Winter 2015
Karel de Grote College Scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs
Branding Schoolkrant Vrijescholen Nijmegen
Inhoud 1
Kaft
Judith Hendrix
4
Op zoek naar ademing in het lesrooster
Wanda Kasbergen
5
Sneeuwvlokken
Harry Gubbels
6
Stoomboot en Sint
Kleuters
8 Bordtekeningen 11
Herinneringen aan KGC
12
Boetserende kracht houdt ons fysieke
Julia van Noort
lichaam in stand Frans Schobbe 15
Daarom dus
Julie Perrée
17
Waldorf One World: mooie ontmoetingen
Mayke Oakes
18
Stevig stap ik op de aarde...
Monique van der Zanden
21 Bomen Anne Vellinga 23
Onzichtbare krachten
Peter Josemans
24
Over het etherlichaam en de tuinman
Jean-Pierre van Groeningen
27
Mijn idealen redden het niet in de praktijk
Mandy van der Krogt
28
Zes uur rijden met Fram en Arogeo op het dak Hans de Leeuw
33
Ook de kleuter heeft een etherlichaam
35
Schrijf mee voor de Branding
Leerkrachten van de kleuterbouw
Colofon De Branding is het tijdschrift van en voor Meander vrijesschool voor basisonderwijs en het Karel de Grote College, Regionale School voor Voortgezet Onderwijs. De Branding verschijnt vier keer per jaar in elk seizoen en is een platform voor ouders, leerkrachten en belangstellenden. Redactie Harry Perrée, Mylène van Irsel, Mariëtte van Slooten, Colet Falke, Linda Bruckwilder (docente Meander), Mayke Oakes (docente bovenbouw). Met hulp van: Harry Romeynders, Ingrid Kappen, Ilse Bufrgwal en Maud Peters Advertenties & lay out
2 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Colet Falke
[email protected] Oplage 1500 stuks
Tarieven advertenties hele pagina (16 x 23 cm) € 100,00 halve pagina (16 x 11 cm) € 50,00 1/4 pagina (8 x 11 cm) € 25,00 Tarieven zijn per nummer. Factuur wordt één keer per jaar, in de zomer verstuurd.
Redactioneel
Kerstballen Door Harry Perrée, hoofdredacteur
Terwijl in de Nederlandse huiskamers de kerstbomen zijn opgetuigd - soms is eronder een plekje vrijgehouden voor een stalletje met een jezusbeeldje erin - laat de Branding de kerstballen onaangeroerd. Zijn ze te ordinair, te werelds, te plat, te aards misschien? Ik heb geen idee. Ik kan mijn hoofd nu niet over kerstballen breken, want ik breek mijn hoofd al over het ‘levenslichaam’ (ook wel: etherlichaam, vormkrachtlichaam, lichtlichaam, gezondheidslichaam) en dat vraagt alles van mij. Ik loop al sinds 2002 rond op de vrijeschool, als ouder. Toch is het begrip levenslichaam lange tijd niet tot mij doorgedrongen. En dat terwijl ik jarenlang mijn kinderen naar de Meander bracht, door de gangen van de school liep, met ouders sprak over schoolse zaken, ouderavonden bezocht en zelfs zo nu en dan een lezing meepikte. Misschien bevond het woord zich wel eens binnen handbereik - within spitting distance, zoals ze in Engeland zeggen, vind ik veel lekkerder klinken; maar goed, je roeit nu eenmaal met de woorden die je taal rijk is - maar het slaagde er niet in om een plekje onder mijn hersenpan te veroveren. Het helpt natuurlijk niet dat ik geen hardcore antroposofieprotagonist, ik ben meer het freeridertype. De leuke en herkenbare zaken pik ik mee, de moeilijke, ongrijpbare zaken … ach ja, er zijn vast ouders die er behoefte aan hebben, maar daar zou ik me later misschien nog een keer over buigen. Totdat de redactie van de Branding besloot om vier edities van onze schoolkrant te wijden aan de vier lagen van de mens, door de ogen van de antroposofie. Van het fysieke lichaam (afgelopen herfstnummer), het levenslichaam (dit nummer), de ziel (lentenummer 2016) en het ik (zomernummer 2016), is het levenslichaam voor mij het meest ongrijpbare. Misschien omdat de Nederlandse taal die andere drie lagen grijpbaar maakt: het fysieke lichaam, de ziel, het ik, daar heb ik wel eens van gehoord, heb ik over gelezen. (Wat niet wegneemt dat dat fysieke lichaam in de theorie van de antroposofie toch heel anders uitpakt dan in de praktijk van alledag.) Maar dan, het levenslichaam … nooit van gehoord. Ook na lezing van de bijdragen van leerkrachten, ouders en directeuren kan ik mijn nietvrijeschoolse familieleden niet in twee zinnen uitleggen wat het levenslichaam is. En trouwens ook niet met twintig of tweehonderd zinnen. Ja, het levenslichaam heeft te maken met ademen, legt Wanda Kasbergen uit. Zo moet een rooster ademen, zodat geconcentreerd werken, kunstzinnig werken, even lachen, lesstof uitwisselen elkaar op natuurlijke wijze afwisselen. Ja, dat snap ik. Van Frans Schobbe (‘Boetserende kracht houdt fysieke lichaam in stand’) begrijp ik dat een etherlichaam niks te maken heeft met ether en niks met lichaam. Dus ja, je staat maar zo op het verkeerde been. Het etherlichaam draait, aldus Frans Schobbe, om boetseerkrachten en bij boetseren ga je ritmisch te werk. De school maakt een jaarrooster met het ritme van afwisselende periodes en jaarfeesten, met weekroosters met wisselende vaken en een dagrooster met ritmische afwisseling van inspanning en ontspanning. Ja, dat snap ik. En van Jean-Pierre van Groeningen (‘Over het etherlichaam en de tuinman’) begrijp ik dat het feit dat je hart klopt en je bloed stroomt, samenhangt met de werking van het etherlichaam. Dat wordt pas rond het zevende lichaamsjaar geboren, schrijft hij. ‘Dit etherlichaam maakt het mogelijk dat de mens een innerlijk voorstellingsvermogen schept; met de krachten van het etherlichaam vormt het kind gedachten, vormen en beelden.’ Daarmee snap ik nog niet wat een etherlichaam is, maar ik kan me er iets bij voorstellen. Ik zie dat mijn zoontje van zeven opeens bang is voor verhalen en films die hem eerder niet langer boeiden dan het moment waarop hij ze zag of hoorden. Zijn gedachten gaan ermee aan de haal. Dat zal het etherlichaam zijn, denk ik nu.
Volgende Brandingen: Lente Thema De Ziel Deadline 9 maart Verschijningsdatum half april Zomer Thema Het Ik Deadline 17 juni Verschijningsdatum half juli Redactieadres:
[email protected]
Thema volgende nummer: De Ziel De derde laag van de mens is de ziel, waar onze emoties huizen: vreugde, verdriet, hoop, wanhoop, sympathie en antipathie, liefde en angst. Elk kind, elke leerling wordt er groot mee. Wil jij een verhaal schrijven over best-friendsfor-ever van je kind vanaf de kleuterklas? Of een verhaal over pubers die elkaar afwisselend aantrekken en afstoten? Of over pesten en buitensluiten? Maar je kunt ook schrijven over de ziel van de school: de sfeer, behoeftes, hoe we omgaan met elkaar, of bijvoorbeeld over collectieve emoties bij een jaaropening of tijdens een schoolvoorstelling.
Enfin, het etherlichaam is overal en nergens, zoveel is duidelijk voor mij. Het is niet altijd nodig om alles te snappen, al is het alleen maar omdat je dan geen tijd overhoudt om kerstballen op te hangen.
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 3
Directiebijdrage
Op zoek naar ademing in het lesrooster Door Wanda Kasbergen, rector Karel de Grote College (KGC)
Als je naar het etherlichaam van de school kijkt, dan kun je dat zien in het ritme van rituelen die door het jaar terugkeren, zoals jaarfeesten, kerstspelen en spreuken. Dit zijn ijkpunten, gekoppeld aan de seizoenen, als een soort levenslichaam dat voor ritme en ademing in het onderwijs zorgt. Ik weet nog dat ik zelf als vrijeschoolleerling dacht: ‘nog drie keer het kerstspel en dan ga ik van school.’ Voor een gezond etherlichaam zou je ook een mooi ritme in het rooster wensen. Ideaal gezien zou een klas na het hoofdonderwijs een goede afwisseling moeten hebben in theoretische, kunst- en bewegingsvakken. Door de groei van onze school en het grote verlangen zowel een vrijeschool te willen zijn als een school waar leerlingen hun examen halen, is het rooster in de loop der jaren steeds complexer geworden. Dit maakt dat de ademing soms ver te zoeken is. Sinds vorig schooljaar is de werkgroep Onderwijstijd van start gegaan om zich hierover eens goed te buigen.
4 | Winter 2015 |
In de werkgroep zitten leraren, een ouder en een leerling. De werkgroep inventariseert problemen, bestudeert lestabellen en spreekt met leraren, leerlingen en ouders. Ter inspiratie bezoekt ze diverse scholen. Zo was een gedeelte van de deze werkgroep vorige week naar het Newman College in Breda, een school die met een zeventigminutenrooster werkt. Opvallend was de rust in de school en de lage werkdruk bij leerlingen. In de loop van dit schooljaar gaat de werkgroep op zoek naar mogelijkheden voor ons rooster. Binnen elke les zou die ademing ook plaats kunnen vinden als een leerkracht de leerling in zijn hele wezen aanspreekt door bijvoorbeeld een mooi verhaal te combineren met een activiteit waarin een leerling geconcentreerd aan het werk is, met iets kunstzinnigs, met even lachen, met lesstof uitwisselen of onderzoek doen. Sinds vorig schooljaar spreken wij met de leraren over de kwaliteit van onderwijs. Wat is een goede hoofdonderwijsles? Wat doe je dan als leraar en wat zie je aan de leerlingen? Sinds vorig schooljaar heb ik, samen met Ivon Hummel, een leerlingenwerkgroep waarmee we in gesprek zijn over de kwaliteit van het onderwijs. In de werkgroep zitten zeven leerlingen uit verschillende jaarlagen en klassen. Het is fantastisch om te zien hoe goed leerlingen kunnen verwoorden wat goed onderwijs is. Vanuit
Het levenslichaam
heel mooie ervaringen bij verschillende leerkrachten konden zij analyseren wat de onderliggende aanpak of attitude was die het zo prettig maakt. Op de vergadering hebben vijf leerlingen hun bevindingen gepresenteerd aan het lerarencollege. Hierbij een paar uitspraken van leerlingen over de kwaliteit van onderwijs: • Geef leerlingen niet zomaar de conclusies maar laat ze daar een tijdje over nadenken en laat ze dan zelf de conclusie trekken. Bespreek meer vraagstukken, hoe ga je met vraagstukken om, richt je op denkstrategieën. Het gaat niet altijd om de oplossing, maar ook om de weg er naartoe en het naar elkaar luisteren. • De leerkracht moet echt houden van zijn/haar vak. Zijn enthousiasme werkt aanstekelijk op de leerlingen. Leraren moeten zich goed voorbereiden zodat zij het verhaal echt vanuit de beleving kunnen vertellen. Leerlingen moeten hierop in kunnen gaan. Betrek ze in het verhaal, voer iets meer een gesprek dan alleen een betoog. • Leraren moeten hun lessen goed voorbereiden, streng zijn en openstaan voor feedback. Respect is belangrijk, een zakelijke relatie ook, geef zelf het goede voorbeeld. Mijn werk als rector is soms een aanslag op mijn etherlichaam, maar wat heb ik toch een mooie baan!
Directiebijdrage
Sneeuwvlokken Door Harry Gubbels, directeur Meander
Kinderen verkrijgen vrijheid door ritme, rust en regelmaat. Dagritme, weekritme en jaarritme bieden kinderen een bodem om zich in vrijheid te ontwikkelen als jongvolwassenen.
Kinderen dienen in een kleuterklas in een sprookjessfeer te leven. Het is erg belangrijk dat ze meegaan in de beweging en beelden. Dat hoort namelijk bij deze leeftijd. Kinderen leren vanuit het nabootsen en beelden helpen de kinderen te komen tot een sociale cohesie. Een voorbeeld is dat een kind met blokken kan spelen en deze omhooggooit om het ‘te laten sneeuwen’. Als de leerling hierop gecorrigeerd wordt (‘stop daarmee, dat is gevaarlijk’), leidt dat tot een te vroege wakkerheid in het hoofd. Dat hoort niet bij de leeftijdsfase. De volwassene kan ook aangeven dat de laatste sneeuwvlokken gevallen zijn. Dan blijft het kind in het beeld. Dit dient vanuit het beeld te gebeuren en niet vanuit de individuele correctie. Het uitleggen aan een kind in deze fase waarom er anders gehandeld dient te worden lost geen problemen op, maar creëert hen. Is een kind in deze leeftijdsfase ‘beeldloos’, dan is het als het ware ook ‘hulpeloos’. Een kind heeft vertrouwen nodig. Om tot vertrouwen te komen moet een kind zich kunnen overgeven aan de volwassene. Dat dient vloeiend te gebeuren. Een voorbeeld is dat als kinderen gaan opruimen, dat wordt geïnitieerd door een lied en niet door de opdracht om op te gaan ruimen. Ook hebben kinderen in deze leeftijd het nodig dat ze goed kunnen in- en uitademen. Ze moeten zo in het spel komen, dat ze er goed inzitten.
Fantasie De sprookjessfeer, de fantasiewereld moet geprikkeld worden. In de fantasie schep je namelijk je eigen beelden. Dus het inzetten van speelgoed dat niet ‘doorgevormd’ is, helpt de kinderen. Hoe pakken we dit met elkaar aan? De innerlijke houding bij alle volwassenen moet uitstralen ‘het is goed’. Dat geeft namelijk het vertrouwen aan de kinderen. En om de kinderen gaat het! Vraag nooit aan een kleuter: ‘Hoe was je dag?’. Dan moet het kind de dag beoordelen, dat hoort niet in deze leeftijdsfase. Straal als volwassene uit dat ‘het goed is’. Een kind moet zich ‘vrij’ voelen. Vrijheid, dat is mijn stellige overtuiging, kun je als mens alleen verkrijgen door ritme, rust en regelmaat. Een kind heeft een liefdevolle structuur nodig om
zich te ontwikkelen tot een ‘vrij mens’. Het ‘vrij mens’-zijn houdt in mijn optiek verband met het kunnen aanspreken van je denkvermogen; goed in je vel zitten en iets willen in het leven. Interesse hebben in de wereld. Kinderen zijn gebaat bij houvast in het leven. Een goed dagritme is van wezenlijk belang. Maar ook een weekritme en een jaarritme is broodnodig. Iedere ouder weet dat als het kind de ene avond om 19.00 uur naar bed gaat en de andere avond om 22.00 uur dat er iets met het kind gebeurt. Trouwens ook met de ouder.
Broodbakdag Op school hebben we een duidelijke lijn in het aanbieden van het ritme. Het jaarritme is terug te vinden in de jaarfeesten en de plek die de seizoenen innemen in het onderwijs. Heel duidelijk is dat terug te vinden in de kleuterklassen. Het weekritme zit in de vaste opbouw van de dagen en de verhoudingen daartussen. Niet voor niets wordt er op een vaste dag brood gebakken bij de kleuters. Het dagritme zie je bijvoorbeeld in het periodeonderwijs, dat een bepaalde structuur heeft. De afwisseling tussen de creatieve vakken en de oefenvakken heeft ook invloed op het houvast dat we de kinderen bieden. Met het houvast dat we de kinderen bieden in hun dagelijkse verbinding met school willen we een bodem leggen voor de zich ontwikkelende mens die in vrijheid als jongvolwassene de maatschappij tot vorm kan gaan brengen.
Vraag nooit aan een kleuter: ‘Hoe was je dag?’
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 5
De stoomboot door de kleuters uit de klas van juf Bea en juf Linda
6 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Sinterklaas door kinderen uit de klas van juf Sara en juf Linda
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 7
Bordtek Met het opstarten van de eerste vrije school in Stuttgart in 1919 is er door Rudolf Steiner ook veel aandacht besteed aan de aankleding van de schoollokalen. Met zorg werden kleuren en schilderijen per jaarlaag uitgezocht. Met het krijtbord heb je natuurlijk een prachtig instrument in handen om in het periodeonderwijs en met de jaarfeesten een kleurrijke tekening te plaatsen in je lokaal. Het is veel leuker dan een plaatje opzoeken en projecteren op een smartboard. De leerlingen zien de tekening ontstaan terwijl
Door Mayke Oakes, docent K
8 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
keningen je tekent en dat spreekt ze aan in hun wil. Vaak blijven de tekeningen ook een paar dagen staan en moet je bij de vaklessen de achterkant van het bord gebruiken, omdat de voorkant helemaal volgetekend is. Het is erg leuk om te zien, dat leerlingen je tekening zo mooi mogelijk proberen na te tekenen. Op het Karel de Grote College hebben we de afgelopen jaren mee kunnen doen aan speciale bordtekencursussen om onze creatieve kwaliteiten te verbeteren.
KGC
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 9
Herfstmarkt
Vetbollen maken in klas 1
10 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Herinneringen aan KGC Herinneringen aan KGC – Julia van Noort nu 8B Denkend aan Karel de Grote zie ik op de grijze Wedren een handvol auto’s staan. Daarnaast onze leuke school Honderd en één lokalen, enkele bomen, jongens en meiden, de schil van een banaan. En in de grote, grote zaal; stoelen en banken, de geur van drama, jij die me van het podium af stootte … tranen, bloed en pleisters ik die spontaan mijn tekst vergat “goedemiddag oma , uh …” gelach van mijn klasgenoten. Het jaar is bijna voorbij Karel is dan zes weken vrij een school om van te houden het is wat ik verwachtte, veel lol en veel leren hart en handen, hoofd schouders, knie en teen, op naar de achtste!
Herinneringen aan Holland – Hendrik Marsman Denkend aan Holland (a) zie ik breede rivieren (b) traag door oneindig (c) laagland gaan, (d) rijen ondenkbaar (e) ijle populieren (b) als hooge pluimen (f ) aan den einder staan; (d) en in de geweldige (g) ruimte verzonken (h) de boerderijen (i) verspreid door het land, (a) boomgroepen, dorpen, (j) geknotte torens, (k) kerken en olmen (l) in een grootsch verband. (a) de lucht hangt er laag (m) en de zon wordt er langzaam (n) in grijze veelkleurige (o) dampen gesmoord, (p) en in alle gewesten (q) wordt de stem van het water (r) met zijn eeuwige rampen (s) gevreesd en gehoord. (p)
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 11
Docentenbijdrage
Boetserende kracht houdt
Door Frans Schobbe, op woensdag werkzaam op de Meander in klas 6 van juf Els.
De oude Egyptenaren meenden dat de god Chnoem op zijn pottenbakkerswiel het lichaam van de mens maakte uit klei en dat Isis dit lichaam leven inblies. Kortom, om goed te begrijpen wat het etherlichaam is, kunnen we putten uit het mensbeeld van de oude Egyptenaren, stelt Frans Schobbe.
Laten we om te beginnen vaststellen dat zowel ether als lichaam totaal ongeschikte woorden zijn om het etherlichaam adequaat te omschrijven. Bij ether denken je aan dingen als ‘in de ether zijn’ als een radiozender of ether om mensen te verdoven en bij lichaam denk je aan iets fysieks. Het etherlichaam is niet in de lucht en is ook niet fysiek. Waarom gebruiken we dan die ongelukkig gekozen term? Ik heb eerlijk gezegd geen idee waarom we dat nog steeds doen maar het antwoord zal wel zoiets zijn als: het is traditie of bij gebrek aan een betere term. Steiner gebruikte in plaats van Ätherleib ook wel begrippen als Lebensleib, Bildkräfteleib, Elementarischer Leib, Zeitleib. Ik ga hier een poging doen om het uit te leggen.
Het vijfde element Het woord ether, dat door Steiner (Rudolf Steiner, grondlegger antroposofie, red.) werd gebruikt als hij het over der Ätherleib had is een antiek woord dat bij de oude Grieken werd gebruikt om een begrip aan te duiden dat het vijfde element werd genoemd en dat een geheimzinnige kracht was die de hemellichamen opriep te bewegen in een volmaakte cirkel. Naast de vier oerelementen aarde, water, lucht en vuur voegde Aristoteles het element ether toe als de kwintessens, de onveranderlijke sturende factor. Aristoteles noemde het etherlichaam threptikon. Het woord lichaam zaait ook verwarring. In de vorige Branding ging het over het fysieke lichaam en iedereen begrijpt wat lichaam betekent in relatie tot fysiek. Een lichaam in natuurkundige zin is een materieel tastbaar voorwerp en dat is het etherlichaam zeker niet. Maar wat is het dan wel? Ik vind zelf de uitleg van de oude Egyptenaren wel erg inzichtelijk. Zij hadden een gedifferentieerd mensbeeld waarbij de mens uiteenviel in een aantal samenstellende delen: Het fysieke lichaam noemde men de khet of de khat, De levende gestalte heette de Ka,
12 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
De ziel werd Ba genoemd, Het hogere ik heette Ach, De eeuwige vorm van de mens in het hiernamaals heette Sahoe, En dan waren er nog: het hart, de schaduw en de naam.
Natte klei De Ka komt het meest overeen met wat wij aanduiden met etherlichaam. De Ka kwam volgens de oude Egyptenaren voort uit het huis van de Ka’s en verbond zich met de khat als die werd geschapen. In de mythologie van de oude Egyptenaren werd het fysieke lichaam gemaakt door de god Chnoem uit natte klei op een draaischijf en kreeg het leven ingeblazen door Isis. De Ka was dus een levenskracht die zich bij het fysieke voegde en het daarmee tot leven wekte. De Ka werd beschouwd als de kracht die met het fysieke deel verbonden was gedurende het hele leven. Alle levende wezens - planten, dieren en mensen - hadden een Ka. Het hiëroglief van de Ka zijn twee armen, waarvan de onderarmen in een hoek van negentig graden omhoog wijzen. We moeten ons dit ‘Ka-gebaar’ echter voorstellen in ruimtelijke zin. Dan steken de armen niet omhoog maar horizontaal in een geste van omarming. Dit rituele omarmen staat symbool voor de scheppende kracht van de Ka. De Ka werd op afbeeldingen voorgesteld als een exacte kopie van de fysieke verschijning en is alleen hiervan te onderscheiden door de toevoeging van het hiëroglief voor Ka op het hoofd van de figuur. Een fraai voorbeeld hiervan is te zien in het graf van Toetanchamon in de vallei der koningen in Thebe. De Ka-gestalte staat altijd achter zijn heer en meester en omarmt hem, zodat de scheppende kracht van de Ka altijd het fysieke lichaam kan boetseren. Zoals de god Chnoem op zijn pottenbakkerswiel het lichaam van de mens maakt uit klei, zo boetseert de Ka de levenskrachten die de vorm van het fysieke lichaam ‘in model’ moeten houden. Dit toont veel overeenkomst met het woord Bildkräfteleib van Steiner.
Omarmd De Ka houdt de Khet voortdurend omarmd, ook in de slaap blijft de verbinding innig in stand. Zolang de Ka het fysieke lichaam omarmde heette het Khet en als het fysieke door de Ka was losgelaten dan werd het Khat genoemd. De Khet werd staande afgebeeld als hiëroglief en de Khat liggend. Logisch toch? De Ka is dus een boetserende kracht die voortdurend aan ons fysieke lichaam werkt om het in stand te houden.
ons fysieke lichaam in stand Op zoek naar het etherlichaam
Nu weten wij intussen iets meer van die boetserende krachten dan de Egyptenaren. We weten bijvoorbeeld dat in de eerste zeven jaar van het leven de afweerkracht van het lichaam grotendeels te danken
Inademen is leerstof opnemen, concentreren en focussen, uitademen is verwerken en spelen met de leerstof als kunstenaar. is aan de moeder. De boetseerkrachten die het fysieke opbouwen in die eerste jaren zijn voor een deel een geschenk dat het kind bij de geboorte meekreeg. In combinatie met de eigen individuele boetseerkracht bouwt het kind in die eerste jaren het fysieke lichaam op. En aangezien die jaren enorme veranderingen in het fysieke met zich meebrengen betekent dit dat de boetseerkrachten volledig moeten worden ingezet voor die opbouw. We weten ook dat de boetseerkrachten ritmisch hun werk doen en dat die ritmes zichtbaar en meetbaar zijn in onze orgaanfuncties. Als het leven ook in andere opzichten een ritmisch patroon volgt sluit dat goed aan bij die natuurlijke ritmische fase. Voor de gezondheid is ritme voor kinderen tussen 0 en 7 jaar van belang.
Aangezien het bij de boetseerkrachten gaat om ritmisch werkende krachten - alles dat leeft, leeft volgens een bepaald ritme - is het pedagogisch gezien verstandig daar rekening mee te houden. En kijk dan maar eens rond in een eerste klas; overal is daar met het belang van ritme rekening gehouden. Zowel met het jaarrooster, met zijn ritmes van afwisselende periodes en jaarfeesten, als met het weekrooster met wisselende vakken. Maar ook het dagrooster kent een ritmische afwisseling van inspanning en ontspanning. In de opbouw van een lesochtend is rekening gehouden met het ritme van de boetseerkrachten: er is eerst een ritmisch/muzikale opmaat om alle ritmische innerlijke krachten van de leerlingen op elkaar af te stemmen. Daarna wordt het denken aangesproken (intellectuele inspanning) waarbij ritmische geheugentraining een belangrijke rol speelt (reciteren, rijtjes leren, tellen en bewegen). Daarna wordt gezamenlijk de leerstof verwerkt in een vorm die kunstzinnig is: en ook hier speelt ritme een richtinggevende rol. Het onderwijs moet in zijn geheel in die eerste twee uur als het ware ademen. Inademen is leerstof opnemen, concentreren en focussen, uitademen is verwerken en spelen met de leerstof als kunstenaar. Als het onderwijs zo in elkaar steekt, is rekening gehouden met de inzetbaarheid van de boetseerkrachten als ‘leerkrachten’.
Surplus Pas als de eerste belangrijke opbouwfase voltooid is, is er sprake van een surplus aan boetseerkracht. En dat surplus is in staat om in dienst van het leren een functie te vervullen. Aangezien boetseerkrachten ritmische krachten zijn, is het verstandig om het leren ritmische elementen mee te geven zodat het beter aansluit daarbij. Nu is het gebruikelijk om het volgende te zeggen over het leren na de kleuterklas: ‘met de schoolrijpheid komen de etherkrachten voor een deel vrij (of worden geboren) als kracht om te leren of als kracht voor het denken.’ Wat betekent dat nou eigenlijk? We gaan ervan uit dat in de tandenwisseling iets zichtbaar wordt dat met een grote verandering samenhangt. Het kind sluit de eerste fase van groei af. De grootste veranderingen in het fysieke zijn tot stand gebracht en er is sprake van een surplus aan boetseerkrachten. En deze kunnen als ‘leerkracht’ worden gebruikt.
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 13
PUUX
Koffie ● gebak ● ontbijt ● lunch ● borrel
• 7 Dagen per week geopend van 10 tot 17.30 uur • Vergaderkamer op de 1e verdieping Biologische oliebollen vanaf 29 december Groenestraat 191 024-7502542 www.puux.nl Linda Brückwilder (docente Meander), Colet Falke,
Mylène van Irsel, Mariëtte van Slooten, Harry Perrée en Marie van der Zanden (ouders van leerlingen). Niet op de foto is Mayke Oakes (docente KGC).
de Caty’s Cursus ‘Ouders, Kinderen & Haptonomie’ Echt contact en verbinding! Zou je dit ook vaker willen ervaren in het dagelijks leven met je kinderen?!
Dan is het tijd voor
de Caty’s,
De haptonomie biedt hier veel mooie handvatten voor. !
voor al uw catering wensen!
Vanaf 19 januari kun je in 5 avonden praktisch aan de slag met wat er in het ‘samen zijn’ te ontdekken valt.!
Lot Etty
Daar wordt iedereen blij van! Meer informatie & aanmelden:
14 | Winter 2015 |
1
www.wendyvandam.nl
Het levenslichaam
Wilt u zelf ook wel eens rustig van uw feest of etentje kunnen genieten?
T 06•26•500•416 E
[email protected] W www.decatys.nl
Leerlingartikel
Daarom dus Door Julie Perrée, leerling klas 11 G Karel de Grote College
Hoe zamel je als KGC-leerling tijdens de WOWdag geld in voor het goede doel? Voor het derde opeenvolgende jaar pepernoten bakken om die vervolgens in de regen te verkopen? Julie Perrée ging op zoek naar een overdekt alternatief.
Elk jaar zet onze school, het Karel de Grote College, zich met de WOW-dag (Waldorf One World, red.) in voor een goed doel. Een doel dat mensen, vaak kinderen, in bijvoorbeeld arme of onveilige landen helpt. Mensen die het moeilijk hebben en wel wat hulp kunnen gebruiken. Wij als school dragen hier elk jaar een steentje aan bij. Elke keer kiezen we een ander doel. Dit jaar steunen we de hulporganisatie Caritas in Georgië. In Georgië leven nu ongeveer anderhalfduizend kinderen op straat. Vaak komt dat door armoede, maar
ook huiselijk geweld of het overlijden of ontbreken van ouders kan een oorzaak zijn. Caritas zet zich in voor deze kinderen door ze op te vangen in dagcentra, nachtverblijven en weeshuizen. Hier kunnen ze douchen, krijgen ze eten en schone kleren, kunnen ze spelletjes spelen en zelfs leren lezen, schrijven en rekenen. In de eerste twee jaren op onze school worden er activiteiten georganiseerd. Dan kun je bijvoorbeeld zelf portemonneetjes maken en verkopen of sponsors zoeken en sporten. De jaren daarna mag je zelfstandig een manier verzinnen om geld in te zamelen. Ik heb twee jaar achter elkaar met vriendinnen pepernoten gebakken en verkocht. Dat ging altijd best goed; mensen wilden meestal wel een zakje kopen, maar het duurde altijd weer veel langer dan ik van tevoren dacht: ingrediënten kopen, deeg maken, honderdduizend bolletjes kneden, in de oven ... En dan nog verkopen, als je pech had in de regen. Daarom besloot ik dit jaar eens wat anders te doen: schaatsen. En dan voor geld. Klinkt als een goed plan, vond ik zelf. Niet dat het mijn eigen idee was, de halve school ging schaatsen, maar goed. De bedoeling was om mensen te zoeken die je wilden sponsoren per rondje. Als ze liever een vast bedrag wilden geven, kon dat ook. Kennelijk had niemand zin om onverwachts heel veel geld te moeten betalen, dus kreeg ik van iedereen een vast bedrag. Van mijn vader kreeg ik 12,50 euro, mits ik een stukje over de WOW-dag voor De Branding zou schrijven. Daarom dus. Andere mensen hadden ook heel leuke ideeën. Zo organiseerden een paar klasgenoten in de kantine een kledingmarkt met ingezamelde kleding. Anderen gingen met vluchtelingen van Heumensoord op school koekjes bakken en schilderen om ze een leuke dag te bezorgen. Zo deed iedereen wat, als het goed is.
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 15
Advertenties
de groeierij voor
krachtig ouderschap & gelukkige gezinnen
16 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Docentenartikel
Door Mayke Oakes, docent Nederlands op het KGC
Waldorf One World: mooie ontmoetingen
Op vrijdag 13 november hebben KGC-leerlingen met bijzondere acties geld verzameld voor straatkinderen in Georgië.
Vrijdag 13 november was de dag, waarop de leerlingen van het Karel de Grote College zich hebben ingezet voor een goed doel tijdens de WOW-dag (Waldorf One World). Gevoed door het feest van Sint Maarten - bij uitstek het feest van onzelfzuchtigheid en zorgen voor de ander - gingen ze aan de slag met workshops, bootcamps, flashmobs en vele andere activiteiten om geld te verdienen voor het straatkinderen project van Caritas in Georgië. Er was zelfs een ware tweedehands spullen- en kledingbeurs ingericht in de kantine. Verschillende leerlingen uit de 11e klas hebben met vijf Syrische leeftijdsgenoten uit het vluchtelingenkamp van Heumensoord samengewerkt om heerlijke hapjes voor de verkoop te maken. Voordat ze hard aan het werk gingen, was er eerst een informele kennismakingsactiviteit, waarbij ze na een rondleiding door de school samen euritmie deden.
Reacties van de KGC-leerlingen: Nina uit 11G: “Het was een geweldig dag met leuke en aardige mensen. Ze spraken heel goed Engels! Ik ben blij dat ik ze heb ontmoet.” Sarah: “Het zou leuk zijn als we contact met deze jongeren kunnen houden; ze waren echt heel aardig. Hun verhalen over hun reis naar Nederland waren soms behoorlijk heftig.” Eline: “Het was bijzonder om hun verhalen te horen.”
Reacties van de gastleerlingen: Mohamad: “Today was the first time I felt happy in a long time. Everybody was so nice! I will never forget this day in my life.” Haded: “I hope to have some new friends now here. Thank you for this great day. I’m so happy to be here. I wish I could spend every day here, because I met so many wonderful people.” Fadia: “Is was a beautiful day, I’ve learned a lot about cooperation.”
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 17
Externe bijdrage
Stevig stap ik op de aarde... Door Monique van der Zanden, kinderboekenschrijfster en oma van een kleindochter op de Meander.
Soms hebben kinderen moeite met ‘aarden’. Levenskracht heeft ook te maken met levenslust. Vinden wat bij je past, wat niet loodzwaar voelt of knelt, speelt daarin een belangrijke rol. Pas dan kun je zeggen: Stevig stap ik op de aarde Ik wil hier wonen, ik wil hier werken Wat ik in de hemel gaarde Wil ik aan de mensen geven
Engelenschoenen
Er was eens een engeltje met zilveren haren en warme ogen. Als ze lachte, klonken er belletjes in haar stem. Ze woonde in de hemel, waar ze samen met een heleboel andere engeltjes op blote voetjes mocht spelen en ravotten. Vaak hielpen ze de grote engelen met het maken van prachtige dingen die de mensen beneden op aarde veel blijdschap brachten: bloemen in allerlei kleuren en vormen, bonte vlinders, regenbogen en schitterende kristallen. Het engeltje met de zilveren haren bedacht de mooiste dingen van allemaal en kon ze ook nog precies zo vorm geven als ze in haar hoofd zaten. Op een dag riep een grote engel haar bij zich en zei: ‘Klein engeltje, jouw talent is zo bijzonder, je mag naar de aarde gaan om daar te werken met klei en steen, met glas en hout, met verf en linten en schelpen, allemaal dingen die we in de hemel niet hebben. Zo kun je de aarde nóg mooier maken. Vandaag word je geboren.’ ‘Ik wil niet naar de aarde,’ zei het engeltje beduusd. ‘Ik vind het hier veel te fijn.’ ‘Op aarde is het ook fijn,’ vertelde de engel. ‘Alleen moet je misschien even wennen. Kom, ga mee door de hemelpoort en geef me je vleugeltjes zodra we over de drempel zijn. Op aarde heb je er niets aan, daar moet je schoenen zoeken die je goed passen en lekker zitten. Ik zal je vleugeltjes bewaren voor als je weer terugkomt.’ Maar op de drempel begon het kleine engeltje te huilen. ‘Kijk eens hoe hard en donker de aarde eruit ziet,’ snikte ze. ‘Laat me mijn vleugeltjes toch houden totdat ik schoenen heb gevonden die me passen.’
18 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
De grote engel keek bezorgd, maar kreeg toch medelijden. ‘Vooruit dan,’ zei hij. ‘Een poosje.’ Het kleine engeltje werd een klein, lief meisje met zilveren haartjes en warme ogen. Niemand op aarde zag de twee vleugeltjes op haar rug. Ze liep op blote voetjes door het zand en het water en het gras, maar vaak keek ze verlangend omhoog naar de sterren. Soms probeerde ze stiekem te vliegen, maar op aarde is alles zwaarder en dat lukte haar niet. ‘Nu moet je heus op zoek naar geschikte schoenen,’ zei de grote engel op een dag. ‘Het is de hoogste tijd.’ Het meisje dwaalde over steile bergen langs diepe afgronden tot ze in een dorpje kwam. Daar zat een schoenmaker op het plein. ‘Schoenen, mooie schoenen,’ riep de schoenmaker. ‘Vandaag geef ik ze gratis weg!’ Het meisje zuchtte en zei: ‘Doe mij maar een paar alstublieft.’ Ze kreeg van de schoenmaker een paar stenen schoenen. ‘Oei, wat zijn ze zwaar,’ zei ze geschrokken. ‘Hier kan ik niet op lopen.’ ‘Iedereen hier loopt erop,’ zei de schoenmaker beledigd. ‘Zie je dat niet? Met stenen schoenen sta je tenminste stevig op aarde. Dat is verstandig. Je moet natuurlijk wel een beetje je best doen.’ Het meisje deed ontzettend haar best, maar hoe meer ze op haar stenen schoenen liep, hoe meer pijn ze haar deden. En toen de grote engel in een droom verscheen om haar vleugeltjes op te halen, huilde ze: ‘Neem ze nog niet mee, alsjeblieft. Ik kan ze nog niet missen.’
‘Op aarde is het ook fijn,’ vertelde de engel. ‘Alleen moet je misschien even wennen. ’
‘Vooruit dan maar,’ zei de engel. ‘Nog een klein poosje. Zoek maar goed verder.’ Het meisje dwaalde lange tijd door een schroeiende, lege woestijn tot ze in een dorpje kwam. Ook daar zat een schoenmaker op het plein. ‘Schoenen, mooie schoenen,’ riep de schoenmaker. ‘Vandaag geef ik ze gratis weg!’ Het meisje schopte opgelucht haar stenen schoenen uit en zei: ‘Doe mij maar een paar alstublieft.’ Ze kreeg van de schoenmaker een paar ijzeren schoenen. De zon brandde erop en ze werden gloeiend heet. ‘Oei, ik krijg blaren,’ snikte ze. ‘Hier kan ik niet op lopen.’ ‘Stel je niet aan,’ zei de schoenmaker kwaad. ‘Alle mensen hier lopen erop! IJzeren schoenen zijn onbuigzaam zodat je weet waar je aan toe bent. Dat is nuttig. Pas je gewoon aan, dan voel je er op een dag niets meer van.’ Het meisje probeerde zich aan te passen, maar hoe meer ze op haar ijzeren schoenen rond strompelde, hoe groter de blaren op haar voeten werden. Toen kreeg de grote engel medelijden met haar. Opnieuw verscheen hij in een droom en trok een veer uit zijn vleugels. Hij blies hem van zijn hand en zei: ‘Loop deze veer achterna. Waar hij landt, verandert hij in schoenen die zo zacht zijn als dons. Als je die aantrekt, zal je merken dat de aarde een heerlijk thuis kan worden voor een engeltje.’ Het meisje hinkte de grillig dwarrelende veer achterna, terwijl ze hem met moeite in het oog hield. Erg snel
vooruit kwam ze niet, want haar voeten brandden en bloedden. Vastberaden klemde ze haar kiezen op elkaar voor het laatste en moeilijkste deel van haar reis. De nacht viel om haar heen en ze sleepte zich voort door het donker. Ze waadde door moerassen en klauterde over steenhellingen. Wat ze niet kon zien, maar soms kon voelen, was dat de grote engel trouw naast haar ging. Elke keer als ze viel, hielp hij haar opstaan en kuste haar wangen om haar tranen te drogen. Eindelijk zag het meisje hoe héél in de verte de veer zacht wiegend landde en eindelijk, eindelijk kon ze haar hand uitsteken om hem te pakken. Onder haar aanraking veranderde hij als bij toverslag in een paar sneeuwwitte schoentjes, zo zacht als dons. Een beetje bang trok ze die aan … Zouden ze pijn doen, net als de andere schoenen? Nee! De pijn was voorbij. Deze schoenen waren warm en licht en zacht en soepel en zaten als gegoten. Het was precies wat ze nodig had. Het meisje deed een paar stappen en de engelenschoenen droegen haar over de aarde alsof het vleugels waren. ‘Ze passen!’ juichte ze en draaide lachend een pirouette. ‘Schoenen, breng me naar klei en steen, naar glas en hout, naar verf en linten en schelpen, want nú kan ik aan de slag!’ ‘Krijg ik dan nu je vleugeltjes?’ glimlachte de engel die naast haar verscheen. ‘Op deze schoenen kun je engel en mens tegelijk zijn, precies zoals je bestemming is. Nu je je schoenen gevonden hebt, kun je op zoek naar je geluk. Het ligt al op je te wachten om je te omhelzen.’
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 19
Wil je meer natuurlijke inspiratie? Kom dan naar de helende tuin!
V ADERVUUR !
de succesvolle training voor mannen die hun kinderen de beste vader gunnen !
- 5 avonden, start 25 januari 2016 -! de Pelmolen, Beek-Ubbergen ‘Een aanbeveling voor iedere man die het vaderschap serieus neemt en erin wil !groeien.’
www.praktijkvader.nl !
OOK VOOR INSPIRERENDE BLOGS, INDIVIDUELE VADERCOACHING EN HET GRATIS E-BOOK ‘HOE WORD JE DE VADER DIE JE WILT ZIJN?’
Via de natuur, zul je nieuwe energie vinden. Annette Beerens tuintherapeut en natuurcoach Rijksweg 12, 6581 EL, Malden 06 15 647 097
[email protected] www.changingcolors.nl
WINKELCENTRUMMOLUKKENSTRAAT “Kwaliteit, service en winkelgemak in de buurt “
Bloemenveld
en natuurlijk een uur vrij parkeren
20 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Column
Bomen Anne Vellinga, , scharrelaar, jager en fantast en bovenal schrijfster
Het etherisch lichaam hangt als een levende sluier om ons heen in hetzelfde model als ons lichaam, maar dan onzichtbaar. Het kan ook zijn dat het dwars door ons lichaam heen zit. Eerlijk gezegd weet ik dat niet en ik kan het niet meer vragen aan Jaant Loos, de nestor van school. Wij woonden samen in Villandry op de Bosweg, waar de school begon. Ik moest alles nog leren en zij wist alles. Ze liet mij mijn gang gaan en observeerde dat met wijze blik. Wat ik ook deed, zij wist het een geestelijke achtergrond te geven, wat mij organisch verbond met de vrijeschool en antroposofie. Anne was, met juf Jaant Loos, de eerste leerkracht aan onze school, van 1974 tot 1981. Ze schrijft al tien jaar columns voor het Noordhollands Dagblad. Daarnaast heeft ze een eigen weblog (www. annevellinga.nl) en schrijft ze gedichten, korte verhalen en romans. Blog: www.annevellinga.nl
Ik ging bijna elke dag met mijn klas het bos in, rennen door knisperende herfstbladeren, kastanjes verzamelen en hutten bouwen. Jaant zei niet dat ik heemkunde moest geven, ze zei: ,,Mooi! Zo voed je de etherkrachten. Ik heb vier versjes voor je over bomen, de ritmes kun je met de kinderen lopen, de teksten opschrijven en de bomen erbij tekenen.’’ Toen ik de bomen op het bord tekende en het wolken leken, zei ze: ,,Mooi! Jij tekent de etherkrachten.’’ Zo voedde zij ongemerkt mijn zelfvertrouwen, mijn kennis en mijn etherlichaam. Helaas is Jaant er niet meer om mij verder in de etherkrachten in te wijden, maar op wonderlijke wijze blijft ze opduiken in mijn leven. Trek ik vanochtend het gordijn open, vliegen er takken door de lucht. Twee groene mannen duiken op, tuinmannen. Ik vraag hen op de koffie. Ze trekken hun bemodderde schoenen uit en gaan zwijgend aan tafel zitten. ,,Willen jullie koffie met melk?’’ Jan wil zwarte koffie, Piet wil thee, doodgewone thee. ,,Ik sla dood van de lucht die van die zogenaamde kruidenthee afslaat. Er zit meer chemie in dan kruiden.’’ ,,Ik krijg maagpijn van looizuur.’’ ,,Looizuur is beter dan chemicaliën.’’ ,,Mijn kruidenthee is puur natuur.’’ Piet steekt zijn neus in mijn kruidenthee. ,,Dat ruikt niet verkeerd, maar het is een raar mengsel. Dan weet je nog niet wat je drinkt.’’ ,,Dat staat erop.’’ Piet kijkt of ik niet weet dat melk uit een koe komt en aardappels uit de grond. ,,Ze kunnen er alles wel opzetten. Ik zit in de tuinen en die barsten allemaal van het onkruid, heel eigenaardig zo sterk als dat is, daar kan niets tegenop. Toen hoorde ik van een cursus, wat je met onkruid kunt doen. Dat wou ik weten.’’ Jan staart in zijn koffie als een wilg naast een sloot. Piet komt los. ,,Ik gebruik dat onkruid nu altijd, want met dat snoeiwerk snijd ik me de hele tijd in de vingers.’’ Jan kijkt er niet van op. Ik vraag wat hij gebruikt. ,,Smeerwortel, dat smeer je erop en dicht zit het. Ik kan gewoon door met mijn werk. Weegbree kan ook, dat staat in elke tuin.’’ Dit is zo’n moment dat Jaant opduikt: ,,Dat zijn de etherkrachten!’’ Piet grijnst: ,,Zo’n kruidencursus is prima, maar één ding moeten ze afschaffen: kruidenmaskertjes. Je denkt toch niet dat ik dat opsmeer tussen al die vrouwen?’’
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 21
Advertenties
Wij zijn bekroond
met 1 ster
bij de verkiezing Slager met Ster!
Hier zijn wij heel trots op
Gastouderopvang
Opaaltje bestaat 10 jaar!
“
“
Door ouders meer zekerheid te bieden, hebben ook de kinderen meer rust.
Heemhuys Natuurlijk
22 | Winter 2015 |
Jacobine Mülschlegel Opaalstraat 170, Nijmegen
T: 024 - 350 53 43 E:
[email protected] www.Heemhuys.nl
Het levenslichaam
Komt gerust langs en laat u inspireren voor de Kerst! De Groene Weg slagerij Bas Derksen Groenestraat 189 | Nijmegen T. 024 355 50 60 nijmegen.degroeneweg.nl
[email protected]
Column
Onzichtbare krachten Peter Josemans, leerkracht Meander
Een stukje schrijven in een tijd waarin het bestaan een kil, leeg leven lijkt te voeren … Dat is even niet zo eenvoudig. Misschien is teruggaan in goede herinneringen een optie, om zo weer een beetje leven in de brouwerij van de bovenkamer te krijgen. Gisterenavond waren mijn eega en ik bij de voorstelling van de Brabantse liedjeszanger Gerard van Maasakkers en zijn kompaan Frank Cools. Los van dat die twee prachtig zongen en snaren bespeelden, was de voorstelling zo leuk door het publiek: de zaal zat niet alleen vol, maar was ook gevuld met gelijkgestemden, veelal de wat ouderen onder ons. De liedjes gaan bij die twee artiesten over het leven van de gewone mens, over kleine dingen die echter voor iedereen herkenbaar zijn en blijkbaar toch een grote rol spelen.
En die mensen (wij ook, maar zij nog meer, ik denk omdat het voor ons de eerste keer was en de meeste anderen waarschijnlijk trouwe fans waren…) reageerden ongelooflijk alert en spontaan op de prikkelende, weemoedige en vooral ook komische teksten. Veel was gebaseerd op herinneringen aan ‘toen ik nog een jongen was, en ons pa…’, of ‘toen ik nog jong was en dat meisje…’, of ‘ons moeder…’ En dat dan allemaal met heerlijk Brabantse en Vlaamse tongvallen. En er ging iedere keer een schok van herkenning door het publiek wanneer er oude liedjes van toen werden opgehaald. En de mensen zongen op het uitnodigende handgebaar van Gerard, of op de schalkse uitnodigende knipogen van Frank, spontaan en buitengewoon goed op toon mee, de woorden en melodieën opdiepend uit hun geprikkelde levenslichaam, dat als een warme bron begon te stromen. Er was vreugde, genieten …, geen poeha, alles heel gewoon, maar uiterst attent.
Door het stromen van de onzichtbare krachten die het levenslichaam vormen, en die op mysterieuze wijze ons vleselijke lichaam in stand houden, worden doodskrachten opgeheven en voor het gevoel eventjes overwonnen. De ziel krijgt vleugels en de tijd wordt als ‘doen’ in plaats van als ‘wachten’ beleefd. En die levendige indrukken worden in het geheugen van dat levenslichaam opgeslagen en blijven beschikbaar, vaak zelfs nog wanneer door ziekte het gewone geheugen wordt aangetast. Herinneren brengt de levenskracht weer terug in een mens!
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 23
Docentartikel
Over het etherlichaam en de tuinman Door Jean-Pierre van Groeningen, leerkracht van klas van de Meander.
Is je kind tanden aan het wisselen? Dan zit het in de periode dat het etherlichaam wordt geboren, zo rond het zevende levensjaar. Pas dan krijgt het kind een innerlijk voorstellingsvermogen en vormt het gedachten en beelden.
“Vanuit de geestelijke wereld is dit kind tot ons afgedaald, wij hebben zijn raadsels te ontsluieren, van dag tot dag en van uur tot uur.” Zo klinkt op een vrijeschool iedere dag de spreuk in de kring van leerkrachten, voordat de lessen gaan beginnen. Dit heeft nogal wat consequenties voor het lesgeven. Een kind in de klas is dan niet een onbeschreven blad, een wezen zonder voorgeschiedenis, maar een individualiteit die haar of zijn eigen drijfveren en motieven heeft. Uit een vorig leven neemt het kind (onbewust) doelstellingen mee die het in het huidige leven tracht te realiseren. Zo komt er een derde factor – individualiteit – bij de twee factoren die de ontwikkeling van een kind bepalen: erfelijkheid en milieu. Deze derde factor speelt in mijn onderwijs een beslissende rol. Als leerkracht wil ik niet vooral het kind confronteren met wat de buitenwereld vraagt, maar zoek ik in de eerste plaats naar wat uit het kind zelf te voorschijn wil komen.
Verborgen intenties Als leerkracht begeleid ik een kind in de eigen ontwikkeling, zodat het de inzichten en vaardigheden kan verwerven waarmee het de maatschappij kan vormgeven. Ik denk dan aan het leren herkennen van wat een kind aan verborgen intenties met zich meebrengt en aan het scheppen van een pedagogisch klimaat waarin die drijfveren het uitgangspunt vormen van wat er in de klas gebeurt. Als leerkracht ben ik mij
24 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
ervan bewust dat ik niet de schepper ben van een bloem, maar hooguit de tuinman die liefdevol de plant verzorgt en daarmee de condities voor de bloei heeft bewerkstelligd. Een mensenkind bestaat uit een zichtbaar en een onzichtbaar deel. Het zichtbare gedeelte is het fysieke lichaam. Door dat fysieke lichaam maakt het kind deel uit van de fysieke wereld; met eigen ogen kan het kijken, met eigen oren horen, met eigen mond de stoffen uit de wereld tot zich nemen en met eigen maag dezelfde stoffen verteren. Dat fysieke lichaam is geheel doortrokken van een volgend lichaam, het etherlichaam (ook wel: lichtlichaam, levenslichaam, vormkrachtlichaam, gezondheidslichaam) dat onder meer de levensprocessen in het fysieke lichaam verzorgt. In feite bestaat het fysieke lichaam uit dode materie. Dat die dode materie gaat leven, dat bijvoorbeeld het hart klopt en het bloed stroomt, hangt samen met de werking van het etherlichaam. Dit etherlichaam wordt niet direct met het fysieke lichaam geboren, maar pas rond het zevende levensjaar. Pas dan heeft het zich voldoende geïndividualiseerd om los van het etherlichaam van de moeder te kunnen bestaan. Fysiek wordt dit moment gemarkeerd door de tandenwisseling, psychisch door de ontwikkeling van een eigen voorstellingsleven in het innerlijk van het kind. Dit etherlichaam maakt het ook mogelijk dat de mens een innerlijk voorstellingsvermogen schept; met de krachten van het etherlichaam vormt het kind gedachten, vormen en beelden.
Herhalingen, herhalingen De kleuter heeft nog geen zelfstandig volgroeid etherlichaam. Het etherlichaam is zich aan het vormen. Het geheim van de ontwikkeling van het kind tot aan de tandenwisseling is dat het geheel leeft in het nabootsen, in het herhalen van wat hem in de ruimste zin van het woord als gebaar vanuit de buitenwereld tegemoet komt. Dezelfde vaste patronen en gebruiken maar ook dezelfde verhalen zijn voor een kleuter een genot. Want een nog niet volgroeid etherlichaam houdt in dat de kleuter nog niet de beschikking heeft over de etherkrachten om innerlijk allerlei voorstellingen vast te houden. Zo begint op de vrijeschool het leren en onthouden van feiten dan ook pas rond het zevende jaar. Tot dat moment wordt gewerkt met de geaardheid van de kleuter, die spelenderwijs de werkelijkheid leert kennen.
Een kleuter leeft in de eerste plaats in zijn zintuigen, hij kijkt en hoort, betast en proeft, gaat van de ene zintuiglijke beleving naar de andere. Een innerlijke continuïteit, die pas kan ontstaan als het etherlichaam voldoende zelfstandig is geworden, bestaat nog niet. Hij bootst de dingen die hij ziet en meemaakt als het ware na, gaat daar helemaal in op zonder in zijn binnenwereld echt stil te kunnen staan bij de betekenis die de dingen voor hem kunnen hebben. De rol van de opvoeder bestaat in een vrijeschoolkleuterklas dan ook uit vóórdoen, het voorbeeldig handelen.
al vroeg aan te spreken op vermogens die eigenlijk pas met de geboorte van het etherlichaam ontstaan, zoals het onthouden van feiten en het vormen van oordelen. Het gevolg daarvan is dat het etherlichaam vaak sneller wordt geboren, rond het zesde of zelfs al het vijfde levensjaar. De krachten in het etherlichaam zijn te snel aangewend voor het scheppen van een innerlijk voorstellingsleven, met als gevolg dat het fysieke lichaam niet harmonisch volgroeit. Zo kunnen concentratieproblemen ontstaan.
Door middel van euritmie of kringspel probeert een leerkracht het kind bijvoorbeeld wakker te maken in zijn armen en benen. De kleuters maken grote, zware stappen als reuzen, huppelen als kabouters of lopen op hun tenen als elfjes. De leerkracht laat ze typisch menselijke werkbewegingen maken, zoals houthakken en zagen. Alles wat ze doen, gebeurt op het ritme van klanken, van een rijmpje of een verhaaltje en het liefst met begeleiding van een muziekinstrument.
Na de geboorte van het etherlichaam verandert het kind en spreken wij van schoolrijpheid: • het kind begint in zichzelf naar antwoorden te zoeken op de zintuiglijke indrukken die hij van ogenblik tot ogenblik heeft; • het voelt de behoefte om die uiterlijke wereld als het ware op te bouwen, na te bouwen in zijn ziel in de vorm van voorstellingen en beelden; • het zoekt spontaan naar wat ‘goed’ en ‘niet-goed’ is; • het ontwikkelt een beginnend
Concentratieproblemen
•
vermogen tot oordelen maar vanuit zijn gemoed en nog niet vanuit abstractie en logische zin; het kan een krachtig gevoel tentoonspreiden met betrekking tot wat goed en wat niet goed is, maar is daarin nog onzeker en heeft behoefte aan autoriteit.
Geboorte Een leerkracht is in staat waar te nemen hoe bij een kind de geboorte van het etherlichaam rond het zevende jaar zich voltrekt. Hij kan ‘zien’ of die geboorte te vroeg of te laat komt, niet volgens het boekje, maar volgens de geaardheid van dat kind zelf. Het fysiek lichaam en het etherlichaam worden beiden omhuld en doordrongen door een derde lichaam: het astraal lichaam.
In onze cultuur bestaat de neiging het kind
Onze cultuur spreekt het kind al vroeg aan op vermogens die pas met de geboorte van het etherlichaam ontstaan: feiten onthouden en oordelen vormen.
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 25
Advertentie
K
inderopvang rijk van nIjmegen: Antroposofische kwaliteit in Oost! een warme en veilige plek voor uw kind(eren) *
Baby’s en peuters: Kinderdagverblijf “de Zonnestraaltjes”
*
Peuterspeelzaal “De Toverbengels”
*
Kleuters: Buitenschoolse opvang “de toverfluit / De Bosbengels“
*
Sportieve kinderen: Buitenschoolse opvang “Oberon sport”
*
Buitenkinderen: Buitenschoolse opvang “keizer Karel / De Bosbengels / de verkenners”
*
Creatieve en muzikale kinderen: Buitenschoolse opvang “de flierefluit”
*
Wij verzorgen ook naschoolse zwemlessen in Sportfondsenbad Oost!
Worden wie je bent. wij hopen kinderen te leren samenleven op basis van individuele verschillen. Natuur neemt bij ons een belangrijke plaats in.
Www.korvn.nl 024 – 8443347
26 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Medewerkersartikel
‘Mijn idealen redden het niet in de praktijk’ Door Mandy van der Krogt, remedial teacher op de Meander
Een telefoontje over een dood konijn kan je zomaar doen realiseren waar opvoeden nu eigenlijk over gaat. Niet alles is te repareren met liefdevolle aandacht, structuur, ritme en goede voeding. Maar gelukkig geeft loslaten lucht en ruimte.
Een rinkelende telefoon in de avond, bijna ongewoon in deze tijd van mail en whatsapp. Ik heb een snikkende pleegdochter van 28 aan de andere kant. Pas na een tijdje begrijp ik dat ze met een levenloos konijn op schoot zit, het beestje waar ze al jaren op haar manier goed voor zorgt en dat onderhand een soort gouden beestje is geworden, zoveel geld is er in gestopt qua medicijnen, operaties en speelgoed. Je zou er in India een jaar een gezin van kunnen onderhouden. Maar het konijn was een troost en soort van belangrijk doel in haar leven de afgelopen jaren. We hebben een troostend gesprek over het leven en de dood. Dat het konijn al de hele dag leek weg te glijden, en dat het de natuurlijke orde van het leven is. Ik sluit met een glimlach het gesprek af, ze kan het verder weer zelf.
Druk gezin Er zijn weken dat ik bijna helemaal vergeet dat ik ooit een druk gezin had met drie
kinderen, honden, katten, huis en tuin, met daarnaast werk op school. Dagen die in een strak ritme verliepen, en waar structuur een grote rol speelde. Met een pleegdochter die zonder niet kon functioneren; zij zorgde ervoor dat je je bewust bleef van de gevolgen van veranderingen in het schema, of van het je niet houden aan het dagelijkse ritme. Het gaf haar duidelijkheid en veiligheid om te weten hoe alles verliep. Van een spichtig bleek huilebalkje van vier jaar werd ze een gezondere kleuter en later schoolkind. Opvoeding bleek vóórdoen, er altijd zijn in woord en gebaar, zelf als ouder kiezen om iets te doen of te laten ook al viel dat voor jezelf niet mee. De omgang met de dieren moest ze stap voor stap aangeleerd krijgen. De eerste dagen schopte ze naar de honden en sloeg naar de katten. Eerbied en verwondering voor natuur en levenskracht was niet iets vanzelfsprekends. De vrijeschool was in die dagen een grote steun om te helpen opbouwen en vormen. Ze genoot van de verhalen, de sfeer en het duidelijke ritme in het jaar. Extra euritmie, muziek en handvaardigheid zorgden voor versterking. Door de jaren heen moest ik echter toegeven dat mijn idealen het niet gingen redden in de praktijk van het leven. Niet alles is te repareren door liefdevolle aandacht, structuur, ritme en goede voeding. Met een meer realistische blik kijk ik 24 jaar later naar het hele proces en zie dat het goed is zoals het is. Het is fijn om ouder te worden en te zien dat je in je eentje niet alles kunt, maar dat veel ook door het lot en de wereld bepaald is. Loslaten geeft lucht en ruimte.
Luikje En aan de andere kant zijn er vaak dit soort onverwachte momenten dat je ziet dat er wel zeker veel aangekomen en veranderd is, dat niets voor niets is. Al je inzet als ouder, je opoffering soms die zich in het gewone dagelijkse leven niet altijd terug lijkt te betalen, is nodig om je kind zijn lichaam en leven te laten opbouwen. Jammer dat je niet af en toe een luikje naar de toekomst kan openen en dan kan zien hoe goed het is dat je er nu bent in dat kinderleven, en zo hard werkt aan opvoeding en een gezond dagelijks leven.
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 27
Docentenartikel
Zes uur rijden met Door Hans de Leeuw, docent handvaardigheid/techniek Karel de Grote College.
Op 1 oktober jl. vertrok docent Hans de Leeuw van het Karel de Grote College naar India om met leerlingen van de vrijeschool in Hyderabad boten te gaan bouwen. Samen met collega’s uit Nederland leert hij een boot te bouwen met moderne technieken, gaat hij varen en leert hij navigeren. In zijn reisjournaal onthult hij niet waarom hij boten gaat bouwen in India, maar leert hij ons wel veel over het dagelijks leven daar.
De vertrekdatum komt steeds dichterbij en alles komt bij mij in het teken te staan van deze reis naar India. Vlucht geboekt, visum geregeld, inentingen ... De bootplannen en de modelboot zijn opgestuurd en het wachten is op de definitieve go. Zijn er voldoende deelnemers ? India is inderdaad heel anders dan ons schone georganiseerde landje. Wat me als eerste opvalt is de enorme verkeerschaos. We rijden vanaf het vliegveld in het zuiden van Hyderabad dwars door de stad naar het noorden waar de Abhaya school staat. Een enorme verkeersstroom met brommers, scooters en tuktuks (die hier ‘otos’ worden genoemd), vrachtwagens bussen en alles rijdt door elkaar. Iedereen gebruikt zijn claxon om zijn of haar ruimte af te bakenen. Met de claxon wordt gecommuniceerd ‘ik kom er aan’, ‘ik wil er langs’, ‘ik ben langszij’, ‘ga niet opzij’, of gewoon ‘hier ben ik’. Jayesh (de organisator van het botenbouwproject) zei dat het relatief rustig was, want iedereen had een vrije dag en vierde het geboortejaar van Ghandi. Ik zou hier, geloof ik, niet durven rijden. Niemand geeft richting aan, iedereen slingert van links naar rechts in een grote wolk uitlaatgassen. Oh ja, er wordt links gereden, hoewel ook vaak als het kan op de rechterhelft van de weg.
Grote vleermuizen De boten bouwen we in de werkplaats. Die is helemaal open en met ventilatoren, waardoor het wel is uit te houden. ‘s Avond zitten er veel grote vleermuizen, ook in de werkplaats. Dus moeten we ‘s ochtends eerst de uitwerpselen opvegen. Omdat ik erg van opgeruimd houd, is dat het eerste wat ik hier heb gedaan. Zo zie je wat er allemaal is of niet is. We maken de boot, een flat skiff, volgens de stitch and glue-methode. Gezaagde multiplexdelen worden gebogen, met draad vastgezet en dan met epoxyhars gelijmd. De naden worden versterkt met glasvezelband en epoxy. De boot kan worden geroeid maar er is ook plaats voor een kleine buitenboordmotor. De boot is geschikt voor drie tot vier personen. Maar goed, de Abhaya school ligt op een rustigere plek in het noorden met veel groen. Het is hier erg warm en vochtig. De moesson loopt af, maar er zijn geregeld nog stortbuien. Het is erg leuk mijn collega’s Ivonne en Fay, die hier al twee weken zitten, weer te zien. Dat maakt het voor mij makkelijker hier te landen.
28 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Deze week staat in het teken van voorbereiding van de botenbouw. Gisteren samen met Jayesh de stad in geweest, met een klein busje met chauffeur, om materialen te gaan kopen. Een hele belevenis. Nu geen feestdag dus topdrukte en traffic jams. Alles is hier te krijgen. Je moet alleen weten waar, en hoe je er moet komen. Voor mij lijkt alles op elkaar. We zijn bij een bedrijf dat bootmotoren verkoopt, en worden doorgesluisd naar de kamer van de eigenaar en directeur. Ik denk dat het hier bijna 0 graden Celsius is. Hoe hoger de status hoe lager de temperatuur. De directeur is een vriendelijke man die geïnteresseerd blijkt te zijn in het vrijeschoolonderwijs. Zelf steunt zijn bedrijf een ngo (= non-gouvernementele organisatie, red.) die twee scholen steunt. We hebben nu de meeste materialen: hout (marine quality, dus duurder dan gepland), epoxyhars met harder, verf en rollers (ik heb voor lichtgroen gekozen), schuurpapier, en waarschijnlijk twee buitenboordmotoren (tweetakt 3,5 pk). Gisteren ben ik begonnen een peddel te maken, voor als de motor uitvalt.
Gaat het lukken? Vandaag (zondag) beetje relaxen, schrijven en een planning maken. Zaterdag beginnen we met bouwen. Spannend. Gaat het lukken? Even rust om wat te schrijven. Hoewel het er hier behoorlijk relaxt aan toe gaat. Het was wel even wennen; mijn collega’s uit Nijmegen en Maastricht zijn gisteren vertrokken. Ook alle kinderen van de school hier en de docenten zijn nu met vakantie. Donderdag was een erg hectische dag met een afronding van de lessen van Ivonne, Fay. Ik geloof dat ze erg tevreden zijn vertrokken. Woensdag heb ik met klas zeven windmolens gemaakt van petflessen. Dat was erg leuk, de leerlingen waren superenthousiast. Vandaag zijn we weer met onze contactpersoon Jayesh de drukte in gegaan om de buitenboordmotor te halen. Dat gaat hier toch net even anders dan in Nederland. Behoorlijk bureaucratisch en alles duurt en
Boten bouwen in India
t Fram en Arogeo op het dak
Flat skiff in aanbouw.
duurt. Maar we hebben er een. De tweede volgt later. We gaan twee boten maken en starten morgen om 9.30 uur. De eerste deelnemer komt dadelijk en de rest komt morgenvroeg. Koeien en buffels zijn hier heilige dieren en je komt ze overal tegen, loslopend. Vanmiddag kwam er in een heel smal steegje vanuit de ene richting een motorfiets en vanuit de andere richting een koe. En ik zat er tussenin. De koe had voorrang, ik kon nog net een winkeltje induiken.
De open werkplaats.
De namen hier zijn voor mij moeilijk te onthouden. Ze zijn vaak erg lang en voor ons westerlingen onherkenbaar. Aan iemands naam kun je trouwens wel zien tot welke kaste hij of zij behoort. Daar kom je niet meer vanaf, temeer er altijd binnen de eigen kaste wordt getrouwd. Hoewel de jongeren zeggen dat ze daar tegen zijn en het misschien anders gaan doen. Iedereen eet hier met zijn rechterhand, dus zonder mes of vork. Met het pannenkoekje wordt het eten naar de mond gebracht. Niet met de linkerhand , die wordt voor andere dingen gebruikt. Voor mij is altijd wel een vork of lepel. Collega’s Ivonne en Fay voor de slaapruimte.
Eerste laklaag Met het bouwen van de boten zijn we al goed op weg. De zijkanten zijn gelijmd, de meeste onderdelen zijn gezaagd en hebben een eerste laklaag gekregen. We hebben een erg gezellige en hardwerkende groep met Chaithanya Yalamanchili (afgekort tot Chet), Akhil Grudapati, Harshit (dit zijn de jongeren) Jayesh, Narin en ik. De jongeren hebben nul ervaring met het bewerken van hout, maar leren snel. We hebben twee groepen gemaakt en werken gelijk op. Er wordt veel gelachen en hard gewerkt, dus ik ben helemaal gelukkig hier. Het is erg warm hier, meestal ver boven de 30 graden en erg vochtig . Maar het went. Morgen zijn we hopelijk zover dat we de eerste bootdelen kunnen gaan samenstellen. De boten zijn waarschijnlijk al verkocht. Ik denk dat ik er thuis ook eentje ga maken. Al dagen worden we hier gewaarschuwd dat er een slang rond de school is gesignaleerd. We moeten de ruimtes gesloten houden zodat de slang niet naar binnen komt. De slang is niet zo maar een slang, maar een cobra. Hij is al een paar keer gespot rond het sportveld, ik heb hem jammer genoeg nog niet gezien. Tot vandaag dan. Er is opwinding, want de slang heeft zich verschanst in een afvoerpijp onder het pad. Tuurlijk gaan we er op af. Als ik aankom zie ik dat ze met water de slang uit zijn schuilplaats proberen te verdrijven. Onze tuinman en manusje van alles Vangetish heeft hem daarin zien verdwijnen. En wie bel je hier in zo’n geval? De snakeman. Dat is een heel relaxt type dat dagelijks slangen vangt, voor 250 roepies (ongeveer 4 euro) per slang. Maar deze slang laat ziet niet makkelijk vangen, en de pijp wordt uitgegraven en opengebroken. Na flink wat porren en poken schiet de slang uit de pijp en probeert weg te schieten. Maar snakeman is sneller en heeft hem bij zijn staart. Het blijkt een brilslang, berucht om zijn agressiviteit en dodelijke beet. Maar wat te doen met de slang? Loslaten gat niet want dan slaat-ie onmiddellijk toe. Je stopt hem gewoon in een fles en dan laat je hem kilometers verder los in het bos.
De Abhaya school.
Als de motor uitvalt is een peddel nodig.
Potje volleybal Natuurlijk hebben we vandaag ook weer heel hard gewerkt aan onze twee boten. Ze beginnen al aardig vorm te krijgen. Vandaag heb ik theorieles gegeven over
runderen hebben altijd voorrang. HetLoslopende levenslichaam | Winter 2015 | 29
Het eten is hier fantastisch. Alles is huisgemaakt, brood en pannenkoekjes, yoghurt.
het varen en over veiligheid en de techniek van de motor: two stroke engine van 1.5 horsepower. Vandaag hebben we ook nog een vlag ontworpen, en een potje volleybal gespeeld - dat ze hier nog kunnen sporten bij deze temperaturen en hoge luchtvochtigheid. Ik ben bek en bek af. Zaterdag 17 oktober. Even wat schrijven. De beste plek is waarschijnlijk hier in de keuken. Op het dak zitten nu te veel insecten die allemaal wat van je willen. En hier is wifi. Vandaag werd er een geit binnengebracht die overmorgen wordt geofferd voor een of ander feest. Daar zijn er hier erg veel van. Bruiloftsfeesten duren wel twee weken en de Hindoes hebben erg veel goden dus er is vaak wat te vieren.
Het team in de keuken op de Abhaya dat ons elke dag van heerlijk eten voorzag.
Ondanks de boatbuilders-vermoeidheid gaan we onverdroten verder. Woensdag 21 oktober vertrekken we richting Hampi, Ongeveer zes uur rijden, maar met dat verkeer hier weet je het nooit. De boten gaan bovenop twee auto’s met dakdragers. Dat wordt hier een hele vertoning. Hampi schijnt een hele mooie plaats te zijn met veel tempels. We gaan varen op de Tungabhadra rivier en we doen metingen op de rivier. Stroomsnelheid, diepte en watergesteldheid. De bouw van de boten vordert al aardig. We hebben twee bouwteams. Ons team ligt een beetje voor. Morgen gaan we de boot schilderen. Wij maken hem lichtgroen, het andere team maakt hun boot lichtrood. De namen van de boten zijn Fram en Argos.
GoPro-camera Akhil en Chet aan het werk.
Snakeman vangt de brilslang
De brilslang wordt in de fles gestopt en verderop in het bos losgelaten.
Wow, de boten zijn bijna klaar. Het was hard werken en lange dagen maken. Nu nog een likje verf, de naam erop spuiten, peddels maken, de vlaggen afmaken en alle verdere voorbereidingen treffen. We hebben vandaag uitgerekend dat met de boot half in het water het drijfvermogen ongeveer 450 kilo is. Daar trek je dan het gewicht van de boot, de motor, en de bagage vanaf en dan hou je ongeveer 320 kilo drijfvermogen over voor drie à vier personen. We gaan het zien. Nu staan nog op onze to do list: touw, reddingsvesten, sponzen, spanbanden, walkte talkies, GoPro-camera. En oh ja, natuurlijk nog even checken of er voldoende water in de rivier staat. Vandaag zijn we op de school van Chaitanya geweest. Hij geeft daar les in de hoogste klassen. Het is een Montessorischool. Ze hadden op ons gewacht met de offerandes. Het was tools day, betekent dat alle gereedschappen worden overladen met offers, dus ook de auto van Chaitanya. De auto wordt aan alle kanten met kleurstoffen gekleurd er wordt een bloemenkrans voorop gehangen onder de wielen worden citroenen gelegd die overreden worden en Chaitanya brak een kokosnoot op de grond voor de auto. Na en rondleiding door de school was er de lunch die speciaal voor mij wat minder pittig was gemaakt. Prachtige leermiddelen die speciaal voor het Montessorionderwijs worden gemaakt. Ook de leerkrachten maken zelf allerlei leermiddelen van hoge kwaliteit. Buiten was er een bijenkast en een plantenhuis met Bonsais. In een duistere kamer worden paddenstoelen gekweekt. Vandaag heb ik ook maar eens geprobeerd met mijn rechterhand te eten. Dat valt niet mee als je niet tegen plakhanden kunt. Ik word hier nu master Joda genoemd, er wordt erg veel gelachen, mooie groep, mooie mensen. Oh ja, vandaag was er appeltaart. Morgen kijken we of de boten op de auto’s passen.
Zwemvesten Oef, na tien dagen hard werken zijn onze boten eindelijk klaar. De vlaggen zijn klaar, motoren afgeregeld, zwemvesten klaar, wat kan
Het levenslichaam
Harshiet 30 | Winter 2015en | Shaitanja, twee van onze harde werkers.
er nog misgaan? This is a lucky project. Morgen op weg naar Hampi, een stad in het zuidwesten met een groot gebied met prachtige tempels. Daar stroomt de Tungabadrah rivier waar hopelijk genoeg water in zit om te kunnen varen. De laatste nacht hier in Hydrabad waar ik me al erg thuis begon te voelen. Natuurlijk vooral hier in de Abajah school. Ook de boten worden opgeladen. Dat is nog en heel gedoe. Gelukkig hebben we professionele spanbanden kunnen kopen. De wegen zijn hier over het algemeen erg slecht, dus hopelijk blijft alles op het dak zitten. De reis naar Hampi was een lange, stoffige en warme trip. Het laatste stuk over zanderige wegen vol gaten en onverwachte drempels. Door kleine dorpen waar ik mijn ogen uitkijk. Achter de schijnbare chaos, rommel en armoede gaat een levendig dorpsleven schuil. Vriendelijke mensen die met open mond naar de boten kijken. Overal zijn er koeien, zwerfhonden en katten. Altijd is er ergens thee te krijgen. Die drinken ze met melk en erg veel suiker. Ik probeer meestal een bakkie koffie te versieren. Ik dronk al suikerrietsap, mangosap, kokosmelk (bij ons drinken we de rijpe kokosnoten, hier drinken ze het sap van groene kokosnoten, heerlijk verfrissend). Hier in het zuiden wordt erg veel rijst verbouwd en er zijn kokospalmen en katoenplantages. Veel prachtige vogels, vlinders, insecten, slangen apen en krokodillen.
Boot in werkplaats.
Buste van Maria Montessori. In ieder dorp kom je bustes tegen, vaak goud gekleurd.
Hippiekolonie En dan eindelijk in Hampi. We zitten net buiten een klein dorpje aan een stoffig landweggetje in een soort hippie- en backpackerskolonie. Als we net over de rivier zijn die beneden stroomt, zien we de eerste prachtige tempel. In het straatje veel kleine winkeltjes, die van alles verkopen. Ik heb net mijn was laten doen voor dertig roepies, ongeveer vijftig cent. Later meer tempelnieuws, nu eerst uitrusten, douchen en eten, Vanavond kijken we naar de film over Thor Heyerdahl, die met zijn vlot van Peru naar de Polynesische eilanden voer. Morgen gaan we varen.
Een van de twee boten is klaar voor transport naar de rivier.
Eindelijk liggen de boten in het water. We ontdekken al snel dat het te gevaarlijk zou zijn om op de rivier te gaan varen. De rivier meandert, is erg ondiep en zit vol met zichtbare en onzichtbare rotsen. Dus zoeken we een nieuwe locatie. Die blijkt snel gevonden. In de buurt zijn een paar stuwmeren, erg geschikt voor ons doel, al zitten er wel krokodillen. In ieder geval wordt daar voor gewaarschuwd. We zijn voorbereid en hebben wat stokjes meegenomen om in de bek van de krokodil te steken mocht dat nodig zijn.
Nul komma nul Okay, de boten gaan van de wagen, alle spullen in de boot, petrol met olie mixen (4 procent olie voor de eerste en 2 procent olie voor de tweede tank), tank vullen, iedereen in de boot zien te krijgen en orders geven. Bootervaring nul komma nul. De motor start gelukkig na wat spelen met choke en gas. Varen maar ... Harchith en Akhil waren wat angstig en vergaten snel de taak die hen was toebedeeld. Maar ze hebben allebei aan het roer gezeten en de motor bestuurd, dat was super en een hele ervaring. Bijna komt er nog een kink in de kabel. Op de oever verschijnt een officieel persoon die ons duidelijk maakt dat we in overtreding zijn. Roeien mag wel, maar gebruik van een motor is verboden (water wordt gebruikt voor irrigatie van de rijstvelden). Maar dit is India en na wat heen en weer gebeld wordt de juiste persoon gevonden en die geeft ons permissie om ook de volgende dag nog met de motor te varen. Het waren twee lange dagen waarin we heel veel geleerd hebben. Bruikbare ervaringen voor een volgend project. Zou tof zijn als we dit in Nederland ook konden doen.
De eerste tempel.
Het eerste tochtje met de zelfgemaakte boot.
Het levenslichaam
Het bootteam, met Jayesh, Naren, Akhil, Harshit, | Winter 2015 | 31 Hans en Chaitthanya.
Advertenties
Lekker naar buiten met Struin, ook in de winter De hele middag sleeën. Of in een modderplas springen. Ja, dat willen alle kinderen wel. Bij natuur-BSO Struin kan het allemaal. Struin verzorgt immers op speelse wijze natuurbeleving en -educatie; ook in de winter. Want ook dan kun je naar buiten als je goede winterkleding draagt. Elke Struin-afdeling heeft een eigen schuilruimte waar de kinderen zich tussendoor kunnen opwarmen. En daarna natuurlijk weer naar buiten want buiten kun je dierensporen zoeken, actieve spelletjes doen, kabelbanen maken en prachtige struin-tochten maken. Waarom Struin? ¥ Voor natuureducatie en mooie buitenschoolse natuurbelevenissen ¥ Gemotiveerd en hoogopgeleid personeel ¥ Voor de jongste groepen meer begeleiding dan andere BSO’s: één begeleider op 8 kinderen! ¥ Vervoer met de bekende Struin-groepsfiets ¥ Nu al bijna 400 Struin-kinderen! ¥ Gezond eten (met EKO-keurmerk!) ¥ Voor kinderen van 3 tot 12 jaar ¥ Al meer dan 8 jaar dé natuur-BSO
Kijkje nemen? Bij Struin is het mogelijk dat uw kind een dagje meeloopt. Hij of zij kan bijvoorbeeld mee met een vriendje of vriendinnetje dat al naar Struin gaat. Wij willen dit wel vooraf weten! Contact Struin, Natuur BSO & KDV 024-7506085, www.struin.nl,
[email protected]
Dé molen die nog echt alles zelf maalt. Dé molen waar alle producten ecologisch zijn. Dus dé molen voor al uw granen, vlokken en melen! Looimolenweg 17 6542 JN Nijmegen Tel. 024-3781843 Geopend: di.-vrij. 13.30 - 17.00 uur, zat. 10.00 - 14.00 uur
32 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Column
Ook de kleuter heeft een etherlichaam Door de leerkrachten van de kleuterbouw
Elke kleuter staat ‘s morgens op met zijn eigen humeur, heeft zin in ontbijt, of juist niet, en doet dan zelf zijn kleren aan. Of juist niet. Kleuters zijn allemaal verschillend, maar eenmaal in de klas worden ze allemaal opgenomen in ‘de stroom’ van de klas. Met dank aan het etherlichaam.
In de kleuterklas kijken wij, de leerkrachten, of en hoe kinderen mee kunnen gaan in de stroom van de klas. Kan het meekomen in de vorm die je als leerkracht aanbiedt in spel, gewoontes, regelmaat en ritme? Kan het kind nabootsen? Een voorbeeld: ‘s morgens, als om 5 voor half negen de bel gaat, stromen de kleuters met hun papa’s en mama’s de gangen binnen. Daar is een heel ochtendritueel aan voorafgegaan, bij iedere kleuter en voor iedere ouder anders. Het opstaan met frisse moed of juist met tegenzin. Hoe gaat het aankleden? Helemaal zelf of juist in opstand tegen papa of mama? Ontbijten met gezonde eetlust of tegensputteren, omdat dat ene boterhammetje toch echt op moet? En dan op weg naar school. Wel zin, geen zin ...
Klappen en stampen Vanuit al die verschillende situaties stappen de kinderen de klas in, naar juf om een hand te geven. Afscheid nemen van papa en mama, om in te stappen in het gebeuren in de kring. Om onderdeel te worden van de stroom van de klas, mee te bewegen in de stroom van de klas. Juf begint te klappen en te stampen, de meeste kinderen stappen in, een paar zijn nog niet aangekomen en staren dromerig voor zich uit. Dan begint het ochtendspel, de kring gaat rond, de kabouters zijn opgestaan en gaan aan het werk. Nu zijn alle kinderen opgenomen in de stroom. Meekomen in de stroom helpt een kind om zijn eigen huis te bouwen, het lichaam waar hij in woont en geeft daar vorm aan. Dit hoort bij het ether- of vormkrachtenlichaam. In- en uitademing, afwisseling
van rust en actief bezig zijn, alles wat met ritme en regelmaat te maken heeft: het geeft vertrouwen en helpt om in de stroom te komen en te blijven. Daarom herhalen wij in de kleuterklas een tijd lang de spelletjes en verhalen die bij een bepaalde periode passen. Een kind vraagt daar vaak ook om: ‘nog een keer’.
Heileuritmie De levenszin is een van de ‘onderste’ vier zintuigen die bij het etherlichaam hoort. De levenszin zegt iets over onze fysieke behuizing. Met behulp van onder andere de levenszin nemen we onszelf waar: zit ik lekker in mijn vel, hoe behaaglijk voel ik me? Als een kind niet goed meekomt in de stroom of niet goed in de nabootsing zit, dan kan een kleuterleerkracht kijken hoe de levenszin is ontwikkeld. We kunnen veel aflezen aan de nabootsing van het kind, en naar aanleiding daarvan kan er soms worden gekozen voor extra ondersteuning via bijvoorbeeld heileuritmie. Gewoontevorming is enorm belangrijk. Opvoeders moeten de kinderen behoeden voor te veel prikkels. Minder is meer; daardoor kan er een betere verbinding en dus ook nabootsing ontstaan. Het kind wil van nature graag nabootsen en vol overgave en met blijheid dit aan ons laten zien. Wij, de leerkrachten, krijgen daardoor weer energie om elke keer weer nieuwe spelletjes, liedjes en knutselactiviteiten te verzinnen.
Ritme en regelmaat geven de kleuter vertrouwen en helpen om in de stroom te komen en te blijven.
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 33
Advertenties
Advertentie
Biologische producten voor een redelijke prijs De sfeer van de winkel om de hoek Gratis parkeerplaatsen direct voor de deur
Gerard Noodtstraat 135 Nijmegen 024 3605081 www.VanNature-natuurvoeding.nl
34 | Winter 2015 |
Het levenslichaam
Schrijf mee voor de Branding 2015-2016 Ontdek de schrijver in jezelf en laat zien hoe jíj de antroposofie beleeft door mee te schrijven aan de Branding. Die bestrijkt dit schooljaar in vier nummers (herfst, winter, lente en zomer) de vier lagen in een mens, zoals de antroposofie (grondslag van Meander en KGC) die onderscheidt: het fysieke lichaam, het levenslichaam, de ziel en het Ik. Deze vier lagen moeten, volgens de antroposofie, met elkaar in evenwicht zijn. Daarom nemen we ze dit jaar in de Branding één voor één onder de loep. Daarbij beperken we ons niet tot de mens alleen, maar kijken we ook naar de klas, de school en de verbindingen met de rest van de wereld. Schrijf mee, als ouder, als leerling, als leerkracht, als betrokkene. Laat zien wat jij oppikt van de antroposofie. Of je nu een beginneling bent die amper weet wie Rudolf Steiner is of een vergevorderde ingewijde die tot het gaatje van de antroposofie gaat.
Selfies bij het lezen van de Branding
Lente: De ziel
Deadline: 9 maart, Verspreiding begin april De derde laag van de mens is de ziel, waar onze emoties huizen: vreugde, verdriet, hoop, wanhoop, sympathie en antipathie, liefde en angst. Elk kind, elke leerling wordt er groot mee. Wil jij een verhaal schrijven over best-friendsfor-ever van je kind vanaf de kleuterklas? Of een verhaal over pubers die elkaar afwisselend aantrekken en afstoten? Of over pesten en buitensluiten? Maar je kunt ook schrijven over de ziel van de school: de sfeer, behoeftes, hoe we omgaan met elkaar, of bijvoorbeeld over collectieve emoties bij een jaaropening of tijdens een schoolvoorstelling.
Lotus van Zoggel
Zomer: Het Ik
Deadline 17 juni Verspreiding half juli Het Ik, de geestelijke kern, stelt ons in staat zin te geven aan ons leven. Dankzij het Ik kunnen we gedachten vormen, idealen koesteren, dromen en onszelf beleven als innerlijk vrij mens met verantwoordelijkheden. Het Ik is de stuurman van de bovengenoemde lagen. Wil je schrijven over de stuurman in je kind of in jezelf? Doe dat dan voor het zomernummer. En je kunt ook schrijven over het ‘Ik’ van de school, want misschien heeft die ook wel gedachten, dromen en idealen.
Mira Mikoschek
Branding
Schoolkrant Vrije Scholen Nijmegen
Het levenslichaam
| Winter 2015 | 35
Karel de Grote College Scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs
Meander vrijeschool voor basisonderwijs Groesbeeksweg 146, 6524 DN Nijmegen, 024-360 03 56 Prins Bernhardstraat 12-14, 6521 AB Nijmegen 024-344 82 06 www.vrijeschoolmeander.nl
Karel de Grote College scholengemeenschap voor voortgezet vrijeschoolonderwijs Wilhelminasingel 13-15, 6524 AJ Nijmegen 024-382 04 60 www.kgcnijmegen.nl