BASISSCHOOL DE REGENBOOG

BASISSCHOOL ‘DE REGENBOOG’

JAARVERSLAG 2009-2010

Basisschool ‘De Regenboog’ Poolster 5 5482 SX Schijndel 073-5492826 [email protected] www.bs-deregenboog.nl

Jaarverslag BS De Regenboog – 2009-2010

1

Inhoudsopgave

Jaarverslag BS De Regenboog 2009-2010 Inhoudsopgave 1.

Inleiding

2.

Onderwijskundig a. Evaluatie trajectplannen 2009-2010 b. Zijn de onderwijskundige doelen behaald?

3.

Leerlingen en leerlingenzorg a. b. c. d.

4.

Kwaliteitszorg a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. l.

5.

Trendanalyses van de toetsen in 2009-2010 Uitstroomcijfers naar VO Doorstroomgegevens in het VO Vergelijking AOB-intelligentie met CITO-Eindtoets Scholingsoverzicht Aandachtspunten functioneringsgesprekken 2010 Inspectiebezoek Visitatiecommissie Jaarverslag klachtenregeling Medezeggenschapsraad KMPO-enquete 2010 Informatieavonden voor ouders en verzorgers

Personeel a. b. c. d. e. f. g. h.

6.

Cijfers m.b.t. de leerlingen Begeleiding aan zorgleerlingen Plaatsingen in Speciaal (Basis) Onderwijs Pestprotocol

Overzicht personeelsbestand en statistieken (aantallen, leeftijd, etc.) Onderwijs in cijfers Ontwikkelingen t.a.v. personeelsbestand Resultaat personeelsvragenlijst Ziekteverzuimcijfers Arbeidsomstandighedenbeleid Werkgroep personeelsbeleid Werkgroep personeelsactiviteiten

Formatie a. Ontwikkeling formatie in het schooljaar 2009-2010 b. Ontwikkeling leerlingenaantal en groepsgrootte


2

Inhoudsopgave

7.

Organisatie a. b. c. d. e.

8.

Evaluatie en ontwikkelingen binnen de organisatiestructuur ICT-ontwikkelingen Kinderraad Oudervereniging Verkeerswerkgroep

Huisvesting a. Onderhoudszaken b. Ontwikkelingen t.a.v. huisvesting (nieuwbouw) c. Leerlingenprognoses

9.

Financiën a. Jaarverslag 2009 b. Jaarverslag sponsoring

10. Schoolactiviteiten a. Samenwerking met de oudervereniging b. Overige activiteiten

11. Overig a. b. c. d. e.

Overblijven (TSO) Ongevallenregistratie (ARBO) Speelplaatscommissie Rouwverwerking Informatiebulletin

12. Vastgestelde documenten in 2009-2010 a.

Overzicht van de vastgestelde documenten in het afgelopen schooljaar

a. b. c. d. e. f. g.

Evaluatie trajectplannen 2009-2010 Rapport van bevindingen – Inspectiebezoek maart 2010 Eindverslag visitatiecommissie – februari 2010 Uitslag personeelsvragenlijst SKOPOS – voorjaar 2010 Financieel jaarverslag 2009 Jaarverslag sponsoring 2009-2010 Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010

Bijlagen


3

Inleiding

1. Inleiding Voor u ligt het tweede jaarverslag van basisschool ‘De Regenboog’. In het kader van kwaliteitszorg brengen we vanaf het schooljaar 2008-2009 elk schooljaar een jaarverslag uit. In dit jaarverslag proberen wij een zo compleet mogelijk overzicht te geven van de ontwikkelingen binnen de school van het afgelopen schooljaar. Het gaat daarbij om ontwikkelingen op tal van terreinen: onderwijskundig, financieel, de leerlingenzorg, het personeel, de organisatie etc. We hebben geprobeerd om ook zoveel mogelijk cijfers in het jaarverslag te verwerken. Cijfers geven een beeld, zeker als ze vergeleken worden met bijvoorbeeld landelijke gegevens of gegevens van voorafgaande jaren. In de loop van de jaren zullen deze vergelijkingen natuurlijk steeds interessanter worden. Met het jaarverslag over 2009-2010 krijgt u een goed beeld van onze basisschool. Het is een omvangrijk verslag geworden, m.n. door de bijlagen. Wij hebben alleen bijlagen toegevoegd die we belangrijk vinden om de informatie compleet te maken. Belangrijk vinden wij ook de bijlage met alle vastgestelde beleidsstukken van het afgelopen schooljaar. Deze bijlage wordt elk jaar aangevuld, zodat er een volledig overzicht van alle beleidsstukken ontstaat. Wij wensen iedereen veel plezier toe bij het lezen van dit verslag en staan uiteraard open voor suggesties en aanbevelingen voor de toekomst. Schijndel, oktober 2010

Marja Schippers en Adrie Hellings Directie basisschool ‘De Regenboog’


4

Onderwijskundig

2. Onderwijskundig 2a. Evaluatie trajectplannen 2009-2010 Een overzicht van de plannen die in het schooljaar 2009-2010 op het programma stonden.

Onderwijskundige schoolontwikkeling Nederlandse Taal: •

•

Groepswerkplan Nederlandse Taal (OB, MB, BB) - borging en verkennen groepsdoorbrekend werken (OB) - ontwikkelen normering, vaststellen organisatievorm en verkennen groepsdoorbrekend werken (MB) - beschrijven, implementeren en ontwikkelen normering (BB) Voortgezet technisch lezen in de bovenbouw (BB)

Rekenen/Wiskunde •

Groepswerkplan rekenen/wiskunde (OB, MB, BB) - verder uitvoering geven aan het actieplan rekenen, uitgebreid met bovenschool rekenplan SKOPOS

Overig • • •

Werken met beredeneerd aanbod in de kleutergroepen in kader van doorgaande lijn (OB) Evaluatie van de invoering van het CITO-leerlingvolgsysteem voor de kleutergroepen Aanscherpen kwaliteit en presentaties atelierwerk (BB)

Personeel en organisatie Interne scholing • • •

aanvankelijk lezen (OB), technisch lezen (MB) en begrijpend lezen (BB) rekenen (OB, MB, BB) op groepsniveau analyseren van toetsresultaten en maken van trendanalyses (OB, MB, BB)

Externe scholing •

timemanagement / omgaan met werkdruk (OB, MB, BB)

Taakbeleid •

Evaluatie taakbeleid binnen de kaders van het personeelsbeleidsplan

Uitwerking van de wet Beroepen in het onderwijs (BIO) •

Implementeren van het werken met: - de nieuwe gesprekscyclus - de cyclus klassenbezoeken - kijkwijzers leerkrachtvaardigheden - persoonlijke ontwikkelingsplannen - bekwaamheidsdossiers

Onderwijszorg op maat • • • •

De kengetallen op A, B, C, D en E niveau vanuit de trendanalyse worden stuurgetallen t.b.v. het didactisch handelen in de groep (OB, MB, BB) Formuleren van een ontwikkelingsperspectief (OB, MB, BB) Implementeren van de taken van de ambulante begeleiding binnen het begeleidingsteam (BT) Implementeren van de drempeltoets (BB)


5

Onderwijskundig

Onderwijskundige schoolontwikkeling

2b. Zijn de onderwijskundige doelen behaald? Trajectplan

Doelstelling

Nederlandse Taal: Groepswerkplan Nederlandse Taal (OB, MB, BB)

Borging en verkennen groepsdoorbrekend werken (OB) Ontwikkelen normering, vaststellen organisatievorm en verkennen groepsdoorbrekend werken (MB) Beschrijven, implementeren en ontwikkelen normering (BB) (meerjarenproject, verloopt volgens planning) Voortgezet technisch lezen in de bovenbouw (BB) Aanscherpen kwaliteit en presentaties atelierwerk (BB) Evalueren van het schrijfonderwijs OB Voorbereidingsfase leerlijn schrijven

Schrijven Rekenen/Wiskunde Groepswerkplan rekenen/wiskunde (OB, MB, BB)

Personeel en organisatie

Scholing

Uitvoering wet BIO (OB, MB, BB)

Taakbeleid

Behaald

☺ ☺ ☺ ☺

Werken met beredeneerd aanbod in de kleutergroepen in kader van doorgaande lijn (OB) Evaluatie van de invoering van het CITOleerlingvolgsysteem voor de kleutergroepen Aanvankelijk lezen (OB), technisch lezen (MB) en begrijpend lezen (BB) Rekenen (OB, MB, BB)

☺


Deels behaald

Verder uitvoering geven aan het actieplan rekenen, uitgebreid met bovenschool rekenplan SKOPOS

Op groepsniveau analyseren van toetsresultaten en maken van trendanalyses (OB, MB, BB) Timemanagement / omgaan met werkdruk (OB, MB, BB) Implementeren van het werken met de nieuwe gesprekscyclus, klassenbezoeken en de kijkwijzers leerkrachtvaardigheden Implementeren van het werken met persoonlijke ontwikkelingsplannen Implementeren van het werken met bekwaamheidsdossiers Evaluatie taakbeleid binnen de kaders van het personeelsbeleidsplan

Niet behaald

☺ ☺ ☺ ☺ ☺

6

Onderwijszorg op maat

Onderwijskundig

Onderwijszorg op maat

De kengetallen op A, B, C, D en E niveau vanuit de trendanalyse worden stuurgetallen t.b.v. het didactisch handelen in de groep (OB, MB, BB) Formuleren van een ontwikkelingsperspectief (OB, MB, BB) Implementeren van de taken van de ambulante begeleiding binnen het begeleidingsteam (BT) Implementeren van de drempeltoets (BB)

☺ ☺ ☺

Voor een gedetailleerde evaluatie van alle trajectplannen, zie bijlage 1.


7

Leerlingen en leerlingenzorg

3. Leerlingen en leerlingenzorg 3a. Cijfers m.b.t. de leerlingen Het leerlingenaantal is het afgelopen schooljaar gedaald. Op de teldatum 1 oktober 2009 waren er 659 leerlingen, op 1 oktober 2008 waren dat er 691 (1 oktober 2007: 681). Van de leerlingen heeft 88% geen leerlingengewicht, dat zit boven het landelijk gemiddelde van 87%. Verder is er maar een klein percentage met een leerlingengewicht van 1,2. Dit komt m.n. omdat er nauwelijks allochtone leerlingen op de Regenboog zitten.

Gegevens van de teldatum: 1 oktober 2009 Aantal leerlingen

Jongens

Meisjes

Met gewicht

Zonder gewicht

472 187 659

249 93 342

223 94 317

67 9 76

405 178 583

Hoevenbraak Wijbosch Totaal

Ander land van herkomst 12 1 13

Leeftijden:


4 48 17 65

5 66 20 86

6 64 29 93

7 70 25 95

8 56 22 78

9 48 29 77

10 55 17 72

11 57 24 81

12 8 4 12

13 -

Leerlingen per gewicht: Gewicht 0.00 0.30 1.20 Totaal

BS De Regenboog 88% 9% 3% 100%

Landelijk 87% 8% 5% 100%

Bron: Onderwijs in cijfers (DUO)

3b. Begeleiding aan zorgleerlingen Binnen de organisatiestructuur is er dit jaar gewerkt met één Intern Begeleider per bouw (1-2-3, 4-5, 6-7-8). In de groepsbesprekingen tussen leerkracht en IB-er zijn de volgende zaken besproken: - het vaststellen van ken- en stuurgetallen voor de groep - het bespreken van leerlingen met specifieke zorgvraag - het samenstellen van leerarrangementen De rol van de leerkracht is heel belangrijk in het begeleiden van zorgleerlingen. Binnen de school is afgesproken dat er in principe geen RT buiten de groep (onder schooltijd) plaatsvindt.


8

Leerlingen en leerlingenzorg Ouders kunnen een keuze maken om externe hulp buiten schooltijd te zoeken. Dit schooljaar is er een protocol opgesteld hoe wij als school omgaan met deze vraag van ouders. Dit protocol zal vanaf schooljaar 2010-2011 ingevoerd worden. De LGF-begeleiding is vastgelegd in een werkplan dat in overleg met een coördinator verbonden is aan RECChiron (cluster 4). Per LGF-leerling werd een onderwijsarrangement opgesteld en, daar waar nodig, tijdens het schooljaar bijgesteld in overleg met ouders, leerkracht en IB-er.

3c. Plaatsingen in Speciaal (Basis) Onderwijs 2009-2010 Groep Groep Groep Groep Groep Groep

3 4 5 6 7

Groep 8 Totaal

Aantal plaatsingen 5 (0) 3 (4) 1 (2) 0 (1) 2 (1) 2 (1) 13 (9)

SBO/VSO 4 (0) 3 (2) 1 (2) 0 (1) 1 SBO - 1 VSO (1-VSO) 2 VSO (1) 12 (7)

SBO (met LGF) 1 (0) 0 (2) 0 (0) 0 (0) 0 (0)

SO 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0)

0 (0) 1 (2)

0 (0) 0 (0)

* Tussen haakjes de aantallen van het schooljaar 2008-2009

Veelal zijn deze kinderen op verzoek van ouders op het speciaal basisonderwijs geplaatst. Ouders gaven verschillende argumenten om naar een andere school te gaan. Daarnaast zijn er 3 leerlingen met een LGF-beschikking uitgestroomd naast het voortgezet onderwijs. 1 LGF-leerling is ingestroomd in het VSO.

3d. Pestprotocol Volgens afspraak wordt er vastgelegd wanneer er bij individuele kinderen sprake is van regelmatige pestervaringen. Voor het melden van pesten zijn zowel de ouders als de leerkrachten verantwoordelijk. Pestmeldingen

Officiële pestmeldingen geregistreerd volgens afspraak 2008-2009 2009-2010

OB

MB

BB

1 1

3 1

1 1

De meldingen zijn volgens het protocol in behandeling genomen. Er vinden regelmatig gesprekken plaats met ouders die zich zorgen maken over de positie van hun kind binnen de groep. Omtrent deze situaties wordt geen pestmelding volgens het pestprotocol gedaan. Hiervoor wordt een begeleidingstraject uitgestippeld door de coördinator van de bouw (tevens pestcoördinator) in samenwerking met ouders en leerkracht. De trajecten bestaan uit kringgesprekken en individuele gesprekken. In sommige situaties heeft de "sociale-vaardigheden met creatieve middelen begeleidster" een rol gespeeld.


9

Kwaliteitszorg

4. Kwaliteitszorg 4a. Trendanalyses van de toetsen in 2009-2010 De cijfers van de afgenomen toetsen worden na elke toetsperiode geanalyseerd en tijdens de groepsbesprekingen (de leerkracht(en) met de intern begeleider) worden stuurgetallen vastgesteld voor de volgende periode. Tevens worden interventies vastgelegd. Binnen het directieberaad Schijndel zijn dit schooljaar bovenschoolse streefdoelen vastgesteld voor de toetsen die afgenomen worden (in percentages).

score SKOPOS norm CITO norm

A+B 55% 50%

C 30% 25%

D+E 15% 25%

elt*

* = elt betekent: kinderen met een eigen leertraject / specifiek leerarrangement Onze school heeft de volgende scores behaald:

Ordenen Groep 1

score Eind 09-10 Medio 09-10

Groep 2


A+B 63,01% 76,92% A+B 75,58% 69,32%

C 20,55% 15,38% C 18,60% 22,73%

D+E 16,44% 7,69% D+E 5,81% 7,95%

elt 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00%

A+B 62,50% 80,00% A+B 77,92% 82,76%

C 20,83% 17,78% C 15,58% 11,49%

D+E 16,67% 2,22% D+E 6,49% 5,75%

elt 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00%

A+B 61,54% 60,00% A+B 69,77% 69,32%

C 26,15% 30,00% C 27,91% 26,14%

D+E 12,31% 10,00% D+E 2,33% 4,55%

elt 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00%

Taal Groep 1


Groep 2


Ruimte Groep 1


Groep 2


Afspraak: Binnen het onderbouwoverleg is vastgesteld dat kinderen die minder dan 4jaar en 7 maanden op school aanwezig zijn niet aan de CITO deelnemen. Dit is conform de handleiding van CITO.


10

Kwaliteitszorg

Spellen score

groep 3 Eind 09-10 Medio 09-10

score


score


score


score


score

groep 8 Medio 09-10

A+B 67,00% 71,00% A+B 53,00% 48,51% A+B 52,50% 51,85% A+B 58,67% 37,33% A+B 62,50% 65,85% A+B 54,67%

C 21,00% 17,00% C 24,00% 24,75% C 30,00% 23,46% C 24,00% 29,33% C 26,25% 21,95% C 29,33%

D+E 12,00% 12,00% D+E 17,00% 26,73% D+E 17,50% 24,69% D+E 17,33% 33,33% D+E 10,00% 8,54% D+E 16,00%

elt 0,00% 0,00% elt 6,00% 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 1,25% 3,66% elt 0,00%

In enkele groepen waren de scores (medio) tegenvallend. In overleg met de leerkrachten zijn er verschillende groepstrajecten opgestart om het spellingsonderwijs te verbeteren. Er is onder andere gezocht naar een effectievere instructie en aandacht voor aanbod van strategieën. Ook tijdens de andere lessen is er meer aandacht voor spellingsregels. In de midden- en bovenbouw is er onderzoek gedaan naar de manier van vraagstellen door CITO ("in welke zin is het woord fout geschreven?"). Deze vraagstelling wordt nu expliciet geoefend en getraind.

Woordenschat score


score


score

groep 5 Eind 09-10

score


score


score

groep 8 Medio 09-10

A+B 53,62% 36,00% A+B 50,50% 37,00% A+B 70,00% A+B 57,89% 64,94% A+B 55,56% 59,76% A+B 47,30%

C 18,84% 29,00% C 22,77% 23,00% C 22,50% C 31,58% 23,38% C 27,16% 29,27% C 39,19%

D+E 27,54% 35,00% D+E 26,73% 40,00% D+E 6,25% D+E 10,53% 11,69% D+E 17,28% 10,98% D+E 13,51%

elt 0,00% 0,00% elt 0,00% elt 1,25% 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 0,00%

In de alle bouwen is er aandacht voor het verhogen van de woordenschat. Komend schooljaar wordt er een schoolbreed trajectplan opgesteld om het rendement te verhogen. Tijdens het onderwijskundig overleg wordt er o.a. gesproken over het gebruik van "Jip-en-Janneke-taal" en "schooltaal" terwijl de voorkeur uitgaat naar "volwassenentaal". Daarnaast zal er gezocht gaan worden naar onderwijsvormen die effectiever zullen zijn.


11

Kwaliteitszorg

Rekenen-wiskunde score


score


score


score


score


score

groep 8 Medio 09-10

A+B 83,00% 81,82% A+B 77,00% 76,00% A+B 73,75% 61,73% A+B 73,68% 62,34% A+B 69,14% 59,76% A+B 58,90%

C 11,00% 9,09% C 13,00% 15,00% C 22,50% 23,46% C 21,05% 27,27% C 13,58% 23,17% C 23,29%

D+E 6,00% 9,09% D+E 10,00% 9,00% D+E 3,75% 14,81% D+E 1,32% 7,79% D+E 7,41% 10,98% D+E 8,22%

elt 0,00% 0,00% elt 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 3,95% 2,60% elt 9,88% 6,10% elt 0,00%

In alle bouwen wordt er gewerkt volgens het "rekenverbetertrajectplan". Voor specifieke stappen verwijzen we naar het tussenevaluatie verslag. Volgend schooljaar gaat er meer aandacht uit naar het automatiseren van deelvaardigheden en analyseren van toetsen en testen. Deze aandachtspunten worden verwerkt in het groepsplan.

Begrijpend lezen score


score

groep 5 Medio 09-10

score

groep 6 Medio 09-10

score

groep 7 Medio 09-10

score

groep 8 Medio 09-10

A+B 66,00% 58,42% A+B 59,26% A+B 51,95% A+B 51,22% A+B 47,30%

C 17,00% 25,74% C 32,10% C 32,47% C 37,80% C 25,68%

D+E 17,00% 15,84% D+E 8,64% D+E 15,58% D+E 8,54% D+E 27,03%

elt 0,00% elt 0,00% elt 0,00% elt 2,44% elt 0,00%

De scores van de CITO begrijpend lezen worden verwerkt binnen het begrijpend leesprotocol. Daarbinnen kan per leerling of per groep gekeken worden welke deelvaardigheden aandacht verdienen.


12

Kwaliteitszorg

DMT (Drie minuten test) score


score


score


score


score


score

groep 8 Medio 09-10

A+B 64,00% 57,00% A+B 51,00% 40,00% A+B 65,00% 60,49% A+B 72,37% 58,44% A+B 64,20% 51,22% A+B 67,95%

C 21,00% 25,00% C 21,00% 29,00% C 20,00% 16,05% C 3,95% 10,39% C 18,52% 18,29% C 17,95%

D+E 15,00% 18,00% D+E 28,00% 31,00% D+E 15,00% 23,46% D+E 23,68% 31,17% D+E 17,28% 30,49% D+E 14,10%

elt 0,00% 0,00% elt 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 0,00% 0,00% elt 0,00%

Dit jaar is de nieuwe DMT toets geïmplementeerd in alle groepen. In alle groepen wordt er elke dag aandacht besteed aan het woordlezen en het onderhouden van deze vaardigheid.

AVI score

groep 3 Begin 09-10 Eind 09-10

Totaal aantal kinderen 79 84

102 98

10 10

10% 10%

83 81

5 8

6% 10%

79 82

8 2

10% 2%

60 80

4 0

7% 0%

77 77

4 0

5% 0%

score


score


score


score


score


De bovenbouw heeft besloten om vanaf volgend schooljaar bij alle kinderen de toetskaart AVI9 af te nemen. Dit om vanuit een goede beginsituatie te kunnen starten. Het bleek namelijk dat de leesvaardigheid goed onderhouden moet blijven om terugval te voorkomen. Volgend schooljaar zal er gekeken worden naar de invoering van de nieuwe AVI-kaarten en hoe deze het beste geplaatst kunnen worden binnen de leerlijnen van de Regenboog.


13

Kwaliteitszorg

CITO-Eindtoets in groep 8: Landelijk gemiddelde BS De Regenboog

Einduitslag 2010 535.2 535.6

Landelijk gemiddelde BS De Regenboog

Rekenen 41.7 42.2

Landelijk gemiddelde BS De Regenboog

Taal 75.9 76.3

De resultaten van de CITO-Eindtoets, waaraan alle leerlingen van groep 8 hebben meegedaan, zitten zowel voor rekenen als taal boven het landelijk gemiddelde. Dat is een verbetering t.o.v. voorafgaande jaren

4b. Uitstroomcijfers naar VO – juli 2010 Per 1 augustus 2010 zijn er 81 leerlingen van de Regenboog doorgestroomd naar het voortgezet onderwijs. Hieronder een overzicht van de vormen van voortgezet onderwijs waar de leerlingen naar toe gaan. Er is een stijgend aantal leerlingen dat naar VMBO T, HAVO en VWO gaat!

Uitstroom einde schooljaar 2009-2010

25 20 15 10 5 0 PRO

LB

LKB

LTK

KB

TK

T/H

H/V

A/G

TV

Overig

Verklaring van de afkortingen PRO LB LKB LTK KB TK T/H H/V A/G TV overig

= = = = = = = = = = =

Praktijkonderwijs Leerwegondersteunend onderwijs Basis Leerwegondersteunend onderwijs Kader / Beroepsgericht Leerwegondersteunend onderwijs Theoretische VMBO Kader Basis VMBO Kader/beroepsgerichte Leerweg VMBO Theoretische kaderberoepsgerichte Leerweg HAVO/VMBO Theoretische Leerweg HAVO/ VWO Atheneum / Gymnasium Tweetalig VWO Vormen Speciaal Onderwijs


14

Kwaliteitszorg

Vergelijking uitstroom met voorafgaand schooljaar:

Voortgezet onderwijs

2008

2009

2010

Praktijkonderwijs Leerwegondersteunend - Basis Leerwegondersteunend - Kader/beroepsgericht Leerwegondersteunend - Theoretisch VMBO – Kader/basis VMBO Kader/beroepsgerichte leerweg VMBO Theoretische kaderberoepsgerichte Leerweg HAVO/VMBO Theoretische Leerweg HAVO/ VWO Atheneum / Gymnasium Tweetalig VWO Totaal aantal leerlingen

5,0%

3,7% 4,9% 6,2% 1,2%

2,6% 9,0% 0% 0%

16,0% 13,6% 11,1% 17,3% 18,5% 7,4% 81

9,0% 10,3% 28,2% 21,8% 11,5% 7,7% 78

23,3%

3,3% 26,7% 21,7% 11,7% 1,7% 6,7% 60

4c. Doorstroomgegevens in het voortgezet onderwijs (na 3 jaar vervolgonderwijs) In onderstaande tabel worden de doorstroomgegevens in het voortgezet onderwijs van de oudleerlingen van de Regenboog van de jaren 2006-2009 vergeleken met het gemiddelde van de SKOPOS-scholen. In het algemeen kunnen we concluderen dat onze adviezen vprima zijn en het overgrote deel van de leerlingen na drie jaar nog steeds op het geadviseerde niveau zit.

Totaal aantal aantal doorstroom niveauverandering t.o.v. advies basisschool t.o.v. advies basisschool t.o.v. advies basisschool doublures geen doublures aantal tussentijdse overstap schooltype

binnen schooltype

hoger lager gelijk >=1 maal geen hoger lager gelijk

SKOPOS 100 20 13 7 80 11 89 6 2 4 94

Regenboog 100 15 9 6 85 7 93 4 1 3 96

De gegevens zijn in percentages weergegeven.

4d. Vergelijking AOB-intelligentie met CITO-eindtoets Van de laatste jaren (vanaf 2007) is een analyse gemaakt van de groep leerlingen uit groep 8 die mee hebben gedaan aan de CITO toets (beeld van de leervorderingen) én bij wie een AOB toets is afgenomen (beeld van de leermogelijkheden). Dit betreft een doorsnee van onze leerlingen. Conclusie van de vergelijking CITO opbrengsten en AOB intelligentie over de afgelopen schooljaren: • Bij 88% van de leerlingen zijn de opbrengsten naar verwachting of hoger • Bij 12% van de leerlingen zijn de opbrengsten lager, maar van deze leerlingen kan een beredeneerde uitleg gegeven worden • Het aantal leerlingen dat hoger of naar verwachting scoort, stijgt de laatste jaren, van 75% in 2007, via 86% (2008 en 2009) naar 98% in 2010!


15

Kwaliteitszorg Wij denken dat we daarom mogen zeggen dat we bij de meeste leerlingen een prima leerrendement behalen!

+ (CITO hoger dan intelligentie) 2007 2008 2009 2010 Totaal Totaal %

7 12 7 21 47 30%

~ (CITO overeenkomstig intelligentie) 17 12 31 30 90 58%

(CITO lager dan intelligentie)

totaal

8 4 6 1 19 12%

32 28 44 52 156 100%

4e. Scholingsoverzicht Gevolgde nascholing door personeelsleden in het schooljaar 2009-2010:

Individuele scholing Aantal personen 6

Cursus

Inhoud

Instituut

ODD CD eb pedagogisch handelingsplan

Deze workshop behandelt alle aspecten van een pedagogisch handelingsplan: het signaleren van gedrag, het stellen van concrete gedragsdoelen en het maken van een plan van aanpak voor het veranderen van gedrag van een individuele leerling of groep leerlingen. Deze workshop zal een dag- of avonddeel in beslag nemen Inzicht in de motorische ontwikkeling van kinderen van 4 tot 8 jaar. De opleiding is opgebouwd rond 4 onderwerpen: eigen gecijferdheid, vakdidactiek, coachen en beleid. Uiteraard kent ieder onderdeel vele facetten. De eigen gecijferdheid is geen hoofdonderwerp van de opleiding maar komt aan de orde als object van het werk van de rekencoördinator. Bij vakdidactiek wordt er onderscheid gemaakt tussen rekenvaardigheid, vakmatige beheersing en diagnostische vaardigheden, bij het coachen tussen communicatie en collegiale consultatie, bij vormgeven en uitvoeren van beleid tussen vernieuwend denken, stimuleren tot vernieuwing, analyseren van een onderwijssituatie en het voorbereiden van beleid (o.a. kwaliteitszorg, leerlijnen). De opleiding heeft een studiebelasting van 160 uur.

REC 4

5

Motoriek

2

Rekencoördinator


Bohn Stafleu van Loghum PABO Eindhoven

16

Kwaliteitszorg

1

KIES

4

Bovenbouw: ik hou van jou

1

Netwerk JRK

3

Training faalangst

2

Iedereen aan boord

7

De positieve insteek bij moeilijk gedrag

4

Ondersteuning van ouders in het omgaan met de problematiek van hun kind

2

Herfstkinderen en de overgang naar groep 3

Het programma KIES voor het bijzondere kind richt zich op kinderen van gescheiden ouders, al dan niet gediagnosticeerd met ADD, ADHD, een vorm van autisme, PPDNOS én waarbij de leer- en gedragsproblemen van kinderen nogal eens samenhangen met of versterkt worden door scheidingsproblematiek zoals voortdurende conflicten, opvoedingsproblemen, stress of klachten zoals bezorgdheid, paniekdenken en neerslachtigheid. Groepsleerkrachten inzicht geven in de sociaal-emotionele ontwikkeling, gedrag en onderwijsbegeleiding van bovenbouwleerlingen Kenniskring jonge risicokind Opbouwen en waarborgen van expertise: netwerkend leren Welke vormen van faalangst zijn er en hoe hiermee om te gaan in de onderwijspraktijk Handvatten over omgaan met moeilijk gedrag. Bouwen aan een school voor iedereen Bijeenkomst 1 Bezinning op de leertheorie. Insteek is: positieve consequenties, versterkers (hoe dan ook) Bijeenkomst 2 Sociale ondersteuning met de componenten affectie, gedragsregulatie en informatie. Bijeenkomst 3 ASS Bijeenkomst 4 Oplossingsstrategieën Bijeenkomst 5 Ter Keuze ADHD Ouders van bijzondere leerlingen doorlopen een proces van acceptatie. Bijstellen van verwachtingen, toekomstperspectief en vele andere zorgen spelen hierbij een rol. Hoe kun je als professional deze ouders ondersteunen in dit proces en van welke communicatietechnieken maak je gebruik.?. De cursus geeft een duidelijk beeld van de manier waarop leerkrachten er in goede samenspraak met de ouders voor kunnen zorgen dat een kind wat in het najaar geboren is kan werken aan een ononderbroken ontwikkelingslijn


SWV

Saxion

SWV

Rigardus Jan Ruigrok Perspectief: E. Wieringa A. Greven De Hilt REC 4

Roelf Snaterse

SON

17

Kwaliteitszorg

1

Herstelrecht in het basisonderwijs

2

Magistrum schoolleidersopleiding Vakbekwaamheid

3

Herstelrecht is een manier om conflicten op te lossen in verschillende situaties. Het is afgekeken van stammen in nieuw Zeeland waarbij het stamhoofd iedereen in zijn groep nodig heeft . Communiceren via de herstelrechtmanier blijkt wereldwijd een groot positief effect te hebben op het sociaal/emotioneel functioneren van mensen. Anderhalf jaar opleiding voor directeur Primair Onderwijs

Jan Ruigrok

Bewegingsonderwijs

Fontys Sporthogeschool Fontys

bewegingsonderwijs

1 1 1 2

Motorische Remedial Teaching Coachen Video Interactie Training EGO Studiedag

1

Pre-master Pedagogiek

1

Training pedagogisch tact

2

De school in de maatschappij / de maatschappij in de school

Observeren, diagnosticeren en begeleiden van kinderen met een motorische hulpvraag Ontwikkelingsgericht begeleiden/beoordelen. Video interactie training/ coaching Workschop Techniek en wetenschap Effectieve instructie Het schakelprogramma (deeltijd) is bedoeld voor studenten die willen instromen in de Master of Education Pedagogical Studies en niet direct toelaatbaar zijn in de Master. De masteropleiding is gericht op het opleiden tot zelfstandig functionerende pedagogen, tot professionals in hogere kaderfuncties op orthopedagogisch, onderwijskundig, sociaal-pedagogisch of speltherapeutisch terrein. Omgaan met leerlingen is een aaneenschakeling van ‘pedagogische ogenblikken', waarin de leraar in een splitsecond een beslissing moet nemen. Ze moet onmiddellijk weten wat te doen of juist níet te doen. Dit gevoelsmatig weten wat te doen noemen we pedagogische tact. De noodzaak om in elke, steeds wisselende, situatie ogenblikkelijk het goede te doen, terwijl daarvoor geen vaststaande regels of procedures zijn op te stellen, maakt omgaan met leerlingen een spannende activiteit. De plaats waar deze spanning wordt vastgehouden is het innerlijk van de leraar. Het belang van opbrengst gericht werken Doorlopende leerlijnen taal en rekenen Het wetsvoorstel Goed bestuur


REP Academie Magistrum

ROC De Leijgraaf Fontys Fontys Fontys Tilburg

Nivoz

Studiecentrum voor Bedrijf en Overheid

18

Kwaliteitszorg

2

Zeer zwakke en kwetsbare scholen

2

Doelstellingen- en voortgangsgesprekken & opbrengstgericht werken

Leiderschap in verandering Wat maakt veranderen duurzaam? Presentatie: Inspectie met een reflectie op het concept Tenkai, hoe werkt het nu Tenkai, bewust van kwetsbaar naar kracht Kwaliteitshandboek Formuleren van jaarplan met toetsbare opbrengsten Concreet maken van afspraken opbrengstgericht werken

APS

EDUX

Teamscholing Volledige team Volledige team Per bouw

Werkdrukbeleving en timemanagement Borging leerlingvolgsysteem Aanvankelijk lezen (OB), technisch lezen (MB) en begrijpend lezen (BB)

Werkdrukbeleving benaderd vanuit het groeicontinuüm van Covey

EDUX

Analyseren en interpreteren van het leerlingvolgsysteem versterken didactisch handelen tijdens het aanvankelijk leesproces; de do’s en de don’ts Het maken van leesanalyses begrijpend lezen in relatie tot • technisch lezen • woordenschat • motivatie • meta cognitie

Interne scholing Interne scholing

4f. Aandachtspunten functioneringsgesprekken 2010 Jaarlijks worden van de aandachtspunten uit de functioneringsgesprekken van het onderwijzend personeel anoniem bij elkaar gezet in een totaaloverzicht. Dit overzicht wordt besproken in de verschillende bouwen en daarbij worden prioriteiten aangegeven. De bouwcoördinatoren koppelen de prioriteiten terug in het strategisch overleg, waarna de directie met een plan van aanpak komt t.a.v. deze punten. In het schooljaar 2009-2010 lagen de prioriteiten vooral op het gebied van de ontwikkelingen in de zorg, de onderwijskundige ontwikkeling van de onderbouw en het atelierwerk. De belangrijkste aandachtspunten komen terug in de actieplannen voor 2010-2011.

4g. Inspectiebezoek Op 22 maart 2010 heeft de inspecteur van het onderwijs Mevr. Louwes een bezoek gebracht aan de school in het kader van een onderzoek naar kwaliteitsverbetering. Het programma van het bezoek zag er als volgt uit:

08.15 uur: 08.30 uur:

Ontvangst op school Start lesbezoeken (zie overzicht)


19

Kwaliteitszorg

Tijd 08.30-09.00 09.00-09.30 09.45-10.15 10.45-11.15 11.30-12.00 12.00 uur: 12.30 uur: 13.00 uur: 14.00 uur: 15.00 uur: 15.45 uur:

uur uur uur uur uur

Activiteiten Eigen activiteit Technisch lezen Rekenen/wiskunde Begrijpend lezen Rekenen/wiskunde

Groepen 1-2 3 7 (W) 6 4 (V)

Leerkrachten Angela Vos Geertje Boons Anke v.d. Linden Elma Koenders Susan van Weert

Documentanalyse en / of gesprek met de leerkrachten van de bezochte groepen Pauze Gesprek met begeleidingsteam Gesprek met de directie Verwerken van de informatie Nagesprek met de directie en algemeen directeur

Het definitieve verslag van de inspecteur is in april 2010 ontvangen (zie bijlage). Hieronder een kort verslag van de bevindingen van de directie, direct na het bezoek:

Vandaag heeft Mevr. Louwes, inspecteur van het onderwijs, onze school bezocht om onderzoek te doen naar verbetering van de kwaliteit van ons onderwijs. Zoals bekend heeft zij vandaag vijf klassenbezoeken afgelegd en daarna gesprekken gevoerd met de betrokken leerkrachten, het begeleidingsteam en de directie. Het resultaat van haar bezoek is dat we vanaf nu weer in het basisarrangement vallen. Dat wil zeggen dat de rode vlag verdwijnt en we dus weer regulier toezicht krijgen. Wel zal zij extra aandacht voor onze school houden omdat ze de opbrengsten graag wil blijven volgen. Tijdens haar bezoek heeft ze wel wat aandachtspunten geconstateerd die in haar rapportage naar voren gebracht zullen worden. Deze aandachtspunten nemen we mee als verbeterpunten voor de komende tijd. De inspecteur zal haar best doen om de rapportage z.s.m. op internet te plaatsen en de rode vlag te vervangen. Hier zullen echter nog wel wat weken voor nodig zijn! We willen jullie allemaal danken voor jullie inzet om dit resultaat te behalen, vandaag m.n. de collega’s die zij in hun groep bezocht heeft. Zodra de vlag weer groen is zullen we er samen wat uitgebreider bij stil staan! De belangrijkste aandachtspunten die door de inspecteur naar voren zijn gebracht: • Schetsen van ontwikkelingsperspectief: steeds weer evalueren en vastleggen van het rendement • Aanbod in de kleutergroepen: toevoegen planning en registratie van het aanbod • Sociaal-emotionele ontwikkeling: invoeren van volgsysteem voor de groepen 3 t/m 5 (hoeft niet Cotan-gecertificeerd) • T.a.v. van de handelingsplannen: - alleen noodzakelijk voor kinderen met een E-score (norm inspectie) - indien mogelijk clusteren van hulpvragen en daarmee administratieve last verminderen - de handelingsplannen dienen zowel aanwezig te zijn in de klassenmap als in het leerlingendossier • De opbrengst van de trajectplannen concreter en meer opbrengstgericht formuleren • Vermelden van de eindopbrengsten in de schoolgids, m.n. de uitslag van de Eind-CITO. Er mag ook verwezen worden naar het jaarverslag


20

Kwaliteitszorg

4h. Visitatiecommissie In het schooljaar 2008-2009 is het Samenwerkingsverband Schijndel (SWV) gestart met de visitatiecommissie. Alle scholen van SKOPOS doen mee en worden binnen twee jaar gevisiteerd. Alle scholen leveren getrainde collega’s die participeren in de visitatiecommissie. Doelen op schoolniveau: - kwaliteitsmeting: hoe inclusief zijn we - gericht op scholontwikkeling - gericht op het ontwikkelen van kennis - gericht op het leren van elkaar Doelen op SWV-niveau: - verzamelen van kennis over inclusief onderwijs - scherp krijgen wat de kansen en grenzen zijn in de regio - scherp krijgen wat scholen nodig hebben om inclusief te zijn (beleid maken) De Regenboog is als eerste school bezocht in januari en februari 2009. We hebben ons daar zelf voor aangemeld. De visitatiecommissie heeft met name gekeken naar: • onderwijsbehoeften • omgaan met gedrag • flexibel gebruiken van materialen en middelen • rol van ouders • gastvrijheid • differentiatie Het definitieve eindverslag van de visitatiecommissie is in februari 2010 ontvangen en binnen alle geledingen besproken (zie bijlage)

4i. Jaarverslag klachtenregeling Uit het jaarverslag Klachtenregeling SKOPOS 2009 blijkt o.a. het volgende: het aantal klachten dat de interne contactpersonen bereikt is nagenoeg gelijk gebleven en heeft niet geleid tot klachten die door de externe vertrouwenspersonen werden behandeld

Soort klacht en aantal Schoolorganisatorische maatregelen Pedagogisch/ didactisch handelen Ongewenst gedrag leerling - leerling Ongewenst gedrag personeel leerling Ongewenst gedrag personeel personeel Vermoeden seksueel misbruik binnen school Persoonlijke problemen / problemen thuis Andere klachten Totaal aantal klachten bij interne contactpersonen

SKOPOS 2007 0 0 3 0

SKOPOS 2008 0 2 4 0

SKOPOS 2009 1 (0) 1 (0) 0 (0) 0 (0)

0

0

1 (0)

0

0

0 (0)

4

1

3 (0)

0 7

1 8

0 (0) 6 (0)

(tussen haakjes staan de resultaten van BS De Regenboog)


21

Kwaliteitszorg Op de Regenboog zijn er 4 interne contactpersonen (ICP) aangesteld. Zij werken op de verschillende locaties en zijn allen opgeleid. In het jaar 2009 hebben zij geen klachten in behandeling genomen. Uit het eigen jaarverslag: o De contactpersonen zijn bekend gemaakt aan de leerlingen o Ouders zijn geïnformeerd middels de schoolgids o De praatplaat met contactpersonen is voor ieder zichtbaar in gebouw o De ICP-en zijn formeel benoemd en door de algemeen directeur is een benoemingsbrief uitgereikt o De schoolcontactpersonen hebben minimaal de basiscursus gevolgd o De ICP-en wonen twee keer per jaar de netwerkbijeenkomst PMM met GGD bij o De nieuwe leerkrachten zijn geïnformeerd over de klachtenregeling o Aan het begin van het schooljaar is er ruimte in de teamvergadering gemaakt voor opfrissen en borging o In de schoolgids is het stuk over de klachtenregeling geactualiseerd o De gedragscode binnen Skopos is in 2007 door het bestuur vastgesteld en deze is in het pedagogisch protocol opgenomen o Er is binnen de teamvergadering aan het personeel aandacht gegeven aan de bekendheid met de externe vertrouwenspersonen en de rol die zij kunnen vervullen

4j. Medezeggenschapsraad Het afgelopen schooljaar heeft de directie ook weer nauw samengewerkt met de medezeggenschapsraad, bestaande uit 10 personen (5 ouders en 5 personeelsleden). De MR maakt een eigen jaarverslag!

4k. KMPO-enquête 2010 Elke twee jaar wordt de kwaliteitsmeter primair onderwijs (KMPO) afgenomen. De enquête maakt onderdeel uit van de kwaliteitscyclus op onze school. Ook in het schooljaar 2009-2010 is ouders, leerkrachten en leerlingen van de bovenbouw gevraagd deze tevredenheidenquête over onze school digitaal in te vullen. Ouders hebben tevens het aanbod gekregen om de enquête schriftelijk in te vullen en op school in te leveren (per locatie stonden enquêtebussen). De uitkomst van de enquêtes geeft de school zicht op het bereiken van haar doelen. Hoe worden de resultaten gezien en gewaardeerd? De antwoorden maken het mogelijk onze school, waar nodig, te verbeteren.

Oudergedeelte: deelname 36% De maximale score te behalen is 4.0. De hoogste score die ouders ons toegekend hebben is 3.9. Alles wat onder de 3,2 scoorde, betekent voor ons een actiepunt. Hoewel we trots zijn op de behaalde scores zijn er toch een aantal items genoemd, die wij uitgezet hebben als actiepunt.

Het rapport geeft voldoende informatie over de ontwikkeling van mijn kinderen (MB, BB) De personeelsleden van de school hanteren allemaal dezelfde regels (MB, BB) Huisvesting (MB) Wanneer ik ergens ontevreden over ben, handelt de school dit correct af (MB) De leerkracht vertelt mijn kind regelmatig hoe zijn vorderingen zijn (BB)


W: 3,1 H: 3,5 W: 3,1 H: 3,3 W: 2,9 H: 3,1 W: 3,0 H: 3,5 W: 3,1 H; 3,4

22

Kwaliteitszorg

Leerlinggedeelte: deelname 100% De hoogste score die de leerlingen ons toegekend hebben is 3.9 (maximale score 4.0) Items uitgezet als actiepunt:

Op school praten en leren we over maatschappelijke thema’s zoals milieu en politiek (MB) Ik ga graag naar het overblijven (TSO) tussen de middag (MB, BB)

W: 2,9 H: 2,5 W: 2,6 H: 2,3 W: 3,1 H: 3,0

We leren terug te kijken op eigen werk (BB)

Personeelsgedeelte: deelname 100% De hoogste score die het personeel ons toegekend hebben is 4.0 (= maximale score) Items uitgezet als actiepunt:

Op deze school krijgen de leerlingen een brede ontwikkeling (cognitief , sociaal emotioneel, creatief en lichamelijk) (MB) De school biedt de leerlingen het onderwijs dat zij belooft (OB, MB) Leer en hulpmiddelen (MB), leer- en hulpmiddelen zijn aan vernieuwing toe (BB), de leer en hulpmiddelen zijn gevarieerd en actueel (OB) Er zijn voldoende computers op school voor de leerlingen (MB) De computers voor de leerlingen staan op een fijne plek om te werken (MB) Zorg (MB) Er wordt binnen de school voldoende aandacht besteed aan orde en discipline (OB, MB) De leerlingen gaan met respect met elkaar om (OB, MB) De personeelsleden van de school hanteren allemaal dezelfde regels (OB, MB) Er is goed toezicht tijdens het overblijven op school (OB, MB, BB) Huisvesting (OB, MB) Binnen de school wordt voldoende gedaan om de fysieke en mentale werkdruk niet te hoog te laten oplopen (BB)

W: 3,5 H: 3,1 W: 3,6 H: 3,1 W: 2,8 H: 2,8 W; 2,8 H: 3,4 W; 3,3 H: 2,9 W: 3,0 H: 3,1 W; 3,5 H: 3,0 W: 3,8 H: 3,0 W: 3,5 H: 2,7 W: 3,5 H: 2,9 W: 2,8 H: 2,6 W; 3,1 H: 3,0

(OB = onderbouw; MB = middenbouw; BB = bovenbouw)

Alle deelnemers aan de enquête konden middels een cijfer een eindoordeel geven over de kwaliteit van onze school, verwerkt in onderstaand trendoverzicht:

Regenboog Personeel Management Kinderen Ouders

2004 7,7

2006 7,6

2008 7,6

8,0 7,6

7,7 7,1

8,4 7,4 (44%)


2010 7,6 7,8 8,2 7,4 (36%)

23

Kwaliteitszorg

Hoevenbraak Personeel Kinderen Ouders

2004 7,6 8,0 7,6

2006 7,5 7,4 6,8

2008 7,7 8,3 7,3 (43%)

2010 7,6 8,0 7,4 (37%)

Wijbosch Personeel Kinderen Ouders

2004 7,9 8,1 7,7

2006 7,8 8,4 7,9

2008 7,2 8,7 7,5 (47%)

2010 7,4 8,5 7,5 (34%)

4l. Informatieavonden voor ouders en verzorgers Gedurende het schooljaar zijn een aantal algemene informatiebijeenkomsten voor ouders / verzorgers georganiseerd. • Jaarlijks wordt in november, na de Algemene Ledenvergadering van de Oudervereniging, door de school een thema aan de orde gesteld. In het schooljaar 2009-2010 was dat ‘Ontwikkelingen op gebied van ICT in het onderwijs en op de Regenboog’ Het thema van de ouderavond werd behandeld worden de ICT-coördinator van de school, in samenwerking met de ICT-werkgroep. Aan de orde kwamen o.a. de digitale schoolborden (met demonstratie), het computeronderwijs, de website en de mogelijkheden daarvan, internetprotocol, toekomstige ontwikkelingen e.d. • Op 18 januari 2010 heeft het begeleidingsteam een ouderavond georganiseerd die in het teken stond van het zorgbeleid, met daarbij speciaal aandacht voor dyslexie. De inhoud van de avond bestond uit: o Hoe werkt het signaleren van kinderen met een lees- en/of spellingsprobleem? o Wat kunt u van de Regenboog verwachten wanneer uw kind een verdachte dyslectische ontwikkeling doormaakt? o Hoe gaan wij om met het dyslexieprotocol? o Wie is er betrokken bij het volgen van uw kind met een lees- en/of spellingsprobleem? In en buiten school? o Welke hulpmiddelen zetten wij in? o Hoe verloopt de overdracht van kinderen met dyslexie naar het voortgezet onderwijs? De opkomst bestond uit veel betrokken ouders van kinderen die een dyslectische ontwikkeling doormaken. In de evaluaties kwam naar voren dat zowel school als ouders deze avond als prettig en interessant ervaren hebben en zeker voor herhaling vatbaar vinden


24

Personeel

5. Personeel 5a. Overzicht personeelsbestand en statistieken Bij aanvang van het schooljaar 2009-2010 was het personeelsbestand als volgt opgebouwd:

Functie 1. Directie 2. Leerkrachten LB 3. Leerkrachten LA 4. Onderwijsassistenten 5. Ondersteunend personeel Totaal

Aantal 2 2 50 4 9 67

Verhouding V/M 1-1 1-1 47-3 2-2 7-2 58-9

De leeftijdsopbouw van het onderwijsgevend personeel was op 01-08-2009 als volgt: 20 15 10 5 0 21-30 jr

31-40 jr

41-50 jr

51-60 jr

De gemiddelde leeftijd bedroeg 39,5 jaar!

5b. Onderwijs in cijfers Op de DUO-site ‘Onderwijs in cijfers’ worden de gegevens van onze school vergeleken met het landelijk gemiddelde. Enkele interessante statistieken hebben we in dit jaarverslag opgenomen:

Functies op school Functie Directie Leerkrachten LB Leerkrachten LA Ondersteunend personeel Totaal

BS De Regenboog 3% 3% 76% 18% 100%

Landelijk 7% 1% 79% 13% 100%

Het blijkt dat we op de Regenboog relatief: - minder tijd voor de directie beschikbaar hebben. Dit is wel logisch voor een grote school. Daarbij komt dat er wel méér LB-leerkrachten zijn, die gedelegeerde taken voor hun rekening nemen - veel onderwijsondersteunend personeel in dienst hebben, m.n. de vier onderwijsassistenten dragen hieraan bij. Landelijk is er nu ook een ontwikkeling dat er meer onderwijsondersteunend personeel in dienst genomen wordt. Het verschil tussen de Regenboog en de landelijke cijfers zijn minder groot dan voorheen


25

Personeel

Werkervaring Werkervaring Minder dan 1 jaar 1-5 jaar 5-10 jaar 10-20 jaar 20-30 jaar 30 jaar of meer Totaal

BS De Regenboog 9% 24% 29% 22% 11% 5% 100%

Landelijk (’07-’08)* 9% 25% 29% 20% 10% 7% 100%

BS De Regenboog 31% 25% 7% 9% 18% 9% 0% 100%

Landelijk 21% 21% 10% 13% 17% 14% 5% 100%

Leeftijd Leeftijd t/m 30 jaar 31-40 jaar 41-45 jaar 46-50 jaar 51-55 jaar 56-60 jaar Vanaf 61 jaar Totaal

* = cijfers van DUO over 2008-2009 en 2009-2010 kloppen niet

Verder interessante vergelijkingen m.b.t. onderwijzend personeel: Formatie: • •

BS De Regenboog: Landelijk:

40,7 fte (was 38,3) 14,4 fte (was 14,0)

Gemiddelde aanstellingsomvang: • •


0,74 (was 0,75) 0,74 (was 0,74)

Verhouding mannen / vrouwen: • •


91% vrouwen – 9% mannen (was 90-10) 82% vrouwen – 18% mannen (was 81-19)

Gemiddelde leeftijd: • •


39,5 jaar (was 38,6) 43,2 jaar (was 43,1)

Op de Regenboog werken relatief weinig mannen, zeker in lesgevende taken. De gemiddelde leeftijd van het team ligt ruim onder het landelijk gemiddelde, maar de werkervaring ligt wel omstreeks het landelijk gemiddelde.


26

Personeel

5c. Ontwikkelingen t.a.v. personeelsbestand In de loop van het schooljaar (van 1 augustus 2009 t/m 31 juli 2010) zijn er de volgende ontwikkelingen t.a.v. het personeelsbestand geweest: • Instroom nieuwe collega’s: 1 (OP) en 2 (OOP) • Einde vast dienstverband: 3 (OP) en 1 (OOP) • Einde tijdelijk dienstverband: 2 (OP) In de loop van het jaar zijn diverse vervangers tijdelijk aangesteld, in sommige situaties was de vervanging langdurig (méér dan één maand). Dit was vanwege: • Onbetaald verlof: 0x • Zwangerschapsverlof: 1x • Ouderschapsverlof: 5x (altijd gedeeltelijk) • Ziekte: 2x • Tijdelijke uitbreiding formatie 0x

5d. Resultaat personeelsvragenlijst Jaarlijks vullen alle personeelsleden de personeelsvragenlijst van SKOPOS in. In deze vragenlijst worden vragen gesteld over zaken als: • Wensen t.a.v. betrekkingsomvang, BAPO, mobiliteit, scholing, verlof • Voorkeur voor en ervaring met taken op school • Kernkwaliteiten en persoonlijke kwaliteiten Jaarlijks worden de SKOPOS-resultaten vergeleken met resultaten van de school (zie bijlage 3). Opvallende zaken voor de Regenboog: • Leerkrachten hebben veel ervaring met taken als BHV-er en mentor. Er zijn weinig wensen voor andere taken • Negen collega’s hebben wel belangstelling voor enige vorm van mobiliteit, m.n. voor jobrotation. Daar zijn ook mogelijkheden voor geboden • Ruim 2/3 van alle personeelsleden heeft het afgelopen jaar individuele scholing gevolgd • Er zijn relatief veel collega’s die voorkeur hebben voor de onderbouw, vorig jaar was dat voor de bovenbouw. Erg opvallend! • In alle bouwen zijn er veel ervaren collega’s • Op de Regenboog zijn er weinig liefhebbers voor het werken met combinatiegroepen

5e. Ziekteverzuimcijfers schooljaar 2009-2010 2009/10 2008/9 2007/8 2006/7 2005/6 2004/5 2003/4 aantal ziekmeldingen

60

62

75

62

70

71

41

meldingfrequentie

0,92

0.98

1.20

0.88

0.97

1.07

0.67

totaal aantal verzuimdagen

704

857

1278

1589

1965

2268

1663

verzuimpercentage

4,15

5,17

5.66

6.20

7.46

9.39

7.48

kort verzuim

O,61

0.56

0.83

0.53

0.69

0.70

0.40

middellang verzuim

0,59

0.33

0.18

0.48

0.87

1.34

0.48

lang verzuim

2,96

4,28

4.65

5.19

5.91

7.35

6.61

gemiddelde verzuimduur

17,79

21.55

26.43

29.28

12.97

22.68

22.31


27

Personeel Analyse van de cijfers van 2009-2010 door Human Capitale Care (onze ARBO-dienst): • het verzuimpercentage bevindt zich beneden het landelijk gemiddelde van 6.28 en is in tegenstelling tot de landelijk tendens in de afgelopen schooljaren dalend. • de meldingsfrequentie bevindt zich ook beneden het landelijk gemiddelde van 1.18 Als we gaan kijken binnen welke groep het verzuim hoog is blijkt de meldingsfrequentie hoger dan gemiddeld te zijn bij de vrouwen beneden de 25 jaar (dit was ook al voorgaand schooljaar zo). Zoals al eerder gemeld kan een hoge meldingsfrequentie een belangrijk signaal van groeiende onvrede zijn, maar ook van een dreigende overbelasting en hiermee een voorbode van langdurend verzuim. Het is dan ook goed hier extra aandacht aan te besteden en bij signalering van frequent verzuim hier met de betrokken medewerker duidelijk over te spreken. Wat betreft het verzuimpercentage: dit wordt met name bepaald door de omvang van het langdurig verzuim. Als er gewerkt moet worden aan het terugdringen van het verzuimpercentage zal hier ook de nadruk moeten liggen. Uit de cijfers blijkt er met name binnen de groep van vrouwen tussen de 45 en 54 jaar en bij de mannen tussen de 55 en 64 een hoog verzuim te bestaan. Bij deze laatste groep was het verzuim ook in het voorgaande schooljaar hoog.

5f. Arbeidsomstandighedenbeleid Op onze school is een ARBO-coördinator aangesteld. De coördinator behartigt de zaken m.b.t. de arbeidsomstandigheden en de brandveiligheid. De coördinator maakt ook deel uit van de bovenschoolse ARBO-werkgroep van SKOPOS, die onder leiding van de bovenschoolse ARBOcoördinator regelmatig bij elkaar komt. De ARBO-coördinator is ook voorzitter van de BHV-werkgroep van onze school waarvan alle bedrijfshulpverleners deel uitmaken. De leden van de werkgroep ondersteunen de coördinator, o.a. bij de organisatie van de brandveiligheid, alarmoefeningen, EHBO, etc. De BHV-ers zijn geschoold en krijgen om het jaar bijscholing. Het beleid van school is erop gericht om zoveel mogelijk BHV-ers op te leiden. In het schooljaar 2008-2009 is een zg. risico-inventarisatie (RIE) uitgevoerd. Het afgelopen schooljaar is de school bezocht door de ARBO-dienst om de RIE te bespreken met de eigen ARBO-coördinator en de bovenschoolse coördinator. Uit dit onderzoek zijn actiepunten naar voren gekomen, deze actiepunten moeten nog uitgewerkt worden.

5g. Werkgroep personeelsbeleid Een viertal collega’s vormt samen met de directie de werkgroep personeelsbeleid. In deze werkgroep worden actuele ontwikkelingen binnen het personeelsbeleid, zowel landelijk, als op bestuursniveau, als op school besproken. Een belangrijke taak voor de werkgroep is de jaarlijkse verdeling van de schooltaken.

5h. Werkgroep personeelsactiviteiten De werkgroep personeelsactiviteiten maakt jaarlijks een programma met activiteiten voor het personeel. Personeelsleden kunnen daar naar belangstelling en behoefte aan deelnemen. Daarnaast is de werkgroep verantwoordelijk voor het jaarlijkse personeelsfeest, de cadeaupot, speciale attenties etc. De directie organiseert regelmatig een borrel voor alle personeelsleden: laatste vakantiedag, voor de herfstvakantie, kerstvakantie (evt. kerstlunch), carnavalsvakantie, meivakantie en zomervakantie.


28

Formatie

6. Formatie 6a. Ontwikkelingen formatie in het schooljaar 2009-2010 Er zijn in het schooljaar 2009-2010 beduidend minder kinderen aangemeld dan in andere jaren.

Een overzicht van de aanmeldingen voor het nieuwe schooljaar Hoevenbraak Wijbosch

2003 77 25

2004 61 29

2005 74 30

2006 61 22

2007 70 17

2008 49 20

2009 61 16

2010 44 11

Vanaf het schooljaar 2007-2008 is er een grote uitstroom op gang gekomen naar het speciaal (basis)onderwijs, zeker na de start van het zg. smal experiment op de St. Jansschool. De afgelopen schooljaren zijn maar liefst 26 leerlingen! Daarnaast zijn ook leerlingen door verhuizing of andere schoolkeuze uitgestroomd. Deze cijfers staan weer in verhouding met de tussentijdse instroom.

Een overzicht van de tussentijdse uitstroom van de afgelopen schooljaren Verhuizing 9 10 15

2007-2008 2008-2009 2009-2010

Speciaal (basis)onderwijs 7 19 10

Andere schoolkeuze 4 7 10

Totaal 20 36 35

Het leerlingenaantal zakt, mede door deze ontwikkelingen flink. Zie de schema’s hieronder:

Een overzicht van de recente ontwikkeling van de leerlingaantallen


011007 480 201 681

Op teldatum 010408 011008 509 490 213 201 722 691

010409 509 212 721

011009 472 187 659

010410 504 203 707

Naar verwachting 011010 010411 469 482 174 178 643 660

De gemeentelijke prognose t.a.v. het aantal leerlingen en lokalen voor de komende jaren: 1 okt. 2010 Hoevenbraak Wijbosch Totaal

Lln. 480 184 664

Lok. 20 8 28

1 okt. 2011 Lln. 475 175 650

Lok. 20 7 27

1 okt. 2012 Lln. 470 165 635

Lok. 20 7 27

1 okt. 2013 Lln. 454 158 612

Lok. 19 7 26

Duidelijk is dat de gemeentelijke prognose (deze keer) te optimistisch is!!


29

Formatie

LGF-leerlingen en ambulante begeleiding Het aantal lgf-leerlingen, dit zijn leerlingen met een extra budget (leerlinggebonden financiering) was de afgelopen jaren flink gestegen. In 2008-2009 waren er op het einde van het schooljaar 22 leerlingen met een rugzakje. In het schooljaar 2009-2010 zijn we gestart met 11 lgf-ers, en op het einde van het schooljaar waren dat er 15. Het schooljaar 2010-2011 starten we met 12 lgfleerlingen. In het schooljaar 2009-2010 hebben we samengewerkt met REC Chiron in het kader van de ambulante begeleiding van de zg. cluster-4 leerlingen. Voor deze leerlingen hebben we 80% van de ambulante middelen die dit Regionaal Expertise Centrum beschikbaar had voor deze leerlingen ontvangen en binnen de eigen formatie in kunnen zetten. We ontvingen deze gelden aan het einde van het schooljaar voor 11 leerlingen.

Gevolgen voor de formatie in het schooljaar 2010-2011 -

-

-

-

de formatie voor het schooljaar 2010-2011 is gebaseerd op de telling van 1 oktober 2009. Het leerlingenaantal op die datum was 659, dat waren er 32 minder dan op de teldatum 1 oktober 2008 buiten de formatie n.a.v. het leerlingenaantal komt er ook formatie binnen voor de inrichting van de zorg binnen de organisatie: WSNS-gelden van het samenwerkingsverband n.a.v. de indicatielijsten (begroot op € 78.500,-) LGF-gelden voor de leerlingen waarvoor een rugzak is toegekend (begroot op € 83.500,-) AB-gelden voor de cluster-4 leerlingen waarvoor wij de ambulante begeleiding zelf uitvoeren (begroot op € 27.000,-) twee collega’s namen aan het einde van het schooljaar ontslag, in totaal ongeveer 1,5 fte voor het schooljaar 2010-2011 kunnen daarom alle vastbenoemde collega’s blijven. Er is echter geen ruimte om de tijdelijk benoemde collega’s in dienst te houden. Enerzijds omdat er een flinke terugloop van de vaste formatie is en anderzijds omdat er ook, op enkele kleine ouderschapsverloven na, nauwelijks tijdelijke formatie beschikbaar is er zijn slechts enkele kleine wisselingen in benoemingsomvang die niet ingrijpend zijn, m.n. opname van BAPO

Groepsverdeling •

•

volgens de telling van 1 oktober 2009 hebben we in 2010 recht op 20 lokalen voor de locatie Hoevenbraak en 8 lokalen voor de locatie Wijbosch. Dit is meteen ook het uitgangspunt voor de formeren van het aantal groepen. Omdat het aantal lokalen voor Wijbosch in 2011 terugloopt naar 7, is gekozen om voor Wijbosch met 7 groepen te gaan werken, met extra ondersteuning voor de grotere groepen die daar ontstaan we stellen volgend schooljaar dus 27 groepen samen. Hoevenbraak: 20 groepen en Wijbosch: 7 groepen. Dat zijn 2 groepen minder dan in het schooljaar 2009-2010: Locatie Wijbosch: - één kleutergoep, een groep 2-3 en verder de groepen 4, 5, 6, 7 en 8 Locatie Hoevenbraak: - vier kleutergroepen, één groep 2-3 en verder twee groepen 3, drie groepen 4. drie groepen 5, twee groepen 6, twee groepen 7 en drie groepen 8 Sommige groepen zijn volgend schooljaar groter (soms méér dan 30 leerlingen) en sommige groepen klein (soms minder dan 20 leerlingen). Naar rato van de leerlingenaantallen en de zwaarte van de groepen zal ondersteuning, in de vorm van meer handen in de groep, ingezet gaan worden.


30

Formatie

6b. Ontwikkeling leerlingenaantal en groepsgrootte Het leerlingenaantal op de Regenboog was de laatste jaren gestaag gegroeid. Onderstaand de gegevens op de officiële teldata. Ontwikkelingen: - de locatie Wijbosch is tot boven de 200 leerlingen uitgegroeid. Recente ontwikkelingen voorspellen een forse daling. Deze daling is het afgelopen schooljaar al ingezet. Wellicht dat de plannen voor Klaverwei II en de realisatie van het Dorpsontwikkelingsplan op termijn nieuw perspectief gaat bieden. - de groei op de locatie Hoevenbraak is gestagneerd. De komende teldatum wordt weer een flinke terugloop verwacht. De voorspellingen op langere termijn geven aan dat, ondanks de nieuwbouw op Hulzenbraak III, de school niet verder meer zal groeien

Aantal leerlingen en groepen op BS De Regenboog (vanaf 2002) Teldatum

Wijbosch Leerlingen Groepen

1-10-2009 1-10-2008 1-10-2007 1-10 2006 1-10 2005 1-10 2004 1-10 2003 1-10 2002

187 201 201 193 189 185 181 183

8 8,5 8 9 9 9 9 8

Hoevenbraak Leerlingen Groepen 472 490 480 479 475 461 447 394

21 21 21 20 20,5 20 19 18

Gemiddeld aantal leerlingen per groep (vanaf 2002) Schooljaar 2009-2010 2008-2009 2007-2008 2006-2007 2005-2006 2004-2005 2003-2004 2002-2003

Wijbosch

Hoevenbraak

Regenboog

Landelijk

24,5 24,4 25,9 22,1 21,6 21,2 20,7 23,6

23,5 24,0 23,5 24,7 23,8 23,7 24,2 22,5

23,7 24,1 24,2 23,9 23,2 22,9 23,1 22,9

* * * 23,2 23,3 23,6 23,5 24,0

* deze cijfers zijn niet meer bekend, t/m 2007 zijn de ontwikkelingen m.b.t. de groepsgrootte landelijk gevolgd in het kader van de evaluatie van de maatregelen t.b.v. de klassenverkleining. Gemiddelde groepsgrootte is ongeveer 23!

Uit bovenstaande tabel wordt duidelijk dat de groepen op de Regenboog gemiddeld genomen niet groter of kleiner zijn dan het landelijk gemiddelde.


31

Organisatie

7. Organisatie 7a. Ontwikkelingen binnen de organisatiestructuur • •

•

de zorgmiddelen (WSNS-, LGF- en AB-gelden) worden transparant en herkenbaar ingezet in de zorg. Zie hiervoor ook de werkplannen LGF en AB (bijlagen) de clusters onderbouw, middenbouw en bovenbouw van beide locaties (6 in totaal dus) krijgen uit de resterende formatie een budget voor ondersteuning dat door de betrokkenen zelf kan worden verdeeld. Dit budget wordt zo eerlijk mogelijk verdeeld (o.a. op basis van leerlingenaantallen, ingezette groepsformatie en zwaarte van de groepen) de ondersteunende functies, die uit de reguliere formatie komen, zijn kritisch bekeken en de volgende wijzigingen t.o.v. voorafgaande jaren worden voorgesteld: - het begeleidingsteam, dat onder leiding staat van de adjunct-directeur, wordt uitgebreid met de onderwijskundig coördinator en daarnaast zal er nog één intern begeleider voor alle groepen in het team zitten. Zij sturen ook alle ondersteuning binnen de zorg aan - er komt één bouwcoördinator voor de gehele onderbouw (waren er nog twee, nl. één voor de kleuters en één voor groep 3) - enkele taken vervallen: locatieleider van de Vlinder en begeleiding beginnende leerkrachten (dit wordt een taak van de stagecoördinator) - het aantal uren voor enkele taken (m.n. de interne begeleiding en de ICTcoördinator) wordt teruggebracht - het takenpakket van de ICT-coördinator en de cultuurcoördinator wordt uitgebreid. Zo zal de ICT-coördinator in de bovenbouw workshops presenteren verzorgen en de cultuurcoördinator praktisch ingezet worden bij de creatieve ateliers

7b. ICT-ontwikkelingen Op ICT-gebied is in het schooljaar 2009-2010 aandacht geweest voor onderstaande ontwikkelingen - De eerste ronde digitale borden, geplaatst in de zomervakantie voorafgaand aan dit schooljaar, is in gebruik genomen - De tweede ronde digitale borden is geplaatst en in gebruik genomen - Er is een begin gemaakt met het testen van de nieuwe intranet-omgeving - Er is een test gestart waarbij ouders informatie niet alleen op papier, maar óók via e-mail toegestuurd krijgen - De website is doorontwikkeld De ICT-activiteiten op onze school worden aangestuurd door de ICT-coördinator, daarbij ondersteund door de ICT-werkgroep!

7c. Kinderraad De kinderraad bestaat uit vertegenwoordigers van alle bovenbouwgroepen. Dit waren er in het afgelopen schooljaar 10. Samen met de adjunct-directeur en de locatieleider van Wijbosch wordt er maandelijks vergaderd over uiteenlopende onderwerpen die de leerlingen over het algemeen zelf inbrengen. Het afgelopen jaar kwamen o.a. aan de orde: Onderhoud van de gymzaal m.b.t. schoonmaak en hygiëne Nieuwbouw Afvalberg op school


32

Organisatie

Verdere discussie over het uitwisselingsproject van leerlingen locatie Hoevenbraak en locatie Wijbosch Inzetten van een begeleidingstraject door leerlingen aangeboden aan nieuwe leerlingen

7d. Oudervereniging Op de Regenboog is er één oudervereniging met een dagelijks bestuur en per locatie een locatiebestuur. De leden van het locatiebestuur verzorgen samen met de teamleden een groot aantal activiteiten op school. Het dagelijks bestuur vergadert met de directeur van de school m.n. over beleidszaken t.a.v. de activiteiten. Daarnaast worden ook andere aangelegenheden die ouders aangaan besproken. Het afgelopen jaar is er 4x vergaderd en de onderwerpen waren o.a.: - allerlei zaken m.b.t. het schoolreisje - taken van de groepsouders - voortgang nieuwbouw Hoevenbraak - beleid van de school t.a.v. meenemen van kostbare spullen naar school - gebruik van de website voor downloaden van foto’s - de sinterklaascadeautjes

7e. Verkeerswerkgroep In de verkeerswerkgroep werken de verkeersouders van de school samen met de schooldirectie en een afvaardiging van het personeel en de oudervereniging om de verkeersveiligheid rondom de school te verbeteren. Hoogtepunt in het afgelopen schooljaar was het behalen van Brabants Verkeersveiligheid Label voor alle locaties. In maart 2010 werden de labels tijdens feestelijke bijeenkomsten uitgereikt aan de wethouder van verkeer. In het schooljaar 2009-2010 zijn verder de volgende activiteiten ondernomen: - deelname aan fietsverlichtingsactie van VVN - bekijken van de fietscirkels op beide locaties - bezoek onderwijsmiddag in het provinciehuis - bespreken van de actuele verkeerssituatie rondom de schoolgebouwen, o.a. met de schooladoptant van de politie Schijndel Verder is de werkgroep betrokken bij het verkeersexamen, organisatie van verkeersbrigadiers en verkeersregelaars, onderhouden van contacten met gemeente, VVN en politie. Maandelijks verzorgt de werkgroep een stukje in het informatiebulletin van de school


33

Huisvesting

8. Huisvesting 8a. Onderhoudszaken De Regenboog kent een groot aantal gebouwen en lokalen waar de leerlingen les krijgen. In het schooljaar 2009-20010 waren de leerlingen als volgt verdeeld: - locatie Hoevenbraak: o groepen onderbouw (1 t/m 3) en bovenbouw (6 t/m 8) in de hoofdlocatie aan de Poolster. In totaal 15 groepen o groepen middenbouw (4 en 5) in de dependance aan de Hertog Jan II-laan, de Regenboogvlinder. De dependance bestaat uit 3 gebouwen: hoofdgebouw, twee noodlokalen en een oud lokaal van de voormalige muziekschool. In totaal zaten hier in 2009-2010 6 groepen - locatie Wijbosch: o in het hoofdgebouw aan de Schoolstraat zaten 6 groepen (1 t/m 5 en groep 7). Op de speelplaats staat het noodlokaal voor groep 8, terwijl groep 6 was ondergebracht in een tijdelijke voorziening aan de Wijbosscheweg, het TOPgebouw Het onderhoud van al deze gebouwen en lokalen is onderwerp van geregeld overleg tussen de directie van de school, het schoolbestuur en de gemeente Schijndel. Het afgelopen jaar zijn o.a. de volgende onderhoudszaken aan de orde geweest: • gevolgen van de waterschade in de meivakantie op de locatie Hoevenbraak. De vloer van de speelzaal is vervangen en andere vloeren hebben een extra behandeling gekregen • het zandbakkenzand op de hoofdlocatie is niet van goede kwaliteit. Met de gemeente wordt onderhandeld over de vervanging van dit zand • het groot onderhoud voor de locatie Wijbosch. In de zomer van 2008 is afgesproken om in het voorjaar van 2009 o.a. de volgende werkzaamheden uit te voeren: buitenschilderwerk, verwarmingsketel vervangen, nieuw hekwerk plaatsen, kozijnen vervangen. De geplande werkzaamheden zijn echter uitgesteld i.v.m. nieuwe ontwikkelingen t.a.v. het Dorpsontwikkelingsplan. Het is echter nog steeds afwachten hoe de voortgang van het proces is en hoe omgegaan wordt met het geplande groot onderhoud. De verwarmingsketel is inmiddels wel vervangen en het buitenschilderwerk zal opgepakt worden

8b. Ontwikkelingen t.a.v. huisvesting (nieuwbouw) Voor de locatie Hoevenbraak is door de gemeenteraad van Schijndel al geruime tijd geleden besloten om een nieuwe school te gaan bouwen. De ontwikkelingen t.a.v. de nieuwbouw in het afgelopen schooljaar op een rijtje: Najaar 2009: • Op dinsdag 1 december is er een bijeenkomst van de werkgroep Nieuwbouw Hoevenbraak geweest. Deze werkgroep bestaat uit ouders (o.a. uit de Medezeggenschapsraad, de oudervereniging en de verkeerswerkgroep) en leerkrachten. Tijdens deze bijeenkomst heeft wethouder Peter Roozendaal een overzicht gegeven van de ontwikkelingen in het jaar 2009. De gemeente gaat er nog steeds vanuit dat in 2010 met de bouw gestart kan worden! Daarnaast heeft de architect een presentatie verzorgd van de stand van zaken m.b.t. de tekeningen voor het nieuwe gebouw. De gevel en de lokalen aan de voorkant van het huidige gebouw aan de Hertog Jan II-laan behouden en gerenoveerd. Achter dit gebouw komt dan de nieuwe school in twee lagen, dus met één verdieping.


34

Huisvesting •

De werkgroep Bouw & Inrichting heeft een aantal bijeenkomsten met de architect gehad over de gedetailleerde uitwerking van de tekeningen! In januari is er door deze werkgroep een bezoek gebracht aan een nieuwe school in Beek en Donk. In juli was er speciale aandacht voor inrichtingszaken, o.a. keuze voor materialen en kleuren Voorjaar 2010 • Op 4 maart 2010 zijn de werkgroepen van school, Omgeving & Verkeersveiligheid en Bouw & Inrichting bij elkaar geweest. Ook de architect was daarbij aanwezig. Gesproken is o.a. over de inrichting van de speelplaatsen en de schenking van een speelveld door de stichting MIXX • Bij de uitwerking van de inrichting van de omgeving wil de gemeente bekijken welke knelpunten er ontstaan als het gebouw in gebruik is genomen om daarna pas actie te ondernemen. Dus niet teveel al vooraf regelen • De gemeente gaat het project in eigen beheer bouwen. De onderhandelingen met Huis & Erf hebben niet tot resultaat geleid. E.e.a. is stukgelopen op de financiën. Dit heeft overigens geen consequenties voor de overname van het huidige gebouw aan de Poolster • De gemeente zal ook de ontwikkeling van de openbare ruimte in eigen beheer houden en geen apart bureau inschakelen. Over de plannen met de inrichting van het plein vóór de school zal de projectleider duidelijkheid vragen bij de betrokken afdeling • De kosten van het project blijven binnen het beschikbare budget van 5,9 miljoen euro. Er zijn echter weinig mogelijkheden voor duurzaamheid . Hierbij wordt een beroep op evt. middelen van SKOPOS gedaan • De gemeente heeft tijd nodig om het dossier m.b.t. de nieuwbouw te bestuderen, m.n. de financiële doorrekening. Daarnaast moet ook de verdeling van de kosten nader bekeken worden. Het lijkt erop dat er daarom een fikse vertraging in de planning gaat ontstaan. De school heeft dan ook besloten om de verplaatsing van de noodlokalen naar de hoofdlocatie uit te stellen

8c. Leerlingenprognoses In het kader van de huisvestiging van de scholen laat de gemeente Schijndel jaarlijks een leerlingenprognose opstellen door het bureau Pronexus.

Prognose t.a.v. het aantal leerlingen:


2010 499 190 689

2011 495 182 677

2012 490 172 662

2013 474 165 639

2014 461 158 619

1015 452 156 608

2016 437 152 589

2020 410 146 556

2025 395 139 534

Zowel landelijk, regionaal als plaatselijk wordt een verdere daling van het leerlingenaantal verwacht. In de prognose is wél de ontwikkeling van Hulzenbraak III meegenomen (Hoevenbraak), maar nog niet de mogelijke aanwas in Wijbosch als het Dorpsontwikkelingsplan wordt uitgevoerd!


35

Financiën

9. Financiën 9a. Jaarverslag 2009 In 2009 was er een veel kleiner exploitatietekort dan in voorafgaande jaren. Het terugbrengen van de personele lasten is de belangrijkste reden hiervoor! Het volledige financiële jaarverslag is als bijlage opgenomen.

De begroting voor 2010 is sluitend!


36

Financiën

9b. Jaarverslag sponsoring 2009-20010 Jaarlijks wordt een jaarverslag opgemaakt waarin de resultaten van het sponsorbeleid vermeld worden. Het jaarverslag is als bijlage opgenomen. Belangrijkste zaken uit het verslag: - Het blijkt dat sommige bedrijven nu afhaken en niet langer sponsoren. Het is ook moeilijk om nieuwe sponsors te vinden - De jaarlijkse educatieve excursie voor de groepen 5 is vervallen, er waren onvoldoende sponsors te vinden

Financieel jaarverslag sponsoring over 2009-2010 Uitgaven: • kosten coördinator sponsoring • overige kosten Totaal:

€ 4100,€ € 4100,-

Inkomsten: • advertenties in het informatiebulletin • advertenties op de website • sponsoring educatief schoolreisje • sponsoring materialen allerlei • inzet gastdocenten / excursies (manuren à € 25,-)

€ 2000,€ 250,€ 0,€ 995,€ 500,-

Totaal:

€ 3745,-


37

Schoolactiviteiten

10. Schoolactiviteiten 10a. Samenwerking met oudervereniging In het schooljaar 2009-2010 zijn er weer een groot aantal activiteiten naast het vastgestelde lesprogramma georganiseerd. In samenwerking met de oudervereniging zijn de volgende activiteiten georganiseerd: - Dierendagactiviteiten - Sponsorloop - Sinterklaasviering - Kerstviering - Carnavalsviering - Kleuterfeest en schoolreisje Vermeldenswaardig uit het afgelopen schooljaar: - de sponsorloop kent sinds 2008 voor 3 jaar een vast doel; het weeshuis Hogares Libertad in Peru. Eén van de collega’s heeft daar een tijdje gewerkt - voor de kleuters was er dit jaar weer een feestelijke ochtend. De groepen 3 t/m 7 zijn op schoolreis naar de Efteling geweest. De groepen 8 gingen op schoolkamp. Momenteel wordt er met het dagelijks bestuur van de oudervereniging gesproken over de toekomst van het schoolreisje

10b. Overige activiteiten Door de culturele werkgroep, onder leiding van de cultuurcoördinator, worden er in de loop van het schooljaar ook diverse activiteiten georganiseerd. Deze activiteiten passen binnen het lesprogramma. De cultuurcoördinator is lid van de bovenschoolse culturele werkgroep en coördineert de culturele projecten. Daarnaast stuurt de coördinator de creatieve activiteiten zoveel mogelijk aan. Een greep uit de activiteiten van de culturele werkgroep van het afgelopen jaar: - BISK-activiteiten in het kader van literatuur (BISK = Brabants Instituut voor School en Kunst) - Bezoek en deelname aan programma van het Éen Ander Festival (Mundial) Daarnaast zijn ook o.a. nog de volgende activiteiten georganiseerd: - Activiteiten rondom Kinderboekenweek - Voorleeswedstrijd - Deelname aan techniekwedstrijden - Paasviering - Ouderbedankavond - Openen en sluiten van het schooljaar - Deelname aan het Kinderliekusfist - Afscheidsmusical groepen 8 - Deelname aan het schoolvoetbaltoernooi - Spontane sponsoracties t.b.v. o Haïti (door leerlingen zelf georganiseerd) o Chinese weeshuizen (waar leerlingen van de school zelf gewoond hebben) o Stichting Doe een Wens (vanwege een ernstig zieke leerling)


38

Overig

11. Overig 11a. Overblijven (TSO) Met ingang van het schooljaar 2006-2007 zijn de schoolbesturen verantwoordelijk voor de organisatie van het overblijven op hun scholen. Het schoolbestuur (SKOPOS) heeft aangegeven aan welke kwaliteiten en eisen dit overblijven moet voldoen. De overblijfcommissie heeft de taak het overblijven op onze school aan te sturen en de kwaliteit te bewaken volgens de gestelde richtlijnen. De overblijfcommissie op onze school is samengesteld met afgevaardigden van de MRoudergeleding, de ouders van de locatie Wijbosch en de ouders van de locatie Hoevenbraak. Daarnaast zijn ook de overblijfcoördinator en de pedagogisch coördinator lid van de werkgroep, evenals de locatieleider van Wijbosch en één van de directieleden.

Onderstaande gegevens zijn gebaseerd op het aantal leerlingen dat in juni 2010 ingeschreven is voor vaste overblijfdagen Locatie Hoevenbraak Locatie Wijbosch Dag OB MB BB Totaal OB MB BB Totaal Maandag 48 30 30 108 35 (51) (30) (21) (102) (27) Dinsdag 52 35 29 116 56 (65) (25) (28) (118) (41) Donderdag 60 39 38 137 53 (68) (27) (30) (125) (39) Vrijdag 0 5 5 0 (-) (0) (10) (10) (0) Totaal 160 104 102 366 144 (184) (82) (89) (355) (107) * Tussen haakjes staan de cijfers van 2009

11b. Ongevallenregistratie (ARBO) Een overzicht van de geregistreerde ongevallen in het afgelopen schooljaar. Het betreft de ongevallen waarbij externe help is ingeroepen.

Locatie Hoevenbraak Vlinder Wijbosch Totaal

Aantal ongevallen 2009-2010 1 (1) 2 (1) 0 (4) 3 (6)

Huisarts

Tandarts

Ziekenhuis

Overig

0 (1) 2 (0) 0 (1) 2 (2)

0 (0) 0 (1) 0 (1) 0 (2)

1 (0) 0 (0) 0 (2) 1 (2)

0 (0) 0 (0) 0 (0) 0 (0)

* Tussen haakjes staan de aantallen van het schooljaar 2008-2009 Korte omschrijvingen van de ongevallen van het afgelopen schooljaar: • 1x een ongeval bij de gymles: tegen de muur gelopen tijdens een tikspel, naar de eerste hulp gegaan • 2x een ongeval op de speelplaats: één keer een hoofdwond en één keer een wond in de voet (in spijker gelopen)


39

Overig

11c. Speelplaatscommissie De speelplaatscommissie bestaat uit collega’s van alle locaties en houdt zich bezig met: - het beheren van de materialen waarmee op de speelplaatsen gespeeld wordt - speelplaatsinrichting en speelgedrag - het coördineren van de batterijenactie In het afgelopen schooljaar zijn voor alle speelplaatsen en voor alle bouwen weer de nodige speelmaterialen aangeschaft. Er is een budget beschikbaar voor elke bouw van de locatie Hoevenbraak én voor de locatie Wijbosch

11d. Rouwverwerking Eén collega was binnen de taakverdeling aangesteld om collega’s te ondersteunen en met ouders samen te werken als er kinderen zijn die begeleiding nodig hebben bij een rouwproces. Komend schooljaar zal deze taak weer door twee collega’s gedaan worden.

11e. Informatiebulletin Elke eerste woensdag van de maand komt er een informatiebulletin uit voor het gehele EBC De Regenboog. Eén van de personeelsleden verzorgt de redactie van het bulletin, dat met name bedoeld is als informatiebron voor de ouders. Naast informatie en mededelingen van de school zijn er ook bijdragen van beide peuterspeelzalen (‘t Paultje en de Paddenstoel) en de buitenschoolse opvang (de Plu).


40

Vastgestelde documenten

12. Vastgestelde documenten 12a. Overzicht van de vastgestelde documenten in 2009-2010 In het schooljaar 2009-2010 zijn er in het kader van schoolontwikkeling en het vastleggen van beleid, weer diverse documenten vastgesteld of geactualiseerd. Hierbij een overzicht: • Protocol toetsafname • Protocol over de samenwerking tussen ouders en school in het kader van inclusief onderwijs • Protocol m.b.t. het afsluiten van het schooljaar • Protocol externe hulp onder schooltijd • Protocol groeps- en handelingsplanning • Protocol bij excursies en uitstapjes (geactualiseerde versie) • Protocol voor het aanvragen van verlof • Protocol over het registeren van absenties • Protocol t.a.v. teamscholing De stukken zijn als bijlage bij de jaarverslag opgenomen! Relevante protocollen zijn geplaatst op de website van de school: www.bs-deregenboog.nl


41

Bijlagen

BASISSCHOOL ‘DE REGENBOOG’

JAARVERSLAG 2009-2010 BIJLAGEN

Basisschool ‘De Regenboog’ Poolster 5 5482 SX Schijndel 073-5492826 [email protected] www.bs-deregenboog.nl


42

Bijlagen

BIJLAGEN BIJ JAARVERSLAG 2009-2010 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7.

Evaluatie trajectplannen 2009-2010 …………………………………………………………. Rapport van bevindingen – Inspectiebezoek maart 2010 …………………………. Eindverslag visitatiecommissie – februari 2010 ………………………………………… Uitslag personeelsvragenlijst SKOPOS – voorjaar 2010 …………………………… . Financieel jaarverslag 2009 ………………………………………………………………………. Jaarverslag sponsoring 2009-2010 ……………………………………………………………. Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 • Protocol toetsafname…………………………………………………………………… • Protocol over de samenwerking tussen ouders en school in het kader van inclusief onderwijs ……………………………………………… • Protocol m.b.t. het afsluiten van het schooljaar……………………………. • Protocol externe hulp onder schooltijd………………………………………… • Protocol groeps- en handelingsplanning……………………………………….. • Protocol bij excursies en uitstapjes (geactualiseerde versie) ………… • Protocol voor het aanvragen van verlof………………………………………… • Protocol over het registeren van absenties…………………………………… • Protocol t.a.v. teamscholing…………………………………………………………..


pagina pagina pagina pagina pagina pagina

44 49 57 62 72 77

pagina 82 pagina 86 pagina 90 pagina 91 pagina 93 pagina 96 pagina 98 pagina 99 pagina 100

43

Bijlage: evaluatie trajectplannen 2009-2010

EVALUATIE TRAJECTPLANNEN 2009-2010 Onderwijskundige ontwikkeling Groepswerkplan Nederlandse Taal (OB, MB, BB) Borging en verkennen groepsdoorbrekend werken (OB) Onderbouw o Doelen zijn niet behaald. o Volgend schooljaar komt dit expliciet terug o Werken met 1/2/3 en 2/3 groepen. De ervaringen zullen uitgangspunt zijn om te komen tot meer flexibele organisatievormen waaronder groepsdoorbrekend werken horizontaal en verticaal.

Ontwikkelen normering, vaststellen organisatievorm en verkennen groepsdoorbrekend werken (MB) Planning: Voor de taalblokken 3 t/m 9 voor de groepen 4 en 5 is een planning gemaakt bestaande uit instructieoverzichten en toetsoverzichten. De planning omvat de leerlijnen alfabetiseren, woordenschat, taalbeschouwing en stellen. Volginstrument: In het groepswerkplan wordt per leerlijn voor elke leerling genoteerd wanneer een doel is bereikt per leerlijn per blok voor de leerlijnen: • Technisch lezen: avi niveau • Voordrachtslezen • Spelling • Motorisch schrijven • Alfabetiseren • Woordenschat • Begrijpend lezen • Taalbeschouwing • Stellen Spelling: Er is nu twee jaar gewerkt met de leerlijn spelling. Er wordt gewerkt in verschillende niveaugroepen. Er wordt onderhoud gepleegd aan de spellingregels en gewerkt aan de doorgaande lijn naar de bovenbouw. Borging - rapportage: Het behaalde taalblok wordt als volglijn op het rapport aangegeven, vooral gerelateerd aan het beheerste spellingniveau. In het schooljaar 2010-2011 zal dit nog aangescherpt worden Groepsdoorbrekend werken Voor rekenen en spelling is gestart met het aanbieden van de instructie door één leerkracht aan leerlingen uit verschillende groepen. Deze leerlingen waren doorgetoetst in de spellingniveaus en de rekenblokken waarop ze goede resultaten behaalden. Dit is erg kwetsbaar in de organisatie i.v.m. het beschikbaar zijn van de leerkracht en de aanwezigheid van stagiaires. Ook is gebleken dat vooruit werken niet altijd de juiste differentiatie is. Niet iedereen verstaat hetzelfde hieronder: is het versnellen of moet er meer gezocht worden naar verbreding – verdieping – verrijking. Is er een combinatie mogelijk? Wanneer kan een leerling bijvoorbeeld versneld door naar een volgend groep? Ook hierover moetent gezamenlijke afspraken gemaakt worden.


44


Beschrijven, implementeren en ontwikkelen normering (BB) Dit onderdeel is een meerjarentrajectplan. Dit schooljaar heeft de nadruk gelegen op: o Implementeren van de leerlijn spellen in de groepen 6. Dit is gerealiseerd. o Het formuleren van een jaarplan spellen voor groep 7 (doorgaande lijn bepalen, onderhouden, aanscherpen, entreetoets hangen in leerlijn, etc.) gerealiseerd Aandachtspunt: o De onderdelen stellen en begrijpen en luisteren vraagt om structurele plaats in het onderwijsaanbod om borging te waarborgen

Groepswerkplan rekenen/wiskunde (OB, MB, BB) Verder uitvoering geven aan het actieplan rekenen, uitgebreid met bovenschool rekenplan SKOPOS De leerlijnen rekenen Meten en monitoren Gestelde norm

Training

Rekenspecialist

zijn geformuleerd. Op dit moment wordt de invloed van de afzonderlijke leerlijn op het geheel bekeken van de vastgestelde doelen en kwaliteit van het rekenonderwijs Minimaal 55% van de leerlingen haalt een A of B score Cito rekenen en wiskunde Maximaal 30% van de leerlingen haalt een C score Cito rekenen en wiskunde Maximaal 15% van de leerlingen haalt een D of E score Cito rekenen en wiskunde Resultaten Midden 2009-2010 Resultaten eind 2009-2010 A/B C D/E A/B C D/E Gr 2 70.7% 20.7% 8.5% (or) Gr 2 69.3% 26.1% 4.5% (r+t) Gr.3 81,8% 9.1% 9.1% Gr 4 76% 15% 9% Gr 5 61.7% 23.5% 14.8 Gr 6 63.5% 24.3% 12.2% Gr 7 59.7% 23.1% 17.1% Effectieve rekeninstructie Inspectierapport: Voldoende op normindicator: de leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteiten efficiënt en houden de leerlingen betrokken Er wordt minimaal een leerkracht geschoold tot rekenspecialist/coördinator: 2 teamleden nemen deel aan de cursus rekencoördinator Beide teamleden hebben zitting in de regiegroep, zodat theorie en praktijk (beleidsmatig) gekoppeld worden

Werken met beredeneerd aanbod in de kleutergroepen in kader van doorgaande lijn (OB) De inspectie heeft in haar laatst schoolbezoek vastgesteld dat er sprake is van een beredeneerd onderwijsaanbod in de kleutergroepen en dat de doorgaande lijn gewaarborgd is.

Evaluatie van de invoering van het CITO-leerlingvolgsysteem voor de kleutergroepen o o o

De invoering van de toetsen is succesvol verlopen. De toetsgegevens worden door de leerkracht geanalyseerd en mede gebruikt voor het aanbieden van een beredeneerd onderwijsaanbod. Aandacht is uitgegaan naar de integratie van het CITO leerlingvolgsysteem en “Zo Leren Kleuters”.


45

Bijlage: evaluatie trajectplannen 2009-2010 Stappen die hierin gezet zijn: o De toetsen zijn geanalyseerd (Overeenkomsten en verschillen tussen beide volgsystemen) o Vervolgstappen worden binnen de regiegroep en het strategisch overleg besproken..

Aanscherpen kwaliteit en presentaties atelierwerk (BB) Conclusie: doelstellingen en criteria t.a.v. de presentaties moeten in kinddoelen worden geformuleerd. De huidige systematiek is achterhaald. Een nadere uitwerking krijgt een vervolg volgend schooljaar. Hiervoor zijn al taken verdeeld. In de uitwerking wordt nadrukkelijk een relatie gelegd met de leerlijn spreken en luisteren.

Voortgezet technisch lezen in de bovenbouw (BB) Gebleken is dat het aanbieden van oefeningen (aan leerlingen die uit het AVI lezen zijn) om het automatiseren van lezen te onderhouden positief effect heeft op de technische leesprestaties van de leerlingen.

Evalueren van het schrijfonderwijs (OB) Voorbereidingsfase leerlijn schrijven o Na bestudering van diverse schrijfmethoden bekeken werden de volgende methoden als meest geschikt bevonden: Zwart op wit Novoscript Pennenstreken o Conclusie: geen van de bestudeerde methoden voldoen aan de gestelde criteria (aansluiten bij de ontwikkelingsfase van het jonge kind, zodat door afstemming preventief geanticipeerd kan worden op mogelijke motorische schrijfproblemen) Voornemen is om volgend schooljaar versneld een start te gaan maken met het vastleggen van de motorische schrijfleerlijn. Daarna kan er mogelijk een meer beargumenteerde keuze gemaakt worden voor aanvullende materialen. Tot die tijd blijft de huidige werkwijze t.a.v. het schrijfonderwijs gehandhaafd.


46


Personeel en organisatie Scholing (OB, MB, BB) Aanvankelijk lezen (OB), technisch lezen (MB) en begrijpend lezen (BB) On demand. Dit jaar heeft niemand gebruik gemaakt van deze mogelijkheid tot scholing.

Rekenen Alle collega’s hebben dezelfde scholing aangeboden gekregen met als doelstelling: vanuit de leerlijnen komen tot de invulling van de matrix waardoor het doelstellingenken bevorderd wordt. Dit heeft tot een bijstelling tot scholing op maat in het schooljaar 2010-2011 geleid. Alle collega’s vullen voor het einde van het schooljaar een zelfevaluatie-instrument in wat informatie moet opleveren voor een vervolgscholing schooljaar 2010-2011

Op groepsniveau analyseren van toetsresultaten en maken van trendanalyses Heeft niet plaatsgevonden. Meteen de eerste maand in het nieuwe schooljaar start de theoretische bijeenkomst, gevolgd door bijeenkomsten waarin coaching en intervisie een centrale plaats in zullen nemen.

Timemanagement / omgaan met werkdruk Over dit onderwerp zijn er in het schooljaar 2009-2010 in totaal drie scholingsbijeenkomsten met deskundigen van onderwijsadviesdienst Edux geweest: • Eén tweedaagse in november • Twee studiemiddagen in de maanden maart en juni De evaluatie van de opbrengsten van dit scholingsonderwerp is nog niet afgerond

Uitvoering wet BIO (OB, MB, BB) Het afgelopen schooljaar heeft de directie gewerkt aan een integraal plan voor de uitvoering van de wet BIO. Elementen uit de wet BIO zijn: Het opzetten van een nieuwe gesprekscyclus De cyclus klassenbezoeken Kijkwijzers leerkrachtvaardigheden Persoonlijke ontwikkelingsplannen Bekwaamheidsdossiers De directie heeft regelmatig overleg gehad met de werkgroep BIO, bestaande uit personeelsleden uit alle geledingen van de school. Op basis van dit overleg en de gebruikerservaringen van het schooljaar 2009-2010, is er een plan ontwikkeld voor komend schooljaar (zie bijlage). Dit plan dient op sommige onderdelen nog verder uitgewerkt te worden

Evaluatie taakbeleid binnen de kaders van het personeelsbeleidsplan Het taakbeleid is geëvalueerd door de werkgroep personeelsbeleid. Deze evaluatie is daarna besproken binnen het strategisch overleg en de medezeggenschapsraad. De evaluatie is ook binnen het team besproken en uiteindelijk vastgesteld (zie bijlage). Er zijn geen wezenlijke veranderingen in het bestaand beleid aangebracht


47


Onderwijszorg op maat: De kengetallen op A, B, C, D en E niveau vanuit de trendanalyse worden stuurgetallen t.b.v. Het didactisch handelen in de groep (OB, MB, BB) De kengetallen worden vastgesteld voor de individuele groep Wanneer de geformuleerde stuurgetallen niet behaald waren, was er in ieder geval een beredeneerde uitleg te geven waarom de doelstelling niet behaald was. Voordelen van deze manier van werken; o De groepsbesprekingen zijn effectiever en doelgerichter o Intentie tot kwaliteitsverbetering is duidelijk aanwezig Aandachtspunten: o Moet Cito leidend of lijdend zijn (Cito stemt met toetsen af op de meest gebruikte methodes, die een eigen invulling geven om de kerndoelen te bereiken) o Het werken met ken- en stuurgetallen geeft onzekerheid bij collega’s (wat als de stuurgetallen niet behaald zijn?) o o

Formuleren van een ontwikkelingsperspectief (OB, MB, BB) Het formuleren van het ontwikkelingsperspectief is een lastige zaak. Dit jaar zijn er intervisiebijeenkomsten geweest met experts van REC Chiron (die al een ontwikkelingsperspectief moeten formuleren) Ook bij SO en SBO scholen, die al de verplichting hebben om een ontwikkelingsperspectief te formuleren, is dit nog in ontwikkeling. Voor leerlingen bij wie een extern onderzoek is afgenomen op kosten van de school vragen wij de externe deskundige een ontwikkelingsperspectief te formuleren. Voor volgend schooljaar gaan wij bekijken hoe een ontwikkelingsperspectief te formuleren o Eind groep 4 o Eind groep 6 o Eind groep 8 Discussiepunt: Het formuleren van een ontwikkelingsperspectief houdt het gevaar van self for filling prophecy in.

Implementeren van de taken van de ambulante begeleiding binnen het begeleidingsteam (BT) Evaluaties van ouders en leerlingen zijn nog niet compleet. Stand van zaken nu: o Zowel ouders als school zijn zeer positief over de samenwerking zonder interventies van de ambulante dienst REC Chiron. Wordt nog verder uitgewerkt. o Advies ambulant begeleider: verlengen van het contract.

Implementeren van de drempeltoets (BB) Het maken van de drempeltoets als de Cito eindtoets is positief geweest. Het heeft meerwaarde gehad in de individuele begeleiding van leerlingen (stellen van specifieke kinddoelen). Voor 3 van de 80 leerlingen heeft het verrassende gegevens opgeleverd. Het onderdeel begrijpend lezen In vergelijking met de CITO eindtoets is dit onderdeel bij de Drempeltoets beduidend gemakkelijker


48

Bijlage: Rapport van bevindingen – Inspectiebezoek maart 2010


49



50



51



52



53



54



55



56

Bijlage: Rapport visitatie De Regenboog

Rapport visitatie De Regenboog te Schijndel. Rapportage van de collegiale visitatie bij de invoering van inclusief onderwijs. 1.Inleiding 2.Voorafgaand aan de visitatie 3.De visitatie 4.De resultaten van de visitatie (bevindingen). 5.Conclusies en aanbevelingen.

1. Inleiding. De Regenboog is een Rooms-katholieke basisschool te Schijndel. De school heeft 691 leerlingen. Er zijn 30 groepen met 51 leerkrachten. De directeur is dhr. A. Hellings, de adjunct-directeur is Mevr. M Schippers. Er zijn twee lokaties: locatie Hoevenbraak en lokatie Wijbosch. Daarnaast is er nog een dislocatie “de Regenboogvlinder”. De school houdt zich sinds 2004 bezig met de vormgeving van inclusief onderwijs en doorloopt daarvoor een traject gericht op inclusief onderwijs De reden dat de school deelneemt aan de visitatie, is het gezamenlijke besluit van de 7 scholen onder dit bestuur de mate van inclusiviteit op de scholen in kaart te brengen. In dit kader is er door de scholen een instrument ontwikkeld en zijn er criteria geformuleerd. Met behulp van dit instrument wordt een nulmeting uitgevoerd. Het ligt in de rede dat over enige tijd de visitatie herhaald wordt, om te kunnen vaststellen hoe de school zich verder ontwikkeld heeft (c.q. inclusiever is geworden). De visitatie vond plaats in februari 2009. De commissie bestond uit de volgende leden: Vanuit St.Jan; Hans van Kaathoven; Marja van den Berg; Vanuit de Beemd: Sandra Bouwdewijns vd Akker, Monique v Opstal, Lambèr Gevers Vanuit de Kring: Maria Hagemans en Jacky van Kroonenburg, (Lambèr Gevers) Vanuit de Regenboog: Marieke van Gorkum; Jeanne van Zutphen, Marja Schippers Vanuit het Kwekkeveld: Imke Hurkmans, Jacques Vos, Geert Loeffen Vanuit de Vossenberg: Pauline van Gurp, Josephine van Hout Vanuit de Heijcant: Carla Groothuizen, Hanneke Vermeltfoort Vanuit SWV: Johan Hanff en Toine van Heesch Ellen van der Hout (APS); ondersteuning en secretariaat Voor deze visitatie bestond de commissie uit: Josefine van Hout (criterium onderwijsbehoeften en differentiatie) Maria Hagemans (criterium onderwijsbehoeften en differentiatie) Jacques Vos (criterium onderwijsbehoeften en differentiatie) Jacky van Kroonenburg (criterium gedrag) Marja van den Berg (criterium gedrag) Hanneke Vermeltfoort (criterium gedrag) Monique van Opstal (criterium ouders en gastvrijheid) Toine van Heesch (criterium ouders en gastvrijheid; criterium middelen) Geert Loeffen (criterium middelen) Ellen van der Hout (ondersteuning en secretariaat) Centrale vragen die men zich stelt: • Hoe inclusief zijn we? • Hoe brengen we de mate van inclusiviteit in beeld?


57


2. Voorafgaand aan de visitatie. De volgende criteria, met toelichtingen, zijn geformuleerd: Criterium 1. Onderwijsbehoeften en differentiatie. Onderwijsbehoeften: • Inhoudelijk aspect: wat kan de leerling leren. • Procesmatig aspect: hoe leert de leerling, met welke steun en in welke omstandigheden. Differentiatie: • De mate waarin een school inclusief kan zijn wordt voor een groot deel bepaald door de differentiatiecapaciteit. Criterium 2. Gastvrijheid: • Als essentie van inclusief onderwijs; de school staat open voor alle kinderen en ouders. • Werk maken van gastvrijheid. Criterium 3. Omgaan met gedrag. • Omgaan met gedrag is de cruciale factor bij het handhaven van kinderen op een school. • Een school is inclusiever als zij meer in huis heeft om om te gaan met het gedrag van leerlingen en het positief te beïnvloeden. Criterium 4. Flexibel gebruik van middelen. • Realisatie van inclusief onderwijs is afhankelijk van de aanwezigheid en inzet van middelen (geld en personeel). Criterium 5. Rol van de ouders. • Inclusief onderwijs lukt beter als school en ouders goed samenwerken. Deze criteria zijn vertaald in waarneembaar gedrag. Daarvan zijn omschrijvingen gegeven, die waarnemingen concretiseren. De school heeft een zelfevaluatie uitgevoerd. Voorafgaand aan de visitatie zijn verschillende documenten aangeleverd: Schoolplan, pedagogisch protocol (ouderversie en leerkrachtversie), Schoolgids, Inspectieverslag, en de DIVC.

3. De visitatie. De school heeft een rooster* gemaakt voor klassenbezoeken en gesprekken met de diverse partijen (ouders, kinderen, leerkrachten) georganiseerd en gefaciliteerd. *(zie bijlage). De visitatie start met een rondleiding door de school met aansluitend een bijeenkomst met vertegenwoordigers van de school met de commissieleden, waar men de gelegenheid krijgt vragen te stellen. Na deze inleiding vindt het vervolg van de visitatie plaats, in de vorm van gesprekken, bezoeken en verdere documentanalyse. De bezoeken en gesprekken vinden gespreid over een periode van enkele weken plaats.

4. De resultaten van de visitatie (bevindingen). Algehele indruk: de teamleden stellen zich tijdens de visitatie bereidwillig en open op. Zowel de klassenbezoeken als de gesprekken verlopen in een prettige sfeer. De kinderen nemen actief deel aan de gesprekken. De ouders vroegen om (meer) uitleg over de aanleiding voor en reden van de gesprekken. Voor hen waren de gesprekken in de eerste instantie minder betekenisvol. De bevindingen zijn geordend aan de hand van de criteria. Dat is het geval bij alle criteria behalve bij criterium 1: onderwijsbehoeften en differentiatie. Daarbij is door de commissieleden een door de Regenboog opgesteld visiedocument met richtinggevende uitspraken gevolgd, op grond waarvan is geobserveerd en gesprekken zijn gevoerd en verslag is gedaan. Onderwijsbehoeften en differentiatie. De richtinggevende uitspraken waardoor de visitatieleden zich hebben laten leiden tussen de visitatie zijn de volgende: Jaarverslag BS De Regenboog – 2009-2010

58

Bijlage: Rapport visitatie De Regenboog 1. Laten leren door ervaren / doen, praktijkgericht zijn. 2. Leerlingen motiveren door kiezen en autonomie. 3. De school wil aan de leeropdracht voldoen. 4. Wij willen een rijke goed voorbereide leeromgeving. 5. Wij willen elkaars kwaliteiten benutten. 6. Een ononderbroken ontwikkeling voor elk kind. Streven leerstof af te stemmen op het kind. 7. Leerkracht is begeleider in plaats van leider. 8. Werken met organisatievormen. 9. Samen verantwoordelijk voor alle kinderen. Op grond van het verslag van deze werkgroep kunnen t.a.v. het eerste criterium de volgende conclusies worden getrokken: Onderwijsbehoeften: De leerkrachten werken er steeds aan om de didactische onderwijsbehoeften te kennen en daar op in te spelen. Het expliciet kennen en omgaan met de pedagogische onderwijsbehoeften is aanwezig .Het mag wel gedurende de bezoeken duidelijker naar voren worden gebracht. Er zijn handelingsplannen aanwezig. Uitgangspunt van school is dat de didactische doelstellingen centraal staan. Pedagogische afstemming is ondersteunend hierin en terug te vinden in de handelingsplannen (zie:” proceskant” van de handelingsplanning). In deze handelingsplannen zijn specifieke onderwijsbehoeften aanwezig. Iedere leerkracht maakt op haar eigen wijze de planning voor de eigen groep. De pedagogische en didactische onderwijsbehoeften zijn opgenomen in de groepswerkplannen. Op de school zijn plannen waarin de doelen en werkwijzen van de groepen zijn opgenomen. De school werkt met groepswerkplannen. Differentiatie. De school kiest als uitgangspunt dat in principe alle kinderen eenzelfde curriculum krijgen aangeboden. De school kiest voor een manier van werken, gericht op beheersingsleren waarin metacognitie centraal staat, zodanig dat de instructie vereenvoudigd wordt, kinderen meer zelfverantwoordelijk zijn voor het eigen leerproces, de doelstelling ook voor kinderen zichtbaar is en sneller bereikt wordt en geleerde vaardigheden onderhouden worden. Leerkrachten laten zich leiden door een matrix van leerlijnen voor rekenen , taal, lezen, spelling en begrijpend lezen. Deze matrix wordt ervaren als ondersteunend voor grip op de leerlijnen. De school kiest ervoor om geen differentiatiemodel uit te werken.. De school gaat per leerling om met zijn- of haar verschillen Differentiatie in tempo is waargenomen in de klassen. In overeenstemming met de uitgangspunten van de school is er tijdens de lessen geen traditioneel differentiatiemodel te zien. Tijdens verwerkingsopdrachten werd aan een klein groepje extra hulp geboden. De leerkrachten noemden twee niveaus voor spelling. Tijdens gesprekken blijkt dat leerkrachten met name differentiëren tijdens het zelfstandig werken. In dit geval wordt ook hulp aan zorgleerlingen bedoeld. Een aantal leerkrachten geeft aan bij het rekenen, na het voortoetsen de rest van de stof gedifferentieerd aan te bieden, waarbij ook gekeken wordt naar de behoefte van kinderen. De differentiatie die is waargenomen met betrekking tot zorgleerlingen betreft de leerstof.De leerkrachten noemden ‘maatschrift rekenen’ en ‘spelling in de lift’. Afstemmen op niveau, leerstijl en ontwikkelingsgebieden is vooral in de ateliers waargenomen. Gastvrijheid. De gastvrijheid is zichtbaar in documenten. De gastvrijheid op school wordt in grote mate ervaren. Men spreekt van “open” en “warm”. Er is sprake van grote openheid bij de leerkrachten. De school organiseert diverse activiteiten die gericht zijn op onderlinge acceptatie. Er is in hoge mate sprake van aandacht voor een onderlinge acceptatie. Alle partijen (leerkrachten, kinderen en ouders) voelen zich welkom op de school. Jaarverslag BS De Regenboog – 2009-2010

59

Bijlage: Rapport visitatie De Regenboog Over kinderen uit andere culturen en uit verschillende lagen van de bevolking worden geen uitspraken gedaan. Dat hoeft ook niet. Er zijn op het bezoekmoment 14 leerlingen met een “Rugzak”op school aanwezig. In de afgelopen periode hebben een tiental ouders de keuze gemaakt om hun kind aan te melden op het speciaal basisonderwijs. De school achtte zich zeker wel in staat deze leerlingen te helpen. Er is een pedagogisch protocol. Het wordt beschreven als een waardevol document. Er wordt opgemerkt dat het protocol meer ingezet dient te worden in de praktijk. De rol van de ouders. De relatie tussen de ouders en de school wordt positief gewaardeerd. De ouders hebben een goed gevoel over de communicatie met het team. De school toont grote betrokkenheid richting de ouders en zijn geïnteresseerd in de thuissituatie van de kinderen. Kinderen werken zichtbaar met elkaar samen. Leerkrachten, kinderen en ouders werken zichtbaar met elkaar samen en zijn betrokken op elkaar. De schoolbevolking is in hoge mate een afspiegeling van de bevolking in de wijk. Het team is zeer te spreken over de ontwikkelingen en de sfeer op school. Omgaan met gedrag. De pedagogische huisstijl is in alle groepen herkenbaar. De school beschikt over een pestprotocol. In de meeste gevallen hoeft dit protocol niet geheel gevolgd te worden omdat conflicten eerder zijn opgelost. Specifieke zaken worden wel geregistreerd De omgang met storend en schadelijk gedrag: de leerkrachten lossen zoveel mogelijk op in de groep. Collega’s en bouwcoördinatoren helpen hierbij zonodig. Eventueel kan ook de directie voor hulp ingeschakeld worden. Er zijn 4 keer per jaar groepsbesprekingen met leerkracht en bouwcoördinator. Er is locatieoverleg met en leerling-bespreking op hoofdlijnen. Daarnaast kan elke bouw leerling-besprekingen naar behoefte inbouwen. Daarbij is dan een lid van het begeleidingsteam aanwezig. In de onder- en bovenbouw wordt de steun van een coördinator sterker gevoeld dan in de middenbouw. De leerkrachten zijn in het algemeen op de hoogte van diagnostische beelden van kinderen. Men lijkt op de hoogte van passend leerkrachtgedrag. Dit is niet bij alle leerkrachten in dezelfde mate het geval. In de omgang met agressief gedrag handelen leerkrachten op hun gevoel. De schoolleiding meldt dat er sterk is ingezet op teamscholing met name gericht op moeilijk interpreteerbaar gedrag (autisme volledige cursus met team; wat betekent dit voor het onderwijs, NLD, depressief gedrag, sterk autonoom gedrag De term “no blame benadering” die in het pedagogisch protocol aangegeven wordt, is niet bij de bezochte docenten bekend. Flexibel omgaan met middelen. De school haalt de middelen die beschikbaar zijn binnen, zowel wat betreft financiën als personeel. In dit kader worden o.a. LGF middelen, middelen uit DVIC, PGB en middelen uit het vervangingsfonds genoemd. Het is helder hoe de extra middelen worden ingezet. In dit kader worden o.a. zorgteams per unit, Leerlingzorg (coördinator), I.B. en onderwijsassistentie, LGF begeleiding en sociaal-emotionele ondersteuning genoemd. Voor de wijze waarop extra functionarissen worden ingezet zijn units/ bouwen verantwoordelijk. De teams maken zelf de verdeling van de tijd, waarbij opgemerkt wordt dat men elkaar “de zorgtijd gunt”. Daarbij is Co-teaching het uitgangspunt. Extra functionarissen worden dusdanig ingezet dat zij bij veranderende omstandigheden ook aangepast worden ingezet. Het gevolg van zorg in units is een veel positiever insteek in het zorgdenken, zo wordt opgemerkt. Men is zelf verantwoordelijk. Het vergroot de transparantie, waardoor teamleden ook meer zelf aansturen als het om de inzet van middelen gaat. Jaarverslag BS De Regenboog – 2009-2010

60


5. Conclusies en aanbevelingen. Conclusies t.a.v. Differentiatie en Leerbehoeften. De school kiest voor het model Afstemming; dat wil zeggen dat zij gelegenheid geeft aan kinderen steeds stappen te maken in de zone van de nabije ontwikkeling. Stappen in de leerlijnen die voor alle kinderen hetzelfde zijn maar die niet door alle kinderen even snel doorlopen worden. De school stelt voor alle leerlingen de te behalen doelen samen. Heel duidelijk is dat bijvoorbeeld bij het werken aan culturele vaardigheden te zien Zowel in beleid als in de praktijk is er dus geen systematisch differentiatie-model te zien zoals dat wellicht op andere scholen gehanteerd wordt.. Differentiatie is wel te zien in de handelingsplannen. Afstemmen op niveau, leerstijl, ontwikkelingsgebieden is in atelieruren in hoge mate waargenomen. Dit afstemmen vindt in ruime mate plaats tijdens de cursorische vaardigheden. Conclusies t.a.v. Gastvrijheid De school is in hoge mate succesvol in het realiseren van gastvrijheid en voldoet aan de gestelde criteria. Ondanks de geconstateerde gastvrijheid van de school zijn recent 10 leerlingen in het Sbo geplaatst. De school geeft aan zich voor deze leerlingen voldoende handelingsbekwaam te voelen doch de ouders hebben een andere keuze gemaakt. Het is een onderzoek waard zowel op school alswel op SWV- niveau. Conclusies t.a.v. Gedrag Er is een duidelijke pedagogische huisstijl. Er is afgesproken dat resp. de leerkracht, de bouwcoördinator en de directie ingezet worden om gedragsproblemen op te lossen. Met kan daarbij op elkaars steun rekenen. Omgaan met moeilijk gedrag geschiedt vooral op gevoel. Er wordt ook planmatig gehandeld en geregistreerd in de handelingsplannen. In de ogen van de schoolleiding spelen in- en externe scholing en coaching een belangrijke rol Conclusies t.a.v. Inzet van middelen De inzet van middelen en personeel is transparant en flexibel. Leerkrachten weten waar en waarom middelen worden ingezet. Zij verdelen onderling in deelteams beschikbare tijden voor onderwijsassistentie etc. Men toont zich betrokken hierbij. Er wordt opgemerkt dat het maken van een groot aantal handelingsplannen zorgt voor een toename van administratie. De administratie moet doelmatig en beperkt zijn. Er blijkt ook grote behoefte aan onderwijsassistentie. De commissie stelt vast dat aan een flink aantal criteria voldaan wordt. Augustus 2009 Ellen van der Hout/Jan Hooiveld/Toine van Heesch


61

Bijlage: Personeelsvragenlijst 2010

Personeelsvragenlijst 2010

SKOPOS-REGENBOOG

Inleiding: In februari 2010 zijn alle personeelsleden van de aangesloten stichtingen via e-mail benaderd met het verzoek de personeelsvragenlijst in te vullen. Alle respondenten hebben een ontvangstbevestiging en print van het ingevulde formulier terug ontvangen. Een exemplaar is centraal door de administratie ontvangen en wordt in pakketten per e-mail doorgestuurd naar de bestuurskantoren ter verdere verspreiding naar de betreffende directeuren. Naast de persoonlijke wensen en voorkeur en informatie m.b.t. bijvoorbeeld werktijdfactor, mobiliteit, scholing, BAPO, taaktoedeling, levert het ook nuttige informatie op per school, per bestuur en voor de Dommelgroep. Deze verzamelde info treft u aan in de onderstaande grafieken en tabellen. Deze zijn voor de verschillende niveaus uitgewerkt en in aparte rapportages weergegeven. Rapportage op schoolniveau Rapportage op bestuursniveau Rapportage op Dommelgroepniveau. De grafieken bevatten respectievelijk percentages en aantallen. Een aantal grafieken in de schoolrapportage is tevens het gemiddelde percentage op bestuursniveau aangegeven door een liggend streepje “ ”. De mate van betrouwbaarheid wordt beïnvloed door de mate van respons. (Hoe hoger het aantal respondenten, hoe hoger de betrouwbaarheid.) Met het digitaal laten invullen van de vragenlijsten beogen we uiteindelijk met minder (gezamenlijke) inspanning meer en betere opbrengsten te kunnen genereren, die ons helpen goed personeelsbeleid te kunnen voeren en vraag en aanbod beter op elkaar af te kunnen stemmen. Daartegenover staat dat het ook een ingewikkeld proces kan zijn waarbij ook zaken fout gaan. Van de fouten zullen we leren en de evaluatie zal ons goede informatie opleveren. Er is een lijst van personeelleden bijgevoegd waarvan de informatie die is verstrekt goed is verwerkt. Helaas heeft de inlog/ invoering van een aantal personeelsleden niet geleid tot een goede invulling of juiste verwerking. Deze staan vermeld in tabel met kolom UNKNOWN. Deze personeelsleden, als ook degenen die niet hebben gereageerd, kunnen de vragenlijst op een nader te bepalen moment alsnog digitaal invullen. -de resultaten geven informatie over wensen van personeel als geheel en geven inzicht in de individuele wensen van personeelsleden. Het betreft hier echter geen formele aanvraag. Daarvoor dient het personeelslid samen met directie in overleg te gaan vergezeld van de benodigde (en ondertekende) formulieren. De resultaten kunnen zinvolle aanvullende informatie geven voor de inhoud van de geplande gesprekken binnen de gesprekkencyclus. In de bestandsnaam onder aan de bladzijden is aangegeven welk(e) school/bestuur het betreft. Eigen analyses kunnen worden tussengevoegd.

Maart 2010.


62


De GRAFIEKEN


= bestuursniveau

63



64



65



66



67



68



69



70



71

Bijlage: Financieel jaarverslag 2009


72



73



74



75



76

Bijlage: Jaarverslag Sponsoring 2009-2010

SPONSORBELEID – BS ‘DE REGENBOOG’ JAARVERSLAG 2009-2010 In dit verslag worden de activiteiten beschreven die in het schooljaar 2009-2010 hebben plaatsgevonden op het gebied van sponsoring, oftewel de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen. Jaarlijks wordt een jaarverslag gemaakt, waarin zowel inhoudelijk als financieel verantwoording wordt afgelegd over het gevoerde sponsorbeleid! De doelstelling van de financiële sponsoring is om minimaal de kosten te dekken die gemaakt worden t.b.v. het werven van sponsors. Daarnaast is het streven om extra inkomsten te verwerven ten behoeve van de aanschaf van materialen die ten dienste staan van het onderwijs, met name voor het creëren van een rijke leeromgeving. Overigens zorgt de sponsoring ook voor zaken die niet direct financieel meetbaar zijn, maar wel van belang zijn om de onderwijskundige doelstellingen te ondersteunen. Het betreft dan o.a.: contacten voor excursies, doneren van materialen, inzet van externe deskundigheid middels gastlessen en opstellen van bedrijven voor onderwijsactiviteiten. Deze activiteiten zijn in het jaarverslag zichtbaar gemaakt. Voor sponsoring op onze school gelden de volgende uitgangspunten: • sponsors mogen geen invloed hebben op het primaire proces, de school is onafhankelijk • we conformeren ons aan het convenant ‘Sponsoring in het primair en voortgezet onderwijs’ • tegenprestaties mogen niet onevenredig zijn t.o.v. de sponsoring • sponsors van de school krijgen een voorkeursbehandeling als er aan de school diensten of goederen geleverd worden, voor zover de school daar zeggenschap in heeft

Concreet zijn in het schooljaar 2009-2010 de volgende activiteiten ondernomen: -

-

-

-

in het maandelijkse informatiebulletin zijn 16 advertenties geplaatst (afgesproken is een maximum van 20 advertenties op dubbelzijdig vel A4). Kosten € 125,- per jaar. In totaal heeft dit dus € 2000,- opgeleverd via de website van de school kan het logo van bedrijven via een hyperlink geplaatst worden. De kosten hiervan bedragen € 125,- per jaar. In totaal zijn er 2 advertenties geplaatst, dus een opbrengst van € 250,bij diverse plaatsen instellingen zijn kortingen bedongen bij aankopen voor school, m.n. bloemen (10%) diverse materialen, diensten en producten zijn geschonken aan school, krentenbollen (€ 70,-), kerstbomen (€ 50,-), 40 klapkratten (€ 100,-), 10 mandjes (€ 100,-), rooien van bomen op de speelplaats van de locatie Wijbosch (€ 400,-) gastdocenten zijn bereid gevonden om zonder vergoeding lessen te verzorgen, o.a. over bosuilen (9x) diverse excursies zijn mogelijk gemaakt, o.a. naar cateringbedrijf (3x), de sterrenwacht (3x) en Huis en Erf (3x) bemiddeling bij het busvervoer voor de schoolreisjes en daarbij korting bedongen (€ 250)

Algemene opmerking:


77

Bijlage: Jaarverslag Sponsoring 2009-2010 Het blijkt dat sommige bedrijven nu afhaken en niet langer sponsoren. Het is ook moeilijk om nieuwe sponsors te vinden. Het benaderen van ouders met een eigen bedrijf heeft ook weinig resultaat gehad. Het is daarom ook niet gelukt om de doelstelling t.a.v. het uitbreiden van de advertenties op de website te behalen. Het is ook niet gelukt om dit schooljaar de jaarlijkse educatieve excursie van de groepen 5 te realiseren. Er zijn onvoldoende sponsors gevonden

Plannen voor komend schooljaar o

o

voorzetten en uitbouwen van de huidige activiteiten, m.n. toch proberen om meer advertenties op de website te krijgen. Daardoor in ieder geval proberen om de doelstelling, nl. de kosten te dekken van de taak van sponsorcoördinator proberen om de educatieve excursie voor groep 5 weer te realiseren

VERANTWOORDING UREN VAN DE SPONSORCOÖRDINATOR 2009-2010 Vooraf: De coördinator geeft aan dat het bijzonder moeilijk is om een goede urenverantwoording te maken van zijn inzet omdat hij vaak spontane gesprekken voert en niet altijd structureel contacten heeft in het kader van zijn taak. Onderstaand overzicht is dan ook een globale inschatting!

Benoemingsomvang: • •

Werktijdfactor: 0,1628 Aantal uren per jaar: 270 uren

Activiteiten: • • • • • • Totaal

Onderhouden van contacten met bedrijfsleven Advertenties informatiebulletin en website Organisatie educatieve excursie Bedingen van kortingen bij aankopen van school Contacten i.v.m. gastdocenten en overige excursies Overige activiteiten


100 uur 40 uur 10 uur 40 uur 20 uur 60 uur 270 uur

78

Bijlage: Jaarverslag Sponsoring 2009-2010

FINANCIEEL VERSLAG OVER 2009-2010 Uitgaven: • kosten coördinator sponsoring • overige kosten Totaal:

€ 4100,€ € 4100,-

Inkomsten: • advertenties in het informatiebulletin • advertenties op de website • sponsoring educatief schoolreisje • sponsoring materialen allerlei • inzet gastdocenten / excursies (manuren à € 25,-)

€ 2000,€ 250,€ 0,€ 995,€ 500,-

Totaal:

€ 3745,-

BEGROTING VOOR 2010-2011 Uitgaven: • kosten coördinator sponsoring • overige kosten Totaal:

€ 4200,€ 100,€ 4300,-

Inkomsten: • advertenties in het informatiebulletin • advertenties op de website • sponsoring educatief schoolreisje • sponsoring materialen allerlei • inzet gastdocenten (manuren à € 25,-)

€ € € € €

Totaal:


2000,1000,1100,1000,500,-

€ 5600,-

79

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010

Protocol toetsafname voor methode overstijgende toetsen t.b.v. leerlingvolgsysteem SKOPOS Stap 1.

2.

3.

Activiteit Niveau van het team De intern begeleider stelt na overleg met de directie aan de teamvergadering voor welke methode overstijgende toetsen zullen worden opgenomen in de toetskalender.

De intern begeleider gaat na of het onderwijsprogramma aansluit bij de doelen van de school zoals die in de af te nemen toetsen zijn geoperationaliseerd. De directie formuleert als voorstel naar de teamvergadering de doelen die de school wenst te behalen. (geoperationaliseerd in toetsscores/niveau’s)


Toelichting Criteria die hierbij gelden: 1. Alleen toetsen afnemen als je wilt weten: hebben leerlingen geleerd wat wij ze willen leren? (relatie naar onderwijsdoelen in schoolplan) 2. Als je prestaties wilt vergelijken met een normgroep, geformuleerde doelen en/of voorgaande prestaties. 3. Toetsen voldoen aan criteria voor betrouwbaarheid en validiteit. Eerst zijn er de doelen, die operationaliseer je middels een toets, daarop sluit het onderwijsprogramma aan. Stel een doel: ambitieus, maar realistisch 1. In relatie tot nulmeting 2. In relatie tot andere opbrengsten: − Als het ons lukt op taal een A score te behalen moet het toch ook lukken dit bij rekenen te bereiken − In verhouding met andere soortgelijke scholen: als zij het kunnen, moeten wij dat ook kunnen − In relatie tot kansen en bedreigingen (factoren waarop wij geen/nauwelijks (directe) invloed hebben) − In relatie tot onze sterkten en zwaktes (wat hebben we in huis: factoren waarop wij invloed op hebben) − In relatie tot onze visie en missie (als wij zeggen dat ‘taal de sleutel tot ons succes is’, dan moeten we er ook voor gaan!) − In relatie tot de mogelijkheden en materialen en methoden die hun effectiviteit hebben bewezen (evidence based) − In relatie tot wat je zelf als mogelijkheden ziet (geloof) 80

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 Stap 4.

Activiteit De intern begeleider of de kwaliteits coördinator hanteert een systeem dat er toe bijdraagt dat leraren de toets exact volgens de handleiding afnemen.

5.

De intern begeleider draagt jaarlijks zorg voor een actuele toetskalender en voor de beschikbaarheid van materialen en toetshandleidingen.

6.

Indien een bepaalde toets wordt vervangen door een nieuwe, dan kan overwogen worden om voor het maken van een goede trendanalyse voor één keer de oude én de nieuwe toets af te nemen.


Toelichting Elementen uit zo’n systeem zijn ondermeer: 1. Scholing van leraren in algemene toetsinstructie en specifiek op de toets gerichte instructie 2. Regelmatige toetsing door bevraging en observatie nagaan of de leraar handelt conform toetsinstructie. (alleen dàt mag wat in de handleiding staat) 3. Nagaan of de leraar de handleiding tijdens toetsafname hanteert. 4. Bespreken in werkoverleg van het belang van het hanteren van de toetsinstructie 5. Controle op scoring en invoer in computer Alleen als in de handleiding is vermeld dat gebruik mag worden van kopieën is dit toegestaan. Als een handleiding (of gedeelte) in gekopieerde vorm beschikbaar wordt gesteld, zorgt de intern begeleider er voor dat de toetsinstructie exact dezelfde is als in het origineel. (dus geen samenvattingen of uitreksels) Dit is om de prestaties van leerlingen reëel te kunnen vergelijken met resultaten op eerdere toetsen. Alleen als de leerlingen op de oude toets geen uitval laten zien en dit op de nieuwe toets wel zo is, kun je met meer zekerheid zeggen dat de uitslag beïnvloedt wordt door de nieuwe toets.

81


1.

2. 3.

4.

5.

Niveau van de leerkracht Iedere leerkracht zorgt dat hij aan het begin van het jaar op de hoogte is van de inhoud van de toetsen die hij in het schooljaar dient af te nemen. De leerkracht draagt er zorg voor dat zijn onderwijsprogramma gericht is op de inhoud van de toetsen. De leerkracht formuleert aan het begin van het jaar en/of tussentijds op basis van de vorige toetsafname een concreet doel wat hij op klassenniveau wil behalen.

Indien de leerkracht in de loop van de periode denkt zijn doel niet te halen, (dreigt te halen) dan plant hij aanvullende maatregelen en bespreekt dit met de intern begeleider (of directeur) en legt dit vast in bijv. de klassenmap. De leerkracht neemt de toets van het leerlingvolgsysteem af exact volgens de handleiding. • De leerkracht plant hiervoor geschikte momenten in de lesweek. • De leerkracht draagt zorg voor een veilige klimaat en helpt kinderen niet tijdens de toetsafname. • Hij draagt er zorg voor dat de leerlingen niet bij elkaar kunnen kijken. (de leerlingen zitten in de vaste toetsopstelling. • De leerkracht zorgt voor een rustige omgeving • De leerkracht heeft geregeld wat de leerlingen kunnen gaan doen als zij klaar zijn met hun toets. (het werk dat zij dan kunnen doen ligt in hun kastje; voorkom geloop)


• •

Een goede manier is om de toetsen vooraf zelf te maken. Als de toetsen worden gehanteerd als een operationalisering van de te bereiken doelen, is het vooraf doornemen van de toets een middel om effectief onderwijs te geven. Zie ook punt 1 op het niveau van de leerkracht en punt 1 op het niveau van het team. In principe geldt dat de schooldoelen hierbij richtinggevend zijn. Naar boven toe bijstellen zal voor niemand een probleem zijn. Vindt de leerkracht op basis van de analyse van de vorige toets dat hij het klassikale doel naar beneden dient bij te stellen, dan doet hij dit in overleg met de directeur tijdens het Plannings- of voortgangsgesprek. Uitgangspunt daarbij is dat een realistisch doel het beste middel is om op termijn achterstanden in te halen. In principe worden tussentijds geen doelen bijgesteld. De nadruk ligt op de interventies: meer tijd, gefaseerde instructie, andere oefenvormen enz. Eventueel gericht op individuele of groepen leerlingen. Afwijkingen zijn alleen toegestaan voor als zodanig gediagnosticeerde dyslectische leerlingen en als dit volgens de handleiding is toegestaan. Bij gediagnosticeerde leerlingen met NLD of dyscalculie zijn extra middelen toegestaan. Bij het vermoeden van leerstoornissen, zoals dyslexie, mag geen gebruik gemaakt worden van een cd-rom, maar wel van een vergrote en/of zwart/wit versie.

82

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 •

6.

7.

De leerkracht spreekt vooraf af dat als de leerlingen klaar zijn, zij het werk op hun tafel laten liggen. • De leerkracht draagt er zorg voor dat de leerlingen altijd onder toezicht de toets maken. • De leerkracht loopt niet al te veel rond. De leerkracht kijkt tijdens de toets geen toetsen na van leerlingen die al klaar zijn. De leerkracht neemt de toets af bij alle leerlingen. Dus ook de leerlingen die vooruitlopen op het groepsprogramma. (uitzondering groep 8 cito eindtoets; leerlingen die uitstromen naar voortgezet speciaal onderwijs of praktijkonderwijs hoeven toets niet te maken; conform inspectierichtlijnen) Alleen als een leerling als zodanig als zorgleerling op schoolniveau is vastgesteld èn voortdurend een E score haalt èn op een eigen programma werkt kan hier in overleg met intern begeleider en ouders van worden afgeweken. Deze leerling krijgt dan op klassenniveau een fictieve E (zie verder bij zorgleerling) Na afloop analyseert de leerkracht zijn eigen toetsresultaten. Daarbij gaat hij eerst na in hoeverre hij de geformuleerde doelen op klassenniveau heeft behaald, hij analyseert de gegevens en trekt conclusies, waarbij hij nieuwe doelen formuleert voor de volgende periode. De resultaten, analyses en conclusies zijn onderwerp van gesprek met de ib’er. Op dezelfde wijze analyseert hij de resultaten op kind niveau Hij gaat ook na of de toetsresultaten overeenkomen met eigen indrukken. (je stuurt niet alleen op de ‘meters’ maar ook op ‘gevoel/ervaring’.


Bij een keuze voor fictieve E deze in LOVS invoeren. Aanvullende suggesties: Analyseer de data (opbrengst) Zowel als de prestaties overeenkomen met het doel, hoger en lager zijn. • Wat is gemiddelde Betrek hierbij ook of er sprake is van bv. een hoge of lage C • Wat is standaarddeviatie • In relatie tot vorige metingen • Per groep/leerkracht • Relatie met methode gebruik • Gegevens van individuele kinderen of groepen • Specifieke fouten Zoeken naar mogelijke verklaringen. Waar zou het aan kunnen liggen dat de resultaten zo zijn zoals ze zijn?) • Inventariseer eerst alle mogelijke verklaringen. • Herformuleer ze daarna door te beginnen met: ‘Ik’. 83

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 •

Geef aan welke verklaringen voor jou het meest relevant zijn, ga daarna na of je de verklaringen met feiten kan bevestigen of ontkennen. • Ga verder met de verklaringen die je het meest kon bevestigen (die dus het meest plausibel zijn) • Ga na wat je op basis van deze verklaring kan gaan doen: i. Om de fout te herstellen (achterstand in te lopen) ii. In soortgelijke situaties in de toekomst anders te handelen (om van te leren) iii. Succesvolle interventies elders toepassen. iv. Het doel aanpassen: hoger of lager v. Het borgen van de aanpak vi. Met minder inspanningen zelfde doel bereiken Mogelijke verklaringen: 1. Missers bij vaststellen doel en activiteiten: a. Verkeerde inschatting beginsituatie b. Te ambitieus doel c. Middelen en methoden ingezet waarvan bewezen is dat ze niet (meer) het gewenste effect hebben 2. Missers tijdens het werken: a. Niet (goed) uitgevoerd wat was afgesproken b. Er geen geloof in gehad c. Andere interventies speelden die contraproductief werkten d. Niet gereageerd op signalen en/of gevoelens dat doel niet gehaald dreigde te worden e. Veranderende situaties tijdens de uitvoering f. Geen commitment bij betrokkenen 3. Bij toetsing a. Eind en/of nul niveau niet goed gemeten (niet volgens procedure) b. Storende factoren tijdens meting c. Toevalstreffen (moment opname) Niveau van de leerkracht op het gebied van zorgleerlingen Jaarverslag BS De Regenboog – 2009-2010

84

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 1.

Indien voor zorgleerlingen een afzonderlijk toetsprogramma wordt opgesteld (door toetsen cq terugtoetsen) dan blijft gehandhaafd dat ook hier de handleiding exact wordt gevolgd en dat in het leerling-overzicht overduidelijk is aangegeven met welke leerlingen (groep) de leerling op dat moment wordt vergeleken. (Alleen als een leerling als zodanig als zorgleerling op schoolniveau is vastgesteld èn voortdurend een E score haalt èn op een eigen programma werkt)

2.

In het kader van het werken met een handelingsplan zorgt de leerkracht ervoor dat het te behalen doel geformuleerd wordt in te behalen toetsresultaten èn dat er altijd een nul-meting voorhanden is die te vergelijken is met de te hanteren eindmeting. Hij draagt er zorg voor dat de condities waaronder de toets bij de nulmeting en de eindmeting wordt afgenomen identiek zijn.

Bij de zorgleerlingen geeft CITO aan pas te toetsen als dit zinvol is. Er kan voor uitstel gekozen worden als er té trage vorderingen zijn of het kind niet goed in zijn vel zit. Methodegebonden dient dan wel de vooruitgang gevolgd te worden en voorafgaand zijn dan wel doelen gesteld wat wel te bereiken. Bij de interpretatie van zorgleerlingen kan dit op 3 niveaus: • vgl. met eerdere prestaties van de leerling a.d.h.v. de gestegen vaardigheidsscore • vgl. met andere leerlingen door te zien of het kind nog steeds op D of E niveau scoort of dat hij de achterstand in- of uitloopt. • vgl. met het vooraf gestelde doel. Na 3/4 jaar i.p.v. 1/2 jaar de stof eigen gemaakt en dus toetsbaar middels bijv. CITO.

Opmerking: In het protocol wordt er van uit gegaan dat de school de eigen prestaties afzet t.o.v. een normgroep. De zogenaamde A,B,C,D en E scores. Deze scores zijn vaak gebaseerd op een normeringsonderzoek van enkele jaren geleden. In de tussentijds hebben veel scholen veel pogingen ondernomen om hun onderwijs kwalitatief te verbeteren en hebben dit zichtbaar gemaakt door meer A en B scores te halen en het aantal D en E scores terug te brengen. Als het Cito nu een nieuwe toets op de markt brengt die (nagenoeg) hetzelfde meet als de voorgaande dan zijn de A,B,C,D en E scores gebaseerd op een nieuw en recenter normeringsonderzoek.Aan dat onderzoek doen scholen mee (en dat zullen er relatief veel zijn) die hun onderwijs de afgelopen jaren kwalitatief hebben verbeterd. Het is dus mogelijk dat zij een lagere positie zullen innemen dan bij de vorige toets. Vergelijk het met de records op de Olympische spelen: Wat eens een goede tijd was voor een gouden medaille, levert bij de laatst gehouden spelen niet eens meer een finale plaats op. Wees hier op gespitst: • Zorg dat als je van een oude naar een nieuwe toets overstap minimaal één moment in waarop je beide toetsen afneemt. Leg de lat voor jezelf hoog: wees bij toetsen die je al langer afneemt niet tevreden met een minimale score van 25% A, 25% B, 25 % C, of nog erger met totaal 75% A,B en C scores. Bij het overstappen naar een nieuwe toets heb je dan enige speling.


85


De samenwerking tussen ouders en school in het kader van inclusief onderwijs (toegespitst op leerlingen met een indicatiestelling Speciaal Onderwijs) Juni 2010 Ouders zijn een onmisbare partner voor scholen om kinderen optimaal te kunnen begeleiden. Zeker wanneer er zorgen bestaan over de ontwikkeling van de leerling en extra hulp of ondersteuning nodig zijn, is partnerschap tussen school en ouders geboden. Begeleidingstrajecten vragen om zorgvuldige afwegingen van belangen en handelwijze. Bij de leerlingen op onze school zijn de ouders altijd onderdeel van de aanpak of oplossing. Die samenwerking start niet pas als er problemen ontstaan, ze worden meteen vanaf het begin als partners benaderd en betrokken.. In onderstaand schrijven is vastgelegd welke procedure bewandeld wordt Er wordt een onderscheid gemaakt tussen A. Kinderen met een indicatie die zich op onze school aanmelden B Zittende leerlingen die tijdens de basisschoolperiode in aanmerking komen voor een indicatie Ad A Kinderen met een indicatie: Wanneer een kind geïndiceerd is (dit houdt als voorwaarde in dat er al een diagnose is gesteld) bestaat de mogelijkheid (als er een rugzak is aangevraagd) om een leerling binnen het reguliere basisonderwijs met ambulante begeleiding op te vangen of te verwijzen naar een school voor speciaal onderwijs, passend bij het cluster waar de indicatie binnen valt. Dit gaat altijd in overleg met ouders. Vanaf augustus 2003 is de mogelijkheid tot het aanvragen van een leerling gebonden financiering aanwezig: Doel LGF = Leerling Gebonden Financiering • integratie bevorderen • keuzevrijheid voor ouders. Door middel van de LGF krijgen ouders meer mogelijkheden als het gaat om een keuze tussen het reguliere of speciale onderwijs • bevorderen van een onafhankelijke indicatiestelling • bundeling van borging, groei en expertise. Alle schoolsoorten speciaal onderwijs worden teruggebracht naar 4 clusters nl: Cluster 1 : Visueel gehandicapten Cluster 2 : Doof, slechthorend, ernstige spraakmoeilijkheden Cluster 3 : Zeer moeilijk lerende kinderen, lichamelijk of meervoudig gehandicapte kinderen, langdurig zieke kinderen Cluster 4 : Zeer moeilijk opvoedbare kinderen, scholen verbonden aan pedologisch instituut en langdurig zieken (psychiatrisch) Het regionaal expertise centrum (REC) kijkt of een kind in aanmerking komt voor LGF aan de hand van landelijke criteria. Hiervoor is een dossier nodig, wat aangeleverd dient te worden door ouders. Belangrijk hierin is dat ouders verantwoordelijk zijn voor het samenstellen van het dossier Dit dossier omvat: • Medische gegevens • Intelligentietesten • Daarnaast vraagt het Regionaal Expertise Centrum nog om specifieke informatie (logopedie, fysiotherapie, gezinsrapportage enz) Jaarverslag BS De Regenboog – 2009-2010

86

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 Wanneer het dossier niet compleet is of niet up to date (onderzoeksverslagen mogen niet ouder dan 2 jaar zijn) moet het REC ouders ondersteunen in het compleet maken van het dossier. Positieve Beschikking:

Negatieve beschikking

Positieve beschikking

Positieve beschikking:

Negatieve beschikking

Ouders maken bezwaar

Ouders kunnen een reguliere basisschool vragen het kind te plaatsen met LGF faciliteiten

Ouders melden het kind aan voor het speciaal onderwijs. Het kind wordt geplaatst

Er is geen beschikking, het kind komt/blijft in het regulier onderwijs

Zij kunnen naar de bezwaarcommissie gaan Mogelijk Heroverweging van besluit CvI (commissie van indicatiestelling)

Het rugzakje: Na indicatie door de Commissie voor Indicatiestelling, wordt een leerling-gebonden financiering toegekend (het rugzakje); bedoeld voor extra formatie, scholing, ambulante begeleiding en dergelijke. Daarnaast kunnen ouders ook een PGB (persoonsgebonden budget) aanvragen. Besteding daarvan richt zich op zorg en (para)medische begeleiding. De inzet van eventuele extra formatie, of besteding van extra financiële middelen wordt in overleg geregeld. In dat overleg participeren ouders, de school en eventueel begeleidende instanties. Dat overleg leidt tot een begeleidingsplan. Gaan de ouders hiermee akkoord, dan komt de rugzak beschikbaar voor de school. De verantwoording van uren is vastgelegd in de werkplannen ambulante begeleiding en leerlinggebonden financiering (bijlage 1 en 2) Aanmeldingprocedure basisschool ‘De Regenboog’: Algemene uitgangspunten bij aanmelding leerlingen die een indicatie hebben of zonder twijfel in aanmerking komen voor een indicatiestelling: • Er zal met betrekking tot een toekomstige leerling met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking goede informatie voorhanden moeten zijn vanuit de ouders en aangevuld met gegevens van andere deskundigen. • Het beeld van het betreffende kind dient, zowel op lichamelijk als geestelijk gebied, met name waar het de sociaal-emotionele ontwikkeling betreft, zo volledig mogelijk te zijn. Volgens de wetgeving (REC) zijn de ouders verantwoordelijk voor de aanlevering van het dossier. Taak van het REC is om hen hierbij te ondersteunen. • Een reëel beeld van het verwachtingspatroon (voor zover als dat mogelijk is) met betrekking tot de verdere schoolloopbaan en de ontwikkelingen van het kind, gebaseerd op een zo breed mogelijke informatie, eventueel aangevuld met eigen observatiegegevens, is een essentieel onderdeel van het besluitvormingsproces wat betreft mogelijke aanname. • Het is belangrijk op voorhand duidelijkheid te verkrijgen over de mate van betrokkenheid en/of vormen van ondersteuning, met name vanuit het speciaal onderwijs middels de ambulante begeleiding, maar ook ondersteuning vanuit andere deskundigen en instanties kan worden meegenomen.


87

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 Criteria plaatsing potentiële nieuwe leerlingen met een rugzakje moeten voldoen aan de volgende “voorwaarden” • De leerlingen moeten in principe in het “voedingsgebied” van de scholen van het bevoegd gezag wonen. • De leerling mag geen gevaar vormen voor zichzelf en/of zijn omgeving • De leerling mag geen belemmering vormen voor het onderwijsleerproces van de rest van de groep • Indien noodzakelijk moet er samenwerking, op basis van actieve participatie van de ouders of externe ondersteuners PGB, mogelijk zijn (b.v. lichamelijke/medische verzorging). • Er moet een redelijke verwachting zijn dat de leerling zowel op onderwijs inhoudelijk als op sociaal emotioneel gebied kan voldoen aan minimale doelstellingen. We denken hierbij bijvoorbeeld aan: o minimale progressie van de natuurlijke ontwikkeling, ontwikkelingsdrang o het kunnen ontwikkelen van een relatie met begeleiders o minimale intellectuele capaciteiten Bij aanmelding overlegt de directie met het begeleidingsteam. Van belang zijn: • Leeftijd van de leerling en wens van de ouders betreffende de groepsplaatsing (leeftijd en ontwikkelingsniveau zijn hierbij richtinggevend) • Sociaal-emotionele ontwikkeling • Wensen van de ouders betreffende begeleiding en einddoelen van het onderwijsonderzoeksgegevens en geformuleerde begeleidingsvoorwaarden en adviezen • Advies van de betrokken REC-school • Groepssamenstelling van de ontvangende groep De directie beslist uiteindelijk in overleg met het begeleidingsteam over al dan niet plaatsen van de zorgleerling. Het geheel zal steeds in verband gebracht moeten worden met de mate van begeleiding die door ons op verantwoorde wijze geboden kan worden. Ad B Zittende leerlingen: Na signalering van stagnering in de ontwikkeling worden ouders hiervan op de hoogte gebracht door de groepsleerkracht. Zo nodig wordt ouders gevraagd om toestemming voor intern onderzoek Geen toestemming •

• •

•

Wanneer school in handelingsverlegenheid is en ouders geven geen toestemming voor verder intern onderzoek stopt de extra zorg voor de leerling Binnen school wordt zorgvuldig afgewogen of een verantwoord onderwijsarrangement geboden kan worden Wanneer de handelingsverlegenheid zo groot is dat er niet op een verantwoorde wijze onderwijs gegeven kan worden aan betreffende leerling wordt ouders geadviseerd een basisschool te benaderen die de benodigde zorg wel kan leveren. Ouders worden terzijde gestaan in de zoektocht door het begeleidingsteam en de coördinator van het samenwerkingsverband Schijndel Dit geldt ook wanneer er door toedoen van de individuele leerling het onderwijs aan de overige leerlingen in gevaar komt


Wel toestemming • • • • • •

•

Na toestemming van de ouders wordt de leerling ingebracht bij het begeleidingsteam Er wordt eventuele verder intern onderzoek verzorgd Zo nodig wordt ouders geadviseerd extern onderzoek aan te vragen, met ondersteuning vanuit school Na de diagnose wordt er bekeken of het aanvragen van de leerling gebonden financiering mogelijk is Ouders vragen deze financiering aan met, wanneer gewenst, ondersteuning van het begeleidingsteam School verzorgt een onderwijsaanbod passend binnen de mogelijkheden en visie van school met behulp van de extra formatie en financiële middelen. Ouders hebben de keuze ook op andere basisscholen het onderwijsaanbod te verkennen De inzet van eventuele extra formatie, of besteding van extra financiële middelen wordt in overleg geregeld. In dat overleg participeren ouders, de school en eventueel begeleidende instanties. Dat overleg leidt tot een begeleidingsplan, waar het

88


•

•

•

onderwijsaanbod geformaliseerd wordt en wat door ouders en school ondertekend wordt Het handelingsplan wordt minimaal 2x per jaar geëvalueerd met alle betrokkenen. Tijdens dit overleg wordt bekeken of: 1. De gestelde doelen zijn bereikt 2. Handelingplanning bijstelling behoeft 3. De begeleiding op een verantwoorde wijze binnen onze school voortgezet kan worden, ja dan nee Wanneer de handelingsverlegenheid zo groot is dat er niet op een verantwoorde wijze onderwijs gegeven kan worden aan betreffende leerling wordt ouders geadviseerd een school voor speciaal onderwijs of een andere basisschool te benaderen die de benodigde zorg wel kan leveren. Ouders worden terzijde gestaan in de zoektocht door het begeleidingsteam en de coördinator van het samenwerkingsverband Schijndel Bovenstaande geldt ook wanneer er door toedoen van de individuele leerling het onderwijs aan de overige leerlingen in gevaar komt

Uitgangspunt in het geheel is dat passend onderwijs alleen mogelijk is wanneer er sprake is van samenwerking tussen ouders/verzorgers en de professionals van de basisschool Evaluatie: Goede communicatie tussen ouders en school is een vereiste. Er worden op voorhand 2x een evaluatiemoment vastgelegd. afspraken gemaakt over het al dan niet continueren van plaatsing. deze afspraken worden vastgelegd, evenals de “beslissingsmomenten” Deze beslissingsmomenten zijn zodanig vastgelegd, dat wanneer continuering van de plaatsing niet meer mogelijk is, er voldoende tijd is om een alternatief traject in gang te zetten. Voorstel hiervoor is elk jaar rond februari. Afspraken worden vastgelegd in een convenant (in de vorm van een handelingsplan LGF leerling), waarbij ook de ondersteunende instanties bij betrokken zijn. Bij eventueel verschil van mening tussen ouders en school zal er beroep gedaan worden op een onpartijdig bemiddelaar (een begeleidingsdienst) Tijdens gezamenlijke (team)vergaderingen zal er terugkoppeling plaatsvinden naar de overige teamleden. Van ouders, groepsleerkracht en overige teamleden mag er na plaatsing een positieve communicatieve houding verwacht worden. Aanmeldingen Speciaal (Basis) Onderwijs. Voor het speciaal basisonderwijs geldt: Wanneer school en ouders tot de conclusie komen dat plaatsing op een speciale school voor basisonderwijs het kind meer recht doet, wordt het kind via het BPLZ (Bovenschools Platform Leerling Zorg) aangemeld bij de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg). Voor het speciaal onderwijs geldt: Wanneer een kind geïndiceerd is bestaat de mogelijkheid om een leerling binnen het reguliere basisonderwijs met ambulante begeleiding te plaatsen of verwijzing naar een speciaal onderwijs school, passend bij het cluster waar de indicatie binnen valt. Dit gaat altijd in overleg met ouders.


89


T.a.v. het afsluiten van het schooljaar 2009-2010 Algemeen: Bij het rapport komt het laatste handelingsplan (einddatum tot juli 2010), deze wordt geëvalueerd (2 exemplaren gaan mee naar huis, 1 ondertekend retour) Eduscope: Toetsvorderingenkaarten AVI in Eduscope bijwerken. Dit geldt niet voor de leerkrachten van groep 8, zij zorgen voor een compleet dossier in het archief Handelingsplannen, oudercontactverslagen, rapportgespreksformulieren, evt specifieke kindzaken bijwerken (wanneer dit nog niet gebeurd is) Papieren dossier: DVIC lijsten van het jaar ervoor worden bewaard in het kinddossier Rapportoverzichten, CITO-lijsten, SVL-lijsten bewaren in de hangmap groepsoverzichten Even jaren voor alle kinderen een foto op het inschrijfformulier plakken Het laatste rapport kopiëren en bij het dossier voegen LOVS: Na toetsweek z.s.m. de CITO-lijst digitaal invullen in LOVS Overdracht nieuwe leerkracht: Handelingsplannen (ook vanuit het dyslexieprotocol) aanpassen vóór de overdracht. Dit is het eerste concept, waar de nieuwe leerkracht mee aan de slag gaat. In ieder geval de onderdelen: probleemformulering, didactische gegevens, vaardigheden/omstandigheden die het proces beïnvloeden Groepsplannen worden geëvalueerd, besproken en doorgegeven aan de nieuwe leerkracht van de groep In de overdracht worden de ken- en stuurgetallen besproken. (N.a.v. de toetsresultaten van de tweede toetsweek geeft de leerkracht de mogelijke stuurgetallen aan.) Indicatie criterialijst (DVIC) van 01-10-2009 controleren of er wijzigingen zijn van 1 oktober 2009 tot juli 2010. Deze worden overgedragen aan de nieuwe leerkracht. Meubilair: kinderen meten en uitslag doorgeven aan collega die de kinderen volgend schooljaar in haar of zijn groep heeft IB-er: LGF-Handelingsplan kopie aanleveren bij José Het groepsoverzicht van de rapporten op papier bij Mireille inleveren Kopie Cito-overzichten inleveren bij Mireille Voor vragen, opmerkingen kun je terecht bij de IB-er van het cluster.


90


Protocol Externe hulp onder schooltijd School staat positief tegenover externe hulp Uitgangspunt hierin is dat deze hulp het aanvullend moet zijn op de zorg die school biedt. Dit wordt vastgesteld door het begeleidingsteam die advies geeft aan de directie. Het advies wordt gebaseerd op psychologisch of psychosociaal onderzoek of een medische indicatie intern pedagogisch didactisch onderzoek Voor de externe hulp, waaronder ook onderzoek, wordt 20 keer verlof van maximaal 4 uren toegekend op jaarbasis. Er dient hiervoor officieel verlof te worden aangevraagd. Het verlof moet jaarlijks worden aangevraagd. Door het toekennen van verlof ligt de volledige verantwoordelijkheid voor de externe hulp onder schooltijd bij de ouders. Evalueren van het externe begeleidingstraject: School is bereid om 2x per jaar te evalueren met de externe hulpverlener, zo mogelijk telefonisch, met de eigen leerkracht. Het zal om een half uur per keer gaan en is in het kader van collegiale consultatie. Ouders worden geïnformeerd door initiatiefnemende partij. Wanneer telefonische evaluatie niet mogelijk is vindt het overleg tussen externe behandelaar en begeleidingsteam/ leerkrachten op school plaats. Ouders worden geïnformeerd door initiatiefnemende partij. Tijdens de evaluatie staat het uitwisselen van handvatten en didactische hulpmiddelen centraal. Uitwisselen van privacygevoelige gegevens: De gegevens van school staan in een handelingsplan. In het kader van de vertrouwelijkheid hiervan zijn de ouders verantwoordelijk voor het uitwisselen van deze gegevens. Natuurlijk heeft school heeft haar eigen verantwoordelijkheid ten aanzien van het specifieke onderwijsaanbod van de leerling. Wanneer er sprake is van samenwerking zullen duidelijke afspraken gemaakt moeten worden op het gebied van • welke hulp is nodig, • wie voert welke taken uit, • welke tijdinvestering is ermee gemoeid, • hoe vindt de evaluatie plaats Deze worden ook door de externe deskundige vastgelegd in een handelingsplan of in een aanvullend document op het handelingsplan van school. Ook hier is de ouder verantwoordelijk voor het uitwisselen van de gegevens. Extern onderzoek: Het uitgangspunt is dat de school meewerkt aan een extern onderzoek mits van te voren een getekende verklaring van toestemming door ouders is aangeleverd. Zonder deze toestemming vind er geen samenwerking plaats. handelswijze bij afwijzing van hulpverlening door externen onder schooltijd: Wanneer er geen verlof verleend wordt voor de externe hulp onder schooltijd worden ouders hierover schriftelijk geïnformeerd met redenen voor afwijzing . Wanneer ouders het niet eens zijn met het genomen besluit kunnen zij een bezwaarprocedure starten.


91


Toestemmingsformulier voor verstrekken van gegevens aan derden

Datum:

……………………………………….

Met dit formulier geven de ouders/ verzorgers van: Naam kind

: ……………………………………………………………………………………

Groep

: ……………………………………………………………………………………

expliciet toestemming om de gegevens uit het leerlingvolgsysteem te verstrekken aan Naam ……………………………………………………….…………………………………………………………………………… Adres …………………………………………………………………………………………………………………………………… Plaats …………………………………………………………………………………………………………………………………… Telefoon ……………………………………………………………………………………………………………………………………

Mogelijke afspraken: ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ……………………………………………………………………………………………………………………………………………… ………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Handtekening ouders/ verzorgers


Handtekening school:

92


PROTOCOL GROEPS- EN HANDELINGSPLANNING

Leerkracht met medeweten van het begeleidingsteam

Doelstelling: o Verminderen van de administratieve last o Effectiviteit beredeneerd aanbod voor alle kinderen op de werkvloer vergroten o Vastleggen van dit beredeneerd aanbod Stap 10

Individueel handelingsplan halfjaarlijks evalueren en bijstellen

Stap 9

Effect onvoldoende = 2x een D of E score is behaald op CITO of een stag-nerende vaardigheidsscore of overschrijding op de kleuterlijnen of extern diagnostisch onderzoek met advies starten eigen leertraject Dan opstellen individueel handelingsplan Evaluatie na 8 weken: Effectmeting product en proces Herhalen van de cyclus stap 6 en 7

Stap 8

Stap 7

Stap 6

Stap 5

leerkracht

Stap 4 Stap 3 Stap 2

Stap 1

Bijstellen groepsplan Tijdspad groepsplan max. 8 weken Evaluatie na 8 weken: Effectmeting product en proces Schriftelijk vastleggen in het groepsplan Te nemen stappen worden verwerkt in het groepsplan Tijdspad groepsplan max. 8 weken. Verwerken van de onderzoeksgegevens Analyseren (en evt. verzame-len van verdere) gegevens Gegevens verzamelen gericht op het geformuleerde probleem Signaleren en probleemformulering


Leerkracht informeert de ouders Handelingsplan dat ondertekend wordt door de leerkracht en ouders Concreet betekent dit een HP (handelingsplan) o Twee weken na de eerste toetsweek evaluatie HP 1 en bijstelling tot HP 2.informeren : ouders door leerkracht. o Twee weken na de tweede toetsweek evaluatie HP 2 informeren ouders door leerkracht o In concept opstellen HP 1; huidige leerkracht voor volgend schooljaar m.b.t. probleemformulering, didactische ontwikkeling, aanvullende afspraken die doorlopen in het nieuwe jaar o De leerkracht zorgt voor passende overdracht naar de volgende leerkracht o Nieuwe leerkracht maakt HP weer compleet o Ouders zijn niet betrokken bij de overdracht . Zij kunnen tijdens het eerste informele gesprek terugkomen op deze overdracht Concrete data worden opgenomen in de jaarplanning Leerkracht informeert de ouders over stap 8 en 9 en verwerkt de afspraken in het handelingsplan o Deze stap nadat er consultatie heeft plaatsgevonden tijdens een groepsbespreking waarin geconcludeerd is dat een individueel HP toevoegende waarde heeft o In overleg met het begeleidingsteam wordt gekeken of kinderen die zich naar verwachting ontwikkelen met een structurele E score of de individuele handelingsplanning opgenomen kan worden in het groepsplan, waarna de ter zake doende informatie naar de ouders gaat

Leerkracht o Deze cyclus blijven herhalen tot het einde van het schooljaar. o Leerkracht zorgt voor een duidelijke overdracht aan collega van het volgende jaar o De groepsplannen van elk schooljaar worden bewaard in de dossierkast (per groep in aparte hangmap) Leerkracht o informeert ouders over stap 6 en 7 en legt dit vast in een tweede oudercontactverslag Leerkracht

Leerkracht; zie bijlage o Leerkracht informeert de ouders over stap 3, 4 en 5 en ligt dit vast in een eerste oudercontactverslag Leerkracht Leerkracht Leerkracht verzamelt gegevens die voorhanden zijn en informeert de ouders: ik ben ongerust want …… Zie bijlage bruikbare testen en toetsen Ouders en/of leerkracht signaleren

93


Groepsplan Onderdeel

Van tot 8 weken 2010

Beginsituatie: Namen + onderwijsbehoefte n.a.v. verzamelde gegevens Concreet en meetbaar Korte termijn doelen waar wil ik over 8 weken staan met mijn onderwijs aan……… Concreet en meetbaar Doel 1 Doel 2 Formuleren van een beredeneerd aanbod Specifieke interventies

Hulpmiddelen Klassenmanagement Instructieonafhankelijke kinderen Instructiegevoelige kinderen Kinderen verlengde instructie = niet meer van hetzelfde

Vaardigheden/omstandigheden die het proces beïnvloeden (leerling, leerkracht, leeromgeving) Evaluatieverslag …… 2010 Welk doel bereikt Doel 1 ja/nee Doel 2 ja/nee Beargumenteren waarom wel en niet Formuleren in leerkracht gedrag. Wat doe ik volgende keer hetzelfde en wat doe ik anders


94

Bijlage: Vastgestelde documenten in het schooljaar 2009-2010 INDIVIDUEEL HANDELINGSPLAN Naam: Geboortedatum: Didactische leeftijd: Schoolloopbaan: Externe deskundige: AB-er: Handelingsplan nr: Probleemformulering:

Schooljaar Groep: Leerkrachten: LGF-begeleider: IB-er: Start: datum

2010-2011

Einde: datum Diagnose:

Didactisch ontwikkeling:

Met welk probleem begin ik?

Onderwijsdoelen (kerndoelen,specifieke doelen)

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Interventies,acties

Organisatie binnen de groep

Welke materialen/werkvorm kies ik? Inzet LGF-gelden

Organisatie buiten de groep

Inzet LGF-gelden, externe deskundigen

Welk tijdstip van de week

Aandachtspunten m.b.t. klassenorganisatie, sterke kanten, gewenst leerkrachten gedrag

Vaardigheden/omstandigheden die het proces beïnvloeden m.b.t. de leerling m.b.t. de leerkracht m.b.t. de leeromgeving Ontwikkelingsperspectief:Doelen korte termijn

Ontwikkelingsperspectief: Doelen lange termijn

Productevaluatie

Toetsbare streefbare didactische doelen

Sociaal-emotionele ontwikkeling

Resultaten, effect

Aanvullende afspraken

N.a.v. overleg, voor de komende periode

Evaluatie datum Datum en handtekening van de leerkracht:


Datum en handtekening van de ouders:

95


AFSPRAKENLIJST BIJ EXCURSIES EN ACTIVITEITEN 1. Als leerkrachten ouders vragen om te helpen bij een excursie, dan wordt er meteen gevraagd of ze wel of niet bij hun eigen kind ingedeeld willen worden, indien dat mogelijk is. Bij het indelen wordt daar dan rekening mee gehouden 2. Vooraf worden met begeleidende ouders en de kinderen de regels en afspraken besproken zoals m.b.t. het vervoer in de auto (zie bijlage) en algemene gedragsregels, zoals het niet roken in de auto 3. Na afloop brengen de begeleidende ouders de kinderen terug naar het groepslokaal en wachten daar tot de leerkracht ook terug is 4. Ouders worden minimaal één week tevoren op de hoogte gebracht van een excursie of activiteit waarbij kinderen de school verlaten. Incidenteel blijft het overigens wel mogelijk blijven om spontaan erop uit te gaan!! 5. Begeleidende ouders worden op de hoogte gebracht van het feit of ze aanwezig kunnen blijven tijdens het bezoek of alleen voor het vervoer zorgen 6. Ouders mogen niet rijden als zij geen gordels in hun auto hebben 7. Als ouders wensen hebben t.a.v. het vervoer van hun kind (bijv. gebruik van kinderzitje) dient dat, indien mogelijk, gerespecteerd te worden 8. De leerkracht van een groep bepaalt of hij/zij met kinderen op de fiets naar de excursie gaat. Er dient altijd rekening gehouden te worden met de volgende afspraken: o niet eerder dan vanaf groep 6 o de groep moet in staat zijn om veilig te kunnen fietsen o fietsroute tevoren goed voorbereiden o bestaat de groep uit 10 kinderen of minder, dan is er minimaal één begeleider. Méér dan 10 kinderen, maar niet meer dan 20 kinderen, dan volstaan 2 begeleiders. o bij méér dan 20 kinderen dan zijn er minstens 3 begeleiders, die vóórop, in het midden en áchteraan fietsen. Zij dragen alledrie een hesje en als verkeerslichten op oranje of rood springen wordt er gestopt! Mocht de groep nog groter zijn dan steeds per 10 kinderen één extra begeleider o begeleiders hebben altijd een mobiele telefoon bij zich, evt. zijn die via school te verkrijgen 9. Eén ouder mag maximaal 4 kinderen begeleiden. Als ouders alleen inge-schakeld worden om te vervoeren in een auto, dan mogen dat er méér zijn Bijlage: Vervoer per auto (z.o.z.)


96


VERVOER PER AUTO (we maken alleen gebruik van auto’s met gordels) Hier moet een onderscheid gemaakt worden tussen vervoer voorin de auto en achterin de auto.

Voorin de auto: •

•

Voorin de auto moeten bestuurder en passagier gebruik maken van de beschikbare gordel. Kinderen korter dan 1.35 meter moeten gebruik maken van een voor hen geschikt kinderveiligheidssysteem dat is voorzien van een goedkeuringsmerk. Voor deze categorie is de veiligheidsgordel dus niet voldoende. Het is raadzaam kinderen niet voorin te zetten bij een auto met ingeschakelde airbag. Kan het niet anders, dan de autostoel zo ver mogelijk naar achteren zetten

Achter in de auto: • •

• •

Achterin de auto moeten passagiers gebruik maken van de voor hen beschikbare gordels. Zijn deze kinderen kleiner dan 1.35 meter dan moeten zij gebruik maken van een geschikt kinderveiligheidssysteem dat is voorzien van een goedkeuringsmerk indien aanwezig. Als er geen kinderveiligheidssysteem aanwezig is moeten kinderen vanaf 3 jaar gebruik maken van de beschikbare autogordel. Er mogen dan nooit méér passagiers worden vervoerd dan er gordels in de auto zijn Bestuurders en inzittenden die korter zijn dan 1.50 meter, mogen de driepuntsgordel gebruiken als heupgordel Ouders die hun eigen kind vervoeren dienen, als het kind kleiner is dan 1.35 meter, het kind in een kinderzitje te vervoeren. Op andere kinderen in de auto is bovenstaande regelgeving niet van toepassing wanneer het gaat om incidentele gevallen, waarin redelijkerwijze niet verwacht kan worden dat de bestuurder een kinderbeveiligingssysteem bij zich heeft. Het dient hier te gaan om vervoer over beperkte afstand

Advies ANWB: In mei 2008 is de wetgeving verder aangescherpt. U kunt bij het vervoeren van kinderen in de auto uitgaan van de basisregel: Kinderen kleiner dan 1,35 meter moeten in een goedgekeurd en passend kinderzitje zitten. Goedgekeurd zijn zitjes met labels ECE R44/03 en R44/04. Passend is: geschikt voor lengte en gewicht van het kind.


97


Protocol t.a.v. het aanvragen van verlof Inleiding • •

Kinderen moeten elke schooldag naar school. Bij bepaalde bijzondere omstandigheden kunnen zij extra vrij krijgen. Dit noemen we verlof In dit beleidsstuk wordt beschreven voor welke situaties verlof moeten worden aangevraagd bij de directie en wanneer een melding voldoende is

Aanvragen bij de directie (middels aanvraagformulier): • • • • •

Vrij voor gewichtige omstandigheden zoals in de leerplichtwet beschreven (bijv. jubilea, overlijden, huwelijksfeest, ernstige ziekte, religieuze feestdagen etc.) Vrij voor vakantie onder schooltijd (slechts incidenteel mogelijk) Vrij voor 4- en 5-jarigen, al zijn ze nog niet (volledig) leerplichtig Vrij voor activiteiten van bijzondere talenten (bijv. op het gebied van sport en kunst) Structureel bezoek aan externe hulpverleners (zoals fysiotherapie, remedial teaching, logopedie, etc.)

Melden op school (bij leerkracht, administratie of directie): • •

Afwezig door ziekte Incidentele bezoeken aan huisarts, tandarts, ziekenhuis en andere externe hulpverleners


98


Protocol over het registreren van absenties M.i.v. het schooljaar 2009-2010 worden de afwezigheid van kinderen ook digitaal geregistreerd in het programma Eduscope. Daarnaast dienen alle leerkrachten ook dagelijks een actueel overzicht van de afwezigheid van de kinderen op papier bij de hand te hebben, o.a. i.v.m. calamiteiten. De volgende afspraken zijn van toepassing: • Dagelijks op papier de afwezigheid van kinderen registreren. Dat gebeurt met behulp van de bekende groepslijsten • Minimaal één keer per maand worden de absenties van elke groep door de leerkracht digitaal verwerkt in Eduscope


99


Protocol t.a.v. teamscholing • • • •

•

Het is mogelijk dat voor een aantal scholingsbijeenkomsten en/of studiedagen aan alle personeelsleden gevraagd wordt om aanwezig te zijn, ongeacht of het een werkdag is Het is niet mogelijk om werknemers te verplichten om op een niet reguliere werkdag terug te komen voor niet-lesgebonden taken (CAO PO 2009, par. 2.4.4.). Uiteraard zullen wij deze regel respecteren Het bijwonen van scholingsbijeenkomsten blijft verplicht op de eigen werkdagen De directie bepaalt per leerkracht of er voldoende tijd aan deskundigheidsbevordering besteed wordt, zowel aan individuele scholing als aan teamscholing. Deskundigheidsbevordering is onderdeel van de normjaartaak en wordt opgenomen in het bekwaamheidsdossier Met de leerkrachten die, op verzoek van de directie, terugkomen voor scholingsbijeenkomsten en/of studiedagen worden individueel afspraken gemaakt: - de bijeenkomst valt onder de deskundigheidsbevordering en is dus onderdeel van de normjaartaak - de bijeenkomst valt onder extra werkuren en wordt gecompenseerd


100

BASISSCHOOL DE REGENBOOG

Recommend Documents