nu? Het gebouw is ongeveer 30 jaar oud. Het gebouw is goed onderhouden en er hoeft op korte termijn geen groot onderhoud gepleegd te worden. De meubels zijn aan vervanging toe. Doelen: Het gebouw verkeert in goede staat. De inrichting is vernieuwd
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
26
5.6 FINANCIEEL BELEID Waar staan we nu a) Begrotingsopstelling De jaarbegroting van SPO Condor is opgedeeld in een personele en een materiële begroting: de personele begroting wordt bovenschools opgesteld; de materiële begroting wordt op schoolniveau opgesteld, jaarlijks vóór 1 december voorafgaand aan het begrotingsjaar. Binnen de gegeven instroom van financiële middelen heeft de schooldirectie de relatieve vrijheid het begrotingsjaar naar eigen inzicht te budgetteren. De begroting blijft leidraad voor de financiële beheersing van en controle. Verantwoording Jaarlijks vóór 1 juni is het financiële verslag over het voorafgaande jaar opgesteld en van accountantsverklaring en managementletter voorzien, inclusief de materiele begroting van de school. b) Afschrijvingen en MeerjarenInvesteringsPlan Met ingang van 2009 worden investeringen in enig kalenderjaar eerst afgeschreven in het kalender/boekjaar daarna. De investeringen in enig boekjaar worden (mede) bepaald op basis van de afschrijvingsbudgetten. Stelregel daarbij is dat een actief eerst na volledige afschrijving vervangen kan worden. In de begroting en verantwoording worden 4 categorieën gehanteerd: - Meubilair en Inrichting; - Inventaris en Apparatuur; - ICT; - Leermethoden. SPO Condor hanteert per categorie een standaard model voor afschrijvingstermijnen. Ter beheersing worden investeringen geadministreerd in een MIP (meerjareninvesteringsplan), waarbij aanschafdatum en –waarde, afschrijvingstermijn, boekwaarde en vervangingsmoment zijn vastgelegd. c)
Onderhoud Ultimo 2009 is het besluit genomen de schoolbegrotingen bovenschools te belasten met een zeker percentage van de materiële ministeriële instroom, waardoor fluctuaties in het individuele onderhoudsbudget vermeden kunnen worden en een collectieve verantwoordelijkheid voor onderhoud van de schoolpanden is geregeld.
Doelen d) Versterking van de financiële beheersing / bedrijfsvoering van de organisatie door invoering van een adequate plannings- en controlcyclus e) (Her-) Allocatie van materiële financiële middelen f) Waar mogelijk kostenbesparing door (collectieve) aanbesteding g) Budgetbeheersingsoverzicht (managementrapportage) per kwartaal Succesindicatoren a) Opstellen van de sluitende materiële begroting jaarlijks vóór 1 december voorafgaand aan het begrotingsjaar Het begrotingsjaar sluitend af sluiten. b) Budgetbeheersingsoverzicht (managementrapportage) per kalenderkwartaal vóór het einde van de maand volgend op het kwartaal\sluitende materiële exploitatie per boekjaar c) Bezuiniging op afzonderlijke kostenposten (schoonmaak en energie) door voordeliger aanbesteding;
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
27
6. TOTAALOVERZICHT VAN BELEIDSVOORNEMENS & PLANNING Cursief = borging en consolidatie van eerdere (project)plannen Onderwerpen
20152016
20162017
20172018
20182019
Proje ctplan
Wie
Onderwijskundig beleid Pedagogisch en didactisch handelen Kenmerken van mediërend leren toepassen in de onderwijspraktijk
x
x
Door middel van een matrix MHB en MI aanbod op school registreren
x
x
x
x
x
team
team
x
IB-er
Implementeren spellingmethode Kiezen aanpak/methode begrijpend lezen
x x
Implementeren en uitvoeren begrijpend lezen Kiezen aanpak/methode spelling
x
x x
IB-er /team Dir/IBer/team IB-er /team Dir/IBer/team IB-er /team dir dir dir
x
dir
Vertaling uitkomsten van de scollijsten op groepsniveau
Implementeren en uitvoeren spelling Schoolprofiel Gezonde school maken Beleidsplan gezonde school opstellen en uitvoeren Thema ‘Voeding’ opnemen in beleidsplan gezonde school: -10-uurtje -traktaties -overblijfrestaurant Thema ‘Pesten’ opnemen in beleidsplan gezonde school
x
x x
x
x
x
Beleidsplan ICT opstellen gericht op het inzetten van tablets als ondersteuning bij het onderwijsaanbod (gericht op de brede ontwikkeling) x
x
x
x
Uitvoeren beleidsplan ICT opstellen gericht op het inzetten van tablets voor ICT x
x
x
ICT – coördinator
ICT – coördinator/ team Dir/team
Beleidsstuk Eigenaarschap van kinderen opstellen Hierin opnemen: Portfolio Beoordelen op competenties Beleidsstuk Eigenaarschap van kinderen uitvoeren
x
team
Aanbod Engels schoolbreed uitvoeren
x
team
Beoordelen van freinetkenmerken
x
Dir/team
x
Freinet coördinator
Kwaliteitskaarten van alle freinettechnieken ontwerpen Uitvoering Freinettechnieken beoordelen a.d.h.v. de kwaliteitskaarten Correspondentie met andere scholen schoolbreed vastleggen
x
x
x
x
x
x
x x
Ontwerpen studiestappenkaart x
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
Freinet coördinator/t eam Freinet coördinator Freinet coördinator Reken
28
Levend rekenen aanbod 4 x per jaar op agenda x
x
x
x
Meesterwerken 4 x per jaar op agenda Meesterwerken week 1 maal per jaar
coördinator Cultuur coördinator Cultuur coördinator
Cultuurkast 4 x per jaar op agenda Muziekmethode invoeren
Cultuur coördinator/ team
Leerlingondersteuning en zorg x
x
x
x
IB-er/ dir
SOP is jaarlijks aangepast Ondersteuningsprofielen zijn jaarlijks aangepast Professionaliseren werken met groeidocumenten Ontwikkelingsperspectieven zijn ingevoerd
IB-er IB-er /team IB-er
Kwaliteitsbeleid x
x
x
x
dir
x
x
x
x
IB-er/ dir
x
dir dir
Kwaliteitshandboek de Regenboog up-to-date
Analyse resultaten
Personeel Taakbeleid volgens nieuwe cao opzetten en uitvoeren
x
Taakbeleid volgens nieuwe cao evalueren Vastleggen binnen welke termijn de procedures opnieuw bekeken en getoetst worden binnen het team
x
dir
Klant en omgeving Ouderbetrokkenheid vastleggen iom oudervereniging P.R.beleid continueren i.s.m. P.R.-commissie
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
x x
dir x
x
x
29
BIJLAGES
BIJLAGE 1 BURGERSCHAPVORMING Burgerschapsvorming is op de Regenboog geen ‘apart’ vak maar een gegeven dat vervlochten is met het onderwijs. In dit hoofdstuk wordt duidelijk gemaakt hoe dat gebeurt. Ons onderwijs is zo ingericht dat kinderen verantwoordelijk leren zijn, verantwoordelijk kunnen zijn en verantwoordelijk durven zijn. Pas dan kunnen ze naar ons inzicht als volwaardig burger deelnemen aan de maatschappij, kunnen ze keuzes maken, en kunnen ze daarin een evenwicht vinden in hun eigen belang en het belang van anderen. Wij onderschrijven de opvatting van de overheid* over het belang van burgerschapsvorming in de relatie tussen overheid en burgers en de relatie tussen burgers onderling. Daarnaast gaan we uit van de democratische rechten van het kind (vastgelegd in het Kinderrechtenverdrag**). We vinden het belangrijk dat kinderen democratische rechten en plichten kennen en dat ze naar deze rechten en plichten handelen. Het gaat hierbij om begrippen als sociale verantwoordelijkheid, verbod op discriminatie, rechten van minderheden en gelijkwaardigheid. In de kerndoelen is dit terug te vinden bij de volgende punten: Kerndoel 34*** De leerlingen leren zorgdragen voor de lichamelijke en psychische gezondheid van henzelf en anderen. Kerndoel 35*** De leerlingen leren zich vreedzaam te gedragen in sociaal opzicht, als verkeersdeelnemer en consument. Kerndoel 36 *** De leerlingen leren de hoofdzaken van de Nederlandse en Europese staatsinrichting en de rol van de burger. Kerndoel 37 *** De leerlingen leren zich gedragen vanuit respect voor algemeen aanvaardbare waarden en normen. Kerndoel 38 *** De leerlingen leren de hoofdzaken over de geestelijke stromingen die in de Nederlandse multiculturele samenleving een belangrijke rol spelen, en ze leren respectvol om te gaan met verschillen in opvattingen van mensen. Kerndoel 39 *** De leerlingen leren met zorg om te gaan met het milieu. Kerndoel 47 **** De leerlingen leren de ruimtelijke inrichting van hun eigen omgeving te vergelijken met die in omgevingen elders, in binnen en buitenland, vanuit de perspectieven bestuur, cultuur en levensbeschouwing. Kerndoel 51 **** De leerlingen leren gebruikmaken van eenvoudige historische bronnen zoals aanwezig in ons cultureel erfgoed. Kerndoel 53 **** De leerlingen leren over de belangrijkste historische personen en gebeurtenissen uit de Nederlandse geschiedenis en kunnen die voorbeeldmatig **vergelijken?** met de wereldgeschiedenis.
Schoolplan basisschool de Regenboog 2015-2019
30
In onderstaand schema is te lezen hoe burgerschapsvorming zijn plaats inneemt in ons onderwijsaanbod: GEBIED 1 Nederlandse taal
KENNIS Grammatica, spellingregels. Briefconventies. Tekstopbouw.
VAARDIGHEDEN Studiepresentatie voorbereiden en uitvoeren, afspraken vastleggen, corresponderen, samenvatten.
2 Engels
Groeiende woordenschat. Groeiende intuïtieve grammaticale kennis.
Mondelinge redzaamheid. Beginnende geletterdheid: context lezen, eenvoudige correspondentie.
3 Levend rekenen
Boekhouding. Gecijferdheid. Muntstelsel.
Kasbeheer + verantwoording. Begroten. Omgaan met geld.
4 Kinderrechten
1.Kinderrechtenverdrag 2.Belangrijkste (burger)rechten van het kind 3.Democratie op school
Toepassen van spreekrecht, recht op eigen mening en meningsuiting, recht op vergadering. Opstellen klassen- en schoolregels.
5 Waarden en normen
Vrijheid, gelijkheid, democratie, pluriformiteit, duurzaamheid, verdraagzaamheid.
Eigen opvattingen onder woorden brengen. Keuzes maken, oordelen.
6 Geestelijke stromingen
1.Levensbeschouwelijke kaart 2.Essenties christendom, humanisme, islam, boeddhisme. 3.Feesten en herdenkingen
Eigen levensbeschouwelijke achtergrond kunnen duiden en verwoorden. Kenmerken, overeenkomsten en verschillen tussen belangrijkste geestelijke stromingen formuleren. Zoeken op internet.
Bewustwording eigen identiteit. Ontwikkeling gewetensfunctie. Positief tegenover pluriformiteit. Interesse voor andere (sub)culturen. Openheid jegens andersdenkenden. Respect voor andere zeden en gebruiken.
7 Zorg voor het milieu
Ecosystemen, opwarming aarde, grondstoffen, landbouw, dierenwelzijn. Milieuorganisaties.
Betrokkenheid. Zorg voor eigen directe omgeving: lokaal, school, plein, buurt.
8 Zorg voor lichamelijk en geestelijk welzijn
Basisregels lichaamsverzorging, lichaamsbeweging en gezonde voeding. Lichamelijke ontwikkeling en verandering.
Informatie verzamelen. Zoeken op internet. Standpunten opstellen. Contacten leggen. Organiseren. Initiatieven nemen. Zelf koken, recepten maken, voedingsschijf hanteren. Inkopen. Zorgen voor sfeer in de klas.
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
HOUDINGEN Respectvol luisteren en reageren. Idem spreken en schrijven. Verzorgde lay-out, helder en persoonlijk taalgebruik, correcte spelling Taaldurf. Taalplezier.
Verantwoordelijkheid dragen. Verantwoording afleggen. Zorgvuldigheid, betrouwbaarheid, eerlijkheid, saamhorigheid. Onbevangenheid, zelfvertrouwen, opkomen voor jezelf, je klas, voor anderen. Kritiek geven en kunnen nemen. Rechtsgevoel naast plichtsbesef. Helpen uitvoeren van genomen besluiten. Zelfbewustzijn. Verantwoordelijkheidsbesef. Inschikkelijkheid, verdraagzaamheid. Hulpvaardigheid. Saamhorigheid. Democratische gezindheid. Normbesef.
Belangstelling en verantwoordelijkheid voor eigen lichaam. Ontwikkeling smaak en variatie. Verstandig omgaan met voeding. Standpuntbepaling tegenover roken, alcohol en andere drugs.
TECHNIEKEN & WERKWIJZEN Kringen, vergaderingen. Werk presenteren. Vrije tekst, correspondentie, studies. Engelse lessen. Zo mogelijk internationale correspondentie/uitwisseling met Engelstalige klas. Klassenkas.
Klassenvergadering. Persoonlijk werkplan. Levensbeschouwelijke vorming. Filosoferen met kinderen. Studies over democratie.
Klassenvergadering. Klassenkas. Studies. Staatsinrichting. Levensbeschouwelijke vorming. Filosoferen met kinderen. Levensbeschouwelijke lessen. Studies/projecten/ WO over geschiedenisonderwerpen/ religies. Filosoferen met kinderen. Vieringen. Excursies naar kerken, moskee, tempel. Klassenvergadering. Studies/projecten/ WO over natuuronderwijs, aardrijkskunde. Excursies. Presentaties. Acties Fruitpauze. Lunchpauze. Kooklessen. Gymlessen. Lessen over gvo. Studies/projecten/ WO over voeding en lichaamsverzorging/-ontwikkeling. Presentaties.
9 Sociale redzaamheid in verkeer en als consument
De belangrijkste verkeersregels en borden toegespitst op voetganger en fietser. Mogelijkheden openbaar vervoer. Eenvoudige economische principes, geldzaken. Essenties grondwet en Nederlandse en Europese staatsinrichting, rechtspraak, VN, Veiligheidsraad, UNESCO, Internationaal Gerechtshof.
Toepassen basisregels verkeer. Zelfstandig huis-schoolroute afleggen. Basisvaardigheden fietsen in groepen. Dienstregelingen en reisplanners kunnen gebruiken.
11 Bronnen, cultureel erfgoed
1.Bronnen en cultureel erfgoed uit de canon, bepalend voor de huidige samenleving en cultuur. 2. Bronnen en cultureel erfgoed uit de eigen nabije omgeving.
Zoeken op internet. Gebruikmaken van boeken en andere bronnen. Herkennen en duiden van cultureel erfgoed in eigen omgeving. Kunnen plaatsen in de tijd.
12 Historische personen en gebeurtenissen
1.Personen en gebeurtenissen uit de canon, bepalend voor de huidige staatsinrichting. 2.Idem uit de lokale en regionale geschiedenis.
Zoeken op internet. Gebruikmaken van boeken en andere bronnen. Verbanden leggen tussen vroeger en nu, tussen regionale en grote geschiedenis.
13 Aardrijkskunde: landenvergelijking
Bestuur/cultuur/levensbeschouwing van EU-landen, de VS, landen uit Azië, Afrika, Zuid-Amerika vergeleken met ons land.
Zoeken op internet. Gebruikmaken van boeken en andere bronnen. Vergelijken, overeenkomsten en verschillen vaststellen.
14 Organisatie van de groep
Schoolreglement. Klassenregels. De in school en klas gebruikelijke terminologie.
15 Zorg voor en beheer van lokaal en materiaal
Inzicht in de inrichting van de klas. De in school gebruikelijke terminologie.
Leren plannen. Planbord gebruiken. Individuele en gemeenschappelijke dag- en weekplannen maken. Besluiten helpen voorbereiden, nemen en uitvoeren. Doelgericht handelen. Voorstellen formuleren; initiatieven ontplooien, voorstellen tot verbetering. Besluiten leren nemen. Beheren van werkhoeken.
10 Staatsinrichting
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
Verband leggen tussen schooldemocratie en staatsinrichting. Kennis en inzicht gebruiken bij het duiden van actualiteiten uit krant, radio en tv.
Verantwoord verkeersgedrag. Respect voor medeweggebruikers. Respectvol gedrag in openbaar vervoer. Verantwoord (maatschappij- en milieubewust) inkopen en geld uitgeven. Politieke interesse. Democratische gezindheid.
Bewustwording van de eigen identiteit en die van de Nederlandse cultuur en de historische bepaaldheid daarvan. Belangstelling en bewondering voor cultureel erfgoed. Historisch en cultureel besef. Enige relativering van eigen tijd in het licht van de geschiedenis. Gepaste regionale en nationale trots. Bewustwording van de eigen identiteit en die van de Nederlandse cultuur en de historische bepaaldheid daarvan. Historisch en cultureel besef. Enige relativering van eigen tijd in het licht van de geschiedenis. Gepaste regionale en nationale trots. Bewustwording van de eigen identiteit en die van de Nederlandse cultuur en de geografische en economische bepaaldheid daarvan. Enige relativering van de Nederlandse bestuurlijke, culturele en levensbeschouwelijke identiteit. Saamhorigheid. Verantwoordelijkheidsgevoel. Verantwoording afleggen. Democratische gezindheid.
Je (gezamenlijk) verantwoordelijk voelen. Respect voor en zorgvuldig gebruik van materialen. Afspraken nakomen, je ergens voor in willen zetten: verbeteringen bedenken. Verantwoording willen/moeten
Lessen verkeer. Studies/projecten/ WO over geldzaken. Klassenkas.
Klassenvergadering. Studies/projecten/ WO geschiedenis, staatsinrichting, verkiezingen. Presentaties. Excursies. Studies/projecten/ WO over geschiedenis, staatsinrichting. Eigen onderzoek, presentaties. Excursies.
Studies/projecten/ WO over geschiedenis, staatsinrichting. Eigen onderzoek, presentaties. Excursies.
Studies/projecten/ WO over aardrijkskunde, geschiedenis, staatsinrichting, Eigen onderzoek, presentaties. Excursies. Zo mogelijk internationale correspondentie/uitwisseling. Kinderpodium/gympodium. Kringen. Klassenvergadering. Thee en Tentoonstelling. . Kringen. Klassenvergadering. Klassenkas. Werkhoeken bijhouden.
16 Persoonlijke werkplannen
Tijdsbesef. Dag, week- en jaarindeling. Inzicht in onderwijsproces, De in school gebruikelijke terminologie.
Leren plannen. Planbord gebruiken. Individuele en gemeenschappelijke dag- en weekplannen maken Persoonlijk werkplan maken.
17 Klassenvergaderingen
Schoolreglement. De in de vergadering gebruikelijke terminologie. Werkwijze en bevoegdheden. Parallel met parlementaire democratie.
Toepassen van spreekrecht, recht op eigen mening en meningsuiting, recht op vergadering. Opstellen klassen- en schoolregels. Besluiten nemen en controleren op uitvoering.
afleggen. Zelfvertrouwen, eigen identiteit. Keuzes maken, afstemmen op het geheel. Vrijheid nemen en verantwoordelijkheid dragen. Waarderen pluriformiteit.
Vertegenwoordigen van je klas. Verslag doen, verantwoording afleggen. Algemeen schoolbelang afwegen tegen klassen- en eigenbelang. Helpen uitvoeren genomen besluiten.
*Toezicht op Burgerschap en Integratie, Inspectie van het Onderwijs 2006 **Het Internationale Verdrag inzake de Rechten van het Kind, Verenigde naties, 1989 ***kerndoelen beschreven in Toezicht op Burgerschap en Integratie, Inspectie van het Onderwijs 2006 ****kerndoelen beschreven in Basis voor burgerschap, SLO
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
Kringen. Klassenvergadering. Werkplan.
Klassenvergadering. Studies/projecten/ WO over, staatsinrichting, verkiezingen.
BIJLAGE 2 TOETSEN EN BEOORDELEN OP DE REGENBOOG Toetsen en beoordelen op basisschool de Regenboog Om zichtbaar te maken wat het onderwijsaanbod heeft opgeleverd wordt het 4-kwadrantenmodel van het APS gebruikt. Het uitgangspunt hierbij is dat leren wordt gezien als construeren van kennis ( passend bij het sociaal constructivisme) Toetsen, evalueren en beoordelen is bedoeld om het rendement van het leren te meten en vast te leggen. Deze informatie is belangrijk met het oog op twee zaken: leren en verantwoorden. Leren: -hoeveel is er geleerd? is er genoeg geleerd? hoeveel moet er nog geleerd worden om het einddoel te bereiken? Verantwoorden: -intern sturen op kwaliteit van het leerproces -extern de kwaliteit van het leerproces verantwoorden Bij het hanteren van het model wordt uitgegaan van de volgende punten: 1. Waar mogelijk heeft het kind inbreng op de vorm, de inhoud en het moment van beoordelen > Er wordt inzicht gegeven aan het kind in zijn ontwikkeling ten opzichte van de leerdoelen. Dit vergroot zijn zelfinzicht in zijn ontwikkeling en is van groot belang voor de intrinsieke motivatie. 2. Er wordt niet alleen beoordeeld om te beslissen ( summatief), maar ook om van te leren ( formatief) 3. Toets- en beoordelingsactiviteiten vinden plaats in alle kwadranten zodat er een rijk en evenwichtig beoordelingsproces plaats vindt. 4. Beoordelen is gekoppeld aan leren en vindt plaats in alle fasen van het leerproces. 4
kwadranten
KWADRANT 1 LERAAR BEOORDEELT LEERLING toetsen cito Methode gebonden toetsen KIJK Scol Groepsplannen Handelingsplannen
KWADRANT 2 LERAAR LAAT LEERLING ZIEN HOE VER DIE IS Feedback /opmerkingen bij presentaties w.o./crea/ leesverslag samen werk nakijken individuele gesprekken over werk rapport vergaderingen ( felicitaties)
KWADRANT 4 LEERLING KIJKT OF HIJ HET HAALT Op welke (spellings) afspraak wil ik letten? Wat beheers ik wel /niet
KWADRANT 3 LEERLING KIJKT HOEVER HIJ IS Letterkennisoverzicht zichtbaar in klas Letterbladen
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
Eigen product beoordelen Zelf rekenwerk nakijken Tekst bespreken
Kwadrant 1: Beoordelingen binnen kwadrant 1 zijn gericht op niveaubepaling van de leerling ten opzichte van een standaard aan het eind van een leereenheid. Het gaat daarbij om de vraag: heeft de leerling de einddoelen behaald? De leerkracht bepaalt hoe en wanneer er beoordeeld wordt en de leerling laat aan anderen zien wat hij kan. Op de Regenboog krijgt de beoordeling in kwadrant 1 op de volgende wijze vorm: o Cito-toetsen volgens de toetskalender Methode gebonden toetsen Werk van kinderen beoordeelt met een punt/aantal goed Kwadrant 2: Beoordelingen binnen kwadrant 2 zijn gericht op de voortdurende en duurzame ontwikkeling van de kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten van de leerling. De leerkracht bepaalt hoe en wanneer en beoordeeld wordt en de leerling laat aan anderen zien hoe ver hij is, bijvoorbeeld aan de leerkracht, ouders, medeleerlingen Op de Regenboog krijgt de beoordeling in kwadrant 2 op de volgende wijze vorm: samen naar een toets/ presentatie/spreekbeurt kijken en deze bespreken beoordeling van werk om te kijken hoever je bent, en bepalen waar je nog zorg aan moet besteden feedback observaties van anderen aan de hand van criteria gesprek over toets/ spreekbeurt waarbij gekeken wordt hoever je bent en waar je nog aandacht aan moet besteden ( wat heb je goed gedaan, wat niet/ wat betekent dat voor wat je nu gaat doen/ analyse maken en voornemens bedenken) Kwadrant 3: Beoordelingen binnen kwadrant 3 zijn gericht op niveaubepaling van de leerling ten opzichte van een standaard aan het einde van een proces. De leerling bekijkt daarbij aan de hand van een vastgestelde norm of criteria voor het eindniveau, of hij de einddoelen heeft behaald. Op de Regenboog krijgt de beoordeling in kwadrant 3 op de volgende wijze vorm: eigen beoordeling met behulp van programma op de computer ( oefeningen op de computer, leerling bepaalt op basis van de resultaten leerroute en niveau) Kwadrant 4: Bij beoordelingen in dit kwadrant gaat het om het beoordelen van de eigen ontwikkeling. Deze zelfevaluatie is, evenals in kwadrant 2, gericht op de voortdurende en duurzame ontwikkeling van de kennis, vaardigheden en persoonlijke kwaliteiten van de leerling. Vragen die hierbij aan de orde zijn: ben ik beter geworden?, wat kan/weet ik al en wat moet ik nog doen om de einddoelen te bereiken? Op de Regenboog krijgt de beoordeling in kwadrant 4 op de volgende wijze vorm: Leerlingen schatten aan de hand van deze criteria in hoever ze zijn op een leerlijn ( vertaling van tussen doelen/ referentie niveau in leerlingentaal Literatuur: Leren en beoordelen in samenhang.Bert de Vos e.a., APS Utrecht
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
BIJLAGE 3 OVERZICHT GEBRUIKTE METHODES Methode overzicht basisschool de Regenboog vak jaargroep rekenen 3-8 (werkwoord)spelling 3-8 ontleden 7/8 technisch lezen begrijpend lezen
3-8 4-8
topografie engels schrijven
6-8 6-8 3-8
verkeer
4-8
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
methode Wereld in Getallen
Taalverhaal Zin in zinnen Leeslijn Begrijpend en studerend lezen Topo blokboeken The Team Mijn eigen handschrift Wijzer door het verkeer
BIJLAGE 4 FREINETKENMERKEN VAN EEN FREINETSCHOOL ( EN BIJBEHORENDE INDICATOREN) De kenmerken beschrijven de pedagogische benadering en de onderwijskundige principes, die ten grondslag liggen aan het Freinetonderwijs. De Freinettechnieken worden hieraan gekoppeld en kunnen gezien worden als indicatoren van de kenmerken. De ervaringen en belevingen van de leerlingen vormen het vertrekpunt van het onderwijs. O De leraar waardeert de inbreng van de leerlingen, is nieuwsgierig naar hun ideeën en complimenteert hen regelmatig. o De leraar vertaalt de inbreng van de leerlingen in onderwijsaanbod. o De leraar is in staat de inbreng van de leerlingen organisatorisch in te passen. Proefondervindelijk zoeken en ontdekken kenmerkt het leren op Freinetscholen. o De leraar biedt de leerlingen de vrijheid om te ontdekken en te onderzoeken. o De leraar stelt hierbij uitdagende en verdiepende vragen. o De leraar organiseert tijd en ruimte voor onderzoek Het werk van de leerlingen moet plaatsvinden in een voor hen zinvol verband. o De leraar creëert een zinvolle context voor het behalen van de leerdoelen. De opvoeding op school vindt plaats in democratisch/coöperatief overleg. Het oefenen van de democratie in de school en in de klas, waarin veel ruimte aan kinderparticipatie wordt gegeven, moet herkenbaar zijn in de besluitvormingsprocedures in de groepen en in de school. o De leraar stimuleert leerlingen hen om kritisch na te denken over hun opvattingen en gedrag en om daarover in de groep te communiceren. Zij maakt daarbij gebruik van de Freinet technieken "klassenvergadering", "kinderraad" en "vragen en feliciteren". o De leraar ziet hoe de leerlingen met elkaar omgaan en wat dat voor gevolgen heeft voor het welbevinden van (individuele) leerlingen. Zij bespreekt met hen de sfeer in de groep en de omgang met elkaar. De organisatie van het klassenleven ligt voor een zodanig deel in handen van de leerlingen, dat van zelfbeheer kan worden gesproken. In de klassenvergadering worden de keuzes besproken en vastgelegd. De klassenkas is een voorbeeld van zelfbeheer van de financiën van de groep. o De leraar organiseert ruimte voor zelfverantwoordelijkheid en zelfwerkzaamheid van de leerlingen, waarbij de inbreng van de leerlingen leidend is. In Freinetscholen ordenen de leerlingen zelf hun werk in overleg met de leerkracht via een werkplan. o De leraar organiseert tijd en ruimte voor het werk met het werkplan. o De leraar zorgt ervoor dat het werkplan een essentieel onderdeel (in inhoud en tijd)is van de weekplanning. De leerlingen leren van de ervaringen van andere leerlingen, volwassenen, culturen, enz. o De leraar stimuleert en faciliteert de leerlingen om van elkaar te leren (werken in kleinere groepen, werkstukken, zelf presenteren, e.d.) o De leraar draagt er zorg voor dat de leerlingen in aanraking komen met verschillende culturen en kennisbronnen (schoolcorrespondentie, excursies) o De leraar helpt de leerlingen, indien nodig, diepte en structuur aan te brengen. Op Freinetscholen maken de Freinettechnieken de onderwijskundige principes van de school zichtbaar. o De leraar gebruikt organisatievormen, leermiddelen en leermaterialen, voortkomend uit de Freinet uitgangspunten en de Freinettechnieken. o De leraar gebruikt Freinettechnieken om de pedagogische en onderwijskundige principes van het Freinetonderwijs aan elkaar te koppelen. o De leraar kan haar pedagogische, vakinhoudelijke en didactische opvattingen vanuit de Freinet uitgangspunten verantwoorden. In veel Freinetscholen wordt met schoolcorrespondentie gewerkt om leerlingen vanuit verschillende leefsituaties en in verschillende landen met elkaar in contact te brengen. o De leraar draagt er zorg voor dat de leerlingen in aanraking komen met verschillende culturen en kennisbronnen (schoolcorrespondentie, excursies) o De leraar is in staat om schoolcorrespondentie in de groepsorganisatie op te nemen.
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
o De leraar is in staat om muurkranten, klassenkranten of klassendagboeken in de groepsorganisatie op te nemen. schriftelijke uitingen van belevenissen, fantasieën e.d.. o De leraar waardeert de inbreng van de leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën. o De leraar is in staat vanuit de teksten van leerlingen leerarrangementen te ontwerpen (tekstbehandeling). leerkracht de ruimte bieden om er een tekstbehandeling of –verwerking bij te maken. Een tekstbehandeling is een leerarrangement met oefeningen op het gebied van taal, wereldoriëntatie, creativiteit (vrij werk, druktechnieken), techniek, levend rekenen, levend lezen etc. die in een zinvolle context zijn geplaatst. o De leraar waardeert de inbreng van de leerlingen en is nieuwsgierig naar hun ideeën. o De leraar is in staat vanuit de het kringgesprek en de teksten van leerlingen leerarrangementen te ontwerpen (tekstbehandeling). technieken op actuele bestendige ontwikkelingen in de maatschappij. o Het bestuur en directie van de school staan achter de uitgangspunten van Freinet en faciliteren en stimuleren de school om haar Freinetidentiteit te blijven ontwikkelen. o De leraar staat achter de uitgangspunten van Freinet. Zij kan deze uitgangspunten uitdragen en haar handelen vanuit deze uitgangspunten verantwoorden. o De leraar geeft in haar beroepsopvatting en werkhouding inhoud aan de onderwijskundige identiteit van de school (Freinet). de manier waarop ze met de Freinettechnieken werken en geven elkaar hierop feedback. o De leraar zorgt dat haar kennis en vaardigheden van de Freinetpedagogiek/ didactiek actueel zijn. o De directieleden participeren in het Freinetdirecteurenoverleg, alwaar gezamenlijk wordt gewerkt aan verdere ontwikkeling van het Freinetonderwijs. o De Freinetbeweging leidt visiteurs op om scholen te helpen hun ontwikkeling te monitoren en reflectie te bieden.
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog
BIJLAGE 5 KANGOEROEKLASSEN Inleiding: De school heeft een beleidsplan meer- hoogbegaafdheid uitgewerkt. Hierin geeft de school vorm aan vanuit welke visie meer – hoofbegaafde leerlingen worden gesignaleerd, gediagnostiseerd en ondersteund. De school werkt met een hulpklas. De stichting werkt met kangoeroeklassen. In deze groepen worden leerlingen 1 dagdeel per week specifiek ondersteund door twee specialisten Visie: Meer- en hoogbegaafde kinderen verdienen specifieke aandacht, niet alleen binnen het onderwijs, maar ook in de thuissituatie. De extra zorg betreft twee gebieden: De sociaal-emotionele ontwikkeling Meer- en hoogbegaafde kinderen vinden niet altijd vanzelfsprekend aansluiting bij andere kinderen (inter persoonlijke aspecten), maar kunnen soms ook niet in zichzelf in een natuurlijke balans komen (intrapersoonlijke aspecten). Samenwerking tussen ouders en school is onmisbaar om deze kinderen goed te ondersteuning op hun weg naar volwassenheid. De cognitieve ontwikkeling Meer- en hoogbegaafde kinderen verwerven niet automatisch leerstof. Ze hebben extra/specifieke begeleiding/instructie nodig. De school is voor een hoogbegaafd kind – net als voor andere kinderen - de plaats waar het mogelijkheden moet krijgen om kennis en vaardigheden te verwerven. De ambities van de school Wij willen meer- en hoogbegaafde kinderen structureel signaleren, professioneel diagnosticeren en van daaruit handelingsgericht ondersteunen in hun verdere ontwikkeling. Dit dient te gebeuren in nauwe samenwerking met de ouders. Daarbij stelt de school de doorgaande ontwikkelingslijn van kinderen centraal. De school wil in samenwerking met de andere scholen van SPO Condor een passend organisatorisch, pedagogisch en didactisch aanbod realiseren, hetgeen aansluit bij het aanbieden van passend onderwijs. Uitwerking: De intern begeleider bewaakt in samenwerking met de leerkrachten de kwaliteit van de ondersteuning van meerhoogbegaafde leerlingen op schoolniveau. SPO Condor heeft twee bevoegde specialisten benoemd, die de dagdelen van de kangoeroeklassen gaan verzorgen.
Schoolplan 2015-2019 basisschool de Regenboog