Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Auteursrechtelijk beschermd
Het didactisch handelen in vogelvlucht
Bron: www.abstracte-schilderijen.eu
t.nl/wp-content/uploads/2013/02/homepage2.jpg School in de lift
Pagina 1
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3 E-book: Didactisch handelen in vogelvlucht ........................................................................................... 5 Ontwikkelingslijnen ................................................................................................................................. 6 Welke onderdelen zien we bij het didactisch handelen?........................................................................ 8 Efficiënt gebruik van de onderwijstijd* ............................................................................................... 9 Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar (*) ......................................................................... 10 Positieve persoonlijke aandacht ....................................................................................................... 10 Gedrag en taalgebruik respectvol naar alle leerlingen ..................................................................... 11 Bevordert zelfvertrouwen ................................................................................................................. 11 Complimenten en corrigeren ............................................................................................................ 12 Duidelijke uitleg(**) .......................................................................................................................... 12 Taakgerichte werksfeer(**)............................................................................................................... 15 Leerlingen zijn actief betrokken(**) .................................................................................................. 15 Structuur............................................................................................................................................ 15 Controle uitleg en/of opdrachten ..................................................................................................... 16 Strategieën voor denken en leren ..................................................................................................... 16 Feedback op ontwikkel- en leerprocessen ........................................................................................ 16 Betrekken van alle leerlingen ............................................................................................................ 17 Variatie in werkvormen ..................................................................................................................... 17 Kennis toepassen in andere situaties ................................................................................................ 18 Verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie leerproces ......................................................... 19 Leren doelmatig samenwerken ......................................................................................................... 19 Afstemming leerinhouden (*) ........................................................................................................... 20 Afstemming instructie, verwerking (*) .............................................................................................. 21 Afstemming onderwijstijd (*) ............................................................................................................ 22 Afstemming taalgebruik (*) ............................................................................................................... 22 Systematisch volgen van analyseren van vorderingen (*) ................................................................ 23 Tot slot ................................................................................................................................................... 24 Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 25
School in de lift
Pagina 2
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Inleiding Waarom een boek over didactisch handelen in vogelvlucht? Leerkrachten zijn de ambassadeurs van het basis- en voortgezet onderwijs. Onze leerkrachten sturen op kwaliteit in hun groep. De parels in ons onderwijssysteem. De kwaliteit moet centraal staan. Onderwijs moet gaan over het kind. Ieder kind is uniek. Als leerkracht geef je kinderen optimaal de gelegenheid te functioneren. Een goede leerkracht is altijd in ontwikkeling. Gun jezelf de kans te excelleren.
Uit diverse publicaties vanuit de onderwijsinspectie zoals o.a. Toezichtkader primair en voortgezet onderwijs 2012 De staat van het onderwijs 2010-2011 – inspectie van het onderwijs 2012 De kwaliteit van basisscholen en bestuurlijk handelen in het noorden van Nederland (Ontwikkelingen in de periode 2008-2012) - Dr. A. Jonk is gebleken, dat er winst te halen valt binnen onderwijs. In dit boek bespreek ik onder anderen het onderwerp “Ontwikkelingslijnen”. Verder ga ik in op de diverse onderdelen van het didactisch handelen. Als uitgangspunt maak ik gebruik van de vaardigheidsmeter van Cadenza-onderwijsconsult.
Stap voor stap heb ik de diverse aspecten van lesgeven doorlopen. Mijn eerste stap naar innovatie was “Bouwen aan een adaptieve school” (afk. BAS) Door er over te lezen en in de praktijk te brengen leerde ik over het belang van voorspelbaarheid in leerkracht gedrag, effectieve instructie met bijbehorend het directe instructie model (DIM) en de samenwerkingsvormen ook wel coöperatieve werkvormen genoemd. Als kleuterleidster en later als directeur was mijn uitgangspunt altijd:
Het is goed om deze vraag als leerkracht te stellen. Immers de kinderen hebben recht op het beste onderwijs. In 2006 werd ik directeur van een school in Oost Groningen waar veel leerlingen met achterstanden waren. De kritische leerhouding van leerlingen bleek een aandachtspunt. Door de onderwijsvisie onder de loep te nemen en gericht scholing te organiseren zijn we als team met de innovatieonderwerpen gestart. Je kunt hierbij onder andere denken aan omgaan met voorspelbaarheid in leerkracht gedrag, effectieve leertijd en – instructie, klassenmanagement en opbrengst gericht werken. School in de lift
Pagina 3
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Door succeservaring binnen de ontwikkeling van de innovatie kwam er meer vertrouwen in het didactische handelen bij leerkrachten en merkte men dat de leerlingen ook veranderden in hun houding. Fijn om te zien dat zowel leerlingen als leerkrachten kritischer in het onderwijs zijn gaan staan. De samenwerking met ouders en leerkrachten is dan ook erg van belang. In mijn ogen is een succesvolle leerkracht iemand die een duidelijke visie en focus op onderwijs heeft en constant bezig is met het bouwen aan zijn professionaliteit. Een leerkracht is zo goed als de prestaties die hij met kinderen, ouders en de school weet te bereiken in hun ontwikkeling.
School in de lift
Pagina 4
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
E-book: Didactisch handelen in vogelvlucht Dit is de eerste versie van het E-book “Didactisch handelen in vogelvlucht”. Het boek/de notitie is gratis te downloaden door bezoekers van de website www.schoolindelift.nl in ruil voor een tweet over het boek op twitter. Door het boek snel onder de aandacht brengen bij onderwijzend personeel hoop ik leerkrachten te stimuleren om het basis- en voortgezet onderwijs nog meer in de lift te krijgen ten gunste van onze kinderen. Stap één hierbij is de persoonlijke ontwikkeling. Daarbij is het stellen van hoge verwachtingen aan zowel jezelf als de leerling essentieel. Uit onderzoek vanuit de inspectie, De staat van het onderwijs 2010-2011, is gebleken dat de mate van vaardigheden waarover de leerkrachten beschikken variëren. De onderwijsinspectie doelt hier zowel op de basisvaardigheden als de complexe vaardigheden. Onder de basisvaardigheden wordt verstaan: voldoende duidelijke uitleg, voldoende taakgerichte werksfeer en voldoende actieve betrokkenheid van de leerlingen.
In het basisonderwijs is bij één op de acht leraren geen sprake van een duidelijke uitleg, taakgerichte werksfeer of het actief betrekken van leerlingen. In het voortgezet onderwijs geldt dit voor ruim één op de vijf leraren. Bij 2 tot 3 procent van de leraren zijn alle drie de zaken als onvoldoende beoordeeld. (Bron: de staat van onderwijs 2010-2011)
Voor de meeste complexere vaardigheden zijnde: onderwijs afstemmen op specifieke leerlingen of leerling-groepen extra ondersteuning en zorg aan leerlingen die dit nodig hebben. geldt dat twee derde deel van de leraren deze tijdens de les laten zien. Een derde deel doet dit onvoldoende. Dit wil zeggen dat deze leraren er niet in slagen om bij de instructie voldoende rekening te houden met de verschillen tussen de leerlingen, de voortgang van de leerlingen systematisch te volgen en te analyseren, en planmatig zorg te bieden aan leerlingen die dat nodig hebben. Het ontbreken van beleid en scholing van leerkrachten wordt gezien als een van de oorzaken van zwakke scholen. Bovenstaande constateringen hebben mij gestimuleerd om dit E-book te schrijven. Ik wens u veel plezier toe met het lezen van dit boek en alle succes bij het implementeren van deze aanpak. Ik hoop dat dit boek de lezer zal inspireren de inhoud in de praktijk toe te passen. Renata Dekker
School in de lift
Pagina 5
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Ontwikkelingslijnen Verschillende onderzoeken (zie inleiding) hebben geleid tot nog betere inzichten in de bestaande ontwikkelingslijnen: Ontwikkelingslijn structuur Ontwikkelingslijn interactie Ontwikkelingslijn zelfstandig leren Ontwikkelingslijn instructie en feedback Ontwikkelingslijn coöperatief leren Ontwikkelingslijn teamleren Ontwikkelingslijn planningssysteem Instructie op maat en preventieve leerlingenzorg Ontwikkelingslijn structuur Met de term 'structuur' wordt bedoeld: de manier waarop de school de leeromgeving inricht, leerkrachten voorspelbaar zijn in hun gedrag en leerstofplanning plaatsvindt. Met betrekking tot de leeromgeving geldt dat deze alleen dan tot verkenning uitlokt, wanneer leerlingen ervaren grip te hebben op hun leeromgeving en deze omgeving voor hen uitnodigend is. Door lessituaties voor kinderen voorspelbaar te maken, wordt basisveiligheid en rust in de groep gecreëerd. Leerstofplanning helpt tenslotte het handelen van de leerkracht verder te structureren. Ontwikkelingslijn interactie De term interactie duidt op de manier van omgang tussen 1. leerkrachten met leerlingen, 2. leerlingen onderling en 3. leerlingen met hun leerkrachten De interactie is zichtbaar in alledaagse communicatieprocessen als kringgesprekken, uitleg, beurten geven, samenwerken en schriftelijke correctie. Uit de kwaliteit van dergelijke interactieprocessen valt af te leiden of leerkrachten en leerlingen vertrouwen hebben in zichzelf en elkaar, verantwoordelijkheid durven nemen voor het onderwijsleerproces en tot reflectie kunnen komen. De kwaliteit van de interactie, hangt samen met de ervaringen en motieven van de leerkracht en de leerling. Hun verwachtingen, sympathieën, vooroordelen en verklaringsgronden voor succes en falen spelen hierin een belangrijke rol. Ontwikkelingslijn zelfstandig leren Zelfstandig leren van kinderen is zowel doel als middel. Een zelfstandige leerhouding, onder meer blijkend uit de wijze waarop leerlingen hun eigen werk plannen en School in de lift
Pagina 6
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
beoordelen, is voorwaarde voor leermotivatie en het kunnen nemen van verantwoordelijkheid. Bovendien geldt dat een zelfstandige leerhouding van kinderen de leerkracht in de gelegenheid stelt leerlingen apart of in kleine groepjes te ondersteunen. Ontwikkelingslijn instructie en feedback Het samenwerkingsverband “Weer Samen Naar School”, plaatst de kwaliteit van instructie geven in het middelpunt van de belangstelling. De leerverschillen tussen kinderen worden groter en de leerproblematieken ernstiger. Met instructie en diagnostiek wordt de aandacht gevestigd op de manier waarop leerkrachten de ontwikkeling van leerlingen volgen, hun doelen stellen, uitleg geven en daarin variatie bieden en lesmethodes en andere leermiddelen inzetten. Ontwikkelingslijn coöperatief leren Samenwerken van leerlingen kan een belangrijke basis bieden voor het competentiegevoel van een kind. Competentiegevoel ontstaat niet alleen uit een positieve zelfanalyse naar aanleiding van uitgevoerde taken, maar ook uit positieve, gerichte en frequente feedback vanuit de omgeving, in combinatie met de feedback van een medeleerling. Hierbij is de manier waarop leerkrachten kinderen laten samenwerken en elkaar laten ondersteunen tijdens het leerproces van bepalende betekenis. Kinderen moeten leren samenwerken; dat gaat niet vanzelf en behoeft begeleiding.. Ontwikkelingslijn teamleren Bij “Op weg naar een adaptieve school”, is het zaak dat de gehele schoolorganisatie daarbij betrokken is. Dit is niet alleen een zaak van de directie. Het hele schoolteam dient verantwoordelijkheid te nemen voor de afstemming van het onderwijs op de behoeften van alle kinderen. Dit betekent dat diverse samenwerkingsrelaties binnen het schoolteam moeten worden vormgegeven, bedoeld om uiteenlopende werkproblemen op te lossen of hanteerbaar te maken. Het betekent ook dat er tijd beschikbaar moet worden gemaakt voor gezamenlijke reflectie, het verhelderen van werkconcepten, persoonlijke en gedeelde visieontwikkeling, teamsgewijze training en evaluatie. Ontwikkelingslijn planningssysteem Instructie op maat en preventieve leerlingenzorg zien wij als centrale opgaven voor onze school. Dit kan niet zonder een adequaat planningssysteem. Concreet gaat het hierbij om zaken als: leerlingenadministratie, groepsplannen, de intake van jonge kinderen en besprekingen rond de (stagnerende) ontwikkeling die kinderen doormaken. Het planningssysteem is niet zozeer gericht op het wegwerken van achterstanden bij kinderen. Hiermee wordt meer het afstemmen van het onderwijsaanbod op de mogelijkheden en behoeften van kinderen bedoeld. Het is dus meer op preventie gericht. School in de lift
Pagina 7
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Alle genoemde ontwikkelingslijnen vinden hun wortels in verschillende theorieën en modellen die een bijdrage kunnen leveren aan onderwijs. Er wordt hierbij ingespeeld op de competentie- (ik kan het), autonomie (ik kan het zelf) en relatiebehoeften van kinderen (hoe ga je met elkaar om). Het is de bedoeling om het onderwijsaanbod af te stemmen op de mogelijkheden en behoeften van kinderen. Het is in die zin meer op preventie op achterstanden gericht. Het inspelen op deze basisbehoeften van kinderen leidt tot actieve en gemotiveerde leerlingen die zichzelf ontwikkelen. Dit kan gerealiseerd worden door in de omgang met kinderen, tijdens het lesgeven en in de klassenorganisatie te zorgen voor: voldoende uitdaging, ondersteuning op momenten waarop daar behoefte aan is en vertrouwen in kinderen te stellen.
Welke onderdelen zien we bij het didactisch handelen? Het didactisch handelen is een ruim begrip binnen onderwijs. Diverse indicatoren worden gebruikt om het didactisch handelen in beeld te krijgen. Efficiënt gebruik van de onderwijstijd* Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar (*) Positieve persoonlijke aandacht Gedrag en taalgebruik respectvol naar alle leerlingen Bevordering zelfvertrouwen Complimenten en corrigeren Duidelijke uitleg(**) Taakgerichte werksfeer(**) Leerlingen zijn actief betrokken(**) Structuur Controle uitleg en/of opdrachten Strategieën voor denken en leren Feedback op ontwikkel- en leerprocessen Betrekken van alle leerlingen Variatie in werkvormen Uitdagende leeromgeving Kennis toepassen in andere situaties Verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie leerproces Leren doelmatig samenwerken Afstemming leerinhouden (*) Afstemming instructie (*) Afstemming onderwijstijd (*) Afstemming taalgebruik Systematisch volgen van vorderingen en analyseren van vorderingen (*) Het bedrijf Cadenza Onderwijsconsult hanteert hun eigen instrument ‘de vaardigheidsmeter instructiegedrag PO’ om het didactisch handelen dan wel het School in de lift
Pagina 8
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
instructie gedrag van leerkrachten positief te stimuleren. Cadenza OC heeft met deze lijst een webbased instrument ontwikkeld, dat het mogelijk maakt om de vaardigheden van de leerkracht te meten en digitaal vast te leggen. Sommige indicatoren zijn gemarkeerd met een asterisk (*). Dit zijn de kernindicatoren waar de Inspectie altijd specifiek op let. Andere indicatoren zijn gemarkeerd met twee asterisken (**). Dit zijn de normindicatoren van de Inspectie, die mede bepalend zijn voor het vervolgtoezicht. Voor zowel kern- als normindicatoren geldt dat minimaal 80% van de (bezochte) leerkrachten hierop een voldoende moet scoren. Als dat het geval is, krijgt de school een voldoende op de indicator. Bij minder dan 80% voldoende krijgt de hele school een onvoldoende op die indicator. Stapsgewijs wil ik de diverse indicatoren doornemen om zo handvatten te geven voor de leerkrachten.
Efficiënt gebruik van de onderwijstijd* Hoe laat wordt er daadwerkelijk gestart met de les? Hoeveel tijd gaat er verloren aan het te laat binnenkomen van leerlingen? Wordt de geplande tijd ook daadwerkelijk aan het lesdoel besteed? Is het klassenmanagement (taakverdeling) dusdanig, zodat tijdsverlies aan uitdelen van boeken of schriften beperkt wordt? Vaak gaat de bel van de school om 8.30 uur en gaan de kinderen naar binnen. Dit betekent dat u niet om 8.30 kunt beginnen. De leerlingen komen vaak onrustig binnen en willen nog hele verhalen kwijt. De eerste minuutjes zijn verloren gegaan. Hoe laat je daadwerkelijk aan je les kunt beginnen is de vraag. Mogelijkheid om dit te versnellen kan zijn de bel vijf minuten eerder te laten gaan zodat de kinderen al hun jassen en tassen weggebracht kunnen hebben. Een andere mogelijkheid is een geleidelijke inloop realiseren. De leerlingen kunnen om 8.15 uur binnen komen en rustig een plekje in de groep kiezen. Mogelijk liggen in de groep opdrachten of boeken klaar waar kinderen mee aan het werk kunnen. Over de werkwijze van inloop moeten vanzelfsprekend schoolbreed duidelijke afspraken gemaakt worden. Wanneer de les daadwerkelijk is begonnen, wordt er dan ook effectieve tijd besteed aan het lesdoel? Een duidelijke lesstructuur en opbouw met een goed afgestemd klassenmanagement draagt bij aan de effectiviteit van de les. Persoonlijke begeleiding en het gebruik maken van coöperatieve werkvormen dragen verhogen de betrokkenheid.
School in de lift
Pagina 9
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Respectvolle omgang van leerlingen met elkaar (*) Respectvol omgaan met elkaar vormt de basis voor je gevoel van veiligheid in de groep. De onderlinge verstandhouding tussen leerkracht en leerlingen is een aandachtspunt binnen de groepsprocessen van respectvol omgaan van leerlingen met elkaar. Het sociaal- emotionele welbevinden op school draagt positief bij aan de omgangsvorm en de leerprestaties. De leerkracht dient te zorgen voor een ontspannen sfeer en wederzijds respect. Het ondersteunt het zelfvertrouwen van leerlingen door positieve feedback te geven. In gedrag en taalgebruik toont hij/zij respect voor leerlingen en bevordert dat leerlingen interesse in elkaar tonen. De leerlingen worden gestimuleerd tot samenwerken. Kinderen worden aangesproken op vervelend gedrag ten opzichte van elkaar. Kinderen willen het gevoel hebben dat er naar hen geluisterd wordt. Het is verstandig om op schoolniveau het pedagogische klimaat te bespreken. Uitgangspunten van een pedagogisch klimaat kunnen onder andere zijn: de leerkrachten handelen in een doorgaande lijn voorspelbaar en verwachtingsvol om zo een veilig omgeving te creëren Regels worden conform document ‘voorspelbaarheid in leerkracht’ gehanteerd. Regels in de groep worden aan het begin van het jaar positief in gezamenlijkheid opgesteld We zorgen voor een goede lesstructuur waarbij voorspelbaarheid wederom centraal staat Kinderen worden indien nodig aangesproken op hun gedrag door de leerkracht
Stel u zelf de vraag wat de afspraken betekenen voor uw eigen handelen en dat van de collega. Houden de leerkrachten zich aan de afspraken? Spreken de leerkrachten elkaar er op aan wanneer men zich niet aan de afspraken houd? Het pedagogisch handelen is een goed voorbeeld en doet immers goed volgen. Het langdurig plagen/pesten zal niet getolereerd moeten worden en wordt altijd bespreekbaar gemaakt.
Positieve persoonlijke aandacht Leerlingen willen graag iets goed doen. “Ik kan het!” (verantwoordelijkheid), “ik kan het zelf!” (autonomie) en “ergens bij horen” (relatie). De leerkracht kan door persoonlijke aandacht te geven aan leerlingen de relatie en saamhorigheid sterk verhogen. De leerkracht zou daarom belangstelling moeten hebben voor wat leerlingen zeggen. Hij/zij laat leerlingen uitspreken en honoreert inbreng van leerlingen in de les, ook wanneer zij niet het verwachte antwoord geven. Door toegankelijk voor leerlingen te zijn, kan de leerkracht leerlingen ondersteunen in moeilijke situaties.
School in de lift
Pagina 10
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Gedrag en taalgebruik respectvol naar alle leerlingen De relatie tussen de leerkracht en de leerling moet gebaseerd zijn op wederzijds respect. Respectvol gedrag is een onderwerp dat in de maatschappij de volle aandacht krijgt. Steeds meer leerlingen hebben last van pestgedrag. Om pestgedrag te voorkomen dient de leerkracht het goede voorbeeld te geven. Hij benadert de leerlingen positief, en zonder cynisme of sarcasme. De leerkracht dient bovendien empathie te hebben voor de leerlingen. We lachen elkaar niet uit. Iedereen moet kunnen leren van hun fouten. Leerlingen worden nooit genegeerd. Er wordt geen onderscheid gemaakt naar sekse, milieu, cultuur of uiterlijk. Dit creëert vertrouwen.
Bevordert zelfvertrouwen Het behoeft geen uitleg dat leerlingen met een goed eigen zelfbeeld en zelfvertrouwen makkelijker verantwoordelijkheid krijgen en deze aankunnen om zich te ontwikkelen. Deze groep kinderen zal met een goede uitleg en een coachende houding van de leerkracht makkelijk uitgedaagd worden tot ontwikkeling. Kinderen die moeizaam tot ontwikkeling komen en gebrek hebben aan zelfvertrouwen hebben meer begeleiding nodig. Deze groep leerlingen zijn gebaat bij een duidelijke structuur met open vragen waarbij de leerlingen geactiveerd worden inzicht te krijgen in leerstrategieën. In elk leerproces staan de te bereiken doelen centraal. De docent wil graag bepaalde doelen aanleren en ontwikkeling bij zijn leerlingen mogelijk maken. De vraag hierbij is of de gekozen werkvorm tot dat gewenste doelgerichte leren leidt. De eerste stap bij het kiezen van werkvormen is dan ook het formuleren van concrete doelen. De stille leerling zal door de leerkracht dan ook keer op keer betrokken moet worden bij de instructie en de uitleg. Niet alleen het leerkracht - leerling contact is van belang bij een goede instructie. Denk vooral aan de interactie tussen leerlingen onderling. Het doorvragen bij andere leerlingen ondanks dat het goede antwoord al gegeven is maakt en houdt alle leerlingen kritisch. Een betere luisterhouding is het gevolg. Keur de foute antwoorden dan ook niet direct af. De leerlingen reageren op elkaar om uiteindelijk tot een goed antwoord of uitleg te komen. Naast het geven van beurten aan leerlingen kan men gebruik maken van diverse samenwerkingsvormen. Over de samenwerkingsvormen vertel ik straks nog iets meer. Tevens door succeservaringen te markeren en positieve feedback te geven bereikt u een fijne sfeer waarbij kinderen zelfvertrouwen krijgen en zich gehoord voelen. Immers, kinderen durven dan te verwoorden hoe ze aan de antwoorden komen en kunnen zelf oplossing vinden waardoor de leerstof beter beklijft. Keurt foute antwoorden niet gelijk af, maar vraag door.
School in de lift
Pagina 11
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Complimenten en corrigeren Op scholen is het naast het geven van complimentjes soms ook nodig straffen uit te delen. Het is daarbij belangrijk om te bezien of de leerkracht zorgvuldig omgaat met ‘beloning en straf’. Geeft de leerkracht bijvoorbeeld op het juiste moment een complimentje? Corrigeert de leerkracht leerlingen op het juiste moment ?Kinderen groeien van positieve aandacht. Wanneer kinderen geen aandacht krijgen dan kan het aandacht vragen ook negatief omslaan. Positief gedrag heeft bovendien een goede invloed op de leerprestaties. ‘Heeft de leerkracht overwicht zonder autoritair te zijn?’ is ook een belangrijke vraag. Evenals de vraag of er door de leerkracht wordt uitgelegd waarom hij/zij zo handelt. Door leerlingen bij het proces te betrekken , geeft de leerkracht meer inzicht in de omgangsvormen en is hij/zij voorspelbaar in het handelen. Leg altijd uit waarom je handelt zoals je doet. Verder dient de leerkracht een goed voorbeeld te laten zien aan leerlingen voor wat betreft de omgangsregels (teach as you preach) Wanneer tijdens de lessen het gedrag van leerlingen en leerkrachten oprecht (eerlijk) is met wederzijds respect kan men spreken van een positieve leeromgeving. Mocht het gedrag bij een van de partijen niet optimaal zijn, zal het aanleiding moeten zijn voor een gesprek met de ouders en/of de leerkracht.
Duidelijke uitleg(**) Het onderdeel “duidelijk uitleg”, is een normindicator vanuit de inspectie. Deze indicator bepaalt mede of er een vervolgtoezicht komt. Waar wordt er onder andere naar gekeken? Net als bij de vorige indicator wordt er gekeken of de leerkracht in de uitleg een duidelijke structuur hanteert. Het gebruik van het directe instructie model (DIM) is nadrukkelijk van belang. De leerkracht blikt terug op eerdere activiteiten en activeert op deze wijze de voorkennis van de leerlingen. Het doel (of doelen) van de les moet(en) bij aanvang van de les verduidelijkt worden en plaatst de leerstof daarmee in een betekenisvolle context. De lesstof wordt interactief en gericht op het lesdoel uitgelegd. Aan het eind van de les wordt nagegaan of het lesdoel bereikt is. (Wat hebben de leerlingen geleerd?) De onderwijsinspectie kijkt gericht naar de wijze waarop de opdrachten toegelicht worden en of je gebruik maakt van (coöperatieve) werkvormen, zoals; dubbele kring, tweetal coach, mix tweetal en/of Placemat en overige 4 tal activiteiten. Laat de werkvorm afhangen van je pedagogische- en/of onderwijskundige lesdoelen. De behoefte aan zelfsturing of differentiatie kan hierbij leidend zijn. Op deze wijze betrekt u alle leerlingen bij de activiteit. De leerkracht licht de opdrachten en de werkvormen duidelijk toe. De leerkracht betrekt alle leerlingen bij de activiteit. Een handzaam instrument om het directe instructie model te observeren is te vinden op de website van www.123lesidee.nl en is hieronder weergegeven. Als afsluiting van de les zal de leerkracht nagaan of het lesdoel is bereikt. School in de lift
Pagina 12
School in de lift
Didactisch Handelen in vogelvlucht Renata Dekker augustus 2013
Kijkwijzer klassenbezoek directe instructie Naam: ……………………………………. Groep: ………………….…….. Datum: ……………...……….. Ingevuld door:…………………………………. 1 De dagelijkse terugblik
gezien
opmerkingen
gezien
opmerkingen
gezien
opmerkingen
1. geeft een samenvatting van de voorafgaande stof 2. haalt de benodigde voorkennis op
2 Presentatie 1. geeft lesdoel en/ of een lesoverzicht 2. maakt de kinderen warm voor het onderwerp 3. onderwijst in kleine stappen 4. geeft concrete voorbeelden 5. gebruikt heldere taal 6. gaat na of de leerlingen de stof begrijpen 7. daagt de leerlingen uit
3 Begeleide (in) oefening 1. laat de leerlingen onder begeleiding oefenen 2. geeft korte en duidelijke opdrachten 3. stelt veel vragen 4. zorgt dat de leerlingen betrokken blijven 5. zorgt voor hoge successcores 6. uitvallers maken gebruik van de instructietafel
School in de lift
Pagina 13
School in de lift
Didactisch Handelen in vogelvlucht Renata Dekker augustus 2013
4 Individuele verwerking
gezien
opmerkingen
gezien
opmerkingen
gezien
opmerkingen
1. zorgt dat de leerlingen onmiddellijk beginnen 2. zorgt dat de inhoud gelijk is aan de voorafgaande fase (kan natuurlijk ook dat er een deel van de inhoud hetzelfde is en dat de rest herhaling is ) 3. zorgt voor een ononderbroken lesfase 4. laat de leerlingen elkaar helpen (hangt af van de les en van de stip die je kiest) 5. laat de leerlingen weten dat het werk wordt besproken (individueel, samen en/of met de leerkracht, etc)
5 Lesafsluiting 1. sluit de les af 2. kijkt samen terug op de les 3. bespreekt wat ze geleerd hebben 4. bespreekt wat moeilijk was / waar liep je tegenaan en dit zowel voor de lesstof als voor praktische dingen als materiaal pakken, slijpen etc
6 Algemeen 1. geeft duidelijke opdrachten 2. geeft veel positieve aanmoediging 3. laat kinderen elkaar uitleg geven, vragen stellen en corrigeren 4. vraagt hoe leerlingen aan het antwoord komen 5. biedt gelegenheid tot vergelijken van verschillende oplossingsstrategieën
Bron: De kijkwijzer is een kopie van de site www.123lesidee.nl
School in de lift
Pagina 14
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Taakgerichte werksfeer(**) De normindicator “taakgerichte werksfeer”wordt door de inspectie serieus geobserveerd. De vraag die over deze normindicator gesteld kan worden is of er op school goed gestructureerd lesgegeven wordt. Een korte opsomming van eisen zal door mij kort toegelicht worden. Verlopen de activiteiten ordelijk? Wordt er op tijd begonnen met de lessen? Met andere woorden wordt de leertijd efficiënt gebruikt. Gaat er niet te veel tijd verloren aan organisatie, bijvoorbeeld aan het uitdelen van schriften of lesboeken. Wordt er gebruik gemaakt van een klassendienst? Hoe is de klasseninrichting? Met andere woorden wordt er zichtbaar aan een doelmatig klassenmanagement gewerkt. Daarnaast wordt gekeken of de activiteiten plezierig verlopen en er door de leerlingen taakgericht wordt gewerkt. Van de leerkracht mag daarbij verwacht worden dat de gewenste leerhouding duidelijk gemaakt wordt.
Leerlingen zijn actief betrokken(**) De leerlingen zijn individueel actief betrokken bij de les, wanneer men voor 80% zichtbaar aan de leerstof werkt om het eigen te maken. Hoe ziet u dat de leerlingen actief betrokken zijn? De leerlingen tonen zich geïnteresseerd, werken geconcentreerd en taakgericht en zijn actief gericht op leren. Concreet kijkt de inspectie bij deze normindicator of de les voldoende benut wordt om het leerdoel te bereiken, en of er ingegaan wordt op vragen en opmerkingen van leerlingen. Wordt er voldoende ondersteuning en begeleiding geboden bij de leeractiviteiten en of de interactie in de klas in het algemeen voldoende is. Het inzetten van verschillende werkvormen heeft nadrukkelijk invloed op de betrokkenheid van het individuele kind.
Structuur De lessen moeten conform een duidelijke herkenbare structuur verlopen. De leerkracht brengt een duidelijke opbouw aan in de activiteit. Als structuur hanteert de leerkracht oriëntatie op het onderwerp, korte duidelijke instructie, uitvoering en bewaking van het leerproces. De leerkracht geeft aan wat de leerlingen gaan leren in de les. De leerkracht dient daarbij rekening te houden met de oriëntatie op het onderwerp. Eventueel kan voorkennis worden opgehaald. De instructie van de les is gericht op een lees- en School in de lift
Pagina 15
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
leerstrategie. Tussentijds markeert de leerkracht steeds de verschillende componenten van het proces door de fases steeds te benoemen. Tot slot kijkt de leerkracht samen met de leerling terug naar het verloop van de les. De evaluatie kan zowel proces- als productmatig zijn. Samen concluderen ze tijdens de afsluiting of het leerdoel is bereikt.
Controle uitleg en/of opdrachten De leerkracht laat leerlingen direct na de uitleg de opdracht samenvatten. Tijdens de verwerking zal de leerkracht tijdens zijn hulprondes controlevragen stellen, zodat kinderen gefocust blijven op de leerstrategie. De leerkracht stelt controlevragen tijdens de verwerking. Door de leerlingen de opdracht samen te vatten tijdens de verwerking is het duidelijk dat de opdracht begrepen wordt.
Strategieën voor denken en leren De leerstrategie kan op diverse manieren worden aangeboden, afhankelijk van de lesdoelen. De leerkracht zal zorgen voor interactieve instructie- en werkvormen waarbij leerkracht-leerling, maar ook leerling-leerling interactie vorm zal krijgen. Kinderen denken hardop om gezamenlijk tot een zoek- en ordeningsstrategie te komen. Kinderen leren zo van elkaar. Deze aanpak kan zowel in kleine groepjes als twee aan twee. Door hardop de aanpak van de opdracht te bespreken zal een denkstrategie voor een ieder duidelijk worden. Door controlevragen en controleactiviteiten te koppelen bevordert de leerkracht het toepassen van het geleerde. Neem dus voldoende aandacht voor de oplossings- en denkstrategieën. Combineer de strategieën in de diverse vakgebieden. Bijvoorbeeld een leesstrategie bij begrijpend lezen kan ook bewust gebruikt worden bij andere vakgebieden.
Feedback op ontwikkel- en leerprocessen Feedback kan op verschillende manieren tot stand komen. Feedback kan op zowel schriftelijke- als mondeling resultaat gegeven worden. Geef feedback op zowel het antwoord, resultaat als product van de leerlingen. Alle aspecten van zowel aanpak, creatief denken, betrokkenheid als de wijze waarop men tot het resultaat is gekomen. Een aandachtpunt ten aanzien van groepsprocessen is het sociaal functioneren bij de uitvoering van de taak. Door hier positieve feedback op te geven kan een volgende keer wederom de kans verkregen worden te groeien in het sociale functioneren. Door leerlingen te laten reageren op elkaars antwoord, oplossingsstrategie en sociale functioneren kan men tot conclusies komen over het eigen leerproces van de leerling. Het is een topprestatie om kinderen dit proces eigen te maken, en waardevol voor de rest van hun ontwikkeling. Uiteraard zou het mooi zijn wanneer uit de evaluatie komt dat er diverse werkwijzen mogelijk zijn. De leerkracht geeft feedback op sociaal functioneren bij uitvoering taak (groepsproces). De leerkracht laat leerlingen feedback geven op elkaars antwoord, oplossingsstrategie, sociaal functioneren. Door conclusies te formuleren over het leerproces gaat men
School in de lift
Pagina 16
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
bewust om het overbrengen van de leerstof. De leerkracht corrigeert indien nodig de handeling van leerlingen en laat ze een andere werkwijze volgen.
Betrekken van alle leerlingen Door leerlingen allen te betrekken bij het lesdoel en de bijbehorende aanpak zal de betrokkenheid van de leerling verhogen. Met name de zwakkere leerlingen moeten de kans krijgen onderdeel te zijn van het leerproces. In sommige groepen zijn het altijd dezelfde kinderen die het antwoord weten. Hoe krijgen we de stille leerlingen meer betrokken bij de lesstof? Een veilige omgangssfeer tussen leerlingen in de groep maakt dat leerlingen foutieve antwoorden kunnen geven zonder uitgelachen te worden. Leerlingen durven dan ook meer uiting te geven aan hun betrokkenheid. Iedereen mag een fout maken en leren van elkaars fouten. Een dergelijke aanpak bevordert ook het luisteren naar elkaar. Pedagogisch een sterk uitgangspunt lijkt me. Tip: Een overweging kan zijn een afspraak te maken over het niet opsteken van een vinger in de groep bij beantwoorden van vragen. Men creëert op deze wijze de mogelijkheid alle kinderen meer te betrekken bij het proces en een kritische houding te hebben ten aanzien van de vraagstelling van de leerkracht. Immers iedereen kan een beurt krijgen. Het feit dat leerlingen hun vinger op moeten steken voegt weinig toe aan het leerproces. Is het niet zo dat leerlingen die hun vinger opsteken om antwoord te geven stoppen met nadenken? Ze onthouden het antwoord om het vervolgens te reproduceren. De leerlingen hoeven alleen een vinger op te laten steken wanneer zij ze zelf een vraag hebben. Tijdens de verwerking van de leerstof worden leerlingen gestimuleerd goed door te werken. De leerkracht stelt zich coachend op en stelt open vragen aan de hele groep. Door in te gaan op de ideeën en de suggesties van leerlingen bestaat er een fijne leeromgeving met grenzeloze kansen voor ieder kind. Door samenwerkingsvormen te introduceren verhoogd men de betrokkenheid van de leerling. Een gezamenlijke terugkoppeling (terugkijken) versterkt het leerproces en de betrokkenheid.
Variatie in werkvormen Het gebruik maken van samenwerkingsvormen ter ondersteuning van je lesdoel kan erg stimulerend en verfrissend werken. Het is dan van belang dat men de werkvorm aanpast aan de groep, het onderwijs- of pedagogisch doel. Het kiezen van werkvormen wordt bepaald door pedagogische en onderwijskundige doelen die worden nagestreefd; relevante situatiekenmerken; en de behoefte aan differentiatie en (zelf)sturing. School in de lift
Pagina 17
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Houd hierbij wel rekening met de verschillen in leervermogen, het kunnen samenwerken, de mate van faalangst, of het milieu van herkomst. Door verschillende werkvormen (ook wel coöperatief leren genoemd) te gebruiken kan men de lessen sprankelend en levendig brengen. Kinderen worden zich bewust van het feit dat ze iets gaan leren en samen tot een antwoord kunnen komen. Ieder moet hierbij zijn of haar rol nemen. Kinderen worden gedwongen om actief mee te doen aan de les. Een les waarbij de leerkracht docerend (eenzijdig sprekend, geen interactie) lesgeeft kunnen leerlingen wegzakken. Voorbeeld: Door letterlijk een boogbal naar een kind naar keuze te gooien en vervolgens het antwoord laten geven, kan motiverend werken. Het kind dat de bal vangt mag het antwoord geven. Alleen dat gegeven kan al stimulerend zijn en betrokkenheid in de hand werken van alle leerlingen. Dit betekent niet dat in elke les allerlei werkvormen gebruikt moeten worden. Maak bewust gebruik van de werkvormen. Bij het onderdeel leren doelmatig samenwerking gaan we nog verder in op een aantal werkvormen. Vanzelfsprekend kunnen de diverse vormen van coöperatieve werkvormen met oefening uitgebouwd worden.
Uitdagende leeromgeving Kinderen in een rijke didactische leeromgeving worden meer uitgenodigd tot ontdekkend leren. In de groep is dan veel te zien waardoor kinderen worden uitgenodigd tot actief leren. Kinderen zijn van nature nieuwsgierig en willen leren. Een leuke en leerrijke omgeving stimuleert het leren. Onderwijs moet leerlingen boeien, kwalificeren en uitdagen. Het ene kind leert door luisteren, het andere door doen, en weer een ander kind leert snel door een combinatie van beide. Door rekening te houden met een beredeneerde keuze uit de beschikbare materialen en door gebruik te maken van aanschouwelijk materiaal, zoals modellen, schema’s en constructie materialen kan de omgeving verrijkend zijn. Door leesboeken, leeshoek of documentatiehoeken te creëren zorgt men voor een talige omgeving. In de huidige periode van mobiele telefonie en computers kan men ook toegang bieden tot kennisnet en andere leermogelijkheden.
Kennis toepassen in andere situaties Kennis toepassen in verschillende situaties vergt inzicht in de materie. Een ander belangrijk verschil tussen leerlingen is de leerstijl. het auditieve type: horen, (gericht) luisteren; het haptisch/motorische type: voelen, doen, ervaren, uitproberen; het leestype: geschreven tekst; het visuele type: zien (afbeeldingen, demonstratie) het gesprekstype: verbale interactie, discussie; en School in de lift
Pagina 18
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
het schrijftype: maken van aantekeningen en overschrijven. (Bron; Het didactische werkvormenboek: Variatie en differentiatie in de praktijk – Piet Hoogeveen)
Sommige leerlingen begrijpen een probleem beter als er tekeningen in de tekst staan, anderen geven de voorkeur aan mondelinge uitleg, terwijl weer anderen het beste iets leren door te lezen. Door toepassingsgerichte voorbeelden en opdrachten te gebruiken die tevens rekening houden met bovenstaande verschillen kan het de overdracht - en de toepassing van kennis mogelijk versterken. De toepasbaarheid van het leerresultaat of lesdoel maakt de vraagstukken duidelijk door de opdracht en het lesdoel in een concrete context te plaatsen. Door de leerlingen hulp te bieden het geleerde in diverse situaties toe te passen, biedt men kinderen een extra gelegenheid het geleerde te doorgronden en eigen te maken.
Verantwoordelijkheid leerlingen voor organisatie leerproces Doordat de leerkracht de leerlingen het vertrouwen geeft dat ze het werk aan kunnen en het zelfstandig kunnen verwerken, middels een heldere structuur, leren de leerlingen verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leerproces. Leerlingen krijgen keuze mogelijkheden en de leerkracht stelt zich coachend op. Leermiddelen die het zelfstandig werken en leren mogelijk maakt worden ingezet. Feedback geven op de mate van getoonde zelfstandigheid en het evalueren op hun leerproces is een onderdeel van verantwoordelijkheid nemen voor het organisatie van het leerproces. De leerkracht biedt leerlingen keuzemogelijkheden en extra leermiddelen die zelfstandig werken en - leren mogelijk maken. Door leerlingen feedback te geven op de mate van de getoonde zelfstandigheid worden kinderen zich bewust van hun successen en leren.
Leren doelmatig samenwerken Het samenwerken met andere leerlingen kan het leerresultaat aantoonbaar verbeteren. De leerkracht moet de leerling dan ook zichtbaar en structureel de gelegenheid tot samenwerking bieden. Hij zorgt dat samenwerking een leerwijze is, waarbij de taakverdeling, spelregels, elkaar aanvullen en een kritische leerhouding een leerdoel is. De leerlingen zullen een meer betrokken leerhouding laten zien, wanneer zij samenwerken. De leerkracht zou structureel aandacht moeten besteden aan samenwerkend leren en het moeten beschouwen als een doel op zich. Door coöperatief leren te bewerkstelligen leren leerlingen; Een actieve en betrokken leerhouding Een grote leeropbrengst door op een bepaalde manier te laten samenwerken. Een arsenaal aan sociale vaardigheden School in de lift
Pagina 19
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Een veilige sfeer in de klas, een goed klassenklimaat Plezier in leren en motivatie tot leren Daarnaast is het een handige vorm van klassenmanagement voor de leerkracht Het gebruik van structuren dient te voldoen aan vier criteria (GIPS) GIPS staat voor; G: I: P: S:
gelijke deelname individuele aansprakelijkheid positieve wederzijdse afhankelijkheid simultane interactie
(Bron:.skipov.nl)
De vier criteria zorgen er voor dat groepswerk (samenwerkend leren) daadwerkelijk in de praktijk voorkomt en dat de kinderen werkelijk actief en betrokken kunnen leren. Wekelijks of zelfs dagelijks zouden de leerkrachten moeten werken met een vorm van coöperatief leren. Dit kan in de diverse leergebieden zoals taal, rekenen, lezen, aardrijkskunde, geschiedenis geïntegreerd kunnen worden. Hieronder de introductie van de vormen met een mogelijke evenwichtige onderverdeling: Groep 1 en 2
Dubbele kring
Groep 3 en 4
Tweetal coach
Groep 5 en 6
Mix tweetal
Groep 7 en 8
Placemat en overige 4 tal activiteiten
Zoals hierboven aangegeven kunnen de samenwerkingsvormen (coöperatieve werkvormen) bij kleuters al geïntroduceerd worden. Oefening baart kunst, zo gezegd.
Afstemming leerinhouden (*) Uit het dagrooster van de leerkracht blijkt welke leerlingen in aanmerking komen voor deze vorm van differentiatie. De differentiatie in aanbod kan onder anderen bestaan uit herhalingsstof, verrijkingsstof, voorschotbenadering, compacting. In de les is zichtbaar dat niet alle leerlingen hetzelfde werk hoeven te maken. De leerkracht gebruikt de mogelijkheden van de methoden op basis van de afspraken hierover op schoolniveau. Zwakkere leerlingen krijgen niet alleen minder werk, maar krijgen werk aangeboden op hun eigen (ontwikkelings)niveau, waarbij de leerkracht ervoor zorgt dat deze leerlingen zolang mogelijk mee kunnen in het tempo van de groep, zodat ze kunnen blijven profiteren van de groepsinstructies. Meer begaafde leerlingen krijgen niet alleen meer werk, maar vooral werk met meer diepgang en/of uitdaging. De leerkracht conformeert zich in zijn les(aanpak) aan de gemaakte schoolafspraken.
School in de lift
Pagina 20
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Afstemming instructie, verwerking (*) Didactische differentiatie komt onder andere voort uit de wetenschap dat een bepaalde werkvorm (bijvoorbeeld instructie) zelden optimaal is voor alle leerlingen in één groep. Naast redenen als verschillen in voorkennis, bekwaamheden, e.d. is een belangrijke reden daarvoor het verschil in leerstijl. Voor leerlingen die sneller klaar zijn, zijn er meerdere opdrachten beschikbaar, maar ook opdrachten met meer diepgang. Goede leerlingen kunnen door de leerkracht meer uitgedaagd worden door moeilijkere vragen te stellen aan deze leerlingen. Leerlingen die de opdracht aantoonbaar aankunnen, worden eerder aan het werk gezet. De extra instructie is meer bedoeld voor de leerlingen die de uitleg wel behoeven. Er worden hogere eisen gesteld aan goede leerlingen. Verwerkingsopdrachten worden afgestemd aan het niveau van de leerlingen. Klaar/keuzewerk kan bestaan uit verdiepingsopdrachten en of uitloopopdrachten.
De Amerikaanse psycholoog Kolb onderscheidt een viertal leerstijlen, te weten: de doener, de bezinner (dromer), de denker (theoreticus) en de beslisser (pragmaticus). Kolb spreekt van een leercyclus om aan te geven dat een leerproces pas volledig is als alle leerfasen van de leercirkel doorlopen zijn: concreet ervaren, waarnemen en reflecteren, analyseren en abstract denken en experimenteren.
Bron: afbeelding Leerstijlen D Kolb Extra aandacht voor een leerstijl waarin men zich minder thuis voelt is daarom belangrijk voor de ontwikkeling van de leerling. Door de instructie en de verwerking af te stemmen op de verschillen bij leerlingen biedt men zwakke leerlingen meer kansen om eruit halen wat er in zit. Stem de instructie en de leerstof af op de relevante verschillen van leerlingen. Wel overwogen moeten er keuzes gemaakt worden op het gebied van leerstofaanbod, onderwijstijd of het gebruik van een specifiek instructie- of differentiatiemodel. Stem telkens de instructie, verwerking en de tijd op elkaar af. De effectieve leertijd van het onderwijsleerproces wordt hiermee vergroot.
School in de lift
Pagina 21
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Afstemming onderwijstijd (*) Voor leerlingen waarbij de reguliere onderwijstijd ontoereikend is gebleken, kan de leerkracht besluiten om de onderwijstijd (tijdelijk) voor bepaalde vakken aantoonbaar en beredeneerd aan te passen. Huiswerk is een manier om de onderwijstijd te verlengen. Het is belangrijk dat de (individuele) leerlingen (en de ouders/verzorgers) goed op de hoogte zijn van het doel van het huiswerk, de frequentie waarmee het wordt gegeven en de tijd die er aan besteed moet/mag worden. Cruciaal bij huiswerk is de feedback van de leerkracht op het gemaakte of geleerde werk. Het is mogelijk dat (bepaalde) leerlingen meer of juist minder tijd besteden aan een bepaald leergebied zonder de totale onderwijstijd aan te passen. Dit kan alleen planmatig en in overleg met de interne begeleiding worden toegepast.
Afstemming taalgebruik (*) Voor een goede overdracht van kennis is het in een interactie met kinderen belangrijk dat het woord- en taalgebruik van de leerkracht past bij het niveau van de leerlingen. De leerkracht dient in volledige zinnen te spreken en zal daardoor bijdragen aan de verbetering van het taalbegrip van de leerlingen. De taal moet correct gebruikt worden zodat de kinderen een goed voorbeeld kunnen volgen. Elke situatie om de woordenschat uit te bouwen komt de ontwikkeling ten goede. Kinderen en leerkrachten die met dialect zijn opgegroeid hebben soms de neiging de taal niet correct te gebruiken in de groep. Hier moet de leerkracht blijvend op geattendeerd worden om een goed voorbeeld te zijn voor de kinderen.Met name bij kleuters geldt dat ze niet toegesproken worden alsof ze van een andere planeet komen. De leerkracht gebruikt geen verkleinwoorden. De leerkracht spreekt leerlingen in principe (m.u.v. groep 8 in de eindfase van het schooljaar) niet aan met ‘dames en heren’. De leerkracht spreekt niet over zichzelf in de 3e persoon: ‘Kom maar bij juf’, ‘Moet juf je even helpen?’ Niet alleen de woorden zijn belangrijk, ook de intonatie en snelheid zijn van belang voor een goede instructie. De leerkracht hanteert ABN met een goede zinsbouw en een correcte woordkeus. De leerkracht stelt controlevragen; laat leerlingen elkaar dingen uitleggen. Bij rekenen kan het voorkomen dat dit onderdeel minder naar voren komt. Wel is het gebruik van specifieke ‘rekentaal’ essentieel voor een goed rekenbegrip. De leerkracht laat leerlingen antwoorden in volledige zinnen Leerlingen imiteren de leerkracht en niet omgekeerd! De leerkracht corrigeert bij voorkeur door correct te herhalen. Daadwerkelijke communicatie – al dan niet in scène gezet – is bij uitstek geschikt om taal te verwerven; bijv.: de leerkracht speelt enige tijd mee in de huishoek in groep 2. Bij rekenen kan het voorkomen dat dit onderdeel minder naar voren komt. Wel is het gebruik van specifieke ‘rekenwoordenschat’ essentieel voor een goed rekenbegrip. Als er geen gemiste kansen op dit gebied zijn geconstateerd, kan een 3 gescoord worden. School in de lift
Pagina 22
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
De leerkracht sluit bij nieuwe woorden aan op iets dat al eerder aan de orde is geweest.
Systematisch volgen van analyseren van vorderingen (*) Bij het systematisch volgen van de vordering is een foutenanalyse van de toetsen en de conclusies die de leerkracht hieraan verbindt een basis voor het vervolgtraject bij de ontwikkeling van de leerling. Deze foutenanalyses dienen aantoonbaar te zijn vastgelegd, zowel voor taal (niet alleen spelling, maar ook begrijpend lezen!) als voor rekenen. Dit blijkt uit de dag- of weekplanning van de leerkracht, eventueel uit groepsplannen. De onderwijsbehoefte van de leerling wordt hiermee duidelijk. De onderwijsactiviteiten en daarmee het onderwijsproces moet indien nodig worden aangepast. Het onderwijsleerproces en de kwaliteitsborging wordt hierbij beoordeeld. Tegenvallende resultaten worden geanalyseerd en de aard en de oorzaak wordt vastgelegd. Er ontstaat een hulpvraag. Deze hulpvraag is gebaseerd op een resultaten van de toets met aanvullend een didactisch onderzoek en/of een didactisch gesprek. Vragen die hierbij horen kunnen zijn: • • • •
Heeft de leerling nog moeite met …? Is er sprake van een beperkte woordenschat? Ontbreekt noodzakelijke achtergrondkennis? Of Zijn de leer- en/of leesstrategieën onvoldoende geautomatiseerd?
Het is zinvol om de diverse vaardigheden goed in beeld te brengen en vervolgens het onderwijsaanbod hierop aan te passen . Enkel een handelingsplan schrijven zonder aanvullend onderzoek is onvoldoende. Een goede beschrijving van foutenanalyse en een registratie van de onderwijsbehoefte en het vervolgtraject van de leerlingen draagt bij aan een positieve beoordeling van deze kernindicator vanuit de inspectie. De sociaal emotionele ontwikkeling wordt digitaal in een leerlingvolgsysteem vastgelegd en systematisch ingevuld. Registratie van toetsen gaat middels de gebruikelijke toetskalender en afspraken aangaande methodegebonden toetsen. Het registreren van vorderingen van leerlingen, het maken van een foutenanalyse en conclusies verbinden aan de analyse is een belangrijk aspect binnen de kwaliteit van het onderwijs. Alle leerlingen werken middels methoden die vervolgens met methode gebonden toetsen getoetst worden. Daarnaast maakt men veelal gebruik van de eindtoets Citotoets- of een vervangende eindtoets het drempelonderzoek als niet methode gebonden toetsing om de vorderingen van leerlingen te volgen. De toetsen moeten vanzelfsprekend volgens voorschrift worden afgenomen. Tijdens de lessen moet men al anticiperen op de problematieken die kinderen tijdens het leerproces ervaren en moeten er interventies volgen. Zowel de niet gebonden toetsen als de niet methode gebonden toetsen worden. Welke onderdelen zijn achteruit of vooruit gegaan, Wat is hiervan de oorzaak? Welke intervisie moet er gepleegd School in de lift
Pagina 23
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
worden? De analyse kan leiden tot een specifieke aanpak van de leerling. We kunnen denken aan pre teaching (de leerling heeft de les bijvoorbeeld thuis al eerder voorbereid of gelezen), extra instructie, handelingsplannen e.d. Op deze wijze sturen we gericht op de opbrengst en wordt het doel bereikt. We handelen proactief op de scores van de leerlingen. We noemen dit opbrengst gericht werken. Door de analyse met de interventies goed te registreren in het leerlingvolgsysteem op leerling-niveau maakt je de vorderingen van leerlingen inzichtelijk. Alleen het volgen en noteren van scores van leerlingen is niet voldoende conform de normering van de inspectie. Van belang is aan te tonen wat je hebt gedaan om de leerlingen optimaal te laten scoren. Met andere woorden men stuurt gericht op goede resultaten. De registratie moet overzichtelijk in groepsmappen genoteerd zijn. Door op regelmatige basis notities te maken op gebied van de leervakken en de sociaal-emotionele ontwikkeling per kind kan een sturend volgsysteem overlegd worden. De informatie helpt de aanpak van het individuele kind, dan wel de groeporganisatie vorm te geven en te realiseren. Veel scholen maken gebruik van het leerlingvolgsysteem van Cito(LVOS), een eigen zorgsysteem en/of het administratie-instrument Parnassys. De leerkracht kan door middel van dit administratie instrument de ouders gedegen informeren over de vorderingen van hun kind.
Tot slot We zijn aan het eind gekomen van de indicatoren die passen bij het didactisch handelen. Als leerkracht geef je kinderen optimaal de gelegenheid te functioneren. Ontwikkeling begint bij jezelf. Een goede leerkracht is altijd in ontwikkeling. Het is dan ook geen garantie dat wanneer je de indicatoren voldoende hebt ontwikkeld dat het lesgeven in elke groep goed gaat. Er komt meer kijken voor de leerkracht dan enkel didactisch handelen. De leerkrachten moeten goed op de hoogte van de minimale kerndoelen van de leerlijn zijn. Is hij/zij goed op de hoogte? Immers de ontwikkeling verloopt in een doorgaande lijn. Kan de leerkracht omgaan met de analyses van de toetsen? Kan de leerkracht omgaan met complexe vaardigheden? Hoe zijn de interventies bij zorgleerlingen? Hoe worden de leerlingen gevolgd in de registratie? De passie en het leveren van sprankelend onderwijs maakt ontwikkeling voor alle betrokken kinderen een feest. Realiseert u zich als leerkracht dat u nooit bent uitgeleerd. Onderwijs blijft in beweging.
School in de lift
Pagina 24
Didactisch Handelen in vogelvlucht
School in de lift
Renata Dekker augustus 2013
Literatuurlijst Publicaties van de onderwijsinspectie Toezichtkader primair en voortgezet onderwijs 2012 De staat van het onderwijs 2010-2011 – inspectie van het onderwijs 2012 De kwaliteit van basisscholen en bestuurlijk handelen in het noorden van Nederland (Ontwikkelingen in de periode 2008-2012) Literatuur Het didactische werkvormenboek- Piet Hoogeveen en Jos Winkel Het didactische werkvormenboek- variatie en differentiatie in de praktijk- Piet Hoogeveen en Jos Winkel Basisschoolmanagement De onderwijsinspectie- prof dr Frans J.G. Janssens Geraadpleegde websites Flyer vijfhoeven: Coöperatief leren Coöperatief leren Mens-en-samenleving -leerstijlen-de-leercyclus-van-kolb
School in de lift
Pagina 25